
Nr. 0436.440.909 Ê VOL-kap 6.19
WAARDERINGSREGELS
Waarderingsregels vastgesteld door de Raad van Bestuur
Algemene regels
-De waarderingsregels worden vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van het KB van 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van
vennootschappen en verenigingen.
-Er worden in principe geen uitzonderlijke afwijkingen toegepast. Indien er uitzonderlijke afwijkingen worden toegepast, worden deze door de Raad van
Bestuur expliciet toegelicht.
-Indien er wijzigingen moeten worden aangebracht, worden deze eveneens door de Raad van Bestuur omstandig toegelicht met opgave van de invloed
op het resultaat veroorzaakt door de wijziging.
Bijzondere regels
-De kosten met betrekking tot de uitgifte van het vastgoedcertificaat ( bankkosten en ereloon van de onroerend goed-expert ) worden gewaardeerd
overeenkomstig de principes van voorzichtigheid, oprechtheid en goede trouw. Rekening houdende met de vooruitzichten van het vastgoedcertificaat
worden zij over 15 jaar afgeschreven.
-De (handels)gebouwen worden gewaardeerd aan aanschaffingswaarde, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen. De (handels)gebouwen
worden over 20 jaar afgeschreven. De bijkomende kosten worden over 15 jaar afgeschreven. De herstellings-, instandhoudings- en uitbreidingswerken
worden over een termijn van 10 tot 20 jaar afgeschreven of in kosten genomen.
In de loop van het boekjaar werden geen materiële vaste activa geherwaardeerd.
-Vorderingen :
Deze worden in principe tegen nominale waarde opgenomen. Een vordering in vreemde munt wordt voor haar tegenwaarde in EUR tegen de koers van
de dag van aanschaffing opgenomen. Bij de waardering op het einde van het boekjaar wordt de boekwaarde aangepast overeenkomstig de laatste
valutakoers van het boekjaar.
Wanneer op het einde van het boekjaar de realisatiewaarde van een vordering lager ligt dan haar boekwaarde, en deze minderwaarde als reëel en
blijvend mag worden beoordeeld, wordt hierop een waardevermindering toegepast tot beloop van de vastgestelde minderwaarde.
-Beschikbare waarden :
Worden gewaardeerd volgens hun optel voor de kas, bankuittreksel voor de bankrekeningen en dit alles per einde van het boekjaar.
-Overlopende rekeningen:
Deze posten worden op zodanige wijze opgesteld dat de baten en lasten die betrekking hebben op het boekjaar, bedrijfseconomisch correct in de
resultaten verwerkt worden.
-Schulden :
Deze worden in principe tegen nominale waarde opgenomen. Indien zij in vreemde munt luiden, worden zij opgenomen voor hun tegenwaarde in EUR
tegen de koers van de dag waarop zij ontstaan. Bij de waardering op het einde van het boekjaar wordt de boekwaarde aangepast overeenkomstig de
laatste valutakoers van het boekjaar.
- Voorzieningen voor risico's en lasten :
De Raad van Bestuur beslist, op basis van het gevoerde beleid, welke bedragen moeten worden gereserveerd voor het dekken van de risico's die
voortvloeien uit gegeven waarborgen en eventuele andere risico's.
Tevens worden de voorzieningen die in vroegere boekjaren gemaakt werden, aangepast aan de actuele beoordeling van de risico's; zo nodig worden
overbodige voorzieningen teruggenomen ten gunste van de resultatenrekening.
- Wisselkoersverschillen :
De termijnrekeningen en de liquide middelen worden aangepast aan de muntkoers per einde boekjaar. In functie van het saldo per munt, wordt het
positieve saldo met betrekking tot de termijnrekeningen opgenomen onder de overlopende rekeningen van het passief. De
overige saldi per munt met betrekking tot de termijnrekeningen en liquide middelen worden in de resultatenrekening opgenomen.
De overige vorderingen en schulden worden voor hun nominale waarde opgenomen. Deze vorderingen en schulden aangegaan in vreemde valuta
worden aangepast aan de muntkoers per einde boekjaar. In functie van het saldo per munt, worden de negatieve saldi onder de resultatenrekening, én
de positieve saldi onder de overlopende rekeningen van het passief opgenomen.
Er zijn geen transacties met verbonden partijen buiten normale marktvoorwaarden.
De voornaamste risico's en onzekerheden waarmee de vennootschap kan worden geconfronteerd zijn het risico op leegstand en de kwaliteit van de
klantenportefeuille.
27