2023
JAARVERSLAG
Foto cover: ‘s-HertogenBosch - My Jewellery
Alternatieve prestatiemaatstaven
Alternatieve prestatiemaatstaven zijn maatstaven die Intervest hanteert om haar operationele performantie te meten en op te volgen. De
maatstaven worden gebruikt in dit Jaarverslag 2023 maar zijn niet gedenieerd in een wet of in algemeen aanvaarde boekhoudprincipes
(GAAP). De European Securities and Markets Authority (ESMA) heeft richtlijnen uitgevaardigd die van toepassing zijn vanaf 3 juli 2016 voor
het gebruik en de toelichting van de alternatieve prestatiemaatstaven. De begrippen die Intervest beschouwt als een alternatieve prestatie-
maatstaf zijn opgenomen in het hoofdstuk EPRA & APM van dit Jaarverslag 2023. De alternatieve prestatiemaatstaven zijn gemarkeerd met
en voorzien van een denitie, doelstelling en reconciliatie zoals vereist volgens de ESMA-richtlijn.
INHOUD
Brief aan de aandeelhouders 4
Intervest in een oogopslag 6
Wie is Intervest 6
Highlights 2023 6
Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum -
overnamebod 7
Kerncijfers 2023 8
Vergelijkende kerncijfers 9
Strategie 10
Vooruitzichten 10
Financiële kalender 2024 11
Geschiedenis en mijlpalen 12
Vastgoedverslag 13
Kerncijfers 13
Transacties en ontwikkelingen in 2023 14
Samenstelling van de portefeuille 16
Conclusies van de vastgoeddeskundigen 26
De markt van logistiek vastgoed en kantoren 28
Financieel verslag 30
Financiële resultaten 2023 31
Financiële structuur 35
Winstbestemming 2023 39
Intervest op de beurs 40
Kerncijfers 40
Koersgraek 41
Dividendbeleid 42
Aandeelhouders 43
Corporate governance verklaring 44
Algemeen 44
Bestuursorganen 45
Diversiteitsbeleid 54
Remuneratieverslag 54
Belangenconicten en overige regelgeving 62
Risicobeheer en interne controle 64
Andere betrokken partijen 66
EPRA & APM 70
ESG & Niet-nanciële staten 81
Inleiding 81
Beperking klimaatverandering:
toekomstbestendige gebouwen 86
Stakeholders: gezondheid, welzijn en inclusie 88
Corporate governance:
zakelijke integriteit en conformiteit 91
EPRA Sustainability Performance Data 2023 91
Onaankelijk assurance-rapport 104
Financiële staten 109
Geconsolideerde resultatenrekening 110
Geconsolideerd globaalresultaat 111
Geconsolideerde balans 112
Mutatieoverzicht van het
geconsolideerd eigen vermogen 114
Geconsolideerd kasstroomoverzicht 118
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening 120
Verslag van de commissaris 159
Enkelvoudige jaarrekening
Intervest Oces & Warehouses 166
Risicofactoren 179
Marktrisico’s 180
Operationele risico’s 181
Financiële risico’s 183
Reglementaire risico’s 184
Algemene inlichtingen 186
Identicatie 186
Uittreksel uit de statuten 189
Commissaris 191
Liquidity provider 192
Vastgoeddeskundigen 192
Vastgoedbeheerders 192
Groepsstructuur 193
Wettelijk kader en scale stelsels 194
Historische nanciële informatie opgenomen
door verwijzing 196
Vereiste onderdelen van het jaarverslag 197
Verantwoordelijken voor de inhoud
van het jaarverslag 197
Informatie aomstig van derden 198
Bijlagen 199
Begrippenlijst 199
BRIEF AAN DE
AANDEELHOUDERS
Geachte aandeelhouder,
Zoals aangekondigd op  februari 
bezit TPG, via haar volledig gecontroleerde entiteit European
Real Estate Holdings NV (“TPG” of de “Bieder”) op datum van publicatie van dit jaarverslag,  maart ,
rechtstreeks , van het totaal aantal aandelen in Intervest Oces & Warehouses NV (“Intervest” of
de “Vennootschap”) na de aoop van de eerste aanvaardingsperiode voor haar vrijwillig en nu onvoor-
waardelijk overnamebod volledig in contanten op alle aandelen van de Vennootschap (het “Bod”). Het Bod
werd uitgebracht tegen een biedprijs van  , per aandeel. TPG heeft een tweede aanvaardingsperiode
heropend op  februari , die zal aopen op  maart .
Zoals ondersteund door de hoge aanvaardingsgraad tijdens de eerste aanvaardingsperiode, biedt het Bod
aan aandeelhouders de mogelijkheid om te genieten van een zekere en onmiddellijke waarde – het Bod van
 , per aandeel vertegenwoordigt een premie van , over ten opzichte van de slotkoers van het
aandeel op  oktober , de laatste dag vóór de opschorting van de handel in het Intervest-aandeel door
de FSMA, , over de laatste -maand volumegewogen gemiddelde prijs (VWAP), , over de laatste
-maand VWAP en , over de laatste -maand VWAP. De biedprijs werd als fair beschouwd op basis
van de fairness opinion van Lazard, de investeringsbank weerhouden door de Raad van Toezicht, waarnaar
verwezen in de memorie van antwoord. De aantrekkelijke premie die de biedprijs vertegenwoordigt, wordt
algemeen erkend door de analistengemeenschap, die aanbevelingen om in te brengen in het kader van het
Bod heeft uitgebracht.
Bovendien willen wij de aandacht van onze aandeelhouders vestigen op enkele overwegingen en risico’s als
zij ervoor kiezen niet deel te nemen aan het Bod. Deze risico’s worden uiteengezet in het prospectus en de
memorie van antwoord en omvatten:
Een aanzienlijk lager verhandelingsvolume in de aandelen Intervest gezien de aanzienlijk
verminderde free oat buiten het controlebelang dat TPG nu bezit, wat de liquiditeit van de
aandelen verlaagt en naar verwachting grotere bid ask spreads en een hogere volatiliteit
met zich mee zal brengen. Houd er rekening mee dat de huidige aandelenkoers kunstmatig
wordt bepaald door de biedprijs en niet noodzakelijkerwijs een eventuele minderheids-/
liquiditeitskorting weerspiegelt.
Een verlaging van de Biedprijs als een dividend wordt goedgekeurd. Als u ervoor kiest
om uw aandelen niet aan te bieden in het Bod tijdens deze tweede aanvaardingsperiode,
houd er dan rekening mee dat als het door de Raad van Toezicht aangekondigde dividend
wordt goedgekeurd op de jaarlijkse algemene vergadering van  april , de Biedprijs
van  , per aandeel zal worden verminderd met het totale (bruto) bedrag van een
dergelijke uitkering per aandeel voor de aandelen die zijn aangemeld tijdens (i) een derde
aanvaardingsperiode na een verplichte heropening van het Bod, of (ii) een uitkoopbod.
Intervest zou haar gunstige scale statuut onder het publieke GVV-regime kunnen ver-
liezen, omdat TPG nu meer dan  van de aandelen controleert, waardoor Intervest niet
langer voldoet aan de vereiste van een  free oat.
Zie persbericht dd.  februari : “Intervest kondigt de resultaten van de Initle Aanvaardingsperiode van het
overnamebod van TPG aan en de heropening van het bod op  februari ”.
BRIEF AAN DE AANDEELHOUDERS
Hoewel het de bedoeling van TPG is om de -eigendomsdrempel te bereiken die nodig
is om een vereenvoudigd uitkoopbod uit te brengen, zou het niet behalen van deze drempel
ertoe kunnen leiden dat Intervest wordt omgevormd tot een gewone beursgenoteerde
vennootschap en daardoor haar gunstige scale statuut verliest.
Indien het eigendomsbelang van TPG onder de  blijft, zou er een herstructurering
kunnen plaatsvinden waarbij de activiteiten van Intervest zouden worden overgedragen
aan een nieuw gespecialiseerd vastgoedbeleggingsfonds, gevolgd door de liquidatie van
Intervest, in welk geval de resterende beursgenoteerde aandelen zouden worden omgeruild
voor niet-beursgenoteerde certicaten van een door TPG gecontroleerde private stichting
die de aandelen in die nieuwe dochtervennootschap zou aanhouden. Omdat de certica-
ten niet genoteerd zouden zijn, zouden ze waarschijnlijk een zeer lage liquiditeit hebben.
Raadpleeg het Prospectus voor meer informatie.
De governance en het dividendbeleid van Intervest zal veranderen, als gevolg van het
controlebelang van TPG (zoals uiteengezet in het Prospectus). Het huidige dividendbeleid
en het nancieringsbeleid kunnen bijvoorbeeld veranderen, hetgeen van invloed zou kunnen
zijn op het huidige gebruikelijke dividend dat aan de aandeelhouders wordt uitgekeerd,
omdat de nettowinst aanzienlijk zou kunnen worden verlaagd en TPG ervoor zou kunnen
kiezen om de positieve cashows in de groep te herinvesteren eerder dan over te gaan tot
de betaling van jaarlijkse dividenden.
In het licht van deze risico’s wensen de Raad van Toezicht en de Directieraad van Intervest hun unanieme
steun voor het Bod te herhalen en de aandeelhouders die hun aandelen nog niet hebben aangeboden aan
te bevelen hiertoe over te gaan in het kader van deze tweede aanvaardingsperiode.
TPG heeft de aanvaardingsperiode voor het Bod vrijwillig heropend op  februari . Deze daarop-
volgende aanvaardingsperiode loopt af  maart . De betaling van de biedprijs voor de aandelen die
worden aangeboden tijdens de bijkomende aanvaardingsperiode zal plaatsvinden op  april .
Aandeelhouders van Intervest kunnen alle nodige informatie over het Bod, met inbegrip van het
prospectus, de memorie van antwoord en de aanvaardingsformulieren om hun aandelen aan te bieden
terugvinden op de volgende websites in het Engels, het Frans en het Nederlands:
TPG’s microsite, www.bid-co-oer.be, onderBelangrijke documenten”
De website van Intervest, www.intervest.eu/nl/investeerders
De website van BNP Paribas Fortis, www.bnpparibasfortis.be/epargneretplacer (in het Frans en in
het Engels), www.bnpparibasfortis.be/sparenenbeleggen (in het Nederlands en in het Engels) en de
website van KBC www.kbc.be/intervest (in het Nederlands, het Frans en het Engels)
Deze brief maakt reclame uit in de zin van artikel  van de wet van  april  op de openbare overname-
biedingen (de Overnamewet).
Hoogachtend,
Raad van Toezicht en Directieraad
Wie is Intervest
Highlights 
Belangrijke gebeurtenissen na
balansdatum - overnamebod
Kerncijfers 
Vergelijkende kerncijfers
Strategie
Vooruitzichten 
Financiële kalender 
Geschiedenis en mijlpalen
INTERVEST IN EEN
OOGOPSLAG
Wie is Intervest?
Percentages op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen op jaareinde.
Intervest Oces & Warehouses NV (hierna Intervest) is een openbaar gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV),
actief in de markt van logistieke gebouwen in België () en Nederland () en van kantoren in België (), met een
stevig groeiplan gericht op investeringen in de logistieke portefeuille mede aangedreven door assetrotatie.
De totale vastgoedportefeuille heeft een waarde van  , miljard en een verhuurbare oppervlakte van , miljoen m op
jaareinde .
De aandelen van Intervest zijn sinds  genoteerd op Euronext Brussel (INTO). Op  december  bedraagt de
beurskapitalisatie   miljoen.
Highlights 
Logistiek aandeel in de portefeuille neemt toe tot  ( eind ) – Aandeel kantoren: 
EPRA resultaat bedraagt  , miljoen voor het boekjaar  ( , miljoen voor ); EPRA resultaat zonder
rekening te houden met de éénmalige elementen gekoppeld aan het overnamebod van TPG en aan de strategische
transformatie bedraagt  , miljoen
Toename in de reële waarde van de totale vastgoedportefeuille met   miljoen of  ten opzichte van jaareinde
 tot  , miljard
Desinvesteringen van  kantoorgebouwen voor een totaal bedrag van   miljoen
Toename in de totale bezettingsgraad met -punten tot  ( op jaareinde )
Verhoging indekkingsratio:  van de schulden is ingedekt tegen stijgende rente op lange termijn (gemiddeld circa
, jaar) ( op jaareinde )
Opname van het Intervest aandeel in BELESG index van Euronext
INTERVEST IN EEN OOGOPSLAG
Voorstel brutodividend van  ,
per aandeel, rekening houdend met minimale verplichte dividenduitkering volgens
GVV-regime
Vrijwillig en voorwaardelijk openbaar overnamebod op alle uitstaande Intervest aandelen door TPG:
Aankondiging in oktober 
Periode voor aandeelhouders om hun aandelen aan te bieden begon op  januari  eindigde op  februari
 om u; op basis van o.a. dit bod bezat TPG op  februari  rechtreeks of onrechtstreeks , van
de Intervest aandelen
Het bod werd op  februari  heropend aan dezelfde voorwaarden tot  maart 
De Raad van Toezicht en de Directieraad van Intervest steunen en bevelen het Bod unaniem aan en geloven dat het in
het beste belang is van alle belanghebbenden.
Voor de aandelen die een volledig jaar dividendgerechtigd zijn en onder voorbehoud van goedkeuring door de algemene vergade-
ring van aandeelhouders gehouden op  april .
Het bedrag dat vatbaar is voor uitkering is bepaald conform artikel   van het GVV-KB en Hoofdstuk III van bijlage C van het
GVV-KB: minstens  van de som van het gecorrigeerde resultaat en de nettomeerwaarden op de verkoop van onroerende
goederen die niet vrijgesteld zijn van de verplichte uitkering, moet worden uitgekeerd; de vermindering van de schuld tijdens het
boekjaar mag echter worden afgetrokken van het uit te keren bedrag
Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum - overnamebod
Vrijwillig en voorwaardelijk openbaar overnamebod door TPG
Op  februari  heeft Intervest de resultaten bekendgemaakt van het vrijwillige en voorwaardelijke overnamebod in
contanten, aangekondigd op  oktober , door European Real Estate Holdings NV (de “Bieder”), een entiteit volledig
gecontroleerd door TPG, om alle uitstaande aandelen in de Vennootschap te verwerven die de Bieder nog niet bezat (het
Bod”) tegen een biedprijs van  , per aandeel. De Initiële Aanvaardingsperiode van het Bod liep af op  februari
 om  uur.
Gedurende de Initiële Aanvaardingsperiode werden .. aandelen, hetzij , van de aandelen van Intervest
aangeboden in het kader van het Bod. Dit omvat de aandelen waarvoor er onherroepelijke verbintenissen (‘irrevocable
undertakings’) werden aangegaan door drie belangrijke aandeelhouders van Intervest ten gunste van de Bieder. Met
inbegrip van de aandelen die TPG reeds bezat voorafgaand aan het Bod, bezit TPG rechtstreeks of onrechtstreeks in het
totaal , van de aandelen in Intervest.
De  plus -aanvaardingsdrempel waaraan het Bod onderhevig was werd derhalve vervuld, waardoor het Bod onvoor-
waardelijk is geworden. De prijs van het Bod werd betaalbaar gesteld op  maart .
De Bieder heropende het Bod vrijwillig op  februari  tot  maart . De heropening biedt de aandeelhou-
ders die de Initiële Aanvaardingsperiode hebben gemist of zij die extra liquiditeit zoeken nogmaals de mogelijkheid hun
Intervest aandelen aan te bieden in het Bod. De Raad van Toezicht en de Directieraad van Intervest hebben hun unanieme
steun voor het Bod herhaald en raden de aandeelhouders die hun aandelen nog niet hebben aangeboden in het Bod aan
om dit te doen in deze tweede aanvaardingsperiode. De resultaten van de volgende aanvaardingsperiode ingevolge de her-
opening zullen worden aangekondigd op of voor  april . De betaling van de biedprijs voor de aandelen aangeboden
tijdens de volgende aanvaardingsperiode ingevolge de heropening zal betaalbaar worden gesteld op  april .
Indien, ingevolge de heropening van de aanvaardingsperiode, TPG ten minste  van de aandelen van Intervest heeft ver-
worven en, door aanvaardingen van het Bod, ten minste  van de aandelen die voorwerp uitmaakten van het Bod, zal het
Bod worden heropend als een vereenvoudigd uitkoopbod, onderhevig aan dezelfde nanciële voorwaarden als het Bod.
Voor meer informatie betreende dit bod, verwijzen wij naar de persberichten d.d.  oktober  en  februari ,
beschikbaar op de website van de vennootschap: www.intervest.eu  Nieuws  Persberichten.
Kerncijfers
VASTGOED FINANCIEEL DUURZAAMHEID
€ 1,4 miljard
Reële waarde van de portefeuille
 Logistiek BE
 Logistiek NL
 Kantoren
93% Bezettingsgraad
 Logistiek BE
 Logistiek NL
 Kantoren
4,4 jaar WALB
, jaar Logistiek BE
, jaar Logistiek NL
, jaar Kantoren
6,4%
Brutohuurrendement
, Logistiek BE
, Logistiek NL
, Kantoren
€ 1,25
EPRA resultaat per aandeel
22,24
EPRA NTA per aandeel
3,1%
Gemiddelde rentevoet van
de nancieringen
3,6 jaar
Resterende looptijd
langetermijnkredietlijnen
49,7%
Schuldgraad
93%
Indekkingsratio
33%
Green Buildings
100%
Elektriciteit uit duurzame bronnen
19%
Groene nancieringen
88%
van de logistieke vastgoedporte-
feuille met zonnepanelen:  MWp
366
Laadpunten operationeel voor
elektrische wagens
BEURS TEAM
638 miljoen
Beurskapitalisatie
57
 
INTERVEST IN EEN OOGOPSLAG
Vergelijkende kerncijfers
in EUR x 1.000
31-12-2023 --
Vastgoedkerncijfers
Reële waarde vastgoed .. ..
Reële waarde vastgoed beschikbaar voor verhuur .. ..
Brutohuurrendement op vastgoed beschikbaar voor verhuur (in ) , ,
Brutohuurrendement op vastgoed beschikbaar voor verhuur bij  verhuring (in ) , ,
Gemiddelde resterende looptijd huurcontracten
(tot eerste vervaldag) (in jaren)
, ,
Gemiddelde resterende looptijd huurcontracten logistieke portefeuille BE
(tot eerste vervaldag) (in jaren)
, ,
Gemiddelde resterende looptijd huurcontracten logistieke portefeuille NL
(tot eerste vervaldag) (in jaren)
, ,
Gemiddelde resterende looptijd huurcontracten kantoren
(tot eerste vervaldag) (in jaren)
, ,
Bezettingsgraad totale portefeuille (in )  
Bezettingsgraad logistieke portefeuille BE (in )  
Bezettingsgraad logistieke portefeuille NL (in )  
Bezettingsgraad kantoren (in )  
Bruto verhuurbare oppervlakte (in duizenden m) . .
in EUR x . 31-12-2023 --
Financiële kerncijfers
EPRA resultaat . .
Portefeuilleresultaat - aandeel Groep -. -.
Variaties in de reële waarde van nanciële activa en passiva - aandeel Groep -. .
NETTORESULTAAT - AANDEEL GROEP 5.918 51.714
Aantal dividendgerechtigde aandelen .. ..
Gewogen gemiddeld aantal aandelen .. ..
Beurskoers op afsluitingsdatum (in EUR/aandeel) , ,
Nettowaarde (in EUR/aandeel) , ,
Premie/Discount t.o.v. reële nettowaarde (in ) -, -,
Marktkapitalisatie (in miljoen EUR)  
Schuldgraad (max. ) , ,
Gemiddelde rentevoet van de nancieringen (in ) , ,
Gemiddelde looptijd van de langetermijnkredietlijnen (in jaren) , ,

EPRA kerncijfers 31-12-2023 --
EPRA resultaat (EUR per aandeel) (aandeel Groep) , ,
EPRA NTA (EUR per aandeel) , ,
EPRA NRV (EUR per aandeel) , ,
EPRA NDV (EUR per aandeel) , ,
EPRA NIR (Netto Initieel Rendement) () , ,
EPRA aangepast NIR () , ,
EPRA huurleegstandspercentage () , ,
EPRA kost ratio (inclusief directe leegstandskosten) () , ,
EPRA kost ratio (exclusief directe leegstandskosten) () , ,
EPRA LTV (Loan-to-value) (in ) , ,
EPRA kerncijfers (EXCLUSIEF éénmalige elementen) 31-12-2023 --
EPRA resultaat (EUR per aandeel) (aandeel Groep) , ,
EPRA NTA (EUR per aandeel) , ,
EPRA NRV (EUR per aandeel) , ,
EPRA NDV (EUR per aandeel) , ,
EPRA kost ratio (inclusief directe leegstandskosten) () , ,
EPRA kost ratio (exclusief directe leegstandskosten) () , ,
Strategie
Als toonaangevend vastgoedspeler heeft Intervest de strategische keuze gemaakt om te focussen op het logistieke vast-
goedsegment, gedreven door veranderende behoeften van consumenten en bedrijven.
Vooruitzichten
Intervest blijft ook in  verder bouwen op haar strategie om de kantorenportefeuille verder af te bouwen ten gunste
van logistieke sites om verder te evolueren naar een ‘pure player’ in logistiek.
Enerzijds, werden in  enkele belangrijke acquisities in logistiek vastgoed gerealiseerd die het toekomstig ontwik-
kelingspotentieel komen versterken. Anderzijds is er het vrijwillig en voorwaardelijk openbaar overnamebod op alle
uitstaande Intervest aandelen door European Real Estate Holdings NV, een entiteit volledig gecontroleerd door TPG,
aangekondigd op  oktober  en opnieuw geopend op  februari . TPG heeft een aanzienlijke ervaring in het
doen groeien en opschalen van toonaangevende Europese logistieke platforms.
Op  februari  heeft Intervest de resultaten van het bod tot op heden aangekondigd: TPG bezit op datum van
de publicatie van dit jaarverslag,  maart , rechtstreeks of onrechtstreeks, in totaal , van de aandelen
in Intervest. Ingevolge dit resultaat werd de  plus -aanvaardingsdrempel waaraan het Bod onderhevig vervuld,
waardoor het Bod nu onvoorwaardelijk is geworden. Het Bod werd vrijwillig heropend op  februari  en loopt tot
 maart . De resultaten hiervan zullen worden aangekondigd op of voor  april . De betaling van de biedprijs
voor de aandelen aangeboden tijdens deze volgende aanvaardingsperiode ingevolge de heropening zal betaalbaar worden
gesteld op  april . Indien, ingevolge de heropening van de aanvaardingsperiode, TPG ten minst  van de aandelen
van Intervest heeft verworven en, door aanvaardingen van het Bod, ten minste  van de aandelen die voorwerp uit-
maakten van het Bod, zal het Bod worden heropend als een vereenvoudigd uitkoopbod, onderhevig aan dezelfde nanciële
voorwaarden als het Bod.
Intervest heeft ingevolge het Bod en de resultaten ervan gepubliceerd op  februari , een meerderheidsaandeel-
houder, waarbij dit resultaat bepaalde gevolgen heeft voor de vennootschap die op heden verder behandeld worden, zoals
bijvoorbeeld het verlaten van het GVV statuut, corporate governance, dividendbeleid etc. Voor meer informatie hierom-
trent wordt verwezen naar het prospectus dat beschikbaar is op de website van de vennootschap: https://www.intervest.
eu/nl/overnamebod.
INTERVEST IN EEN OOGOPSLAG 
Financiële kalender 
 maart  Publicatie jaarverslag 
 april  Algemene vergadering aandeelhouders
 mei  Ex dividend date
 mei  Record date dividend
 augustus  Halaarlijks nancieel verslag per  juni 
Voor mogelijke wijzigingen wordt verwezen naar de nanciële kalender op de website van Intervest: www.intervest.eu.

Geschiedenis en mijlpalen
Belangrijke logistieke acquisities in
België (Gent, Luik,
Saint-Georges-sur-Meuse)
Verdere desinvestering van kantoor-
gebouwen
Vrijwillig en voorwaardelijk openbaar
overnamebod op alle uitstaande
Intervest aandelen door European
Real Estate Holdings NV, een entiteit
volledig gecontroleerd door TPG; op
datum van publicatie van dit jaarver
-
slag (22 maart 2024) bezit TPG,
rechtstreeks of onrechtstreeks,
89,76% van de aandelen in Intervest
Duurzame logistieke acquisities in
België (Zeebrugge, Herstal) en in
Nederland (Waalwijk, Breda)
Succesvolle versnelde private plaat
-
sing van aandelen (ABB)
Uitgifte eerste USPP en Green Bond
ESG-commitment: ontvangst Gold
Award EPRA sBPR 2021, implemen
-
tatie ESG charter en lancering Green
Finance Framework
Strategische verwerving van logis
-
tieke sites in België (Tessenderlo en
grondreserve in Puurs) en in
Nederland (Breda en grondpositie
in Venlo)
Genk Green Logistics: reeds 35%
(voor)verhuurd van beschikbare
250.000 m
Start bouwwerken van kantoorge
-
bouw Greenhouse Collection at the
Singel in Antwerpen en van de logis
-
tieke (her)ontwikkelingen in
Herentals Green Logistics en Genk
Green Logistics
Ontvangst UNITAR ‘SDG
Pioneer’-certicaat
Strategisch groeiplan #connect2022
Reële waarde meer dan € 1 miljard
Realisaties duurzame logistieke sites
(Eindhoven, Roosendaal en
Merchtem) en vastgoed met toe
-
komstig ontwikkelingspotentieel
(Venlo, ‘s-Hertogenbosch, Herentals,
Genk en Antwerpen)
Genk Green Logistics: oplevering
eerste nieuwbouw van 25.000 m
Corporate governance: omvorming
naar duaal bestuur
Oprichting Notering op Euronext
Brussel (INTO)
Erkenning als vastgoed
-
bevak naar Belgisch
recht
Verwerving kantoorge
-
bouwen in Brusselse
periferie
Verwerving kantoor-
gebouwen in
Antwerpen, Mechelen
en Brusselse periferie
Eerste investeringen in
logistiek vastgoed:
20 panden
Uitbreiding kantoren-
portefeuille in Brusselse
periferie en op
Mechelen Campus
(fase 1)
Verwerving kantoor-
gebouwen op Mechelen
Campus (fase 2)
Verwerving kantoor-
gebouwen op Mechelen
Campus (fase 3), in
Brusselse periferie,
Exiten
Uitbreiding logistieke
portefeuille met site
Herentals Logistics 1
Succesvolle private
plaatsing van obligaties
Omvorming naar
statuut van geregle-
menteerde vastgoed-
vennootschap (GVV)
Inbreng in natura van
de logistieke site
in Oudsbergen
Ontvangst eerste
EPRA Award
Oplevering projecten
in Oevel (verbinding
tussen bestaande logis
-
tieke sites) en Wilrijk
(showroom Peugeot)
Uitbreiding positie in
logistiek vastgoed met
verwerving tweede
logistieke site in Oevel
Verdere prolering met
turnkey-solutionsaan
-
pak
Uitbouw logistieke por
-
tefeuille met verwervin-
gen in Huizingen, Oevel
en Houthalen en uit
-
breiding van Herentals
Logistics 2
(ontwikkelingsproject)
Naamswijziging: toevoe
-
ging: “& Warehouses”
ter bevestiging van be
-
langrijke marktpositie
in logistiek vastgoed
Aanvang turnkey-
solutionsaanpak
Succesvolle eerste pri
-
vate plaatsing
van obligatielening
Uitbreiding logistieke
portefeuille met
verwerving Herentals
Logistics 2
Strategische accent-
verschuiving naar
logistiek vastgoed
Verwerving van een logistie
-
ke site in Luik
Bredere aandeelhoudersba
-
sis en steun van meerdere
referentieaandeelhouders,
door verkoop van hoofdaan
-
deelhouder NSI NV van 35%
van aandelen INTO
Herschikking in vastgoed
-
portefeuille door desinveste-
ring van vijf niet-strategische
panden in Brusselse periferie
Uitbreiding kantorenporte
-
feuille met Intercity Business
Park in Mechelen
Eerste stap in Nederland
Verwerving van twee logis
-
tieke sites (Raamsdonksveer
en Tilburg)
Realisatie solide kapitaal
-
structuur door drie inbren-
gen in natura (logistieke sites
Oevel, Aarschot, Zellik)
en keuzedividend
Oplevering van nieuwbouw
distributiecentrum op
Herentals Logistics
Succesvolle kapitaalverhoging
met onherleidbaar toewij
-
zingsrecht van € 99,9 miljoen
Zes logistieke sites in
Nederland, één in België en
één kantoorgebouw in
België en herontwikkeling
van kantoorgebouw Diegem
Substantieel ontwikkelings
-
potentieel door aankoop
zone B van de voormalige
Ford-site Genk: 250.000 m
en oprichting perimeterven
-
nootschap Genk Green
Logistics NV als IGVV
Verdere uitbouw van logis
-
tieke portefeuille in
Nederland: Nijmegen,
Roosendaal,
‘s-Hertogenbosch
(grondreserve)
Intervest 20 jaar op de beurs
van Brussel
Opening kantoor Nederland
Desinvestering niet-strategi
-
sche logistieke panden
Aartselaar, Houthalen
en Oudsbergen
1996 1999 2001 2002 2005 2007
2014 2013 2012 2011 2010 2008
2015 2016 2017 2018 2019
2023
2022 2021 2020
VASTGOEDVERSLAG 
1 Kerncijfers
2 Transacties en ontwikkelingen in 2023
3 Samenstelling van de portefeuille
4 Conclusies van de vastgoeddeskundigen
5 De markt van logistiek vastgoed en kantoren
VASTGOEDVERSLAG
1 Kerncijfers
KERNCIJFERS PER SEGMENT* 31.12.2023 ..
Logistiek
BE
Logistiek
NL
Kantoren
BE TOTAAL
Logistiek
BE
Logistiek
NL
Kantoren
BE TOTAAL
Reële waarde vastgoedbeleg-
gingen (in EUR x .)
. . . 1.419.893 . . . ..
Reële waarde vastgoedbeleg-
gingen (in )
   100%    
Reële waarde vastgoed
beschikbaar voor verhuur
(in EUR x .)
. . . 1.339.223 . . . ..
Contractuele huren
(in EUR x .)
. . . 86.217 . . . .
Contractuele huren verhoogd
met de geschatte huurwaarde
op leegstand (in EUR x .)
. . . 92.803 . . . .
Brutohuurrendement op
vastgoed beschikbaar voor
verhuur (in )
, , , 6,4% , , , ,
Brutohuurrendement (inclusief
geschatte huurwaarde op leeg-
stand) op vastgoed beschikbaar
voor verhuur (in )
, , , 6,9% , , , ,
Gemiddelde resterende loop-
tijd huurcontracten
(tot eerste vervaldag) (in jaren)
, , , 4,4 , , , ,
Gemiddelde resterende loop-
tijd huurcontracten
(tot einde contract) (in jaren)
, , , 5,9 , , , ,
Bezettingsgraad (EPRA) (in )    93%    
Aantal verhuurbare gebouwen    77    
Totale verhuurbare oppervlakte
(in duizenden m)
   1.430    .
* Alle begrippen en hun berekening zijn opgenomen in een lexicon op de website www.intervest.eu, genaamd “Begrippenlijst en
alternatieve prestatiemaatstaven” en in dit Jaarverslag.

Transacties en ontwikkelingen in 
Acquisities in
Gent (BE): strategische logistieke site in Gentse zeehaven
Begin  heeft Intervest een sale-and-lease-backoperatie met Plasman Belgium NV afgesloten op concessie-eigendom
voor een investeringswaarde van  , miljoen. Het terrein van . m, strategisch gelegen aan de Skaldenstraat
in de Gentse zeehaven, omvat een productiesite van . m waarop Plasman haar operationele activiteiten uitvoert.
Intervest heeft met Plasman een huurcontract van  jaar afgesloten, met twee opties tot verlenging van elk  jaar aan
marktconforme voorwaarden.
Met North Sea Port Flanders is een nieuwe concessieovereenkomst onderhandeld tot , met éénzijdige optie om
te verlengen tot . Deze verwerving betekent een belangrijke uitbreiding van de reeds bestaande cluster waarmee
Intervest haar positie in de haven van Gent verder verstevigd.
Luik (Herstal) (BE): strategische logistieke site met toekomstig herontwikkelingspoten-
tieel van . m
In het derde kwartaal van  is een overeenkomst afgesloten tot een gefaseerde verwerving van een strategische logis-
tieke site in Luik (Herstal) met een terreinoppervlakte van circa , ha waarvan circa . m verhuurbare oppervlakte.
De site biedt de mogelijkheid om in de toekomst circa . m duurzaam te herontwikkelen.
De site is bij verwerving volledig verhuurd, aan een jaarlijkse huur van  , miljoen, met verschillende looptijden om
exibel te kunnen inspelen op het ontwikkelingspotentieel van de locatie. De globale investeringswaarde van het vastgoed
bedraagt   miljoen, in lijn met de waardering door de vastgoeddeskundige van de vennootschap.
Saint-Georges-sur-Meuse (BE): strategische grondpositie voor duurzame logistieke
ontwikkeling
Intervest verwerft in het eerste kwartaal van  een terrein van circa  hectare op een strategische locatie langs
de E te Saint-Georges-sur-Meuse, nabij de luchthaven van Luik, voor een aanschangswaarde van  , miljoen.
Door deze verwerving beschikt Intervest over een strategische grondpositie om een nieuwe duurzame logistieke site te
ontwikkelen.
Desinvesteringen in
In  werden  kantoorgebouwen voor een totale netto verkoopprijs van   miljoen verkocht. De desinvesteringen
van deze kantoorgebouwen passen binnen de strategie van verdere aouw van het kantorensegment ten gunste van
logistiek vastgoed. Deze gebouwen, met uitzondering van Zellik-Exiten, stonden op jaareinde  reeds op de balans als
vastgoed beschikbaar voor verkoop.
Ligging Datum verkoop
Dilbeek - Inter Access Park Q 
Hoeilaart - Park Rozendal Q 
Antwerpen - Gateway Q 
Zellik - Exiten Q 
In december  is een verkoopcompromis getekend voor het kantoorgebouw in Aartselaar. De akte is in het eerste
kwartaal van  verleden. De verkoopprijs bedraagt  , miljoen, in lijn met de huidige boekwaarde. Dit gebouw staat
op jaareinde  op de balans als vastgoed beschikbaar voor verkoop.
VASTGOEDVERSLAG 
Projecten in aanbouw en ontwikkelingspotentieel
Opgeleverde projecten in 
Segment Type GLA in m Oplevering BREEAM
Herentals Green Logistics B Logistiek BE Ontwikkeling . Q  Excellent
's-Hertogenbosch Logistiek NL Ontwikkeling . Q  Excellent
Genk Green Logistics unit / Logistiek BE Ontwikkeling . Q  Excellent
Overzicht van de projecten en grondreserves
Segment Type
(Potentiële)
GLA in m
Verwachte
oplevering BREEAM
Genk Green Logistics unit Logistiek BE Ontwikkeling . Q  Excellent
PROJECTEN 12.850
Genk Green Logistics Logistiek BE Ontwikkeling . - Excellent
Puurs Logistiek BE Ontwikkeling .  Excellent
's-Hertogenbosch Logistiek NL Ontwikkeling .  Excellent
Luik (Herstal) Logistiek BE Ontwikkeling .  Excellent
Venlo Logistiek NL Ontwikkeling .  Outstanding
GRONDRESERVES 241.347
TOTAAL PROJECTEN & GRONDRESERVES 254.197

Samenstelling van de portefeuille
Gebouwen
Bouw-/renovatiejaar
en uitbreiding
Jaar van laatste belang-
rijke investering Intervest
Verhuurbare oppervlakte
(m)
Reële waarde
(in EUR x .)
Aanschangswaarde
(in EUR x .)
Verzekerde waarde
(in EUR x .)
Contractuele huur
(in EUR x .)
Bezettingsgraad*
()
LOGISTIEK VASTGOED BESCHIKBAAR VOOR VERHUUR IN BELGIË 871.137 699.589 580.617 486.905 39.295 96%
Antwerpen - Limburg - Luik 486.020 401.407 335.776 288.680 23.231 99%
Aarschot - Nieuwlandlaan  -  Aarschot  nvt . 
Herentals Green Logistics - Atealaan 34b-d/f - 2200 Herentals**
Herentals Logistics 1 en 3 - Atealaan 34b/d/f - 2200 Herentals  nvt . 
Herentals Logistics 2 - Atealaan 34c - 2200 Herentals  -   . 
Luik
Luik - Deuxième Avenue 31 - 4040 Luik  nvt . 
Luik - Première Avenue 32 - 4040 Luik - nvt . 
Luik -Première Avenue 54 - 4040 Luik - nvt . 
Oevel  - Nijverheidsstraat  -  Oevel  nvt . 
Oevel  - Nijverheidsstraat a- -  Oevel - nvt . 
Oevel  - Nijverheidsstraat  -  Oevel  nvt . 
Tessenderlo - Havenlaan  -  Tessenderlo -  . 
Wommelgem - Koralenhoeve  -  Wommelgem -  . 
Genk Green Logistics - Henry Fordlaan 8 + 4 - 3600 Genk
Genk Green Logistics - gebouw 1 - nvt . 
Genk Green Logistics - gebouw 2  nvt . 
Genk Green Logistics - gebouw 3  nvt . 
Trailerpark  nvt 
Antwerpen - Gent - Brugge 190.751 128.428 129.988 97.213 5.987 81%
Gent - Eddastraat  -  Gent  nvt . 
Gent - Skaldenstraat  -  Gent - nvt . 
Zeebrugge - Koeweg  -  Zeebrugge  nvt . 
Antwerpen - Brussel - Nijvel 194.366 169.754 114.853 101.012 10.077 99%
Boom - Industrieweg  -  Boom  nvt . 
Duel - Stocletlaan  -  Duel  nvt . 
Mechelen  - Oude Baan  -  Mechelen   . 
Mechelen  - Dellingstraat  -  Mechelen - nvt . 
Puurs - Koning Leopoldlaan  -  Puurs  nvt . 
Schelle - Molenberglei  -  Schelle -  . 
Wilrijk  - Boomsesteenweg - -  Wilrijk  nvt . 
Wilrijk  - Geleegweg - -  Wilrijk - nvt . 
Merchtem - Preenakker  -  Merchtem - nvt . 
Zellik - Brusselsesteenweg  -  Zellik  - nvt . 
VASTGOEDVERSLAG 
Samenstelling van de portefeuille
Gebouwen
Bouw-/renovatiejaar
en uitbreiding
Jaar van laatste belang-
rijke investering Intervest
Verhuurbare oppervlakte
(m)
Reële waarde
(in EUR x .)
Aanschangswaarde
(in EUR x .)
Verzekerde waarde
(in EUR x .)
Contractuele huur
(in EUR x .)
Bezettingsgraad*
()
LOGISTIEK VASTGOED BESCHIKBAAR VOOR VERHUUR IN BELGIË 871.137 699.589 580.617 486.905 39.295 96%
Antwerpen - Limburg - Luik 486.020 401.407 335.776 288.680 23.231 99%
Aarschot - Nieuwlandlaan  -  Aarschot  nvt . 
Herentals Green Logistics - Atealaan 34b-d/f - 2200 Herentals**
Herentals Logistics 1 en 3 - Atealaan 34b/d/f - 2200 Herentals  nvt
. 
Herentals Logistics 2 - Atealaan 34c - 2200 Herentals  -   . 
Luik
Luik - Deuxième Avenue 31 - 4040 Luik  nvt
. 
Luik - Première Avenue 32 - 4040 Luik - nvt . 
Luik -Première Avenue 54 - 4040 Luik - nvt . 
Oevel  - Nijverheidsstraat  -  Oevel  nvt . 
Oevel  - Nijverheidsstraat a- -  Oevel - nvt . 
Oevel  - Nijverheidsstraat  -  Oevel  nvt . 
Tessenderlo - Havenlaan  -  Tessenderlo -  . 
Wommelgem - Koralenhoeve  -  Wommelgem -  . 
Genk Green Logistics - Henry Fordlaan 8 + 4 - 3600 Genk
Genk Green Logistics - gebouw 1 - nvt
. 
Genk Green Logistics - gebouw 2  nvt . 
Genk Green Logistics - gebouw 3  nvt . 
Trailerpark  nvt 
Antwerpen - Gent - Brugge 190.751 128.428 129.988 97.213 5.987 81%
Gent - Eddastraat  -  Gent  nvt . 
Gent - Skaldenstraat  -  Gent - nvt . 
Zeebrugge - Koeweg  -  Zeebrugge  nvt . 
Antwerpen - Brussel - Nijvel 194.366 169.754 114.853 101.012 10.077 99%
Boom - Industrieweg  -  Boom  nvt . 
Duel - Stocletlaan  -  Duel  nvt . 
Mechelen  - Oude Baan  -  Mechelen   . 
Mechelen  - Dellingstraat  -  Mechelen - nvt . 
Puurs - Koning Leopoldlaan  -  Puurs  nvt . 
Schelle - Molenberglei  -  Schelle -  . 
Wilrijk  - Boomsesteenweg - -  Wilrijk  nvt . 
Wilrijk  - Geleegweg - -  Wilrijk - nvt . 
Merchtem - Preenakker  -  Merchtem - nvt . 
Zellik - Brusselsesteenweg  -  Zellik  - nvt . 

Gebouwen
Bouw-/renovatiejaar
en uitbreiding
Jaar van laatste belang-
rijke investering Intervest
Verhuurbare oppervlakte
(m)
Reële waarde
(in EUR x .)
Aanschangswaarde
(in EUR x .)
Verzekerde waarde
(in EUR x .)
Contractuele huur
(in EUR x .)
Bezettingsgraad*
()
LOGISTIEK VASTGOED BESCHIKBAAR VOOR VERHUUR IN NEDERLAND 359.090 344.557 300.697 252.451 20.876 96%
A/A Bergen-Op-Zoom - Eindhoven - Venlo . 212.380 176.850 134.007 12.609 100%
Breda - Steltbeemd  -  AP Breda  nvt . 
Eindhoven - Flight Forum
Eindhoven Gold Forum - Flight Forum 1500 - 5657 EZ Eindhoven   . 
Eindhoven Silver Forum - Flight Forum 1800-1950 - 5657 EZ Eindhoven  nvt . 
Roosendaal  - Bosstraat - -  RL Roosendaal  -   . 
Roosendaal  - Leemstraat  -  RT Roosendaal - nvt . 
Roosendaal  - Blauwhekken  -  XD Roosendaal  nvt . 
Tilburg  - Kronosstraat  -  CE Tilburg - nvt . 
Tilburg  - Belle van Zuylenstraat  -  MA Tilburg -  nvt . 
Venlo
Venlo 1 - Archimedesweg 12 - 5928 PP Venlo  nvt . 
Venlo 2 - Celsiusweg 25 - 5928 PR Venlo  nvt . 
Venlo 3 - Celsiusweg 35 - 5928 PR Venlo  nvt . 
A59 Moerdijk - 's Hertogenbosch - Nijmegen 115.918 104.637 103.495 93.050 6.312 89%
Raamsdonksveer  - Zalmweg  -  SH Raamsdonksveer  nvt . 
Raamsdonksveer  - Zalmweg  -  SH Raamsdonksveer  nvt . 
Raamsdonksveer  - Steurweg  -  VR Raamsdonksveer - nvt . 
's-Hertogenbosch
's-Hertogenbosch 1 - Rietveldenweg 32, 34-36 - 5222 AR 's-Hertogenbosch -  . 
's-Hertogenbosch 2 - Koenendelseweg 19-23 - 5222 BG 's-Hertogenbosch  nvt . 
Waalwijk - Mechie Trommelenweg  -  ND Waalwijk  nvt . 
A15 Rotterdam - Gorinchem - Nijmegen . . . . . 
Nijmegen - De Vlotkampweg - -  AE Nijmegen - nvt . 
Vuren - Hooglandseweg  -  KG Vuren  nvt . 
KANTOREN BESCHIKBAAR VOOR VERHUUR IN BELGIË 200.072 295.077 303.219 420.406 25.398 85%
Antwerpen . . . . . 
Antwerpen - Collection at the Singel - Desguinlei  -  Antwerpen - nvt . 
Greenhouse Antwerp - Uitbreidingstraat  -  Berchem  nvt . 
De Arend - Prins Boudewijnlaan - -  Edegem  nvt . 
Herentals - Atealaan A -  Herentals**  nvt . 
Brussel en Leuven 45.825 72.461 81.289 92.933 6.083 95%
Greenhouse BXL - Berkenlaan , a en b -  Diegem  nvt . 
Ubicenter - Philipssite  -  Leuven  nvt . 
Mechelen 118.388 141.278 137.153 247.961 13.875 80%
Intercity Business Park - Generaal De Wittelaan - -  Mechelen - /   . 
Mechelen Business Tower - Blarenberglaan C -  Mechelen   . 
Mechelen Campus - Schaliënhoevedreef  A-J en T -  Mechelen  -   -  . 
TOTAAL VASTGOED BESCHIKBAAR VOOR VERHUUR 1.430.299 1.339.223 1.184.533 1.159.762 85.569 93%
VASTGOEDVERSLAG 
Gebouwen
Bouw-/renovatiejaar
en uitbreiding
Jaar van laatste belang-
rijke investering Intervest
Verhuurbare oppervlakte
(m)
Reële waarde
(in EUR x .)
Aanschangswaarde
(in EUR x .)
Verzekerde waarde
(in EUR x .)
Contractuele huur
(in EUR x .)
Bezettingsgraad*
()
LOGISTIEK VASTGOED BESCHIKBAAR VOOR VERHUUR IN NEDERLAND 359.090 344.557 300.697 252.451 20.876 96%
A/A Bergen-Op-Zoom - Eindhoven - Venlo . 212.380 176.850 134.007 12.609 100%
Breda - Steltbeemd  -  AP Breda  nvt . 
Eindhoven - Flight Forum
Eindhoven Gold Forum - Flight Forum 1500 - 5657 EZ Eindhoven  
. 
Eindhoven Silver Forum - Flight Forum 1800-1950 - 5657 EZ Eindhoven  nvt . 
Roosendaal  - Bosstraat - -  RL Roosendaal  -   . 
Roosendaal  - Leemstraat  -  RT Roosendaal - nvt . 
Roosendaal  - Blauwhekken  -  XD Roosendaal  nvt . 
Tilburg  - Kronosstraat  -  CE Tilburg - nvt . 
Tilburg  - Belle van Zuylenstraat  -  MA Tilburg -  nvt . 
Venlo
Venlo 1 - Archimedesweg 12 - 5928 PP Venlo  nvt
. 
Venlo 2 - Celsiusweg 25 - 5928 PR Venlo  nvt . 
Venlo 3 - Celsiusweg 35 - 5928 PR Venlo  nvt . 
A59 Moerdijk - 's Hertogenbosch - Nijmegen 115.918 104.637 103.495 93.050 6.312 89%
Raamsdonksveer  - Zalmweg  -  SH Raamsdonksveer  nvt . 
Raamsdonksveer  - Zalmweg  -  SH Raamsdonksveer  nvt . 
Raamsdonksveer  - Steurweg  -  VR Raamsdonksveer - nvt . 
's-Hertogenbosch
's-Hertogenbosch 1 - Rietveldenweg 32, 34-36 - 5222 AR 's-Hertogenbosch - 
. 
's-Hertogenbosch 2 - Koenendelseweg 19-23 - 5222 BG 's-Hertogenbosch  nvt . 
Waalwijk - Mechie Trommelenweg  -  ND Waalwijk  nvt . 
A15 Rotterdam - Gorinchem - Nijmegen . . . . . 
Nijmegen - De Vlotkampweg - -  AE Nijmegen - nvt . 
Vuren - Hooglandseweg  -  KG Vuren  nvt . 
KANTOREN BESCHIKBAAR VOOR VERHUUR IN BELGIË 200.072 295.077 303.219 420.406 25.398 85%
Antwerpen . . . . . 
Antwerpen - Collection at the Singel - Desguinlei  -  Antwerpen - nvt . 
Greenhouse Antwerp - Uitbreidingstraat  -  Berchem  nvt . 
De Arend - Prins Boudewijnlaan - -  Edegem  nvt . 
Herentals - Atealaan A -  Herentals**  nvt . 
Brussel en Leuven 45.825 72.461 81.289 92.933 6.083 95%
Greenhouse BXL - Berkenlaan , a en b -  Diegem  nvt . 
Ubicenter - Philipssite  -  Leuven  nvt . 
Mechelen 118.388 141.278 137.153 247.961 13.875 80%
Intercity Business Park - Generaal De Wittelaan - -  Mechelen - /   . 
Mechelen Business Tower - Blarenberglaan C -  Mechelen   . 
Mechelen Campus - Schaliënhoevedreef  A-J en T -  Mechelen  -   -  . 
TOTAAL VASTGOED BESCHIKBAAR VOOR VERHUUR 1.430.299 1.339.223 1.184.533 1.159.762 85.569 93%

Evolutie van de reële waarde van de vastgoedportefeuille
De reële waarde van de vastgoedportefeuille bedraagt eind   . miljoen, een toename met   miljoen of 
ten opzichte van  december .
277
308 309
334
154 218
283
609
634
611
663
867
893
1.018
1.209
333 326 302
304
347 350
382
343
347
366
352 353
480
628
758
348
314
358
386
22%
25%
53%
1.333
1.420
24
2022 20232014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021
KantorenLogistiek vastgoed
in miljoen EUR
TotaalLogistiek vastgoedBE NL
Type vastgoed en geograsche spreiding ( reële waarde)
Intervest investeert in logistieke panden in België en Nederland en kantoorgebouwen in België, gebouwen van prima kwa-
liteit, die verhuurd worden aan eersterangshuurders. Het onroerend goed waarin geïnvesteerd wordt, betreft voorname-
lijk moderne gebouwen, gelegen op strategische locaties, vaak in clusters.
Logistiek BE
53%
Logistiek NL
25%
Kantoren BE
22%
Logistiek
78%
België
75%
VASTGOEDVERSLAG 
Logistiek vastgoed
In het logistiek vastgoed heeft Intervest voornamelijk sites in haar portefeuille op multimodale locaties met kritische
omvang ( . m). Deze sites bevinden zich op de belangrijkste logistieke assen in België en in Nederland.
 van de logistieke portefeuille is in België gelegen en bevindt zich op de assen Antwerpen - Brussel - Nijvel, Antwerpen
- Limburg - Luik en Antwerpen - Gent - Brugge.  van de logistieke portefeuille is gelegen in Nederland en bevindt zich
op de logistieke corridors in het zuiden van Nederland.
Kantoren
De kantorenportefeuille is voornamelijk gelegen op de as Antwerpen - Mechelen - Brussel, die nog steeds de belangrijkste
en meest liquide kantoorregio van België is. In uitvoering van de strategie wordt de kantorenportefeuille verder afge-
bouwd ten voordele van investeringen in logistieke panden.
Diversicatie huurders
De huurders zijn goed verspreid over een groot aantal verschillende economische sectoren, wat het risico op aanzienlijke
leegstand reduceert in geval van een lagere conjunctuur die sommige sectoren harder zou kunnen treen.
De tien belangrijkste huurders vertegenwoordigen  van de huurinkomsten. Het betreft vooraanstaande bedrijven in
hun sector die vaak deel uitmaken van internationale concerns. De totale huurinkomsten van Intervest zijn evenwel ver-
spreid over  verschillende huurders wat het debiteurenrisico beperkt en de stabiliteit van de huurinkomsten bevordert.
Estée Lauder
Biocartis NV
Jan de Rijk
Vastgoed BV
ASML
WorldEx
Logistics BV
Galapagos NV
Eddie Stobart
Logistics Europe NV
Nippon Express
Belgium
Coopervision
Distribution SPRL
Schrauwen Sanitair
en Verwarming NV
74,5%
3,5%
2,9%
2,7%
2,6%
2,5% 2,5%
2,4%
2,3%
2,1%
2,0%
Kantoren
Logistiek vastgoed BE
Logistiek vastgoed NL
Overige
De gemiddelde resterende contractduur tot eerstvolgende breakdatum voor de tien belangrijkste huurders is gemiddeld
, jaar.

Sectorale spreiding
Logistiek vastgoed in België
39%
10%
6%
11%
12%
6%
16%
Overige
FMCG (food)
Logistieke dienst-
verlening (3PL)
Chemie, energie
en farma
FMCG (non-food)
Productie en
industrie
Auto-industrie
België
Logistiek vastgoed in Nederland
35%
7%
1%
10%
23%
6%
19%
Overige
Auto-industrie
Logistieke dienst-
verlening (3PL)
Chemie, energie
en farma
FMCG (non-food)
Productie en
industrie
FMCG (food)
Nederland
Kantoren
4%
4%
17%
9%
16%
29%
21%
Overige
Auto-industrie
Chemie, energie
en farma
ICT
Productie en
industrie
Consultancy en
dienstverlening
Logistiek
VASTGOEDVERSLAG 
Bezettingsgraad en verhuuractiviteiten
De bezettingsgraad van de totale portefeuille beschikbaar voor verhuur stijgt met -punten en bedraagt  op
 december  ( eind ). Voor de logistieke portefeuille van Nederland neemt de bezettingsgraad eind 
af met -punten tot  ( eind ). Voor de logistieke portefeuille van België blijft de bezettingsgraad eind
 stabiel op  ten opzichte van jaareinde  (). De bezettingsgraad van de kantorenportefeuille stijgt tot
, een toename met -punten ten opzichte van jaareinde  ().
93%93%88% 86%85% 86% 86% 90% 90% 91%91% 93% 94% 90% 93%







             
Kantoren Logistiek vastgoed BETotaal Logistiek vastgoed NL
Tijdens het boekjaar  werden een aantal verhuurtransacties opgetekend. In het Belgische logistieke segment zijn in
totaal verhuringen voor een verhuurbare oppervlakte van circa . m opgetekend, met een brutojaarhuur van samen
 , miljoen, welke  van de contractuele jaarhuur eind  voor de logistieke portefeuille van België vertegenwoor-
digt. In de kantorenportefeuille is in totaal circa . m opgetekend, met een brutojaarhuur van  , miljoen, welke
 van de contractuele jaarhuur eind  voor de kantorenportefeuille vertegenwoordigt.
Risicospreiding van gebouwen
Intervest streeft naar een optimale risicospreiding en tracht het relatieve aandeel van de individuele sites in de totale
portefeuille te beperken.
7,1% Herentals Green Logistics
8,1% Genk Green Logistics
6,1%
Zeebrugge Green Logistics
5,0% Mechelen Campus
73,7% Overig

Looptijd huurcontracten in portefeuille
Gemiddelde resterende
contractduur tot eerstvol-
gende vervaldag
De gemiddelde resterende contractduur
tot de eerstvolgende vervaldag (WALB) in
de volledige portefeuille bedraagt , jaar
op  december  (, jaar eind ).
De logistieke portefeuille België heeft een
gemiddelde resterende contractduur tot
eerstvolgende vervaldag van , jaar op
 december  (, jaar op  decem-
ber ). Voor de logistieke portefeuille
Nederland bedraagt de gemiddelde
resterende contractduur tot de eerstvol-
gende vervaldatum , jaar (, jaar op
 december ). Voor de kantorenpor-
tefeuille is de gemiddelde huurperiode tot
de eerstvolgende vervaldag (WALB) , jaar
eind  (, jaar op  december ).
Eindvervaldatum van
de contracten
De eindvervaldagen van de langetermijn-
huurcontracten zijn goed gespreid over
de komende jaren.  van de contracten
heeft, op basis van de contractuele jaar-
huren, een eindvervaldatum in . 
heeft een eindvervaldatum in .
De exibele contracten voor coworking ruimtes en serviced oces worden in de berekeningen buiten beschouwing gelaten. Ze
bedragen momenteel minder dan  van de totale contractuele jaarhuur.
20232018 2019 2020 2021 2022
4,63,5 3,8 10,1 4,33,1 3,2 9,3 4,03,42,9 6,8 4,42,6 6,6 4,3 5,32,9 6,5 4,9
4,6 4,3 4,3 4,9
4,43,1 5,9 4,4
4,44,0
jaar
Kantoren Logistiek vastgoed BE Logistiek vastgoed NL Totaal









        - 
0
20
5
10
15
 
KantorenLogistiek vastgoed BE Logistiek vastgoed NL
VASTGOEDVERSLAG 
Gemiddelde leeftijd van de gebouwen
Intervest hanteert een proactief beleid inzake het onderhoud van de gebouwen en via een constante monitoring van het
investeringsplan wordt de kwaliteit van de portefeuille op peil gehouden. Naast regelmatige investeringen in kwaliteit en
duurzaamheid worden herontwikkelingen en renovaties uitgevoerd om de technische en economische levensduur van de
gebouwen te optimaliseren. Zo is in  circa   miljoen besteed aan investeringen in de bestaande portefeuille.
0
20
40
60
80
100
36%
14%
9%
8%
33%
42%
12%
7%
39%
29%
6%
7%
10%
48%
36%
9%
9%
8%
38%
Logistiek BE Logistiek NL Kantoren BE Totaal
16-20 jaar
> 20 jaar
11-15 jaar
6-10 jaar
0-5 jaar
Verzekerde waarde van de vastgoedportefeuille
De vastgoedportefeuille beschikbaar voor verhuur van Intervest wordt verzekerd voor een totale reconstructiewaarde van
 , miljard, exclusief de terreinen waarop de gebouwen staan, tegenover een reële waarde van de vastgoedbeleggingen
beschikbaar voor verhuur van  , miljard op  december  (weliswaar gronden inbegrepen). De verzekerde waarde
bedraagt voor de logistieke portefeuille in België   miljoen, voor het logistiek vastgoed in Nederland   miljoen en
voor de kantorenportefeuille   miljoen.
De verzekeringen omvatten eveneens bij komende waarborgen voor de onbruikbaarheid van de onroerende goederen
zoals huurderving, de instandhoudings- en opruimingskosten, het verhaal van huurders en gebruikers en het verhaal van
derden. De gederfde huur wordt vergoed zolang het gebouw niet heropgebouwd is, voor zover dit binnen een redelijke
termijn, vastgesteld door de expert, gebeurt. Inclusief deze bijkomende waarborgen is de verzekerde waarde  , miljard.
Deze verzekerde waarde wordt gesplitst in   miljoen voor het logistiek vastgoed in België,   miljoen voor het
logistiek vastgoed in Nederland en   miljoen voor de kantorenportefeuille.
Intervest is verzekerd tegen aansprakelijkheid voortkomend uit haar activiteiten of haar investeringen middels een
burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering die lichamelijke en materiële schade dekt tot een bedrag van  , miljoen per
schadegeval en zuiver stoelijke schade tot , miljoen. Verder zijn de leden van de raad van toezicht en van de directie-
raad verzekerd voor bestuurdersaansprakelijkheid waarbij schade wordt gedekt tot een bedrag van   miljoen.
De percentages zijn berekend op basis van de reële waarde van het voor verhuur beschikbare vastgoed op  december . De
ouderdom wordt uitgedrukt ten opzichte van het bouwjaar, zonder rekening te houden met kleine renovaties. Anderzijds wordt de
ouderdom aangepast indien een gebouw volledig is gerenoveerd.

Conclusies van de vastgoeddeskundigen
De waardering van de vastgoedportefeuille van Intervest
is op  december  uitgevoerd door de volgende
vastgoeddeskundigen:
Cushman & Wakeeld Belgium SA, vertegenwoordigd
door Victoria Parret en Gregory Lamarche
Stadim BV, vertegenwoordigd door Nicolas Janssens en
Elke De Wael
CBRE Valuation Services vertegenwoordigd door Pieter
Paepen en Pieter-Jan Arts
JLL Valuation Advisory BV, vertegenwoordigd door
J.C.A. Stortelersen Abel Govers.
De waarderingsmethode die hoofdzakelijk gehan-
teerd wordt door de vastgoeddeskundigen voor de
portefeuille van Intervest is de Inkomstenmethode of
Inkomstenkapitalisatie. De Inkomstenkapitalisatie wordt
aanbevolen voor vastgoed dat inkomsten genereert met
een stabiele en voorspelbare cashow. De waardering is
gebaseerd op de verhouding tussen het inkomen dat het
vastgoed produceert (markthuur) en het rendement dat
een investeerder vereist (kapitalisatievoet).
Het vereiste rendement of de kapitalisatievoet is aan-
kelijk van het verwachte rendement van andere beleg-
gingsmogelijkheden, rekening houdend met de algemene
risico’s van de investering, evenals het risicovrije rende-
ment, de inatie en de liquiditeit.
De kapitalisatievoet zal de perceptie van deze risico’s op
de markt weerspiegelen. Deze risico’s hebben betrek-
king op:
de huurder(s) en hun voortdurende vermogen om de
huur te betalen
marktrisico’s in termen van de voortzetting van de
huidige huurwaarden in de toekomst
risico’s verbonden aan veranderingen in de nancie-
rings- en investeringsmarkten, die ertoe zouden kunnen
leiden dat beleggers een lager of een hoger rendement
van de vastgoedmarkt accepteren.
De marktwaarde wordt verkregen door de transactiekos-
ten in mindering te brengen op de investeringswaarde
na correcties.
Huurwaarden en beleggingsrendementen zijn bepaald op
basis van (i) de marktkennis en ervaring van de vast-
goeddeskundige, en (ii) recente, vergelijkbare markt- en
buitenmarkttransacties, rekening houdend met de
kenmerken van het vastgoed, zoals de locatie, bereikbaar-
heid, zichtbaarheid, de algemene staat van onderhoud en
het onderhoud, de grootte, het aantal en type huurders,
de gemiddelde duur van de resterende huurovereenkom-
sten, enz.
De investeringswaarde vóór correcties wordt verkregen
door de markthuur te delen door de juiste kapitalisa-
tievoet. Aankelijk van de situatie moeten een aantal
aanpassingen in aanmerking worden genomen om de
investeringswaarde na correcties af te leiden.
De meest voorkomende correcties zijn:
de actualisering van het verschil tussen de actuele huur
en de markthuur tot de volgende contractuele break of
het einde van de huurovereenkomst; de correctie zal
negatief zijn als het pand onder de marktprijs verhuurd
wordt en positief als het goed boven de marktprijs
verhuurd wordt
leegstaande ruimtes worden gezien als een inkomens-
verlies aangezien het vastgoed gewaardeerd wordt op
basis van de totale huurwaarde
makelaarskosten
renovatiekosten
huurkortingen.
De marktwaarde (of kosten koper waarde) wordt verkre-
gen door de transactiekosten in mindering te brengen op
de investeringswaarde na correcties.
De fair value of reële waarde is de geschatte waarde
exclusief de geschatte te betalen overdrachtskosten op
het moment dat het vastgoed kan worden verkocht op
de markt op datum van taxatie. De berekening van deze
waarde gebeurt door de taxateur volgens IFRS  / IAS .
In het waarderingsverslag van de Nederlandse vastgoe-
dexpert is de reële waarde gelijk aan de marktwaarde.
IFRS  en IAS 
Op uitdrukkelijke vraag van de revisor, en in overeenstem-
ming met de vereisten van de IFRS  regelgeving, hebben
de vastgoeddeskundigen een bijzondere taxatieoverwe-
ging gemaakt.
Deze houdt in dat de vastgoeddeskundigen uitdrukkelijk
en expliciet abstractie maken van alle eventuele vergoe-
dingen die betaald dienen te worden in het kader van
tijdelijke gebruiksrechten/eigendomsrechten (zoals daar
zijn erfpachten, concessies, etc.) aangezien deze onder
IFRS  reeds afzonderlijk op de balans vermeld dienen te
worden. Alle vermelde waardes in het waarderingsrapport
dienen als dusdanig geïnterpreteerd te worden.
VASTGOEDVERSLAG 
De waardering van de vastgoedportefeuille is als volgt verdeeld over de vastgoeddeskundigen:
VASTGOEDDESKUNDIGE
Reële waarde
(in EUR x .)
Investeringswaarde
(in EUR x .)
Cushman & Wakeeld Belgium . .
Stadim . .
CBRE Valuation Services Belgium . .
JLL Nederland . .
TOTAAL vastgoed beschikbaar voor verhuur en projectontwikkelingen/
grondreserves opgenomen in taxatierapport
.. ..
TOTAAL GEWAARDEERDE VASTGOEDBELEGGINGEN .. ..
Grondreserves (niet geherwaardeerd) . .
VASTGOEDBELEGGINGEN .. ..
Het vastgoed gewaardeerd door de externe vastgoeddeskundigen van intervest omvat de vastgoedbeleggingen beschik-
baar voor verhuur en de projectontwikkelingen in aanbouw en is exclusief de gebouwen beschikbaar voor verkoop en de
zonnepanelen en laadpalen.
Met uitzondering van de grondreserve in Genk Green Logistics worden de grondreserves nog niet geherwaardeerd.
Gezien voor deze grondreserves nog geen duidelijk beeld over de te maken projectkosten kan gemaakt worden, geen
vergunningen bekomen werden of een substantieel deel voorverhuurd werd, is de vennootschap van mening dat de initiële
aanschafwaarde nog steeds de reële waarde vertegenwoordigd.
Meer informatie over het ontwikkelingspotentieel is terug te vinden in het Vastgoedverslag , voor verdere informatie over
de waardering van het vastgoed wordt verwezen naar de Financiële Staten - Toelichting . Vaste Activa.
Conclusie
De vastgoeddeskundigen hebben voor de vastgoedportefeuille van Intervest een totale reële waarde bepaald, op
 december , van  ....
Cushman & Wakeeld Belgium
Gregory Lamarche*, MRICS
Partner
Head of Valuation & Advisory
* as representative of Andram BV
Victoria Parret
Senior Valuer
Valuation & Advisory
CBRE Valuation Services
Pieter Paepen*, MRICS
RICS Registered Valuer
Senior Director
* bv/srl
Pieter-Jan Arts
Senior Valuation Surveyor
Stadim
Nicolas Janssens
Partner
Elke De Wael
Valuer Advisor
JLL Valuation Advisory BV
J.C.A. Stortelers MSc MRICS RT
Registered Valuer
Abel Govers
Consultant
Valuation Advisory

De markt van logistiek vastgoed en kantoren
Bron: CBRE België, Stadim & Cushman & Wakeeld
Bron: CBRE & Cushman & Wakeeld
Logistieke markt België
In de huurmarkt bedroeg de logistieke en semi-industriële
take-up in totaal , miljoen m, verdeeld over  logis-
tiek en  semi-industrieel. Hoewel dit een stijging is van
 op jaarbasis, ligt het net onder de piek van . De
logistieke activiteit van , miljoen m is echter een nieuw
record voor België. De drijvende kracht achter de markt
is de expansie van PL-spelers, goed voor . m in
de tweede helft van  alleen. Hoewel de beschikbare
logistiek in België geleidelijk toeneemt, blijft het directe
logistieke aanbod in België een van de laagste in Europa.
In Q  bedraagt de leegstand , of . m
magazijnruimte. Meer dan een derde van de leegstand is
in feite nieuwe ruimte die op risico op de markt gebracht
is als onderdeel van grotere magazijncampuslocaties die
werden opgestart (een derde in Vlaanderen). De onder-
handelingen voor deze ruimtes zijn lopende en ze zullen
naar verwachting binnen een redelijke commercialise-
ringstermijn in gebruik worden genomen.
Een gunstige dynamiek bij de gebruikers heeft geleid
tot een gestage pijplijn van moderne logistieke ruimte.
Ondanks de indrukwekkende vraag van de laatste tijd
betekenen de hogere kapitaalkosten, bouwkosten en
moeilijke vergunningsprocedures echter dat ontwikkelaars
waarschijnlijk de voorkeur zullen geven aan BTS-projecten
boven speculatieve ontwikkelingen. Andere trends die
van invloed zijn op de behoeften van gebruikers: het
aanhouden van ‘just in case’-voorraden, ‘reshoring’ en de
groeiende behoefte aan ‘last mile’-locaties in de buurt van
stadscentra. Bovendien worden toplocaties niet langer
alleen bepaald door geograsche ligging. Multimodale
toegankelijkheid en duurzame, kosteneciënte structuren
worden steeds belangrijker.
In  werd ongeveer . m aan logistieke
magazijnen opgeleverd, waarvan slechts . m nog
beschikbaar is.
De huren werden goed ondersteund in . Vooral de
A/E-markt kende een sterke groei van de tophuren
met  tot  /m. De E-markt zag de tophuren ook
met  stijgen tot  /m.
De vraag naar nieuwe, ‘built-to-suit’ magazijnen zal op de
langere termijn sterk blijven, omdat oudere gebouwen
vaak niet voldoen aan de moderne behoeften van huurders
op het gebied van plafondhoogte, laaddokcapaciteit, naad-
loze vloerplaten, robotica-mogelijkheden, zonne-ener-
gie-installaties en andere vereisten. Door de beperkte
beschikbaarheid van grond en de dure bouwkosten zullen
de tophuren in de nabije toekomst waarschijnlijk onder
opwaartse druk blijven.
De prijzen van terreinen stabiliseerden zich gedurende het
jaar, waarbij alleen de E-markt een stijging noteerde.
De commerciële investeringen in België en Europa daalden
aanzienlijk op jaarbasis, waardoor de investeringen in
industrieel vastgoed in België voor  uitkwamen
op   miljoen, een daling van  ten opzichte van
het record van . O-market, opportunistische en
sale-and-lease-back deals domineerden de markt het
afgelopen jaar. Aankopen voor herontwikkeling waren
ook populair bij kopers met veel kapitaal. In totaal was
de industriële sector goed voor , van de totale
vastgoedinvesteringen in België in , wat hoger is
dan het vijaarlijkse gemiddelde. Er dient opgemerkt te
worden dat de logistieke en semi-industriële markten de
minste impact hebben ondervonden van de terugval van
de algemene vraag in de commerciële vastgoedmarkten,
wat een dynamisch en gediversieerd investeringsland-
schap weerspiegelt.
In de huidige cyclus van renteverhogingen werd de rente
in september  voor het laatst verhoogd naar ,
(belangrijkste hernancieringsoperaties). Als gevolg hier-
van werden de ‘prime yields’ voor logistieke en semi-indus-
triële ruimte verder naar boven bijgesteld naar het einde
van het jaar toe. De huidige ‘prime yield’ voor logistiek
wordt nu geschat op ,,  basispunten hoger dan
het cyclische dieptepunt van begin . Voor semi-indus-
triële en magazijnruimte wordt dit geschat op ,.
Logistieke markt Nederland
De logistieke markt heeft de afgelopen jaren een aanzien-
lijke groei doorgemaakt. In  werd deze sector echter
sterk beïnvloed door bewegingen op de wereldwijde
kapitaalmarkten, wat leidde tot lagere investeringen
en verhuringen.
In de huurmarkt werd in  ongeveer , miljoen m
aan industrieel en logistiek vastgoed in gebruik genomen.
De take-up ligt daarmee  lager dan in dezelfde periode
vorig jaar, toen die , miljoen m bedroeg.
De daling in take-up is vooral te wijten aan de daling van de
take-up in het logistieke segment, dat een daling van 
liet optekenen in vergelijking met . Het industriële
segment registreerde een stijging van  ten opzichte
van een jaar eerder. Door de veranderende marktdyna-
miek in de gebruikersmarkt komen de verschillen tussen
primaire, secundaire en tertiaire markten weer aan de
oppervlakte. Gebruikers worden kritischer in prijsonder-
handelingen en de fundamenten, zoals de kwaliteit van
het vastgoed, bereikbaarheid en multimodaliteit worden
ook belangrijker. De kernmarkten, locaties tussen de grote
transportcorridors tussen Rotterdam en de Duitse grens,
kunnen blijven rekenen op interesse van gebruikers, terwijl
verwacht wordt dat er meer ruimte beschikbaar komt op
secundaire of tertiaire locaties.
Door de dalende consumentenbestedingen is er minder
activiteit in de gebruikersmarkt in de logistieke sector, wat
resulteert in licht toenemende leegstand en meer verbor-
gen leegstand. Logistieke dienstverleners vertonen een
lagere expansiedrift en kiezen voor kortere huurperiodes.
Hoewel de totale leegstand laag blijft, vlakt de stijging van
de tophuren langzaam af.
Wat de investeringsmarkt betreft, daalde het volume tot
 , miljard in  in de industriële en logistieke markt,
VASTGOEDVERSLAG 
nog steeds de grootste investeringscategorie in com-
mercieel vastgoed, waarbij een grote meerderheid wordt
geïnvesteerd in logistiek vastgoed. De stijging van de rente
had ook gevolgen voor deze markt, niet alleen in termen
van vastgoedwaarden, maar ook in de richting van een
afname van de interesse in de gebruikersmarkt, als gevolg
van dalende consumentenbestedingen.
Er ontstaan kansen voor ontwikkelende beleggers om
waarde toe te voegen aan oudere, leegstaande panden
door verduurzaming en eciënter ruimtegebruik (bv. high
bay-distributiecentra of distributiecentra met meerdere
verdiepingen). Zo worden deze gebouwen interessan-
ter voor beleggers en gebruikers wanneer de markt
weer aantrekt.
Er is nog steeds interesse in vastgoed in de core- en
core-categorieën, maar het prijsniveau van koper en
verkoper liggen nog te ver uit elkaar. Door deze afwaarde-
ring houden veel investeerders zich nog afzijdig. Daarom
domineren value add- en opportunistische beleggingen
waarschijnlijk ook in  de markt.
lnvesteerders bereiden zich al langzaam voor op aankopen
in de core- en core-categorieën om competitie voor te
zijn en te voorkomen dat ze kopen in een oververhitte
markt. Daadwerkelijk overgaan tot aankoop wordt pas
weer aantrekkelijk als de rente van de ECB en Fed daalt.
We zagen afgelopen jaar al dat sommige investeerders
hun beleggingsstrategie door een gebrek aan beleg-
gingsproduct uitbreiden naar andere deelassets, zoals
light industrial en last mile. Nu zien we ook dat sommige
investeerders hun strategie op basis van geograsche
ligging spreiden en durven afwijken van de traditionele
logistieke hotspots.
Bron: Cushman & Wakeeld
Kantorenmarkt België
Wat betreft de regionale huurmarkt (exclusief de
Brusselse kantorenmarkt), en ondanks een marginale
daling () van de totale take-up in Vlaanderen in
vergelijking met het voorgaande jaar, blijven de cijfers
consistent met het gemiddelde sinds . In het vierde
kwartaal werd bijna . m opgetekend op de
Vlaamse markt, wat resulteert in een jaartotaal dat de
. m overschrijdt.
De consistente trend doorheen het jaar wijst op een
vraag naar activa van hoge kwaliteit, waarbij gebouwen
van klasse A goed zijn voor meer dan een derde van de
activiteit in . Er wordt verwacht dat deze trend zal
aanhouden en de vraag en de take-up in Vlaanderen verder
zal aanwakkeren, vooral omdat de ESG-vereisten steeds
strenger worden.
De tophuren in de verschillende districten bleven het hele
jaar stabiel, behalve in Antwerpen, waar de tophuur in het
derde kwartaal steeg tot  /m/jaar.
Terwijl de tophuren in eersterangs gebouwen stij-
gen, oefent het gebrek aan activiteit in klasse B- en
C-gebouwen een neerwaartse druk uit op de gemiddelde
huren, wat resulteert in een daling tot een niveau van
/m/jaar.
Terwijl de inatie bleef dalen in het laatste kwartaal van
het jaar, bleef de investeringsmarkt in kantoren daaren-
tegen vertragen. Correcties in rendementen volgen altijd
met vertraging de evoluties op de nanciële markten.
Daarom werden de ‘prime yields’ eind  opnieuw
opwaarts herzien en bereiken ze nu een theoretisch niveau
van , en , voor Vlaanderen.
Het totale investeringsvolume in de regionale markten
(exclusief de Brusselse kantorenmarkt) bedroeg   mil-
joen voor het jaar.

1 Financiële resultaten 2023
2 Financiële structuur
3 Winstbestemming 2023
FINANCIEEL VERSLAG
FINANCIEEL VERSLAG 
Financiële resultaten
De cijfers tussen haakjes zijn de vergelijkende cijfers voor boekjaar .
Analyse van de geconsolideerde resultaten
in EUR x . -- -- ∆ %
Huurinkomsten - normale bedrijfsuitoefening . . . 
Huurinkomsten - éénmalige elementen . -. -
Met verhuur verbonden kosten - - - 
NETTOHUURRESULTAAT . . . 
Recuperatie van vastgoedkosten . . - -
Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de
huurder op verhuurde gebouwen
. . . 
Kosten van de huurder en gedragen door de eigenaar op huurschade en
wederinstaatstelling
-. -.  -
Huurlasten en belastingen normaal gedragen door huurder op
verhuurde gebouwen
-. -. -. 
Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven   - -
VASTGOEDRESULTAAT . . . 
Technische kosten -. - - 
Commerciële kosten - -  -
Kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen -. -. - 
Beheerkosten vastgoed -. -. -. 
Andere vastgoedkosten -. -. - 
Vastgoedkosten -. -. -. 
OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT . . . 
Algemene kosten - normale bedrijfsuitoefening -. -.  -
Algemene kosten - éénmalige elementen -. -.
Andere operationele opbrengsten en kosten - - - 
OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT OP PORTEFEUILLE . . . 
Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen -.  -. -.
Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen - -. . -
Ander portefeuilleresultaat -. . -. -
OPERATIONEEL RESULTAAT . . . 
Financiële opbrengsten .  . .
Netto-interestkosten - normale bedrijfsuitoefening -. -. -. 
Netto-interestkosten - éénmalige elementen - -
Andere nanciële kosten - - - 
Variaties in de reële waarde van nanciële activa en passiva -. . -. -
Financieel resultaat -. . -. -
RESULTAAT VOOR BELASTINGEN . . . 
Belastingen -. - - 
NETTORESULTAAT . . . 
Nettoresultaat - aandeel éénmalige elementen -. . -.
Nettoresultaat - normale bedrijfsuitoefening . . -. -

in EUR x . -- --
NETTORESULTAAT . .
Toerekenbaar aan:
Aandeelhouders groep . .
Aandeelhouders Groep exclusief éénmalige elementen . .
Derden . .
in EUR x . -- --
NETTORESULTAAT - aandeel van de Groep . .
Aanpassingen voor de berekening van het EPRA resultaat
Uit te sluiten:
Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen . -
Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen  .
Ander portefeuilleresultaat . -.
Variaties in de reële waarde van nanciële activa en passiva . -.
Minderheidsbelangen mbt bovenstaande . .
EPRA RESULTAAT . .
EPRA RESULTAAT exclusief éénmalige elementen . .
De huurinkomsten van Intervest over  bedragen  , miljoen ( , miljoen). Dit betekent een toename van
 , miljoen of  ten opzichte van het boekjaar , ondanks de verbrekingsvergoeding opgenomen in de huurin-
komsten van  voor een bedrag van  , miljoen, ontvangen van huurder Enterprise Services Belgium begin vorig
boekjaar naar aanleiding van het vroegtijdig teruggeven van een deel van hun gehuurde oppervlakte in Mechelen Business
Tower (om de vergelijkingsbasis te verbeteren, wordt deze verbrekingsvergoeding afzonderlijk weergegeven als een één-
malig element in de cijfers van ). De organische huurgroei, zonder rekening te houden met deze verbrekingsvergoe-
ding bedraagt  , miljoen of  en wordt voornamelijk, met name , gedreven door de gerealiseerde huurgroei uit
de projectontwikkelingen in Zeebrugge, Genk, Herentals en ‘s-Hertogenbosch die in de loop van  en  opgeleverd
werden en door de indexatie van de huurcontracten, .
Het operationeel resultaat vóór het resultaat op de portefeuille bedraagt  , miljoen ( , miljoen). Dit is een
toename van  , miljoen of  ten opzichte van  december  die resulteert uit een toename van de huurinkomsten
deels gecompenseerd door voornamelijk een toename in de vastgoed- en algemene kosten. De toename in de vastgoed-
kosten wordt veroorzaakt door een toename in de beheerskosten van het vastgoed en de prijsstijgingen in nutsvoorzie-
ningen en andere kosten die niet kunnen gerecupereerd worden. De toename in de algemene kosten is enerzijds te verkla-
ren door verschillende honoraria van adviseurs in verband met het vrijwillig en voorwaardelijk openbaar overnamebod van
European Real Estate Holdings NV (een entiteit gecontroleerd door TPG). Intervest wordt bijgestaan door Allen & Overy
als juridisch adviseur en door Lazard als nancieel adviseur. Anderzijds is de vennootschap momenteel onderhevig aan
een strategische transformatie, waarbij de organisatie wordt afgestemd op de strategie. In dat kader werden een aantal
verbrekingsvergoedingen uitbetaald in het eerste semester van , waaronder ook de verbrekingsvergoeding van de
ex-ceo. Bovendien ligt de focus intern op de desinvestering van de kantorenportefeuille waardoor de loonkosten die voor-
heen toegeschreven werden aan de acquisitie- en ontwikkelingspipeline nu meer ten laste blijven van het EPRA resultaat.
Het operationeel resultaat vóór het resultaat op de portefeuille zonder rekening te houden met de hierboven beschreven
éénmalige elementen bedraagt  , miljoen voor boekjaar  tegenover  , miljoen in , wat een stijging van
, miljoen betekent of .
De operationele marge bedraagt  voor , ten opzichte van  voor dezelfde periode vorig jaar. Zonder de reeds
beschreven éémalige elementen bedraagt de operationele marge  in  tegenover  in boekjaar .
Het resultaat op verkoop van vastgoedbeleggingen bedraagt - , miljoen. Het betreft het resultaat op de verkoop van
vier kantoorsites, een kantoorgebouw in Antwerpen (Gateway), een kantoorgebouw in Hoeilaart, twee kantoorgebouwen in
Dilbeek en een in Zellik. De sites, met uitzondering van Zellik, stonden reeds op de balans als vastgoed bestemd voor verkoop.
De variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen bedragen voor het boekjaar  - , miljoen (- , miljoen).
Het ander portefeuilleresultaat bedraagt op  december  - , miljoen (  , miljoen) en omvat voornamelijk de
wijziging in de uitgestelde belastingen op niet-gerealiseerde meerwaarden op de vastgoedbeleggingen die eigendom zijn
FINANCIEEL VERSLAG 
van de perimetervennootschappen van Intervest in Nederland en België en de variatie in reële waarde van het vastgoed
bestemd voor verkoop.
Het financieel resultaat (excl. variaties in reële waarde van nanciële activa en passiva) bedraagt voor het boekjaar 
- , miljoen ten opzichte van - , miljoen op  december . De toename van  , miljoen is voornamelijk een
gevolg van een hogere gemiddelde kapitaalopname en de stijging van de euribor tarieven, alsook een lagere opname in
commercial paper gedeeltelijk gecompenseerd door hogere rente-indekkingen.
De variaties in de reële waarde van nanciële activa en passiva bevatten de wijziging in de marktwaarde van de interest
rate swaps die niet als cash-ow hedginginstrument kunnen geklasseerd worden, voor een bedrag van - , miljoen
( , miljoen).
Het nettoresultaat voor  bedraagt  , miljoen ( , miljoen). Het nettoresultaat – aandeelhouders Groep
bedraagt op  december   , miljoen ( , miljoen) en kan opgedeeld worden in:
het EPRA resultaat van  , miljoen ( , miljoen) of een afname van  , miljoen of  is hoofdzakelijk een
combinatie van een sterke stijging in de rentekosten, hogere algemene kosten en hogere vastgoedkosten die gedeel-
telijk gerecupereerd worden door, ondanks het wegvallen van de eenmalig ontvangen verbrekingsvergoeding in ,
een toename in huurinkomsten als gevolg van huurgroei uit de projectontwikkelingen die in de loop van  en 
opgeleverd werden en de indexatie van de huurcontracten.
Het EPRA resultaat zonder rekening te houden met de eerder beschreven éénmalige elementen bedraagt  , mil-
joen in  tegenover  , miljoen in .
het portefeuilleresultaat - aandeelhouders Groep van - , miljoen (- , miljoen)
de variaties in de reële waarde van nanciële activa en passiva – aandeelhouders Groep voor een bedrag van
- , miljoen ( , miljoen).
Het EPRA resultaat  bedraagt  , miljoen ten opzichte van  , miljoen vorig jaar. Rekening houdend met
.. gewogen gemiddeld aantal aandelen bedraagt het EPRA resultaat per aandeel  , ten opzichte van  ,
voor  met een gemiddeld aantal aandelen van ...
De afname met  , is te verklaren door:
- ,: kosten en voorzieningen van kosten in functie van het overnamebod van TPG voor een bedrag van  , miljoen
- ,: ontvangen verbrekingsvergoeding van circa   miljoen voor Mechelen Business Tower in 
 ,: toename in de huurinkomsten als gevolg van huurgroei uit de projectontwikkelingen, acquisities en indexatie
van de huurcontracten
- ,: stijgende netto interestkosten met  , miljoen, gedeeltelijk gecompenseerd door  , miljoen moratoriu-
mintresten SIREF
- ,: toename in de vastgoedkosten van  , miljoen als gevolg van lagere activering van lonen op projecten,
betaalde verbrekingsvergoedingen en een toename in de leegstands- en personeelsvergoeding als gevolg van de
hoge indexcijfers
- ,: wijziging in het aantal aandelen als gevolg van het keuzedividend, de inbreng ten gevolge van de aankoop van
ILWS en ABB uitgevoerd in december , waar de gewogen gemiddeld aantal aandelen meer dan  miljoen toeneemt
- ,: toename in de belastingen, voornamelijk in Nederland door hogere huurinkomsten en aanpassing in
de tarieven.
Het EPRA-resultaat per aandeel exclusief de eerder beschreven éénmalige elementen komt voor  op  , tegen-
over  , in .

Geconsolideerde balans
in EUR x . .. .. ∆ %
ACTIVA
Vaste activa .. .. . 
Vlottende activa . . -. -
TOTAAL ACTIVA .. .. . 
EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN
Eigen vermogen . . -. -
Kapitaal . . . 
Uitgiftepremies . . . 
Reserves . . . 
Nettoresultaat van het boekjaar . . -. -
Minderheidsbelangen . . . 
Verplichtingen . . . 
Langlopende verplichtingen . . . 
Kortlopende verplichtingen . . -. -
TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN .. .. . 
Actief
De vaste activa bedragen  . miljoen op  december  ( . miljoen op  december ) en bestaan
voornamelijk uit vastgoedbeleggingen van Intervest. De reële waarde van de vastgoedportefeuille bedraagt eind 
 . miljoen ( . miljoen). Deze totale reële waarde omvat het vastgoed beschikbaar voor verhuur van circa
 . miljoen en de projectontwikkelingen en grondreserves van circa   miljoen. De toename in de reële waarde van
vastgoedbeleggingen met   miljoen of  ten opzichte van  december  is als volgt te verklaren.
In de logistieke portefeuille van België – toename reële waarde met   miljoen of 
  miljoen aan acquisitie van vastgoedbeleggingen en grondreserves
  miljoen investeringen in projectontwikkelingen en grondreserves
  miljoen investeringen in bestaande portefeuille
Positieve herwaardering van   miljoen of 
In de logistieke portefeuille van Nederland – toename reële waarde met   miljoen
  miljoen investeringen in projectontwikkelingen en in bestaande portefeuille
Negatieve herwaardering van   miljoen of -
In de kantorenportefeuille – afname reële waarde met -  miljoen of -
  miljoen investeringen in bestaande vastgoedbeleggingen en projecten
  miljoen overboeking van vastgoed beschikbaar voor verhuur naar beschikbaar voor verkoop
  miljoen desinvestering
Negatieve herwaardering van   miljoen of -
Op  december  bedraagt de nettowaarde (reële waarde) van het aandeel  , ( , op  december ).
Aangezien de beurskoers van het Intervest aandeel (INTO:BB) op  december   , bedraagt, noteert het aan-
deel op afsluitingsdatum met een discount van -, ten opzichte van de nettowaarde (reële waarde).
De EPRA NTA per aandeel bedraagt eind   , ( , op  december ).
Passief
Het eigen vermogen van de vennootschap is in  met   miljoen afgenomen en bedraagt op  december 
  miljoen, vertegenwoordigd door .. aandelen (.. aandelen op  december ).
FINANCIEEL VERSLAG 
Op het moment dat een gebouw verkocht wordt, worden de eerder opgebouwde gecumuleerde onbeschikbare reserves
toewijsbaar aan dit gebouw gerealiseerd en dus beschikbaar voor uitkering. Deze gecumuleerde onbeschikbare reserves
kunnen in sommige gevallen echter ook negatief zijn en dus het saldo van de beschikbare reserves negatief beïnvloeden.
Het huidige verkoopproces van de kantorenportefeuille en de timing van de individuele desinvesteringen zou het toekom-
stig beschikbaar bedrag voor dividenduitkering dus in sterke mate kunnen beïnvloeden, en desgevallend tenietdoen.
De langlopende verplichtingen zijn met   miljoen toegenomen, deze toename situeert zich voornamelijk op de nanci-
ele schulden en een bijkomende concessieschuld naar aanleiding van de verwerving van Gent Skaldenstraat.
De kortlopende verplichtingen bedragen per  december    miljoen, wat een daling betekent van  miljoen
tegenover  december . De kortlopende verplichtingen omvatten op jaareinde   miljoen aan nanciële verplich-
tingen,   miljoen aan handelsschulden en andere kortlopende schulden en  miljoen uit overlopende rekeningen.
Financiële structuur
Financieringsbeleid
Het nancieringsbeleid van Intervest bestaat erin om de vastgoedportefeuille zo optimaal mogelijk te nancieren met een
ideale mix van schulden en eigen vermogen en dat er bijgevolg voldoende middelen beschikbaar zijn voor de uitvoering van
de lopende projecten.
De belangrijkste objectieven zijn daarin:
beheer en monitoring van de kapitaalstructuur
goede diversicatie van de verschillende nancieringsbronnen
goede spreiding van de vervaldagen
een duurzame relatie met alle nancieringspartners
actief beheer van de nanciële risico’s.
Ontwikkelingen in
Intervest heeft ook in de loop van  het nancieringsniveau op pijl gehouden onder meer door afsluiting van nieuwe
kredieten en verlenging van bestaande overeenkomsten. Op  december  bedraagt de totale kredietlijn van
Intervest   miljoen met een gemiddelde resterende looptijd van de langetermijnkredietlijnen van , jaar (, jaar
op jaareinde ), waarvan circa   miljoen aan niet-opgenomen gecommitteerde kredietlijnen. Deze niet-opgeno-
men kredietlijnen kunnen gebruikt worden voor nancieringen van lopende projectontwikkelingen. Eind  beschikt
Intervest over   miljoen groene kredietlijnen (waarvan   miljoen opgetrokken).
Per  december  heeft   miljoen of , van de nancieringen een vervaldag binnen één jaar, waarvan 
miljoen reeds verlengd werd januari . Via het commercial-paperprogramma is   miljoen opgenomen op korte
termijn en   miljoen op lange termijn per jaareinde .
De indekkingsratio van de opgenomen kredieten bedraagt  ( op jaareinde ). Deze kredieten hebben een
vaste rentevoet of zijn gexeerd door renteswaps. De gemiddelde resterende looptijd is , jaar op  december . De
verhoging van de indekkingsratio kwam tot stand door het openbreken en uitbreiden in  van de IRSsen via transac-
ties met KBC Bank, ING België, BNP Parisbas Fortis en Natixis. Het notionele bedrag bedraagt   miljoen (  mil-
joen op jaareinde ).
De gemiddelde rentevoet van de nancieringen bedraagt , inclusief bankmarges op  december  (, op
 december ).

Overzicht op  december 
6%
6%
40%
48%
15%
78%
7%
BALANSTOTAAL
€ 1.474 miljoen
Eigen
vermogen
TOTAAL FINANCIËLE SCHULDEN
€ 675 miljoen
Langlopende
nanciële
schulden
Kredieten bij
nanciële
instellingen
Andere
verplichtingen
Kortlopende
nanciële schulden
Greenbond/USPP
Commercial
paper
Vervaldagenkalender kredietlijnen
Op  december  bedragen de beschikbare kredieten van Intervest   miljoen, met een spreiding van de kredie-
ten over  Europese nanciële instellingen, een Greenbond, een USPP en een commercial-paperprogramma.   mil-
joen van deze kredietlijnen of  hebben een vervaldag op korte termijn, de vervaldagenkalender van de kredietlijnen
geeft het volgende beeld.
De balk ‘Commercial paper KT’ toont de totale back-uplijn van de begeleidende banken in het commercial-paperprogramma.
7
50 50
180
100 165
25
143
145
170
30
50
2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032
Bedrag lening in miljoen EUR
Korte-
termijn-
kredieten
Commercial
paper KT
Financieringen Commercial paperGreen bond / USPP
Het krediet opgenomen in de kolom korte termijnkredieten betreft een krediet zonder eindvervaldag. Het krediet is perma-
nent opzegbaar.
FINANCIEEL VERSLAG 
Indekkingen
Gezien de stijging van de rentevoeten op de nanciële markten heeft Intervest haar indekkingsstrategie aangescherpt.
Van de opgenomen kredietlijnen heeft  een vaste rentevoet of is gexeerd door renteswaps en heeft  een variabele
rentevoet.
Op  december  heeft de vennootschap:
interest rate swaps afgesloten voor een totaal notioneel bedrag van   miljoen
met nanciers overeenkomsten met een vaste rentevoet voor een totaal bedrag van   miljoen met een initiële
looptijd van ,  en  jaar
US private plaatsing bij een Amerikaanse verzekeraar voor   miljoen met een looptijd van  jaar tegen een coupon
van ,
uitgifte van duurzame obligatie voor een totaal bedrag van   miljoen op  jaar aan ,
een commercial paper voor  miljoen op lange termijn, namelijk met een vervaldag in  en .
De vervaldagenkalender van de indekkingsinstrumenten en nancieringen met vaste rentevoet geeft onderstaand beeld
:
26%
67%
7%
25%
65%
10%
25% 21% 14%
8% 8%
60%
15%
45%
34%
36%
4%
92%
7%
93%
100%
88%
8%
3%
89%
50%
2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032
20242023
0%
100%
Schuld met vaste rente Ingedekte schuld Variabele schuld
Rentegevoeligheid
Voor het boekjaar  bedraagt het eect op het EPRA resultaat en nettoresultaat van een (hypothetische) stijging van
de rentetarieven met  ongeveer  -, miljoen ( -, miljoen in ). Bij een (hypothetische) stijging van de rentetarie-
ven met , nemen de interestkosten toe met  , miljoen (- , miljoen in ).
De percentages in de graek worden berekend ten opzichte van de totale kredietopname per  december .

Gemiddelde rentevoet van de nancieringen
Voor het boekjaar  bedraagt de gemiddelde rentevoet van de nancieringen van Intervest , inclusief bankmarges
(, in ).
De gemiddelde interestvoet van de langlopende nanciële schulden is voor  , inclusief bank-marges (, in ).
De gemiddelde interestvoet van de kortlopende nanciële schulden is voor  , inclusief bank-marges (, in ).
2014 2015 2020 2021 2022 202320192018201720162013
3,1%
3,8%
4,1%
3,5%
3,1%
2,4%
2,6%
2,1%
2,0%
1,8%
2,0%
Interestcover ratio
De interestcover ratio is de verhouding tussen het operationeel resultaat, voor het resultaat op de portefeuille, en het
nancieel resultaat (exclusief variaties in reële waarde van nanciële activa en passiva). Deze ratio bedraagt , voor het
boekjaar  (, voor het boekjaar ) wat hoger is dan het vereiste minimum  tot , dat als convenant vastgelegd
is in de nancieringsovereenkomsten van de vennootschap.
Schuldgraad
De schuldgraad van de vennootschap bedraagt , op  december  ( op  december ). Op basis van
de huidige schuldgraad heeft Intervest nog een bijkomend investeringspotentieel van circa   miljoen, zonder hierbij
de maximale schuldgraad van  te overschrijden. De ruimte voor verdere investeringen bedraagt circa   miljoen
alvorens de  schuldgraad te overschrijden en circa   miljoen tot de drempel van . Om een proactief beleid
van de schuldgraad te waarborgen, dient een GVV met een schuldgraad hoger dan , als gevolg van artikel  van het
GVV-KB, een nancieel plan op te stellen. Dit plan bevat een uitvoeringsschema waarin een beschrijving wordt gegeven
van de maatregelen die zullen worden genomen om te verhinderen dat de schuldgraad boven  van de geconsolideerde
activa zou stijgen.
Het beleid van Intervest bestaat uit het trachten te handhaven van een schuldgraad tussen ongeveer  en .
46,6%
48,2%
45,7%
43,5%
44,6%
39%
45%
48%
49,7%
43%
..
.. .. ..
............
FINANCIEEL VERSLAG 
Winstbestemming
De raad van toezicht stelt voor om het resultaat van het boekjaar  van Intervest Oces & Warehouses NV als volgt te
bestemmen.
in EUR x .
NETTORESULTAAT van het boekjaar * .
TOEVOEGING/ONTTREKKING RESERVES
Toevoeging aan/onttrekking van de reserves voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed:
Boekjaar .
Vorige boekjaren
Realisatie vastgoed .
Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstru-
menten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding (-)
.
Toevoeging aan/onttrekking van de reserves voor het aandeel in de winst of het verlies en in de niet-gerealiseerde
resultaten van deelnemingen die administratief verwerkt worden volgens de ‘equity’ methode (-/)
-.
VERGOEDING VAN HET KAPITAAL .
* De huidige wins tverdeling is gebaseerd op de enkelvoudige cijfers (zie . Bijlagen bij de enkelvoudige jaarrekening in de
Financieel staten).
Aan de algemene vergadering van aandeelhouders wordt op  april  voorgesteld om een brutodividend van  ,
per aandeel uit te keren.
Dit komt neer op een nettodividend van  , na aftrek van  roerende voorheng.
Rekening houdend met    aandelen die zullen delen in het resultaat van het boekjaar , betekent dit een uit
te keren dividend van  ...
De aandelen die gecreëerd werden bij de inbreng in natura (acquisitie ILWS) delen slechts pro rata in het resultaat, als
gevolg hiervan hebben . aandelen slechts recht op / van het dividend.

Geconsolideerd EPRA resultaat per aandeel (EUR) ,
Enkelvoudig EPRA resultaat per aandeel (EUR) ,
Aantal dividendgerechtigde aandelen ..
Brutodividend per aandeel (EUR) bestaande aandelen voor  augustus  ,
Brutodividend per aandeel (EUR) gecreëerde aandelen in het kader van de
inbreng in natura (acquisitie ILWS)
,
Vergoeding van het kapitaal (in EUR x .) .
De uitkering van het EPRA resultaat is conform de GVV-Wet.

1 Kerncijfers
2 Koersgraeken
3 Dividendbeleid
4 Aandeelhouders
INTERVEST OP DE BEURS
Kerncijfers
Onder voorbehoud van goedkeuring door de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders van  april .
31.12.2023 31.12.2022 31.12.2021
AANTAL AANDELEN
Aantal aandelen op het einde van de periode .. .. ..
Aantal dividendgerechtigde aandelen .. .. ..
Free oat ()   
BEURSGEGEVENS
Hoogste slotkoers (EUR) , , ,
Laagste slotkoers (EUR) , , ,
Beurskoers op afsluitingsdatum (EUR) , , ,
Premie/Discount t.o.v. de reële nettowaarde () -, - 
Gemiddelde beurskoers (EUR) , , ,
Verhandeld aantal aandelen per jaar .. .. . .
Gemiddeld verhandeld aantal aandelen per dag . . .
Omloopsnelheid van het aandeel () , , ,
GEGEVENS PER AANDEEL (EUR)
Nettowaarde (reële waarde)* , , ,
EPRA NTA , , ,
Marktkapitalisatie (miljoen)   
Uitkeringspercentage ()   
Brutodividend ,
1
, ,
Percentage roerende voorheng ()   
Nettodividend , , ,
Brutodividendrendement () , , ,
Nettodividendrendement () , , ,
* De nettowaarde (reële waarde) stemt overeen met de nettowaarde zoals gedenieerd in artikel , ° van de GVV-Wet.
INTERVEST OP DE BEURS 
Koersgrafieken
Het aandeel van Intervest Oces & Warehouses is sinds  genoteerd op de continumarkt van Euronext Brussel (INTO).
Het aandeel is opgenomen in o.a. de beursindexen EPRA/NAREIT Developed Europe, EPRA/NAREIT Developed Europe
REIT’s en sinds  ook in de BEL®ESG index.
Beurskoers t.o.v. nettowaarde en EPRA NTA
  
30
28
26
24
22
20
18
16
14
Gemiddelde beurskoers Nettowaarde (reële waarde) EPRA NTA
Vergelijking Intervest met EPRA/NAREIT indexen - Total return
01.23 02.23 03.23 04.23 05.23 06.23 07.23 08.23 09.23 10.23 11.23 12.23
120
110
100
90
80
70
60
Intervest Oces & Warehouses
FTSE EPRA/NAREIT Belgium/Luxembourg
FTSE EPRA/NAREIT Eurozone
(basis 100 op 31.12.2022)

Dividendbeleid
Het dividendbeleid wordt door de raad van toezicht van Intervest bepaald en na het einde van elk boekjaar ter goedkeuring
voorgesteld aan de algemene vergadering van aandeelhouders.
Het bedrag dat vatbaar is voor uitkering is bepaald conform artikel   van het GVV-KB en Hoofdstuk III van bijlage C van
het GVV-KB.
Intervest is een gereglementeerde vastgoedvennootschap met een wettelijke uitkeringsverplichting van minimaal 
van het EPRA resultaat, aangepast voor niet-kasstroomelementen. Het brutodividend bedraagt minimum  van dit
bedrag zodat de GVV voldoet aan haar wettelijke verplichtingen.
De raad van toezicht van Intervest heeft ieder jaar de mogelijkheid om te beslissen dat het dividend over het boekjaar
wordt uitgekeerd als keuzedividend. Bij een keuzedividend krijgen de aandeelhouders de mogelijkheid om hun schuldvor-
dering, die ontstaat uit de winstuitkering, in te brengen in het kapitaal van Intervest, tegen de uitgifte van nieuwe aande-
len. Dit naast de keuzemogelijkheid om het dividend in cash te ontvangen of te opteren voor een combinatie van de twee
voorgaande opties. De dividendvordering die gekoppeld is aan een bepaald aantal bestaande aandelen, geeft recht op één
nieuw aandeel, tegen een uitgifteprijs per aandeel, al dan niet met een korting t.o.v. de beurskoers. De raad van toezicht
van Intervest zal telkens opnieuw de afweging maken of zij het dividend zal uitkeren onder de vorm van een keuzedividend
en indien hij daartoe overgaat, hiervan de modaliteiten vastleggen.
Dividenden uitgekeerd door Intervest, zijn standaard onderworpen aan Belgische roerende voorheng van . Een
gedeeltelijke/volledige vrijstelling van de roerende voorheng op dividenden kan worden verkregen door aandeelhouders
die voldoen aan specieke voorwaarden opgelegd door de wet.
Op het moment dat een gebouw verkocht wordt, worden de eerder opgebouwde gecumuleerde onbeschikbare reserves
toewijsbaar aan dit gebouw gerealiseerd en dus beschikbaar voor uitkering. Deze gecumuleerde onbeschikbare reserves
kunnen in sommige gevallen echter ook negatief zijn en dus het saldo van de beschikbare reserves negatief beïnvloeden.
Het huidige verkoopproces van de kantorenportefeuille en de timing van de individuele desinvesteringen zou het toekom-
stig beschikbaar bedrag voor dividenduitkering dus in sterke mate kunnen beïnvloeden, en desgevallend tenietdoen.
Voor de bepaling van het bedrag van verplichte dividenduitkering en het voorgesteld dividend per aandeel voor het boek-
jaar  wordt verwezen naar sectie . Bijlagen bij de enkelvoudige jaarrekening.
INTERVEST OP DE BEURS 
Aandeelhouders
Per  december  is, volgens de ontvangen kennisgevingen, het volgende aandeelhouderschap bekend bij
de vennootschap.
Naam
Aantal (aange-
geven) stemrechten
op datum van de
kennisgeving
Datum laatste
transparantie-
kennisgevingen tot
..
 aandelen obv
noemer op laatste
transparantie-
kennisgeving
1
 aandelen op
basis van noemer
op datum kennis-
geving
4
Federale Participatie- en Investerings-
maatschappij nv / Socté Fédérale de
Participations et d’Investissement SA
(FPIM/SFPI) (inclusief Belus Groep)
.. .. , ,
J.P. Morgan Securities
3
.. .. , ,
Allianz .. .. , ,
Patronale Group NV .. .. , ,
Degroof Petercam Asset Management SA . .. , ,
BlackRock - gerelateerde bedrijven .. .. , ,
European Real Estate Holdings NV
2
. .. , ,
Andere aandeelhouders onder de statu-
taire drempel
.. ,
TOTAAL 30.825.122 100,00%
. Het percentage wordt berekend in de veronderstelling dat het aantal aandelen niet is gewijzigd sinds de meest recente transpa-
rantiekennisgeving en rekening houdend met het totaal aantal uitstaande aandelen van Intervest.
. European Real Estate Holdings NV is houder van , stemrechten en eveneens houder van , gelijkgestelde nanciële
instrumenten op de datum van de kennisgeving.
. J.P. Morgan Securities is op de datum van de kennisgeving houder van , stemrechten en eveneens houder van , gelijk-
gestelde nanciële instrumenten, waarvan (i) , zogenaamde “third party shares where right of use held” (en gezamenlijk met
de stemrechten verbonden aan aandelen, ,) en (ii) , stemrechten via een Equity SWAP.
. Het percentage aandelen op basis van de noemer op de datum van de transparantiekennisgeving. Deze noemer kan inmiddels
gewijzigd zijn.
De free oat van het aandeel van Intervest bedraagt, volgens de denitie van Euronext,  op  december .
Voor een overzicht van alle transparantiekennisgevingen die Intervest in  heeft ontvangen, verwijzen wij naar de
website www.intervest.eu, onder de rubriek  Investeerders > Aandeelhoudersinformatie > Aandeelhoudersstructuur.
Overeenkomstig de wettelijke voorschriften ter zake is elke natuurlijke of rechtspersoon die aandelen of andere verleende
nanciële instrumenten van de vennootschap met stemrecht, die al dan niet het kapitaal vertegenwoordigen, verwerft of
afstaat, verplicht zowel de vennootschap als de Financial Services and Markets Authority (FSMA) kennis te geven van het
aantal nanciële instrumenten dat hij bezit, telkens wanneer de stemrechten verbonden aan deze nanciële instrumenten
vijf procent () of een veelvoud van vijf procent bereiken van het totale aantal stemrechten op dat ogenblik of op het
ogenblik dat zich omstandigheden voordoen op grond waarvan zulke kennisgeving verplicht wordt.
Naast de in vorige paragraaf vermelde wettelijke drempels voorziet de vennootschap tevens in een statutaire drempel van
drie procent ().
De aangifte is eveneens verplicht in geval van overdracht van aandelen, wanneer ingevolge deze overdracht het aantal
stemrechten stijgt boven of daalt onder de drempels zoals bepaald hierboven.
Voor de meest recente aandeelhoudersstructuur op basis van de ontvangen transparantiemeldingen wordt ver-
wezen naar de website www.intervest.eu, onder de rubriek  Investeerders > Aandeelhoudersinformatie >
Aandeelhoudersstructuur. Ingevolge het vrijwillig en voorwaardelijk openbaar overnamebod door TPG heeft Intervest
een meerderheidsaandeelhouder. Voor meer informatie hieromtrent wordt verwezen naar het hoofdstukIntervest in een
oogopslag – Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum: overnamebod”.

1 Algemeen
2 Bestuursorganen
3 Diversiteitsbeleid
4 Remuneratieverslag
5 Belangenconicten en overige regelgeving
6 Risicobeheer en interne controle
7 Andere betrokken partijen
CORPORATE GOVERNANCE
VERKLARING
Algemeen
Governance structuur:
duaal bestuur
Sinds  heeft Intervest een nieuwe governance struc-
tuur, conform het nieuwe Wetboek van Vennootschappen
en Verenigingen (‘WVV): een duaal bestuur.
Een duaal bestuur bestaat uit een raad van toezicht
enerzijds en een directieraad anderzijds in vervanging van
het monistische systeem met een raad van bestuur en een
directiecomité.
De raad van toezicht is bevoegd voor het algemeen beleid
en de strategie van de vennootschap en voor alle hande-
lingen die op grond van het WVV en de statuten speciek
worden voorbehouden aan hem. Daarnaast houdt hij
toezicht op de directieraad. Ten minste eenmaal om de vijf
jaar evalueert de raad van toezicht of de gekozen gover-
nance structuur nog steeds geschikt is, en zo niet, stelt hij
een nieuwe governance structuur voor aan de algemene
vergadering van de vennootschap.
De directieraad oefent alle bestuursbevoegdheden uit die
niet aan de raad van toezicht zijn voorbehouden overeen-
komstig het WVV en de statuten van de vennootschap.
De raad van toezicht wordt bijgestaan en geadviseerd door
drie comités: een audit- en risico comité, een benoemings-
en remuneratiecomité en een investeringscomité.
Algemeen
Overeenkomstig artikel :  WVV en het koninklijk
besluit van  mei  houdende aanduiding van de na
te leven code inzake deugdelijk bestuur door genoteerde
vennootschappen, past Intervest vanaf  januari 
als referentiecode de Belgische Corporate Governance
Code  (Code ’) toe, rekening houdend met de
GVV-wetgeving. Deze Code  is terug te vinden op de
website van het Belgisch Staatsblad en op
www.corporategovernancecommittee.be.
De corporate governance principes van Intervest zijn door
de raad van toezicht vastgelegd in een aantal richtlijnen:
het Corporate Governance Charter
het remuneratiebeleid
het intern reglement van de directieraad
de gedragscode
de procedure voor het melden van onregelmatigheden
het verhandelingsreglement.
Deze documenten worden regelmatig herzien, zodat ze
steeds in overeenstemming zijn met de toepasselijke
wetgeving en richtlijnen inzake corporate governance.
Het volledige Corporate Governance Charter dat de
belangrijke interne reglementen van de bestuursorganen
van Intervest beschrijft, is voor de laatste maal herzien in
februari . Het Corporate Governance Charter, alsook
de overige richtlijnen, kunnen geraadpleegd worden op
www.intervest.eu.
CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING 
De Code  hanteert het ‘pas-toe-of-leg-uitprincipe
(“comply or explain”), waarbij afwijkingen van de aanbe-
velingen moeten worden verantwoord. Op datum van dit
Jaarverslag leeft Intervest de bepalingen van de Code
 na, behoudens voor wat betreft de hierna vol-
gende principes.
Principe . van de Code  stelt dat de leden van
de raad van toezicht een deel van hun remuneratie in
de vorm van aandelen van de vennootschap dienen te
ontvangen.
Intervest wijkt van dit principe af en vergoedt haar leden
van de raad van toezicht niet in aandelen. Rekening
houdend met de huidige bedragen van hun vergoedingen
en met het onaankelijke karakter van een aantal leden
van de raad van toezicht, is Intervest van oordeel dat de
(gedeeltelijke) toekenning van een vergoeding in aandelen
niet bijdraagt aan het behalen van de doelstellingen van de
Code  om deze leden van de raad van toezicht een
langetermijnvisie te laten onderschrijven. De strategie en
het algemene beleid van Intervest en de manier waarop
de vennootschap werkt, voldoet al aan de doelstelling
van principe . van de Code , die gericht is op het
bevorderen van waardecreatie op lange termijn en van een
evenwicht tussen de wettige belangen en verwachtingen
van de aandeelhouders en alle belanghebbenden. Deze
principes zijn met name opgenomen in het Corporate
Governance Charter dat door elk lid van de raad van
toezicht wordt onderschreven.
Principe . van de Code  stelt dat de raad van toe-
zicht een minimumdrempel van aandelen moet bepalen
die aangehouden moet worden door de leden van de
directieraad.
Intervest wijkt af van dit principe en bepaalt geen mini-
mumdrempel voor het aanhouden van aandelen door de
leden van haar directieraad. Als openbare GVV streeft
Intervest ernaar om waarde te creëren voor haar stake-
holders door het genereren van solide en terugkerende
kasstromen op een goed gediversieerde vastgoedpor-
tefeuille en dit met respect voor duurzaamheid, sociale
aspecten en goed bestuur. Het is deze strategie die
operationeel uitgerold dient te worden door de leden van
de directieraad. De onderliggende performantiecriteria
aangaande de variabele verloning op lange termijn van de
leden van de directieraad bevatten een duidelijke link met
het creëren van stabiele langetermijnkasstromen, zodat
Intervest de mening is toegedaan dat zij op deze wijze de
leden van de directieraad reeds doet handelen met het
perspectief van een langetermijnaandeelhouder.
De leden van de directieraad hebben echter wel de
mogelijkheid om individueel aandelen te verwerven van de
vennootschap mits inachtneming van de regels aangaande
transacties voor eigen rekening in aandelen of andere
schuldinstrumenten van de vennootschap of afgeleide of
andere nanciële instrumenten die ermee verbonden zijn.
Bestuursorganen
Raad van toezicht
Rol
De vennootschap wordt geleid door een raad van toezicht
die handelt als een college.
De raad van toezicht dient te streven naar duurzame
waardecreatie door de vennootschap, rekening houdend
met zowel de legitieme belangen van aandeelhouders als
van andere stakeholders, middels:
het bepalen van de strategie van de vennootschap
het tot stand brengen van een doeltreend, verant-
woordelijk en ethisch leiderschap
het houden van toezicht op de prestaties van
de vennootschap.
Verantwoordelijkheden
Strategie
Wat zijn verantwoordelijkheden inzake strategie betreft,
dient de raad van toezicht:
de middellange- en langetermijnstrategie van de ven-
nootschap goed te keuren, waarbij hij ook de bereidheid
van de vennootschap goedkeurt om risico’s te nemen
teneinde deze strategische doelstellingen te behalen,
dewelke gebaseerd zijn op voorstellen van de directie-
raad; hij zal deze tevens regelmatig evalueren
de operationele plannen en de voornaamste beleids-
lijnen te bewaken, die ontwikkeld werden door de
directieraad, om de goedgekeurde strategie van de
vennootschap ten uitvoer te brengen en
een bedrijfscultuur te verwezenlijken die de onderne-
mingsstrategie van de vennootschap ondersteunt en
ethisch en verantwoordelijk gedrag bevordert.
Leiderschap
Wat zijn verantwoordelijkheden inzake leiderschap
betreft, dient de raad van toezicht:
de ceo te benoemen en te ontslaan; de raad van toe-
zicht benoemt en ontslaat ook de andere leden van de
directieraad in overleg met de ceo, rekening houdend
met de nood aan een evenwichtige directieraad
zich ervan te verzekeren dat er een opvolgingsplan is
voor de ceo en de andere leden van de directieraad,
alsook dit plan periodiek te evalueren
het remuneratiebeleid van de vennootschap vast te
stellen voor de leden van de raad van toezicht en de
leden van de directieraad, op advies van het benoe-
mings- en remuneratie comité van de vennootschap, en
rekening houdend met het algemeen remuneratiekader
van de vennootschap
de prestaties van de directieraad te evalueren

de verwezenlijking van de strategische doelstellingen
van de vennootschap ten opzichte van overeengeko-
men maatstaven- en doelstellingen te evalueren en
voorstellen te doen aan de algemene vergadering tot
benoeming of herbenoeming van de leden van de raad
van toezicht en er zich van te verzekeren dat er een
opvolgingsplanning is voor de leden van de raad van
toezicht.
Toezicht
Wat zijn verantwoordelijkheden inzake toezicht betreft,
dient de raad van toezicht:
het kader van interne controle en risicobeheer, hetgeen
werd voorgesteld door de directie raad, goed te keuren
en te beoordelen na implementatie
de nodige maatregelen te nemen om de integriteit
en de tijdige openbaarmaking van de jaarrekeningen
van de vennootschap te verzekeren, alsook de tijdige
openbaarmaking van andere relevante nanciële en
niet-nanciële informatie, in overeenstemming met de
geldende wetgeving
in het Jaarverslag een geïntegreerde visie te bieden
op de prestaties van de vennootschap en ervoor te
zorgen dat dit verslag voldoende informatie bevat over
kwesties van maatschappelijk belang alsook relevante
milieu- en sociale indicatoren
ervoor te zorgen dat er een proces is voor de beoor-
deling van de naleving door de vennootschap van de
geldende wetten en andere regelgeving, alsook voor de
toepassing van interne richtlijnen hieromtrent
een gedragscode goed te keuren ten aanzien van het
leiderschap van de vennootschap alsook ten aanzien
van de werknemers in termen van verantwoordelijk
en ethisch gedrag en deze minimaal een keer per jaar
opnieuw te evalueren en
toezicht te houden op de prestaties van de externe
audit en op de werking van de interne audit.
Belangrijkste agendapunten van de vergaderingen van de
raad van toezicht in 
De raad van toezicht heeft in het jaar   maal verga-
derd. De belangrijkste agendapunten waarover de raad van
toezicht heeft vergaderd en beslist in  zijn:
goedkeuring van de kwartaal-, halaar- en jaarcijfers
goedkeuring van de jaarrekeningen en de statutaire
verslagen
goedkeuring van de budgetten 
bespreking van de vastgoedportefeuille (o.a. investe-
ringen en desinvesteringen, huurdersaangelegenheden,
taxaties, e.d.)
de kapitaalverhoging door uitgifte van een keuzedivi-
dend in het kader van het toegestaan kapitaal
analyse, evaluatie en opvolging middellange-
en langetermijnstrategie
evaluatie en update van de corporate strategie met
inbegrip van de doelstellingen inzake duurzame waar-
decreatie en ESG-kernprestatie-indicatoren
samenstelling en evaluatie van de directieraad en de
raad van toezicht
evaluatie van het overnamebod van European Real
Estate Holdings NV en opstelling van de memorie van
antwoord op het Prospectus
Werking
De raad van toezicht vergadert telkens als het belang van
de vennootschap dit vereist, tenminste viermaal per jaar
of telkens als de voorzitter van de raad van toezicht of elk
ander lid daarom verzoekt. De beraadslagingen en beslis-
singen van de raad van toezicht worden opgenomen in de
notulen die na elke vergadering worden opgesteld door
de secretaris van de vennootschap en ondertekend door
de voorzitter van de raad van toezicht en de leden van de
raad van toezicht die erom verzoeken. De notulen worden
bewaard op het secretariaat van de vennootschap in een
speciaal daartoe bestemd register.
Voor zover als nodig wordt gepreciseerd dat geen enkel lid
van de raad van toezicht de laatste vijf jaar:
werd veroordeeld in verband met fraudemisdrijven
in de hoedanigheid van lid van een bestuurs-, directie-
of toezichtsorgaan of als directielid, betrokken was bij
een faillissement, surséances of liquidaties
het voorwerp heeft uitgemaakt van ocieel en
openbaar geuite beschuldigingen en/of opgelegde
sancties uitgesproken door wettelijke of toezichthou-
dende autoriteiten, of door een rechterlijke instantie
onbekwaam is verklaard om te handelen als lid van
een bestuurs-, directie- of toezichtsorgaan van een
uitgevende instelling of te handelen in het kader van
het beheer of de uitoefening van de activiteiten van een
uitgevende instelling.
Tussen de leden van de raad van toezicht bestaan geen
familiebanden tot de tweede graad.
Samenstelling
De raad van toezicht bestaat uit minimaal drie leden en
maximaal tien leden. De raad van toezicht streeft ernaar
dat geen enkel individu of geen enkele groep van leden van
de raad van toezicht het beslissingsproces kan domine-
ren. In elk geval zullen minstens drie leden de status van
onaankelijk lid hebben.
Alle leden van de raad van toezicht zijn uitsluitend
natuurlijke personen en moeten permanent over de voor
de uitoefening van hun functie vereiste professionele
betrouwbaarheid en passende deskundigheid beschikken,
zoals bepaald in artikel ,  van de GVV-Wet.
De raad van toezicht is zodanig samengesteld dat er
voldoende expertise aanwezig is betreende de ver-
schillende activiteiten van de vennootschap, alsook een
voldoende diversiteit in competenties, achtergrond,
leeftijd en geslacht.
Alle leden van de raad van toezicht beschikken over
passende deskundigheid en ervaring op het gebied van
ESG. Alle leden besteden aandacht aan onderwerpen die
verband houden met ESG, zowel wat betreft het milieu-,
het sociale als het governance aspect en dit steeds binnen
het kader van de strategie.
De leden mogen niet meer dan vijf bestuursmandaten
bekleden in beursgenoteerde vennootschappen.
CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING 
In overeenstemming met artikel : en : van het
WVV zal tenminste één derde van de leden van de raad
van toezicht van een ander geslacht zijn dan de overige
leden de raad van toezicht.
Aanwezigheid op de raad van toezicht gedurende het
boekjaar 
Ann Smolders – Voorzitster, onaankelijk lid /
Johan Buijs - Lid /
Patricia Laureys – Onaankelijk lid /*
Marc Peeters - Onaankelijk lid /
Dirk Vanderschrick - Lid /
Marleen Willekens - Onaankelijk lid /
* De algemene jaarvergadering van aandeelhouders van
 april  heeft Patricia Laureys benoemd tot onaanke-
lijk lid van de raad van toezicht
Hierna volgt een voorstelling van elk lid van de raad van
toezicht in , samen met de vermelding van hun
lopende mandaten en hun vroegere mandaten gedurende
de laatste vijf kalenderjaren.
ANN SMOLDERS
(V) ()
Voorzitster, onaankelijk lid van de raad van toezicht
Comités: voorzitster van het benoemings- en remunera-
tiecomité, lid van het audit- en risicocomité en lid van het
investeringscomité van Intervest (beursgenoteerd)
Eerste benoeming: mei 
Einde mandaat: algemene vergadering van 
Huidige functie: gastdocent aan de KU Leuven
Lopende mandaten: onaankeljk bestuurder Universitair
Ziekenhuis Antwerpen (UZA)
Vroegere mandaten gedurende de laatste  jaar: Lid van
de raad van bestuur van PwC (-) en lid van het
executive committee van ULI België (-)
JOHAN BUIJS
(M) ()
Lid van de raad van toezicht
Comités: voorzitter van het investeringscomité en lid van
het audit- en risicocomité van Intervest (beursgenoteerd)
Eerste benoeming: oktober 
Einde mandaat: maart 
Huidige functie: ceo en co-founder van Spark Real Estate
Bij besluit van raad van toezicht zijn Michiel Celis, Max Mather en Avi Banyasz gecoöpteerd als leden van de raad van toezicht sinds
 maart . De bekrachtiging van voormelde coöptaties en de herbenoemingen zullen worden voorgelegd worden aan de
bijzondere algemene vergadering van aandeelhouders van  maart . Michiel Celis vervangt Dirk Vanderschrick, Max Mather
vervangt Johan Buijs en Avi Banyasz vervangt Marc Peeters. Tijdens de vergadering van de raad van toezicht van  maart  is
kennisgenomen van het ontslag van Johan Buijs, Dirk Vanderschrick en Marc Peeters met ingang vanaf  maart .
Bij besluit van de raad van toezicht is Marc Peeters gecoöpteerd als lid van de raad van toezicht sinds  augustus . Op de
algemene jaarvergadering van aandeelhouders van  april  is deze coöptatie bekrachtigd en is Marc Peeters herbenoemd tot
onaankelijk lid van de raad van toezicht.
Bij besluit van raad van toezicht zijn Michiel Celis, Max Mather en Avi Banyasz gecoöpteerd als leden van de raad van toezicht sinds
 maart . De bekrachtiging van voormelde coöptaties en de herbenoemingen zullen worden voorgelegd worden aan de
bijzondere algemene vergadering van aandeelhouders van  maart . Michiel Celis vervangt Dirk Vanderschrick, Max Mather
vervangt Johan Buijs en Avi Banyasz vervangt Marc Peeters. Tijdens de vergadering van de raad van toezicht van  maart  is
kennisgenomen van het ontslag van Johan Buijs, Dirk Vanderschrick en Marc Peeters met ingang vanaf  maart .
Bij besluit van de raad van toezicht is Dirk Vanderschrick gecoöpteerd als lid van de raad van toezicht sinds  mei . Op de alge-
mene jaarvergadering van aandeelhouders van  april  is deze coöptatie bekrachtigd en is Dirk Vanderschrick herbenoemd
tot lid van de raad van toezicht.
Bij besluit van raad van toezicht zijn Michiel Celis, Max Mather en Avi Banyasz gecoöpteerd als leden van de raad van toezicht sinds
 maart . De bekrachtiging van voormelde coöptaties en de herbenoemingen zullen worden voorgelegd worden aan de
bijzondere algemene vergadering van aandeelhouders van  maart . Michiel Celis vervangt Dirk Vanderschrick, Max Mather
vervangt Johan Buijs en Avi Banyasz vervangt Marc Peeters. Tijdens de vergadering van de raad van toezicht van  maart  is
kennisgenomen van het ontslag van Johan Buijs, Dirk Vanderschrick en Marc Peeters met ingang vanaf  maart .
bv, co-founder van Vybes bv en aandeelhouder/bestuurder
bij Easywatersupply (EW Supply bv)
Lopende mandaten: lid van de raad van commissarissen
van Stadsherstel Historisch Rotterdam NV, lid van de raad
van commissarissen van Matrix Innovation Centre
Vroegere mandaten gedurende de laatste  jaar: n.v.t.
PATRICIA LAUREYS
(V) ()
Onaankelijk lid van de raad van toezicht
Comités: lid van het investeringscomité van Intervest
(beursgenoteerd)
Eerste benoeming: april 
Einde mandaat: algemene vergadering van 
Lopende mandaten: Mandaat bij Voka Antwerpen en
Vrouwennet VZW; zetelt in de raad van bestuur van
Compagnie Het Zoute
Vroegere mandaten gedurende de laatste  jaar: N/A
MARC PEETERS
(M) ()
Onaankelijk lid van de raad van toezicht
Comités: lid van het investeringscomité van Intervest
(beursgenoteerd)
Eerste benoeming: april 
Einde mandaat: maart 
Huidige functie: ceo en bestuurder van Group S, een
sociale/HR groep, en bestuurder van Kidslife
Lopende mandaten: lid van de raad van advies van de
Federale Verzekeringen en bestuurder bij Groupe Eloy
Vroegere mandaten gedurende de laatste  jaar:
Voorzitter raad van bestuur Group S. Lid van de raad van
bestuur van Group S. Bestuurder bij BAM Belgium en haar
lialen, bestuurder bij Embuild (Confederatie Bouw) en
bestuurder bij ADEB-VBA
DIRK VANDERSCHRICK
(M) ()
Lid van de raad van toezicht
Comités: lid van het benoemings- en remuneratiecomité
en lid van het investeringscomité van Intervest (beursge-
noteerd)
Eerste benoeming: april 
Einde mandaat: maart 
Lopende mandaten: lid van de raad van bestuur en lid van
het investeringscomité van Retail Estates (beursgenoteerd)
Vroegere mandaten gedurende de laatste  jaar:

Uitvoerend bestuurder Belus Bank en Verzekeringen
(beursgenoteerd), lid van de raad van bestuur van Montea
(beursgenoteerd)
MARLEEN WILLEKENS
(V) ()
Onaankelijk lid van de raad van toezicht Comités: benoe-
mings- en remuneratiecomité, en voorzitster van het
audit- en risicocomité van Intervest (beursgenoteerd)
Eerste benoeming: april 
Einde mandaat: algemene vergadering van 
Huidige functie: doceert o.m. auditing, nancial accoun-
ting, en nancieel management in de Gezondheidszorg, en
geeft ook gastcolleges aan tal van buitenlandse universi-
teiten, in MBA-programma’s en executive programma’s.
Zij is tevens auteur en co-auteur van diverse artikelen en
boeken in het domein van auditing en accounting
Lopende mandaten: lid van de raad van bestuur en
voorzitster van het audit comité van Aedica NV (beursge-
noteerd)
Vroegere mandaten gedurende de laatste  jaar:
Voorzitster van de Nederlandstalige jury (NL) van het
bekwaamheidsexamen voor bedrijfsrevisor (mandaat
beëindigd in )
Eind  is de gemiddelde looptijd van het mandaat van
de leden van de raad van toezicht vier jaar.
Benoemingsprocedure
De leden van de raad van toezicht worden benoemd voor
een periode van maximum vier jaar door de algemene ver-
gadering van de aandeelhouders. De statuten maken even-
wel een benoeming voor een periode van zes jaar mogelijk.
De leden van de raad van toezicht zijn herverkiesbaar.
De mandaten kunnen driemaal vernieuwd worden. Een
herbenoeming is geen automatisme. Voor een onaanke-
lijk lid van de raad van toezicht bedraagt de maximumduur
van de benoeming  jaar. Een benoeming kan te allen tijde
door de algemene vergadering worden herroepen.
Het benoemingsproces wordt geleid door het benoe-
mings- en remuneratiecomité dat geschikte kandidaten
aanbeveelt aan de raad van toezicht. De raad van toezicht
doet vervolgens voorstellen tot (her)benoeming aan de
algemene vergadering, die deze al dan niet zal goedkeuren.
Het benoemings- en remuneratiecomité neemt het
initiatief tot het opstellen van de selectiecriteria en het
competentieproel. In het geval van een nieuwe benoe-
ming, vergewissen de voorzitter van de raad van toezicht
en de voorzitter van de het benoemings- en remunera-
tiecomité zich ervan dat de raad van toezicht, alvorens
de kandidatuur te overwegen, over voldoende informatie
beschikt over de kandidaat.
De keuze van de leden wordt bepaald op basis van de
noodzakelijke geslachts- en andere diversiteit en com-
plementariteit inzake bekwaamheid, ervaring, kennis en
gedragscompetenties zoals inte griteit, afwezigheid van
belangenvermenging, oordeelsvorming, probleemanalyse,
visie, kennis en ervaring (uit diverse sectoren en invals-
hoeken). Bij de selectie wordt eveneens gekeken naar de
deskundigheid en ervaring met betrekking tot milieu- en
sociale topics. Een kandidaat moet zo goed mogelijk
beantwoorden aan de objectieve criteria en aan de vereis-
ten van de GVV-Wet en het GVV-KB.
De algemene vergadering van aandeelhouders stelt de
leden van de raad van toezicht aan die ze selecteert
uit de kandidaten die door de raad van toezicht wor-
den voorgedragen.
De benoeming van een nieuw lid van de raad van toezicht
dient tevens door de FSMA te worden goedgekeurd op
grond van de GVV-Wet.
De mandaten van de leden van de raad van toezicht zijn
ad nutum herroepbaar. Indien de zetel van een lid van de
raad van toezicht gedurende de zittings termijn vacant
wordt, zijn de resterende leden van de raad van toezicht
bevoegd om voorlopig een lid van de raad van toezicht aan
te duiden dat de termijn zal uitdoen mits bevestiging van
het aldus gecoöpteerde lid van de raad van toezicht door
de eerstvolgende algemene vergadering.
Voorzitter van de raad van toezicht
De raad van toezicht duidt een voorzitter onder zijn leden
aan. De voorzitter neemt de leidende rol in alle initiatieven
die bedoeld zijn om de goede werking van de raad van
toezicht veilig te stellen en dit in een klimaat van vertrou-
wen en respect.
De voorzitter is een persoon die erkend wordt omwille
van zijn professionalisme, onaankelijkheid van geest,
coachende capaciteiten, het vermogen om consen-
sus te bereiken, communicatieve en vergader- en
managementvaardigheden.
Aan het hoofd van de vennootschap wordt een duidelijk
onderscheid gemaakt tussen enerzijds de verantwoorde-
lijkheid voor het organiseren, leiden en informeren van de
raad van toezicht, wat toebehoort aan de voorzitter van de
raad van toezicht, en anderzijds de uitvoerende verant-
woordelijkheid voor het leiden van de vennootschapsac-
tiviteiten, wat toebehoort aan de ceo. De voorzitter dient
een nauwe samenwerking met de ceo te onderhouden,
waarbij hij de ceo ondersteunt en advies geeft, rekening
houdend met de uitvoerende verantwoordelijkheden van
de ceo. De functies van voorzitter van de raad van toezicht
en die van ceo mogen niet door één en dezelfde persoon
worden uitgeoefend.
De voorzitter zal toezien op de optimale samenstelling van
de raad van toezicht en geeft leiding aan de raad van toe-
zicht. Hij geeft de aanzet tot de geregelde evaluatie van de
doeltreendheid van de raad van toezicht en het beheer
van de kalender van de vergaderingen. De voorzitter ziet
erop toe dat de procedures in verband met de beraadsla-
ging, het goedkeuren van resoluties en de uitvoering van
de besluiten correct verlopen. Hij stimuleert een daadwer-
kelijke interactie tussen de raad van toezicht en de direc-
tieraad en zorgt voor een eectieve communicatie met de
aandeelhouders en andere belangrijke stakeholders.
CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING 
Secretaris
De raad van toezicht heeft Kevin De Greef aangeduid als
secretaris van de vennootschap. De rol en de taken van de
secretaris worden toegewezen door de raad van toezicht.
De secretaris rapporteert regelmatig aan de raad van
toezicht omtrent de wijze waarop de procedures, regels
en reglementen van het Corporate Governance Charter
van de raad van toezicht worden opgevolgd en nageleefd.
De secretaris voert alle administratieve taken uit (dagorde,
notulen, archivering, enz.) en zorgt ervoor dat alle nodige
documenten correct worden opgesteld.
De secretaris zorgt voor een eciënte informatiestroom
in de raad van toezicht, tussen de raad van toezicht, de
gespecialiseerde comités en de directieraad.
Evaluatie
Onder leiding van de voorzitter evalueert de raad van toe-
zicht periodiek en minstens om de drie jaar zijn omvang,
samenstelling, werking en doeltreendheid, alsook de
interactie met de directieraad.
Bij dit evaluatieproces zal men:
beoordelen hoe de raad van toezicht functioneert en
geleid wordt
nagaan of de belangrijke onderwerpen grondig worden
voorbereid en besproken
de daadwerkelijke bijdrage en betrokkenheid van elke
lid van de raad van toezicht bij de besprekingen en de
besluitvorming beoordelen
de samenstelling van de raad van toezicht beoordelen
in het licht van de gewenste samenstelling van de raad
van toezicht
de werking en de samenstelling van de gespecialiseerde
comités bespreken en
de samenwerking en communicatie met de directie-
raad evalueren.
Indien voormelde evaluatieprocedures bepaalde zwakhe-
den aan het licht brengen zal de raad van toezicht hiervoor
de gepaste oplossingen aanbieden. Dit kan leiden tot
aanpassingen aan de samenstelling of de werking van de
raad van toezicht of een gespecialiseerd comité.
Directieraad
Rol en bevoegdheden
Conform artikel : van het WVV en artikel . van de
statuten van de vennootschap, bezit de directieraad de
meest uitgebreide bevoegdheden om alle handelingen te
verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van
het voorwerp van de vennootschap, met uitzondering van:
de bestuursbevoegdheden die betrekking hebben
op het algemeen en strategisch beleid van de ven-
nootschap, dewelke voorbehouden zijn aan de raad
van toezicht
de bevoegdheden die door de GVV-Wet, door het
GVV-KB of door de statuten voorbehouden zijn aan de
raad van toezicht
het goedkeuren van de jaarrekening en
alle handelingen en verrichtingen die aanleiding zouden
kunnen geven tot de toepassing van artikel : van
het WVV.
In het Corporate Governance Charter zijn bepaalde onder-
werpen vastgelegd die de directieraad voorafgaandelijk
verplicht ter goedkeuring dient voor te leggen aan de raad
van toezicht.
Binnen de directieraad wordt de volgende interne
bevoegdheidsverdeling vastgelegd:
voorzitter of ook ceo genaamd (“chief executive
ocer”), heeft een algemene en coördinerende
bevoegdheid en is bevoegd voor de ontwikkeling van
de strategie, staat tevens in voor de relatie met de
aandeelhouders en draagt de eindverantwoordelijkheid
voor de public relations van de vennootschap
de cfo (“chief nancial ocer”) is bevoegd voor het
nancieel beheer van de vennootschap
de clo (“chief legal ocer”) leidt het juridische depar-
tement (dat o.a. verantwoordelijk is voor het dage-
lijkse juridische beheer van de vennootschap en haar
perimetervennootschappen alsook voor de juridische
ondersteuning van de operationele activiteiten van de
vennootschap) en is verantwoordelijk voor het alge-
mene secretariaat van de vennootschap.
Werking
De directieraad vergadert tenminste éénmaal per maand,
bijeengeroepen door de voorzitter, die een bijeenkomst
kan vragen uit eigen beweging, of op het verzoek van
tenminste twee leden van de directieraad.
Ieder lid kan een verzoek indienen bij de voorzitter om
een punt op de agenda te plaatsen. Bij het begin van elke
vergadering zal de directieraad de agenda goedkeuren.
De vergaderingen van de directieraad worden in principe
gehouden achter gesloten deuren.
De directieraad kan slechts geldig beraadslagen indien
ten minste de helft van zijn leden aanwezig is of vertegen-
woordigd is.
De directieraad beraadslaagt op basis van dossiers die alle
nodige informatie bevatten om de beslissingen te nemen,
en waarvan elk lid vooraf een exemplaar kreeg.
De beslissingen van de directieraad worden genomen met
een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
Overeenkomstig artikel  van de statuten van de ven-
nootschap en de GVV-Wet wordt de eectieve leiding van
de vennootschap door de raad van toezicht aan de leden
van de directieraad toevertrouwd. De regels in verband
met de samenstelling en werking van de directieraad
worden nader beschreven in het Intern reglement van de
directieraad van de vennootschap dat kan geraadpleegd
worden op www.intervest.eu.
Voor zover als nodig wordt gepreciseerd dat geen enkel lid
van de directieraad de laatste vijf jaar:

werd veroordeeld in verband met fraudemis drijven
in de hoedanigheid van lid van een bestuurs-, directie-
of toezichtsorgaan of als directielid, betrokken was bij
een faillissement, surséances of liquidaties
het voorwerp heeft uitgemaakt van ocieel en
openbaar geuite beschuldigingen en/of opgelegde
sancties uitgesproken door wettelijke of toezichthou-
dende autoriteiten, of door een rechterlijke instantie
onbekwaam is verklaard om te handelen als lid van
een bestuurs-, directie- of toezichtsorgaan van een
uitgevende instelling of te handelen in het kader van
het beheer of de uitoefening van de activiteiten van een
uitgevende instelling.
Tussen de leden van de directieraad bestaan geen familie-
banden tot de tweede graad.
Samenstelling
De directieraad is samengesteld uit minstens drie
natuurlijke personen, die benoemd worden door de raad
van toezicht als leden van de directieraad, op voorstel van
het benoemings- en remuneratiecomité. De leden van de
directieraad mogen geen lid zijn van de raad van toezicht.
Alle leden moeten permanent over de voor de uitoefening
van hun functie vereiste professionele betrouwbaarheid
en passende deskundigheid beschikken zoals bepaald in de
GVV-Wet.
Alle leden van de directieraad beschikken over passende
deskundigheid en ervaring op het gebied van ESG. Alle
leden besteden aandacht aan onderwerpen die verband
houden met ESG, zowel wat betreft het milieu-, het sociale
als het governance aspect en dit steeds binnen het kader
van de strategie.
De leden van de directieraad worden beschouwd als
eectieve leiders van de vennootschap overeenkomstig
de GVV-Wet. De leden worden door de raad van toezicht
benoemd voor een onbepaalde duur.
De raad van toezicht kiest een voorzitter (“ceo”) uit de
leden van de directieraad die alle vergaderingen van de
directieraad leidt.
In  is de directieraad als volgt samengesteld:
Joël Gorsele, chief executive ocer - begin mandaat
ceo  april  (voorheen chief investment ocer
Intervest - begin mandaat cio  januari  tot  april
)
Vincent Macharis, chief nancial ocer - begin mandaat
 maart 
Kevin De Greef, chief legal ocer - begin mandaat
 augustus 
Gunther Gielen, chief executive ocer - begin mandaat
 februari  tot  maart 
Eind  is de gemiddelde looptijd van het mandaat van
de leden van de directieraad  jaar.
Hierna volgt een korte beschrijving van het professionele
parcours van elk lid van de directieraad, samen met de
vermelding van hun lopende mandaten en hun vroegere
mandaten gedurende de laatste vijf kalenderjaren.
JOËL GORSELE
Chief executive ocer, lid van de directieraad
Joël Gorsele, , (Uitbreidingstraat , B-
Berchem) is lid van de directieraad en chief executive
ocer van Intervest en benoemd voor onbepaalde duur.
Professionele loopbaan
Joël Gorsele behaalde aan de KU Leuven (campus Brussel)
een master bedrijfseconomie en vervolgens een mas-
ter in real estate management (MRE) aan de Antwerp
Management School. Tot zijn aanstelling bij Intervest was
hij als investment manager aan de slag bij Redevco Fund
management, in het kantoor in London en bekleedde hij
er verscheidene Pan-Europese mandaten. In die periode
volgde hij het real estate programma aan de Saïd Business
School van de Oxford University. Hij groeide door vanuit
Redevco Belgium en was eerder aan de slag bij Petercam
(het huidige Degroof Petercam), Deloitte Real Estate en
daaraan voorafgaand bij Deloitte audit. Van  tot 
was hij eveneens bestuurder bij de Real Estate Society
(RES VZW - MRE alumni), waarvan de laatste vijf jaar
als penningmeester.
Lopende mandaten
Bestuurder van verschillende dochterondernemingen
van Intervest. Lid van de raad van bestuur van UPSI-BVS
(beroepsvereniging van de Belgische vastgoedsector)
(mandaat -).
Vroegere mandaten gedurende de laatste  jaar
n.v.t.
Aantal aandelen in bezit jaareinde 
.
VINCENT MACHARIS
Chief nancial ocer, lid van de directieraad
Vincent Macharis, , (Uitbreidingstraat , B-
Berchem) is lid van de directieraad en chief nancial ocer
van Intervest en benoemd voor onbepaalde duur.
Professionele loopbaan
Vincent Macharis behaalde aan de UG (Universiteit Gent)
in  een master in de economische wetenschappen.
Tijdens zijn loopbaan vulde hij zijn opleidingen aan met een
diploma in algemeen management van INSEAD Business
School (Fontainebleau en Singapore) in  en in 
met het digital strategy programma van Vlerick Business
School, Gent. Hij is actief geweest in meerdere sectoren en
bedrijven op het vlak van nance & real estate bij beurs- en
niet-beurs genoteerde bedrijven o.m. in het vastgoed.
Lopende mandaten
n.v.t.
Vroegere mandaten gedurende de laatste  jaar
n.v.t.
Aantal aandelen in bezit jaareinde 
n.v.t.
CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING 
KEVIN DE GREEF
Chief legal ocer, lid van de directieraad
Kevin De Greef, , (Uitbreidingstraat , B-
Berchem) is lid van de directieraad en chief legal ocer
van Intervest en benoemd voor onbepaalde duur.
Professionele loopbaan
Kevin De Greef behaalde aan de KU Leuven een master
in de moderne geschiedenis (), meteen aange-
vuld eveneens aan de KU Leuven met een master in de
bedrijfseconomie (ma-na-ma) () en een master
in de internationale betrekkingen en conictbeheer-
sing (ma-na-ma) (), waarvan een gedeelte via het
Erasmusuitwisselingsprogramma aan het Institut d’Etudes
Poltiques de Paris. Als werkstudent behaalde hij vervol-
gens aan de VU Brussel een master in de rechten ().
In  voltooide hij het postgraduaat vastgoedkunde aan
de KU Leuven.
In  startte Kevin zijn loopbaan in het kantoor van
gerechtsdeurwaarder Vandenbosch te Halle. Vanaf 
was hij actief als advocaat binnen de afdeling Real Estate
bij DLA Piper (kantoor Brussel) waar hij zich toelegde op
de vastgoedsector met bijzondere aandacht voor corpo-
rate real estate transacties, terbeschikkingstelling van
vastgoed in het algemeen, capital market transacties en
alle aspecten die verband houden met de Belgische REITs
(de vroegere vastgoedbevaks en de gereglementeerde
vastgoedvennootschappen). In september  heeft hij
Intervest vervoegd als legal counsel.
Lopende mandaten
Bestuurder van verschillende dochterondernemingen
van Intervest.
Vroegere mandaten gedurende de laatste  jaar
n.v.t.
Aantal aandelen in bezit jaareinde 
n.v.t.
Evaluatie
Het is de taak van de directieraad om de nodige informatie
voor te bereiden en te presenteren aan de raad van toe-
zicht zodat deze laatste op zijn beurt de aandeelhouders
op een geschikte manier kan inlichten.
Bij dit evaluatieproces zal de raad van toezicht:
beoordelen hoe de directieraad functioneert en
geleid wordt
nagaan of de belangrijke onderwerpen grondig worden
voorbereid en besproken
de daadwerkelijke bijdrage en betrokkenheid van elk lid
van de directieraad bij de besprekingen en besluitvor-
ming beoordelen en
de samenwerking met de raad van toezicht evalueren.
Benoemingsprocedure
De leden van de directieraad worden door de raad van
toezicht benoemd voor een onbepaalde duur, behou-
dens uitdrukkelijke afwijking door de raad van toezicht.
De mandaten van de leden van directieraad zijn ad
nutum herroepbaar.
Het benoemingsproces wordt geleid door het benoe-
mings- en remuneratiecomité dat geschikte kandidaten
aanbeveelt aan de raad van toezicht. Het benoemings- en
remuneratiecomité neemt het initiatief tot het opstellen
van de selectiecriteria en het competentieproel.
De keuze van de leden wordt bepaald op basis van com-
plementariteit inzake bekwaamheid, ervaring, kennis en
gedragscompetenties zoals integriteit, afwezigheid van
belangenvermenging, oordeelsvorming, probleemanalyse,
visie, kennis en ervaring (uit diverse sectoren en invals-
hoeken). Bij de selectie wordt eveneens gekeken naar de
deskundigheid en ervaring inzake milieu- en sociale topics.
Een kandidaat moet beantwoorden aan de objectieve cri-
teria en aan de vereisten van de GVV-Wet en het GVV-KB.
De benoeming van een nieuw lid van de raad van toezicht
dient tevens door de FSMA te worden goedgekeurd op
grond van de GVV-Wet.
Comités van de raad van toezicht
De raad van toezicht wordt bijgestaan door drie
comités die zijn samengesteld uit leden van de raad
van toezicht van de vennootschap: het audit- en risi-
cocomité, het benoemings- en remuneratie comité en
het investeringscomité.
Audit- en risicocomité
Samenstelling
Het audit- en risicocomité is een adviserend subcomité
van de raad van toezicht, samengesteld uit minstens drie
leden van de raad van toezicht. Ten minste één lid van het
audit- en risicocomité is een onaankelijk lid van de raad
van toezicht. Deze onaankelijke leden van de raad van
toezicht dienen te voldoen aan de negen onaankelijk-
heidscriteria van artikel :  van het WVV en van artikel
. van de Code . Leden van de directieraad kunnen
geen lid zijn van het audit- en risicocomité.
De leden van het audit- en risicocomité worden benoemd
en kunnen op ieder ogenblik worden afgezet door de raad
van toezicht. De duur van een mandaat van een lid van het
audit- en risicocomité mag niet langer zijn dan de duur van
zijn mandaat als lid van de raad van toezicht.
De voorzitter van het audit- en risicocomité wordt
benoemd door de leden van het comité.
De leden van het audit- en risicocomité moeten deskundig
zijn. Het onaankelijke lid van het comité moet individueel
onderlegd zijn op het vlak van boekhouding en/of audit.
Daarnaast moet het audit- en risicocomité collectief
deskundig zijn. Dit op twee vlakken: op het gebied van de
activiteiten van Intervest en op het gebied van boekhou-
ding en audit. Het bewijs van die collectieve en individuele
deskundigheid moet blijken uit het Jaarverslag van
het bestuursorgaan.

Aanwezigheid op audit- en risicocomité gedurende het
boekjaar 
Marleen Willekens – Voorzitster /
Ann Smolders /
Johan Buijs /
De looptijd van hun benoeming in het audit- en risicoco-
mité is niet gespeciceerd maar valt samen met de termijn
van lid zijn van de raad van toezicht.
Werking
Het audit- en risicocomité vergadert minstens vier keer per
jaar voorafgaand aan de vergadering van de raad van toe-
zicht. Het comité brengt bij de raad van toezicht geregeld
verslag uit over de uitoefening van zijn taken, en in ieder
geval wanneer de raad van toezicht de jaarrekening, de
geconsolideerde jaarrekening en, in voorkomend geval, de
voor publicatie bestemde verkorte nanciële overzichten
opstelt.
Alle vergaderingen van het audit- en risicocomité worden
bijgewoond door de ceo en de cfo. In overleg met de
cfo stelt de voorzitter van het audit- en risicocomité de
agendapunten op van elke vergadering van het audit- en
risicocomité. De directieraad is verplicht om alle nodige
informatie te leveren.
De directieraad of één van zijn leden kan aan de voorzitter
van het audit- en risicocomité vragen om een punt op de
agenda van het comité te zetten.
De besluiten en adviezen van het audit- en risicocomi
worden met meerderheid van stemmen genomen. Bij sta-
king van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.
De secretaris van het comité is de secretaris van de ven-
nootschap. De secretaris is ook verantwoordelijk voor het
secretariaat van het audit- en risicocomité en het opstellen
van de notulen van zijn vergaderingen. Deze bevatten de
verschillende standpunten die tijdens de vergadering wer-
den geformuleerd en de denitieve positie die het comité
heeft ingenomen.
Het audit- en risicocomité evalueert jaarlijks zijn eigen
interne werking en samenstelling en rapporteert daarover
aan de raad van toezicht.
Taken
Het audit- en risicocomité staat de raad van toezicht
bij in de uitvoering van zijn toezicht en controle-
verantwoordelijkheden en formuleert aanbevelingen
betreende de volgende materies:
toezicht op de interne controle (risicobeheer
en compliance)
bestudering en beoordeling van de interne audit
beoordeling en monitoring van de externe audit
monitoring van de nanciële rapportering
monitoring van de wettelijke bepalingen en administra-
tieve procedures.
Het audit- en risicocomité heeft in het jaar  acht maal
vergaderd. De belangrijkste punten die het comité heeft
behandeld in  zijn:
de bespreking van de kwartaal-, halaar- en jaarcijfers
de analyse van de jaarrekeningen en de statu-
taire verslagen
de bespreking van de budgetten
de monitoring van de wettelijke controle van de (gecon-
solideerde) jaarrekening en de analyse van de aanbeve-
lingen van de commissaris
de analyse van de doeltreendheid van de interne
controlemechanismen en het risico beheer van
de vennootschap
de monitoring van de interne audit.
Benoemings- en remuneratiecomité
De vennootschap heeft beslist om het benoemings- en
remuneratiecomité te combineren op grond van principe
. van de Code .
Samenstelling
Het benoemings- en remuneratiecomité is samengesteld
uit ten minste drie leden van de raad van toezicht. Al zijn
leden moeten leden van de raad van toezicht zijn, waar-
van een meerderheid onaankelijke leden van de raad
van toezicht.
De voorzitter van het benoemings- en remuneratiecomité
is ofwel de voorzitter van de raad van toezicht, ofwel een
ander lid van de raad van toezicht.
De leden van het benoemings- en remuneratiecomité wor-
den benoemd en kunnen op ieder ogenblik worden afgezet
door de raad van toezicht. De duur van een mandaat van
een lid van het benoemings- en remuneratiecomité mag
niet langer zijn dan de duur van zijn mandaat als lid van de
raad van toezicht.
Aanwezigheid op benoemings- en remuneratiecomité
gedurende het boekjaar 
Ann Smolders – Voorzitster /
Dirk Vanderschrick /
Marleen Willekens /
Werking
Het benoemings- en remuneratiecomité komt samen
telkens wanneer het dit noodzakelijk acht om zijn taken
naar behoren te vervullen en ten minste tweemaal per jaar.
De vergaderingen van het benoemings- en remuneratieco-
mité worden in principe bijeengeroepen door de voorzitter
van het benoemings- en remuneratiecomité. Elk lid van het
benoemings- en remuneratiecomité kan echter vragen dat
een vergadering wordt bijeengeroepen.
Het aanwezigheidsquorum voor een vergadering wordt
gehaald indien ten minste twee van de leden die vergade-
ring bijwonen.
De beslissingen worden door de leden van het comi
genomen met meerderheid van de stemmen. Het comité
kan andere personen uitnodigen om zijn vergaderingen bij
te wonen.
Geen enkel lid van de raad van toezicht of de directieraad
woont de vergaderingen van het benoemings- en remu-
neratiecomité bij waarop zijn eigen vergoeding wordt
CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING 
besproken en geen enkel lid van de raad van toezicht of de
directieraad mag betrokken zijn bij een beslissing betref-
fende zijn eigen remuneratie.
Het benoemings- en remuneratiecomité controleert min-
stens om de twee of drie jaar zijn eigen werkingswijze en
doeltreendheid. Het brengt over zijn evaluatie verslag uit
bij de raad van toezicht en legt hem eventueel wijzigings-
voorstellen voor.
Taken
Het benoemings- en remuneratiecomité doet aanbevelin-
gen op het vlak van de benoeming en de remuneratie van
de leden van de raad van toezicht en van de directieraad,
met inbegrip van de voorzitter en de ceo.
Het comité doet meer in het bijzonder voorstellen aan de
raad van toezicht omtrent het remuneratiebeleid voor
leden van de raad van toezicht en de directieraad, de
jaarlijkse evaluatie van de prestaties van de directieraad
en de verwezenlijking van de ondernemingsstrategie
op basis van overeengekomen prestatiemaatstaven en
-doelstellingen.
Het benoemings- en remuneratiecomité leidt het
(her)benoemingsproces van de leden van de raad van
toezicht en de leden van de directieraad.
Het benoemings- en remuneratiecomité heeft in het jaar
 zeven maal vergaderd. De belangrijkste punten die
het comité heeft behandeld in  zijn:
aanbevelingen op vlak van selectie, benoemingen
en remuneratie van de (nieuwe) leden van de raad
van toezicht
advisering en monitoring van het remuneratiebeleid
evaluatie van de individuele remuneratie van de leden
van de directieraad
voorbereiding van de korte termijn doelstellingen 
en lange termijn doelstellingen - van de
leden van de directieraad
aanbevelingen op vlak van selectie, benoeming
en remuneratie inzake nieuwe ceo als lid van
de directieraad
Investeringscomité
Samenstelling
Het investeringscomité is samengesteld uit minstens twee
leden van de raad van toezicht. Minstens één lid van het
investeringscomité moet een onaankelijk lid van de raad
van toezicht zijn.
De voorzitter van het investeringscomité wordt benoemd
door en onder de leden van het investeringscomité.
De leden van het investeringscomité worden benoemd en
kunnen op ieder ogenblik worden afgezet door de raad
van toezicht. De duur van een mandaat van een lid van het
investeringscomité mag niet langer zijn dan de duur van
zijn mandaat als lid van de raad van toezicht.
Aanwezigheid op investeringscomité gedurende het
boekjaar 
Johan Buijs – Voorzitter /
Partricia Laureys /
Marc Peeters /
Ann Smolders /
Dirk Vanderschrick /
Werking
Het investeringscomité komt zo vaak samen als zijn
doeltreende werking dit vereist en minstens een maal
per kwartaal.
De vergaderingen van het investeringscomité worden
in principe bijeengeroepen door de voorzitter van het
investeringscomité. Elk lid van het investeringscomité kan
echter vragen dat een vergadering wordt bijeengeroepen.
Leden van de directieraad (die geen lid zijn van het
comité) zullen steeds uitgenodigd worden om comi-
tévergaderingen bij te wonen om relevante informatie
en inzichten aan te dragen die betrekking hebben op hun
verantwoordelijkheid.
De beslissingen worden door de leden van het comi
genomen met meerderheid van stemmen.
Na elke comitévergadering ontvangt de raad van toezicht
desgevallend via de secretaris een verslag over de bespro-
ken bevindingen en aanbevelingen alsook een mondelinge
feedback hierover in de volgende vergadering van de raad
van toezicht.
De evaluatie van de prestaties van de (i) leden en (ii) de
werking van het investeringscomité gebeurt op perma-
nente basis (i) enerzijds door de leden onderling en (ii)
anderzijds door de voltallige raad van toezicht.
Na de evaluatie doet het investeringscomité aanbevelingen
aan de raad van toezicht met betrekking tot eventu-
ele wijzigingen.
Taken
De raad van toezicht heeft een investeringscomi
opgericht met het oog op het verkrijgen van professioneel
advies in investeringsdossiers.
Het investeringscomité bereidt de investerings- en
desinvesteringsdossiers voor de raad van toezicht voor en
adviseert de raad van toezicht en de directieraad inzake
de verwerving en de vervreemding van vastgoed en/of
overnames van vastgoedvennootschappen. Het investe-
ringscomité heeft in het jaar  vier maal vergaderd.

Diversiteitsbeleid
Het remuneratiebeleid is opgemaakt in overeenstemming met het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV), met
de wet van  mei  betreende de Gereglementeerde Vastgoedvennootschappen en met de aanbevelingen van de Belgische
Corporate Governance Code
Diversiteit in al haar aspecten (cultuur, geslacht, taal,
beroepservaring, enz.), gelijke kansen en respect voor
menselijk kapitaal en mensenrechten zijn inherent aan de
bedrijfscultuur van Intervest. Het bedrijf is ervan overtuigd
dat deze waarden bijdragen tot evenwichtige interacties,
een verrijkte visie en reectie, tot innovatie en een opti-
male werkomgeving.
Bij de samenstelling van de raad van toezicht en de direc-
tieraad wordt gestreefd naar complementariteit qua vaar-
digheden, kennis, ervaring en naar diversiteit van opleiding,
kennis, geslacht, leeftijd, ervaring, nationaliteit, enz.
Dit vertaalt zich in een evenwichtige samenstelling van de
raad van toezicht in termen van vaardigheden, kennis en
ervaring. De leden van de directieraad vormen eveneens
een evenwichtig team, met voor elk de vereiste profes-
sionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid.
Dat komt duidelijk naar voren uit het curriculum vitae
van elk van de leden, voorgesteld in de corporate gover-
nance verklaring.
De samenstelling van een raad van toezicht bestaande, in
, uit drie vrouwen en drie mannen voldoet bovendien
aan de wettelijke bepalingen inzake genderdiversiteit
(artikel : en : WVV).
De Intervest gedragscode onderstreept daarenboven het
belang van deze waarden ten aanzien van alle medewer-
kers en kan geraadpleegd worden op www.intervest.eu.
De manier waarop Intervest omgaat met al haar stakehol-
ders kent een stevig fundament van volgende belangrijke
waarden: ‘professioneel en ondernemend, ‘gedreven en
enthousiast, ‘integer en respectvol’ en ‘samen en in team’.
Remuneratieverslag
Inleiding
Highlights in :
EPRA resultaat per aandeel:  ,
Bezettingsgraad:
van de totale vastgoedportefeuille: 
van de logistieke portefeuille BE: 
van de logistieke portefeuille NL: 
van de kantoren: portefeuille: 
Reële waarde van de vastgoedbeleggingen:  , miljard
In dit remuneratieverslag voor prestatiejaar  rappor-
teert de raad van toezicht van Intervest, na voorstellen
ontvangen te hebben van het benoemings- en remune-
ratiecomité, overeenkomstig artikel :  WVV, over de
remuneratie van en de toepassing van het remuneratiebe-
leid op de individuele leden van de raad van toezicht en van
de directieraad. De werkelijke prestaties van de leden van
de directieraad tegenover de vooropgestelde doelstel-
lingen worden eveneens weergegeven. Dit verslag heeft
betrekking op de periode van  januari  tot en met
 december .
Dit remuneratieverslag vormt een speciek onderdeel
van de Corporate governance verklaring van Intervest en
zal ter goedkeuring voorgelegd worden aan de algemene
jaarvergadering van aandeelhouders die plaatsvindt op
 april .
Tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders van
vorig jaar ( april ) is het remuneratieverslag voor
boekjaar  goedgekeurd met de volgende stemmen:
, van de uitgebrachte stemmen ‘voor’, , van de
uitgebrachte stemmentegen’ en , ‘onthoudingen’.
Toepassing van het remunera-
tiebeleid in 
Het remuneratiebeleid
van Intervest is goedgekeurd
door de raad van toezicht die heeft plaatsgevonden op
 februari  en is vastgesteld en goedgekeurd door
de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders
op  april  met een meerderheid van  van de
aanwezige stemmen. Dit beleid is van toepassing sinds
 januari .
Het remuneratiebeleid van Intervest is consulteerbaar op
de website van Intervest.
Leden van de raad van toezicht
Eind  heeft het benoemings- en remuneratiecomité
een externe benchmarkoefening laten uitvoeren van
vergelijkbare genoteerde Belgische vennootschappen over
de vergoedingen van de leden van de raad van toezicht
en van de gespecialiseerde comités. Het benoemings- en
remuneratiecomité heeft vervolgens aanbevelingen
gedaan aan de raad van toezicht. De aangepaste vergoe-
dingen van de leden van de raad van toezicht en van de
gespecialiseerde comités zijn, met ingang vanaf  januari
, door de jaarlijkse algemene vergadering van  april
 goedgekeurd en zijn als volgt vastgelegd:
CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING 
Een vaste jaarlijkse vergoeding, met name (i) een vaste
jaarlijkse vergoeding van  . voor de voorzitter
van de raad van toezicht, (ii) een vaste jaarlijkse vergoe-
ding van  . voor elk van de andere leden van de
raad van toezicht en (iii) een vaste jaarlijkse vergoeding
van  . voor de voorzitter van het audit- en risico-
comité, de voorzitter van het benoemings- en remune-
ratiecomité en de voorzitter van het investeringscomité
Zitpenningen, met name, (i) een zitpenning ten bedrage
van  . per lid van de raad van toezicht en per
zitting van de raad van toezicht, (ii) een zitpenning ten
bedrage van  . per lid van het audit- en risicoco-
mité en per zitting van het audit- en risicocomité, (iii)
een zitpenning ten bedrage van  . per lid van
het benoemings- en remuneratiecomité en per zitting
van het benoemings- en remuneratiecomité, en (iv)
een zitpenning ten bedrage van  . per lid van het
investeringscomité en per zitting van het investerings-
comité, waarbij zitpenningen enkel verschuldigd zijn bij
fysieke vergaderingen, bij conference calls of andere
vergaderingen op afstand en de leden geen onkos-
ten kunnen declareren, zoals kilometervergoeding,
restaurantkosten, enz. tenzij hier voorafgaandelijke en
schriftelijke goedkeuring voor werd gegeven door de
voorzitter van de raad van toezicht in het kader van een
uitzonderlijke opdracht.
De andere componenten van de vergoeding die door de
jaarlijkse algemene vergadering van  april  werden
goedgekeurd, blijven ongewijzigd.
Met de leden van de raad van toezicht is geen enkele
arbeidsovereenkomst gesloten en er is geen opzeggings-
vergoeding van kracht. De vergoeding van de leden heeft
geen rechtstreekse of onrechtstreekse band met de door
de vennootschap uitgevoerde verrichtingen. De leden van
de raad van toezicht ontvangen geen prestatiegebonden
vergoedingen zoals bonussen en incentives voor de lange
termijn, geen aandelen gerelateerde vergoeding, noch
voordelen in natura of pensioenvoorzieningen. Een speci-
eke vergoeding kan toegekend worden aan de leden van
de raad van toezicht in geval van bijzondere opdrachten
opgelegd door de raad.
Leden van de directieraad
Overeenstemmend met het remuneratiebeleid bestaat
de totale vergoeding van de leden van de directieraad uit
volgende elementen.
ELEMENT - Basisvergoeding
Werking en
prestatiecriteria
Bij het bepalen van het vergoedingsniveau wordt rekening gehouden met de individuele rollen, verantwoor-
delijkheden en vaardigheden. Deze vergoeding wordt, in overeenstemming met de van toepassing zijnde
samenwerkingsovereenkomsten afgesloten, jaarlijks op  januari (i) geïndexeerd overeenkomstig de normale
index van de consumptieprijzen, waarbij de basisindex deze is van de voorafgaande maand aan de inwer-
kingtreding van de respectieve overeenkomst en de nieuwe index deze is van de maand voorafgaand aan de
maand waarin de indexatie plaatsvindt en met een maximum van  procent en (ii) verhoogd met  procent.
ELEMENT - Risicovoorzieningen en voordelen van alle aard
Werking en
prestatiecriteria
De meeste leden van de directieraad komen in aanmerking voor het ontvangen van risicovoor zieningen en
voordelen van alle aard in lijn met het remuneratiebeleid van Intervest, dewelke hoofdzakelijk een bedrijfs-
wagen en een bedrijfsleidersverzekering omvatten. De bedrijfsleidersverzekering kan worden verdeeld over
overlijden, pensioen en invaliditeit.
ELEMENT - Variabele vergoeding voor de korte termijn
Werking n jaar variabele
BONUSVERGOEDING IN EUR
Drempel prestatie Maximum prestatie
ceo .
cfo .
clo .
De prestatiecriteria, de drempelwaarden en de targetwaarden (maximum) van de variabele vergoeding voor
de korte termijn worden jaarlijks vooraf door de raad van toezicht, na advies van het benoemings- en remune-
ratiecomité vastgelegd.

ELEMENT - Variabele vergoeding voor de korte termijn
Prestatiecriteria De variabele bezoldiging voor de korte termijn is gelinkt aan:
collectieve/nanciële prestatiecriteria () die kwantitatief en bedrijfsspeciek gedreven zijn: het
EPRA EPS, de bezettingsgraad, de operationele marge, de schuldgraad en ESG en innovatie; de bereke-
ningen van het EPRA EPS, de operationele marge en de schuldgraad worden gecorrigeerd met de uitzon-
derlijke kosten gerelateerd aan het voorwaardelijk overnamebod van European Real Estate Holdings NV en
éénmalig betaalde verbrekingsvergoedingen.
individuele prestatiecriteria () die niet-nancieel gedreven zijn; voor de ceo hebben deze individuele
criteria betrekking op de bedrijfsstrategie, realisatie van verhuurtransacties, ESG en bedrijfscultuur, waar
deze voor de andere leden van de directieraad betrekking hebben op specieke objectieven voor de func-
ties in kwestie en de bedrijfscultuur.
ELEMENT - Variabele vergoeding voor de lange termijn
Werking De prestatiecriteria, de drempelwaarden en de targetwaarden (maximum) van de variabele vergoeding voor
de lange termijn wordt om de drie jaar toegekend en vastgelegd door de raad van toezicht, na advies van het
benoemings- en remuneratiecomité. Voor de leden van de directieraad die nieuw in positie gekomen zijn in de
loop van de referentieperiode, wordt een pro-rata vergoeding toegekend.
Periode
 - 
Vergoeding bij
drempel prestatie
Maximale bonusvergoeding
lange termijn (in EUR)
ceo .
cfo .
clo .
Prestatiecriteria De variabele vergoeding voor de lange termijn is gelinkt aan collectieve en objectief meetbare prestatiecri-
teria (zowel nancieel als niet-nancieel):
collectieve prestatiecriteria gelinkt aan de strategische pijlers
Asset rotatie programma:
desinvestering van  van de kantorenportefeuille tegen H 
Verstevigen balanspositie:
schuldgraad binnen de range van  - 
Financiering:
hedge ratio  
net debt / EBITDA  
Bezettingsgraad
Bezettingsgraad logistiek  
Operationele marge
Operationele marge minimaal 
collectief prestatiecriterium gelinkt aan de aandeelhouderswaardecreatie van Intervest op lange termijn
():
I. Dit prestatiecriterium zal toegewezen worden naargelang het resultaat van de relatieve TSR (Total
Share Return) performantie. De relatieve TSR performantie zal op basis van ranking van perfor-
mantie van Intervest binnen de peer groep worden bepaald over een periode van drie jaar. De TSR
zal zowel in het begin als einde van de periode gemeten worden op basis van een gemiddelde over de
laatste  handelsdagen.
II. De samenstelling van de TSR peer groep reecteert de markt waartegen Intervest competitief is op
het vlak van investeerders in het aandeel. Er wordt enerzijds gekeken naar het bedrijfsproel (indus-
trie, geograsche focus en omvang) en anderzijds naar het risicoproel / gedrag van het aandeel
(volatiliteit van de aandelenkoers, dividend yield, correlatie van het aandeel met andere aandelen).
TSR PEER GROEP INTERVEST
Alstria AG
NSI nv
Conimmo nv
WDP nv
Montea nv
Argan
CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING 
ELEMENT - Vertrekvergoeding
Werking Bij beëindiging van het mandaat van een lid van de directieraad door de raad van toezicht van Intervest,
bedraagt de opzegvergoeding de tegenwaarde van  maanden vaste vergoeding en  maanden vaste
vergoeding voor de CEO, tenzij andere toepasselijke wettelijke dwingende bepalingen vereisen dat een hoger
aantal maanden wordt toegepast of behoudens grove nalatigheid of opzettelijke fout in welke gevallen geen
vergoeding verschuldigd is.
ELEMENT - Pensioen
Werking Intervest voorziet in een competitieve vergoeding qua pensioen. In geval deze wordt aangeboden, gebeurt dit
in lijn met competitieve marktpraktijken en aan de hand van een systeem van vaste bijdragen.
Formele beleidslijnen bepalen de representatieve waarde van deze pensioenvoorzieningen.
ELEMENT - Contract
Werking De leden van de directieraad worden benoemd voor onbepaalde duur.
ELEMENT - Terugvorderingsrechten (clawback)
Werking Dit clawback-mechanisme staat Intervest toe om een variabele remuneratie geheel of gedeeltelijk terug te
vorderen van de begunstigde tot één jaar na uitbetaling ervan indien in die periode blijkt dat de uitbetaling
heeft plaatsgevonden op basis van onjuiste informatie over het bereiken van de aan de variabele remuneratie
ten grondslag liggende prestatiedoelstellingen of over de omstandigheden waarvan de variabele remune-
ratie aankelijk was gesteld en dat dergelijke onjuiste informatie bovendien te wijten is aan fraude door de
begunstigde.
ELEMENT - Minimumdrempel aandelen
Werking
Intervest wijkt af van principe . van de Code  doordat er aan de leden van de directieraad niet wordt
aanbevolen om een minimumdrempel aandelen van Intervest aan te houden. De vennootschap is van mening
dat door middel van de onderliggende performantiecriteria bij de variabele beloning reeds voldoende een link
wordt gelegd met de langetermijnbelangen.
De context hieromtrent wordt uitgebreid uiteengezet in de Corporate governance verklaring in het jaarverslag.
De leden van de directieraad hebben echter wel de mogelijkheid om individueel aandelen te verwerven van
de vennootschap mits inachtneming van de regels aangaande transacties voor eigen rekening in aandelen of
andere schuldinstrumenten van de vennootschap of afgeleide of andere nanciële instrumenten die ermee
verbonden zijn.
Remuneratie van de leden van de raad van toezicht – 
In onderstaande tabel wordt de totale individuele remuneratie weergegeven van de leden van de raad van toezicht
voor .
Naam
Vaste
vergoeding
(in EUR)
Vaste vergoe-
ding voorzitter
comité (in EUR)
Zitpenningen
(in EUR)
Totale
remuneratie
(in EUR)
Raad van
toezicht
Audit- en
risicocomité
Benoemings- en
remuneratiecomité
Investerings-
comité
Ann Smolders . . . . . . .
Johan Buijs . . . . nvt . .
Patricia Laureys* . . nvt nvt . .
Marc Peeters . . nvt nvt . .
Dirk Vanderschrick . . nvt . . .
Marleen Willekens . . . . . nvt .
TOTAAL . . . . . . .
* Tijdens de algemene jaarvergadering van aandeelhouders van  april  is de benoeming van Patricia Laureys als lid van de raad
van toezicht goedgekeurd

De leden van de raad van toezicht bezitten geen aandelen van de vennootschap noch werden aan de leden van de raad van
toezicht opties op aandelen van de vennootschap verleend.
In  zijn geen specieke vergoedingen toegekend.
Remuneratie van de leden van de directieraad -
Totale remuneratie
De raad van toezicht heeft, op voorstel van het benoemings- en remuneratiecomité, de vergoedingen voor  bepaald
voor de leden van de directieraad, in overeenstemming met het remuneratiebeleid.
Een overzicht van de totale individuele remuneratie van de leden van de directieraad wordt weergegeven in onderstaande
tabel. Voor de leden van de directieraad die nieuw in positie gekomen zijn in de loop van de referentieperiode, wordt een
pro-rata lange termijn variabele vergoeding toegekend voor  jaar in plaats van  jaar.
Bij het lezen van onderstaande tabel dient er rekening mee gehouden te worden dat in  de verworven variabele ver-
goeding voor de lange termijn voor de volledige driejarige referentieperiode  tot  getoond wordt. Dit vertaalt
zich ook in onderstaande tabel in de kolom ‘Verhouding vaste en variabele remuneratie’.
Naam | functie
Vaste vergoeding
(in EUR)
Variabele vergoeding
(in EUR)
Pensioen-
voorziening
(in EUR)
Andere
vergoe-
dingen
(in EUR)
Totale
remuneratie
(in EUR)
Verhouding
vaste en
variabele
remuneratie
Basis-
vergoeding
Risicovoor-
zieningen en
voordelen
van alle aard
Korte
termijn
Lange
termijn
Joël Gorsele
ceo*
 . . . . nvt .  - 
 . . . . . nvt .  - 
Vincent Macharis
cfo
 . . . . nvt .  - 
 . . . . . nvt .  - 
Kevin De Greef
clo
 . nvt . nvt nvt .  - 
 . nvt . . nvt nvt .  - 
Gunther Gielen
ceo tot
//**
 . . nvt . .** . nvt
 . . . . . nvt .  - 
* Joël Gorsele, chief executive ocer - begin mandaat ceo  april  (voorheen chief investment ocer Intervest); Gunther Gielen,
chief executive ocer tot  maart 
** In  is in gezamenlijk overleg het einde van het mandaat van Gunther Gielen als ceo aangekondigd met ingang van  maart .
De vertrekvergoeding in dit kader bedraagt  . en is opgenomen onder ‘Andere vergoedingen’
Vaste vergoeding – 
Basis vergoeding
risicovoorzieningen en
voordelen van alle aard
VASTE VERGOEDING
Basisvergoeding
De tabel hierna geeft de basisvergoeding voor  weer per lid van de directieraad.
In de loop van  werd de vergoeding van Kevin De Greef, clo herzien. Joël Gorsele heeft in het kader van zijn nieuwe
functie eveneens een aangepaste basisvergoeding. De indexering van de basisvergoeding is begrensd op  in overeen-
stemming met de bepalingen uit de respectieve samenwerkingsovereenkomsten.
CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING 
Naam | functie Basisvergoeding
(in EUR)
   Variatie
Joël Gorsele | ceo* . . 
Vincent Macharis | cfo . . 
Kevin De Greef | clo . . 
Gunther Gielen
ceo tot //*
. . nvt
* Joël Gorsele, chief executive ocer - begin mandaat ceo  april  (voorheen chief investment ocer Intervest); Gunther Gielen,
chief executive ocer tot  maart 
Risicovoorzieningen en voordelen van alle aard
Het bedrag vermeld in de kolom ‘Risicovoorzieningen en voordelen van alle aard’ in de totale remuneratie tabel voor de
leden van de directieraad onder punt . - Totale remuneratie van dit verslag verwijst naar het ontvangen van risicovoor-
zieningen en voordelen van alle aard, dewelke hoofdzakelijk een bedrijfswagen, een GSM en een bedrijfsleidersverzekering
omvatten. De bedrijfsleidersverzekering kan worden verdeeld over overlijden, pensioen en invaliditeit.
Variabele vergoeding – 
Korte termijn
Lange termijn
VARIABELE VERGOEDING
Variabele vergoeding voor de korte termijn
De verwezenlijking van de prestatiedoelstellingen korte termijn is gemeten gedurende een periode die begint op  januari
 en eindigt op  december .
De realisatie van de collectieve/nanciële prestatiecriteria voor de korte termijn resulteert in de volgende weging:
 Weging  Werkelijke vergoeding
Collectieve/nanciële prestatiecriteria , ,
EPRA EPS* , ,
Bezettingsgraad kantorenportefeuille , ,
Bezettingsgraad logistieke portefeuille , ,
Operationele marge logistiek , ,
Operationele marge overall* , ,
Balanspositie versterken* , ,
ESG / innovatiedoelstelling , ,
* gecorrigeerd met de uitzonderlijke kosten gerelateerd aan het voorwaardelijk overnamebod van TPG en éénmalig
betaalde verbrekingsvergoedingen
De concrete doelstellingen worden beschouwd als bedrijfsgevoelige informatie en, in lijn met de Belgische marktpraktijk,
niet weergegeven.
De individuele prestatiecriteria hebben een procentuele weging van  en zijn niet-nancieel gedreven.
De realisatie van de collectieve/nanciële en de individuele prestatiecriteria resulteert per lid van de directieraad in de
volgende totale korte termijn variabele vergoeding uitbetaald in .

Naam | functie  Weging
Werkelijke
vergoeding
weging
Werkelijke
vergoeding
(in EUR)
Joël Gorsele | ceo Collectieve/nanciële prestatiecriteria  , .
Individuele prestatiecriteria  , .
TOTAAL  , .
Vincent Macharis | cfo Collectieve/nanciële prestatiecriteria  , .
Individuele prestatiecriteria  , .
TOTAAL  , .
Kevin De Greef | clo Collectieve/nanciële prestatiecriteria  , .
Individuele prestatiecriteria  , .
TOTAAL  , .
Variabele vergoeding voor de lange termijn
De driejarige referentieperiode  tot en met  voor de variabele vergoeding voor de lange termijn is nog niet
afgelopen. In  is hiervoor bijgevolg geen uitbetaling gebeurd.
Vertrekvergoedingen
In  is in gezamenlijk overleg het einde van het mandaat van Gunther Gielen als ceo aangekondigd met ingang van
 maart . De vertrekvergoeding in dit kader bedraagt  . en is opgenomen in dit remuneratieverslag onder
Andere vergoedingen’. Verder heeft in  geen vertrek van een lid van de directieraad plaats gevonden.
Pensioen
De tabel hierna geeft de pensioenkosten voor  en  weer per lid van de directieraad.
Naam | functie Pensioenkosten
 
Joël Gorsele | ceo . .
Vincent Macharis | cfo . .
Kevin De Greef | clo n.v.t. n.v.t.
Gunther Gielen
ceo tot //
. .
Gebruik van terugvorderingsrechten
Er is in  geen gebruik gemaakt van het contractueel voorziene clawback mechanisme in de overeenkomsten met de
leden van de directieraad.
Afwijkingen van het remuneratiebeleid
In de uitvoering van het remuneratiebeleid in  is niet afgeweken van de daarin voorziene procedures, noch werden er
afwijkingen toegestaan zoals bedoeld in artikel :/,  WVV.
CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING 
Jaarlijkse variatie van de remuneratie en van de prestaties
van Intervest
In onderstaande tabel dient rekening gehouden te worden met de toekenning van de variabele vergoeding op lange ter-
mijn in  gelinkt aan de driejarige referentieperiode  -  voor de leden van de directieraad. Dit vertaalt zich
ook in de procentuele toename in  versus .
    
Totale remuneratie voor de leden van de raad van toezicht
(in EUR)
. . . . .
Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in EUR) . . . .
Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in )  

 
Totale remuneratie voor de ceo | Jl Gorsele
(in EUR) nvt nvt . . .
Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in EUR) . .
Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in )  
Totale remuneratie voor de cfo | Vincent Macharis
(in EUR) nvt nvt . . .
Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in EUR) . -.
Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in )  -
Totale remuneratie voor de clo | Kevin De Greef (in EUR) nvt . . . .
Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in EUR) . . -.
Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in )   -
Gemiddelde totale vergoeding van de werknemers o.b.v. voltijdse
equivalenten – wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in )
   
PRESTATIE VAN INTERVEST
Reële waarde van de vastgoedportefeuille
(in EUR x .)
. .. .. .. ..
Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in )    
EPRA resultaat per aandeel (in EUR) ,
, , ,
,
Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in ) -  - -
Brutodividend per aandeel (in EUR) , , , , ,
Wijziging vs vorig gerapporteerd jaar (in )    -
Voor de leden van de raad van toezicht en de directieraad wordt de variatie berekend vanaf de start van hun benoeming.
De verhouding tussen de hoogste vergoeding en de laagste vergoeding van de medewerkers of leden van de directieraad,
uitgedrukt als voltijds equivalent, bedraagt /.
In de jaarlijkse algemene vergadering op  april  is de aanpassing van de vergoedingen voor de raad van toezicht en de comi-
tés goedgekeurd. Deze aanpassing omvat enerzijds een jaarlijkse vaste vergoeding en anderzijds zitpenningen per aanwezigheid op
een fysieke vergadering. Tevens is de samenstelling van de raad van toezicht in de loop van  gewijzigd ten opzichte van .
De samenstelling van de raad van toezicht is in  en in  gewijzigd. Op  juli  is Marco Miserez toegetreden tot
de raad van toezicht en Jean-Pierre Blumberg was tot zijn overlijden op  oktober  voorzitter van de raad van toezicht. In
 zijn twee nieuwe leden toegetreden, Ann Smolders op  april  en Marc Peeters gecoöpteerd op  augustus . Ann
Smolders is vanaf  mei  benoemd tot voorzitster van de raad van toezicht. De nieuwe leden ontvangen een pro-rata vaste
vergoeding en zitpenningen per bijgewoonde vergadering vanaf hun toetreding tot de raad van toezicht.
De jaarlijkse algemene vergadering van  april  heeft, met ingang vanaf  januari , aangepaste vergoedingen van de
leden van de raad van toezicht en van de gespecialiseerde comités goedgekeurd. Meer informatie over de aangepaste vergoedingen
is te vinden onder ‘Toepassing van het remuneratiebeleid in  – Leden van de raad van toezicht’. In dezelfde jaarlijkse algemene
vergadering van  april  is de benoeming van Patricia Laureys als lid van de raad van toezicht goedgekeurd. Het nieuwe
lid ontvangt een pro-rata vaste vergoeding en zitpenningen per bijgewoonde vergadering vanaf haar toetreding tot de raad van
toezicht. Meer informatie over de samenstelling van de raad van toezicht in  is te vinden onder ‘Remuneratie van de leden van
de raad van toezicht – ’ van dit verslag.
Joël Gorsele is ceo vanaf  april .
Vincent Macharis is cfo vanaf  maart .
Exclusief de ontvangen verbrekingsvergoeding van huurder Medtronic in .
Exclusief de eenmalig ontvangen verbrekingsvergoeding in Mechelen Business Tower.
Exclusief uitzonderlijke kosten gerelateerd aan het overnamebod van TPG.

Belangenconflicten en overige regelgeving
Wat preventie van belangenconicten aangaat, is Intervest
tezelfdertijd onderworpen aan:
de wettelijke bepalingen ter zake, die geldig zijn voor
alle beursgenoteerde ondernemingen, zoals voorzien in
de artikels :, : van het WVV
een speciek stelsel voorzien in artikel  van de wet
van  mei  betreende de gereglementeerde
vastgoedvennootschappen die met name voorziet in de
verplichting om de FSMA vooraf ter kennis te brengen
van bepaalde verrichtingen door personen die bedoeld
zijn in deze bepalingen, die aan gewone marktvoor-
waarden moeten worden uitgevoerd en die openbaar
moeten worden gemaakt
en aan de regels die hiervoor voorzien zijn in haar statu-
ten en haar Corporate Governance Charter.
Belangenconicten in hoofde van de
leden van de raad van toezicht en de
leden van de directieraad
Principes
Elke vorm en schijn van belangenverstrengeling tussen de
vennootschap en de leden van de raad van toezicht en van
de directieraad wordt vermeden.
Besluiten tot het aangaan van transacties waarbij tegen-
strijdige belangen van de leden van de raad van toezicht en
van de directieraad spelen die van patrimoniaal belang zijn
voor de vennootschap en/of voor de leden van de raad van
toezicht en van de directieraad, behoeven de goedkeuring
van de raad van toezicht.
Een “tegenstrijdig belang” bestaat in ieder geval wanneer
de vennootschap voornemens is een transactie aan te
gaan met een rechtspersoon:
. waarin een lid van de raad van toezicht en/of van de
directieraad van de vennootschap persoonlijk een
patrimoniaal belang houdt
. waarvan een bestuurslid een familierechtelijke verhou-
ding heeft met een lid van de raad van toezicht en/of
van de directieraad van de vennootschap of
. . waarbij een lid van de raad van toezicht en/of van
de directieraad van de vennootschap een bestuurs- of
toezichthoudende functie vervult.
Een lid van de raad van toezicht en/of van de directie-
raad zal:
. niet in concurrentie met de vennootschap treden
. geen (substantiële) schenkingen van de vennootschap
voor zichzelf, voor zijn echtgenoot, geregistreerde
partner of een andere levensgezel, pleegkind of
bloed- of aanverwant tot in de tweede graad vorderen
of aannemen
. ten laste van de vennootschap derden geen ongerecht-
vaardigde voordelen verschaen en
. geen zakelijke kansen die aan de vennootschap
toekomen benutten voor zichzelf of voor zijn echtge-
noot, geregistreerde partner of een andere levens-
gezel, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de
tweede graad.
Procedure zoals omschreven in artikel
: en : van het WVV
Een lid van de raad van toezicht meldt een (potentieel)
tegenstrijdig belang dat van patrimoniaal belang is voor de
vennootschap en/of voor het desbetreend lid terstond
aan de voorzitter en aan de overige leden van de raad van
toezicht en verschaft daarover alle relevante informatie,
inclusief de voor de situatie relevante informatie inzake
zijn echtgenoot, geregistreerde partner of een andere
levensgezel, pleegkind en bloed- en aanverwanten tot in
de tweede graad.
Wanneer blijkt dat één van de leden van de directieraad
een rechtstreeks of onrechtstreeks patrimoniaal belang
heeft dat strijdig is met het belang van de vennootschap,
verwijst de directieraad deze beslissing naar de raad
van toezicht.
De raad van toezicht besluit, desgevallend buiten aan-
wezigheid van het betrokken lid van de raad van toezicht
of het lid van de directieraad, of er sprake is van een
tegenstrijdig belang. Het lid van de raad van toezicht of
de directieraad neemt geen deel aan de discussie en de
besluitvorming over een onderwerp of transactie waarbij
het een tegenstrijdig belang heeft. De verklaring en de toe-
lichting van het betrokken lid van de raad van toezicht of
de directieraad over de aard van dit strijdig belang worden
opgenomen in de notulen van de vergadering van de raad
van toezicht die de beslissing moet nemen.
Terzake moeten ook artikel : en : van het WVV
nageleefd worden en evenzeer conform deze artikelen
moeten dergelijke transacties ook gepubliceerd worden in
het Jaarverslag van de vennootschap, met vermelding van
het tegenstrijdig belang en de verklaring dat de bepalingen
dienaangaande zijn nageleefd. Ook dient de commissaris
in zijn verslag omtrent de audit van de jaarrekening een
afzonderlijk omschrijving op te nemen van de vermogens-
rechtelijke gevolgen van het besluit voor de vennootschap.
Procedure zoals omschreven in artikel
,  en  van de GVV-wet (zie ook
Functionele belangenconicten)
Bij tegenstrijdig belang dient ook de FSMA in bepaalde
gevallen voorafgaand geïnformeerd te worden.
In 
Deze procedure diende in  niet te worden toegepast.
CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING 
Belangenconicten inzake verrich-
tingen met de grootaandeelhouder
en met verbonden vennootschappen
De vennootschap dient ook de procedure van artikelen
: en :,  van het WVV na te leven indien zij een
beslissing neemt of een verrichting uitvoert die verband
houdt met:
a. betrekkingen van Intervest met een verbonden partij,
met uitzondering van haar perimetervennootschap-
pen en
b. met een dochtervennootschap van Intervest waarin de
natuurlijke of rechtspersoon die de ultieme controle
over Intervest heeft, rechtstreeks of onrechtstreeks
via andere natuurlijke of rechtspersonen dan Intervest
een deelneming aanhoudt die minstens  van het
kapitaal van de betrokken dochtervennootschappen
vertegenwoordigt of ingeval van winstuitkering door
die dochtervennootschap recht geeft op minstens 
daarvan.
Beslissingen of verrichtingen over dergelijke aangelegen-
heden moeten voorafgaandelijk worden onderworpen
aan de beoordeling van een comité van drie onaankelijke
leden van de raad van toezicht dat zich als het het nodig
acht laat bijstaan door één of meerdere onaankelijke
experts aangesteld door het comité en goedgekeurd door
de vennootschap. Het schriftelijk gemotiveerd advies
van het comité (met melding van de informatie voorzien
in :,  van het WVV) wordt voorgelegd aan de raad
van toezicht die dan beraadslaagt over de voorgenomen
beslissing of verrichting. De raad van toezicht vermeldt in
zijn notulen of de omschreven procedure werd nageleefd
en, in voorkomend geval, of en op welke gronden van het
advies van het comité wordt afgeweken. De commissaris
verleent een oordeel of er geen van materieel belang
zijnde inconsistenties zijn in de nanciële en boekhoudkun-
dige gegevens die vermeld staan in de notulen van de raad
van toezicht en in het advies van het comité ten opzichte
van de informatie waarover hij beschikt in het kader van
zijn opdracht. Dit oordeel wordt aan de notulen van de
raad van toezicht gehecht. Verder worden de bepalingen
toegepast zoals vermeld in artikel :,  / van het WVV.
In 
Er deden zich geen dergelijke belangenconictsituaties
voor in .
Functionele belangenconicten
De regeling van artikelen  en  van de GVV- Wet is van
toepassing op de vennootschap. Artikel  van de GVV-
Wet bevat een functionele belangenconictenregeling die
inhoudt dat de vennootschap de FSMA moet informeren
telkens bepaalde met de vennootschap verbonden per-
sonen (opgesomd in hetzelfde artikel, waaronder onder
meer de leden van de raad van toezicht en van de direc-
tieraad, de personen die de vennootschap controleren of
ermee verbonden zijn of er een deelneming in bezitten, de
promotor en de andere aandeelhouders van alle doch-
tervennootschappen van de vennootschap) rechtstreeks
of onrechtstreeks optreden als tegenpartij bij, of enig
vermogensvoordeel halen uit, een verrichting met de
vennootschap of een van haar dochtervennootschappen.
In haar mededeling aan de FSMA moet het belang van de
geplande verrichting voor de vennootschap worden aange-
toond, alsook dat de betrokken verrichting binnen haar
bedrijfsstrategie kadert.
Artikel  van de GVV-Wet omschrijft dan weer wanneer
de bepalingen van artikel  en  van de GVV-Wet niet
van toepassing zijn:
de verrichtingen die betrekking hebben op een som die
minder bedraagt dan het laagste bedrag van  van
het geconsolideerde actief van de openbare GVV en
 ..
de verwerving van eecten door de openbare GVV of
één van haar perimetervennootschappen in het kader
van een openbare uitgifte door een derde-emittent,
waarvoor een promotor of één van de in artikel , 
bedoelde personen als tussenpersoon optreden in de
zin van artikel , °, van de wet van  augustus 
de verwerving van of de inschrijving op de als gevolg
van een beslissing van de algemene vergadering uitge-
geven aandelen van de openbare GVV door de in artikel
, , bedoelde personen en
de verrichtingen met betrekking tot de liquide middelen
van de openbare GVV of één van haar perimeterven-
nootschappen, op voorwaarde dat de persoon die
als tegenpartij optreedt, de hoedanigheid heeft van
tussenpersoon in de zin van artikel , °, van de wet
van  augustus  en dat deze verrichtingen tegen
marktconforme voorwaarden worden uitgevoerd.
Verrichtingen waarvoor een functioneel belangenconict
bestaat, dienen tegen normale marktvoorwaarden te
worden uitgevoerd. Wanneer een dergelijke verrichting
betrekking heeft op vastgoed, is de waardering van de
vastgoedexpert bindend als minimumprijs (bij vervreem-
ding door de vennootschap of haar dochtervennootschap-
pen) of als maximumprijs (bij verwerving door de vennoot-
schap of haar dochtervennootschappen).
Dergelijke verrichtingen, alsook de te melden gegevens,
worden onmiddellijk openbaar gemaakt. Ze worden
in het Jaarverslag en in het Verslag van de commissa-
ris toegelicht.
In 
Er deden zich geen dergelijke belangenconict situaties
voor in .
Belangenconicten wanneer een
dochtervennootschap van de
vennootschap vastgoeddiensten
verleent aan derden
Conform artikel , ° van de GVV-Wet zal de vennoot-
schap een beleid moeten uitstippelen inzake het beheer
van belangenconicten wanneer haar dochtervennoot-
schap vastgoeddiensten verleent aan derden (wat thans

niet het geval is). Dit beleid moet in het Jaarverslag
worden gepubliceerd.
In 
Er deden zich geen dergelijke belangenconict situaties
voor in .
Overige regelgeving en procedures
Regels ter preventie van marktmisbruik
Intervest heeft de gedragsregels inzake nanciële trans-
acties opgenomen in het Corporate Governance Charter
en in een apart verhandelingsreglement (‘Dealing code’)
dat geraadpleegd kan worden op www.intervest.eu. Dit
verhandelingsreglement maakt deel uit van het Corporate
Governance Charter van de vennootschap en werd
afgestemd op toepasselijke wet- en regelgevingen (in
het bijzonder de Verordening (EU) nr. / van het
Europees Parlement en de Raad van  april  betref-
fende marktmisbruik en daaruit voortvloeiende Europese
regelgeving (samen de “Verordening Marktmisbruik”), de
wet van  augustus  betreende het toezicht op de
nanciële sector en de nanciële diensten en de Corporate
Governance Code ).
In dit verhandelingsreglement wordt het interne beleid
van de vennootschap inzake de voorkoming van mis-
bruik van voorwetenschap en preventie van marktmis-
bruik vastgelegd.
Gedragscode
Intervest heeft een gedragscode opgesteld die van
toepassing is op alle werknemers, alsook de leden van de
directieraad, de raad van toezicht, het audit- en risicoco-
mité, het benoemings- en remuneratiecomité en het inves-
teringscomité. De gedragscode is ook van toepassing op
tijdelijke medewerkers en personen die op contractbasis
voor Intervest werken. Deze gedragscode is raadpleegbaar
op www.intervest.eu.
Deze gedragscode zet uiteen hoe Intervest zaken wil doen:
op een eerlijke, integere en transparante wijze, conform de
belangen van Intervest, in het bijzonder wat betreft haar
bedrijfs- en nanciële doelstellingen. De gedragscode is
de basis voor alle procedures bij Intervest. Operationele
principes, beleidslijnen of procedures moeten (ontwikkeld
worden) in lijn (zijn) met deze gedragscode. De gedrags-
code helpt gedrag te sturen en is bedoeld als een raam-
werk, niet als een reglement, want het is onmogelijk om
elke mogelijke situatie in de code te capteren.
Procedure van melding
van onregelmatigheden
Intervest heeft een procedure van melding van onregelma-
tigheden ingevoerd. Deze procedure beschermt mede-
werkers en business partners die misstanden binnen het
bedrijf melden.
Risicobeheer en interne controle
Raamwerk
Intervest heeft een systeem voor risicobeheer en interne
controle opgezet - aangepast aan haar werking en aan de
omgeving waarin ze opereert en evolueert - op basis van
het internationaal aanvaarde algemene controle raam-
werk ontwikkeld door COSO (Committee of Sponsoring
Organizations of the Treadway Commission). De COSO
beheersingscomponenten dienen daarbij als uitgangs-
punt voor Intervest, nl. de controle-omgeving (gedrag
en cultuur), de risico-analyse, controle-activiteiten om
de risico’s te mitigeren en een periodieke evaluatie van
interne controle.
Actoren
Met het oog op een eectief risicobeheerssysteem
hanteert Intervest een organisatiestructuur met duidelijke
rollen en verantwoordelijkheden ten aanzien van risicobe-
heer, nl. het three lines of defense model. Binnen dit model
wordt er gebruik gemaakt van drie verschillende lijnen om
risicobeheersing in te vullen:
Eerste lijn: Lijnmanagement
De business (lijnmanagement) is primair zelf verantwoor-
delijk voor haar eigen processen en de interne controle
in deze processen. Hierbij is de business ook zelf ver-
antwoordelijk voor de sturing en de beheersing van de
organisatie en de processen.
Tweede lijn: Risk en Compliance
De tweede lijn is verantwoordelijk voor het ondersteu-
nen, adviseren en coördineren van de eerste lijn. Daarbij
bewaakt de tweede lijn ook of het management de
verantwoordelijkheden neemt en hier verantwoording
over aegt.
De uitoefening van de onaankelijke compliancefunctie
wordt, op basis van een mandaat van onbepaalde duur,
waargenomen door de clo, Kevin De Greef.
De rol van risk ocer wordt waargenomen door de
cfo, Vincent Macharis, op basis van een mandaat van
onbepaalde duur.
CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING 
Beide functies leggen verantwoording af aan het audit-
en risicocomité.
Derde lijn: Interne Audit
De derde en laatste lijn is verantwoordelijk voor het
onaankelijk en objectief toetsen van de uitvoering van
risk management. De derde lijn stelt daarbij mogelijke ver-
beteringen voor aan het management om overlappingen
of ontbrekende controles te implementeren.
Intervest heeft de interne auditfunctie toevertrouwd aan
een externe partij nl. BDO Risk & Assurance Services,
vertegenwoordigd door Steven Cauwenberghs. waarbij
Johan Buijs, lid van de raad van toezicht van Intervest, is
aangesteld voor de controle vanuit de vennootschap op de
interne auditfunctie zoals waargenomen door BDO Risk &
Assurance Services en die aldus te beschouwen is als de
eindverantwoordelijke voor de interne audit.
Rol van het audit- en risicocomité
Het audit- en risicocomité ondersteunt de raad van
toezicht bij het vervullen van zijn verantwoordelijkheden
inzake monitoring met het oog op een controle in de
ruimste zin, inclusief de risico’s. De verantwoordelijkheden,
samenstelling, bevoegdheden en werking van dit audit- en
risicocomite zijn beschreven in het intern reglement van
het audit- en risicocomité, beschikbaar in het Corporate
Governance Charter op de website van Intervest:
www.intervest.eu.
Rol van de commissaris
Bij risicobeheersing is ook een rol weggelegd voor de
externe commissaris. De commissaris is volgens haar
beroepsstandaarden verplicht om voorafgaand aan een
controle van de jaarrekening een risicoanalyse uit te voe-
ren. In deze risicoanalyse schenkt de revisor aandacht aan
de risico’s die van invloed kunnen zijn op de jaarrekening.
Beheerscomponenten
Controle-omgeving
De inrichting en aansturing van de organisatie en vooral
gedrag en cultuur zijn essentieel voor de beheersing van
risico’s. De belangrijkste beheersingsmaatregelen in de
controle-omgeving van Intervest betreen:
Tone at the top”: de directieraad van Intervest beves-
tigt o.a. in het jaarlijks verslag van de eectieve leiding
dat het zich ertoe verbindt om een integer beleid te
voeren d.m.v. de voorbeeldfunctie en de schepping van
een aangepaste ethische cultuur;
Vastgelegde strategie, operationeel gemaakt in
het beleggingsbeleid;
Gedragscode die het algemeen aanvaard gedrag
binnen Intervest beschrijft (regels omtrent naleving van
wetgeving, integriteit, belangenconicten, handel in
aandelen, geheime informatie, enz.) van toepassing op
alle medewerkers van Intervest (intern / extern);
Corporate Governance Charter, dat de belangrijke
interne reglementen van de bestuursorganen van
Intervest beschrijft;
Intern reglement, waarin de missie, visie, normen en
waarden van Intervest gedenieerd zijn;
Procedure “melden van onregelmatigheden” die ervoor
zorgt dat misstanden veilig en condentieel kunnen
worden gemeld;
Verhandelingsreglement betreende de meldingsplicht
van personen met een leidinggevende verantwoorde-
lijkheid omtrent transacties in aandelen of schuldinstru-
menten van Intervest;
Belangenconictenregeling conform de wette-
lijke vereisten;
Beleid ten aanzien van giften, (relatie-)geschen-
ken, uitnodigingen;
Beleid ten aanzien van de normen waaraan derde
partijen met wie transacties worden gedaan moeten
voldoen en waarop vervolgens wordt gescreend
(“Customer / Supplier Due Diligence”);
Beloningsbeleid en beleid inzake bonusregelingen, met
daarin elementen van korte termijn en lange termijn
resultaten en van nanciële en niet-nanciële criteria;
Informeren/trainen/jaarlijkse actualisering van de
gedragscodes en andere maatregelen om de bewust-
wording van de medewerkers te vergroten;
Toezicht door de raad van toezicht en externe controle
door de revisor, waarbij (een deel van de) betrokkenen
kennis moeten hebben van de vastgoedmarkt;
Vastgelegd risicomanagement en ingebed in de organi-
satie als onderdeel van de bedrijfsvoering. De mogelijke
risico’s worden periodiek geïnventariseerd en geëvalu-
eerd (zie ook punt Risico-analyse);
Besluitvorming aan de hand van beslisdocumenten en
notulen;
Toegankelijkheid van informatie over afdelingen heen;
Periodieke evaluatie (jaarlijks) van medewerkers;
Medewerkers die afwijken van integer gedrag worden
niet getolereerd en actie wordt ondernomen om de
afwijking te verhinderen in de toekomst;
Compliance workshops als onderdeel van het onboar-
ding proces.
Risico-analyse
De cfo, optredend als risk ocer, voert op halaarlijkse
basis een analyse en evaluatie van de risico’s uit doorheen
Intervest, haar perimetervennootschappen en de verschil-
lende afdelingen.
De beoordeling en classicatie van de geïdenticeerde risi-
co’s gaat volgens vastgelegde criteria voor waarschijnlijk-
heid van voorkomen (kans dat het risico zich daadwerkelijk
voordoet) en mogelijke impact (grootte van de mogelijke
gevolgen) als het risico zich voordoet. Op deze manier
wordt elk individueel risico op uniforme en consistente
wijze beoordeeld.
De vastgelegde drempelwaarde geeft aan welke risico’s
onder of boven de acceptatiebereidheid van Intervest
vallen. Voor alle risico’s die boven de drempelwaarde vallen
moeten er (bijkomende) maatregelen worden getroen.

Op jaarlijkse basis, met een korte update voor het half-
jaarverslag, wordt het risico-register ter bespreking en
goedkeuring voorgelegd aan de raad van toezicht, hetgeen
leidt tot de vereiste publicatie in het halaarlijks nancieel
verslag en jaarverslag.
De risico-opvolging zit verankerd in het risicobeheer-
proces van de onderneming en de verantwoordelijkheid
voor de opvolging ligt bij de verschillende niveaus van de
organisatie: TeamIntervest, de directieraad en de raad
van toezicht.
Controle-activiteiten
In de verschillende afdelingen van Intervest worden er con-
troles uitgevoerd als antwoord op de geïdenticeerde risi-
co’s. De belangrijkste beheersingsmaatregelen betreen:
Investeringen dienen een minimum bepaald rendement
te halen;
Monitoring van de samenstelling van de vastgoedpor-
tefeuille: adequate sectorale en regionale spreiding,
risicospreiding huurders, leegstand, enz.;
Huurovereenkomsten bevatten beschermende
elementen zoals huurwaarborgen en/of bankgaranties
van de huurders, clausules voor automatische jaarlijkse
indexatie van de huurprijzen en veelal een verplichte
schadevergoeding betaalbaar door de huurder bij een
vroegtijdige beëindiging van het contract;
Voldoende kredietruimte bij nanciers om schommelin-
gen in liquiditeitsbehoeften op te vangen;
Functiescheidingen (dus toepassing van vier ogen
principe) tussen initiëren, besluitvorming, uitvoering,
registreren en controleren;
Besluitvoorbereidingen door meerdere disciplines
(asset managers, technisch managers, investment
managers, legal counsel en nance medewerkers);
Gebruik van een geïntegreerde gespecialiseerde soft-
ware voor vastgoedbeheer, exploitatie, boekhouding en
rapportering (Yardi) met ingebouwde systeemcontro-
les bijvoorbeeld goedkeuringsows in het systeem voor
controle op facturen;
Procesbeschrijvingen van de kritische processen
waarin opgenomen de besluitvorming, verantwoording,
opvolging en vastlegging, eveneens de inrichting van de
interne beheersing, met name voor:
Acquisities en disposities
Verhuurproces
Huurfacturatie
Taxaties
Boekhoudkundige afsluiting
Derivaten
Treasur y
Aankoopproces (inclusief oerteprocedure)
Regelmatige toetsing op bestaan en werking van de
interne controles in deze processen, inclusief perio-
dieke interne en externe audits;
Meerjaren onderhoudsbegroting per pand en onder-
houdsbudget per pand voor het komende jaar;
Taxatiebeleid: een driemaandelijkse schatting van
het vastgoedvermogen door onaankelijke deskun-
digen, die onderworpen worden aan een driejaar-
lijks rotatiesysteem
Evaluatie van de interne controle
Zoals reeds hoger vermeld wordt de kwaliteit van de
interne controle in de loop van het boekjaar beoordeeld
door de commissaris, het audit- en risicocomité en de
interne audit.
Andere betrokken partijen
Commissaris
De commissaris, aangesteld door de algemene vergade-
ring van aandeelhouders, is Deloitte Bedrijfsrevisoren
BV en wordt vertegenwoordigd door Kathleen De
Brabander, bedrijfsrevisor.
Vastgoeddeskundigen
De vastgoedportefeuille wordt elk kwartaal gewaardeerd
door vier onaankelijke deskundigen, te weten: Cushman
& Wakeeld Belgium, CBRE Valuation Services (België),
JLL Valuation Advisory bv (Nederland) en Stadim, ieder
voor een gedeelte van de vastgoedportefeuille, gebaseerd
op een rotatieprincipe.
Onaankelijke controlefuncties
Elke openbare GVV dient in het kader van haar interne
controle, invulling te geven aan interne auditprocedures,
een risk managementbeleid en een integriteitsbeleid.
Daarop wordt toegezien door de persoon belast met,
respectievelijk, de interne auditfunctie, de risicobeheer-
functie en de compliancefunctie conform artikel , , 
en  van de GVV-Wet (dit zijn samen de “onaankelijke
controlefuncties”).
Onaankelijke interne auditfunctie
De interne audit kan worden begrepen als een onaan-
kelijke beoordelingsfunctie, ingebed in de organisatie,
gericht op het onderzoek en de beoordeling van de goede
werking, de doeltreendheid en de eciëntie van de door
de vennootschap gehanteerde processen en procedures
bij de uitoefening van haar activiteiten. De persoon ver-
antwoordelijk voor de interne audit kan de verschillende
leden van de organisatie in het kader van de uitoefening
van hun verantwoordelijkheden voorzien van analyses,
aanbevelingen, adviezen, evaluaties en informatie omtrent
de onderzochte activiteiten.
CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING 
Deze interne audit heeft onder meer betrekking op de
werking, doeltreendheid en eciëntie van processen,
procedures en activiteiten inzake:
operationele aangelegenheden: kwaliteit en aangepast-
heid van systemen en procedures, organisatie-struc-
turen, beleidslijnen en gehanteerde methoden en
middelen t.o.v. doelstellingen
nanciële aangelegenheden: betrouwbaarheid van de
boekhouding, de jaarrekening en het nanciële verslag-
gevingsproces, en overeenstemming met de geldende
(boekhoud-)reglementering
managementaangelegenheden: kwaliteit van de
managementfunctie en stafdiensten in het kader van de
doelstellingen van de onderneming
risk management en compliance.
Intervest heeft eind  de externe consulent BDO Risk
& Assurance Services, vertegenwoordigd door Steven
Cauwenberghs, aangesteld als de personen die belast zijn
met de interne audit, waarbij Johan Buijs, lid van de raad
van toezicht van Intervest, is aangesteld voor de controle
vanuit de vennootschap op de interne auditfunctie zoals
waargenomen door BDO Risk & Assurance Services en die
aldus te beschouwen is als de eindverantwoordelijke voor
de interne audit. Het mandaat van BDO Risk & Assurance
Services als externe consulent heeft een duur van drie jaar.
Onaankelijke risicobeheerfunctie
In het kader van het risicobeheerbeleid zal de vennoot-
schap erover waken dat de risico’s waaraan ze is blootge-
steld (marktrisico’s, operationele risico’s, nanciële risico’s
en reglementaire risico’s) op een doeltreende manier
worden ingeschat, gecontroleerd en opgevolgd.
Intervest heeft met dit doel een persoon belast met
de risicobeheerfunctie die verantwoordelijk is voor
o.a. het opstellen, uitwerken, bewaken, actualiseren
en implementeren van het risicobeheerbeleid en de
risicobeheerprocedures.
De onaankelijke risicobeheerfunctie wordt op  decem-
ber  waargenomen door Vincent Macharis, lid van de
directieraad en cfo. Het mandaat is voor onbepaalde duur.
Onaankelijke compliancefunctie
Regels betreende compliance en integriteit zijn bevat
in de functie van de compliance ocer. De vennootschap
heeft een persoon aangesteld als compliance ocer,
belast met het toezicht op de naleving van de regels inzake
marktmisbruik, zoals deze regels onder meer opgelegd
worden door de wet van  augustus  betreende
het toezicht op de nanciële sector en de nanciële
diensten en Verordening EU nr. / betref-
fende marktmisbruik.
De compliance ocer ziet er eveneens op toe dat de
vennootschap de wetten, de reglementen en de gedrags-
 Met betrekking tot de verplichtingen van emittenten van nanciële instrumenten die zijn toegelaten voor verhandeling op de gere-
glementeerde markt – zie ook de wet van  april  inzake het openbare overnamebod.
 Op afsluitingsdatum van dit verslag.
regels die van toepassing zijn op de vennootschap, naleeft.
Om een integere bedrijfscultuur te waarborgen heeft
Intervest een interne gedragscode en een procedure voor
de melding van onregelmatigheden opgesteld.
Artikel ,  van de GVV-Wet bepaalt dat de openbare
GVV “de nodige maatregelen dient te nemen om blijvend
te kunnen beschikken over een passende onaankelijke
compliancefunctie, om de naleving door de openbare GVV,
haar bestuurders, eectieve leiding, werknemers en gevol-
machtigden te verzekeren van de rechtsregels in verband
met de integriteit van het bedrijf van openbare GVV”. In
artikel 6 van het GVV-KB is bepaald dat de openbare GVV
“de nodige maatregelen dient te nemen om permanent te
kunnen beschikken over een passende onaankelijke com-
pliancefunctie. De compliancefunctie is passend wanneer
zij met een redelijke zekerheid de naleving verzekert door
de openbare GVV, haar leden van de raad van toezicht,
eectieve leiders, werknemers en lasthebbers van de
rechtsregels in verband met de integriteit van het bedrijf
van openbare GVV”.
De “onaankelijke compliancefunctie” kan worden begre-
pen als een onaankelijke functie binnen de vennoot-
schap, gericht op het onderzoek naar, en het bevorderen
van, de naleving door de onderneming van de regels die
verband houden met de integriteit van de activiteiten
van de vennootschap. De regels betreen zowel deze
die voortvloeien uit het beleid van de onderneming, het
statuut van de onderneming, alsmede andere wettelijke en
reglementaire bepalingen. Het gaat met andere woorden
om een onderdeel van de bedrijfscultuur, waarbij de
nadruk wordt gelegd op eerlijkheid en integriteit en het
naleven van hoge ethische normen bij het zakendoen.
Daarbij dienen zowel de onderneming als haar medewer-
kers zich integer te gedragen, d.i. eerlijk, betrouwbaar
en geloofwaardig.
Op  december  wordt de onaankelijke
compliance functie waargenomen door Kevin De Greef, lid
van de directieraad en clo. Het mandaat is voor onbe-
paalde duur.
Informatie krachtens artikel 
van het koninklijk besluit van
 november 

Kapitaalstructuur

Gewone aandelen (INTO)
Aantal Kapitaal (in EUR)
..  .., 
Het geplaatst kapitaal bedraagt  .., en is
verdeeld over .. volledig volgestorte aandelen
die elk een gelijk deel ervan vertegenwoordigen. Het zijn

.. gewone aandelen zonder vermelding van
nominale waarde.
Er bestaan geen wettelijke of statutaire beperkingen van
overdracht van eecten, noch voor de uitoefening van
de stemrechten.
Er zijn geen eecten waaraan bijzondere zeggenschaps-
rechten verbonden zijn.
Aandelenoptieplan
De vennootschap heeft geen aandelenoptieplan. De
vennootschap heeft een variabel kortetermijn- en lange-
termijnvergoedingsplan voor de leden van de directieraad,
zoals beschreven in het Remuneratieverslag.
Aandeelhoudersovereenkomsten
Voor zover de vennootschap hiervan kennis heeft, zijn er
geen aandeelhouders die in onderling overleg handelen.
Er zijn bij de vennootschap geen aandeelhoudersover-
eenkomsten bekend die aanleiding kunnen geven tot
beperking van de overdracht van eecten en/of van de
uitoefening van het stemrecht.
Toegestaan kapitaal
De bijzondere algemene vergadering van aandeelhouders
van de vennootschap heeft op  mei  een machti-
ging verleend aan de raad van toezicht om het maatschap-
pelijk kapitaal van de vennootschap te verhogen in één of
meerdere keren met een bedrag van:
i. vijftig procent (50%) van tweehonderdzesenzestig
miljoen vierhonderd en tweeduizend tweehonderdzes-
endertig euro vierentwintig cent (€ 266.402.236,24),
afgerond naar beneden tot op de eurocent, (a) indien de
te verwezenlijken kapitaalverhoging een kapitaalverho-
ging door inbreng in geld met mogelijkheid tot uitoefe-
ning van het voorkeurrecht van de aandeelhouders van
de vennootschap betreft, of (b) indien de te verwezen-
lijken kapitaalverhoging een kapitaalverhoging door
inbreng in geld met mogelijkheid tot uitoefening van
het onherleidbaar toewijzingsrecht (zoals bedoeld in de
Wet van 12 mei 2014 betreende de gereglementeerde
vastgoedvennootschappen en gewijzigd bij Wet van
2 mei 2019 houdende diverse nanciële bepalingen) van
de aandeelhouders van de vennootschap betreft,
II. twintig procent (20%) van tweehonderdzesenzestig
miljoen vierhonderd en tweeduizend tweehonderdzes-
endertig euro vierentwintig cent (€ 266.402.236,24),
afgerond naar beneden tot op de eurocent, indien de te
verwezenlijken kapitaalverhoging een kapitaalverhoging
in het kader van de uitkering van een keuzedividend
betreft,
III. tien procent (10%) van tweehonderd zesenzestig miljoen
vierhonderd en tweeduizend tweehonderdzesendertig
euro vierentwintig cent (€ 266.402.236,24) door (i)
inbreng in natura (anders dan bedoeld onder lid (b)
hierboven), (ii) inbreng in geld zonder de mogelijk-
heid tot uitoefening door de aandeelhouders van de
Vennootschap van het voorkeurrecht of van het onher-
leidbaar toewijzingsrecht, of (iii) enige andere vorm van
kapitaalverhoging,
met dien verstande dat het kapitaal in het kader van het
toegestane kapitaal niet verhoogd zal kunnen worden met
een bedrag hoger dan tweehonderdzesenzestig miljoen
vierhonderd en tweeduizend tweehonderdzesendertig
euro vierentwintig cent ( ..,) in totaal gedu-
rende de periode van vijf jaar te rekenen vanaf de bekend-
making in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van
het desbetreende machtigingsbesluit van de algemene
vergadering. Deze machtiging kan worden hernieuwd.
Het toegestaan kapitaal kan niet worden aangewend om
het kapitaal te verhogen bij toepassing van artikel :
van het WVV in het kader van een openbaar bod tot aan-
koop van de eecten van de vennootschap.
Bij elke kapitaalverhoging stelt de raad van toezicht de
prijs, de eventuele uitgiftepremie en de voorwaarden van
uitgifte van de nieuwe aandelen vast. De kapitaalverhogin-
gen kunnen aanleiding geven tot de uitgifte van aandelen
met of zonder stemrecht.
Wanneer de kapitaalverhogingen, door de raad van toe-
zicht beslist ingevolge deze toelating, een uitgiftepremie
bevatten, moet het bedrag van deze uitgiftepremie op
een speciale onbeschikbare rekening geplaatst worden,
genoemdUitgiftepremies”, die zoals het kapitaal de
waarborg uitmaakt voor derden en die niet zal kunnen
worden verminderd of afgeschaft mits een beslissing
van de algemene vergadering die vergadert volgens de
voorwaarden van aanwezigheid en meerderheid voorzien
voor een kapitaal vermindering, behoudens de omzetting in
kapitaal zoals hierboven voorzien.
Tot nu toe heeft de raad van toezicht gebruik gemaakt
van de hem verleende machtiging om bedragen van het
toegestaan kapitaal te benutten in het kader van:
de kapitaalverhoging door inbreng in natura die
op  augustus  werd beslist ten belope van
 .., exclusief een uitgiftepremie van
 ..,
Kapitaalverhoging
Elke kapitaalverhoging zal worden uitgevoerd in over-
eenstemming met de artikelen : en volgende van het
WVV, onder voorbehoud van wat hierna is vermeld met
betrekking tot het voorkeurrecht.
Bovendien moet de vennootschap zich schikken naar de
bepalingen betreende de openbare uitgifte van aandelen
voorzien in de artikelen  en  van de GVV-Wet.
Bij een kapitaalverhoging door inbreng in geld en onver-
minderd de toepassing van de artikelen : tot : van
het WVV, kan het voorkeurrecht enkel worden beperkt
of opgeheven als aan de bestaande aandeel houders een
onherleidbaar toewijzingsrecht wordt verleend bij de
toekenning van nieuwe eecten. Dit onherleidbaar toewij-
zingsrecht voldoet aan de volgende voorwaarden:
. het heeft betrekking op alle nieuw uitgegeven eecten
. het wordt aan de aandeelhouders verleend naar rato
CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING 
van het deel van het kapitaal dat hun aandelen verte-
genwoordigen op het moment van de verrichting
. uiterlijk aan de vooravond van de opening van de open-
bare inschrijvingsperiode wordt een maximumprijs per
aandeel aangekondigd
. de openbare inschrijvingsperiode moet in dat geval
minimaal drie beursdagen bedragen.
De kapitaalverhogingen door middel van inbrengen
in natura zijn onderworpen aan de bepalingen van de
artikelen : en : van het WVV. Bovendien, en
overeenkomstig artikel   van de GVV-Wet, moeten de
volgende voorwaarden worden nageleefd:
. de identiteit van de inbrenger moet worden vermeld in
het verslag bedoeld in artikel : van het WVV alsook
in de oproeping tot de algemene vergadering die voor
de kapitaalverhoging bijeengeroepen wordt
. de uitgifteprijs mag niet minder bedragen dan de laag-
ste waarde van (a) een nettowaarde die dateert van ten
hoogste vier maanden vóór de datum van de inbreng-
overeenkomst of, naar keuze van de vennootschap,
vóór de datum van de akte van kapitaalverhoging, en (b)
de gemiddelde slotkoers gedurende de dertig kalender-
dagen voorafgaand aan diezelfde datum.
. Voor de toepassing van de vorige zin is het toegestaan
om van het in punt (b) van vorig lid bedoelde bedrag
een bedrag af te trekken dat overeenstemt met het
deel van het niet-uitgekeerde brutodividend waarop de
nieuwe aandelen eventueel geen recht zouden geven,
op voorwaarde dat de raad van toezicht het af te trek-
ken bedrag van het gecumuleerde dividend speciek
verantwoordt in zijn bijzonder verslag en de nanciële
voorwaarden van de verrichting toelicht in zijn jaarlijks
nancieel verslag
. behalve indien de uitgifteprijs of de ruilverhouding,
alsook de betrokken modaliteiten uiterlijk op de
werkdag na de afsluiting van de inbrengovereenkomst
worden bepaald en aan het publiek meegedeeld met
vermelding van de termijn waarbinnen de kapitaalver-
hoging eectief zal worden doorgevoerd, wordt de akte
van kapitaalverhoging verleden binnen een maximale
termijn van vier maanden
. het onder ° bedoelde verslag moet tevens de weerslag
van de voorgestelde inbreng op de toestand van de
vroegere aandeelhouders toelichten, in het bijzonder
wat hun aandeel in de winst, in de nettowaarde en in
het kapitaal betreft, alsook de impact op het vlak van
de stemrechten.
Bovenstaand is niet van toepassing bij de inbreng van het
recht op dividend in het kader van de uitkering van een
keuzedividend, voor zover dit eectief voor alle aandeel-
houders betaalbaar wordt gesteld.
Inkoop van aandelen
Conform artikel  van de statuten kan de vennootschap
haar eigen aandelen verwerven, in pand houden of
vervreemden krachtens de beslissing van de algemene
vergadering overeenkomstig de bepalingen van het WVV.
Daarenboven mag de raad van toezicht, voor een periode
van vijf jaar vanaf de bekendmaking van de beslissing in de
Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad, i.e. vanaf  juni ,
voor rekening van de vennootschap, de eigen aandelen
van de vennootschap verwerven en in pand nemen (zelfs
buiten de beurs) aan een eenheidsprijs die niet lager mag
zijn dan   van de beurskoers van de slotnotering van
de dag vóór de datum van de transactie (verwerving en in
pand nemen) en die niet hoger mag zijn dan   van de
beurskoers van de slotnotering van de dag vóór de datum
van de transactie (verwerving en in pand nemen) zonder
dat de vennootschap meer mag bezitten dan   van het
totaal aantal uitgegeven aandelen.
Op  december  heeft Intervest, noch haar perime-
tervennootschappen, eigen aandelen in bezit.
Overeenkomsten bij gewijzigde controle
na openbaar overnamebod
Er zijn geen belangrijke overeenkomsten waarbij Intervest
partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan
of aopen in geval van een wijziging van controle over
de vennootschap na een openbaar overnamebod, met
uitzondering van de gangbare clausules in zo goed als alle
nancieringsovereenkomsten, waarbij de bank zo snel
als mogelijk op de hoogte gebracht dient te worden bij
substantiële wijzigingen in de aandeelhoudersstructuur (in
sommige contracten gespeciceerd als wijzigingen tussen
de  en ), en die de bank het recht geeft te oorde-
len dat de kredietovereenkomst gewijzigd of stopgezet
dient te worden.
De nancieringsovereenkomsten met een ‘change of con-
trol’ clausule worden ter goedkeuring en indien nodig ter
bekrachtiging voorgelegd aan de eerstvolgende jaarlijkse
algemene vergadering van aandeelhouders. In de notulen
van de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhou-
ders worden de desbetreende nancieringsovereenkom-
sten omschreven. Deze notulen zijn allemaal raadpleeg-
baar op de website van Intervest www.intervest.eu.

Opnieuw goud voor Jaarverslag  en ook goud voor
Duurzaamheidsverslag 
Het Jaarverslag  van Intervest sleepte opnieuw een EPRA Gold Award in de wacht tijdens de jaarlijkse conferentie
van de European Real Estate Association. Het is de negende keer op rij dat Intervest voor haar jaarverslag een Gold Award
mocht ontvangen van deze toonaangevende vereniging die pleit voor een verbetering van transparantie en consistentie in
nanciële rapportering.
EPRA heeft dit ook uitgebreid naar aanbevelingen en rapportering m.b.t. duurzaamheid, de zgn. sustainability BPR. Het
Intervest Duurzaamheidsverslag , de vierde editie, sleept eveneens een EPRA sBPR Gold Award in de wacht.
EPRA & APM
1
Deze cijfergegevens werden niet geauditeerd door de commissaris met uitzondering van het EPRA resultaat en de EPRA
NAV indicatoren.
EPRA & APM 
EPRA Kernprestatie-indicatoren
Het verslag kan geraadpleegd worden op de website van EPRA: www.epra.com.
EPRA is de European Public Real Estate Association die aanbevelingen formuleert om de transparantie en consistentie van
nanciële rapportering te verhogen, de zogenaamde BPR of Best Practices Recommendations.
In oktober  heeft EPRA’s Reporting and Accounting Committee de geactualiseerde EPRA Best Practices
Recommendations (‘BPR’)
gepubliceerd. Deze BPR bevatten de aanbevelingen betreende de bepaling van belangrijke
prestaties-indicatoren voor de prestaties van de vastgoedportefeuille. Intervest onderschrijft het belang van standaardi-
sering van de rapportage van prestatie-indicatoren uit oogpunt van vergelijkbaarheid en verbetering van de kwaliteit van
de informatie aan beleggers en andere gebruikers van het jaarverslag. Om deze reden heeft Intervest er voor gekozen om
de belangrijkste prestatie-indicatoren op te nemen in een apart hoofdstuk van het jaarverslag.
De commissaris heeft nagegaan of het “EPRA resultaat”, en de “EPRA NTA, beiden opgenomen in de nanciële staten,
berekend zijn volgens de denities van de EPRA BPR van oktober , en of de nanciële gegevens die voor de berekening
van deze ratio’s worden gebruikt, overeenstemmen met de boekhoudgegevens van de geconsolideerde nanciële staten.
Tabel EPRA-indicatoren Denities EPRA* -- 31-12-2022
EPRA resultaat Resultaat aomstig van de strategische operationele
activiteiten.
Doelstelling: meet het resultaat van de strategische
operationele activiteiten, met uitsluiting van (i) de vari-
aties in de reële waarde van nanciële activa en passiva
(niet-eectieve hedges), en (ii) het portefeuilleresultaat
(de al dan niet gerealiseerde winst of verlies op vast-
goedbeleggingen).
in EUR x . . .
EUR/aandeel , ,
EPRA Net Asset
Value (NAV)
indicatoren
Doelstelling: past de IFRS NAW aan om de stakeholders
een zo juist mogelijke informatie te verstrekken over de
reële waarde van de activa en verplichtingen van een
vennootschap die in vastgoed investeert in drie verschil-
lende gevallen:
(i) EPRA Net Reinstatement Value (NRV) geeft een
schatting van het bedrag dat nodig is om de vennoot-
schap opnieuw op te richten via de investeringsmarkten
op basis van de huidige kapitaal- en nancieringsstruc-
tuur, inclusief de real estate transfer tax.
in EUR x . . .
EUR/aandeel , ,
(ii) EPRA Net Tangible Assets (NTA) gaat uit van de
hypothese dat de vennootschap activa verwerft en
verkoopt, hetgeen zou resulteren in de realisatie van
bepaalde onvermijdelijke uitgestelde belastingen.
in EUR x . . .
EUR/aandeel , ,
(iii) EPRA Net Disposal Value (NDV) vertegenwoordigt
de waarde die toekomt aan de aandeelhouders van de
vennootschap in geval van verkoop van haar activa,
hetgeen zou leiden tot de regeling van uitgestelde belas-
tingen, de liquidatie van de nanciële instrumenten en
het in rekening nemen van andere verplichtingen aan hun
maximum bedrag, min belastingen.
in EUR x . . .
EUR/aandeel , ,

Tabel EPRA-indicatoren Denities EPRA* -- 31-12-2022
(i) EPRA Netto
Initieel Rendement
(NIR)
Geannualiseerde brutohuurinkomsten op basis van de
contractuele huren op afsluitingsdatum van de jaarreke-
ningen, met uitsluiting van de vastgoedkosten, gedeeld
door de marktwaarde van de portefeuille verhoogd met
de geschatte mutatierechten en –kosten bij hypothetische
vervreemding van vastgoedbeleggingen.
Doelstelling: een indicator om vastgoedportefeuilles te
vergelijken op basis van rendement.
, ,
(ii) EPRA
aangepast NIR
Deze ratio voert een correctie uit op de EPRA NIR voor
de aoop van huurvrije periodes (of andere niet-ver-
vallen huurincentives zoals een huurperiode met korting
en getrapte huurprijzen).
Doelstelling: een indicator om vastgoedportefeuilles te
vergelijken op basis van rendement.
, ,
EPRA
huurleegstands-
percentage
Geschatte huurwaarde (GHW) van leegstaande opper-
vlakte, gedeeld door de GHW van de totale portefeuille.
Doelstelling: meet de leegstand van de portefeuille vast-
goedbeleggingen op basis van de GHW (ERV).
 ,
EPRA kost ratio
(inclusief directe
leegstandskosten)
EPRA kosten (inclusief directe leegstandskosten) gedeeld
door de brutohuurinkomsten verminderd met de vergoe-
dingen voor recht van opstal en erfpacht.
Doelstelling: meet betekenisvolle veranderingen in de alge-
mene en operationele kosten van de vennootschap.
, ,
EPRA kost ratio
(exclusief directe
leegstandskosten)
EPRA kosten (exclusief directe leegstandskosten) gedeeld
door de bruto huurinkomsten verminderd met de vergoe-
dingen voor recht van opstal en erfpacht.
Doelstelling: meet betekenisvolle veranderingen in de alge-
mene en operationele kosten van de vennootschap zonder
eect van wijzigingen in leegstandskosten
, ,
EPRA Loan-to-
Value (LTV)
Schuld gedeeld door de marktwaarde van de portefeuille.
Doelstelling: meet de verhouding van de schulden ten
opzichte van de marktwaarde van de vastgoedporte-
feuille.
, ,
* Bron: EPRA Best Practices (www.epra.com).
EPRA & APM 
Tabellen EPRA Kernprestatie-indicatoren
Tabel : EPRA resultaat
Reconciliatie in EUR x . -- 31-12-2022
Nettoresultaat IFRS (aandeel Groep) . .
Aanpassingen voor de berekening van het EPRA resultaat
Uit te sluiten:
Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen -. 
Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen - -.
Ander portefeuilleresultaat -. .
Variaties in de reële waarde van nanciële activa en passiva -. .
Minderheidsbelangen mbt bovenstaande -. -.
EPRA resultaat A . .
Gewogen gemiddeld aantal aandelen B .. ..
EPRA resultaat per aandeel (in EUR) A/B , ,
Tabel : EPRA NAV indicatoren
in EUR x . -- 31-12-2022
EPRA NRV EPRA NTA EPRA NDV EPRA NRV EPRA NTA EPRA NDV
IFRS Eigen vermogen toewijsbaar aan
aandeelhouders van de moedermaat-
schappij
674.706 674.706 674.706 . . .
Verwaterde NAV aan reële waarde 674.706 674.706 674.706 693.352 693.352 693.352
Uit te sluiten: (-) -. -. . .
Uitgestelde belastingen met betrekking
tot de herwaardering aan reële waarde
van vastgoedbeleggingen
-. -. -. -.
Reële waarde van nanciële instru-
menten
. . . .
Immateriële vaste activa volgens de
IFRS-balans
 
Toe te voegen: () . . . .
Reële waarde van schulden met vaste
rentevoet
. .
Real estate transfer taks . .
NAV 752.975 685.639 686.544 749.666 687.015 713.526
Verwaterd aantal aandelen .. .. .. .. .. ..
NAV per aandeel (in EUR) 24,43 22,24 22,27 25,64 23,50 24,41
De EPRA NTA per aandeel bedraagt op  december   ,. Dit betekent een daling van  , tegenover  ,
per  december  voornamelijk als gevolg van de kapitaalverhoging door het keuzedividend en de acquisitie van ILWS
in combinatie met de EPRA resultaat-generatie, de waardedaling van de vastgoedportefeuille en de dividenduitkering over
het boekjaar .

Tabel : EPRA Netto Initieel Rendement (NIR) en EPRA aangepast NIR
Reconciliatie in EUR x . -- 31-12-2022
Vastgoedbeleggingen en vastgoed bestemd voor verkoop .. ..
Uit te sluiten:
Projectontwikkelingen met het oog op verhuring (-) . .
Vastgoed beschikbaar voor verhuring 1.342.423 1.261.076
Toe te voegen:
Geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vast-
goedbeleggingen
() . .
Investeringswaarde van het vastgoed beschikbaar voor verhuring - inclusief recht van
gebruik gehouden vastgoed
(B) 1.406.649 1.322.247
Geannualiseerde brutohuurinkomsten . .
Uit te sluiten:
Vastgoedkosten* -. -.
Geannualiseerde nettohuurinkomsten (A) 72.027 63.421
Aanpassingen:
Huur bij aoop van huurvrije periodes of andere huurkortingen . .
Geannualiseerde 'topped-up' nettohuurinkomsten (C) 75.828 67.417
EPRA NETTO INITIEEL RENDEMENT (in ) (A/B) , ,
EPRA AANGEPAST NETTO INITIEEL RENDEMENT (in) (C/B) , ,
* De perimeter van de uit te sluiten vastgoedkosten voor de berekening van het EPRA Netto Initieel Rendement wordt vastgelegd
in de EPRA Best Practices en stemt niet overeen met de “Vastgoedkosten” zoals ze in de geconsolideerde IFRS-rekeningen
worden voorgesteld.
Tabel : EPRA huurleegstandspercentage
-- 31-12-2022
Segment
Verhuurbare
oppervlakte
(in m x .)
Geschatte huur-
waarde (ERV)
voor de leegstand
(in EUR x .)
Geschatte huur-
waarde (ERV)
(in EUR x .)
EPRA
huurleegstand
(in )
EPRA
huurleegstand
(in )
Kantoren  . .  
Logistiek vastgoed België  . .  
Logistiek vastgoed Nederland   .  
TOTAAL VASTGOED
beschikbaar voor verhuring
. . .  
EPRA & APM 
Tabel : EPRA kost ratio’s
Reconciliatie in EUR x . -- 31-12-2022
Administratieve en operationele uitgaven (IFRS) . .
Met verhuur verbonden kosten 76 19
Recuperatie van vastgoedkosten -1.163 -1.249
Recuperatie van huurlasten
Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederin-
staatstelling
1.138 1.629
Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven -918 -939
Vastgoedkosten 10.984 8.566
Algemene kosten 10.437 4.387
Andere operationele opbrengsten en kosten 903 475
Uit te sluiten:
 Vergoedingen voor recht van opstal en erfpacht -9 -9
EPRA kosten (inclusief directe leegstandskosten) (A) 21.448 12.879
Leegstandskosten -. -.
EPRA kosten (exclusief directe leegstandskosten) (B) 19.760 11.794
Huurinkomsten verminderd met vergoedingen voor recht van opstal en erfpacht (C) 81.071 71.465
EPRA kost ratio (inclusief leegstandskosten) (in ) (A/C) , ,
EPRA kost ratio (exclusief leegstandskosten) (in ) (B/C) , ,
Tabel : EPRA LTV
De EPRA LTV voorziet in enkele aanpassingen aan de IFRS-rapportering, de belangrijkste concepten die worden geïntro-
duceerd zijn de volgende:
in geval van twijfel, wordt elk kapitaal dat geen eigen vermogen is beschouwd als schuld (ongeacht de IFRS-classicatie
hiervan);
activa worden opgenomen aan reële waarde;
de nettoschuld wordt opgenomen tegen nominale waarde;
er wordt geen aanpassing in verband met IFRS voorgesteld, omdat deze saldi doorgaans aan beide zijden van de
berekening voorkomen;
de EPRA LTV wordt berekend op basis van proportionele consolidatie, dit houdt in dat de EPRA LTV het aandeel van de
Groep in de nettoschuld en de nettoactiva van joint ventures of materiële deelnemingen omvat.
in EUR x . --
Gerapporteerd Minderheidsbelang Aandeel groep
Toe te voegen:
Leningen uit kredietinstellingen . . .
Commercial Paper . .
Greenbond/USPP . .
Nettoschulden/vorderingen . . .
Uit te sluiten:
Kas en kasequivalenten (-) -. - -.
EPRA Nettoschuld (A) 710.150 36.770 673.380
Toe te voegen:
Vastgoed beschikbaar voor verhuur (incl. zonnepanelen ed.) .. . ..
Vastgoed bestemd voor verkoop . .
Projectontwikkelingen en grondreserves . . .
Immateriële vaste activa  
Financiële activa . . .
EPRA Totaal vastgoedwaarde (B) 1.440.187 75.357 1.364.830
EPRA LTV (A/B) 49,3% 49,3%

in EUR x . 31-12-2022
Gerapporteerd Minderheidsbelang Aandeel groep
Toe te voegen:
Leningen uit kredietinstellingen . . .
Commercial Paper . .
Greenbond/USPP . .
Nettoschulden/vorderingen . . .
Uit te sluiten:
Kas en kasequivalenten (-) -. - -.
EPRA Nettoschuld (A) 660.309 28.455 631.854
Toe te voegen:
Vastgoed beschikbaar voor verhuur (incl. zonnepanelen ed.) .. . ..
Vastgoed bestemd voor verkoop . .
Projectontwikkelingen en grondreserves . . .
Immateriële vaste activa  
EPRA Totaal vastgoedwaarde (B) 1.375.572 55.217 1.320.355
EPRA LTV (A/B) 48,0% 47,9%
Tabel : EPRA nettohuurinkomsten op constante vergelijkingsbasis
in EUR x .  31-12-2022
Segment
Gelijkblijvende
samenstelling van
de portefeuille
gedurende twee jaar
Acquisities
& ontwikke-
lingen
Desinves-
teringen
Totale
netto
huur-
inkomsten
Gelijkblijvende
samenstelling van
de portefeuille
gedurende twee jaar
Evolutie
nettohuur-
inkomsten
Evolutie
nettohuur-
inkomsten
(in )
Kantoren .  . . . -. -
Wijzigingen ten gevolge
van indexatie
. 
Wijzigingen in de bezet-
tingsgraad
- -
Wijzigingen door
heronderhandeling met
bestaande huurders of
nieuwe huurders
- 
Wijziging in ontvangen
schadevergoedingen
-. -
Wijzigingen Greenhouse  
Wijzigingen in gespreide
huurvoordelen als
gevolg van onderhande-
lingen en breakdata
 
Logistiek België . . . . . 
Wijzigingen ten gevolge
van indexatie
. 
Wijzigingen in de bezet-
tingsgraad
 
Wijzigingen door
heronderhandeling met
bestaande huurders of
nieuwe huurders
- 
EPRA & APM 
in EUR x .  31-12-2022
Wijzigingen in
ontvangen schadever-
goedingen
- 
Wijzigingen in gespreide
huurvoordelen als
gevolg van onderhande-
lingen en breakdata
 
Logistiek Nederland . . . . . 
Wijzigingen ten gevolge
van indexatie
. 
Wijzigingen in de bezet-
tingsgraad
- -
Wijzigingen door
heronderhandeling met
bestaande huurders of
nieuwe huurders

Wijzigingen in
ontvangen schadever-
goedingen

Wijzigingen in gespreide
huurvoordelen als
gevolg van onderhande-
lingen en breakdata

TOTAAL HUUR-
INKOMSTEN bij gelijk-
blijvende samenstelling
. . . . . . 
Reconciliatie met de
geconsolideerde netto
huurinkomsten
Met verhuur verbonden
kosten
-
NETTOHUUR-
RESULTAAT
.
Bovenstaande tabel geeft de evolutie van de EPRA huurinkomsten weer bij gelijkblijvende samenstelling van de porte-
feuille. Dit wil zeggen dat de extra huurinkomsten ontvangen als gevolg van de acquisities uit  en  niet worden
opgenomen in de vergelijkingsbasis.
Bij de kantoren is er een daling van , voornamelijk als gevolg van de verbrekingsvergoeding die ontvangen is voor
het vroegtijdige vertrek van huurder Enterprise Service Belgium in Mechelen Business Tower in . In het logistieke
segment is er zowel in België als in Nederland een toename van , in beide segmenten is dit grotendeels het eect van de
indexering van de huurgelden.

Tabel : EPRA investeringsuitgaven op constante vergelijkingsbasis
in EUR x . 31-12-2023 31-12-2022
Kantoren Logistiek
België
Logistiek
Nederland
Kantoren Logistiek
België
Logistiek
Nederland
Verwervingen . . .
Verwerving van vastgoedbeleggingen 0 29.500 0 0 4.627 30.222
Verwerving van vastgoed via aandelen
in vastgoedvennootschappen
0 29.000 0 0 60.566 0
Investeringen in projectontwikkelingen  . . . . .
Waarvan geactiveerde rente: 0 598 149 344 1.203 100
Like-for-like portefeuille* . . .  . 
Waarvan met bijkomende verhuur-
bare oppervlakte:
0 0 0 0 0 0
TOTAAL . . . . . .
Aanpassing niet geldelijke posten  .  -.
TOTAAL CASHFLOW . . . . . .
* De investeringsuitgaven vermeld bij de “Like-for-like portefeuille” betreen investeringen en uitbreidingen in gebouwen in bezit van
de vennootschap op  januari  en nog steeds in bezit op  december .
In de logistieke portefeuille in België zijn er in  aankopen geweest in Gent, St.George en Herstal. Er is eveneens
geïnvesteerd in de verdere afwerking Genk Green Logistics.
In de Nederlandse logistieke portefeuille is er in  geïnvesteerd in de projectontwikkeling in den Bosch.
De aanpassing voor niet-geldelijke posten in het logistieke segment van België heeft enerzijds betrekking op de variatie
in de voorziening voor te ontvangen facturen inzake de afwerking van (voornamelijk) de site in Genk Green Logistics,
Anderzijds is in verband met de aandelentransactie van ILWS enkel de eectief betaalde prijs van de aandelen opge-
nomen in de investeringsuitgaven van het kasstroomoverzicht. Andere niet-cash gerelateerde posten zoals de IFRS-
aanpassing voor de concessievergoeding van het aangekochte pand in Gent Skaldenstraat zijn eveneens niet opgenomen
in het cashowverloop.
EPRA & APM 
Alternatieve prestatiemaatstaven
Alternatieve prestatiemaatstaven (APM) zijn maatstaven die Intervest hanteert om haar operationele performantie te
meten en op te volgen. De maatstaven worden gebruikt in de nanciële verslaggeving maar zijn niet gedenieerd in een
wet of in algemeen aanvaarde boekhoudprincipes (GAAP). De European Securities and Markets Authority (ESMA) heeft
richtlijnen uitgevaardigd die van toepassing zijn vanaf  juli  voor het gebruik en de toelichting van de alternatieve
prestatiemaatstaven. De alternatieve prestatiemaatstaven zijn gemarkeerd met en voorzien van een denitie, doel-
stelling en reconciliatie zoals vereist volgens de ESMA richtlijn. De EPRA-indicatoren die als APM beschouwd worden, zijn
opgenomen onder het hoofdstuk “EPRA Kernprestatie-indicatoren”.
Gemiddelde rentevoet van de nancieringen
Denitie - De gemiddelde rentevoet van de nancieringen van de vennootschap wordt berekend door de som van net-
to-interestkosten (op jaarbasis) en de geactiveerde intercalaire interesten te delen door de gewogen gemiddelde schuld
van de periode (op basis van de dagelijkse opnames van de nancieringen (kredieten bij nanciële instellingen, obligatie-
leningen, enz)). Deze alternatieve prestatiemaatstaf wordt berekend op basis van de geconsolideerde jaarrekening van
de vennootschap.
Doelstelling - De gemiddelde rentevoet van de nancieringen meet de gemiddelde nancieringskost van de schulden en laat
toe om de evolutie er van in de tijd op te volgen, in functie van de evoluties van de vennootschap en van de nanciële markten.
Reconciliatie in EUR x . -- 31-12-2022
Netto-interestkosten (A) . .
Geactiveerde intercalaire interesten (B)  .
Gemiddelde schuld van de periode (C) . .
Gemiddelde rentevoet van de nancieringen (op basis 360/365) (%)  (AB)/C 3,1% 2,0%
Net debt / EBITDA
Denitie - De Net debt-EBITDA verhouding wordt berekend door de langlopende en kortlopende nanciële verplichtingen
(verminderd met kasgelden) te delen door het operationeel resultaat (voor het resultaat op de portefeuille) gecorrigeerd
met de afschrijvingen.
Doelstelling - De Net debt / EBITDA geeft aan hoeveel jaar de vennootschap nodig heeft om haar nanciële schulden
terug te betalen, in de veronderstelling dat de nanciële schulden en EBITDA constant blijven.
Reconciliatie in EUR x . -- 31-12-2022
Financiële schulden . .
Kas en kasequivalenten -. -.
Net debt (IFRS) A 672.891 625.773
Operationeel resultaat voor het resultaat op portefeuille . .
Afschrijvingen . 
EBITDA (IFRS) B 60.725 59.359
Net debt/ EBITDA  A/B 11,1 10,5
Nettoresultaat per aandeel (aandeel Groep)
Denitie - Het nettoresultaat per aandeel (aandeel van de Groep) wordt berekend door het nettoresultaat zoals blijkt uit
de resultatenrekening, te delen door het gewogen gemiddelde van het aantal aandelen (i.e. het totaal aantal uitgegeven
aandelen min de eigen aandelen) gedurende het boekjaar. Deze alternatieve prestatiemaatstaf wordt berekend op basis
van de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap.
Reconciliatie -- 31-12-2022
Nettoresultaat (aandeel Groep) (in EUR x .) A . .
Gewogen gemiddeld aantal aandelen B .. ..
Nettoresultaat per aandeel (aandeel Groep) (in EUR) A/B 0,20 1,94

Nettowaarde per aandeel
Denitie - Totaal eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (dus na aftrek van de
minderheidsbelangen), gedeeld door het aantal aandelen op jaareinde (eventueel na aftrek van de eigen aandelen). Deze
alternatieve prestatiemaatstaf wordt berekend op basis van de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap.
Doelstelling - De nettowaarde (reële waarde) per aandeel meet de waarde van het aandeel op basis van reële waarde van
de vastgoedbeleggingen en maakt een vergelijking met de beurskoers mogelijk.
Reconciliatie -- 31.12.2022
Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij
(in EUR x .)
A . .
Aantal aandelen op jaareinde B .. ..
Nettowaarde per aandeel (in EUR) A/B 21,89 23,72
Operationele marge
Denitie - De operationele marge is het operationeel resultaat vóór resultaat op de portefeuille gedeeld door de huurinkom-
sten. Deze alternatieve prestatiemaatstaf wordt berekend op basis van de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap.
Doelstelling - De operationele marge geeft een indicatie over de mogelijkheid van de vennootschap om winst te gene-
reren uit haar operationele activiteiten, zonder rekening te houden met het nancieel resultaat, de belastingen en
het portefeuilleresultaat.
Reconciliatie in EUR x . -- 31-12-2022
Operationeel resultaat vóór resultaat op de portefeuille A . .
Huurinkomsten B . .
Operationele marge (%) A/B 74% 82%
Portefeuilleresultaat en portefeuilleresultaat (aandeel Groep)
Denitie - Het portefeuilleresultaat omvat (i) het resultaat op verkoop van vastgoed beleggingen, (ii) de variaties in de
reële waarde van vastgoedbeleggingen, en (iii) het ander portefeuilleresultaat. Deze alternatieve prestatiemaatstaf wordt
berekend op basis van de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap.
Doelstelling - Het portefeuilleresultaat meet de gerealiseerde en niet-gerealiseerde winst en verlies verbonden aan de
vastgoedbeleggingen, in vergelijking met de waardering van de onaankelijke vastgoeddeskundigen op het einde van het
vorige boekjaar.
Reconciliatie in EUR x . -- 31-12-2022
Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen -. 
Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen - -.
Ander portefeuilleresultaat -. .
Portefeuilleresultaat -8.336 -21.708
Minderheidsbelang -. -.
Portefeuilleresultaat (aandeel Groep) -15.238 -26.010
ESG & NIET FINANCIËLE STATEN
1 Inleiding
2 Beperking klimaatverandering: toekomstbestendige gebouwen
3 Stakeholders: gezondheid, welzijn en inclusie
4 Corporate governance: zakelijke integriteit en conformiteit
5 EPRA Sustainability Performance Data 2023
6 Onaankelijk assurance-rapport
ESG &
NIET FINANCLE STATEN
Inleiding
Dit ESG-hoofdstuk ligt in het verlengde van het nanciële
jaarverslag.
Intervest wil een voortrekker zijn op het vlak van duur-
zaamheid en plaatst duurzaamheid daarom als een
essentieel onderdeel van haar strategie, zijnde duurzame
waardecreatie, met oog voor continue kwaliteitsverbete-
ring van de gebouwen voor klanten.
Voor Intervest betekent duurzaamheid welzijn op lange
termijn voor het eigen team, de klanten en medewerkers.
Het uiteindelijke doel is om waarde te creëren voor al haar
stakeholders op een duurzame en toekomstbestendige
manier.
Onderwerpen op het gebied van milieu, maatschappij en
goed bestuur (ESG) zijn volledig geïntegreerd in de inves-
terings- en managementaanpak van het bedrijf.
Milieuonderwerpen verwijzen naar het antwoord van
het bedrijf op milieukwesties zoals klimaatverandering,
uitputting van hulpbronnen, afval en vervuiling.
Sociale onderwerpen hebben betrekking op de zorg
van het bedrijf voor mensen, werknemers en lokale
gemeenschappen, inclusief gezondheid, veiligheid en
inclusie.
Governance-onderwerpen hebben betrekking op
hoe het bedrijf wordt geleid, van bedrijfsbeleid en
besluitvormingsprocessen tot naleving en de houding
ten opzichte van kwesties als corruptie, diversiteit
en beloning.
Als erkenning van haar inspanningen op het gebied van
ESG, maakt het aandeel van Intervest sinds  deel uit
van de BEL®ESG index van Euronext. Eeveneens behaalde
het ‘Sustainability Report ’ van Intervest opnieuw een
EPRA sBPR Gold Award.
Ambities
De ESG-strategie is opgebouwd rond drie focusgebieden
die de meest relevante trends op het gebied van milieu,
maatschappij en goed bestuur aanpakken om waarde te
creëren voor alle belanghebbenden:
. Toekomstbestendige gebouwen/Energie-eciëntie
. Gezondheid en welzijn
. Zakelijke integriteit en compliance
Het verbeteren van de ESG-prestaties van Intervest is een
integraal onderdeel van de waardecreatiestrategie op
lange termijn en verankerd in het DNA.
Het doel is om gezonde en inspirerende omgevingen te
creëren en werkplekken inclusieve steunpilaren te maken
met de focus op gezondheid en welzijn van huurders en
medewerkers.

Duurzaamheidsteam op strategisch
niveau
Er is een duurzaamheidsteam opgericht op strategisch
niveau. Dit team brengt de expertise van verschillende
bedrijfsactiviteiten - vastgoedbeheer en project(her)
ontwikkeling - samen en wordt ondersteund door de raad
van toezicht. Het duurzaamheidsteam is verantwoordelijk
voor de ontwikkeling en opvolging van de ESG-strategie
en rapporteert rechtstreeks aan de ceo.
In zijn functie is de ceo verantwoordelijk voor zowel
het strategische aspect (de ontwikkeling van een ESG-
strategie en actieplan, dialoog aangaan met belangheb-
benden inzake duurzaamheid), als het operationele aspect
(coördinatie en follow-up van het ESG-actieplan, motivatie
en ondersteuning van collega’s bij de uitvoering van de
verschillende initiatieven). De ceo is ook verantwoordelijk
voor het sociale aspect van duurzaamheid en voor de ESG-
aspecten bij nieuwe investeringen. De technisch directeur
zorgt voor de implementatie van de ESG-acties binnen de
nieuwe ontwikkelingen en herontwikkelingen. De asset
managers zijn verantwoordelijk voor de ESG-strategie
voor de reeds bestaande gebouwen in de portefeuille.
Zij zijn binnen hun gebied verantwoordelijk voor het
verspreiden van de duurzaamheidsvisie naar collega’s. Ze
fungeren ook als antennes om vanuit hun projecten terug
te koppelen welke acties er zijn ondernomen en leveren
input voor het verbeteren van het ESG-beleid. De cfo
is verantwoordelijk voor de ESG-risicobewaking en het
groene nancieringsraamwerk.
Op operationeel niveau streeft Intervest ernaar om
iedereen binnen het bedrijf te betrekken bij de duur-
zaamheidsvisie. De afgelopen jaren zijn er al veel duur-
zaamheidsacties uitgevoerd. Met de ontwikkeling van het
ESG-beleid wil Intervest meer structuur en systematiek in
de processen brengen.
Principes, richtlijnen en materialiteit
Intervest bekijkt voortdurend in welke mate haar investe-
rings- en beheerprocessen zijn afgestemd op de volgende
internationale normatieve standaarden:
 https://sdgs.un.org/goal
 https://www.unglobalcompact.org/
 https://www.epra.com/sustainability/sustainability-reporting/guidelines
 https://ec.europa.eu/info/business-economy-euro/banking-and-nance/sustainable-nance/
eu-taxonomy-sustainable-activities_en
. De  duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde
Naties (SDG’s)
. De  Global Compact principes van de Verenigde
Naties
. De EPRA sBPR-aanbevelingen (European Public Real
Estate sustainable Best Practices Recommendations)
. De taxonomieverordening van de EU
Het verbeteren van de ESG-prestaties van Intervest is
een integraal onderdeel van de lange termijn waardecrea-
tiestrategie en verankerd in haar DNA.
Om bij te dragen aan de doelstellingen van de EU Green
Deal om de EU klimaatneutraal te maken in , is het
van vitaal belang dat investeringen worden gericht op
duurzame projecten en activiteiten.
Er is een gemeenschappelijk classicatiesysteem voor
duurzame economische activiteiten gecreëerd, oftewel
een “EU taxonomie”. De taxonomieverordening van de EU
werd in juni  door de Europese Unie gepubliceerd
en trad in juli  in werking. De Taxonomieverordening
stelt zes milieudoelstellingen vast:
. Beperking van klimaatverandering
. Aanpassing aan klimaatverandering
. Duurzaam gebruik en bescherming van water en
mariene hulpbronnen
. De overgang naar een circulaire economie
. Preventie en bestrijding van verontreiniging en
. Bescherming en herstel van biodiversiteit en
ecosystemen.
Intervest zal toelichtingen doen in lijn met de EU taxono-
mie geschiktheid.
Het overzicht op de volgende pagina toont de belangrijke
onderwerpen voor vastgoedbeleggingen en voor Intervest
met betrekking tot ESG, de EU taxonomie, de SDG’s en
de UN Global Compact Principles. Aan de onderwerpen,
onder elk van de rubrieken Milieu, Sociaal en Bestuur
(Environmental - Social - Governance), die Intervest het
belangrijkst acht voor haar eigen activiteiten, zijn een
aantal prestatie-indicatoren gekoppeld die helpen om de
doelstellingen te bepalen en de voortdurende monitoring
en rapportering op jaarbasis in te kaderen.
ESG & NIET FINANCIËLE STATEN 
ESG SDG EPRA GRI PRINCIPLES OF UN
GLOBAL COMPACT
ENVIRONMENTAL
Climate change mitigation
Green building certicates
Energy consumption
Greenhouse gas emissions
Renewable energy
Responsible rent and lease
management
Water consumption
Environmental education
and awareness
Biodiversity and habitat
Climate change adaptation
Elec-Abs
Elec-LfL
DH&C-Abs
DH&C-LfL
Fuels-Abs
Fuels-LfL
Energy-Int
GHG-Dir-Abs
GHG-Indir-Abs
GHG-Int
Water-Abs
Water-LfL
Water-Int
Waste-Abs
Waste-LfL
Cert-Tot
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
CRE
-
-
CRE
ENVIRONMENTAL
Principle 
Businesses should
support a precautionary
approach to environ-
mental challenges
Principle 
Undertake initiatives
to promote greater
environmental respon-
sibility
Principle 
Encourage the develop-
ment and diusion of
environmentally friendly
technologies
SOCIAL
Health, well-being and safety
Employees:
health, well-being, vitality
and personal development
Tenants/Occupiers:
health and well-being
Contractors:
health and safety
Human rights
Indoor environmental quality
Inclusion/diversity policy
H&S-Emp
H&S-Asset
H&S-Comp
Emp-Training
Emp-Dev
Diversity-Emp
Diversity-Pay
Emp-Turnover
-
-
-
-
-
-
-
-
HUMAN RIGHTS
Principle 
Businesses should
support and respect the
protection of internatio-
nally proclaimed human
rights
Principle 
Make sure that they are
not complicit in human
rights abuses
LABOUR
Principle 
Businesses should
uphold the freedom
of association and the
eective recognition of
the right to collective
bargaining
Principle 
The elimination of all
forms of forced and
compulsory labour
Principle 
The eective abolition
of child labour
Principle 
The elimination of
discrimination in respect
of employment and
occupation
GOVERNANCE
Business integrity
Compliance with EU and
national ESG laws and
legislation
Cybersecurity
Data protection, cyber-
security and privacy
Gov-Board
Gov-Select
Gov-Col
-
-
-
ANTICORRUPTION
Principle 
Businesses should work
against corruption in
all its forms, including
extortion and bribery

Dialoog met de belanghebbenden
Intervest wil de hoogste duurzaamheidsstandaarden
nastreven, zowel op het vlak van de portefeuille als op het
vlak van de nanciering. Intervest heeft immers een zeer
brede visie op duurzaamheid en wil een langetermijnrelatie
opbouwen met al haar stakeholders.
De stakeholders staan centraal in alles wat Intervest doet.
Om zo goed mogelijk te kunnen inspelen op hun prioritaire
belangen, is het essentieel om inzicht te hebben in hun
verwachtingen.
Het identiceren van de verwachtingen van de stakehol-
ders en het belang dat zij hieraan hechten is een proces
van voortdurende en intensieve dialoog dat plaatsvindt
binnen de dagelijkse activiteiten van Intervest.
Zo wordt vanuit meerdere invalshoeken en op ver-
schillende manieren een continue dialoog gevoerd met
huurders, nanciers en investeerders, de medewerkers, de
leveranciers, de overheid en de gemeenschap.
Huurders
Voor huurders is het eerste aanspreekpunt de commer-
cieel verantwoordelijke van het gebouw. De commercieel
manager zal altijd de behoeften van de huurder of poten-
tiële huurder analyseren zodat hij zo goed mogelijk op
die behoeften kan inspelen op eender welk moment in de
huurdersrelatie. Bovendien houdt de commercieel mana-
ger het hele jaar door contact om proactief te beoordelen
wat essentieel is voor de desbetreende huurder. Als er
belangrijke veranderingen op komst zijn of als er belang-
rijke informatie is die alle huurders aangaat, dan worden
er huurdersbijeenkomsten georganiseerd waarvoor alle
huurders worden uitgenodigd. Een nieuw huurcontract,
een uitbreiding of een verlenging van een overeenkomst
wordt ook onderhandeld door de commercieel manager.
Daarnaast staat een property manager ter beschikking
van de huurder om problemen van bouwkundige aard op
te lossen. Ook hier wordt altijd samen met de huurder
gezocht naar de best mogelijke oplossing voor gerezen
problemen of naar de best mogelijke uitvoering van verbe-
teringsprojecten in de gebouwen. Hiervoor staat / een
servicedesk paraat die dringende problemen direct kan
oplossen.
Deze communicatiestromen geven Intervest een goed
inzicht in de verwachtingen van huurders ten aanzien van
de te verhuren ruimte, bouwkundige eisen en de manier
waarop huurders de werkplek voor hun medewerkers willen.
Financiers, investeerders en analisten
Als beursgenoteerde onderneming communiceert
Intervest open en transparant met potentiële en
bestaande investeerders en met nanciële instellingen. Dit
gebeurt via het jaarverslag en andere nanciële verslagen
op kwartaalbasis en via ad hoc persberichten.
Er wordt echter ook een continue en intensieve twee-
richtingsdialoog onderhouden bij gelegenheden zoals
roadshows, beleggersbeurzen, groepsbijeenkomsten en
-op- ontmoetingen met analisten en beleggers en op
regelmatige overlegmomenten.
Deze communicatie vindt over het algemeen plaats op het
niveau van de raad van toezicht en wordt meer speciek
onderhouden door de ceo en de cfo.
Medewerkers
De dialoog met het personeel is in de eerste plaats
informeel. De samenwerking binnen Intervest kenmerkt
zich door een hoge mate van openheid onder collega’s, een
opendeurbeleid op alle niveaus en een hechte onderlinge
band tussen collega’s, wat de informatiestroom bevordert.
Daarnaast wordt bewust ruimte gecreëerd voor meer
informele vormen van communicatie. Leden van de raad
van toezicht communiceren transparant met alle mede-
werkers via het Sharepoint intranetportaal. Er worden
regelmatig update-bijeenkomsten gehouden, waarbij
vertegenwoordigers van alle afdelingen de huidige status
van hun projecten kunnen delen.
Daarnaast geven bedrijfsbrede updatevergaderingen colle-
ga’s de kans om elkaar hun prestaties van de afgelopen
maanden en hun toekomstplannen te presenteren.
Leveranciers
Intervest doet op vele vlakken een beroep op leveranciers
waarbij een open dialoog, het uitbouwen van een lange-
termijnrelatie en een correcte manier van zaken doen
centraal staan. De wederzijdse aankelijkheid van een
goede samenwerking zorgt ervoor dat er veel aandacht
wordt besteed aan een continue dialoog met de belang-
rijkste leveranciers.
Overheid
Door de aard van de relatie met de overheid is er veel
eenrichtingsverkeer, vooral wat betreft de naleving van
regelgeving.
Eind  heeft Intervest drie interne juristen die continu
toezien op de naleving van regelgeving.
Daarnaast heeft Intervest een onaankelijke compliance-
functie opgericht. Deze onaankelijke compliancefunctie
is gericht op het onderzoeken en bevorderen van de
naleving door het bedrijf van de regels met betrekking tot
de integriteit van haar bedrijfsactiviteiten.
Er wordt ook actief geïnvesteerd in de dialoog met de
autoriteiten, zowel op bedrijfsniveau als collectief.
Op bedrijfsniveau is er regelmatig overleg met de
Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA)
en waar nuttig ook met gemeenten, het kadaster en de
belastingdienst. Op collectief niveau speelt de dialoog
met de overheid via beroepsorganisaties een belangrijke
rol. Dit betreft in het bijzonder de European Public Real
Estate Association (EPRA), de BE-REIT Association en de
BVS (Beroepsvereniging van de Vastgoedsector). In 
werd Jl Gorsele - ceo Intervest, benoemd in de raad van
bestuur van de BVS.
ESG & NIET FINANCIËLE STATEN 
Gemeenschap
Een formele dialoog met de bredere gemeenschap is niet
vanzelfsprekend. Natuurlijk worden nieuws, maatschap-
pelijke thema’s en ontwikkelingen op de voet gevolgd. Dit
blijft echter grotendeels eenrichtingsverkeer.
Specieke interactie met de bredere gemeenschap vindt
voornamelijk plaats door deelname aan liefdadigheids-
activiteiten.
Materialiteitsindex
Hoewel alle ESG-onderwerpen belangrijk zijn, is Intervest
van mening dat bepaalde onderwerpen belangrijker
kunnen zijn dan andere bij het nemen van investerings- en/
of managementbeslissingen met betrekking tot haar activa
of haar eigen activiteiten. Daarom worden regelmatig
materialiteitsbeoordelingen uitgevoerd voor een breed
scala aan duurzaamheidsonderwerpen op basis van input
van verschillende belanghebbenden, waaronder aandeel-
houders, beleggende klanten, huurders, leveranciers,
aannemers en natuurlijk werknemers. De uitkomst van
deze materialiteitsassessment kan het bedrijf van tijd tot
tijd aanmoedigen om de onderwerpen in het ESG-charter
bij te werken, gekoppeld aan relevante prestatie-indica-
toren om in lijn te blijven met de verwachtingen van de
voornaamste belanghebbenden. De materialiteitsindex
voor  wordt hieronder weergegeven.
Importance for external stakeholders Intervest
Major
Renewable energy solutions
Employee attraction and retention
Energy eciency
Carbon footprint
Stakeholder relations
Signicant
Water management
Employee development
Environmental awareness
Digitalisation
Climate change adaptation
Biodiversity
Community engagement
Business integrity 
Ethics and transparency
Health, well-being and safety
Moderate
Pollution prevention
Waste management
Circular economy
Mobility
Diversity/inclusion
Data privacy
Moderate Signicant Major
Importance for internal stakeholders Intervest
Future-proof buildings / Energy eciency
Health, well-being & safety
Business integrity & compliance
Speerpunten
De dialoog met stakeholders en de materialiteitsindex
resulteren in de volgende speerpunten die voor Intervest
prioriteit hebben in haar duurzaamheidsbeleid:
Toekomstbestendige gebouwen / Energie-eciëntie
Gezondheid & welzijn medewerkers / klanten
Bedrijfsintegriteit en compliance
Deze speerpunten maken de ESG-strategie concreet en
worden hieronder verder uitgediept.

Beperking klimaatverandering:
toekomstbestendige gebouwen
BREEAM is een internationaal erkend duurzaamheidslabel voor gebouwen. De BREEAM-methodologie maakt het mogelijk om de
duurzaamheid van gebouwen te meten en te beoordelen. De beoordeling wordt uitgevoerd over het volledige spectrum van duur-
zaamheid: energie, management, gezondheid, water, afval, materialen, transport, landgebruik & ecologie en vervuiling.
Een vastgoedspeler als Intervest kan en moet een belang-
rijke bijdrage leveren aan het beperken van de klimaat-
verandering en de impact daarvan. Energie-eciëntie is
een logisch aandachtspunt in het professioneel beheer
van vastgoed, zowel bij de aankoop van nieuwe als oude
gebouwen, bij de ontwikkeling van nieuwe projecten en bij
het beheer van de bestaande portefeuille.
Duurzaamheid in
de aankoopstrategie
Duurzaamheid neemt steevast een prominente plaats in
bij het aankoopproces, zowel bij de aankoop van nieuw
en ouder vastgoed als bij de ontwikkeling van nieuwe
gebouwen.
Over het algemeen wordt, ongeacht het type vastgoed
en de leeftijd ervan, veel aandacht besteed aan de locatie.
Locatie is natuurlijk belangrijk om een vastgoedinvestering
succesvol te laten zijn. Maar ook in het kader van duur-
zaamheid is locatie en de manier waarop daarmee wordt
omgegaan essentieel.
Multimodaliteit, of het feit dat een logistiek gebouw
bereikbaar is via verschillende transportkanalen, maakt
een substantieel verschil in het verminderen van vracht-
verkeer over de weg en het eciënter maken van vracht-
verkeer in het algemeen. Gezien het belang van multimo-
daliteit voor huurders en de gemeenschap is dit een van
de belangrijkste criteria voor Intervest bij investeringen in
logistiek vastgoed.
Investeringen in gebouwen aan de rand van de stad kunnen
op hun beurt geschikt zijn voor stadsdistributie en zo de
leeaarheid in stadscentra verbeteren. Zwaar vrachtver-
keer wordt buiten de stadscentra gehouden, les worden
vermeden, gevaarlijke situaties worden verminderd en de
uitstoot van zware vrachtwagens wordt verminderd of
geëlimineerd als kleinere, eventueel elektrische, voertui-
gen worden gebruikt.
Meer in het algemeen is bij de aankoop van vastgoed dat
minder dan vijf jaar oud is, energie-eciëntie een belang-
rijk investeringscriterium, naast de locatie die belangrijk
is in termen van duurzaamheid en toekomstbestendig
waardebehoud zoals hierboven aangegeven.
In de duurzaamheidsanalyse wordt de energie-eciëntie
van het vastgoed altijd geanalyseerd, zodat bij problemen
op dit gebied verbeteringsprocessen in gang kunnen
worden gezet. In dezelfde lijn wordt ook steeds gekeken
of het dak geschikt is voor het plaatsen van een zonnepark.
Als het pand minder goed scoort op het gebied van
energie-eciëntie, weegt dit zwaar mee in de uiteindelijke
beoordeling van de investeringskans.
Bij de aankoop van oudere panden wordt altijd rekening
gehouden met het (duurzame) herontwikkelingspo-
tentieel. Daarom wordt er logischerwijs niet alleen due
diligence uitgevoerd op de bestaande gebouwen, maar ook
op de bodem- en milieuaspecten om voldoende zekerheid
te krijgen dat herontwikkeling op de lange termijn mogelijk
is. Immers, als deze panden later worden herontwikkeld
tot duurzame panden, wordt het totale vastgoed in de
gemeenschap duurzamer zonder dat het nieuwe ruimte
inneemt, zoals bij traditionele nieuwbouw het geval is.
Duurzaamheid in de bestaande
portefeuille en ontwikkelings-
projecten
Green building certicaten
De impact en duurzame prestaties van vastgoed zijn
vertaald naar hanteerbare indicatoren, die zijn opgenomen
in internationale certiceringssystemen voor groene
gebouwen zoals BREEAM
.
Eind  was  van de vastgoedportefeuille gecerti-
ceerd als ten minste BREEAM "Very Good".
De volgende investeringen zijn gemaakt:
fotovoltaïsche installaties
gasloze verwarming
intelligente LED-verlichting
uitgebreide isolatie van muren, dak en buitenschrijnwerk
hoge ventilatiedebieten met een luchtgroep
met warmteterugwinning
energiebeheersysteem
extra etsvoorzieningen met douches en lockers
energiezuinige sanitaire toestellen
slimme meters
condenserende verwarmingsketels
natuurlijk daglicht in magazijnen
aangename akoestiek
aangename groene en biodiverse buitenomgeving
organisatie van een vijaarlijkse conditiemeting van
het gebouw.
Hierbij is het wel belangrijk dat Intervest steeds de huurder
en waardecreatie centraal stelt, zodat de BREEAM-
assessments niet gezien worden als het afvinken van
punten op een lijstje, maar als oplossingen die enkel wor-
den geïmplementeerd als ze daadwerkelijk meerwaarde
creëren.
ESG & NIET FINANCIËLE STATEN 
Bij nieuwbouwontwikkelingen waarbij Intervest zelf de
bouwer is, wordt altijd gestreefd naar een duurzaam en
toekomstbestendig ontwerp. Een BREEAM "Very Good"
score is de ondergrens op vlak van duurzaamheid. Ook hier
wordt een grondige due diligence uitgevoerd, mede met
het oog op het inschatten van de kosten voor een duur-
zaam ontwerp en eventuele subsidiëring van het project.
Energie-intensiteit en uitstoot
van broeikasgassen
Gezien Intervest zich engageert om een positieve kracht
te zijn in de strijd tegen de klimaatverandering, wordt
er in de eerste plaats gefocust op de energie-eciëntie
van de activa die beschikbaar zijn voor verhuur, wat een
belangrijke vereiste is in het stappenplan naar een net zero
carbon portefeuille.
Intervest kiest al enkele jaren resoluut voor de aankoop
van duurzame elektriciteit. Hierdoor is  van de elek-
triciteit die Intervest aankoopt aomstig van hernieuw-
bare bronnen, wat de totale koolstofuitstoot van deze
activa vermindert.
Intervest engageert zich niet alleen om elektriciteit uit
hernieuwbare bronnen te verbruiken, maar draagt ook
actief bij tot de productie van hernieuwbare elektriciteit.
Waar mogelijk zorgt Intervest ervoor dat de daken van
haar logistieke gebouwen zijn uitgerust met een fotovol-
taïsche installatie. Dit wil niet zeggen dat Intervest altijd
zelf investeert in de aankoop van zonnepanelen; in veel
gevallen is er een samenwerking met een derde partij voor
de nanciering en exploitatie van de zonnepanelen. Op
 december  is ongeveer  van de logistieke sites
uitgerust met zonnepanelen, goed voor een installatie van
 MWp.
Net zo belangrijk als het inkopen van elektriciteit uit
hernieuwbare bronnen en het zelf produceren van groene
stroom, is het bewust terugdringen van energieverbruik.
Om het energieverbruik doelbewust te verminderen, is
het eerst en vooral noodzakelijk om ervoor te zorgen dat
er een volledig en nauwkeurig beeld is van het huidige
verbruik binnen de portefeuille.
Op basis van nauwkeurige meetgegevens kunnen vervol-
gens verbeterprogramma's worden uitgerold. Intervest
heeft vandaag een duidelijk zicht op de verbruiksgegevens
van de energie die ze zelf aankoopt, maar belangrijke
inspanningen om het verbruik in andere gebouwen te
verminderen zijn moeilijker te meten. Daarom installeert
Intervest slimme meters om niet alleen haar perimeter
voor analyse en rapportering van het energieverbruik te
vergroten, maar ook om haar huurders de mogelijkheid te
bieden een beter inzicht te krijgen in hun energieverbruik,
mede dankzij het onmiddellijk en op afstand aezen van
de resultaten.
Een van de grootste uitdagingen voor ESG-beheer is
het volume, de complexiteit en de aggregatie van ESG-
gegevens, evenals het waarborgen van de kwaliteit en
beveiliging van gegevens. Digitale oplossingen kunnen
de planning, de controle en het beheer van gegevens
ondersteunen.
PHEV  Plug-in Hybrid Vehicles, FEV  Full Electric Vehicles
Intervest wil de werkrelatie tussen haar medewerkers en
de communicatie met haar stakeholders optimaliseren en
integreert daarom nieuwe digitale technologieën om haar
operationele processen te stroomlijnen.
Biodiversiteit en habitat
De bebouwde omgeving heeft uiteraard een impact op
de lokale biodiversiteit en habitat. Intervest baseert zich
voor dit onderwerp op de BREEAM-eisen met betrekking
tot landgebruik en ecologie en maakt keuzes om op de
belangrijkste momenten in de levenscyclus van de asset
(groot onderhoud of herontwikkelingsmomenten) acties
op deze eisen op te nemen.
Biodiversiteit komt volledig aan bod in nieuwbouwprojec-
ten door de volgende investeringsbeslissingen te nemen:
selecteren van inheemse planten
aansluiting bij nabijgelegen bos (structuur, type groen)
rekening houden met bestaand groen (vooral in aanleg-
fase, verplaatsen en vervangen indien nodig)
rekening houden met vleermuizen bij de keuze van
verlichting.
Duurzame mobiliteit
De Belgische overheid heeft afgesproken om elektrische
bedrijfswagens verplicht te stellen vanaf . Intervest
analyseerde de parkeerplaatsen van elke site in porte-
feuille op mogelijkheden voor de installatie van laadinfra-
structuur voor elektrische wagens (PHEV en FEV )
. Op
 december  zijn  oplaadpunten voor elektrische
auto's operationeel.
De duurzaamheid van het wagenpark heeft altijd hoog op
de agenda van Intervest gestaan.
Het Intervest Mobiliteitsbudget stimuleert medewerkers
om nog actiever na te denken over de noodzaak van een
auto. Wie niet langer kiest voor een bedrijfswagen, krijgt
het budget in de vorm van een maandelijkse vergoeding of
een exibel budget dat bijvoorbeeld besteed kan worden
aan extra vakantiedagen of duurzamere vervoersmiddelen
zoals een leaseets.
Geleidelijk aan wordt het wagenpark dat uitsluitend
bestond uit auto's op fossiele brandstoen omgevormd tot
een milieuvriendelijk wagenpark.
Groene nancieringen - Green
Finance Framework
Ook aan de nancieringskant worden hoge duurzaam-
heidsnormen nagestreefd. Op  december 
bedraagt de leningenportefeuille ongeveer   miljoen,
waarvan   miljoen ofwel  uit groene nancierin-
gen bestaat. Deze groene nancieringen worden volgens
de 'use of proceeds'-voorwaarde enkel ter beschikking
gesteld om duurzame investeringen in gebouwen en
projecten te nancieren.

Daarnaast heeft Intervest in  haar Green Finance
Framework opgezet. Eind  valt   miljoen aan
duurzame obligaties (Green bonds) en nancieringen onder
dit kader.
Alle informatie over het Green Finance Framework van
Intervest is te vinden op www.intervest.eu.
Stakeholders: gezondheid, welzijn en inclusie
Sociale thema’s hebben te maken met de zorg van het
bedrijf voor mensen, werknemers en lokale gemeen-
schappen. Intervest besteedt dan ook specieke aandacht
aan haar medewerkers en klanten en houdt daarbij in
het oog hoe ze kan inspelen op de noden van de (lokale)
gemeenschap. Op het vlak van inclusie en genderdiversiteit
neemt Intervest een actieve rol op volgens de algemene
richtlijnen van de VN in het algemeen en meer speciek
de “empowerment” principes van UN Women en het UN
Global Compact Oce.
Medewerkers
Intervest gelooft dat medewerkers het beste kunnen bij-
dragen aan het succes van het bedrijf als ze zich gelukkig,
gezond en betrokken voelen. Vele factoren spelen een rol
bij het creëren van een optimale balans. Als werkgever wil
Intervest actief een positieve en productieve werkplek
creëren en medewerkers de middelen bieden om een
gezonde mentale, fysieke en emotionele levensstijl te
bevorderen.
Gezondheid en welzijn, en hoe dat te bereiken, heeft
verschillende betekenissen voor verschillende mensen.
Met een divers personeelsbestand zijn er verscheidene
opvattingen over hoe werknemers het beste ondersteund
kunnen worden en in welke mate de betrokkenheid van
een werkgever gewaardeerd of gepast wordt geacht.
Intervest denkt haar medewerkers te kunnen helpen om
hun gezondheid en welzijn te verbeteren in de volgende
vier categorieën:
de fysieke ruimte van het kantoor
het stimuleren en faciliteren van gewoontes met
betrekking tot de fysieke gezondheid
medewerkers helpen de juiste balans te vinden tussen
werk en privé
medewerkers vaardigheden en competenties bijbren-
gen die ze nodig hebben om op hun best te zijn.
Intervest is overtuigd van de win-win situatie die
gecreëerd kan worden door zelfontwikkeling van haar
medewerkers en bouwt als organisatie aan een bredere
kennisbasis. Tegelijkertijd speelt persoonlijke ontwikkeling
een zeer belangrijke rol in de motivatie van medewerkers.
Intervest zet daarom zeer bewust in op interne en externe
initiatieven die de ontwikkeling van haar medewerkers
bevorderen.
Intervest heeft een transparante en vlakke organisatie-
structuur en communiceert open met haar medewerkers.
Inspraak in de organisatie van het werk, innovatieve
projecten, extralegale voordelen, uitgebreide opleidings-
mogelijkheden en een gedetailleerd welzijnsbeleid zijn een
essentieel onderdeel van de Intervest manier van werken.
Fysieke ruimte van het kantoor
Meerdere comfortabele en aange-
name werkplekken
De werkruimte op het hoofdkantoor van Intervest is
comfortabel en aangenaam. Er zijn verschillende soorten
kantoren (gedeeld en individueel) zodat, aankelijk van de
aard van het werk, de meest geschikte ruimte kan worden
gebruikt. De individuele ‘bubbels’ kunnen medewerkers
gebruiken om even bij te komen van de drukke werkvloer.
Gezondheid & welzijn
Actief welzijnsbeleid
Welzijn in het privéleven van een medewerker is alleen
mogelijk als er ook op de werkvloer aandacht aan wordt
besteed. Daarom blijft Intervest elke maand actief aan-
dacht besteden aan verschillende aspecten van welzijn.
Thema’s die actief in de kijker gezet worden, zijn van
essentieel belang om de uitdagingen van onze maatschap-
pij aan te gaan en energiek te blijven, zowel privé als in
werksituaties.
Het welzijnsprogramma Intervest Wellnest, geïntrodu-
ceerd in , besteedt aandacht aan een gezonde nacht-
rust, voldoende beweging, gezonde voeding en mentale
weerbaarheid.
Sporten bevordert het welzijn en voorkomt stress, maar
voor jonge ouders is het soms moeilijk om voor of na het
werk te sporten. Daarom kunnen werknemers sporten
tijdens hun lunchpauze. Er is een doucheruimte voorzien
zodat werknemers sport en werk kunnen combineren. De
individuele douchecabines met aangrenzende privékleed-
kamer kunnen op een veilige en hygiënische manier
gebruikt worden.
Interne communicatie moedigt collega’s aan om regelma-
tig even te pauzeren, naar buiten te gaan of zelfs wandel-
vergaderingen buiten te organiseren. Twee etsen van het
merk Intervest staan ter beschikking van de medewerkers
voor korte verplaatsingen.
Veiligheid boven alles
Om ervoor te zorgen dat collega’s die voor hun werk de
bouwplaatsen van het bedrijf bezoeken en onze huurders
helpen met al hun vragen over de gebouwen die ze huren,
zijn allen in het bezit van een certicaat om elektrici-
teitsproblemen correct te beoordelen en een diploma
Veiligheid voor Operationeel Leidinggevenden VCA (SOS-
SCC). Dit bewijs toont aan dat ze een basiskennis hebben
van veiligheid, gezondheid en milieu en dat ze deze kennis
ESG & NIET FINANCIËLE STATEN 
kunnen toepassen in het belang van zichzelf en degenen
die ze leiden. Indien nodig, worden er extra veiligheidstrai-
ningen gegeven.
Veiligheid en preventie zijn belangrijk op kantoor.
Verschillende collega’s behaalden (de verlenging van) hun
certicaat van bedrijfshulpverlener, een EHBO-cursus
werd georganiseerd en om ervoor te zorgen dat alle
medewerkers worden aangesproken, werd in de maand
september de First Aid September Tuesdays (Wet F.A.S.T)
geïntroduceerd met instructievideo’s over wat te doen in
geval van een noodgeval op kantoor.
Een cursus veilig rijden - waarin ook wordt getoond hoe
je milieuvriendelijk kunt rijden - wordt geregeld georgani-
seerd voor alle werknemers die onlangs een nieuwe auto
hebben gekregen.
Work-life balans
Aandacht voor de work-life balans
Intervest collega’s kunnen kiezen om te werken vanuit
het Intervest hoofdkantoor in Antwerpen of Eindhoven,
in één van de Greenhouse-hubs in Antwerpen, Mechelen
of Brussel, of vanuit hun eigen woning. Medewerkers die
regelmatig van thuis uit werken, kunnen rekenen op advies
van Intervest om hun werkplek ergonomisch in te richten
en wordt ICT-materiaal aangeboden om de werkplek in
te richten: laptop, beeldscherm, headset, toetsenbord en
laptopstandaard.
De vrijheid in hun locatie van arbeid biedt werknemers de
mogelijkheid om hun drukke gezinsleven te combineren
met hun professionele activiteiten. Ouderschapsverlof,
geboorteverlof, vaderschapsverlof, tijdskrediet en
borstvoedingspauzes zijn wettelijk geregeld en Intervest
ondersteunt deze regelingen om ouders de kans te geven
meer tijd met hun gezin door te brengen.
Intervest biedt haar medewerkers ook de mogelijkheid om
hun werkrooster aan te passen zodat ze meer tijd kunnen
doorbrengen met hun gezin. Intervest heeft verschillende
aangepaste vaste uurroosters. Medewerkers kunnen,
in overleg met hun leidinggevende, occasioneel hun
werkdag op een vroeger of later tijdstip starten om hun
privé- en gezinsactiviteiten beter te kunnen combineren
met hun werkuren. Deze regeling is opgenomen in het
arbeidsreglement.
Stress management
Volgens het principe van train-de-trainer richt de
HR-manager zich op het delen van kennis met het uitvoe-
rende Intervest personeel inzake burn-out preventie en
stress management.
Alle Intervest medewerkers kunnen bij HR terecht met
hun vragen en online wellnesstips tonen mensen hoe ze
zorgeloos hun dagelijkse taken kunnen uitvoeren.
Werkplezier
Levenslang leren
Medewerkers worden aangemoedigd om opleidingen te
volgen om hun vakkennis te vergroten of hun professio-
nele vaardigheden te verbeteren. Intervest heeft hiervoor
een opleidingsplan en een opleidingsbeleid opgesteld. Het
opleidingsplan is geregistreerd bij de ociële verantwoor-
delijke instanties, waardoor interne opleidingen georgani-
seerd kunnen worden via Cevora, de opleidingsverstrekker
voor de sector. Er worden ook interne cursussen georga-
niseerd door collega’s die hun kennis met anderen delen.
Samen leren, samen vooruitgaan.
De gevolgde trainingen vallen uiteen in verschillende vak-
gebieden, van vakgebied-speciek tot ICT en welzijnsver-
hogende cursussen. Er werd extra aandacht besteed aan
mentaal en fysiek gezond functioneren. Het opleidings-
beleid maakt op geen enkel niveau onderscheid. In 
volgden de medewerkers  uur aan opleidingen.
Ook is er regelmatig voorlichting gegeven over duurzaam-
heid. Medewerkers kregen geregeld uitleg over welke
dagelijkse taken kunnen bijdragen aan de realisatie van de
 SDG’s.
Intervest stimuleert interne jobrotatie of laat collega’s
werken aan projecten die niet speciek gerelateerd zijn
aan hun eigen functie, wat bijdraagt tot een bredere kennis
en de mogelijkheid biedt om nieuwe uitdagingen aan te
gaan binnen Intervest.
TeamInter vest
TeamIntervest is een team waar iedereen belangrijk
is. Tijdens wekelijkse teamoverstijgende bijeenkomsten
informeren collega’s elkaar over lopende projecten.
Daarnaast zijn er elk kwartaal Intervest update meetings
waar mensen de kans krijgen om hun werkzaamheden
van de afgelopen maanden en plannen voor de komende
maanden te presenteren.
In de loop van  werden er teambuilding activiteiten
georganiseerd door Intervest’s eigenste Party Team. Het
‘bestuur’ van het Party Team bestaat uit enthousiaste
collega’s die in de loop van het jaar grotere en kleinere
evenementen organiseren voor de Intervest medewerkers.
Het bedrijf groeit, reden te meer dat het belangrijk is
om de juiste mensen aan te trekken die geloven in het
realiseren van de bedrijfsstrategie als één team. Daarom
past Intervest het employee referral programma toe. Dit
programma kent een bonus toe aan de bestaande mede-
werker die de nieuwe medewerker aanbrengt en extra
geld voor het Party Team budget.
Intervest gelooft in het voortdurend coachen van haar
medewerkers. Leidinggevenden geven feedback aan hun
medewerkers tijdens wekelijkse vergaderingen en om
voldoende aandacht te besteden aan persoonlijke groei en
ontwikkeling, vindt een evaluatiegesprek plaats minstens
twee keer per jaar.

Ook de juiste feedback geven en het coachen door
leidinggevenden is cruciaal. Daarom organiseert Intervest
ad hoc informatiesessies over feedback en leiding geven.
Managers kunnen ook bij HR terecht voor advies en onder-
steuning in hun leidinggevende rol.
Open communicatie
Een duidelijke interne communicatie is een dagelijkse
bekommernis bij Intervest
Online database met alle informatie over werken
bij Intervest
Dagelijkse nieuwsfeeds via de bedrijfsportal
Tweewekelijkse managementvergaderingen voor een
goede communicatie en samenwerking tussen de
verschillende teams
Twee keer per jaar personeelsbeoordeling om ervarin-
gen en verwachtingen van beide partijen te bespreken
Twee keer per jaar Team Performance Meetings om te
focussen op dezelfde doelen
Regelmatige bedrijfsbijeenkomsten om elkaar te
informeren over de dagelijkse gang van zaken en de
vooruitgang in het realiseren van de doelen
Open communicatie waar elke vraag gesteld kan wor-
den en beantwoord zal worden.
Klanten
Duurzaamheid in de brede zin van het woord is ook
een belangrijk criterium bij investeringsbeslissingen.
Faciliteiten die het welzijn van de medewerkers in het
gebouw bevorderen zijn van doorslaggevend belang.
Hoeveel daglicht is er mogelijk? Welke ontspanningsruim-
tes zijn er voorzien voor de werknemers? Additionele faci-
liteiten voor klanten (douches, lockers, oplaadinfrastruc-
tuur voor etsen, enz.), natuurlijk daglicht in het magazijn,
een aangename groene en biodiverse buitenomgeving,
eectieve zonwering, enzo. passen perfect in de gezond-
heids- en welzijnsaspecten van het duurzaamheidsbeleid,
alsook in de algemene positionering van het bedrijf om
klanten te ‘ontzorgen’ en verder te gaan dan vastgoed ter
beschikking stellen.
De klanttevredenheid wordt gemeten met behulp van de
NPS-methodologie (Net Promoter Score). Verschillende
elementen van tevredenheid werden bevraagd: gaande van
tevredenheid over de gebouwen waarin de klanten zich
bevinden tot tevredenheid over de diensten van Intervest
en de verwachtingen van de klanten. Voor Intervest in het
algemeen zijn er een aantal verbeterpunten naar voren
gekomen die Intervest een duidelijk beeld geven van wat
klanten verwachten van een gebouweigenaar. Met deze
inzichten gaat Intervest verder aan de slag.
Communities
Intervest heeft ook oog voor het welzijn van de lokale
gemeenschap waarin de vestigingen zich bevinden. Het
bedrijf vindt het belangrijk dat elk gebouw in haar porte-
feuille harmonieus past in de omgeving waarin het zich
bevindt, zowel architecturaal als door de gemeenschap-
pelijke diensten die worden aangeboden en de activiteiten
die er plaatsvinden.
Sociaal engagement
Medewerkers van Intervest zijn toegewijde mede-
werkers. Ze zijn betrokken bij hun job, waarderen het
TeamIntervest groepsgevoel en zetten zich in voor de
minderbedeelden in onze samenleving.
Intervest zet zich in voor vijf kernaspecten: zorg
voor elkaar, welzijn, ontwikkeling, gemeenschapszin
en betrokkenheid.
zorg voor elkaar: de kantooromgeving van Intervest is
een veilige en hygiënische werkomgeving.
welzijn: Intervest organiseerde de “Start to Walk/
Run” sessies. Onder begeleiding van een professionele
trainingscoach gingen een -tal medewerkers samen
trainen met het oog op de Baloise Port of Antwerp-
Bruges run. Medewerkers die deelnamen, kregen een
T-shirt en Intervest betaalde het inschrijvingsgeld.
ontwikkeling: Intervest medewerkers worden aange-
moedigd om opleidingen te volgen en waar mogelijk
worden deze intern georganiseerd.
gemeenschapszin: het feestteam van Intervest organi-
seert een breed scala aan leuke, min of meer sportieve
activiteiten. Deze evenementen verenigen het perso-
neel en zorgen ervoor dat werknemers elkaar op een
informele manier leren kennen.
betrokkenheid: Intervest collega’s kiezen welke
non-prot organisaties Intervest nancieel steunt.
In  steunde Intervest volgende projecten:
De Athletes for Hope Rehab Weide, een van de verschil-
lende initiatieven opgezet door Marc Herremans. Het is
een weide die openstaat voor zowel kinderen met een
verlamming als voor alle kinderen met een handicap om
fysiek of mentaal te revalideren. De Revalidatieweide
is een oase van rust, waar de combinatie van natuur en
de warmte van minipaard-therapie helend werkt voor
lichaam en geest. Intervest heeft een van de therapie-
paarden geadopteerd, genaamd Brownie.
Intervest sponsorde de BKY Soccer Academy, een
voetbalschool voor alle kinderen die van voetbal
houden. Jeugdvoetbal biedt een gezonde activiteit voor
kinderen via recreatieve programma’s.
Als uiting van haar maatschappelijk engagement steunde
Intervest ook dit jaar de Leerstoel Jean-Pierre Blumberg
aan de Universiteit Antwerpen, opgericht ter ere van deze
voormalige bestuurder en voorzitter van de raad van
toezicht, die eind  overleed. Deze leerstoel weerspie-
gelt de visie van Jean-Pierre: vanuit Antwerpen naar een
ruimere omgeving kijken met als doel inzicht te verwerven
in recht, economie, ondernemen en corporate governance
en op deze gebieden onderzoek, onderwijs en dienstver-
lening aanbieden die de samenleving als geheel ten goede
kunnen komen.
ESG & NIET FINANCIËLE STATEN 
Corporate governance: zakelijke integriteit en conformiteit
Corporate governance is een instrument om op evenwich-
tige wijze om te gaan met de uiteenlopende belangen van
verschillende belanghebbenden. In die zin moet zij in de
eerste plaats gericht zijn op het beperken en op de juiste
wijze omgaan met belangenconicten die inherent zijn aan
het werken in een ondernemingsstructuur. Duidelijke rege-
lingen inzake belangenconicten en transparante com-
municatie met belanghebbenden zijn daarom essentieel
om ervoor te zorgen dat de middelen van de onderneming
worden gebruikt in het belang van de belanghebbenden.
Op die manier creëert goed bestuur waarde en duur-
zame groei.
Transparante communicatie
Intervest heeft een corporate-governancestructuur
opgebouwd die haar activiteiten optimaal ondersteunt,
tegemoet komt aan de noden van haar stakeholders en
ervoor zorgt dat ze voldoet aan de relevante wetten en
regelgeving. Intervest gebruikt de Belgische Corporate
Governance Code  als referentiecode. De raad van
toezicht van Intervest heeft de corporate governance prin-
cipes vastgelegd in een aantal richtlijnen. Meer informatie
over deze richtlijnen en de samenstelling van de raad van
toezicht en de directieraad van Intervest in  wordt
beschreven in het hoofdstuk “Corporate governance
verklaring.
Zakelijke integriteit & Conformiteit
Intervest streeft naar duurzame waardecreatie op lange
termijn en stelt daarom ook hoge eisen aan de zakelijke
integriteit van haar medewerkers en zakenpartners. Over
alle IT-, digitale en cyberkwesties wordt ook gerappor-
teerd aan de raad van toezicht.
In  is het jaarlijkse bevestigingsproces van de
gedragscode afgerond, waarin alle medewerkers instem-
men met de gedragscode en de procedure voor het
melden van onregelmatigheden. Alle nieuwe werknemers,
inclusief tijdelijke werknemers, hebben een workshop over
naleving gevolgd.
In het kader van de nieuwe EU-richtlijn met betrekking tot
klokkenluiders is de nieuwe procedure voor het melden
van schendingen geïmplementeerd.
In  zijn er geen meldingen van incidenten met betrek-
king tot GDPR ontvangen.
De ICT-afdeling besteedde regelmatig aandacht aan
beveiligingskwesties door informatie te verstrekken over
phishing, virusmails en dergelijke in combinatie met het
upgraden van het antivirusprogramma.
Over risk & compliance worden bijeenkomsten gehouden
met de voorzitter van het audit- en risicocomité, de ceo,
de cfo en de compliance ocer. Compliance maakt ook
deel uit van verschillende projectgroepen in het bedrijf.
EPRA Sustainability Performance Data 
Framework – EPRA Index
Het Duurzaamheidsverslag kadert in het voortdurend stre-
ven van Intervest om duidelijk en transparant te communi-
ceren naar haar investeerders en andere stakeholders. Het
verslag geeft de gegevens weer op geconsolideerd niveau,
wat betekent dat zowel Intervest als al haar dochterven-
nootschappen in de rapportering werden opgenomen. De
rapporteringsperiode van dit duurzaamheidsverslag loopt
gelijk met die van het jaarlijkse nancieel verslag, met
name het kalenderjaar. De indicatoren hebben betrekking
op de periode van  januari  tot  december .
Er wordt een vergelijking gemaakt met de cijfers van .
Gezien het belang van de hogergenoemde speerpunten
voor Intervest volgt zij de prestaties op het vlak van deze
punten strikt op. Aangezien deze speerpunten het DNA
van Intervest uitmaken, zijn zij voor de verschillende stake-
holders van Intervest minstens even belangrijk.
Om die reden beschouwt Intervest een transparante
communicatie op dit vlak essentieel en zorgt de vennoot-
schap ervoor dat er over tijd op consistente manier wordt
gerapporteerd, zodat ook stakeholders de prestaties van
Intervest op het vlak van duurzaamheid kunnen opvolgen.
Daarom kiest Intervest ervoor te rapporteren volgens de
internationaal erkende EPRA- en GRI-normen.
Methodologie
Organisatorische grenzen
De gegevens in de rapportering zijn berekend op basis van
informatie waarover Intervest beschikt. Intervest heeft
enkel operationele controle over de gebouwen waarvan
zij het directe gebouwbeheer heeft. Het gebied onder
operationele controle is dus beperkt tot de hoofdzetel van
Intervest.
Deze rapportering gaat echter een stap verder en omvat
voor elk van de prestatie-indicatoren alle gegevens
waarover Intervest beschikt. Meer speciek gaat het om

de nutsvoorzieningen die Intervest zelf aankoopt (eigen
verbruik) en eventueel doorrekent aan haar huurders.
Coverage
De coverage van de verschillende prestatie-indicatoren
met betrekking tot de gebouwen is weergegeven in
onderstaande tabel. De coverage wordt uitgedrukt in een
percentage en wordt bepaald op basis van de verhouding
tussen de oppervlakte waarop de gerealiseerde presta-
tie-indicatoren betrekking hebben en de van toepassing
zijnde verhuurbare oppervlakte per segment of de totale
van toepassing zijnde verhuurbare oppervlakte van de
portefeuille.
De totale verhuurbare oppervlakte van de vastgoedpor-
tefeuille bedraagt .. m op  december . Dit
is een stijging van . m of  ten opzichte van eind
 (.. m). Voor meer informatie betreende
de toename in totale verhuurbare oppervlakte wordt
verwezen naar hoofdstuk ‘Vastgoedverslag - Transacties
en ontwikkelingen’.
Om een zekere representatieve samenhang te garanderen,
zullen specieke gebouwen worden uitgesloten van de
totale coverage, waaronder:
de gebouwen/sites die grote werken en/of renova-
ties ondergaan
de gebouwen/sites die tijdens het jaar als project
werden opgeleverd en die aan het einde van de periode
als verhuurbaar worden beschouwd.
Zo werd in  .. m of  van de totale
verhuurbare oppervlakte opgenomen in de coverage. In
 werd .. m of  van de totale verhuurbare
oppervlakte in de coverage opgenomen.
Coverage op basis
van toepassing zijnde
verhuurbare opper-
vlakte (m)
Absolute indicator Like-for-Like indicator
Landlord-obtained Landlord  tenant obtained Landlord-obtained Landlord  tenant obtained
     
ELEKTRICITEIT
Kantoren      
Logistiek      
Logistiek BE      
Logistiek NL      
TOTAAL      
GAS
Kantoren      
Logistiek      
Logistiek BE      
Logistiek NL      
TOTAAL      
WATER
Kantoren      
Logistiek      
Logistiek BE      
Logistiek NL
     
TOTAAL      
AFVAL
Kantoren      
Logistiek n/a n/a n/a n/a n/a n/a
Logistiek BE n/a n/a n/a n/a n/a n/a
Logistiek NL n/a n/a n/a n/a n/a n/a
TOTAAL      
De coverage geeft de verhouding weer ten opzichte van
de totale van toepassing zijnde verhuurbare oppervlakte
per segment of van de portefeuille. Zoals toegelicht is in
deze methodologie, heeft Intervest geopteerd om enkel
de gebouwen waar de energie bekomen wordt door de
landlord, Intervest, te rapporteren. De coverage van deze
milieu-indicator geeft enkel de gegevens weer van de
landlord-obtained energieverbruiken waarvoor Intervest
verantwoordelijk is. Ten opzichte van de totale van
toepassing zijnde verhuurbare oppervlakte, met beperkte
correctie van sites die in renovatie waren, geeft dit een
beperkte totale coverage. Wanneer enkel de verhuurbare
ESG & NIET FINANCIËLE STATEN 
oppervlaktes van de sites waar Intervest zelf verantwoor-
delijk is voor de energieaankoop, het landlord-obtained
gedeelte, in rekening genomen wordt, is een veel bredere
coverage gegarandeerd. Zoals weergegeven in voorgaande
tabel, vertaalt dit zich in een volledige coverage van het
landlord-obtained gedeelte van elektriciteit, brandstof en
waterverbruik.
De absolute coverage wordt rechtstreeks bnvloed door
acquisities en desinvesteringen.
Bij de berekening bij gelijkblijvende perimeter (Like-for-
Like, LfL) worden de variaties die aan perimeterwijzigin-
gen te wijten zijn, zoals (her)ontwikkelingen, acquisities en
desinvesteringen, uitgesloten. Deze LfL-berekening wordt
uitgedrukt in een delta-percentage van jaar tot jaar bij elke
prestatie-indicator.
De berekening bij gelijke perimeter houdt wel geen reke-
ning met de wijzigingen in de bezetting van de gebouwen.
Intervest verwacht naar de toekomst toe meer toegang
te hebben tot de gegevens door het verder uitrollen van
energiemonitoringsystemen in meerdere gebouwen.
Daarnaast zal Intervest haar huurders benaderen, om ook
zicht te krijgen op de contracten die afgesloten worden
door de huurders zelf. Zo krijgt Intervest een totaal beeld
van het energielabel op gebouwenniveau en kunnen er
verdere stappen ondernomen worden in een klimaatvrien-
delijk energiebeheer van de gebouwen.
Estimatie en extrapolatie van land-
lord-obtained utility consumption
Alle gegevens zijn berekend op basis van werkelijke cijfers
van facturen en metingen. Indien gegevens van minimaal
één maand beschikbaar zijn, zijn deze geëxtrapoleerd
volgens de EPRA richtlijnen.
Gebouwen waarvoor Intervest verantwoordelijk is voor
een deel van de aankoop van nutsvoorzieningen, maar
niet voor , zijn uitgesloten van de berekeningen.
Het komt immers voor, vooral in kantoorgebouwen, dat
sommige huurders een privaat nutscontract hebben
terwijl Intervest instaat voor de aankoop voor andere
huurders. In dergelijke gevallen beschikt Intervest niet
over de verbruiksgegevens van huurders met een privaat
contract. Dit kan leiden tot inconsistenties bij het bereke-
nen van de intensiteitsindicatoren. Intervest heeft gekozen
voor consistentie en datakwaliteit en sluit deze gebouwen
uit van de berekening van prestatie-indicatoren in plaats
van schattingen te maken voor verbruiksgegevens van
particuliere huurderscontracten.
Beperkte assurance
Waar dit symbool ( ) voorkomt, heeft Deloitte
Bedrijfsrevisoren/Réviseurs d’Entreprises BV/SRL
beperkte zekerheid verstrekt over de totale gegevens
van  van geselecteerde prestatie-indicatoren op
het gebied van milieu, maatschappij en goed bestuur,
in overeenstemming met EPRA’s “Best Practices
Recommendations on Sustainability Reporting gepubli-
ceerd in september  (EPRA sBPR - e versie). Het
volledige Onaankelijk assurance-rapport van Deloitte is
opgenomen in dit verslag in de ‘Independent Assurance
Report’ rubriek. De gegevens die binnen de reikwijdte van
de zekerheid van Deloitte vallen, worden in deze sectie
beschreven. Dit rapport biedt een externe en objectieve
kijk op de gegevens en helpt ervoor te zorgen dat deze de
werkelijkheid nauwkeurig weergeven. Er zijn geen opmer-
kingen gemaakt.
Boundaries – reporting van landlord &
tenant utility consumption
Er worden geen gegevens gebruikt over energieverbruik
die aomstig zijn van huurders. Intervest beperkt zich
bij de rapportering tot verbruiksgegevens van gebouwen
waar Intervest voor  verantwoordelijk is voor aan-
koop van respectievelijk elektriciteit, gas en water.
Onderstaande verdeling geeft de verhouding weer tussen
de gerapporteerde eigenaar/landlord-obtained nutsvoor-
ziening en de huurder/tenant-obtained nutsvoorzienin-
gen en is gebaseerd op de totale van toepassing zijnde
verhuurbare oppervlakte.
 Kantoren Logistiek TOTAAL
BE BE NL Totaal
ELEKTRICITEIT
Landlord-obtained     
Tenant-obtained     
GAS
Landlord-obtained     
Tenant-obtained     
WATER
Landlord-obtained     
Tenant-obtained     
AFVAL
Landlord-obtained  n/a n/a n/a 
Tenant-obtained  n/a n/a n/a 
Normalisatie
Bij elke prestatie-indicator waar normalisatie wordt toe-
gepast, wordt aangegeven op welke manier dat gebeurt.
Meer in het algemeen, worden verbruiksindicatoren gepre-
senteerd ten opzichte van toepassing zijnde verhuurbare
vierkante meters. Voor sociale indicatoren wordt voor
sommige indicatoren gewerkt met het aantal personen op
de loonlijst van Intervest en voor andere indicatoren met
het totaal aantal gewerkte uren.
Om te beoordelen hoe streng het klimaat is, is het
gebruikelijk om het brandstofverbruik te normaliseren.
De vergelijking gebeurt op basis van het genormaliseerd
verbruik, op basis van de graaddagen (GD). Hoe kouder,
hoe hoger het aantal GD. Het gemiddelde van de GD voor
een bepaalde plaats (over de laatste  jaar) noemt men
normale graaddagen (NGD).

Genormaliseerd verbruik  Waargenomen verbruik x NGD/
GD.
Segmentanalyse
Segmentanalyse wordt in dit duurzaamheidsverslag
opgevat zoals in het jaarverslag van Intervest. Er wordt
een segmentering per type asset gemaakt, alsook een
geograsche segmentering.
Disclosure Intervest’s head oce
Intervest rapporteert apart en op een transparante manier
over de prestatie-indicatoren van haar hoofdkantoor in
Berchem van waaruit alle functies worden aangestuurd.
Het hoofdkantoor van Intervest bevindt zich in een
gebouw dat wordt gedeeld met andere huurders. Om die
reden is de rapportering een combinatie van het ener-
gie- en waterverbruik in de delen die zij exclusief betrekt
enerzijds, en van haar aandeel in de gemeenschappelijke
delen anderzijds. Deze verhouding wordt berekend op
basis van de vierkante meters die Intervest betrekt in het
gebouw ten opzichte van het totaal aantal verhuurbare
vierkante meters in het gebouw.
Voor het hoofdkantoor is geen schatting gemaakt en de
coverage is  voor elke indicator. Het hoofdkantoor is
niet opgenomen in de geconsolideerde resultaten van het
segment kantoren.
Narrative on performance
Voor meer informatie met betrekking tot de berekening en
evolutie van de verschillende prestatie-indicatoren, wordt
verwezen naar de EPRA prestatie-indicatoren die hierna in
detail berekend en toegelicht worden.
Integratie in het Jaarverslag
Dit duurzaamheidsverslag is geïntegreerd in het Jaarlijks
nancieel verslag van Intervest.
Alle sociale en milieu EPRA-kernprestatie-indicatoren
worden in dit hoofdstuk vermeld. De bestuurlijke EPRA-
kernprestatie-indicatoren worden gepubliceerd in het
hoofdstuk “Corporate governance verklaring” in dit
jaarverslag .
EPRA milieu-indicatoren
Zoals in de methodologie toegelicht, zijn enkel de gebou-
wen opgenomen in deze indicatoren waar Intervest
zelf verantwoordelijk is voor de energieaankoop
(‘landlord-obtained’).
De volgende conclusies over de milieu-indicatoren zijn
gebaseerd op de Like-for-Like prestaties  - .
Op een like-for-like basis daalt de directe en indirecte
(location-based) uitstoot van broeikasgassen met ,.
Intervest heeft in  verschillende duurzame investe-
ringen uitgevoerd, zoals in (intelligente) LED-verlichting.
Eveneens is in  beslist om in een aantal sites met
 graad lager te verwarmen.
Het totale waterverbruik per m daalt op like-for-like basis
met ,. Intervest investeert verder in energiezuinige
sanitaire toestellen en zal het waterverbruik blijven
opvolgen.
De hoeveelheid afval in ton daalt met , op een like-
for-like basis. In het logistieke segment valt het afval dat
vrijkomt bij operaties niet onder de operationele controle
van Intervest en wordt daarom niet gerapporteerd. Afval
wordt volledig gerecycleerd.
 gebouwen zijn tijdens de rapporteringsperiode
BREEAM-gecerticeerd en vertegenwoordigen  van
de totale vastgoedportefeuille die beschikbaar is voor
verhuur. Intervest stelt de huurder en waardecreatie altijd
centraal en beoordeelt of de te implementeren oplossin-
gen ook daadwerkelijk toegevoegde waarde creëren. De
certicaatbeoordelingen worden niet gezien als een afvin-
koefening. De aanpak van BREEAM-certicaten en groene
gebouwen binnen Intervest wordt verder toegelicht in deel
. Beperking klimaatverandering: toekomstbestendige
gebouwen van dit hoofdstuk.
Totaal elektriciteitsverbruik
Jaarlijkse hoeveelheid elektriciteit verbruikt uit hernieuw-
bare en niet-hernieuwbare bronnen, aangekocht of zelf
opgewekt.
ESG & NIET FINANCIËLE STATEN 
Reference GRI -
Landlord-obtained
(kWh/jaar)
Elec-Abs Elec-LfL Limited
assurance
    Delta 
Kantoren .. .. .. .. -,
Eigen productie (zonnepanelen) . -
Aangekocht .. .. .. .. -,
Warehouses BE .. .. .. .. -,
Eigen productie (zonnepanelen) .. .. .. .. ,
Aangekocht .. .. .. .. -,
Warehouses NL . . . . -,
Eigen productie (zonnepanelen) . . . . ,
Aangekocht . . . . -,
TOTAAL .. .. . . .. -,
Aantal m² waarop van toepassing
(landlord-obtained)
 
Aandeel van geschat elektriciteits-
verbruik
, ,
Aandeel ingekochte elektriciteit uit
hernieuwbare bronnen
 
Aandeel van totale elektriciteit uit
hernieuwbare bronnen
 
Hoofdkantoor . . . .
Ingekocht . . . . -,
Aandeel van geschat elektriciteits-
verbruik
, ,
Aandeel ingekochte elektriciteit uit
hernieuwbare bronnen
 
Aandeel van totale elektriciteit uit
hernieuwbare bronnen
 
Verwarming & koeling
Geen enkel pand van Intervest maakt gebruik van stadsnetwerken voor verwarming noch koeling (DH&C-Abs &
DH&C-LfL).
Totaal brandstofverbruik
Jaarlijkse hoeveelheid gebruikte brandstof uit directe (hernieuwbare en niet-hernieuwbare) bronnen. ‘Direct’ betekent dat
de brandstof ter plekke wordt verbrand. De brandstof die voor deze indicator wordt gebruikt, betreft uitsluitend aardgas.

Reference GRI -
Landlord-obtained
(kWh/jaar)
Fuels-abs Fuels-LfL Limited
assurance
    Delta 
Kantoren .. .. .. .. -,
Warehouses BE .. .. .. .. -,
Warehouses NL . . . . -,
TOTAAL .. .. .. .. -,
Aantal m² waarop van toepassing
(landlord-obtained)
 
Aandeel van geschat elektriciteits-
verbruik
, ,
Aandeel van totale brandstof uit
hernieuwbare bronnen
, ,
Hoofdkantoor - -
Aandeel van geschat elektriciteits-
verbruik
Aandeel van totale brandstof uit
hernieuwbare bronnen
Energie intensiteit
De som van (i) de verhouding tussen de totale jaarlijkse hoeveelheid verbruikte directe energie (inclusief hernieuwbare en
niet-hernieuwbare bronnen) gedeeld door de som van het vloeroppervlak in m voor de gebouwen die binnen het toe-
passingsgebied vallen en (ii) de verhouding tussen de totale jaarlijkse hoeveelheid verbruikte indirecte energie (inclusief
hernieuwbare en niet-hernieuwbare bronnen) gedeeld door de som van het vloeroppervlak in m voor de gebouwen die
binnen het toepassingsgebied vallen.
Reference GRI -
Landlord-obtained
Energieverbruik
(kWh/jaar)
Energie intensiteit
Energy-Int
(kWh/m/jaar)
Limited
assurance
    Delta 
Kantoren .. ..   -,
Warehouses BE .. . .   -,
Warehouses NL .. ..   -,
TOTAAL .. ..   -,
Hoofdkantoor . .   -,
Totale directe en indirecte uitstoot van broeikasgassen (GHG-Indir-Abs)
Interpretatie van scope ,  en 
Reference GRI -; -; -
Scope  Direct GHG emissions Jaarlijkse hoeveelheid broeikasgassen die rechtstreeks wordt uitgestoten door
het gebruik van brandstof op de site, namelijk gas, voor gebouwen in recht-
streeks beheer (hoofdkantoor en landlord-obtained)
Scope  Indirect GHG emissions Jaarlijkse hoeveelheid broeikasgassen die indirect wordt uitgestoten door de
aankoop van elektriciteit voor de gebouwen in rechtstreeks beheer (hoofdkan-
toor en landlord-obtained)
Scope  Indirect GHG emissions Jaarlijkse hoeveelheid broeikasgassen die indirect wordt uitgestoten door
brandstofverbruik op de site en door de aankoop van elektriciteit en stadsver-
warming voor onrechtstreeks beheerde gebouwen (tenant-obtained)
ESG & NIET FINANCIËLE STATEN 
Rapporteringsmethode voor de directe en indirecte uitstoot van broeikasgassen
Direct GHG De conversiefactor voor CO-uitstoot is gebaseerd op BEIS
 en bedraagt , ton/MWh
(, ton/MWh voor ).
Indirect GHG:
Location-based emissies
Er wordt een gemiddelde emissiefactor per land uit het IEA report
gebruikt. Deze conversiefactoren
kunnen niet transparant worden verstrekt door Intervest, aangezien de gegevens worden verkregen via
een betaalde dienst van het IEA.
Indirect GHG:
Market-based emissies
Emissies uit elektriciteit die Intervest bewust heeft gekozen. Zij ontleent emissiefactoren aan de contrac-
tuele overeenkomst tussen de externe energieleverancier en Intervest voor de aankoop van energie met
bepaalde attributen zoals hernieuwbare bronnen. Voor de gebouwen met landlord-obtained nutsverbruik is
de ingekochte en geproduceerde elektriciteit  aomstig van hernieuwbare bronnen.
Scope  & Scope  - location based emissions
Landlord-obtained
(Ton CO
/jaar)
Scope  Scope 
Location based
Scope   
Location based
Scope   
Location based
Limited
assurance
GHG-Dir-Abs GHG-Indir-Abs GHG-Abs GHG-LfL
        Delta 
Kantoren . . . . . . . . -,
Warehouses BE . .  . . . . . -,
Warehouses NL         -,
TOTAAL . . . . . . . . -,
Hoofdkantoor       -,
Scope  & Scope  – market-based emissions
Landlord-obtained
(Ton CO
/jaar)
Scope  Scope 
Market based
Scope   
Market based
Scope   
Market based
Limited
assurance
GHG-Dir-Abs GHG-Indir-Abs GHG-Abs GHG-LfL
        Delta 
Kantoren . . . . . . -,
Warehouses BE . . . . . . -,
Warehouses NL       -,
TOTAAL . . . . . . -,
Hoofdkantoor n.v.t.
Aangezien  van de aangekochte en geproduceerde elektriciteit aomstig is van hernieuwbare bronnen, zijn de
emissies van scope  onbestaande voor Intervest.
Scope 
Zoals uitgelegd in de methodologie, worden er geen gegevens gerapporteerd over het energieverbruik van huurders.
Intensiteit broeikasgasemissies door energieverbruik gebouw
Reference GRI - en CRE
De som van (i) de verhouding tussen de totale jaarlijkse hoeveelheid directe broeikasgasemissies die worden gegenereerd
door energieverbruik in een gebouw, gedeeld door de som van het vloeroppervlak in m voor de gebouwen in scope en
(ii) de verhouding tussen de totale jaarlijkse hoeveelheid indirecte broeikasgasemissies die worden gegenereerd door
energieverbruik in een gebouw, gedeeld door de som van het vloeroppervlak in m voor de gebouwen in scope.
BEIS (Department for Business, Energy and Industrial Strategy) - www.gov.uk/government/organisations/
department-for-business-energy-and-industrial-strategy
Het IEA (International Energy Agency) werkt samen met landen over de hele wereld om het energiebeleid voor een veilige en duur-
zame toekomst vorm te geven - www.iea.org

Location-based emissions
Landlord-obtained (Ton CO
/m/jaa r) GHG-Int-Abs GHG-Int-LfL Limited
assurance
    Delta 
Kantoren , , , , -,
Warehouses BE , , , , -,
Warehouses NL , , , , -,
TOTAAL , , , , -,
Hoofdkantoor , , , , -,
Market-based emissions
Landlord-obtained (Ton CO
/m/jaa r) GHG-Int-Abs GHG-Int-LfL Limited
assurance
    Delta 
Kantoren , , , , -,
Warehouses BE , , , , -,
Warehouses NL , , , , -,
TOTAAL , , , , -,
Hoofdkantoor n.v.t.
Aangezien  van de aangekochte en geproduceerde elektriciteit aomstig is van hernieuwbare bronnen, zijn de
emissies van scope  onbestaande voor Intervest.
Totaal waterverbruik
Jaarlijkse hoeveelheid verbruikt water. De belangrijkste watervoorzieningsbron is uitsluitend gemeentelijk water.
Reference GRI -
Landlord-obtained (m/ja ar)
Water-Abs Water-LfL Limited
assurance
 *   Delta 
Kantoren . . . . ,
Warehouses BE . . . . ,
Warehouses NL . . . . ,
TOTAAL . . . . ,
Aantal m² waarop van toepassing
(landlord-obtained)
 
Percentage van geschat waterverbruik , ,
Hoofdkantoor     -,
* Dit cijfer is gerestated in vergelijking met het cijfers in het Sustainability Report  door het bekomen van additionele informatie.
ESG & NIET FINANCIËLE STATEN 
Intensiteit waterverbruik
Jaarlijks waterverbruik gedeeld door de som van het vloeroppervlak in m voor de gebouwen in het toepassingsgebied.
Reference CRE
Landlord-obtained (m/m/ja ar)
Water-Int-Abs Water-Int-LfL Limited
assurance
 *   Delta 
Kantoren , , , , ,
Warehouses BE , , , , ,
Warehouses NL , , , , ,
TOTAAL , , , , ,
Hoofdkantoor , , , , -,
* Dit cijfer is gerestated in vergelijking met het cijfers in het Sustainability Report  door het bekomen van additionele informatie.
Totaal gewicht afval
Jaarlijkse hoeveelheid afval die wordt geproduceerd en verwijderd via verschillende verwijderingsmethoden. Het recycle-
ren van afval met energie is de enige verwijderingsmethode.
Reference GRI -
Landlord-obtained (Ton/jaar)
Waste-Abs Waste-LfL Limited
assurance
    Delta 
Kantoren . . . . -,
Niet-gevaarlijk afval . . . . -,
Gevaarlijk afval - - - - -
Warehouses - - - - -
Niet-gevaarlijk afval - - - - -
Gevaarlijk afval - - - - -
TOTAAL . . . . -
Aantal m² waarop van toepassing
(landlord-obtained)
 
Aandeel per verwijdermethode: recyclage  
Hoofdkantoor     
Type en aantal panden met een BREEAM-certicaat
Het aantal en percentage activa binnen de portefeuille die formeel een duurzaamheidscerticering hebben tijdens
de rapporteringsperiode:
Reference CRE
Aantal BREEAM certied gebouwen
Cert-Tot Limited
assurance
 
New Construction
Excellent
Outstanding
Very Good
Good - -
In-Use 
Excellent
Outstanding - -
Very Good
Good - -
TOTAAL  
Percentage van de totale verhuurbare
vastgoedportefeuille dat gecerticeerd is
 

EPRA sociale prestatie-indicatoren
In de sociale indicatoren hieronder, omvat de categorie werknemers enkel de werknemers op de loonlijst van Intervest in
zowel België als Nederland. Eind  zijn er  werknemers (headcount). Raad van toezicht, directie, externe medewer-
kers, zoals interimmers en consultants, zijn niet opgenomen in de berekeningen. Waar nuttig worden de gegevens van de
raad van toezicht en de directieraad in een aparte verklaring vermeld.
Inclusie/diversiteit is inherent aan de bedrijfscultuur van Intervest.
Alle drie de leden van de directieraad zijn mannen, maar de raad van toezicht (eind  vertegenwoordigd door 
vrouwen en  mannen) is evenwichtig verdeeld en wordt voorgezeten door een vrouw. De directieraad wordt ondersteund
door een team van directors waarvan  vrouw is. Aangezien  van de werknemers van Intervest vrouw is, spelen
vrouwen een onmiskenbaar belangrijke rol in het dagelijks bestuur en de werking.  van het aangeworven personeel is
vrouw in .
De belangrijkste reden voor de gerapporteerde loonkloof () in de categorie “werknemers” is dat de laagste functie-
categorie alleen uit vrouwen bestaat. Vrouwen doen vaker beroep op een deeltijds werkschema, wat gemakkelijker is in
ondersteunende en administratieve functies. Deze specieke functies behoren allemaal tot de laagste functiecategorie.
De loonkloof in de andere functiecategorieën schommelt tussen  en  in  ( en  in ).
Intervest zet maximaal in op de ontwikkeling van haar medewerkers en realiseert in  een gemiddelde van  uur
opleiding per medewerker wat gelijk staat aan ruim  volle dagen.
Om voldoende aandacht te besteden aan de persoonlijke groei en ontwikkeling van haar medewerkers, engageert
Intervest zich om op regelmatige basis evaluatiegesprekken te voeren en feedback te geven. Zoals elk jaar zijn ook in 
alle medewerkers geëvalueerd.
Intervest gelooft in de kracht van team Intervest en streeft ernaar haar gebouwen zelf te beheren. Intervest heeft een
portefeuille van logistieke centra in Nederland die worden aangestuurd door een team dat is gevestigd in Eindhoven. Alle
 Nederlandse medewerkers zijn mannen.
De beoordeling van de veiligheid en gezondheid van de activa is gebaseerd op de periodieke controle van de wettelijke
inspectiecerticaten zoals brandaudits, sprinklers, liften, verwarming, koeling, enz. Eventuele opmerkingen in de rappor-
ten worden actief behandeld. In de indirect beheerde portefeuille worden deze beoordelingen uitgevoerd als onderdeel
van het due diligence-proces op het moment van overname.
Het opstellen en monitoren van richtlijnen zorgt ervoor dat ongevallen op de werkplek tot een minimum worden beperkt.
In  werden geen incidenten geregistreerd.
Bij de berekening van de gegevens voor de betrokkenheid bij de gemeenschap van gebouwen, wordt enkel rekening
gehouden met kantorenvastgoed waar Intervest verantwoordelijk is voor de uitbating. Concreet is dit het geval voor het
hoofdkantoor. De  betrokkenheid van het hoofdkantoor staat voor de bereidheid van de Intervest medewerkers om
te helpen waar hulp nodig is. In  blijft Intervest een vzw steunen die kinderen die verlamd zijn of een ander lichamelijk
of geestelijk letsel hebben opgelopen, helpt tijdens hun revalidatie.
Intervest heeft geen controle over de uitbating van haar logistiek vastgoed. Maatschappelijke participatie volgens de
EPRA en GRI richtlijnen is hier dus niet aan de orde.
Meer informatie over het belang dat Intervest hecht aan sociale aspecten vindt u in deel . Stakeholders: gezondheid,
welzijn en inclusie.
Genderdiversiteit medewerkers
Percentage mannelijke en vrouwelijke medewerkers in de organisatie op basis van het personeelsbestand
Reference GRI-
Diversity-Emp
  Limited
assurance
Vrouw Man Vrouw Man
Raad van toezicht    
Directieraad    
Medewerkers    
ESG & NIET FINANCIËLE STATEN 
Loonkloof
Verhouding tussen het basisjaarsalaris of de vergoeding van vrouwelijke en mannelijke medewerkers, rekening houdend
met het equivalent van een voltijdse werknemer.
Reference GRI-
Diversity-Pay (vrouw/man)
  Limited
assurance
Raad van toezicht  
Directieraad n/a n/a
Medewerkers  
Opleiding en ontwikkeling
Gemiddeld aantal uren opleiding dat werknemers in loondienst hebben gevolgd. Intervest houdt alleen rekening met
opleidingen die de professionele kennis vergroten of de professionele vaardigheden verbeteren.
Reference GRI-
Emp-Training
  Limited
assurance
Aantal uren opleiding per
werknemer
 
Evaluatiegesprekken
Percentage van het totaal aantal werknemers dat tijdens de rapporteringsperiode regelmatige functionerings- en loop-
baanontwikkelingsgesprekken heeft ontvangen.
Reference GRI -
Emp-Dev
  Limited
assurance
Medewerkers  
Personeelsverloop en -retentie
Totaal aantal en percentage nieuwe werknemers en personeelsverloop tijdens het rapporteringsjaar.
Reference GRI-
Emp-Turnover
  Limited
assurance
Vertrek Aanwerving Vertrek Aanwerving
Totaal Totaal Totaal Totaal
Medewerkers      
Gezondheid en veiligheid medewerkers
Arbo- en veiligheidsprestaties van de organisatie met betrekking tot haar werknemers.
Reference GRI-
H&S-Emp
  Limited assu-
rance
Arbeidsongevallen
, ,
Arbeidsongeschiktheid door een arbeidsongeval
, ,
Ziekteverzuim (excl. langdurige afwezigheid)
, ,
Overlijden door arbeidsongeval
 
Gezondheids- en veiligheidsbeoordeling gebouwen
Percentage van de door Intervest beheerde bedrijfsmiddelen waarvoor de gezondheids- en veiligheidseecten zijn
gecontroleerd of beoordeeld op naleving of verbetering.
Meting: Ongevallen / totaal aantal gewerkte dagen
Meting: Arbeidsongeschiktheidsdagen / totaal aantal gewerkte dagen
Meting: Verzuimdagen / totaal aantal gewerkte dagen
Meting: Overlijdens / totaal aantal gewerkte dagen

Reference GRI -
H&S-Asset
( Gezondheids- en veiligheidsevaluaties)
  Limited
assurance
Kantoren  
Warehouses  
TOTAAL  
Gezondheids- en veiligheidscompliance
Reference GRI -
H&S-Comp
(Aantal gevallen van niet-naleving van
V&G-regelgeving)
  Limited
assurance
Kantoren
Warehouses
TOTAAL
Betrokkenheid bij de gemeenschap, beoordeling van impact en
ontwikkelingsprogramma’s
Reference GRI -
Comty-Eng
( van rechtstreeks beheerde activa in m)
  Limited
assurance
Hoofdkantoor  
EPRA governance performance indicators
Samenstelling van het hoogste bestuursorgaan (Gov-Board)
Reference GRI -
De Gov-Board indicator wordt in dit jaarverslag  beschreven in het hoofdstuk “Corporate governance verklaring – .
Algemeen & . Bestuursorganen”.
Alle leden van de raad van toezicht en de directieraad hebben expertise en ervaring op het gebied van ESG. Alle leden
besteden aandacht aan onderwerpen die verband houden met ESG, zowel op het gebied van milieu, maatschappij als
bestuursbelang, en altijd binnen het kader van de strategie.
Proces voor het omgaan met belangenconicten (Gov-Col)
Reference GRI -
De Gov-Col indicator wordt in dit jaarverslag  beschreven in het hoofdstuk “Corporate governance verklaring – .
Belangenconicten en overige regelgeving.
Benoeming en selectie van het hoogste bestuursorgaan (Gov-Select)
Reference GRI -
De Gov-Select indicator wordt in dit jaarverslag  beschreven in het hoofdstuk “Corporate governance verklaring – .
Algemeen & . Bestuursorganen”.
Bij de selectie van de leden van de raad van toezicht, de directieraad en de commissies wordt ook rekening gehouden met
de deskundigheid en ervaring op het gebied van milieu- en sociale onderwerpen.
ESG & NIET FINANCIËLE STATEN 
EPRA index 
Voor elke EPRA-indicator wordt hieronder aangegeven waar de gegevens in dit verslag te vinden zijn.
Limited
assurance
EPRA KPI Reference
GRI/CRESD
Pagina referentie
ENVIRONMENTAL INDICATORS
Elec-Abs - -
Elec-LfL - -
DH&C-Abs - 
DH&C-LfL - 
Fuels-Abs - -
Fuels-LfL - 
Energy-Int - 
GHG-Dir-Abs - -
GHG-Indir-Abs - -
GHG-Int-Abs - -
Water-Abs - 
Water-LfL - 
Water-Int-Abs CRE 
Waste-Abs - 
Waste-LfL - 
Cert-Tot CRE 
SOCIAL INDICATORS
Diversity-Emp - 
Diversity-Pay - 
Emp-Training - 
Emp-Dev - 
Emp-Turnover - 
H&S-Emp - 
H&S-Asset - 
H&S-Comp - 
Compty-Eng - 
GOVERNANCE INDICATORS
Gov-Board - 
Gov-Select - 
Gov-Col - 

Onafhankelijk assurance-rapport
I
I
n
n
t
t
e
e
r
r
v
v
e
e
s
s
t
t
O
O
f
f
f
f
i
i
c
c
e
e
s
s
&
&
W
W
a
a
r
r
e
e
h
h
o
o
u
u
s
s
e
e
s
s
N
N
V
V
|
|
31 december 2023
1
Onafhankelijk assurance rapport over geselecteerde milieu-, sociale en
bestuurlijke prestatie-indicatoren gepubliceerd in het Jaarverslag van
Intervest Offices & Warehouses NV voor het jaar eindigend op
31 december 2023
Aan de raad van bestuur
We hebben de opdracht gekregen van Intervest Offices & Warehouses NV ("de Vennootschap") om een
beperkte assurance opdracht uit te voeren op geselecteerde milieu-, sociale en bestuurlijke prestatie-
indicatoren ("Geselecteerde Informatie") gepubliceerd in sectie “ESG en niet-financiële staten” van het
Jaarverslag van de Vennootschap voor het jaar eindigend op 31 december 2023. Bij het opstellen van de
Geselecteerde Informatie heeft de Vennootschap gebruikt gemaakt van de Toepasselijke Criteria, zoals
vermeld in onderstaande tabel. De Geselecteerde Informatie dient gelezen en begrepen te worden samen
met de Toepasselijke Criteria.
De Geselecteerde Informatie in het kader van onze opdracht is vermeld in onderstaande tabel en is
geïdentificeerd met in het Jaarverslag.
G
G
e
e
s
s
e
e
l
l
e
e
c
c
t
t
e
e
e
e
r
r
d
d
e
e
I
I
n
n
f
f
o
o
r
r
m
m
a
a
t
t
i
i
e
e
T
o
e
p
a
s
s
e
l
i
j
k
e
C
r
i
t
e
r
i
a
I
I
m
m
p
p
a
a
c
c
t
t
CCaatteeggoorriiee
I
I
n
n
d
d
i
i
c
c
a
a
t
t
o
o
r
r
O
O
m
m
s
s
c
c
h
h
r
r
i
i
j
j
v
v
i
i
n
n
g
g
O
O
m
m
s
s
c
c
h
h
r
r
i
i
j
j
v
v
i
i
n
n
g
g
E
E
n
n
e
e
r
r
g
g
i
i
e
e
Elec-Abs
Totaal elektriciteitsverbruik (incl. hoofdkantoor)
GRI Standaarden
en EPRA
Sustainability Best
Practices
Recommendations
Guidelines
Elec-LfL
Like-for-like totaal elektriciteitsverbruik (incl.
hoofdkantoor)
DH&C-Abs
Totaal verwarming en koelingsverbruik
DH&C-LfL
Like-for-like totaal verwarming en koelingsverbruik
Fuels-Abs
Totaal brandstofverbruik (incl. hoofdkantoor)
Fuels-LfL
Like-for-like totaal brandstofverbruik (incl.
hoofdkantoor)
Energy-Int
Gebouw energie intensiteit
G
G
H
H
G
G
GHG-Dir-
Abs
Totale directe uitstoot van broeikasgassen (incl.
hoofdkantoor)
GHG-Indir-
Abs
Totale indirecte uitstoot van broeikasgassen
market based (incl. hoofdkantoor)
Totale indirecte uitstoot van broeikasgassen
location based (incl. hoofdkantoor)
GHG-Dir +
Indirect -
LfL
Like-for-like totale directe en indirecte uitstoot van
broeikasgassen market based (incl. hoofdkantoor)
Like-for-like totale directe en indirecte uitstoot van
broeikasgassen location based (incl. hoofdkantoor)
GHG-Int-
Abs
Intensiteit broeikasgasemissies door energieverbruik
gebouw market based
Intensiteit broeikasgasemissies door energieverbruik
gebouw location based
GHG-Int -
Lfl
Like-for-like Intensiteit broeikasgasemissies door
energieverbruik gebouw market based
Like-for-like Intensiteit broeikasgasemissies door
energieverbruik gebouw location based
ESG & NIET FINANCIËLE STATEN 
I
I
n
n
t
t
e
e
r
r
v
v
e
e
s
s
t
t
O
O
f
f
f
f
i
i
c
c
e
e
s
s
&
&
W
W
a
a
r
r
e
e
h
h
o
o
u
u
s
s
e
e
s
s
N
N
V
V
|
|
31 december 2023
2
G
G
e
e
s
s
e
e
l
l
e
e
c
c
t
t
e
e
e
e
r
r
d
d
e
e
I
I
n
n
f
f
o
o
r
r
m
m
a
a
t
t
i
i
e
e
T
o
e
p
a
s
s
e
l
i
j
k
e
C
r
i
t
e
r
i
a
I
I
m
m
p
p
a
a
c
c
t
t
CCaatteeggoorriiee
I
I
n
n
d
d
i
i
c
c
a
a
t
t
o
o
r
r
O
O
m
m
s
s
c
c
h
h
r
r
i
i
j
j
v
v
i
i
n
n
g
g
O
O
m
m
s
s
c
c
h
h
r
r
i
i
j
j
v
v
i
i
n
n
g
g
W
W
a
a
t
t
e
e
r
r
Water-Abs
Totaal waterverbruik (incl. hoofdkantoor)
Water-LfL
Like-for-like totaal waterverbruik (incl. hoofdkantoor)
Water-Int -
Abs
Gebouw intensiteit waterverbruik
Water-Int-
LfL
Like-for-like gebouw intensiteit waterverbruik
A
A
f
f
v
v
a
a
l
l
Waste-Abs
Totaal gewicht afval per verwijderingsmethode (incl.
hoofdkantoor)
Waste-LfL
Like-for-like totaal gewicht afval per
verwijderingsmethode (incl. hoofdkantoor)
C
C
e
e
r
r
t
t
i
i
f
f
i
i
c
c
e
e
r
r
i
i
n
n
g
g
Cert-Tot
Type en aantal panden met een
duurzaamheidscertificering
D
D
i
i
v
v
e
e
r
r
s
s
i
i
t
t
e
e
i
i
t
t
Diversity-
Emp
Genderdiversiteit werknemers (incl. raad van
toezicht, directieraad en werknemers)
Diversity-
Pay
Loonkloof (incl. raad van toezicht, directieraad en
werknemers)
W
W
e
e
r
r
k
k
n
n
e
e
m
m
e
e
r
r
s
s
Emp-
Training
Opleiding en ontwikkeling
Emp-Dev
Werknemers evaluatiegesprekken
Emp-
Turnover
Personeelsverloop en -retentie
G
G
e
e
z
z
o
o
n
n
d
d
h
h
e
e
i
i
d
d
e
e
n
n
v
v
e
e
i
i
l
l
i
i
g
g
h
h
e
e
i
i
d
d
H&S-Emp
Gezondheid en veiligheid medewerkers (incl.
arbeidsongevallen, arbeidsongeschiktheid door een
arbeidsongeval, ziekteverzuim en overlijden door
arbeidsongeval).
H&S-Asset
Gezondheids- en veiligheidsbeoordeling gebouwen
- kantoren
- warehouses
H&S-Comp
Gezondheids- en veiligheidscompliance
- kantoren
- warehouses
S
S
o
o
c
c
i
i
a
a
a
a
l
l
Comty-Eng
Betrokkenheid bij de gemeenschap, beoordeling van
impact en ontwikkelingsprogramma’s
- hoofdkantoor
B
B
e
e
s
s
t
t
u
u
u
u
r
r
Gov-Board
Samenstelling van het hoogste bestuursorgaan
Gov-Selec
Benoeming en selectie van het hoogste
bestuursorgaan
Gov-CoI
Proces voor het omgaan met belangenconflicten
Op basis van ons werk zoals beschreven in dit verslag, is niets onder onze aandacht gekomen dat ons doet
geloven dat de bovengenoemde Geselecteerde Informatie, zoals gepubliceerd in het “Jaarverslag 2023 van
de Vennootschap, niet is opgesteld, in alle materiële opzichten, in overeenstemming met de Toepasselijke
Criteria.

I
I
n
n
t
t
e
e
r
r
v
v
e
e
s
s
t
t
O
O
f
f
f
f
i
i
c
c
e
e
s
s
&
&
W
W
a
a
r
r
e
e
h
h
o
o
u
u
s
s
e
e
s
s
N
N
V
V
|
|
31 december 2023
3
V
V
e
e
r
r
a
a
n
n
t
t
w
w
o
o
o
o
r
r
d
d
e
e
l
l
i
i
j
j
k
k
h
h
e
e
i
i
d
d
v
v
a
a
n
n
d
d
e
e
r
r
a
a
a
a
d
d
v
v
a
a
n
n
b
b
e
e
s
s
t
t
u
u
u
u
r
r
De raad van bestuur van de Vennootschap is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geselecteerde
Informatie en de verwijzingen ernaar in het “Jaarverslag 2023” alsook voor de verklaring dat de rapportering
voldoet aan de vereisten van de Toepasselijke Criteria.
De raad van bestuur is ook verantwoordelijk voor:
Het selecteren en vaststellen van de Toepasselijke Criteria.
Het opstellen, berekenen, presenteren en rapporteren van de Geselecteerde Informatie in
overeenstemming met de Toepasselijke Criteria
Het ontwerpen, implementeren en onderhouden van de interne processen en controles over informatie
die relevant zijn voor het opstellen van de Geselecteerde Informatie en die vrij is van afwijkingen van
materieel belang als gevolg van fraude of fouten;
Het verstrekken van voldoende toegang en het beschikbaar stellen van alle benodigde verslagen,
correspondentie, informatie en uitleg om de succesvolle voltooiing van de diensten mogelijk te maken.
Door middel van schriftelijke verklaringen aan ons te bevestigen dat alle verstrekte informatie, die
relevant is voor onze diensten waarvan u op de hoogte bent, en dat de beoordeling of evaluatie van de
onderliggende informatie aan de hand van de Toepasselijke Criteria, inclusief dat alle relevante zaken,
worden weerspiegeld in de Geselecteerde Informatie.
O
O
n
n
z
z
e
e
v
v
e
e
r
r
a
a
n
n
t
t
w
w
o
o
o
o
r
r
d
d
e
e
l
l
i
i
j
j
k
k
h
h
e
e
i
i
d
d
Het is onze verantwoordelijkheid om op basis van onze procedures een conclusie te formuleren over de
Geselecteerde Informatie. Wij hebben onze opdracht uitgevoerd in overeenstemming met ISAE 3000
(herzien) met betrekking tot assurance opdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van
historische financiële informatie, uitgegeven door de International Auditing and Assurance Standards Board
(IAASB), om aan te geven of iets onder onze aandacht is gekomen dat ons doet vermoeden dat de
Geselecteerde Informatie, in alle materiële opzichten, niet opgesteld zou zijn in overeenstemming met de
Toepasselijke Criteria.
Door deze standaarden toe te passen, zijn onze werkzaamheden gericht op het verkrijgen van een beperkte
mate van zekerheid dat de Geselecteerde Informatie in het jaarverslag geen afwijkingen van materieel
belang bevat. De werkzaamheden die worden uitgevoerd bij een opdracht met een beperkte mate van
zekerheid variëren qua aard en timing van, en zijn minder omvangrijk dan bij een opdracht met een redelijke
mate van zekerheid, en als gevolg daarvan is het niveau van zekerheid dat wordt verkregen bij een opdracht
met een beperkte mate van zekerheid substantieel lager dan de zekerheid die zou zijn verkregen als een
opdracht met een redelijke mate van zekerheid was uitgevoerd.
Ons werk werd uitgevoerd op basis van de gegevens die door de Vennootschap werden verzameld en
behouden in de rapporteringsscope zoals hierboven vermeld. Onze conclusie heeft daarom alleen betrekking
op de bovengenoemde Geselecteerde Informatie en niet op alle informatie die is opgenomen in het
Jaarverslag. De beperkte assurance op de Geselecteerde Informatie is enkel uitgevoerd op de Geselecteerde
Informatie gerelateerd aan het boekjaar eindigend per 31 december 2023.
ESG & NIET FINANCIËLE STATEN 
I
I
n
n
t
t
e
e
r
r
v
v
e
e
s
s
t
t
O
O
f
f
f
f
i
i
c
c
e
e
s
s
&
&
W
W
a
a
r
r
e
e
h
h
o
o
u
u
s
s
e
e
s
s
N
N
V
V
|
|
31 december 2023
4
We zijn verplicht om ons werk te plannen en uit te voeren om de gebieden aan te pakken waar we hebben
vastgesteld dat er waarschijnlijk een materiële afwijking van de beschrijving van activiteiten met betrekking
tot de Geselecteerde informatie zal ontstaan. De procedures die we uitvoerden waren gebaseerd op ons
professioneel oordeel. Bij het uitvoeren van onze beperkte assurance opdracht over de beschrijving van
activiteiten die zijn ondernomen met betrekking tot de Geselecteerde Informatie, bestonden onze
werkzaamheden voornamelijk uit volgende elementen:
Het uitvoeren van analytische procedures en in overweging nemen van het risico van materiële
afwijkingen van de Geselecteerde Informatie.
Door middel van besprekingen met leidinggevenden, een goed begrip verkrijgen van de Vennootschap,
haar omgeving, processen en informatiesystemen die relevant zijn voor het opstellen van de
Geselecteerde Informatie, voldoende om de risico's van een afwijking van materieel belang in de
Geselecteerde Informatie te identificeren en te beoordelen, en een basis te bieden voor het ontwerpen
en uitvoeren van procedures om beperkte mate van zekerheid te verkrijgen om een conclusie te
ondersteunen.
Procedures uitvoeren over de Geselecteerde Informatie, die betrekking hebben op de herberekening van
relevante formules gebruikt in manuele berekeningen en beoordeling of de gegevens op de juiste manier
zijn geconsolideerd.
Procedures uitvoeren op onderliggende gegevens op basis van een statistische steekproef om te
beoordelen of de gegevens zijn verzameld en gerapporteerd in overeenstemming met de toepasselijke
criteria, inclusief het verifiëren aan de hand van brondocumentatie.
Procedures uitvoeren over de Geselecteerde Informatie inclusief het beoordelen van de assumpties en
schattingen van het management.
Onjuistheden en tekortkomingen in de controle verzamelen en beoordelen of ze van materieel belang
zijn.
Lezen van de bijhorende toelichting gerelateerd aan de Geselecteerde Informatie en de Toepasselijke
Criteria voor consistentie met onze bevindingen.
We passen de International Standard on Quality Management 1 toe en onderhouden dienovereenkomstig
een uitgebreid systeem van kwaliteitscontrole, inclusief gedocumenteerde beleidslijnen en procedures met
betrekking tot naleving van ethische vereisten, professionele standaarden en toepasselijke wettelijke en
regelgevende vereisten.
Bij het uitvoeren van onze opdracht hebben wij de onafhankelijkheid en andere ethische vereisten nageleefd
van de Code of Ethics for Professional Accountants uitgegeven door de International Ethics Standards Board
for Accountants (IESBA), die gebaseerd is op de fundamentele principes van integriteit, objectiviteit,
professionele competentie en zorgvuldigheid, vertrouwelijkheid en professioneel gedrag, en met het
Belgische wettelijke en reglementaire kader.

I
I
n
n
t
t
e
e
r
r
v
v
e
e
s
s
t
t
O
O
f
f
f
f
i
i
c
c
e
e
s
s
&
&
W
W
a
a
r
r
e
e
h
h
o
o
u
u
s
s
e
e
s
s
N
N
V
V
|
|
31 december 2023
Deloitte Bedrijfsrevisoren/Réviseurs dEntreprises BV/SRL
Registered Office: Gateway building, Luchthaven Brussel Nationaal 1 J, B-1930 Zaventem
VAT BE 0429.053.863 - RPR Brussel/RPM Bruxelles - IBAN BE86 5523 2431 0050 - BIC GKCCBEBB
Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
I
I
n
n
h
h
e
e
r
r
e
e
n
n
t
t
e
e
b
b
e
e
p
p
e
e
r
r
k
k
i
i
n
n
g
g
e
e
n
n
v
v
a
a
n
n
d
d
e
e
G
G
e
e
s
s
e
e
l
l
e
e
c
c
t
t
e
e
e
e
r
r
d
d
e
e
I
I
n
n
f
f
o
o
r
r
m
m
a
a
t
t
i
i
e
e
We hebben een beperkte mate van zekerheid verkregen over het opstellen van de Geselecteerde Informatie
in overeenstemming met de Toepasselijke Criteria. Inherente beperkingen bestaan in alle assurance
opdrachten.
Elke interne controlestructuur, hoe effectief dan ook, kan de mogelijkheid niet uitsluiten dat fraude, fouten
of onregelmatigheden kunnen optreden en onopgemerkt blijven en omdat we selectieve testen gebruiken
bij onze opdracht, kunnen we niet garanderen dat fouten of onregelmatigheden, indien aanwezig, zullen
worden gedetecteerd.
De zelf gedefinieerde Toepasselijke Criteria, de aard van de Geselecteerde Informatie, en het ontbreken van
consistente externe normen maken het mogelijk om verschillende maar aanvaardbare meetmethoden te
hanteren die kunnen leiden tot verschillen tussen entiteiten. De aangenomen meetmethoden kunnen ook
van invloed zijn op de vergelijkbaarheid van de Geselecteerde Informatie die door verschillende organisaties
en van jaar tot jaar binnen een organisatie wordt gerapporteerd naarmate de methodologieën zicht
ontwikkelen
G
G
e
e
b
b
r
r
u
u
i
i
k
k
v
v
a
a
n
n
o
o
n
n
s
s
r
r
a
a
p
p
p
p
o
o
r
r
t
t
Dit verslag wordt uitsluitend gericht aan de raad van bestuur van Intervest Offices & Warehouses NV in
overeenstemming met ISAE 3000 (Herzien) en met onze opdrachtbrief. Ons werk is ondernomen zodat we
aan de raad van bestuur de zaken kunnen melden die we in dit rapport aan hen moeten melden en voor
geen ander doel.
Zonder enige verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot dit rapport op zich te nemen of
te aanvaarden aan een andere partij dan de Vennootschap en haar raad van bestuur, erkennen wij dat de
raad van bestuur ervoor kan kiezen om dit rapport openbaar beschikbaar te maken voor anderen die er
toegang toe willen hebben, wat geen invloed heeft en zal hebben of zal uitbreiden voor welk doel of op
welke basis dan ook op onze verantwoordelijkheden. Voor zover toegestaan door de wet, accepteren of
aanvaarden wij geen verantwoordelijkheid jegens iemand anders dan de Vennootschap en de bestuurders
van de Vennootschap als orgaan voor ons werk, dit rapport of voor de conclusies die we hebben getrokken.
Getekend te Zaventem.
D
D
e
e
l
l
o
o
i
i
t
t
t
t
e
e
B
B
e
e
d
d
r
r
i
i
j
j
f
f
s
s
r
r
e
e
v
v
i
i
s
s
o
o
r
r
e
e
n
n
B
B
V
V
Vertegenwoordigd door Sofian Milad
IInntteerrvveesstt OOffffiicceess && WWaarreehhoouusseess NNVV || 31 december 2023
Deloitte Bedrijfsrevisoren/Réviseurs d’Entreprises BV/SRL
Registered Office: Gateway building, Luchthaven Brussel Nationaal 1 J, B-1930 Zaventem
VAT BE 0429.053.863 - RPR Brussel/RPM Bruxelles - IBAN BE86 5523 2431 0050 - BIC GKCCBEBB
Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
IInnhheerreennttee bbeeppeerrkkiinnggeenn vvaann ddee GGeesseelleecctteeeerrddee IInnffoorrmmaattiiee
We hebben een beperkte mate van zekerheid verkregen over het opstellen van de Geselecteerde Informatie
in overeenstemming met de Toepasselijke Criteria. Inherente beperkingen bestaan in alle assurance
opdrachten.
Elke interne controlestructuur, hoe effectief dan ook, kan de mogelijkheid niet uitsluiten dat fraude, fouten
of onregelmatigheden kunnen optreden en onopgemerkt blijven en omdat we selectieve testen gebruiken
bij onze opdracht, kunnen we niet garanderen dat fouten of onregelmatigheden, indien aanwezig, zullen
worden gedetecteerd.
De zelf gedefinieerde Toepasselijke Criteria, de aard van de Geselecteerde Informatie, en het ontbreken van
consistente externe normen maken het mogelijk om verschillende maar aanvaardbare meetmethoden te
hanteren die kunnen leiden tot verschillen tussen entiteiten. De aangenomen meetmethoden kunnen ook
van invloed zijn op de vergelijkbaarheid van de Geselecteerde Informatie die door verschillende organisaties
en van jaar tot jaar binnen een organisatie wordt gerapporteerd naarmate de methodologieën zicht
ontwikkelen
GGeebbrruuiikk vvaann oonnss rraappppoorrtt
Dit verslag wordt uitsluitend gericht aan de raad van bestuur van Intervest Offices & Warehouses NV in
overeenstemming met ISAE 3000 (Herzien) en met onze opdrachtbrief. Ons werk is ondernomen zodat we
aan de raad van bestuur de zaken kunnen melden die we in dit rapport aan hen moeten melden en voor
geen ander doel.
Zonder enige verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot dit rapport op zich te nemen of
te aanvaarden aan een andere partij dan de Vennootschap en haar raad van bestuur, erkennen wij dat de
raad van bestuur ervoor kan kiezen om dit rapport openbaar beschikbaar te maken voor anderen die er
toegang toe willen hebben, wat geen invloed heeft en zal hebben of zal uitbreiden voor welk doel of op
welke basis dan ook op onze verantwoordelijkheden. Voor zover toegestaan door de wet, accepteren of
aanvaarden wij geen verantwoordelijkheid jegens iemand anders dan de Vennootschap en de bestuurders
van de Vennootschap als orgaan voor ons werk, dit rapport of voor de conclusies die we hebben getrokken.
Getekend te Zaventem.
DDeellooiittttee BBeeddrriijjffssrreevviissoorreenn BBVV
Vertegenwoordigd door Sofian Milad
FINANCIËLE STATEN 109
1 Geconsolideerde resultatenrekening
2 Geconsolideerd globaalresultaat
3 Geconsolideerde balans
4 Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen
5 Geconsolideerd kasstroomoverzicht
6 Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
7 Verslag van de commissaris
8 Enkelvoudige jaarrekening Intervest Offices & Warehouses NV
FINANCIËLE STATEN
1 De jaarlijkse financiële verslagen, de verslagen van de raad van toezicht en de verslagen van de commissaris over de boekjaren
2023, 2022, 2021 en 2020 alsook de tussentijdse verklaringen en de halfjaarlijkse financiële verslagen (inclusief verslagen van de
commissaris) zijn consulteerbaar op de website van de vennootschap (www.intervest.eu). Ze zijn eveneens op eenvoudig verzoek
op de maatschappelijke zetel verkrijgbaar.
110
1 Geconsolideerde resultatenrekening
in EUR x 1.000
Toelichting 2023 2022
Huurinkomsten
4 81.081 71.474
Met verhuur verbonden kosten
4 -76 -19
NETTOHUURRESULTAAT
81.005 71.455
Recuperatie van vastgoedkosten
4 1.163 1.249
Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder
op verhuurde gebouwen
4 23.979 22.290
Kosten van de huurder en gedragen door de eigenaar op huurschade en wede-
rinstaatstelling
-1.138 -1.629
Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde
gebouwen
4 -23.979 -22.290
Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven
4 918 939
VASTGOEDRESULTAAT
81.947 72.014
Technische kosten
5 -1.112 -931
Commerciële kosten
5 -286 -432
Kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen
5 -1.688 -1.086
Beheerskosten van het vastgoed
5 -6.529 -4.926
Andere vastgoedkosten
5 -1.370 -1.191
Vastgoedkosten
-10.984 -8.566
OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT
70.963 63.448
Algemene kosten
6 -10.437 -4.387
Andere operationele opbrengsten en kosten
8 -903 -475
OPERATIONEEL RESULTAAT VÓÓR RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE
59.624 58.586
Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen
9 -4.733 478
Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen
10 -810 -26.106
Ander portefeuilleresultaat
11 -2.793 3.920
OPERATIONEEL RESULTAAT
51.287 36.878
Financiële opbrengsten
1.612 69
Netto-interestkosten
13 -20.537 -10.655
Andere financiële kosten
-627 -291
Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva
21 -16.860 32.257
Financieel resultaat
-36.413 21.380
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN
14.875 58.258
Belastingen
14 -1.399 -978
NETTORESULTAAT
13.475 57.280
Toewijsbaar aan:
Aandeelhouders Groep
5.918 51.714
Derden
7.558 5.566
NETTORESULTAAT  AANDEELHOUDERS GROEP
5.918 51.714
Uit te sluiten:
- Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen
-4.733 478
- Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen
-810 -26.106
- Ander portefeuilleresultaat
-2.793 3.920
- Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva
-16.860 32.257
- Minderheidsbelangen met betrekking tot bovenstaande
-6.286 -4.302
EPRA RESULTAAT
37.401 45.467
FINANCIËLE STATEN 111
RESULTAAT PER AANDEEL - GROEP
Financieel verslag 2023 2022
Aantal aandelen op jaareinde
8.6 30.825.122 29.235.067
Aantal dividendgerechtigde aandelen op jaareinde
8.6 30.825.122 29.235.067
Gewogen gemiddeld aantal aandelen
8.6 30.021.003 26.664.878
Nettoresultaat (in EUR)
0,20 1,94
Verwaterd nettoresultaat (in EUR)
0,20 1,94
EPRA resultaat (in EUR)
1,25 1,71
2 Geconsolideerd globaalresultaat
in EUR x 1.000 2023 2022
NETTORESULTAAT 13.475 57.280
Andere componenten van het globaalresultaat -4.103 5.486
Herwaardering andere materiële activa -4.103 5.486
GLOBAALRESULTAAT 9.372 62.766
Toerekenbaar aan:
Aandeelhouders van de moedermaatschappij 2.836 55.448
Minderheidsbelangen 6.536 7.318
112
3 Geconsolideerde balans
ACTIVA in EUR x 1.000
Toelichting 31-12-2023 31-12-2022
VASTE ACTIVA
1.452.522 1.381.476
Immateriële vaste activa
274 284
Vastgoedbeleggingen
15 1.419.893 1.333.418
Andere materiële vaste activa
15 13.322 15.124
Financiële instrumenten
21 18.994 32.608
Handelsvorderingen en andere vaste activa
37 41
VLOTTENDE ACTIVA
21.653 47.304
Activa bestemd voor verkoop
16 3.200 27.277
Financiële vlottende activa
323 0
Handelsvorderingen
16 7.158 2.126
Belastingsvorderingen en andere vlottende activa
16 2.005 4.937
Kas en kasequivalenten
3.123 3.053
Overlopende rekeningen
16 5.844 9.911
TOTAAL ACTIVA
1.474.175 1.428.780
EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN in EUR x 1.000
Toelichting 31-12-2023 31-12-2022
EIGEN VERMOGEN
708.039 721.410
Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij
674.706 693.351
Kapitaal
17 278.375 264.026
Uitgiftepremies
17 228.247 219.354
Reserves
17 162.166 158.257
Nettoresultaat van het boekjaar
5.918 51.714
Minderheidsbelangen
25 33.333 28.059
VERPLICHTINGEN
766.136 707.370
Langlopende verplichtingen
642.834 564.849
Langlopende financiële schulden
19 593.395 525.116
Kredietinstellingen
490.903 422.734
Andere
102.491 102.382
Andere langlopende financiële verplichtingen
20 24.777 15.162
Handelsschulden en andere langlopende schulden
2.441 2.810
Uitgestelde belastingen - verplichtingen
22 22.222 21.761
Kortlopende verplichtingen
123.302 142.521
Kortlopende financiële schulden
19 81.688 102.646
Kredietinstellingen
49.688 64.646
Commercial paper
32.000 38.000
Andere
0 0
Andere kortlopende financiële verplichtingen
20 4.276 35
Handelsschulden en andere kortlopende schulden
18 12.976 25.680
Andere kortlopende verplichtingen
18 11.225 3.811
Overlopende rekeningen
18 13.137 10.349
TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN
1.474.175 1.428.780
FINANCIËLE STATEN 113
SCHULDGRAAD in %
Toelichting 31-12-2023 31-12-2022
Schuldgraad (max. 65%)
23 49,7% 48,0%
NETTOWAARDE PER AANDEEL in EUR
31-12-2023 31-12-2022
Nettowaarde
21,89 23,72
EPRA NTA
22,24 23,50
114
4 Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen
In EUR x 1.000
Kapitaal
Uitgifte-
premies
Totaal
reserves
Nettoresultaat
van het boekjaar
- Aandeelhouders
Groep
Minderheids-
belangen
TOTAAL EIGEN
VERMOGENGestort kapitaal
Kosten kapitaal-
verhoging
BEGINTOESTAND 1 JANUARI VORIG BOEKJAAR
239.665 -1.735 189.818 96.664 98.100 14.023 636.535
Globaalresultaat vorig boekjaar
3.734 51.714 7.318 62.766
Overboekingen door resultaatverdeling van boekjaar van 2 jaar geleden:
Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed
48.510 -48.510 0
Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties
in de reële waarde van toegelaten afdekkings instrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding
4.217 -4.217 0
Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren
4.935 -4.935 0
Toevoeging aan de andere reserves
198 -198 0
Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend boekjaar van 2 jaar geleden
2.519 4.585 7.104
Dividenden boekjaar van 2 jaar geleden
-40.240 -277 -40.517
Kapitaalverhoging perimetervennootschap Genk Green Logistics
-5 6.995 6.990
Aandelenuitgifte naar aanleiding van versnelde private plaatsing
24.218 -636 24.950 48.532
BALANS OP 31 DECEMBER VORIG BOEKJAAR
266.402 -2.376 219.354 158.257 51.714 28.059 721.410
Globaalresultaat huidig boekjaar
-3.081 5.918 6.536 9.372
Overboekingen door resultaatverdeling vorig boekjaar:
Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed
-27.128 27.128 0
Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties
in de reële waarde van toegelaten afdekkings instrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding
32.257 -32.257 0
Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren
1.023 -1.023 0
Toevoeging aan de andere reserves
836 -836 0
Dividenden vorig boekjaar
-44.726 -1.259 -45.985
Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend vorig boekjaar
5.881 4.484 10.365
Kosten m.b.t. kapitaalverhoging perimetervennootschap Genk Green Logistics 2022
-2 -2 -4
Kosten m.b.t. aandelenuitgifte (versnelde private plaatsing 2022)
-125 -125
Aandelenuitgifte naar aanleiding van acquisitie ILWS
8.608 -13 4.409 13.004
BALANS OP 31 DECEMBER HUIDIG BOEKJAAR
280.891 -2.516 228.247 162.166 5.918 33.333 708.039
FINANCIËLE STATEN 115
4 Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen
In EUR x 1.000
Kapitaal
Uitgifte-
premies
Totaal
reserves
Nettoresultaat
van het boekjaar
- Aandeelhouders
Groep
Minderheids-
belangen
TOTAAL EIGEN
VERMOGENGestort kapitaal
Kosten kapitaal-
verhoging
BEGINTOESTAND 1 JANUARI VORIG BOEKJAAR
239.665 -1.735 189.818 96.664 98.100 14.023 636.535
Globaalresultaat vorig boekjaar
3.734 51.714 7.318 62.766
Overboekingen door resultaatverdeling van boekjaar van 2 jaar geleden:
Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed
48.510 -48.510 0
Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties
in de reële waarde van toegelaten afdekkings instrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding
4.217 - 4.217 0
Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren
4.935 -4.935 0
Toevoeging aan de andere reserves
198 -198 0
Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend boekjaar van 2 jaar geleden
2.519 4.585 7.10 4
Dividenden boekjaar van 2 jaar geleden
-40.240 -277 -40.517
Kapitaalverhoging perimetervennootschap Genk Green Logistics
-5 6.995 6.990
Aandelenuitgifte naar aanleiding van versnelde private plaatsing
24.218 -636 24.950 48.532
BALANS OP 31 DECEMBER VORIG BOEKJAAR
266.402 -2.376 219.354 158.257 51.714 28.059 721.410
Globaalresultaat huidig boekjaar
-3.081 5.918 6.536 9.372
Overboekingen door resultaatverdeling vorig boekjaar:
Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed
-27.128 2 7.12 8 0
Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties
in de reële waarde van toegelaten afdekkings instrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding
32.257 -32.257 0
Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren
1.023 -1.023 0
Toevoeging aan de andere reserves
836 -836 0
Dividenden vorig boekjaar
-44.726 -1.259 -45.985
Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend vorig boekjaar
5.881 4.484 10.365
Kosten m.b.t. kapitaalverhoging perimetervennootschap Genk Green Logistics 2022
-2 -2 -4
Kosten m.b.t. aandelenuitgifte (versnelde private plaatsing 2022)
-125 -125
Aandelenuitgifte naar aanleiding van acquisitie ILWS
8.608 -13 4.409 13.004
BALANS OP 31 DECEMBER HUIDIG BOEKJAAR
280.891 -2.516 228.247 162.166 5.918 33.333 708.039
116
Uitsplitsing van de reserves
In EUR x 1.000
Wettelijke
reserves
Reserve voor
het saldo van de
variaties in de
reële waarde van
vastgoed
Reserve voor het saldo van de
variaties in de reële waarde van
toegelaten afdekkingsinstrumenten
die niet onderworpen zijn aan een
afdekkingsboekhouding
Andere
reserves
Overgedragen
resultaten van
vorige boekjaren
TOTAAL
RESERVES
BEGINTOESTAND 1 JANUARI VORIG BOEKJAAR
90 50.665 -8.833 20.319 34.423 96.664
Globaalresultaat vorig boekjaar
3.734 3.734
Overboekingen door resultaatverdeling van twee jaar geleden:
Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed
48.510 48.510
Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties
in de reële waarde van toegelaten afdekkings instrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding
4.217 4.217
Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren
4.935 4.935
Toevoeging aan de andere reserves
198 198
BALANS OP 31 DECEMBER VORIG BOEKJAAR
90 99.176 -4.616 24.250 39.357 158.257
Globaalresultaat boekjaar
8.691 -11.772 -3.081
Overboekingen door resultaatverdeling vorig boekjaar:
Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed
-27.128 -27.128
Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties
in de reële waarde van toegelaten afdekkings instrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding
32.257 32.257
Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren
1.023 1.023
Toevoeging aan de andere reserves
836 836
BALANS OP 31 DECEMBER BOEKJAAR
90 80.739 27.641 13.316 40.380 162.166
FINANCIËLE STATEN 117
Uitsplitsing van de reserves
In EUR x 1.000
Wettelijke
reserves
Reserve voor
het saldo van de
variaties in de
reële waarde van
vastgoed
Reserve voor het saldo van de
variaties in de reële waarde van
toegelaten afdekkingsinstrumenten
die niet onderworpen zijn aan een
afdekkingsboekhouding
Andere
reserves
Overgedragen
resultaten van
vorige boekjaren
TOTAAL
RESERVES
BEGINTOESTAND 1 JANUARI VORIG BOEKJAAR
90 50.665 -8.833 20.319 34.423 96.664
Globaalresultaat vorig boekjaar
3.734 3.734
Overboekingen door resultaatverdeling van twee jaar geleden:
Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed
48.510 48.510
Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties
in de reële waarde van toegelaten afdekkings instrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding
4.217 4.217
Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren
4.935 4.935
Toevoeging aan de andere reserves
198 198
BALANS OP 31 DECEMBER VORIG BOEKJAAR
90 99.176 -4.616 24.250 39.357 158.257
Globaalresultaat boekjaar
8.691 -11.772 -3.081
Overboekingen door resultaatverdeling vorig boekjaar:
Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed
-27.128 -27.128
Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties
in de reële waarde van toegelaten afdekkings instrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding
32.257 32.257
Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren
1.023 1.023
Toevoeging aan de andere reserves
836 836
BALANS OP 31 DECEMBER BOEKJAAR
90 80.739 27.641 13.316 40.380 162.166
118
5 Geconsolideerd kasstroomoverzicht
in EUR x 1.000
Toelichting 2023 2022
KAS EN KASEQUIVALENTEN BEGIN BOEKJAAR
3.053 3.537
1. Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
53.076 36.728
Operationeel resultaat
51.287 36.878
Betaalde interesten
-20.261 -9.617
Andere niet-operationele elementen
-415 -1.200
Aanpassing van het resultaat voor niet-kasstroom verrichtingen
8.640 22.676
Afschrijvingen op immateriële en andere materiële vaste activa
1.177 806
Resultaat op de verkoop van vastgoedbeleggingen
9 4.733 -478
Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen
10 810 26.106
Spreiding van huurkorting en huurvoordelen toegekend aan huurders
11 -251 -473
Ander portefeuilleresultaat
11 2.171 -3.285
Variatie in de behoefte van het werkkapitaal
13.825 -12.009
Beweging van activa
2.258 -2.557
Beweging van verplichtingen
11.567 9.453
2. Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-75.075 -155.471
Investeringen en uitbreidingen in bestaande vastgoedbeleggingen
15 -10.995 -2.924
Verwerving van vastgoedbeleggingen
15 -23.637 -34.849
Verwerving van aandelen van vastgoedvennootschappen
15 -22.845 -23.974
Investeringen in projectontwikkelingen
-41.978 -94.324
Betaalde exit taks (bij overgang naar statuut GVBF)
0 -3.373
Opbrengsten uit de verkoop van vastgoedbeleggingen
9 27.905 8.561
Aankopen zonnepanelen en EV installaties
15 -3.094 -4.110
Aankopen van immateriële en andere materiële vaste activa
-430 -478
3. Kasstroom uit financieringsactiviteiten
22.068 118.259
Terugbetaling van leningen
19 -43.358 -90.038
Opname van leningen
19 87.281 191.872
Kapitaalverhoging
12.875 48.531
Ontvangen langlopende verplichtingen als waarborg
-369 1.306
Betaling van dividenden
-34.361 -33.412
KAS EN KASEQUIVALENTEN EINDE BOEKJAAR
3.123 3.053
Intervest heeft in 2023 een kasstroom van € 53 miljoen uit bedrijfsactiviteiten gegenereerd ten opzichte van € 37 miljoen in 2022.
De andere niet-operationele elementen omvatten hoofdzakelijk de financiële opbrengsten (€ 1,6 miljoen) en de belastingen (€-1,4 miljoen).
De variatie in de behoefte van het werkkapitaal bedraagt in 2023 € 13,8 miljoen, voornamelijk als gevolg van de voorziening voor de
afrekening van kosten in het kader van de TPG-deal (€ 4,2 miljoen) en de voorziening voor de betaling van fase 2 met betrekking tot de
acquisitie van ILWS (€ 6,1 miljoen).
De kasstroom uit investeringsactiviteiten bedraagt € -75 miljoen en omvat voornamelijk de acquisities en investeringen en uitbrei-
dingen in de bestaande vastgoedportefeuille en projectontwikkelingen. Het bedrag in 2023 opgenomen onder de verwerving van
aandelen van vastgoedvennootschappen van € 23 miljoen heeft betrekking op de verwerving van de aandelen van Industrial Logistic
Warehousing Services SPRL in augustus 2023 (zie ook Toelichting 15).
De kasstroom uit financieringsactiviteiten van de groep bedraagt € 22 miljoen en bestaat in 2023 uit een toename in de opname van
kredieten voor € 44 miljoen, de kapitaalverhoging voor € 13 miljoen en de uitbetaling van dividenden ten belope van € -34 miljoen.
FINANCIËLE STATEN 119
Index: 6 Toelichtingen
Toelichting 1.
Jaarrekeningschema voor gereglementeerde
vastgoedvennootschappen 120
Toelichting 2.
Grondslagen voor de financiële verslaggeving 120
Toelichting 3.
Gesegmenteerde informatie 126
Toelichting 4.
Vastgoedresultaat 129
Toelichting 5.
Vastgoedkosten 131
Toelichting 6.
Algemene kosten 133
Toelichting 7.
Personeelsbeloningen 134
Toelichting 8.
Andere operationele opbrengsten en kosten 135
Toelichting 9.
Resultaat op verkopen van
vastgoed beleggingen 135
Toelichting 10.
Variaties in de reële waarde van
vastgoedbeleggingen 136
Toelichting 11.
Ander portefeuilleresultaat 136
Toelichting 12.
Financiële opbrengsten 136
Toelichting 13.
Netto-interestkosten 136
Toelichting 14.
Belastingen 137
Toelichting 15.
Vaste activa 138
Toelichting 16.
Vlottende activa 144
Toelichting 17.
Eigen vermogen 146
Toelichting 18.
Kortlopende verplichtingen 149
Toelichting 19.
Langlopende en kortlopende
financiële schulden 150
Toelichting 20.
Andere langlopende en kortlopende
financiële verplichtingen 151
Toelichting 21.
Financiële instrumenten 152
Toelichting 22.
Uitgestelde belastingen - verplichtingen 155
Toelichting 23.
Berekening schuldgraad 155
Toelichting 24.
Verbonden partijen 155
Toelichting 25.
Lijst van de geconsolideerde ondernemingen 156
Toelichting 26.
Honorarium aan de commissaris en met
de commissaris verbonden entiteiten 157
Toelichting 27.
Voorwaardelijke rechten en verplichtingen 157
Toelichting 28.
Gebeurtenissen na balansdatum 158
120
6 Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
Toelichting 1. Jaarrekeningschema voor gere-
glementeerde vastgoedvennootschappen
Intervest Offices & Warehouses NV heeft als beursgeno-
teerde openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap
naar Belgisch recht. Haar maatschappelijke zetel is gelegen te
Uitbreidingstraat 66, 2600 Antwerpen (België). Het telefoon-
nummer is +32 3 287 67 67. Haar e-mailadres is
intervest@intervest.eu en de website is www.intervest.eu. Haar
btw-nummer is BE 0458 623 918, RPR ANTWERPEN.
Haar geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstem-
ming met de “International Financial Reporting Standards” (IFRS)
zoals goedgekeurd door de Europese Unie. In het KB van 13 juli
2014 met betrekking tot de gereglementeerde vastgoedvennoot-
schappen is als Bijlage C een schema voor zowel de enkelvoudige
als de geconsolideerde jaarrekening van de GVV’s gepubliceerd.
Het schema houdt voornamelijk in dat in de resultatenrekening
het resultaat op de portefeuille afzonderlijk wordt weergegeven.
Dit resultaat op de portefeuille omvat alle bewegingen in de
vastgoedportefeuille en bestaat voornamelijk uit:
gerealiseerde meer- en minderwaarden op verkopen
van panden
variaties in de reële waarde van de panden als gevolg van de
waardering door de vastgoed deskundigen, zijnde naargelang
het geval niet-gerealiseerde meerwaarden en/of niet-gereali-
seerde minderwaarden.
Het resultaat op de portefeuille wordt niet uitgekeerd aan
de aandeelhouders, maar wordt overgeboekt naar, of van, de
reserves.
Toelichting 2. Grondslagen voor de financiële
verslaggeving
Verklaring van overeenstemming
Intervest is een openbare gereglementeerde vastgoedvennoot-
schap met maatschappelijke zetel in België. De geconsolideerde
jaarrekening van de vennootschap op 31 december 2023
omvat de vennootschap en haar perimetervennootschappen
(de “Groep”). De jaarrekening van Intervest is opgesteld en
vrijgegeven voor publicatie door de raad van toezicht op 19 maart
2024 en zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de algemene
vergadering van aandeelhouders op 24 april 2024.
De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld in op basis van
de grondslagen voor financiële verslaggeving in overeenstem-
ming met de “International Financial Reporting Standards” (IFRS)
zoals aanvaard binnen de Europese Unie en volgens het KB van
13 juli 2014. Deze standaarden omvatten alle nieuwe en herziene
standaarden en interpretaties gepubliceerd door de International
Accounting Standards Board (‘IASB’) en de International Financial
Reporting Interpretations Committee (‘IFRIC’), voor zover van
toepassing op de activiteiten van de Groep en effectief op boek-
jaren aanvangend vanaf 1 januari 2023.
Nieuwe of gewijzigde standaarden en interpretaties
die van kracht zijn voor het boekjaar dat een aanvang
neemt op 1 januari 2023
Aanpassingen aan IFRS 17 Verzekeringscontracten: initiële
toepassing van IFRS 17 en IFRS 9 – Vergelijkende info
Aanpassingen aan IAS 1 Presentatie van de Jaarrekening en
IFRS Practice Statement 2: Toelichting van grondslagen voor
financiële verslaggeving
Aanpassingen aan IAS 8 Grondslagen voor financiële
verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten: Definitie
van schattingen
Aanpassingen aan IAS 12 Winstbelastingen: Uitgestelde belas-
tingen met betrekking tot activa en passiva die voortvloeien
uit één enkele transactie
Aanpassingen aan IAS 12 Winstbelastingen: Internationale
belastinghervorming – Pijler Twee Modelregels (onmiddellijk
toepasbaar – toelichtingen zijn vereist voor boekjaren op of
na 1 januari 2023)
Deze nieuwe of gewijzigde standaarden hebben geen significante
impact op de resultaten van Intervest.
Nieuwe of gewijzigde standaarden en interpretaties,
die nog niet van kracht zijn in 2023
Intervest heeft de volgende nieuwe standaarden, wijzigingen op
standaarden en interpretaties, die nog niet van kracht zijn in hui-
dig boekjaar maar wel eerder mogen worden toegepast, nog niet
toegepast. Hieronder wordt voor zover deze nieuwe standaar-
den, wijzigingen en interpretaties relevant zijn voor Intervest,
aangegeven welke invloed de toepassing ervan kan hebben op de
geconsolideerde jaarrekening van 2023 en verder. Onderstaande
standaarden werden nog niet bekrachtigd binnen de EU.
Aanpassingen aan IAS 1 Presentatie van de Jaarrekening:
classificatie van verplichtingen als kortlopend of langlopend
en Langlopende Verplichtingen met Convenanten (toepasbaar
voor boekjaren vanaf 1 januari 2024)
Aanpassingen aan IFRS 16: Leaseovereenkomsten:
Leaseverplichting in een Sale and Leaseback (toepasbaar voor
boekjaren vanaf 1 januari 2024)
Aanpassingen aan IAS 7 Het Kasstroomoverzicht
en IFRS 7 Financiële Instrumenten: Toelichtingen:
Financieringsregelingen voor Leveranciers (toepasbaar voor
boekjaren vanaf 1 januari 2024 maar nog niet goedgekeurd
binnen de Europese Unie)
Aanpassingen aan IAS 21 De gevolgen van wisselkoerswijzigin-
gen: Gebrek aan inwisselbaarheid (toepasbaar voor boekjaren
vanaf 1 januari 2025 maar nog niet goedgekeurd binnen de
Europese Unie)
Verwacht wordt dat bovenvermelde standaarden en interpreta-
ties geen materiële impact zullen hebben op de geconsolideerde
jaarrekening van Intervest.
Voorstellingsbasis
De geconsolideerde jaarrekening wordt uitgedrukt in EUR x 1.000,
afgerond naar het dichtstbijzijnde duizendtal. De geconsolideerde
jaarrekening wordt vóór winstverdeling opgesteld.
De boekhoudprincipes worden consistent toegepast.
FINANCIËLE STATEN 121
Consolidatieprincipes
Perimetervennootschappen
Een perimetervennootschap is een entiteit waarover een
andere entiteit de zeggenschap (exclusief of gezamenlijk) heeft.
Zeggenschap is de macht hebben over de entiteit, de rechten
hebben op de veranderlijke opbrengsten uit hoofde van de
betrokkenheid bij de entiteit en over de mogelijkheid beschikken
de macht over de entiteit te gebruiken om de omvang van de
opbrengsten te beïnvloeden. De jaarrekening van een perime-
tervennootschap wordt opgenomen in de geconsolideerde
jaarrekening volgens de integrale consolidatiemethode vanaf
het ontstaan tot het verdwijnen van de zeggenschap. Indien
nodig worden de grondslagen voor financiële verslaggeving
van de perimetervennootschappen gewijzigd om te komen tot
consistente grondslagen binnen de Groep. De verslagperiode
van de perimetervennootschap komt overeen met deze van
de moedermaatschappij.
Geëlimineerde transacties
Alle transacties tussen de groepsondernemingen, saldi en
niet-gerealiseerde winsten en verliezen op transacties tussen
ondernemingen van de Groep worden bij opmaak van de gecon-
solideerde jaarrekening geëlimineerd. De lijst van perimeterven-
nootschappen is in Toelichting 25 opgenomen.
Vastgoedresultaat
Opbrengsten worden gewaardeerd tegen de reële waarde van
de vergoeding die is ontvangen of waarop recht is verkregen.
Opbrengsten worden slechts opgenomen wanneer het waar-
schijnlijk is dat de economische voordelen zullen toekomen aan
de entiteit en met voldoende zekerheid kunnen worden bepaald.
De huurinkomsten, de ontvangen operationele lease betalingen
en de andere inkomsten en kosten worden in de resultatenreke-
ning opgenomen in de perioden waarop ze betrekking hebben.
De huurkortingen en –voordelen (incentives) worden gespreid
over de periode die loopt vanaf de aanvang van de huurovereen-
komst tot de eerst volgende opzegmogelijkheid van een contract.
De vergoedingen ontvangen voor vroegtijdig verbroken huurcon-
tracten worden onmiddellijk in resultaat genomen in de periode
waarin ze definitief verworven zijn.
Vastgoedkosten en algemene kosten
De kosten worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de
vergoeding die is betaald of die verschuldigd is en worden in
de resultatenrekening opgenomen in de perioden waarop ze
betrekking hebben.
Resultaat op verkoop en variaties in de reële
waarde van vastgoedbeleggingen
Het resultaat als gevolg van de verkoop van vastgoedbeleggingen
is gelijk aan het verschil tussen de verkoopprijs en de boek-
waarde (i.e. de reële waarde bepaald door de vastgoeddeskun-
dige op het einde van het vorige boekjaar), verminderd met de
verkoopkosten.
De variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen zijn
gelijk aan het verschil tussen de huidige boekwaarde en de vorige
reële waarde (zoals geschat door de onafhankelijke vastgoed-
deskundige). Dergelijke vergelijking gebeurt minstens vier maal
per jaar voor de hele portefeuille van vastgoedbeleggingen.
Bewegingen in de reële waarde van het vastgoed worden in de
resultatenrekening opgenomen in de periode waarin ze ontstaan.
Financieel resultaat
Het financieel resultaat bestaat uit de interestkosten op leningen
en bijkomende financieringskosten, verminderd met de opbreng-
sten van beleggingen.
Belastingen op het resultaat en
onroerende voorheffing
Het statuut van GVV voorziet een fiscaal transparant statuut,
gezien de GVV enkel nog onderworpen is aan belastingen op
specifieke bestanddelen uit het resultaat zoals verworpen
uitgaven en abnormale goedgunstige voordelen. Op de winst
die voortvloeit uit verhuringen en gerealiseerde meerwaarden,
wordt geen vennootschapsbelasting betaald.
De belastingen op het resultaat van het boekjaar omvatten de
over de verslagperiode en vorige verslagperioden verschuldigde
en verrekenbare belastingen, alsmede de verschuldigde exit taks.
De belastinglast wordt in de resultatenrekening opgenomen ten-
zij ze betrekking heeft op elementen die onmiddellijk in het eigen
vermogen worden opgenomen. In dit laatste geval wordt ook de
belasting ten laste van het eigen vermogen genomen.
De belastingen vinden hun oorsprong voornamelijk uit de
Nederlandse perimetervennootschappen van Intervest in
Nederland en België die onderworpen zijn aan het reguliere
vennootschapstarief. Meer toelichting welke perimeterven-
nootschappen hieronder vallen is te vinden in Toelichting 14
- Belastingen. Voor de berekening van de belasting op de fiscale
winst van het jaar worden de op het ogenblik van afsluiting van
kracht zijnde belastingtarieven gebruikt.
Voorheffingen op het dividend worden opgenomen in het eigen
vermogen als een deel van het dividend tot het ogenblik dat ze
ter betaling worden gesteld.
De exit taks, verschuldigd door vennootschappen die door de
vastgoedvennootschap overgenomen worden, komen in minde-
ring van de vastgestelde herwaarderingsmeerwaarde bij fusie en
worden opgenomen als verplichting.
Belastingvorderingen en –verplichtingen worden gewaardeerd
tegen het belastingtarief geldig in de periode waarop ze betrek-
king hebben.
Uitgestelde belastingen
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden
geboekt op basis van de schuldmethode (‘liability methode’)
voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis en de
boekwaarde voor financiële rapporteringsdoeleinden en dit
zowel voor activa als verplichtingen. Uitgestelde belastingvorde-
ringen worden slechts erkend indien het waarschijnlijk is dat er
belastbare winsten zullen zijn waartegen de uitgestelde belas-
tingvordering kan worden afgezet. De uitgestelde belastingen die
Intervest rapporteerd betreft voorzieningen voor belastingen op
niet gerealiseerde meerwaarden op de vastgoedbeleggingen die
eigendom zijn van de perimetervennootschappen in Nederland
en België en worden in de resultatenrekening opgenomen onder
de rubriek “Ander portefeuilleresultaat”.
Het gewoon en het verwaterd nettoresultaat
per aandeel
Het gewoon nettoresultaat per aandeel wordt berekend door
het nettoresultaat zoals blijkt uit de resultatenrekening, te delen
door het gewogen gemiddelde van het aantal uitstaande gewone
aandelen (i.e. het totaal aantal uitgegeven aandelen min de eigen
aandelen) gedurende het boekjaar.
122
Voor de berekening van het verwaterd nettoresultaat per
aandeel wordt het nettoresultaat dat aan de gewone aandeel-
houders toekomt en het gewogen gemiddelde aantal uitstaande
aandelen aangepast voor het effect van potentiële gewone
aandelen die tot verwatering leiden.
Vastgoedbeleggingen
(inclusief mutatierechten)
Definitie
Vastgoedbeleggingen omvatten alle gebouwen en terreinen die
verhuurbaar zijn en (geheel of gedeeltelijk) huurinkomsten gene-
reren, met inbegrip van de gebouwen waar een beperkt gedeelte
wordt aangehouden voor eigen gebruik en het via recht-van-ge-
bruik gehouden vastgoed.
Projectontwikkelingen (zoals bedoeld in de definitie van pro-
jectontwikkelingen) en terreinen die worden aangehouden met
als doel hierop projectontwikkelingen te starten met het oog
op latere verhuur en waardestijging op termijn, maar waarvoor
nog geen concrete bouwplannen of projectontwikkelingen zijn
gestart (grondreserve), worden tevens als vastgoedbelegging
beschouwd.
Eerste opname en waardering
De eerste opname van een acquisitie of ontwikkeling in de balans
gebeurt aan de aanschaffingswaarde met inbegrip van trans-
actiekosten zoals professionele erelonen, wettelijke diensten,
registratierechten en andere overdrachtsbelastingen. Ook
de exit taks, verschuldigd door vennootschappen die door de
vastgoedvennootschap worden opgeslorpt, maakt deel uit van de
aanschaffingswaarde.
De commissielonen betreffende de aankopen van gebouwen
worden beschouwd als bijkomende kosten van die aankopen en
worden toegevoegd aan de aanschaffingswaarde.
Indien de aankoop gebeurt via de verwerving van de aandelen
van een vastgoedvennootschap, via de inbreng in natura van een
gebouw tegen uitgifte van nieuwe aandelen of via de fusie door
overname van een vastgoedvennootschap, worden de aktekos-
ten, audit- en consultingkosten, wederbeleggingsvergoedingen
en handlichtingskosten van de financieringen van de opgeslorpte
vennootschappen en andere fusiekosten eveneens geactiveerd.
De financieringskosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan
de verwerving of een ontwikkeling van een vastgoedbelegging
worden mee geactiveerd. Wanneer voor een bepaald actief
specifieke middelen werden geleend, worden de effectieve
financieringskosten van die lening tijdens de periode geactiveerd,
verminderd met eventuele beleggingsinkomsten uit de tijdelijke
belegging van die lening.
Waardering na initiële opname
Na initiële opname worden vastgoedbeleggingen beschikbaar
voor verhuur gewaardeerd aan reële waarde (fair value) in
overeenstemming met IAS 40. De reële waarde is gelijk aan het
bedrag waaraan een gebouw zou kunnen worden geruild tussen
goed geïnformeerde partijen, instemmend en handelend in
omstandigheden van normale concurrentie. Vanuit het standpunt
van de verkoper moet zij worden begrepen mits aftrek van de
registratierechten. Aldus wordt de reële waarde verkregen door
1 Bestaande uit Pieter Paepen (CBRE), Pierre van der Vaeren (CBRE), Christophe Ackermans (Cushman & Wakefield), Kris
Peetermans (Cushman & Wakefield), Rod Scrivener (Jones Lang LaSalle), Jean-Paul Ducarme (PwC), Celine Janssens (Stadim),
Philippe Janssens (Stadim), Luk van Meenen (Troostwijk-Roux Expertises) en Guibert de Crombrugghe (de Crombrugghe &
Partners).
2 De BE-REIT vereniging is een vereniging die de 17 Belgische GVV’s groepeert en is opgericht ter behartiging van de belangen van de
GVV-sector.
van de investeringswaarde een aangepaste quotiteit van de
registratierechten af te trekken:
De investeringswaarde is de prijs waartegen de site waar-
schijnlijk zal verhandeld worden tussen kopers en verkopers
die goed geïnformeerd zijn in afwezigheid van informa-
tie-asymmetrieën en die een dergelijke verrichting wensen
te realiseren, zonder dat er rekening wordt gehouden met
enige bijzondere overeenkomst tussen hen. Deze waarde is de
investeringswaarde wanneer deze overeenkomt met de totale
door de koper te betalen prijs, vermeerderd met de eventuele
registratierechten of btw als het om een aankoop gaat die aan
de btw is onderworpen.
Aangaande de omvang van de registratierechten publiceerde
de Belgische Vereniging van Asset Managers (BEAMA) op 8
februari 2006 een persbericht (zie www.beama.be – publi-
caties – persberichten: “Eerste toepassing van de IFRS
boekhoudregels”). Een groep van onafhankelijke vastgoed-
deskundigen, die de periodieke waardering van de gebou-
wen van GVV’s uitvoeren, oordeelden dat voor transacties
m.b.t. gebouwen in België met een globale waarde lager
dan € 2,5 miljoen, rekening moet worden gehouden met de
registratierechten van 12,0% tot 12,5% naargelang het gewest
waar deze goederen zich bevinden. Voor transacties m.b.t.
gebouwen met een globale waarde hoger dan € 2,5 miljoen
en gezien de waaier van methodes van eigendomsoverdracht
die in België worden gebruikt, hebben diezelfde deskundigen
- op basis van een representatief staal van 220 transacties
die in de markt tussen 2002 en 2005 werden gerealiseerd en
die in totaal € 6,0 miljard vertegenwoordigen - het gewogen
gemiddelde van de rechten gewaardeerd op 2,5%.
Op dat moment werd eveneens beslist dat dit percentage per
schijf van 0,5% zou herzien worden. In de loop van 2016 heeft
een panel van vastgoeddeskundigen
1
en de BE-REIT vereni-
ging
2
gezamenlijk beslist om deze berekening te actualiseren
in overeenstemming met de methodologie die toegepast
werd in 2006. Het werkelijke globale effect van transacties
uitgevoerd door institutionele partijen en vennootschappen
is berekend. De analyse omvat 305 grotere of institutionele
transacties van meer dan € 2,5 miljoen over de periode 2013,
2014, 2015 en Q1 2016. In volume beslaan de geanalyseerde
transacties meer dan 70% (€ 8,2 miljard) van het geschatte
totale investeringsvolume in die periode. Het panel van
vastgoeddeskundigen heeft besloten dat de drempel van
0,5% niet overschreden werd. Bijgevolg zal het percentage
van 2,5% gehandhaafd blijven. Het percentage zal elke vijf jaar
herbekeken worden of in geval de fiscale context aanzienlijk
zou veranderen. Het percentage zal enkel aangepast worden
als de drempel van 0,5% overschreden wordt.
In concreto betekent het dat de reële waarde van de in België
gelegen vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur gelijk is
aan de investeringswaarde gedeeld door 1,025 (voor gebouwen
met een waarde hoger dan € 2,5 miljoen) of de investerings-
waarde gedeeld door 1,12 tot 1,125 (voor gebouwen met een
waarde lager dan € 2,5 miljoen).
De overdrachtsrechten voor logistiek vastgoed in Nederland
bedragen op 31 december 2023 10,4%. Het 10,4 procent-tarief
geldt zowel voor de verkrijging van onroerende zaken, niet
zijnde woningen, als voor belaste verkrijgingen van aandelen in
vastgoedvennootschappen (onroerendezaakrechtspersonen). De
FINANCIËLE STATEN 123
externe vastgoeddeskundige nam deze verhoging nog niet mee
in het taxatieverslag van 31 december 2022. De Groep heeft er
voor geopteerd om deze belastingsverhoging reeds te verwerken
in de cijfers van 31 december 2022. Voor de overige kosten (zoals
notariskosten) neemt de vastgoeddeskundige steeds 1% extra
in rekening. Voor de vastgoedbeleggingen beschikbaar voor
verhuur die gelegen zijn in Nederland en aangehouden worden via
Nederlandse perimetervennootschappen betekent dit bijgevolg
dat vanaf boekjaar 2022 de reële waarde van de vastgoedbeleg-
gingen gelijk is aan de investeringswaarde gedeeld door 1,114.
Projectontwikkelingen
Vastgoed dat wordt gebouwd of ontwikkeld voor toekomstig
gebruik als een vastgoedbelegging wordt tevens opgenomen
in de rubriek ‘Vastgoedbeleggingen’. Na initle opname aan
aanschaffingswaarde, worden de projecten gewaardeerd aan
reële waarde.
In dit kader moet aan al de volgende criteria voldaan zijn: er is
een duidelijk beeld over de te maken projectkosten, alle nodige
vergunningen voor het uitvoeren van de projectontwikkeling zijn
bekomen en een substantieel deel van de projectontwikkeling
is voorverhuurd (definitief getekend huurcontract). Zolang deze
voorwaarden niet voldaan zijn en dus de reële waarde van de
projectontwikkeling niet betrouwbaar kan worden ingeschat
of de kostprijs de reële waarde nog steeds benadert, wordt de
projectontwikkeling conform IAS 40 §53 en §53A op rapporte-
ringsdatum aangehouden aan de investeringskost. Van zodra
de reële waarde van de projectontwikkeling betrouwbaar kan
worden ingeschat wordt de projectontwikkeling opgenomen aan
reële waarde.
De reële waarde houdt rekening met de substantiële ontwik-
kelingsrisico’s. Deze waardering aan reële waarde is gebaseerd
op de waardering door de onafhankelijke vastgoeddeskundige
(volgens de gebruikelijke methodes en assumpties) en houdt
rekening met de nog te maken kosten voor de volledige afwer-
king van het project.
Alle lasten die verbonden zijn met de ontwikkeling of constructie
van onroerende goederen, worden opgenomen in de kostprijs
van het ontwikkelingsproject. Conform IAS 23 worden de finan-
cieringskosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan de bouw
of de verwerving van een vastgoedbelegging mee geactiveerd
over de periode voor het gebruiksklaar maken van de vastgoed-
belegging voor verhuur.
De activiteiten die nodig zijn om het actief voor te bereiden op
zijn beoogde gebruik, omvatten meer dan de fysieke bouw van
het actief. Ze omvatten ook het technische en administratieve
werk voor aanvang van de eigenlijke bouw, zoals activiteiten in
verband met het verkrijgen van vergunningen in die mate dat zij
de toestand van het actief veranderen.
De activering van financieringskosten wordt opgeschort tijdens
lange perioden waarin de actieve ontwikkeling wordt onderbro-
ken. De activering wordt niet opgeschort tijdens een periode
waarin omvangrijke technische en administratieve werkzaamhe-
den worden uitgevoerd. De activering wordt evenmin opgeschort
als een tijdelijk uitstel een noodzakelijk onderdeel vormt van het
proces om een actief klaar te maken voor zijn beoogde gebruik
of verkoop.
Aanhouden van vastgoed en waarderingsproces
Vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur worden gewaar-
deerd door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen aan reële
waarde. De vastgoedbeleggingen worden hiervoor trimestrieel
gewaardeerd op basis van contante waarde van markthuren en/
of effectieve huurinkomsten, desgevallend na aftrek van verbon-
den kosten in overeenstemming met de International Valuation
Standards 2001 opgesteld door het International Valuation
Standards Committee. Waarderingen worden opgesteld door
het actualiseren van de jaarlijkse nettohuur ontvangen van de
huurders, verminderd met de verbonden kosten. De actualisatie
gebeurt op basis van de yield factor die afhankelijk is van het
inherente risico van het betrokken pand.
Winsten of verliezen die voortvloeien uit de variatie in de reële
waarde van een vastgoedbelegging worden opgenomen in de
resultatenrekening in de rubriek XVIII. “Variaties in de reële
waarde van vastgoedbeleggingen” in de periode waarin ze
ontstaan en worden bij de winstverdeling in het daaropvolgende
jaar toegewezen aan de reserve “b. Reserve voor het saldo van de
variaties in de reële waarde van vastgoed”.
Vervreemding van een vastgoedbelegging
Bij verkoop van een vastgoedbelegging worden de gerealiseerde
winsten of verliezen op de verkoop opgenomen in de resulta-
tenrekening van de verslagperiode onder de rubriek “Resultaat
verkoop vastgoedbeleggingen”. De mutatierechten worden in
de resultatenrekening tegengeboekt bij verkoop. Commissies
betaald aan makelaars bij het verkopen van gebouwen en
verplichtingen aangegaan naar aanleiding van transacties worden
in mindering gebracht van de verkregen verkoopsprijs om de
gerealiseerde winst of verlies te bepalen.
Bij de resultaatsbestemming worden de gerealiseerde winsten of
verliezen op de verkoop van vastgoedbeleggingen ten opzichte
van de originele aanschaffingswaarde van die vastgoedbeleg-
gingen overgeboekt naar de rubriek “m. Andere reserves. Op
deze wijze worden de gerealiseerde winsten of verliezen op de
verkoop van vastgoedbeleggingen beschouwd als beschikbare
reserves.
Activa bestemd voor verkoop
Activa bestemd voor verkoop betreft onroerende goederen
waarvan de boekwaarde zal worden gerealiseerd door desinves-
tering en niet door het voortgezet gebruik ervan. De gebouwen
bestemd voor verkoop worden gewaardeerd conform IAS 40 aan
reële waarde.
Andere materiële vaste activa
Definitie
De vaste activa onder zeggenschap van de entiteit die niet aan de
definitie van een vastgoedbelegging voldoen, worden geclassifi-
ceerd als “Andere materle vaste activa.
Zonnepanelen en laadpalen onder IAS 16
De zonnepanelen en laadpalen worden gewaardeerd op basis
van het herwaarderingsmodel in overeenstemming met IAS
16 Materiële vaste activa. Na initiële opname dient het actief
waarvan de reële waarde betrouwbaar kan worden bepaald, te
worden geboekt tegen de geherwaardeerde waarde, zijnde de
reële waarde op het moment van de herwaardering, verminderd
met eventuele latere geaccumuleerde afschrijvingen en latere
geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. De
reële waarde wordt bepaald op basis van de verdisconteringsme-
thode van toekomstige opbrengsten.
De gebruiksduur van de zonnepanelen wordt geschat op 25
jaar zonder rekening te houden met enige restwaarde. Voor de
laadpalen wordt de gebruiksduur geschat op 10 jaar.
De meerwaarde bij opstart van een nieuwe site wordt in een
afzonderlijke component van het eigen vermogen opgenomen.
Minderwaarden worden ook in deze component opgenomen,
tenzij ze gerealiseerd zijn of tenzij de reële waarde onder de
124
oorspronkelijke kost min de geaccumuleerde afschrijvingen daalt.
In deze laatste gevallen worden zij in het resultaat opgenomen.
Waardering
De andere materiële vaste activa worden initieel opgenomen
tegen kostprijs en daarna gewaardeerd in overeenstemming met
het kostprijsmodel.
Bijkomende kosten worden slechts geactiveerd indien de
toekomstige economische voordelen met betrekking tot het
materieel vast actief toenemen.
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderings-
verliezen
Andere materiële vaste activa worden afgeschreven op basis van
de lineaire afschrijvingsmethode. De afschrijving vangt aan op
het moment dat het actief klaar is voor gebruik zoals voorzien
door het management.
De volgende percentages zijn van toepassing op jaarbasis:
installaties, machines en uitrusting 20%
meubilair en rollend materieel 25%
informaticamaterieel 33%
vastgoed voor eigen gebruik
terreinen 0%
gebouwen 5%
andere materle vaste activa 16%
Indien er indicaties zijn dat een actief mogelijk een bijzonder
waardeverminderingsverlies heeft ondergaan, wordt de
boekwaarde vergeleken met de realiseerbare waarde. Indien de
boekwaarde hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een
bijzonder waardeverminderingsverlies opgenomen.
Lease-overeenkomsten
Lease-overeenkomsten met een looptijd van meer dan 12 maan-
den waarbij Intervest optreedt als leasingnemer worden conform
IFRS16 bij aanvang van de leaseperiode als gebruiksrecht en
leaseverplichting op de balans opgenomen aan de huidige waarde
van de toekomstige leasebetalingen. Indien het geleasde goed
een vastgoedbelegging betreft, worden de gebruiksrechten
vervolgens gewaardeerd aan fair value, in overeenstemming met
de waarderingsregels beschreven bij Vastgoedbeleggingen.
De minimale leasebetalingen worden deels als financieringskos-
ten en deels als aflossing van de uitstaande verplichting opgeno-
men op een wijze dat dit resulteert in een constante periodieke
rente over het resterende saldo van de verplichting. De financiële
lasten worden rechtstreeks ten laste van het resultaat gelegd.
Voorwaardelijke leasebetalingen worden als lasten verwerkt in
de periodes waarin ze zijn uitgevoerd. Voor aanvullende informa-
tie wordt verwezen naar Toelichting 20 - Andere langlopende en
kortlopende financiële verplichtingen.
Vervreemding en buitengebruikstelling
Op het ogenblik van de verkoop of van de buitengebruikstelling
van materiële vaste activa wordt de boekwaarde niet langer
opgenomen in de balans en wordt de winst of het verlies in de
resultaten rekening opgenomen.
Waardeverminderingsverliezen
De boekwaarde van de activa van de onderneming wordt
periodiek geanalyseerd om te onderzoeken of er een aanleiding
tot waardeverminderingen bestaat. Bijzondere waardevermin-
deringsverliezen worden in de resultatenrekening opgenomen
als de boekwaarde van het actief hoger is dan de realiseerbare
waarde.
De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde
en de reële waarde minus de verkoopkosten. De bedrijfswaarde
is de geactualiseerde waarde van de verwachtte toekomstige
kasstromen van het voortgezet verbruik van en actief en zijn ver-
vreemding op het einde van zijn verbuiksduur, op basis van een
discontovoet die rekening houdt met de huidige marktbeoorde-
lingen voor de tijdswaarde van geld en de risico’s die inherent zijn
aan het actief. De reële waarde minus de verkoopkosten, is het
bedrag dat kan worden verkregen uit de verkoop van een actief
in een zakelijke, objectieve transactie tussen goed ingelichte
partijen waartussen wilsovereenstemming bestaat, na aftrek van
de vervreemdingskosten.
Financiële instrumenten
Financiële activa
Alle financiële activa worden opgenomen of niet langer opge-
nomen in de balans op transactiedatum, wanneer de inkoop of
verkoop van een financieel actief op grond van een contract
waarvan de voorwaarden de levering van het actief voorschrijven
binnen de termijn die op de desbetreffende markt algemeen
voorgeschreven of overeengekomen is, en worden gewaardeerd
tegen reële waarde, vermeerderd met transactiekosten, behalve
voor financiële activa tegen reële waarde met waardeverande-
ringen in de winst- en verliesrekening, die initieel gewaardeerd
worden tegen reële waarde.
De financiële activa worden geclassificeerd in een van de
categorieën voorzien volgens IFRS 9 Financiële instrumenten op
basis van zowel het bedrijfsmodel van de entiteit voor het beheer
van de financiële activa als de eigenschappen van de contractuele
kasstromen van het financiële actief en worden vastgelegd bij
hun initiële opname. Deze classificatie bepaalt de waardering van
de financiële activa op toekomstige balansdata: geamortiseerde
kostprijs of reële waarde.
Financiële activa aan reële waarde via resultaat
Financiële activa worden geclassificeerd tegen reële waarde
met waardeveranderingen via het resultaat, als ze aangehouden
worden voor handelsdoeleinden. Financiële activa tegen reële
waarde met waardeveranderingen via het resultaat worden
gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij alle daaruit voort-
vloeiende baten of lasten in het resultaat opgenomen worden.
Een financieel actief wordt in deze categorie ondergebracht, als
het voornamelijk aangeschaft werd om het op korte termijn te
verkopen.
Derivaten behoren ook tot de categorie tegen reële waarde met
waardeveranderingen via het resultaat.
Financiële activa aan geamortiseerde kostprijs
Financiële activa aan geamortiseerde kostprijs zijn niet-afgeleide
financiële instrumenten die worden aangehouden binnen een
bedrijfsmodel dat erop gericht is financiële activa aan te houden
om contractuele kasstromen te ontvangen (Held to collect)
en de contractvoorwaarden van het financiële actief geven op
bepaalde data aanleiding tot kasstromen die uitsluitend aflos-
singen en rentebetalingen op het uitstaande hoofdsombedrag
betreffen (Solely Payments of Principal and Interest - SPPI).
Tot deze categorie behoren:
Geldmiddelen en kasequivalenten
Langetermijnvorderingen
Handelsvorderingen
Geldmiddelen en kasequivalenten
Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contanten, direct
opvraagbare deposito’s en andere kortlopende, uiterst liquide
beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geld-
FINANCIËLE STATEN 125
middelen waarvan het bedrag gekend is en die geen materieel
risico van waardevermindering in zich dragen vermits deze
aangehouden zijn bij gerenommeerde financiële instellingen.
Geldmiddelen en kasequivalenten worden gewaardeerd aan
geamortiseerde kostprijs.
Handelsvorderingen
Handelsvorderingen worden initieel geboekt aan nominale
waarde, en worden vervolgens gewaardeerd aan de geamorti-
seerde kostprijs berekend op basis van de effectieve-renteme-
thode. Kredietverliezen worden onder toepassing van IFRS 9
vervroegd in de jaarrekening erkend. Rekening houdend met
het relatief beperkte bedrag van vervallen uitstaande handels-
vorderingen, gecombineerd met een daaraan laag geassocieerd
kredietrisico, acht Intervest de impact op de geconsolideerde
jaarrekening beperkt.
Financiële verplichtingen
Financiële verplichtingen worden geclassificeerd als financiële
verplichtingen aan reële waarde via resultaat of als financiële
verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs.
Financiële verplichtingen aan reële waarde
via resultaat
Financiële verplichtingen worden geclassificeerd aan reële
waarde via resultaat als ze aangehouden worden voor
handelsdoeleinden.
Financiële verplichtingen aan reële waarde via resultaat worden
gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij alle daaruit voortvloei-
ende baten of lasten in het resultaat opgenomen worden.
Een financiële verplichting wordt in deze categorie onderge-
bracht als het voornamelijk aangeschaft werd om het op korte
termijn te verkopen. Derivaten behoren ook tot de categorie aan
reële waarde via resultaat, tenzij ze als afdekking aangemerkt
werden en effectief zijn.
Voor Intervest betreft dit specifiek de Interest Rate Swaps
waarvoor geen hedge accounting wordt toegepast in de mate dat
zij een negatieve reële waarde hebben.
Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamor-
tiseerde kostprijs
Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde
kostprijs, met inbegrip van schulden, worden initieel gewaar-
deerd tegen de reële waarde, na aftrek van de transactiekosten.
Ze worden, na initiële opname, gewaardeerd tegen de geamor-
tiseerde kostprijs. De financiële verplichtingen van de Groep
gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs omvatten de
langlopende financiële verplichtingen (bankschulden, leasing-
schulden, obligatieleningen), overige langlopende verplichtingen,
kortlopende financiële verplichtingen, handelsschulden en te
betalen dividenden in de overige kortlopende verplichtingen.
Eigenvermogensinstrumenten
Een eigenvermogensinstrument is elk contract dat het overblij-
vende belang omvat in de activa van de onderneming, na aftrek
van alle verplichtingen. Eigenvermogensinstrumenten uitgegeven
door de onderneming, worden geclassificeerd op basis van de
economische realiteit van de contractuele afspraken en de defini-
ties van een eigenvermogensinstrument.
Eigenvermogensinstrumenten uitgegeven door de onderneming,
worden opgenomen voor het bedrag van de ontvangen sommen
(na aftrek van direct toewijsbare uitgiftekosten).
Eigen aandelen
Wanneer eigen aandelen ingekocht worden, wordt dit bedrag
inclusief direct toerekenbare kosten, geboekt in mindering van
het eigen vermogen.
Derivaten
De Groep gebruikt derivaten teneinde risico’s te beperken met
betrekking tot ongunstige schommelingen van interestvoeten
die voortvloeien uit de operationele, financiële en investerings-
activiteiten. De Groep gebruikt deze instrumenten niet voor
speculatieve doeleinden, houdt geen derivaten aan en geeft geen
derivaten uit voor handelsdoeleinden (trading).
Derivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde conform
IFRS 9. De derivaten die door Intervest momenteel aangehouden
worden, kwalificeren niet als indekkings transacties. Bijgevolg
worden de wijzigingen in de reële waarde onmiddellijk in het
resultaat opgenomen.
Handelsschulden
Handelsschulden worden initieel gewaardeerd aan reële waarde
en worden vervolgens gewaardeerd volgens de geamortiseerde
kostprijs berekend op basis van de effectieve-rentemethode.
Vergoeding na uitdiensttreding
Bijdragen aan het groepsverzekeringscontract van het type
toegezegde bijdrage” worden opgenomen als een last van
de verslagperiode waarin de gerelateerde prestaties worden
verricht door de werknemers. Volgens de wet dient de werkgever
een minimale rente te garanderen waarbij de vennootschap de
verplichting heeft bijkomende bijdragen te betalen indien het
pensioenfonds niet over voldoende activa zou beschikken om de
pensioenen van alle werknemers te betalen met betrekking tot
de diensten die zij hebben geleverd. Deze verplichting voort-
vloeiend uit pensioentoezeggingen wordt bepaald volgens de
intrinsieke waardemethode.
Dividenduitkering
Dividenden maken deel uit van de reserves tot wanneer de alge-
mene vergadering van aandeelhouders de dividenden toekent.
Dividenden worden bijgevolg erkend als een verplichting in de
jaarrekening in de periode waarin de dividenduitkering goedge-
keurd wordt door de algemene vergadering van aandeelhouders.
Gebeurtenissen na balansdatum
Gebeurtenissen na balansdatum zijn gebeurtenissen, zowel
gunstige als ongunstige, die plaatsvinden tussen de balansdatum
en de datum waarop de jaarrekening wordt goedgekeurd voor
uitgifte. Voor gebeurtenissen die informatie verstrekken over
de feitelijke situatie op balansdatum wordt het resultaat in de
resultatenrekening verwerkt.
Significante schattingen en belangrijkste
bronnen van schattingsonzekerheden
De voorbereiding van de geconsolideerde financiële verklaringen
overeenkomstig IFRS vereist een goed beheer om oordelen,
ramingen en veronderstellingen te kunnen maken die toepassing
hebben op het beleid en de regelgeving en het rapporteren
van de vorderingen en schulden, de inkomsten en de uitgaven.
De ramingen en bijhorende veronderstellingen zijn gebaseerd
op historische gebeurtenissen en diverse factoren die in die
omstandigheden als redelijk worden geacht. De daadwerkelijke
resultaten kunnen van deze ramingen afwijken. De ramingen en
onderliggende veronderstellingen worden herzien op continue
basis. Revisie en accounting raming worden erkend in de periode
waarin de raming wordt herzien, zowel in de gevallen waar de
raming het gecontroleerde boekjaar als wanneer de raming de
toekomst beïnvloedt. Met uitzondering van de schattingen met
126
betrekking tot de bepaling van de reële waarde van de vast-
goedbeleggingen, zonnepanelen en derivaten en ESG zijn er per
31 december 2023 geen belangrijke veronderstellingen betref-
fende de toekomst en andere belangrijke bronnen van schat-
tingsonzekerheden op balansdatum die een aanmerkelijk risico in
zich dragen van een materiële aanpassing in de boekwaarde van
de activa en de verplichtingen van het volgend boekjaar.
Reële waarde van de vastgoedbeleggingen
De fair value van de vastgoedbeleggingen wordt bepaald door
onafhankelijke vastgoeddeskundigen conform de GVV wetge-
ving. Voor de sensitiviteit van de reële waarde van vastgoedbe-
leggingen in functie van wijzigingen in de significant niet-obser-
veerbare input wordt verwezen naar toelichting 15 - Vaste Activa
en de “Waardering van de portefeuille door de vastgoeddeskun-
digen” in het Vastgoedverslag.
Andere belangrijke schattingen en bronnen
van schattingsonzekerheden
Reële waarde van zonnepanelen
Er bestaat geen best practice inzake de waarderingsmethode
voor de Andere materiële activa als zonnepanelen. De reële
waarde van de installaties wordt berekend aan de hand van een
waarderingsmodel op basis van de toekomstige kasstromen
(Zie toelichting 15 - Vaste Activa). We verwachten echter geen
materiële aanpassing op de boekwaarde van de zonnepanelen in
het volgende boekjaar.
Reële waarde van financiële derivaten
De reële waarde van de financiële derivaten van Intervest wordt
driemaandelijks geschat door de emitterende financiële instel-
ling. Voor verdere toelichting wordt verwezen naar Toelichting 21
- Financiële instrumenten.
ESG
Duurzaamheid wordt een steeds belangrijkere factor in de
Belgische vastgoedmarkt. België heeft zich verbonden om tegen
2050 koolstofneutraal te zijn, en er bestaat al wetgeving om de
CO-uitstoot van gebouwen te verminderen en het is waar-
schijnlijk dat de komende jaren nog meer wet- en regelgeving zal
ingevoerd worden. Daarnaast hechten huurders en investeerders
in bepaalde sectoren steeds meer belang aan de duurzaamheids-
aspecten van de gebouwen die ze willen betrekken of kopen.
Naarmate de impact van ESG-factoren steeds duidelijker wordt,
komt de vraag naar voren hoe deze een invloed zal hebben op de
toekomstige resultaten en KPI’s van Intervest. We verwachten
echter geen significante impact op zeer korte termijn, behalve
wat betreft het capexbudget dat Intervest momenteel incalcu-
leert om de gebouwen verder toekomstbestendig, energie-effici-
ent en duurzaam te maken.
Meer toelichting rond het beheer van klimaatgerelateerde risico’s
en ESG in het algemeen is te vinden in de Risicofactoren en
Toelichting 15 - Vaste Activa.
Geschillen
De vennootschap is op heden verwikkeld, en kan in de toekomst
verwikkeld zijn, in gerechtelijke procedures. Intervest was in
2022 betrokken bij een procedure voor het Hof van Beroep
te Antwerpen, fiscale kamer, alsmede in bezwaarprocedures
voor de gewestelijke directeur van het controlecentrum grote
ondernemingen met betrekking tot aanrekening van de exit taks
aanslagjaar 1999 speciaal. In haar arrest dd. 25 april 2017 heeft
het Hof van Beroep te Antwerpen het beroep van Intervest
evenwel ongegrond verklaard. Het arrest werd op 10 november
2017 betekend. Intervest heeft op 29 januari 2018 cassatiebe-
roep aangetekend tegen voormeld arrest van het Hof van Beroep
te Antwerpen dd. 25 april 2017. Het Hof van Cassatie heeft op
28 november 2019 Intervest in het gelijk gesteld en het arrest van
het Hof van Beroep verbroken. De zaak is vervolgens verwezen
naar het Hof van Beroep van Gent, welke uitspraak gedaan heeft
op 4 augustus 2022 in het voordeel van Intervest. De Belgische
Staat gaat niet in cassatieberoep. De administratieve afwikke-
ling van dit dossier is inmiddels afgerond. (zie “Toelichting 27.
Voorwaardelijke rechten en verplichtingen” in de Financiële
staten).
Op 16 februari 2024 werd in nasleep van het voorgaande de
vennootschap gedagvaard door Amanu Invest NV en OaK Lane
NV om de vennootschap te horen veroordelen tot betaling aan
Amanu Invest, en in verder ondergeschikte orde tot betaling
aan Oak Loane NV. Amanu Invest NV beweert rechtsopvolger te
zijn van één van de oorspronkelijke promotoren ten tijde van de
oprichting van de GVV Siref. Zij beweren recht te hebben op het
teveel aan provisie inzake exit-taks zoals werd aangelegd in Siref
NV naar aanleiding van 9 fusies in 1999. De zaak is momenteel
aanhangig bij de Ondernemingsrechtbank te Antwerpen waar
een conclusiekalender werd vastgelegd.
Toelichting 3. Gesegmenteerde informatie
Segmentering per bedrijfssegment
De drie bedrijfssegmenten omvatten de volgende activiteiten.
De categorie “kantoren” omvat het vastgoed dat voor
professionele doeleinden verhuurd wordt aan bedrijven als
kantoorruimte of als flex-werkplekken.
De categorie “logistiek vastgoed België” betreft de panden
met een logistieke functie, de opslagruimten en hightech
gebouwen in België
De categorie “logistiek vastgoed Nederland” betreft de pan-
den met een logistieke functie, de opslagruimten en hightech
gebouwen in Nederland.
Deze indeling van segmenten is door Intervest gekozen gezien
de aard van de activiteiten, de klanten, de fiscale benadering en
dergelijke vergelijkbare economische eigenschappen vertonen
binnen deze segmenten. De financiële KPi’s zoals huurinkomsten,
bezettingsgraad, verhuurbare oppervlakte en soortgelijken
worden op dit niveau opgevolgd en dienen als leidraad voor de
commerciële beslissingen die het management en de directieraad
dienen te nemen.
De categorie “corporate” omvat alle niet aan een segment toe-
wijsbare vaste kosten die op groepsniveau gedragen worden.
Voor de beschrijving van de risicospreiding naar de huurders per
segment wordt verwezen naar het Vastgoedverslag.
FINANCIËLE STATEN 127
Resultatenrekening 2023
BEDRIJFS SEGMENTERING Kantoren Logistiek Logistiek Corporate TOTAAL België Nederland in EUR x 1.000 2023 2023 2023 2023 2023Huurinkomsten24.023 35.906 21.152 0 81.081 Met verhuur verbonden kosten-6 -70 0 0 -76Nettohuurresultaat24.017 35.836 21.152 0 81.005 Met beheer verbonden kosten en opbrengsten-130 965 107 0 942 Vastgoedresultaat23.887 36.801 21.259 0 81.947 Vastgoedkosten-7.14 5 -2.609 -1.230 0 -10.984 Algemene kosten en andere operationele opbrengsten -174 -530 -59 -10.577 -11.340 en kostenOperationeel resultaat vóór resultaat op portefeuille16.568 33.662 19.970 -10.577 59.624 Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen-4.724 -9 0 0 -4.733 Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen-36.953 43.558 -7.415 0 -810 Ander portefeuilleresultaat-1.271 -1.385 -137 0 -2.793 Operationeel resultaat van het segment-26.380 75.826 12.418 -10.577 51.287 Financieel resultaat0 0 0 -36.413 -36.413 Belastingen0 0 -1.010 -389 -1.399 NETTORESULTAAT-26.380 75.826 11.408 - 47.379 13.475
Resultatenrekening 2022
BEDRIJFS SEGMENTERING Kantoren Logistiek Logistiek Corporate TOTAAL België Nederland in EUR x 1.000 2022 2022 2022 2022 2022 Huurinkomsten 25.223 27.93 3 18.318 0 71.474 Met verhuur verbonden kosten 18 -37 0 0 -19 Nettohuurresultaat 25.241 27. 8 9 6 18.318 0 71.455 Met beheer verbonden kosten en opbrengsten -925 1.279 205 0 559 Vastgoedresultaat 24.316 2 9 .175 18.523 0 72.014 Vastgoedkosten -5.111 -2.291 -1.164 0 -8.566 Algemene kosten en andere operationele opbrengsten -5 -277 -77 -4.503 -4.862 en kosten Operationeel resultaat vóór resultaat op portefeuille 19.200 26.607 17. 282 -4.503 58.586 Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen 0 478 0 0 478 Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen -8.828 14.274 -31.552 0 -26.106 Ander portefeuilleresultaat 247 -993 4.666 0 3.920 Operationeel resultaat van het segment 10.619 40.366 -9.604 -4.503 36.878 Financieel resultaat 0 0 0 21.380 21.380 Belastingen 0 0 -756 -222 -978 NETTORESULTAAT 10.619 40.366 -10.360 16.655 57. 280
De kantorenportefeuille
Het operationeel resultaat voor resultaat op portefeuille is voor
de kantoren gedaald met € 2,6 miljoen, dit als gevolg van de
éénmalige verbrekingsvergoeding van € 2,9 miljoen ontvangen
in boekjaar 2022 van huurder Enterprise Services Belgium in
Mechelen naar aanleiding van het vroegtijdig teruggeven van een
deel van de gehuurde oppervlakte.
Het operationeel resultaat van het kantorensegment daalt met
€ 37 miljoen als gevolg van een daling in de reële waarde van de
kantorenportefeuille. Voor verdere toelichting rond de evolutie in
de reële waarde wordt verwezen naar Toelichting 10 “Variaties in
de reële waarde van vastgoedbeleggingen”.
De logistieke portefeuille in België
Het operationeel resultaat voor resultaat op portefeuille is bij
de Belgische logistieke portefeuille met € 7,1 miljoen gestegen.
Dit dankzij de huurinkomsten ontstaan uit de nieuwe cash-flow
genererende acquisities en de oplevering van projectont-
wikkelingen in 2022 en 2023. Het operationeel resultaat van
128
het Belgische logistiek segment stijgt met € 35 miljoen. Voor
verdere toelichting rond de evolutie in de reële waarde wordt
verwezen naar Toelichting 10 “Variaties in de reële waarde van
vastgoedbeleggingen”.
De logistieke portefeuille in Nederland
In Nederland kent het operationeel resultaat voor resultaat
op portefeuille een stijging van € 2,7 miljoen. Dit voornamelijk
dankzij de huurinkomsten ontstaan uit de nieuwe cash-flow
genererende acquisities gedaan in 2022 en 2023. Het operatio-
neel resultaat van het Nederlandse logistiek segment stijgt met
€ 22,0 miljoen. Voor verdere toelichting rond de evolutie in de
reële waarde wordt verwezen naar Toelichting 10 “Variaties in de
reële waarde van vastgoedbeleggingen”.
Kerncijfers 2023
BEDRIJFS SEGMENTERINGKantoren Logistiek Logistiek TOTAALBelgië Nederland in EUR x 1.000 2023 2023 2023 2023Reële waarde van de vastgoedbeleggingen 313.792 757.9 47 3 4 8 .15 4 1.419.893 Reële waarde van de vastgoed beschikbaar voor verhuur 295.077 699.589 344.557 1.339.223Investeringen en uitbreidingen tijdens het boekjaar (reële waarde) 1.844 5.412 3.739 10.995 Verwerving van vastgoedbeleggingen 0 19.124 0 19.124Verwerving van grondreserve0 10.376 0 10.376Investeringen in projectontwikkelingen 644 22.027 4.553 27. 224 Verwerving van vastgoed via aandelen van vastgoedvennootschappen 0 29.000 0 29.000 Desinvestering/overboeking van vastgoedbeleggingen -9.434 0 0 -9.434 Investeringswaarde van het vastgoed 321.637 776.259 3 87. 4 33 1.485.329 Brutohuurrendement op vastgoed beschikbaar voor verhuur (%) 8,6% 5,6% 6,1% 6,4% Gemiddelde resterende looptijd huurcontracten 3,1 4,4 5,9 4,4 (tot eerste vervaldag) (in jaren) Gemiddelde resterende looptijd huurcontracten 4,6 6,0 7,3 5,9 (tot einde contract) (in jaren) Totaal verhuurbare oppervlakte (m) 200.072 871.137 359.090 1.430.299 Bezettingsgraad (%) 85% 96% 96% 93%
Kerncijfers 2022
BEDRIJFS SEGMENTERING Kantoren Logistiek Logistiek TOTAALBelgiëNederlandin EUR x 1.000 2022 2022 2022 2022Reële waarde van de vastgoedbeleggingen 357.6 91 628.450 3 47.277 1.333.418 Reële waarde van de vastgoed beschikbaar voor verhuur 330.686 565.502 3 37.611 1.233.799 Investeringen en uitbreidingen tijdens het boekjaar (reële waarde) 935 1.414 575 2.924 Verwerving van vastgoedbeleggingen 0 4.627 30.222 34.849 Investeringen in projectontwikkelingen 6.666 75.426 5.749 87.8 41 Verwerving van vastgoed via aandelen van vastgoedvennootschappen 0 60.566 0 60.566 Desinvestering/overboeking van vastgoedbeleggingen -27. 504 -8.095 0 -35.599 Investeringswaarde van het vastgoed 366.633 643.558 386.496 1.396.687 Brutohuurrendement op vastgoed beschikbaar voor verhuur (%) 6,8% 5,8% 5,7% 6,0% Gemiddelde resterende looptijd huurcontracten 2,9 5,3 6,5 4,9 (tot eerste vervaldag) (in jaren) Gemiddelde resterende looptijd huurcontracten 4,3 6,8 8,2 6,4 (tot einde contract) (in jaren) Totaal verhuurbare oppervlakte (m) 208.295 697.737 352.772 1.258.804 Bezettingsgraad (%) 76% 96% 100% 90%
FINANCIËLE STATEN 129
Toelichting 4. Vastgoedresultaat
Huurinkomsten
in EUR x 1.000 2023 2022Huur 83.573 70.453 Huurkortingen -2.464 -1.771 Huurvoordelen ('incentives') -270 -428 Vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten 242 3.220 TOTAAL HUURINKOMSTEN 81.081 71.474
De huurinkomsten bevatten huren, inkomsten van operationele leaseovereenkomsten en opbrengsten die hier direct verband mee
houden zoals verleende huurgaranties en vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten, verminderd met de toegekende
huurkortingen en huurvoordelen (incentives). De huurkortingen en huurvoordelen worden gespreid over de periode die loopt vanaf de
aanvang van de huurovereenkomst tot de eerstvolgende opzegmogelijkheid van het huurcontract door de huurder.
De huurinkomsten van Intervest zijn, zonder rekening te houden met flexwerkers, verspreid over 213 verschillende huurders wat het
debiteurenrisico beperkt en de stabiliteit van de inkomsten bevordert. De tien belangrijkste huurders maken 25% (27% in 2022) van de
jaarhuur uit, zijn vaak vooraanstaande bedrijven in hun sector en maken vaak deel uit van internationale concerns. In 2023 is er geen
enkele huurder waarvan de jaarhuur op individuele basis 5% vertegenwoordigt van de totale jaarhuur van Intervest (eveneens 0 huur-
ders in 2022). Voor meer toelichting van de belangrijkste huurders wordt verwezen naar het Vastgoedverslag - Risicospreiding naar
huurders.
Voor boekjaar 2023 bedragen de huurinkomsten van Intervest € 81,1 miljoen (€ 71,5 miljoen). Een stijging met € 9,6 miljoen of 13%
ten opzichte van 2022 ondanks de in 2022 ontvangen verbrekingsvergoeding van € 2,9 miljoen. Deze werd ontvangen van huurder
Enterprise Services Belgium, naar aanleiding van het vroegtijdig teruggeven van een deel van hun gehuurde oppervlakte in Mechelen
Business Tower.
De organische huurgroei, zonder rekening te houden met de verbrekingsvergoeding ontvangen in 2022 bedraagt € 11,1 miljoen of 16%
en wordt voornamelijk, met name 10%, gedreven door de gerealiseerde huurgroei uit de projectontwikkelingen in Zeebrugge, Genk,
Herentals en ‘s-Hertogenbosch die in de loop van 2022 en 2023 opgeleverd werden en door de indexatie van de huurcontracten, 7%.
Meer informatie over de gesegmenteerde huurinkomsten is te vinden in Toelichting 3 - Gesegmenteerde informatie.
Bij het afsluiten van de huurovereenkomsten in het boekjaar 2023 is gewogen bij 47% van de vernieuwde contractwaarde (24 con-
tracten) een huurkorting toegekend (53% of 30 contracten in 2022). Gemiddeld werd op deze contracten met korting, 8% huurkorting
gegeven, gespreid over de looptijd van het contract (7% in 2022). Het gespreide effect van de in 2023 gegeven huurkortingen bedraagt
1% op de totale contractuele jaarhuur eind 2022 (1% in 2022 op de contractuele jaarhuur eind 2021).
Het geven van een huurvrije periode aan de start van een huurcontract is marktconform en staat Intervest toe de servicekosten te
recupereren tijdens de periode die gebruikt wordt door de huurder om zijn intrek te nemen en de ruimte verhuurklaar te maken. Veelal
wordt bedongen dat de huurder de huurkortingen geheel of gedeeltelijk dient terug te betalen indien hij het contract zou verbreken bij
de eerstvolgende break van de overeenkomst.
Overzicht van de toekomstige minimum huurinkomsten
De waarde van de toekomstige minimum huurinkomsten tot aan de eerste vervaldag van de niet-opzegbare contracten heeft onder-
staande inningstermijnen.
in EUR x 1.000 2023 2022Lopende Contracten te Lopende Contracten te contractenstarten na 31/12contractenstarten na 31/12Vorderingen met een eerste vervaldag in: 2023 71.711 2.4552024 78.124 2.319 61.448 2.4552025 63.372 1.679 46.086 2.4552026 51.975 1.593 38.043 1.9472027 40.118 1.19 0 31.187 1.8742028 34.566 946 25.374 1.4042029 en later 96.214 3.999 69.271 17.6 0 8TOTAAL VAN DE TOEKOMSTIGE MINIMUM HUURINKOMSTEN 364.369 11.726 343.120 30.198
130
De minimumhuurinkomsten bedragen € 376 miljoen op jaareinde, hiervan heeft circa € 12 miljoen betrekking op contracten die nog moeten
starten per 31/12/2023.
Op 31/12/2022 bedroegen de toekomstige minimum huurinkomsten € 373 miljoen, er is dus een lichte stijging van € 3 miljoen. Dit is ener-
zijds het gevolg van de acquisities in Gent en Herstal en de afgesloten huurcontracten in de Collection en Genk Green Logistics. Anderzijds
zorgen de verkochte sites en het voortschrijden van de tijd voor een negatief effect op de minimumhuurinkomsten
Met verhuur verbonden kosten
in EUR x 1.000 2023 2022 Te betalen huur op gehuurde activa -9 -9 Waardeverminderingen op handelsvorderingen -86 -92 Terugnemingen van waardeverminderingen op handelsvorderingen 19 82 TOTAAL MET VERHUUR VERBONDEN KOSTEN -76 -19
De met verhuur verbonden kosten betreffen voornamelijk de waardeverminderingen en terugnemingen van waardeverminderingen
op handelsvorderingen die in het resultaat genomen worden indien de boekwaarde hoger is dan de geschatte realisatiewaarde. Deze
rubriek bevat ook de kosten voor de huur van terreinen en gebouwen door de vennootschap voor verdere verhuring aan haar huurders.
De verliezen op huurvorderingen (met recuperatie van o.a. bankwaarborgen) vertegenwoordigen voor de periode 2014-2023 slechts
0,1% van de totale omzet. Een sterke verslechtering van de algemene economische conjunctuur kan de verliezen op huurvorderingen
vergroten. De vastgoedvennootschap beperkt dit risico door middel van huurwaarborgen en bankgaranties van de huurders en contrac-
ten te sluiten met degelijke, betrouwbare huurders. Het eventuele faillissement van een belangrijke huurder kan voor de vennootschap
een aanzienlijk verlies vertegenwoordigen, evenals een onverwachte huurleegstand en zelfs een herverhuring van de vrijgekomen
oppervlakte tegen een prijs die lager is dan de prijs van het niet-gerespecteerde contract. Ondanks de huidige turbulente macro-econo-
mische en geopolitieke situatie loopt de inning van huurvorderingen in lijn met het normaal betalingspatroon, wat de kwaliteit van het
huurdersbestand aantoont.
Recuperatie van vastgoedkosten
in EUR x 1.000 2023 2022 Verkregen vergoedingen op huurschade 282 518 Andere 881 731 Ontvangen beheersvergoedingen van huurders 881 731 TOTAAL RECUPERATIE VAN VASTGOEDKOSTEN 1.16 3 1.249
De recuperatie van de vastgoedkosten betreft voornamelijk de inresultaatname van schadevergoedingen ontvangen van huurders voor
huurschade bij het verlaten van de gehuurde ruimten alsook de beheersvergoeding die Intervest ontvangt van haar huurders voor het beheer
van de verhuurde gebouwen en de doorrekening van de huurlasten aan de huurders, zoals weergegeven in onderstaande tabellen.
Recuperatie van huurlasten en belastingen
Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen
in EUR x 1.000 2023 2022 Recuperatie van huurlasten gedragen door de eigenaar 17.489 14.10 6 Recuperatie van voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen 6.490 8.18 4 TOTAAL RECUPERATIE VAN HUURLASTEN EN BELASTINGEN NORMAAL 23.979 22.290 GEDRAGEN DOOR DE HUURDER OP VERHUURDE GEBOUWEN
Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen
in EUR x 1.000 2023 2022 Huurlasten gedragen door de eigenaar -17.4 89 -14.10 6 Voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen -6.490 - 8 .18 4 TOTAAL HUURLASTEN EN BELASTINGEN NORMAAL GEDRAGEN . . DOOR DE HUURDER OP VERHUURDE GEBOUWEN TOTAAL SALDO VAN GERECUPEREERDE HUURLASTEN EN BELASTINGEN
FINANCIËLE STATEN 131
De huurlasten en belastingen op verhuurde gebouwen en de recuperatie van deze lasten betreffen kosten die volgens de wet of volgens
de gebruiken ten laste vallen van de huurder of lessee.
Deze kosten omvatten voornamelijk onroerende voorheffing, elektriciteit, water, schoonmaak, onderhoud van ramen en vensters,
technisch onderhoud, groenonderhoud, enz. De eigenaar staat zelf in voor het beheer van de gebouwen. Voor Mechelen Campus werd
een externe beheerder aangesteld die door de GVV goed opgevolgd wordt.
De eigenaar zal deze kosten overeenkomstig de contractuele afspraken met de huurder wel of niet aan hem doorrekenen. De afrekening
gebeurt op halfjaarbasis. Gedurende het boekjaar worden voorschotten gefactureerd aan de huurders.
Andere met verhuur verbonden opbrengsten en kosten
in EUR x 1.000 2023 2022Inkomsten uit groene stroom (andere dan opstalvergoedingen) 753 1.166 Ontvangen coördinatievergoedingen turnkey solutions 20 1 Kosten en opbrengsten m.b.t. uitbating Greenhouse Flex -513 -461 Inkomsten uit laadpalen (andere dan huurgelden) 475 29 Andere 183 204 TOTAAL ANDERE MET VERHUUR VERBONDEN OPBRENGSTEN EN KOSTEN 918 939
De inkomsten uit groene stroom zijn met € 0,4 miljoen gedaald, onder andere door het wegvallen van groene stroom certificaten op
sommige sites en het normaliseren van de tarieven, dit werd gecompenseerd met een stijging van de inkomsten uit (nieuwe) laadpalen.
De kosten en opbrengsten met betrekking tot de uitbating van de Greenhouse-hubs omvatten alle werkingskosten zoals catering
(met uitzondering van eigen personeelskosten) en de gedeeltelijke recuperatie van deze kosten. De inkomsten uit de huurcontracten
afgesloten met coworkers en gebruikers van serviced offices en de opbrengst uit de verhuring van de vergaderzalen van Greenhouse
coworking zijn opgenomen onder de rubriek huurinkomsten en bedragen € 1,0 miljoen (€ 0,8 miljoen voor 2022).
Toelichting 5. Vastgoedkosten
Technische kosten
in EUR x 1.000 2023 2022Recurrente technische kosten -1.004 -965 Onderhoud en herstellingen -595 -670 Verzekeringspremies -409 -295 Niet-recurrente technische kosten -108 34 Schadegevallen -108 34 Schadegevallen (kosten) -581 -288 Schadegevallen (opbrengsten) 473 322 TOTAAL TECHNISCHE KOSTEN -1.112 -931
De technische kosten omvatten onder meer onderhoud en herstellingskosten en verzekerings premies. Onderhouds- en herstellings-
kosten die als renovatie van een bestaand gebouw kunnen worden beschouwd omdat ze een verbetering van het rendement of de huur
veroorzaken, worden niet in kost genomen maar geactiveerd.
Commerciële kosten
in EUR x 1.000 2023 2022 Makelaarscommissies -164 -203 Publiciteit -74 -207 Erelonen van advocaten en juridische kosten -48 -22 TOTAAL COMMERCIËLE KOSTEN -286 -432
Commerciële kosten omvatten onder meer makelaarscommissies. De commissies betaald aan makelaars na een periode van leegstand
of ontwikkeling worden geactiveerd aangezien de vastgoeddeskundigen, bij een periode van leegstand of ontwikkeling, geschatte com-
missies in mindering brengen van de geschatte waarde van het vastgoed. De commissies betaald aan makelaars na een onmiddellijke
herverhuring, zonder leegstandsperiode, worden niet geactiveerd en komen ten laste van het resultaat aangezien de vastgoeddeskundi-
gen met deze commissies geen rekening houden bij hun waardering.
132
Kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen
in EUR x 1.000 2023 2022 Leegstandslasten van het boekjaar -1.535 -932Onroerende voorheffing leegstand -243 -2.683Recuperatie onroerende voorheffing leegstand 66 2.628Leegstandsheffing Genk Green Logistics 0 -171Recuperatie leegstandsheffing Genk Green Logistics 0 171Recuperatie onroerende voorheffing leegstand vorig boekjaar 24 -99TOTAAL KOSTEN EN TAKSEN VAN NIETVERHUURDE GEBOUWEN -1.688 -1.086
De kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen zijn tijdens het boekjaar 2023 met € 0,6 miljoen gestegen tegenover boekjaar 2022.
Ten opzichte van de huurinkomsten blijft het niveau van de leegstandskosten echter vrij stabiel, de leegstandskosten maken voor het
boekjaar 2023 circa 2% van de totale huurinkomsten van de vennootschap uit net zoals in 2022 het geval was.
Intervest recupereert grotendeels de onroerende voorheffing die aangerekend wordt op leegstaande delen van gebouwen via bezwaar-
schriften ingediend bij de Vlaamse Belastingdienst.
Beheerskosten van het vastgoed
in EUR x 1.000 2023 2022 Externe beheersvergoedingen -15 -21 Kosten van het (intern) beheer van het patrimonium -6.514 -4.905 Personeelsbeloningen en vergoedingen betaald aan directieleden en zelfstandige medewerkers -4.570 - 3 .156 Vastgoeddeskundige -265 -204 Overige kosten die aan het vastgoed kunnen worden toegewezen -1.679 -1.545 TOTAAL BEHEERSKOSTEN VAN HET VASTGOED -6.529 -4.926
De beheerskosten van het vastgoed zijn kosten die verband houden met het beheer van de gebouwen. Hieronder worden begrepen de
personeelsbeloningen en vergoedingen aan zelfstandige medewerkers, en de indirecte kosten van de bestuursorganen en het personeel
(zoals kosten van kantoor, werkingskosten, enz.) die zorgen voor het beheer en de samenstelling van de portefeuille en de verhuringen,
alsook afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële vaste activa die gebruikt worden voor het beheer en andere bedrijfskos-
ten die aan het beheer van het vastgoed kunnen worden toegewezen.
De beheerskosten van het vastgoed zijn met € 1,6 miljoen toegenomen tijdens boekjaar 2023. Deze stijging situeert zich voornamelijk
bij de interne beheerskost dit als gevolg van, lagere activering van personeelskosten als gevolg van minder acquisities en ontwikkelingen
in de loop van 2023, enkele ontslagvergoedingen en de hoge index begin 2023 op de brutolonen (11,08% voor PC 200).
Andere vastgoedkosten
in EUR x 1.000 2023 2022 Kosten ten laste van de eigenaar -479 - 414 Onroerende voorheffing contractueel ten last van eigenaar -825 -695 Overige andere vastgoedkosten -66 -82 TOTAAL ANDERE VASTGOEDKOSTEN -1.370 -1.191
De andere vastgoedkosten betreffen vaak uitgaven die op basis van contractuele of commerciële afspraken met huurders ten laste van
de Groep vallen. Het zijn veelal beperkingen op de betaling van de gemeenschappelijke lasten of onroerende voorheffing. In Nederland is
een deel van de onroerende voorheffing bovendien steeds ten laste van de eigenaar. Voor het boekjaar 2023 bedragen deze commer-
ciële tussenkomsten circa € 1,4 miljoen op jaarbasis of 1,7% van de totale huurinkomsten van de Groep (€ 1,2 miljoen of 1,7% in boekjaar
2022).
FINANCIËLE STATEN 133
Toelichting 6. Algemene kosten
in EUR x 1.000 2023 2022Abonnemententaks -700 -607 Ereloon commissaris -205 -184 Bezoldigingen leden van de raad van toezicht -239 -127 Liquidity provider -41 -37 Financiële dienst -40 -35 Personeelsbeloningen en vergoedingen betaald aan directieleden en zelfstandige medewerkers -2.457 -1.824 Eénmalige elementen in de algemene kosten - 6.195 0(advies TPG-transactie en kosten strategische transformatie)Advieskosten -175 -848 Overige kosten -385 -725 TOTAAL ALGEMENE KOSTEN -10.437 -4.387
Algemene kosten zijn alle kosten die verband houden met het beheer van de vennootschap en de kosten die niet kunnen worden toege-
wezen aan het beheer van het vastgoed. Deze operationele kosten zijn onder andere algemene administratieve kosten, kosten van het
personeel dat zich met het beheer van de vennootschap als zodanig bezighoudt, afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële
vaste activa die gebruikt worden voor dit beheer en andere bedrijfskosten.
De algemene kosten belopen € 10,4 miljoen en zijn met circa € 6,0 miljoen toegenomen ten opzichte van 2022. De toename in de
algemene kosten is enerzijds te verklaren door verschillende honoraria van adviseurs in verband met het vrijwillig en voorwaardelijk
openbaar overnamebod van European Real Estate Holdings NV (een entiteit gecontroleerd door TPG). Intervest wordt bijgestaan door
Allen & Overy als juridisch adviseur en door Lazard als financieel adviseur. Anderzijds is de vennootschap momenteel onderhevig aan
een strategische transformatie, waarbij de organisatie wordt afgestemd op de strategie. In dat kader werden een aantal verbrekingsver-
goedingen uitbetaald in het eerste semester van 2023, waaronder ook de verbrekingsvergoeding van de ex-ceo.
Voor verdere details van het ereloon van de commissaris wordt verwezen naar Toelichting 26.
Een overzicht van de uitbetaalde vergoedingen aan de leden van de raad van toezicht wordt weergegeven in de Corporate Governance
Verklaring - Remuneratieverslag. In 2023 wordt 63% van de bezoldigingen aan de leden van de raad van toezicht opgenomen onder de
algemene kosten, de overige 37% van hun werkzaamheden worden beschouwd als beheerskosten van het vastgoed (opgenomen onder
de overige kosten die aan het vastgoed kunnen worden toegewezen).
134
Toelichting 7. Personeelsbeloningen
in EUR x 1.000 2023 2022Kosten van Kosten Kosten van Kosten het intern verbonden aan het intern verbonden aan beheer van het beheer van de beheer van het beheer van de het vastgoed vennootschap TOTAAL het vastgoed vennootschap TOTAAL Vergoedingen werknemers en 3.612 1.627 5.239 2.214 1.046 3.260 zelfstandige medewerkers Kortetermijnpersoneelsbeloningen 3.492 1.586 5.078 2.120 1.012 3.132 Vergoedingen na uitdiensttreding 0 0 0 0 0 0 Andere langetermijnpersoneels- 120 41 161 94 34 128 belongingen Ontslagvergoedingen 0 0 0 0 0 0 Vergoedingen directieraad 958 830 1.788 942 778 1.720 Voorzitter directieraad 482 482 964 306 306 612 Beloningen op korte termijn Vaste vergoeding 151 151 302 160 160 320 Variabele vergoeding op korte termijn 31 31 62 51 51 102 Ontslagvergoeding215 215 430 0 0 0Beloningen op lange termijn Variabele vergoeding op lange termijn 47 47 94 71 71 142 Pensioenverplichtingen 38 38 76 24 24 48 Andere leden directieraad 476 348 824 636 472 1.108 Beloningen op korte termijn Vaste vergoeding 340 238 578 403 286 689 Variabele vergoeding op korte termijn 48 30 78 103 78 181 Beloningen op lange termijn Variabele vergoeding op lange termijn 67 54 121 98 75 173 Pensioenverplichtingen 21 26 47 32 33 65 TOTAAL PERSONEELSBELONINGEN 4.570 2.457 7.027 3.156 1.824 4.980
Het mandaat van Gunther Gielen liep tot 29/03/2023, vanaf 24/04/2023 werd Joël Gorsele benoemd als nieuwe CEO. De vergoedingen
van beiden werden samengeteld in de rubriek “voorzitter directieraad”.
Het aantal werknemers en zelfstandige medewerkers op jaareinde 2023, uitgedrukt in voltijdse equivalenten bedraagt 34 personeelsle-
den voor het intern beheer van het patrimonium (38 in 2022) en 12 personeelsleden voor het beheer van de vennootschap (13 in 2022).
Het aantal leden van de directieraad bedraagt drie personen op 31 december 2023 (vier personen op jaareinde 2022).
Voor het personeel in vast dienstverband worden de bezoldigingen, de supplementaire beloningen, de vergoedingen bij uitdiensttreding,
de ontslag- en verbrekingsvergoedingen geregeld door de wet op de arbeidsovereenkomsten van 4 juli 1978, de wet op de jaarlijkse
vakantie van 28 juni 1971, het paritair comité waaronder de vennootschap ressorteert en de toepasselijke CAO’s, in de resultatenreke-
ning opgenomen in de periode waarop ze betrekking hebben.
Pensioenen en beloningen na uitdiensttreding bevatten pensioenen, bijdragen voor groeps verzekeringen, levens- en invaliditeitsverze-
keringen en hospitalisatieverzekeringen. Intervest heeft, voor haar personeelsleden in vast dienstverband, een groepsverzekeringscon-
tract van het type “toegezegde bijdrage” of een ‘defined contribution’ plan bij een externe verzekeringsmaatschappij afgesloten. Als
gevolg van de gewijzigde wetgeving eind december 2015 (op 18 december 2015 werd de wet tot waarborging van de duurzaamheid en
het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen
goedgekeurd), dient de werkgever een minimum rendement te garanderen. Voor premies betaald door de werkgever voor 1 januari 2016
bedraagt dit 3,25%. Voor premies betaald door de werkgever na 1 januari 2016 bedraagt dit 1,75%. De vennootschap doet bijdragen aan
dit fonds dat onafhankelijk is van de vennootschap. De bijdragen aan het verzekeringsplan worden gefinancierd door de onderneming.
Dit groeps verzekeringscontract volgt de wet-Vandenbroucke op de pensioenen. De bijdrageverplichtingen worden in de resultatenreke-
ning, in de periode waarop ze betrekking hebben, opgenomen. Voor het boekjaar 2023 bedragen deze bijdragen € 285.000 (€ 241.000
in 2022). De verzekeringsmaatschappij heeft op 31 december 2023 bevestigd dat het tekort om het minimum rendement te garanderen
niet materieel is. Voor het kleine tekort dat berekend werd volgens de intrinsieke-waardemethode, is per eindejaar een voorziening
aangelegd in de boekhouding en dit bedrag werd inmiddels betaald.
FINANCIËLE STATEN 135
VERPLICHTING VOORTVLOEIEND UIT PENSIOENTOEZEGGINGEN (in EUR x 1.000)2023 2022Som van de gewaarborgde minimum reserves (art.24 van de WAP)827 716Som van de wiskundige reservesA 859 741Som van het maximum tussen de wiskundige reserves en de minimumwaarborgB 877 758Bedrag van de onderfinancieringB-A 18 17
De vergoedingen van de directieraad worden toegelicht in de Corporate Governance Verklaring - Remuneratieverslag.
Toelichting 8. Andere operationele opbrengsten en kosten
in EUR x 1.000 2023 2022Afschrijving zonnepanelen -571 -358 Afschrijving laadpalen-192 0Verzekeringspremies -119 -119 Andere -21 2 TOTAAL ANDERE OPERATIONELE OPBRENGSTEN EN KOSTEN-903 -475
De zonnepanelen worden opgenomen op de balans onder de andere materiële vaste activa en gewaardeerd op basis van het herwaar-
deringsmodel in overeenstemming met IAS 16 Materiële vaste activa. Elk kwartaal worden deze zonnepanelen geherwaardeerd naar
reële waarde. De reële waarde wordt afgeschreven over de resterende looptijd. De afschrijvingen worden opgenomen onder de andere
operationele opbrengsten en kosten. De stijging tijdens boekjaar 2023 is voornamelijk het gevolg van nieuwe installaties in Genk
en Herentals.
Het grootste gedeelte van de laadpalen is sinds begin 2023 operationeel en worden dus ook sinds begin 2023 afgeschreven, dit over een
looptijd van 10 jaar.
Toelichting 9. Resultaat op verkopen van vastgoed beleggingen
in EUR x 1.000 2023 2022 Aanschaffingswaarde gecumuleerd met investeringen 41.138 7.738 Geaccumuleerde meerwaarden en bijzondere waardeverminderingsverliezen -8.500 357 Boekwaarde (reële waarde) 32.638 8.095 Verkoopprijs 28.592 8.575 Verkoopkosten -687 -2 Opbrengsten uit de verkoop van vastgoedbeleggingen 27. 9 05 8.573 Netto verkoopopbrengst 27. 9 05 8.573 TOTAAL RESULTAAT VERKOOP VASTGOEDBELEGGINGEN -4.733 478
In 2023 heeft Intervest de sites in Hoeilaart, Zellik, Dilbeek en Antwerpen verkocht, hier werd een minderwaarde gerealiseerd van
€ 4,7 miljoen ten opzichte van de boekwaarde op 31 december 2022. Het verschil tussen de verkoopprijs en de aanschafwaarde
(€ 13,2 miljoen) is gedeeltelijk in boekjaar 2023 toegewezen aan de beschikbare reserve (€8,7 miljoen) gezien dit resultaat gerealiseerd
is. Vervolgens zal het resterende gedeelte (4,5 miljoen) via de resultaatverwerking van boekjaar 2023 toegewezen worden aan de
beschikbare reserves.
Toelichting 10. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen
in EUR x 1.000 2023 2022Positieve variaties op vastgoedbeleggingen 64.425 40.115 Negatieve variaties op vastgoedbeleggingen -65.235 -58.646 Negatieve variaties op vastgoedbelegging tgv aanpassing transfer tax Nederland 0 -7.575 TOTAAL VARIATIES IN DE RLE WAARDE VAN VASTGOEDBELEGGINGEN -810 -26.106
De variaties in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen bedragen in 2023 € -0,8 miljoen (€ -26,1 miljoen in 2022). De negatieve
variaties in de reële waarde zijn het gevolg van:
136
In de logistieke portefeuille van België – Positieve herwaardering van € 44 miljoen of 7%
In de logistieke portefeuille van Nederland – Negatieve herwaardering van € 7 miljoen of -2%
In de kantorenportefeuille – Negatieve herwaardering van € 37 miljoen of -11%
Toelichting 11. Ander portefeuilleresultaat
in EUR x 1.000 2023 2022Uitgestelde belastingen -408 4.664 Overige -2.386 -744 Variaties spreiding huurkortingen en tegemoetkomingen aan huurders -251 -473 Variaties in de reële waarde op vastgoed bestemd voor verkoop -984 -239 Andere -1.151 -32 TOTAAL ANDER PORTEFEUILLERESULTAAT -2.793 3.920
Het ander portefeuilleresultaat bedraagt in 2023 € -2,8 miljoen (€ 3,9 miljoen in 2022) en omvat de voorziening voor uitgestelde
belastingen op niet-gerealiseerde meerwaarden op de vastgoedbeleggingen die eigendom zijn van de perimetervennootschappen
van Intervest in Nederland en België, variaties in de reële waarde van vastgoed bestemd voor verkoop (Aartselaar) en variaties in de
spreiding van huurkortingen of huurvrije periodes.
Toelichting 12. Financiële opbrengsten
in EUR x 1.000 2023 2022Moratoriumintresten inzake SIREF-case 1.513 0 Moratoriumintresten inzake bezwaar OV97 66 Andere financiële opbrengsten 1 3 TOTAAL ANDER PORTEFEUILLERESULTAAT 1.612 69
Gedurende boekjaar 2023 ontving Intervest € 1,5 miljoen aan intresten van de Belgische fiscus aangaande een oud geschil tussen
beide partijen dat in 2022 in het voordeel van Intervest werd uitgesproken door het Hof van Beroep van Gent. Zie ook Toelichting 27.
Voorwaardelijke rechten en verplichtingen.
Toelichting 13. Netto-interestkosten
in EUR x 1.000 2023 2022 Nominale interestlasten op leningen -27.631 -9.554 Leningen bij financiële instellingen -24.120 -7. 228 Vastrentend -1.689 -1.386 Variabel -22.431 -5.842 USPP en Green Bond -3.035 -1.886 Interestkosten op niet-opgenomen kredieten en back up-lijnen commercial paper -476 -439 Kosten van toegelaten afdekkingsinstrumenten -7 -1.081 Toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding -7 -1.081 zoals gedefinieerd in IFRS Inkomsten uit toegelaten afdekkingsinstrumenten 7.812 454 Toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding 7.812 454 zoals gedefinieerd in IFRS Andere interestkosten -711 -474 TOTAAL NETTOINTERESTKOSTEN -20.537 -10.655
De netto-interestkosten bedragen in 2023 € -20,5 miljoen ten opzichte van € -10,7 miljoen in 2022. De stijging van de netto-interestkos-
ten met € 9,9 miljoen is hoofdzakelijk het gevolg van een hogere gemiddelde opname van € 59 miljoen en een significante stijging van
de Euribor-tarieven. De gemiddelde rentevoet in 2023 bedroeg 3,1% in vergelijking met 2,0% in 2022. De totale gemiddelde interestvoet
vóór impact van de renteafdekkingsinstrumenten bedraagt in 2023 4,2% (1,9% in 2022).
Aangezien Intervest in boekjaar 2023 minder lopende projecten had lag de geactiveerde rente ook gevoeliger lager (€ 0,9 miljoen) dan in
boekjaar 2022.
FINANCIËLE STATEN 137
Netto-interestkosten opgedeeld volgens de vervaldatum van de kredietlijn
in EUR x 1.000 2023 2022Netto-interestkosten op langlopende financiële schulden -18.658 -9.539 Netto-interestkosten op kortlopende financiële schulden -1.879 -1.116 TOTAAL NETTOINTERESTKOSTEN -20.537 -10.655
De gemiddelde interestvoet van de langlopende financiële schulden is voor 2023 3,0% inclusief bank marges (2,1% in 2022). De
gemiddelde interestvoet van de kortlopende financle schulden is voor 2023 4,1% inclusief bank marges (1,1% in 2022). De stijging op
korte termijn is voornamelijk te wijten aan de significante stijging van de Euribor, waardoor de tarieven voor de commercial paper ook
gestegen zijn.
Voor het boekjaar 2023 bedraagt het effect op het EPRA resultaat en nettoresultaat van een (hypothetische) stijging van de renteta-
rieven met 1% ongeveer € -0,5 miljoen (€ -1,7 miljoen in 2022). Bij een (hypothetische) stijging van de rentetarieven met 0,5% nemen de
interestkosten toe met € 0,2 miljoen (-€ 0,9 miljoen in 2022).
De (hypothetische) toekomstige cash-outflow voor 2024 van de interestlasten van de op 31 december 2023 opgenomen leningen
bedraagt € 19,4 miljoen (€ 15,9 miljoen in 2022).
Opdeling toekomstige cash-outflow van de interestkosten op basis van de huidige contracten
in EUR x 1.000 2023 2022Hypothetische rente Schulden met een Schulden met een resterende looptijd van resterende looptijd van > 1 jaar Procen-> 1 jaar Procen-< 1 jaar en > 5 jaar < 1 jaar tueel en > 5 jaar tueel < 5 jaar TOTAAL aandeel < 5 jaar TOTAAL aandeel Kredietinstellingen en 26.441 49.253 968 76.661 128% 16.093 33.717 610 50.420 92% institutionele partijen: opgenomen kredieten Green Bond en USPP 3.035 9.651 4.654 17.3 4 0 29% 3.035 11.272 6.069 20.376 37% Commercial paper 581 680 154 1.416 3% 475 585 243 1.303 2% Niet opgenomen 350 983 37 1.370 2% 434 526 0 960 2% kredietlijnen IRSsen/Floors -10.995 -25.782 -272 - 37.0 4 9 -62% - 4.13 8 -13.19 0 -660 -17. 9 8 9 -33% TOTAAL 19.412 34.785 5.541 59.739 100% 15.899 32.910 6.262 55.070 100% Procentueel aandeel 33% 58% 9% 100% 29% 60% 11% 100%
Bovenstaande tabel geeft een overzicht van de te betalen interesten op basis van de huidige kredietcontracten. Er wordt uitgegaan van
een gelijkblijvende opname als per 31 december 2023 en een Euribor-tarief van 3,909% (3-maand Euribor per 29 december 2023).
Toelichting 14. Belastingen
in EUR x 1.000 2023 2022 Belasting aan het tarief van 25% (op resultaat verbonden met de verworpen uitgaven) -128 -100 Regularisatie vorige boekjaren -96 -16 Belasting met betrekking tot Intervest enkelvoudig (openbare GVV) -224 -116 Perimetervennootschappen België -165 -106 Belastingraming MRP lopend boekjaar-26 -24Belastingraming MBC lopend boekjaar-34 -34Belastingraming ILWS lopend boekjaar-91 0Regularisatie vorige boekjaren-14 -48Perimetervennootschappen Nederland -1.010 -756 VENNOOTSCHAPSBELASTING -1.399 -978
Met de GVV-Wet (voorheen het KB van 7 december 2010 en het KB van 10 april 1995) heeft de wetgever een trans parant fiscaal statuut
gegeven aan de GVV’s. Indien een vennootschap overstapt naar het statuut van GVV, of indien een (gewone) vennootschap fuseert
138
met een GVV, moet zij een eenmalige belasting betalen (exit taks). Daarna is de GVV enkel nog onderworpen aan belastingen op heel
specifieke bestanddelen, zoals op “verworpen uitgaven”. Op het gros van de winst die voortkomt uit verhuringen en meerwaarden op
verkopen van vastgoedbeleggingen wordt dus geen vennootschapsbelasting betaald door Intervest.
Perimetervennootschappen Genk Green Logistics (iGVV), Puurs Green Logistics (GVBF) en Zeebrugge Green Logistics (GVBF) genie-
ten ook van een transparant fiscaal statuut. De overige Belgische perimetervennootschappen zijn onderworpen aan het gewone stelsel
van de Belgische vennootschapsbelasting en ook de Nederlandse perimetervennootschappen genieten niet van dit fiscaal statuut. Voor
de berekening van de belasting op de scale winst van het jaar worden de op de balansdatum geldende belasting tarieven gebruikt.
Toelichting 15. Vaste activa
Onderzoek en ontwikkeling, octrooien en licenties
Op gebied van research en ontwikkeling werden door de vennootschap geen eigen activiteiten ontwikkeld.
Investerings- en herwaarderingstabel vastgoedbeleggingen
in EUR x 1.000 2023 2022 Logistiek Logistiek Logistiek Logistiek vastgoed vastgoed vastgoed vastgoed Kantoren BE NL Totaal Kantoren BE NL Totaal BALANS OP  JANUARI 357.691 628.450 347. 277 1.333.418 386.423 480.239 342.282 1.208.944 Verwerving van 0 19.124 0 19.124 0 4.627 30.222 34.849 vastgoedbeleggingen Verwerving van vastgoed 0 29.000 0 29.000 0 60.566 0 60.566 via aandelen in vastgoed-vennootschappen Verwerving van grondreserve0 10.376 0 10.376Investeringen in 644 22.027 4.553 2 7. 225 6.666 75.426 5.749 87. 8 41 projectontwikkelingen Investeringen en 1.844 5.412 3.739 10.995 935 1.414 575 2.924 uitbreidingen in bestaande vastgoedbeleggingen Desinvestering van -5.360 0 0 -5.360 0 -8.095 0 -8.095 vastgoedbeleggingen Overboeking naar vastgoed - 4.074 0 0 - 4.074 -27.50 4 0 0 -27.5 0 4 bestemd voor verkoop Variaties in de reële waarde -36.953 43.558 -7.415 -810 -8.828 14.273 -31.551 -26.10 6 van vastgoedbeleggingen BALANS OP  DECEMBER 313.792 757.947 348.154 1.419.893 357.691 628.450 3 47.27 7 1.333.418 OVERIGE INFORMATIE Investeringswaarde van het 321.637 776.259 3 87. 4 33 1.485.329 366.633 643.558 386.496 1.396.687 vastgoed
Voor verdere toelichting rond de evolutie van de reële waarde van vastgoedbeleggingen wordt verwezen naar het Activiteitenverslag -
Vastgoedportefeuille op 31 december 2023 en Toelichting 10 - Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen.
Uitsplitsing van de vastgoedbeleggingen naar soort
in EUR x 1.000 2023 2022Vastgoed beschikbaar voor verhuur1.339.223 1.233.799Projectontwikkelingen80.670 99.619Projectontwikkelingen in aanbouw29.789 72.209Grondreserves50.881 27. 410TOTAAL VASTGOEDBELEGGINGEN1.419.893 1.333.418
De projectontwikkelingen omvatten naast de ontwikkelingen in aanbouw (onder andere unit 7 in Genk Green Logistics en Woluwe
Garden), ook grondreserves aangehouden voor toekomstige ontwikkelingen. Zo heeft de vennootschap meerdere grondreserves in
FINANCIËLE STATEN 139
haar bezit, waarvan de circa 120.000 resterende onbebouwde m op de voormalige Ford-site in Genk de voornaamste is. Verder zijn er
ook nog grondposities in onder andere St. George en Puurs.
OPGELEVERDE PROJECTEN IN Segment Type GLA in m Oplevering BREEAMHerentals Green Logistics 1BLogistiek BE Ontwikkeling 10.000 Q1 2023 Excellent's-HertogenboschLogistiek NL Ontwikkeling 9.700 Q2 2023 ExcellentGenk Green Logistics unit 18/19Logistiek BE Ontwikkeling 30.000 Q2 2023 Excellent
Intervest heeft op 31 december 2023 geen activa voor eigen gebruik, met uitzondering van de ruimte in Greenhouse Antwerp waar de
maatschappelijke zetel van Intervest gevestigd is. Conform IAS 40.10 wordt deze ruimte opgenomen als een vastgoedbelegging.
Op 31 december 2023 zijn er geen vastgoedbeleggingen die het voorwerp uitmaken van hypothecaire zekerheden die werden verstrekt
in het kader van opgenomen leningen en kredietfaciliteiten bij financiële instellingen.
Performance van het vastgoed beschikbaar voor verhuur
2023 2022 Gemiddelde contractuele huur verhoogd met de geschatte huurwaarde op leegstand per m² (EUR)Kantoren 147 152 Logistiek vastgoed in België 48 49 Logistiek vastgoed in Nederland 61 54 Gemiddeld brutorendement (%) 6,4% 6,0% Kantoren 8,6% 6,8% Logistiek vastgoed in België 5,6% 5,8% Logistiek vastgoed in Nederland 6,1% 5,7% Gemiddeld brutorendement bij volledige verhuring (%) 6,9% 6,7% Kantoren 10,0% 8,9% Logistiek vastgoed in België 5,9% 6,0% Logistiek vastgoed in Nederland 6,3% 5,7% Gemiddeld nettorendement bij volledige verhuring (%) 5,9% 5,9% Kantoren 7,0% 7,1% Logistiek vastgoed in België 5,4% 5,5% Logistiek vastgoed in Nederland 5,9% 5,3% Leegstandspercentage (%) 7% 10% * De gemiddelde contractuele huur is berekend per type gebouw of gebouwencomplex, en bevat verschillende soorten oppervlakten.
Voor de definities van de verschillende rendementen, de contractuele huren en de geschatte huurwaarde wordt verwezen naar de Bijlagen.
Verwerving van aandelen in vastgoedvennootschappen
In augustus 2023 heeft Intervest de controle verworven over de vennootschap Industrial Logistic Warehousing Services SPRL (hierna
ILWS’), eigenaar van de volledige logistieke site in Herstal. De verwerving zal gebeuren in twee fases. Per 31 december 2023 is reeds
een controlepercentage van 74,35% van de vennootschap ILWS verworven. Het tweede gedeelte van de acquisitie (de overige 25,65%)
zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2024 uitgevoerd worden.
De acquisitie van de volledige logistieke site met een globale investeringswaarde van het vastgoed van € 29 miljoen, in lijn met de
waardering door de vastgoeddeskundige van de vennootschap, werd voor 54,83% gefinancierd door middel van een inbreng in natura
in het kader van het toegestaan kapitaal en voor de overige 45,17% via de bestaande kredietlijnen van Intervest bij financiële instellingen
en door de overname van de kredieten van de vennootschap ILWS voor circa € 3,5 miljoen.
De inbreng in natura is gerealiseerd tegen betaling van 944.649 nieuwe aandelen van Intervest. De nieuwe aandelen zijn uitgegeven ten
gevolge van een kapitaalverhoging in het kader van het toegestaan kapitaal, door een beslissing, op 2 augustus 2023, van de raad van
toezicht van Intervest en zullen slechts pro rata temporis deelnemen in de resultaten van Intervest over het lopende boekjaar, met name
vanaf 2 augustus 2023.
140
BELANGRIJKSTE GEGEVENS VAN DE VENNOOTSCHAP OP MOMENT VAN OVERNAME:
Vaste activa € 5,9 miljoen
Vlottende activa € 1,7 miljoen
Eigen vermogen € 3,5 miljoen
Langlopende verplichtingen € 3,2 miljoen
Kortlopende verplichtingen € 0,9 miljoen
Aandeel ILWS in de geconsolideerde huurinkomsten: € 0,5 miljoen (contractuele jaarhuur per 31/12/2023: € 1,3 miljoen).
Waardering van vastgoedbeleggingen
De waardering van de vastgoedportefeuille gebeurt door onafhankelijke vastgoeddeskundigen. Omwille van de liquiditeit van de markt
en de moeilijkheid om transactie gegevens te bekomen die op een onbetwistbare manier vergelijkbaar zijn, gebeurt de reële waardebe-
paling geheel of gedeeltelijk op (niet-extern) observeerbare informatie en is het evaluatieniveau van de reële waarde van de Intervest
gebouwen overeenkomstig de IFRS 13 norm, gelijk aan niveau 3 en dit voor de volledige portefeuille. Gedurende 2023 vonden er geen
verschuivingen plaats in het niveau van de fair value hiërarchie.
Deze externe waardering wordt elk kwartaal geüpdatet en verwerkt in de boekhouding voor de volledige portefeuille. Met uitzondering
van de grondreserve in Genk Green Logistics worden de grondreserves nog niet geherwaardeerd. Gezien voor deze grondreserves nog
geen duidelijk beeld over de te maken projectkosten kan gemaakt worden, geen vergunningen bekomen werden of een substantieel
deel voorverhuurd werd, is de vennootschap van mening dat de initiële aanschafwaarde nog steeds de reële waarde vertegenwoordigd.
De reële waarde gewaardeerd door de vastgoeddeskundigen is de geschatte waarde exclusief overdrachtskosten waarvoor het
vastgoed kan worden verkocht op de markt op datum van de taxatie. Voor België bedraagt het door de taxateur toegepaste percentage
op 31 december 2023 voor deze overdrachtskosten 2,5%. Voor Nederland bedraagt het door de taxateur toegepaste percentage op
31 december 2023 in totaliteit (inclusief overige kosten) 11,4% zoals beschreven in de “Grondslagen voor de financiële verslag geving -
Vastgoedbeleggingen” - zie supra.
Waarderingsproces met de vastgoeddeskundige
Er wordt gewerkt met onafhankelijke vastgoeddeskundigen per land, om er voor te zorgen dat de specificiteiten van elke geografische
regio en dus het gediversifieerde karakter van de vastgoedportefeuille correct weerspiegeld wordt. Typisch worden contracten geslo-
ten voor een hernieuwbare termijn van 3 jaar, waarbij een dubbele rotatieverplichting geldt volgens de Wet van 12 mei 2014 in het kader
van de GVV. De selectiecriteria omvatten onder andere lokale marktkennis, reputatie, onafhankelijkheid en verzekering van de hoogst
professionele standaarden. De honoraria van de vastgoeddeskundigen worden vastgelegd voor de termijn van hun mandaat en zijn niet
gerelateerd aan de waarde van de geschatte objecten.
De waarderingsmethode wordt bepaald door de externe vastgoeddeskundigen. De methode die door de externe vastgoeddeskundigen
wordt gebruikt voor de vastgoedportefeuille van Intervest is de inkomenskapitalisatiemethode. Verdere informatie over de taxatieme-
thode is terug te vinden in het Activiteitverslag - 1.3 Waardering van de portefeuille door de vastgoeddeskundigen. Bovendien worden
de aldus bekomen schattingen vergeleken met de initiële yield en beschikbare vergelijkingspunten via recente markttransacties voor
vergelijkbare objecten.
De waarderingscyclus binnen een boekjaar bestaat uit een bezoek aan de site, waarna een gedetailleerd schattingsverslag wordt
opgesteld per individueel object en tevens drie desktopreviews, waarin de gegevens aangeleverd door Intervest met betrekking tot
de huursituatie worden gereflecteerd, alsook de belangrijkste assumpties omtrent de significant niet-observeerbare inputs worden
gerationaliseerd.
De onafhankelijke vastgoeddeskundigen hebben volledige toegang tot alle kwantitatieve en kwalitatieve informatie met betrekking tot
de vastgoedportefeuille. Per kwartaal ontvangt de externe vastgoeddeskundige een overzicht van de portefeuille met daarin onder
meer de verhuurbare oppervlakte, actuele huurinkomsten, looptijd van de huurcontracten, lopende huurkortingen, alsook de service
lasten, voorziene capex per site, gegevens rond eigendom, kadastrale ID en een kopie van alle nieuwe huurcontracten. Deze informatie is
afkomstig van het financieel- en beheerssysteem van de vennootschap en is onderworpen aan het algemeen geldende controlesysteem
van de vennootschap. Minsten tweemaal per jaar worden de waarderingen en asset managementplannen in detail besproken met de cfo
of business development director en of ceo.
Het rapport van de externe vastgoeddeskundigen wordt uitgebreid gecontroleerd en beoordeeld vanuit verschillende invalshoeken,
met een bijzondere aandacht voor de vastgoedontwikkelingsprojecten. De vastgoeddeskundigen stellen een onafhankelijke inschatting
op van het toekomstig cashflowprofiel en reflecteren het risico via een combinatie van de cashflowprojecties (huurgroei, leegstand,
incentives, investeringen, enz) en de toegepaste vereiste rendementen of verdisconteringsvoeten. Belangrijke verschillen ten opzichte
van de vorige herwaardering en de herwaardering op einde vorig boekjaar worden intern geanalyseerd, verklaard en besproken op het
Audit en Risicocomité.
Niet-observeerbare parameters
De externe vastgoeddeskundige maakt gebruik van enkele niet-observeerbare parameters bij de bepaling van de reële waarde. De niet
observeerbare inputs gebruikt door de externe vastgoeddeskundige in de bepaling van de reële waarde per 31 december 2023 zijn
onder meer de geschatte huurwaarde, het vereiste rendement, de bezettingsgraad, de resterende looptijd van de huurcontacten tot
eerstvolgende vervaldatum en eindvervaldatum, bouwjaar, verhuurbare oppervlakte, etc.
FINANCIËLE STATEN 141
De door de vastgoeddeskundigen gehanteerde assumpties en waarderingsmodellen hebben voornamelijk betrekking op de marktsi-
tuatie, zoals rendementen en discontovoeten. Ze zijn gebaseerd op hun professionele beoordeling en waarneming van de markt. De
vastgoeddeskundigen houden rekening met leegstandperiodes tussen zes en achttien maanden, in functie van de locatie, het type pand
en de economische situatie. Voor de logistieke panden wordt er rekening gehouden met een kostenpercentage per pand dat ten laste
blijft van de eigenaar. Voor de logistieke sites in België bedraagt dit gemiddelde 15%, voor Nederland ligt dit gemiddeld op 7%.
Een overzicht van de toegepaste niet-observeerbareparameters, gehanteerd door de externe vastgoeddeskundigen in de waardering
van de vastgoedportefeuille (vastgoed beschikbaar voor verhuur en de projectontwikkelingen in aanbouw) op 31 december 2023:
Niet-observeerbare parameters Bandbreedte Gewogen gemiddelde (op 31 december) 2023 2022 2023 2022 Geschatte huurwaarde (in EUR/m²)*Kantorenportefeuille52 - 203 EUR/m² 52 - 203 EUR/m² 134 EUR/m² 133 EUR/m² Logistiek vastgoed in België25 - 94 EUR/m² 37 - 79 EUR/m² 48 EUR/m² 46 EUR/m² Logistiek vastgoed in Nederland41 - 90 EUR/ 36 - 95 EUR/m² 69 EUR/ 58 EUR/m² Kapitalisatiefactor of vereist rendement (in %)Kantorenportefeuille6,0% - 11,8% 5,8% - 10,0% 9,1% 7,8% Logistiek vastgoed België5,1% - 7,8% 4,4% - 6,9% 5,8% 5,3% Logistiek vastgoed Nederland4,6% - 13,0% 4,6% - 9,6% 6,5% 5,7% * Voor de geschatte huurwaarde toont de tabel enkel de gegevens met betrekking tot de portefeuille beschikbaar voor verhuur. De bandbreedte voor de geschatte huurwaarde in de kantorenportefeuille is ruim als gevolg van het atypisch gebruikskarakter van sommige kantoorgebouwen (Inrichting labo en logistieke ruimte).
Voor de definities van de geschatte huurwaarde en de kapitalisatiefactor wordt verwezen naar de Bijlagen.
Voor de herwaardering van projectontwikkelingen houdt de taxateur bovendien ook rekening met bijkomende parameters als de
toekomstige capex en, wanneer nodig, een hogere leegstandsverwachting die marktconform is en rekening houdt met de resterende
constructieperiode. Meer toelichting over de projecten in aanbouw is terug te vinden in het Activiteitenverslag - 1.1.3 Projecten en
ontwikkelingspotentieel.
Het verschil tussen de geschatte huurwaarde in bovenstaande tabel en de gemiddelde contractuele huur verhoogd met de geschatte
huurwaarde op leegstand opgenomen in de tabel met betrekking tot de performance van het vastgoed beschikbaar voor verhuur
betreft de meer- of minderprijs uit de afgesloten huurcontracten. De geschatte huurwaarde is enkel de waarde die de externe vast-
goeddeskundige bepaald heeft in zijn taxatieverslagen. De contractuele huur verhoogd met de geschatte huurwaarde houdt voor de
verhuurde oppervlakte rekening met de werkelijke huurinkomsten afgesproken in het huurcontract.
De kapitalisatiefactor is het vereist rendement door de vastgoedkundige bepaald in zijn taxatieverslag. Het verschil met het gemiddeld
bruto- en nettohuurrendement bij volledige verhuring, opgenomen in de tabel met betrekking tot de performance van het vastgoed
beschikbaar voor verhuur is dat bij het gemiddeld bruto- en nettorendement bij volledige verhuring wordt rekening gehouden met de
contractuele afspraken voor de verhuurde ruimtes.
Een overzicht van de andere niet-observeerbare inputs zoals het bouwjaar, de bezettingsgraad, de verhuurbare oppervlakte en de
resterende looptijd van de huurcontracten is terug te vinden in het Activiteitenverslag 1.2.1 Vastgoedportefeuille op 31 december 2023
en 1.2.6 Verhuuractiviteiten en bezettingsgraad naar 1.9 Looptijd huurcontracten in portefeuille.
Sensitiviteit van de waarderingen
Impact op de reële waarde bij Daling Stijging Geschatte huurwaarde (in EUR / m) negatief positief Kapitalisatiefactor of vereist rendement positief negatief Resterende looptijd huurcontract tot eerstvolgende breakdatum negatief positief Resterende looptijd huurcontract tot eindvervaldag negatief positief Bezettingsgraad (EPRA) negatief positief Inflatie of verwachte huurgroei negatief positief
In geval van een hypothetische negatieve aanpassing van het rendement dat gebruikt wordt door de vastgoeddeskundigen bij de bepa-
ling van de reële waarde van de vastgoedportefeuille van de vennootschap (yield of kapitalisatievoet) met 1%-punt (van 6,4% naar 7,4%
gemiddeld), zou de reële waarde van het vastgoed verminderen met € 181 miljoen of 14%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennoot-
schap stijgen met 7%-punten tot circa 57%.
142
In het omgekeerde geval van een hypothetische positieve aanpassing van dit gebruikte rendement met 1%-punt (van 6,4% naar 5,4%
gemiddeld), zou de reële waarde van het vastgoed toenemen met € 248 miljoen of 19%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennoot-
schap dalen met 7%-punten tot circa 42%.
In geval van een hypothetische daling van de contractuele huren van de vennootschap (bij gelijkblijvend rendement) met € 1 miljoen
(van € 85,6 miljoen naar € 84,6 miljoen), zou de reële waarde van het vastgoed verminderen met € 15,6 miljoen of 1%. Hierdoor zou de
schuldgraad van de vennootschap stijgen met 0,5%-punt tot circa 50,2%. In het omgekeerde geval van een hypothetische stijging van de
lopende huren van de vennootschap (bij gelijkblijvend rendement) met € 1 miljoen (van € 85,6 miljoen naar € 86,6 miljoen), zou de reële
waarde van het vastgoed toenemen met € 15,6 miljoen of 1%. Hierdoor zou de schuldgraad van de vennootschap dalen met 0,5%-punt
tot circa 49%.
Er bestaat een correlatie tussen de evoluties van de contractuele huren en de in de vastgoedschatting gehanteerde rendementen. Deze
is echter buiten beschouwing gelaten in bovenstaande sensitiviteitsanalyse.
Duurzaamheid en ESG in de waarderingen
ESG (Environmental, Social, Governance) criteria worden internationaal in toenemende mate gebruikt om de impact van de ecologische,
sociale en ethische prestaties te beoordelen van bedrijven, organisaties en investeringen. België heeft zich ertoe verbonden om tegen
2050 koolstofneutraal te zijn en er bestaat al wetgeving om de CO2 uitstoot van gebouwen te verminderen. Het is hoogstwaarschijnlijk
dat de komende jaren nog meer wet- en regelgeving zal worden ingevoerd. Kapitaalstromen zullen in de toekomst in toenemende mate
worden gekanaliseerd naar duurzame economische activiteiten, wat betekent dat ESG criteria een belangrijke rol zullen spelen bij
investeringsbeslissingen. Huurders en investeerders hechten in bepaalde sectoren steeds meer belang aan de duurzaamheidsaspecten
van de gebouwen die ze willen kopen of betrekken.
De focus op klimaatverandering en doelstellingen richting netto-nul zal zich voortzetten en daarmee zal de veroudering van niet
duurzaam vastgoed versnellen. Het RICS Sustainability Report (Q2 2021) toonde dat bijna de helft van de respondenten meent dat de
huur en de prijspremie voor duurzaam vastgoed tot 10% kunnen oplopen in vergelijking met niet duurzaam vastgoed, vanwege een hoge
vraag en een laag aanbod. Naarmate de impact van ESG-factoren steeds duidelijker wordt, komt de vraag naar voren hoe de ESG-impact
op vastgoedwaarderingen gemeten kan worden.
Waardering houdt immers noodzakelijkerwijs een vergelijking in. Aangezien de impact van ESG in een vroeg stadium is, zijn er nog niet
veel marktgegevens beschikbaar. Er moet echter worden opgemerkt dat de markt aan het evolueren is als gevolg van de aandacht van
zowel gebruikers als investeerders voor de duurzaamheidskenmerken van een onroerend goed. De vastgoeddeskundigen verwachten
dan ook dat het bewustzijn inzake duurzaamheidskwesties in alle sectoren van de vastgoedmarkt zal toenemen.
Het beheer van deze klimaatgerelateerde risico’s maakt integraal deel uit van het risicobeheer van Intervest. Meer informatie is terug te
vinden in het hoofdstuk over de Risicofactoren.
Andere materiële vaste activa
in EUR x 1.000 2023 2022 Zonnepanelen België 10.131 11.19 4 Nederland 661 1.521 TOTAAL ZONNEPANELEN 10.792 12.715 Laadpalen 1.924 1.877 Materiële vaste activa voor eigen gebruik 606 532 TOTAAL ANDERE MATERIËLE VASTE ACTIVA 13.322 15.124
Evolutie zonnepanelen
in EUR x 1.000 2023 2022 BALANS OP  JANUARI 12.715 5.294 Investeringen in nieuwe installaties 2.715 2.385 Afschrijvingen -572 -358 Variatie in de herwaardering naar reële waarde van installaties -3.828 5.394 Installaties verbonden met desinvestering/bestemd voor verkoop-238 0BALANS OP  DECEMBER 10.792 12.715
FINANCIËLE STATEN 143
Evolutie laadpalen
in EUR x 1.000 2023 2022 BALANS OP  JANUARI 1.877 60 Investeringen in nieuwe installaties 379 1.725 Afschrijvingen (van operationele installaties) -191 0 Herwaardering naar reële waarde (van operationele installaties) -92 92 Installaties verbonden met desinvestering/bestemd voor verkoop-49 0BALANS OP  DECEMBER 1.924 1.877
Wat betreft de laadpalen wordt de gebruiksduur geschat op 10 jaar. Per 31 december 2022 hadden we een kleine herwaardering van de
laadpalen in Genk Green Logistics, deze werd tegengeboekt in 2023. De vennootschap heeft beslist de EV-installaties niet te herwaar-
deren maar enkel af te schrijven over een periode van 10 jaar.
Sensitiviteit van waarderingen
Impact op de reële waarde bij Daling Stijging Impliciete zonneschijnduur negatief positief Groenestroomcertificaten en subsidies negatief positief Bandingsfactor negatief positief Energieprijs negatief positief Verdisconteringsvoet positief negatief Rendementsdaling negatief positief Onderhoud en capex positief negatief
Waarderingsmethodolgie van de zonnepanelen
België Nederland
Discounted cash flow Discounted cash flow
Niveau (IFRS)
3 3
Impliciete zonne-
schijnduur /
opgewekt vermogen
In het model wordt uitgegaan van een impliciete
zonneschijnduur bepaald op basis van de gegevens
voor handen uit het verleden voor de verschillende
installaties.
In het model wordt geen rekening gehouden
met een impliciete zonneschijnduur maar wordt
het maximale vermogen genomen dat de RVO
(Rijksdienst voor Ondernemend Nederland)
neemt in de bepaling van de subsidie.
Groenestroom-
certificaten en
subsidies
De groenestroomcertificaten (GSC) in Vlaanderen
worden door de VREG (Vlaamse Regulator van de
elektriciteits- en gasmarkt) toegekend voor elk project
met een vaste prijs per certificaat voor een periode
van minimum 10 en maximum 20 jaar vast. Het niveau
en de prijs van de GSC varieert tussen € 93 - € 450
per MWh. De GSC in Wallonië worden door de CWaPE
(Commission walonne pour l’Energie) toegekend voor
elk project met een gegarandeerde prijs per certificaat
voor een periode van 20 jaar vast. Het niveau van de
prijs van de certificaten bedraagt € 68,5 per certifi-
caat.
De subsidie wordt door de RVO toegekend
voor ieder project voor een periode van vijftien
jaar. De bijdrage wordt jaarlijks herbekeken op
basis van de dan geldende energieprijzen. De
subsidie wordt in die mate meegenomen in de
berekening.
Bandingsfactor Voor de installaties waarbij een bandingsfactor wordt
toegepast, wordt met de meest recente gegevens
gewerkt en wordt de bandingsfactor gelijk gehouden in
de toekomst.
Niet van toepassing voor de zonnepanelen in
Nederland.
144
België Nederland
Discounted cash flow Discounted cash flow
Energieprijs De energieprijs wordt bepaald als de gemiddelde prijs
geselecteerd van de Belgische forewardmarkt voor
elektriciteit (ICE Endex Power BE - zie
www.theice.com/marketdata/reports) voor de
toekomstige drie jaar en de historische energierijs
van de voorbije twee jaar, tenzij in het injectiecontract
anders bepaald. De energieprijs voor lokale afname
wordt steeds contractueel vastgelegd met de huurder.
Voor de waardering wordt gebruik gemaakt van deze
contractuele afspraken.
De energieprijs wordt bepaald als de gemid-
delde prijs geselecteerd van de Belgische
forewardmarkt voor elektriciteit (ICE Endex
Power BE - zie
www.theice.com/marketdata/reports) voor
de toekomstige drie jaar en de historische
energierijs van de voorbije twee jaar, tenzij in
het injectiecontract anders bepaald.
Verdisconteringsvoet De rendementsvereiste wordt berekend als een
gewogen gemiddelde kost van het kapitaal in functie
van de langetermijnrente, de marktrisicopremie en het
landspecifieke risico.
De rendementsvereiste wordt berekend als een
gewogen gemiddelde kost van het kapitaal in
functie van de langetermijnrente, de marktrisi-
copremie en het landspecifieke risico.
Rendementsdaling De zonnepanelen kennen een rendementsdaling
van 0,5% per jaar en worden na 25 jaar buiten dienst
gesteld. Hierbij wordt geen rekening gehouden met
een eventuele restwaarde van de installatie, noch met
de kost om deze te ontmantelen.
De zonnepanelen kennen een rendements-
daling van 0,5% per jaar en worden na 25 jaar
buiten dienst gesteld. Hierbij wordt geen reke-
ning gehouden met een eventuele restwaarde
van de installatie, noch met de kost om deze te
ontmantelen.
Onderhoud en capex Er wordt rekening gehouden met de verschillende
operationele kosten gerelateerd aan de uitbating en
de onderhoudskosten gedurende de gehele levens-
duur van de installaties. Er wordt een index van 2,25%
toegepast.
Er wordt rekening gehouden met de verschil-
lende operationele kosten gerelateerd aan de
uitbating en de onderhoudskosten gedurende
de gehele levensduur van de installaties. Er
wordt een index van 2,25% toegepast.
De zonnepanelen en laadpalen worden gewaardeerd op basis van het herwaarderingsmodel in overeenstemming met IAS 16 Materiële
vaste activa. Na initiële opname dient het actief waarvan de reële waarde betrouwbaar kan worden bepaald, te worden geboekt tegen
de geherwaardeerde waarde, zijnde de reële waarde op het moment van de herwaardering, verminderd met eventuele latere geaccu-
muleerde afschrijvingen en latere geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. De reële waarde wordt bepaald op basis
van de verdisconteringsmethode van toekomstige opbrengsten en kosten. Het model wordt jaarlijks geüpdatet waarbij ook de belang-
rijkste assumpties met betrekking tot de significant niet-observeerbare parameters worden gerationaliseerd. De data met betrekking
tot de verwachte toekomstige kasstromen worden op regelmatige basis geverifieerd met de beschikbare statistieken over de zonnepa-
nelen, terwijl er een consistente, vergelijkbare analyse wordt gemaakt van de financiële rendementsvereisten van investeerders.
Toelichting 16. Vlottende activa
Activa bestemd voor verkoop
in EUR x 1.000 2023 2022 BALANS OP  JANUARI27.277 0 Overboeking van vastgoedbeleggingen naar vastgoed beschikbaar voor verkoop 4.18 4 35.599 Variaties in de reële waarde op vastgoed bestemd voor verkoop -984 -239 Desinvesteringen -27.277 -8.083 TOTAAL ACTIVA BESTEMD VOOR VERKOOP 3.200 27.277
Tijdens boekjaar 2022 werd het verkooptraject van drie kantoorgebouwen opgestart, bijgevolg werd het vastgoed overgeboekt naar
de activa bestemd voor verkoop. Deze panden werden in de loop van 2023 ook daadwerkelijk verkocht en staan dus niet langer op
‘bestemd voor verkoop’. Voor de site in Aartselaar is in 2023 het verkooptraject in een vergevorderd stadium gekomen, dit pand staat op
jaareinde geboekt als ‘bestemd voor verkoop’.
De Variaties in de reële waarde op vastgoed bestemd voor verkoop worden in de resultatenrekening opgenomen onder het Ander
Portefeuilleresultaat.
FINANCIËLE STATEN 145
Handelsvorderingen
in EUR x 1.000 2023 2022 Handelsvorderingen 5.672 1.292 Op te stellen facturen 1.054 527 Dubieuze debiteuren 615 549 Voorziening dubieuze debiteuren -615 -549 Andere handelsvorderingen 432 307 TOTAAL HANDELSVORDERINGEN 7.158 2.126
Voor het bepalen van de aan te leggen voorziening voor dubieuze debiteuren wordt op kwartaalbasis een inschatting gemaakt van de
verwachte verliezen op de openstaande handelsvorderingen en worden overeenkomstig waardeverminderingen aangelegd. Op deze
manier benadert de boekwaarde van de handelsvorderingen de reële waarde ervan.
Intervest hanteert duidelijke procedures voor het screenen van huurders bij het sluiten van nieuwe huurcontracten. Ook worden bij
het afsluiten van huurcontracten steeds waarborgsommen of bankgaranties bedongen. Op 31 december 2023 bedraagt de effectieve
gewogen gemiddelde looptijd van de huurwaarborgen en bankgaranties voor kantoren ongeveer 5 maanden (of circa € 10,5 miljoen).
Voor de logistieke portefeuille op 31 december 2023 bedraagt de effectieve gewogen gemiddelde looptijd van de huurwaarbor-
gen en bankgaranties eveneens ongeveer 5 maanden (of circa € 27,8 miljoen). De verliezen op huurvorderingen (met recuperatie)
vertegenwoordigen voor de periode 2014-2023 slechts 0,1% van de totale omzet. Ondanks de huidige macro-economische situatie
loopt de inning van huurvorderingen in lijn met het normaal betalingspatroon, wat de kwaliteit van het huurdersbestand aantoont.
99% van de huurgelden van 2023 werden ontvangen. Intervest verwacht op 31 december 2023 dan ook geen toekomstige materiële
kredietverliezen.
Ouderdomsanalyse van de handelsvorderingen
in EUR x 1.000 2023 2022 Nog niet vervallen vorderingen3.145 0Vorderingen < 30 dagen 1.308 832 Vorderingen 30-90 dagen 533 402 Vorderingen > 90 dagen 686 58 TOTAAL HANDELSVORDERINGEN 5.672 1.292
Intervest hanteert voor haar uitgaande facturatie een standaard betaaltermijn van 30 kalenderdagen. Het merendeel van de open-
staande handelsvorderingen (55%) is dus niet vervallen op jaareinde 2023.
Voor de opvolging van het debiteurenrisico dat Intervest hanteert, wordt verwezen naar de beschrijving van het hoofdstuk
Risicofactoren” (Operationele risico’s - risico’s verbonden aan wanbetaling door huurders).
Belastingsvorderingen en andere vlottende activa
in EUR x 1.000 2023 2022 Belastingen terug te vorderen 267 121 Terug te vorderen BTW 90 69 Terug te vorderen vennootschapsbelasting - perimetervennootschappen 177 52 Belastingen (ingehouden ten gevolge van de fiscale situatie van de Groep) 0 3.469 Terug te vorderen vennootschapsbelasting 0 185 Terug te vorderen exit taks 0 459 Terug te vorderen roerende voorheffing op uitgekeerde dividenden en op liquidatieboni 0 2.825 Andere 1.738 1.347 TOTAAL BELASTINGSVORDERINGEN EN ANDERE VLOTTENDE ACTIVA 2.005 4.937
Voor de toelichting bij de fiscale situatie van de Groep wordt verwezen naar “Toelichting 27. Voorwaardelijke rechten en verplichtingen”.
146
Overlopende rekeningen
in EUR x 1.000 2023 2022Gelopen, niet-vervallen vastgoedopbrengsten 3.819 7. 0 2 7 Te recupereren onroerende voorheffing 3.779 6.930 Te recupereren “andere40 97 Voorafbetaalde vastgoedkosten 611 2.291 Over te dragen kosten lopende investeringsdossiers 270 1.121 Voorafbetalingen en aankoopbeloften in investeringsdossiers 0 896 Andere over te dragen vastgoedkosten 341 274 Andere 1.414 593 Verkregen opbrengsten m.b.t. IRSsen 957 277Andere over te dragen kosten457 316TOTAAL OVERLOPENDE REKENINGEN 5.844 9.911
Intervest recupereert grotendeels de onroerende voorheffing die aangerekend wordt op leegstaande delen van gebouwen via bezwaar-
schriften ingediend bij de Vlaamse Belastingdienst.
De voorafbetaalde vastgoedkosten zijn voornamelijk studiekosten en voorbereidingen omtrent mogelijke acquisities of
desinvesteringen.
Toelichting 17. Eigen vermogen
Kapitaal
Het gestort kapitaal bedraagt op 31 december 2023 € 280.891.486,69 en is verdeeld in 30.825.122 volgestorte aandelen zonder
vermelding van nominale waarde.
De rubriek kapitaal op de balans bevat eveneens € 2.516.347 kosten voor de kapitaalverhoging van november 2018, december 2022,
augustus 2023 en de kapitaalverhoging van perimetervennootschap Genk Green Logistics in december 2020 en december 2022.
in EUR x 1.000 2023 2022 Gestort kapitaal 280.891 266.402 Kosten kapitaalverhoging -2.516 -2.376 TOTAAL KAPITAAL 278.375 264.026
In boekjaar 2023 heeft een kapitaalverhoging plaatsgevonden op 24 mei 2023 onder de vorm van een keuzedividend over boekjaar
2022 met de uitgifte van 645.406 nieuwe aandelen voor een bedrag van € 10,4 miljoen, meer bepaald € 5,9 miljoen in kapitaal en
€ 4,5 miljoen in uitgiftepremie. De gecrerde aandelen zijn dividendgerechtigd met ingang van 1 januari 2023.
Op 02 augustus 2023 werd een inbreng in natura gerealiseerd tegen betaling van 944.649 nieuwe aandelen, in het kader van de
(gedeeltelijke) verwerving van de aandelen van de vennootschap Industrial Logistic Warehousing Services SPRL.
De nieuwe aandelen zijn uitgegeven ten gevolge van een kapitaalverhoging in het kader van het toegestaan kapitaal, door een beslissing,
van de raad van toezicht van Intervest en zullen slechts pro rata temporis deelnemen in de resultaten van Intervest over boekjaar 2023,
met name vanaf 2 augustus 2023. De transactie leidt tot een versterking van het eigen vermogen met € 13 miljoen, waarvan € 8,6 mil-
joen kapitaal en € 4,4 miljoen uitgiftepremie.
Het kapitaal op de balans per 31 december 2023 bedraagt € 278 miljoen.
FINANCIËLE STATEN 147
EVOLUTIE VAN HET GESTORT KAPITAAL Totaal uitstaand Aantal Totaal Kapitaal-kapitaal na de gecreëerde aantal beweging verrichting aandelen aandelen Datum Verrichting in EUR x 1.000 in eenheden 08.08.1996 Oprichting 62 62 1.000 1.00005.02.1999 Kapitaalverhoging door inbreng in natura (Atlas Park) 4.408 4.470 1.575 2.575 05.02.1999 Kapitaalverhoging door incorporatie van uitgiftepremies -3.10 6 1.364 0 2.575 en reserves en kapitaalvermindering door incorporatie van overgedragen verliezen 05.02.1999 Splitsing van het aandeel 0 1.364 1.073.852 1.076.427 05.02.1999 Kapitaalverhoging door inbreng in speciën 1.039 2.403 820.032 1.896.459 29.06.2001 Fusie door opslorping van de naamloze vennootschappen 16.249 18.653 2.479.704 4.376.163 Catian, Innotech, Greenhill Campus en Mechelen Pand 21.12.2001 Fusie door opslorping van vennootschappen die 23.088 41.741 2.262.379 6.638.542 behoorden tot VastNed Groep 21.12.2001 Kapitaalverhoging door inbreng in natura (De Arend, Sky 37. 209 78.950 1.353.710 7.992.252 Building en Gateway House) 31.01.2002 Inbreng van 575.395 aandelen Siref 10.231 89.181 1.035 .711 9.027.9 6 3 08.05.2002 Inbreng van max 1.396.110 aandelen Siref in het kader van 24.824 114.0 0 5 2.512.998 11.540.961 het bod 28.06.2002 Fusie met Siref NV; ruil van 111.384 aandelen Siref 4.107 118.111 167.076 11.708.037 23.12.2002 Fusie door opslorping van de naamloze vennootschappen 5.016 123.127 1.516.024 13.224.061 Apibi, Pakobi, PLC, MCC en Mechelen Campus 17.01.2005 Fusie door opslorping van de naamloze vennootschappen 3.592 126.719 658.601 13.882.662 Mechelen Campus 2, Mechelen Campus 4, Mechelen Campus 5 en Perion 2 18.10.2007 Fusie door opslorping van de naamloze vennootschappen 6 126.725 18.240 13.900.902 Mechelen Campus 3 en Zuidinvest 01.04.2009 Fusie door overneming van de naamloze vennootschap 4 126.729 6.365 13.9 07. 2 6 7 Edicorp 25.05.2012 Kapitaalverhoging door keuzedividend boekjaar 2011 2.666 129.395 292.591 14.19 9.858 23.05.2013 Kapitaalverhoging door keuzedividend boekjaar 2012 2.051 131.447 225 .124 14.424.982 28.05.2014 Kapitaalverhoging door keuzedividend boekjaar 2013 3. 211 134.657 352.360 14.777.342 22.12.2014 Kapitaalverhoging door inbreng in natura in het kader van 12.453 147.110 1.366.564 16.143.906 een met splitsing gelijk gestelde verrichting of partiële splitsing (artikel 677 Wetboek van Vennootschappen) 28.05.2015 Kapitaalverhoging door keuzedividend 870 147.980 95.444 16.239.350 25.05.2016 Kapitaalverhoging door keuzedividend 4.968 152.948 5 45.171 16.784.521 05.05.2017 Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed 1.969 154.917 216.114 17.000.635 gelegen in Aarschot 05.05.2017 Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed 2.906 157. 8 2 3 318.925 17.319.560gelegen in Oevel 22.05.2017 Kapitaalverhoging door keuzedividend 3.835 161.658 420.847 17.740.407 22.12.2017 Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed 6.062 167.720 665.217 18.405.624 gelegen in Zellik 22.05.2018 Kapitaalverhoging door keuzedividend 4.427 172.147 485.819 18.891.443 30.11.2018 Kapitaalverhoging met onherleidbare toewijzingsrechten 49.18 5 221.332 5.397.554 24.288.997 20.05.2019 Kapitaalverhoging door keuzedividend 3.353 224.685 368.006 24 . 6 57.0 03 26.05.2020 Kapitaalverhoging door keuzedividend 7.68 8 232.373 843.669 25.500.672 26.05.2021 Kapitaalverhoging door keuzedividend 7. 2 9 2 239.665 800.236 26.300.908 25.05.2022 Kapitaalverhoging door keuzedividend 2.519 242 .18 4 276.426 26.577.344 05.12.2022 Kapitaalverhoging door privatieve plaatsing 24.218 266.402 2.657.733 29.235.067 24.05.2023 Kapitaalverhoging door keuzedividend5.881 272.283 645.406 29.880.47302.08.2023 Kapitaalverhoging door inbreng in natura van een gedeelte 8.608 280.891 944.649 30. 825.122van de aandelen van de vennootschap ILWS SPRL.
148
Uitgiftepremies
EVOLUTIE UITGIFTEPREMIESKapitaal-Opleg in Waarde Uitgifte-in EUR x 1.000 verhoging geld inbreng premies Datum Verrichting 05.02.1999 Kapitaalverhoging door inbreng in speciën 1.039 0 20.501 19.462 21.12.2001 Aanzuivering van boekhoudkundige verliezen naar aanlei-0 0 0 -13.747 ding van de fusie door opslorping van vennootschappen die behoorden tot VastNed Groep 31.01.2002 Inbreng van 575.395 aandelen Siref 10.231 1.10 4 27.422 16.087 08.05.2002 Inbreng van max 1.396.110 aandelen Siref in het kader van het 24.824 2.678 66.533 39.031 bod 25.05.2012 Kapitaalverhoging door keuzedividend 2.666 0 5.211 2.545 23.05.2013 Kapitaalverhoging door keuzedividend 2.051 0 3.863 1.812 28.05.2014 Kapitaalverhoging door keuzedividend 3. 211 0 7. 075 3.864 22.12.2014 Kapitaalverhoging door inbreng in natura in het kader van een 12.453 0 2 6.183 13.730 met splitsing gelijk gestelde verrichting of partiële splitsing (artikel 677 Wetboek van Vennootschappen) 28.05.2015 Kapitaalverhoging door keuzedividend 870 0 2.305 1.436 25.05.2016 Kapitaalverhoging door keuzedividend 4.968 0 11.5 6 9 6.601 05.05.2017 Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed 1.969 0 5.15 0 3.181 gelegen in Aarschot 05.05.2017 Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed 2.906 0 7.6 0 0 4.694 gelegen in Oevel 22.05.2017 Kapitaalverhoging door keuzedividend 3.835 0 9.074 5.238 22.12.2017 Kapitaalverhoging door inbreng in natura van vastgoed 6.062 0 13.770 7.70 8 gelegen in Zellik 22.05.2018 Kapitaalverhoging door keuzedividend 4.427 0 9.998 5.571 30.11.2018 Kapitaalverhoging met onherleidbare toewijzingsrechten 49.18 5 0 99.855 50.670 20.05.2019 Kapitaalverhoging door keuzedividend 3.353 0 8.575 5.221 26.05.2020 Kapitaalverhoging door keuzedividend 7.68 8 0 16.266 8.578 26.05.2021 Kapitaalverhoging door keuzedividend 7. 2 9 2 0 15.429 8.13 6 25.05.2022 Kapitaalverhoging door keuzedividend 2.519 0 7.10 4 4.585 05.12.2022 Kapitaalverhoging door privatieve plaatsing 24.218 0 49.16 8 24.950 24.05.2023 Kapitaalverhoging door keuzedividend5.881 0 10.365 4.48402.08.2023 Kapitaalverhoging door inbreng in natura van een gedeelte 8.608 0 13.017 4.409van de aandelen van de vennootschap ILWS SPRL. TOTAAL UITGIFTEPREMIES 228.247
De uitgiftepremies bedragen op 31 december 2023 € 228 miljoen.
Reserves
Voor de beweging van de reserves tijdens het boekjaar 2023 wordt verwezen naar het mutatieoverzicht van het geconsolideerde eigen
vermogen.
De reserves zijn als volgt samengesteld.
in EUR x 1.000 2023 2022Wettelijke reserves 90 90 Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van het vastgoed 80.739 99.176 Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten 27.6 41 -4.616 die niet onderworpen zijn aan een afdekkings boekhouding zoals gedefinieerd in IFRS Andere reserves 13.316 24.250 Overgedragen resultaten van vorige boekjaren 40.380 39.357 TOTAAL RESERVES 162.166 158.257
FINANCIËLE STATEN 149
Op het moment dat een gebouw verkocht wordt, worden de eerder opgebouwde gecumuleerde onbeschikbare reserves toewijsbaar
aan dit gebouw gerealiseerd en dus beschikbaar voor uitkering. Deze gecumuleerde onbeschikbare reserves kunnen in sommige geval-
len echter ook negatief zijn en dus het saldo van de beschikbare reserves negatief beïnvloeden.
Het huidige verkoopproces van de kantorenportefeuille en de timing van de individuele desinvesteringen zou het toekomstig beschik-
baar bedrag voor dividenduitkering dus in sterke mate kunnen beïnvloeden, en desgevallend tenietdoen.
Toelichting 18. Kortlopende verplichtingen
Handelsschulden en andere kortlopende schulden
in EUR x 1.000 2023 2022Exit taks 3.314 14 Andere 9.662 25.666 Leveranciers 6.020 22.922 Huurders 483 682 Belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 3 .15 9 2.062 TOTAAL HANDELSSCHULDEN EN ANDERE KORTLOPENDE SCHULDEN 12.976 25.680
De hoge leveranciersschulden zijn te wijten aan de vele lopende projectontwikkelingen. De werken uitgevoerd in december 2023 wer-
den veelal pas gefactureerd in januari 2024, anderzijds worden sommige kosten ook pas gefactureerd aan het einde van het project.
Andere kortlopende verplichtingen
in EUR x 1.000 2023 2022 Te betalen dividenden over vorige boekjaren 175 177Kortlopende verplichtingen aan verbonden partijen 4.053 0Overige schulden 6.997 3.634TOTAAL ANDERE KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN 11. 225 3.811
De in 2023 kortlopende verplichtingen aan verbonden partijen bevatten de rekening-courant met JM Construct NV en Hino Invest NV,
minderheidsaandeelhouders in perimetervennootschap Genk Green Logistics NV. De schulden zijn ontstaan als financiering van de
verdere constructie van de units in aanbouw in Genk Green Logistics vanuit beide aandeelhouders A (Intervest) en B (JM Construct en
Hino Invest).
De overige schulden ten bedrage van € 7,0 miljoen betreft voornamelijk een voorziening voor de eindafrekening met betrekking tot de
overdracht van de aandelen van de vennootschap Industrial Logistic Warehousing Services SPRL.
Overlopende rekeningen
in EUR x 1.000 2023 2022Vooraf ontvangen vastgoedopbrengsten 5.151 3.771 Vooruitgefactureerde huurinkomsten 2.952 1.730 Vooruitgefactureerde provisies 1.029 1.116 Vooruitgefactureerd - andere 623 276 Overige over te dragen opbrengsten 548 649 Gelopen, niet vervallen interesten en andere kosten 7. 249 5.541 Interesten USPP en Green Bond 1.179 1.179 Andere interesten en financiële kosten 2.264 1.700 Toe te rekenen kosten m.b.t. vastgoed 3.806 2.662 Andere 737 1.037 Overige toe te rekenen kosten 737 1.037 TOTAAL OVERLOPENDE REKENINGEN 13.137 10.349
150
Toelichting 19. Langlopende en kortlopende financiële schulden
Voor de beschrijving van de Financiële structuur van de vennootschap wordt verwezen naar het Verslag van de directieraad.
Opdeling volgens de vervaldag van de opgenomen kredieten
in EUR x 1.000 2023 2022Schulden met een Schulden met een resterende looptijd van resterende looptijd van > 1 jaar Procen-> 1 jaar Procen-< 1 jaar en > 5 jaar < 1 jaar tueel en > 5 jaar tueel < 5 jaar Totaal aandeel < 5 jaar Totaal aandeel Kredietinstellingen en 49.688 473.254 17.6 49 540.591 80% 64.646 357.787 64.947 487.380 78% institutionele partijen: opgenomen kredieten USPP en Green Bond 0 44.713 49.778 94.491 14% 0 44.630 49.752 94.382 15% Commercial paper 32.000 5.000 3.000 40.000 6% 38.000 0 8.000 46.000 7% TOTAAL 81.688 522.967 70.427 675.082 100% 102.646 402.417 122.698 627.762 100% Procentueel aandeel 12% 78% 10% 100% 16% 64% 20% 100%
Op 31 december 2023 is er € 47 miljoen meer opgenomen dan op 31 december 2022, dit omvat voor € 3 miljoen overname/terugbeta-
ling van financiële schulden met betrekking tot de acquisitie van ILWS nv.
Om een globaal beeld te krijgen van het liquidititeisrisico verwijzen wij ook naar Toelichting 13 waar een overzicht is opgenomen
omtrent de toekomstig te betalen intrestlasten.
Waarborgen inzake financiering
De kredietovereenkomsten van Intervest zijn, naast de vereiste tot het behoud van het GVV-statuut en het voldoen aan de financiële
ratio’s zoals opgelegd door de GVV-Wet, onderworpen aan de naleving van financiële ratio’s, die vooral verband houden met het gecon-
solideerde financiële schuldenniveau van de vennootschap of haar financiële interestlast, het verbod tot hypothekeren of verpanden
van vastgoedbeleggingen en de pari passu behandeling van de schuldeisers. De financiële ratio’s beperken het bedrag dat Intervest nog
zou kunnen lenen.
Ten behoeve van de financiering van de vennootschap zijn er op 31 december 2023 geen hypothecaire inschrijvingen genomen, noch
hypothecaire volmachten toegestaan.
Voor de meeste financieringen wordt door de kredietinstellingen veelal een rentedekkingsverhouding van meer dan 2 vereist (zie
beschrijving van de Financiële structuur in het Verslag van de directieraad).
Deze ratio’s zijn gerespecteerd op 31 december 2023. Indien Intervest deze ratio’s niet meer zou respecteren, zou door de financiële
instellingen kunnen worden geëist dat de financieringsovereenkomsten van de vennootschap worden geannuleerd, heronderhandeld,
opgezegd of vervroegd terugbetaald.
Opdeling volgens de vervaldag van de kredietlijnen
in EUR x 1.000 2023 2022 Schulden met een Schulden met een resterende looptijd van resterende looptijd van > 1 jaar Procen-> 1 jaar Procen-< 1 jaar en > 5 jaar < 1 jaar tueel en > 5 jaar tueel < 5 jaar Totaal aandeel < 5 jaar Totaal aandeel Kredietinstellingen en 49.688 473.254 17.6 49 540.591 66% 64.646 3 57.787 64.947 487.380 59% institutionele partijen: opgenomen kredieten USPP en Green Bond 0 44.713 49.778 94.491 11% 0 44.630 49.752 94.382 11% Commercial paper: 32.000 5.000 3.000 40.000 5% 38.000 0 8.000 46.000 6% opgenomen Niet opgenomen 25.479 114. 3 0 0 7. 3 00 147. 079 18% 50.979 134.218 15.000 200.197 24% kredietlijnen TOTAAL 107.16 6 637. 267 77.727 822.161 100% 153.625 536.635 137.698 827.958 100% Procentueel aandeel 13% 78% 9% 100% 19% 65% 16% 100%
FINANCIËLE STATEN 151
Bovenstaande tabel bevat een bedrag van € 147 miljoen aan niet-opgenomen kredietlijnen (€ 200 miljoen op 31 december 2022). De
opname via het commercial-paperprogramma ligt per 31 december 2023 onder het niveau van de afgesloten back-up lijnen waardoor de
volledige opname ingedekt is. Bijgevolg heeft Intervest op 31 december 2023 € 147 miljoen niet-opgenomen kredietlijnen beschikbaar
voor de financiering van haar lopende projectontwikkelingen, toekomstige acquisities en de dividendbetaling in mei 2024.
De niet-opgenomen kredietlijnen vormen op afsluitingsdatum geen effectieve schuld maar zijn enkel een potentiële schuld onder de
vorm van een beschikbare kredietlijn. Het procentueel aandeel wordt berekend als de verhouding van iedere component ten opzichte
van de som van de opgenomen kredietlijnen en niet-opgenomen kredietlijnen.
Opdeling volgens het variabel of vastrentend karakter van de opgenomen kredieten
in EUR x 1.000 2023 2022Totaal Procentueel Totaal Procentueel aandeel aandeel Kredieten met variabele rentevoet 45.082 7% 172.762 27% Kredieten ingedekt door interest rate swaps en/of floors 455.000 67% 280.000 45% Kredieten met vaste rentevoet 175.000 26% 175.000 28% TOTAAL 675.082 100% 627.762 100%
In bovenstaande tabel “Opdeling volgens het variabel of vastrentend karakter van de opgenomen kredieten bij kredietinstellingen en het
commercial paper programma” wordt het procentuele aandeel berekend als de verhouding van iedere component ten opzichte van de
som van de opgenomen kredieten.
Karakteristieken van de USPP en Green Bond
Midden april 2022 is een nieuwe financieringsmarkt aangesproken via een succesvolle US private plaatsing. Via een Amerikaanse verze-
keraar is € 50 miljoen geplaatst voor een looptijd van 10 jaar tegen een coupon van 2,83%.
In juni 2022 heeft Intervest vervolgens een eerste duurzame obligatie uitgegeven voor een bedrag van € 45 miljoen, dit met een looptijd
van 5 jaar aan 3,6%.
Karakteristieken van de commercial paper
Intervest heeft een commercial paper uitgegeven in juli 2018 ter verdere diversicatie van de nancieringsbronnen voor een bedrag van
maximaal € 70 miljoen, dit werd in 2020 uitgebreid naar maximaal € 120 miljoen. Hiervan is € 100 miljoen voorzien voor korte termijn
uitgiften en € 20 miljoen voor uitgifte op lange termijn.
Op 31 december 2023 was er € 32 miljoen uitgegeven op korte termijn en € 8 miljoen op lange termijn, namelijk met een vervaldag in
2028 en 2031. De opname per 31 december 2023 is volledig ingedekt door backuplijnen van de begeleidende banken (Belus Bank en
KBC Bank) die als garantie ter hernanciering dienen mocht de plaatsing of verlenging van de commercial paper niet of slechts gedeel-
telijk mogelijk blijken.
Toelichting 20. Andere langlopende en kortlopende financiële verplichtingen
De andere langlopende en kortlopende financiële verplichtingen bevatten de opgenomen schuld aangaande concessies, toegelaten
afdekkingsinstrumenten (zie ook Toelichting 21) en een voorziening voor kosten te betalen aangaande de mogelijke deal met TPG.
in EUR x 1.000 2023 2022Totaal afdekkingsinstrumenten 8.303 4.793 Te betalen erfpachtvergoeding Oevel 373 374 Te betalen concessievergoeding Gent 2.091 1.749 Te betalen concessievergoeding Gent Skaldenstraat4.902 0Te betalen concessievergoeding Zeebrugge 8.552 7.8 07 Te betalen leaseverplichtingen wagens 556 438 Totaal andere 16.474 10.368 TOTAAL ANDERE LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN 24.777 15.162 Te betalen erfpachtvergoeding Oevel 1 1 Te betalen concessievergoeding Zeebrugge 38 34 Te betalen schuld m.b.t. mogelijke deal TPG4.237 0TOTAAL ANDERE KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN 4.276 35
152
Voor sommige investeringen houdt Intervest niet de volledige eigendom aan, maar enkel het vruchtgebruik via een concessie, erfpacht
of dergelijke. Conform IFRS 16 wordt voor de te betalen vergoedingen een financiële verplichting aangelegd. De financiële verplichting
op de balans betreft de huidige waarde van de toekomstige leasebetalingen. In het bepalen van de huidige waarde van deze toekom-
stige betalingen worden enkele beoordelingen en inschattingen gemaakt, met name de duurtijd van de verplichting (afhankelijk van de
contractuele verlengingsmogelijkheden van de concessie of erfpacht enerzijds, en de economische levensduur van het gebouw waar de
vastgoedschatter rekening mee houdt in de reële waardebepaling anderzijds) en het bepalen van de incrementele rentevoet als discount
rate van de leasebetalingen. De discount rate gehanteerd bij de bepaling van deze verplichtingen is gebaseerd op een combinatie van
de interestvoetcurve plus een spread in functie van het kredietrisico van Intervest, beiden in lijn met de resterende looptijd van het
onderliggend gebruiksrecht. Hierbij is de intrestcurve gebaseerd op observeerbare marktdata, de spread is niet-observeerbare input en
gebaseerd op basis van recente transacties van Intervest, aangepast aan de evoluties in de markt en looptijd.
Indien de incrementele rentevoet zou verhogen (dalen) met 50 basispunten, zou dit aanleiding geven tot een daling (stijging) van de
financiële verplichting inclusief de verplichting voor Gent van € 1,4 miljoen, met een impact op de schuldgraad van 0,1%. De verplichting
wordt echter bepaald bij aanvang van de leaseperiode, en enkel bij eventuele contractuele aanpassingen dient de discount rate herbeke-
ken te worden.
In totaliteit heeft Intervest per 31 december 2023 € 16,5 miljoen op de balans als te betalen leasevergoedingen aan derden. Zoals hierbo-
ven aangegeven wordt de te betalen concessievergoeding aan de Gentse Zeehaven volledig gerecupereerd van de huurder.
Op 17 oktober 2023 heeft Intervest een vrijwillig en voorwaardelijk openbaar overnamebod aangekondigd op al haar uitstaande aande-
len door European Real Estate Holdings NV, een entiteit volledig gecontroleerd door TPG. In de cijfers van 2023 werd een voorziening
opgenomen voor een succesfee van € 3,9 miljoen (inclusief niet-aftrekbare BTW) evenals een voorziening van een te betalen waiver fee
aan Belfius van € 0,3 miljoen in het kader van deze transactie. Aangezien Intervest verwacht dat het bod succesvol zal zijn is deze schuld
hoogstwaarschijnlijk effectief te betalen.
Toelichting 21. Financiële instrumenten
De belangrijkste financiële instrumenten van Intervest bestaan uit financiële en commerciële vorderingen en schulden, geldmiddelen en
kasequivalenten evenals financiële instrumenten van het type interest rate swap (IRS) en floor.
SAMENVATTING FINANCIËLE INSTRUMENTEN 2023 2022 in EUR x 1.000 Categorieën Niveau Boek- Reële Boek- Reële waarde waarde waarde waarde FINANCIËLE INSTRUMENTEN OP ACTIEF Vaste activa Financiële vaste activa C 2 18.994 18.994 32.608 32.608 Handelsvorderingen en andere vaste activa A 2 37 37 41 41 Vlottende activa Financiële vlottende activa C 2 323 323 0 0 HandelsvorderingenA 2 7.15 8 7.15 8 2.126 2.126 Kas en kasequivalenten B 2 3.123 3.123 3.053 3.053 FINANCIËLE INSTRUMENTEN OP PASSIEF Langlopende verplichtingen Langlopende financiële schulden A 2 593.395 581.571 525.116 504.942 (rentedragend) Andere langlopende financiële verplichtingen Toegelaten afdekkingsinstrumenten C 2 8.303 8.303 4.793 4.793 Andere langlopende financiële verplichtingen A 3 16 .474 16 .474 10.368 10.368 Andere langlopende verplichtingen A 2 2.441 2.441 2.810 2.810 Kortlopende verplichtingen Kortlopende financiële schulden A 2 81.688 81.672 102.646 102.646 Andere kortlopende financiële verplichtingen A 3 4.276 4.276 35 35 Handelsschulden en andere kortlopende schulden A 2 12.976 12.976 25.680 25.680 Andere kortlopende verplichtingen A 2 11. 2 25 11.225 3.811 3.811
FINANCIËLE STATEN 153
De categorieën komen overeen met de volgende financiële instrumenten:
A. financiële activa of passiva (met inbegrip van vorderingen en leningen) tot op vervaldag gehouden aan geamortiseerde kostprijs
B. geldbeleggingen tot op vervaldag gehouden aan geamortiseerde kostprijs
C. activa of passiva, gehouden aan reële waarde via resultatenrekening, behalve voor financiële instrumenten bepaald als
indekkingsinstrument.
Financiële instrumenten worden opgenomen tegen reële waarde. De reële waarde is vastgesteld op basis van één van de volgende
niveaus van de hiërarchie van de reële waarden:
niveau 1: waardering op basis van genoteerde marktprijzen in actieve markten
niveau 2: waarden gebaseerd op direct of indirect (extern) observeerbare informatie
niveau 3: waardering geheel of gedeeltelijk gebaseerd op niet (extern) observeerbare informatie.
De financiële instrumenten van Intervest stemmen overeen met niveau 2 in de hiërarchie van de reële waarden. De waarderingstechnie-
ken betreffende de reële waarde van de financiële instrumenten van niveau 2 zijn de volgende:
voor de rubriekenFinanciële vast activa”, “Andere langlopende financiële verplichtingen” en “Andere kort lopende financiële
verplichtingen” die de interest rate swaps en de floor betreffen, wordt de reële waarde vastgelegd met behulp van observeerbare
gegevens, namelijk de forward interest rates die van toepassing zijn op actieve markten, over het algemeen aangeleverd door
financiële instellingen
de reële waarde van de overige financiële activa en passiva van niveau 2 is nagenoeg gelijk aan hun boekwaarde, hetzij omdat ze een
vervaldag op korte termijn hebben (zoals de handelsvorderingen en schulden), hetzij omdat ze een variabele interestvoet dragen
bij de berekening van de reële waarde van de rentedragende financiële schulden zijn de financiële schulden met een vaste rentevoet
in beschouwing genomen waarbij de toekomstige cash flows (rente en kapitaalaflossing) verdisconteerd worden met een marktcon-
form rendement.
Intervest hanteert interest rate swaps en floors ter indekking van de mogelijke wijzigingen van de interestkosten op een gedeelte van de
financiële schulden met een variabele rentevoet (de korte termijn Euribor). De interest rate swaps en floors worden als derivaat geclas-
sificeerd als financieel instrument aan reële waarde via het resultaat. Intervest past geen hedge-accounting toe. De schommelingen in
de reële waarde van de financiële instrumenten worden opgenomen in de resultatenrekening op de lijn “Variaties in de reële waarde van
financiële activa en passiva in het financieel resultaat.
Beheer van de financiële risico’s
Voor de beschrijving van de belangrijkste risicofactoren en de interne controle- en risicobeheerssystemen wordt verwezen naar het
onderdeel Risicofactoren. De voornaamste financiële risico’s van Intervest zijn het risico verbonden aan de financle schuldgraad, het
risico verbonden aan de liquiditeit en kost van financiering en het risico verbonden aan de niet-nakoming van financiële covenanten.
Reële waarde van de financiële derivaten
Op 31 december 2023 bezit de vennootschap de volgende financiële derivaten. De floors in de tabel hebben betrekking op het variabele
tarief van de IRS.
Startdatum Einddatum Rentevoet Contractueel Hedge Reële waarde notioneel bedrag accounting in EUR x 1.000 Ja/Nee 31-12-2023 31-12-2022 1 IRS30.06.2021 30.06.2028 0,7200% 25.000 Nee -1.908 -2.2732 IRS30.06.2021 30.06.2027 0,6900% 35.000 Nee -2.002 -2.5203 Floor17.05.2023 17.05.2023 2,4300% 20.000 Nee -227 04 IRS09.05.2023 09.05.2028 2,8548% 10.000 Nee -222 05 IRS09.05.2023 09.05.2029 2,8759% 10.000 Nee -288 06 IRS09.03.2023 09.03.2030 3 ,18 91% 10.000 Nee -509 07 IRS15.05.2023 15.05.2028 2,8519% 10.000 Nee -221 08 IRS02.06.2023 02.06.2028 2,9110% 10.000 Nee -249 09 IRS14.06.2023 14.06.2028 2,9802% 10.000 Nee -281 010 IRS27.06.2023 27.06.2028 3,0651% 15.000 Nee -480 011IRS28.06.2023 28.06.2023 2,9221% 10.000 Nee -367 012IRS01.09.2023 01.09.2028 2,8700% 10.000 Nee -317 013IRS14.11.2023 30.09.2028 3,0880% 17.5 0 0 Nee -613 014 IRS14.11.2023 29.09.2028 3,0880% 17.5 0 0 Nee -618 0Opgenomen onder Andere langlopende financiële verplichtingen -8.303 -4.7931 IRS 10 . 07. 2 019 10.07.2024 -0,2975% 15.000 Nee 0 7972 IRS 01.02.2021 01.02.2028 0,0030% 30.000 Nee 2.749 4.3653 Floor 30.06.2021 30.06.2027 -1,0000% 35.000 Nee 4.040 6.0544 Floor 30.06.2021 30.06.2028 -1,0500% 25.000 Nee 3.676 5.258
154
Startdatum Einddatum Rentevoet Contractueel Hedge Reële waarde notioneel bedrag accounting 5 IRS 06.04.2021 03.04.2028 0,6120% 25.000 Nee 0 3.0226 IRS 01.04.2021 03.04.2028 0,6770% 10.000 Nee 675 1.1757 IRS 24.06.2019 22.06.2026 0,6425% 10.000 Nee 450 8228 IRS 20.12.2021 18.06.2027 0,7975% 15.000 Nee 786 1.4409 IRS 15.06.2020 15.01.2027 0,5850% 15.000 Nee 806 1.43910 IRS 15.06.2020 15.06.2026 0,5200% 10.000 Nee 477 85911 CAP 17.05.2023 17.05.2026 3,5000% 20.000 Nee 71 012 IRS 16.11.2022 16.11.2028 1,9080% 25.000 Nee 471 1.54113 IRS 14.12.2022 14.12.2025 1,18 0 0 % 35.000 Nee 1.007 1.97714 IRS 13.05.2019 13.05.2026 0,2870% 10.000 Nee 523 91715 IRS 18.08.2021 30.06.2028 0,2366% 20.000 Nee 1.839 2.93516 Floor 18.08.2021 18.08.2024 0,0000% 20.000 Nee 0 717 IRS 28.02.2023 27.02.2026 1,2410% 50.000 Nee 1.425 0Opgenomen onder Financiële vaste activa18.994 32.6081 IRS 10 . 07. 2 019 10.07.2024 -0,2975% 15.000 Nee 317 02 Floor 18.08.2021 18.08.2024 0,0000% 20.000 Nee 5 0Opgenomen onder Financiële vlottende activa323 0TOTAAL RLE WAARDE VAN DE FINANCIËLE DERIVATEN11.014 27.815Boekhoudkundige verwerking op 31 decemberIn het eigen vermogen: Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten 27.815 -4.489afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkings boekhoudingIn resultatenrekening: Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva -16.801 32.304TOTAAL RLE WAARDE VAN DE FINANCIËLE DERIVATEN11.014 27.815
De interest rate swaps hebben op 31 december 2023 een positieve marktwaarde van € 11 miljoen (contractueel notioneel bedrag
€ 455 miljoen) wat op kwartaalbasis wordt vastgelegd door de emitterende financiële instelling.
Variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva en andere niet-uitkeerbare elementen
in het financieel resultaat
in EUR x 1.000 2023 2022 Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva -16.800 32.304 Recupereerbare rente op concessievergoeding (verschuiving in de tijd ifv IFRS 16) -60 -47 TOTAAL -16.860 32.257 AANDEEL MINDERHEIDSBELANG615 0VARATIE IN DE RLE WAARDE VAN FINANCIËLE ACTIVA EN PASSIVA AANDEEL GROEP-16.245 32.257
De concessievergoeding die Intervest dient te betalen aan de Gentse Zeehaven wordt volledig doorgerekend aan de huurder. Gezien de
te betalen vergoeding volgens IFRS 16 verwerkt wordt in de cijfers en de doorfacturatie op basis van de werkelijke facturatie gebeurt
ontstaat bijgevolg een verschuiving in de tijd, welke uiteindelijk geen echte kost of opbrengst vertegenwoordigd en dus ook niet mee
opgenomen is in het EPRA resultaat.
FINANCIËLE STATEN 155
Toelichting 22. Uitgestelde belastingen - verplichtingen
in EUR x 1.000 2023 2022Voorziening voor uitgestelde belastingen m.b.t. België 1.403 1.225 Voorziening voor uitgestelde belastingen m.b.t. Nederland 20.819 20.536 TOTAAL UITGESTELDE BELASTINGEN  VERPLICHTINGEN 22.222 21.761
De uitgestelde belastingen bevatten een voorziening voor uitgestelde belastingen op niet-gerealiseerde meerwaarden op de vastgoed-
beleggingen eigendom van de perimetervennootschappen van de Groep in België en Nederland.
Toelichting 23. Berekening schuldgraad
in EUR x 1.000 Toelichting 2023 2022 Langlopende financiële schulden 18 593.395 525.116 Andere langlopende financiële verplichtingen (excl. financiële derivaten) 20 16.474 10.368 Handelsschulden en andere langlopende schulden2.4 41 2.810 Kortlopende financiële schulden 18 81.687 102.646 Andere kortlopende financiële verplichtingen (excl. financiële derivaten) 20 4.276 35 Handelsschulden en andere kortlopende schulden17 12.976 25.680 Andere kortlopende verplichtingen 17 11. 2 25 3.811 Totaal verplichtingen voor schuldgraadberekening 722.474 670.466 Totaal activa (excl. financiële derivaten) 1.454.858 1.396.173 SCHULDGRAAD 49,7% 48,0%
Voor de verdere toelichting over de evolutie van de schuldgraad wordt verwezen naar de bespreking van de “Financiële structuur” in het
Activiteitenverslag - Financieel verslag.
Toelichting 24. Verbonden partijen
De verbonden partijen waarmee de vennootschap handelt zijn haar aandeelhouders, en de daarmee verbonden ondernemingen, alsook
haar perimetervennootschappen (zie Toelichting 25) en haar leden van de raad van toezicht en de directieraad.
Relatie met verbonden ondernemingen
in EUR x 1.000 2023 2022 JM Construct nv Minderheidsaandeelhouder Genk Green Logistics Kortlopende verplichtingen (rekening courant) aan JM Construct 985 0 Interest aangerekend op R/C JM Construct 9 50 Hino Invest nv Minderheidsaandeelhouder Genk Green Logistics Kortlopende verplichtingen (rekening courant) aan Hino Invest 3.068 0 Interest aangerekend op R/C Hino Invest 35 177
in EUR x 1.000 2023 2022Minderheidsaandeelhouders Genk Green Logistics (JM Construct en Hino Invest) Projectfee in verband met de bouw van nieuwe units op de site Genk Green Logistics 624 1.110 (betaald of voorzien als “te ontvangen factuur”)
Leden van de raad van toezicht en de directieraad
De vergoeding voor de leden van de raad van toezicht en de directieraad is opgenomen in de posten ”Beheerskosten van het vastgoed
en “Algemene kosten” (zie Toelichting 5 en 6). Verdere detaillering van de samenstelling van de vergoeding van de leden van de directie-
raad kan gevonden worden in “Toelichting 7. Personeelsbeloningen” en het Remuneratieverslag in de Corporate Governance verklaring.
156
in EUR x 1.000 2023 2022Leden van de raad van toezicht 377 254 Leden van de directieraad 1.790 1.720 TOTAAL 2.167 1.974
Toelichting 25. Lijst van de geconsolideerde ondernemingen
Onderstaande ondernemingen worden opgenomen in de consolidatie volgens de methode van de integrale consolidatie.
Naam vennootschap Adres Ondernemings- Gehouden Waarde van de Minderheids belangen nummer deel van het deelneming in enkel- kapitaal voudige jaarrekening (in EUR x 1.000) (in %) (in EUR x 1.000) 2023 2023 2022 Aartselaar Business Uitbreidingstraat 66 BE 0466.516.748 100% 0 0 0 Center NV 2600 Berchem België Mechelen Business Uitbreidingstraat 66 BE 0467.009.765 100% € 4.251 0 0 Center NV 2600 Berchem België Mechelen Research Uitbreidingstraat 66 BE 0465.087.680 100% € 6.854 0 0 Park NV 2600 Berchem België Genk Green Uitbreidingstraat 66 BE 0701.944.557 50% € 33.333 33.333 28.059 Logistics NV 2600 Berchem België Puurs Green Uitbreidingstraat 66 BE 0882.088.997 100% 11.85 4 0 0 Logistics NV 2600 Berchem België Industrial Logistic Uitbreidingstraat 66 BE 0713.476.570 74% € 25.536 0 0 Warehousing Services2600 Berchem België Zeebrugge Green Uitbreidingstraat 66 BE 0721.550.336 100% € 24.912 0 0 Logistics NV 2600 Berchem (voorheen Lingang) België Intervest Nederland Lichttoren 32 NL857537349B01 100% € 143.711 0 0 Coöperatief U.A. 5611 BJ Eindhoven Nederland Perimetervennootschappen van Intervest Nederland Coöperatief U.A.*Intervest Tilburg 1 BV NL857541122B01 100% Intervest Tilburg 2 BV NL859485869B01 100% Intervest Raamsdonksveer 1 BV NL857780001B01 100% Intervest Raamsdonksveer 2 BV NL858924900B01 100% Intervest Raamsdonksveer 3 BV NL859446013B01 100% Intervest Eindhoven 1 BV NL858924894B01 100% Intervest Vuren 1 BV NL856350412B01 100% Intervest Roosendaal 1 BV NL859095277B01 100% Intervest Roosendaal 2 BV NL859485778B01 100% Intervest Roosendaal 3 BV NL859683059B01 100% Intervest Venlo 1 BV NL859752458B01 100% Intervest Nijmegen 1 BV NL859957743B01 100% Intervest Den Bosch 1 BV NL860294869B01 100% Intervest Breda 1 BV NL862636693B01 100% TOTAAL MINDERHEIDSBELANGEN 33.333 28.059
* Alle vennootschappen van Intervest in Nederland zijn gevestigd op Lichttoren 32, 5611 BJ te Eindhoven.
FINANCIËLE STATEN 157
Als gevolg van de uitbreiding van de vastgoedportefeuille van Intervest in Nederland is in 2017 Intervest Nederland Coöperatief U.A.
opgericht. De andere Nederlandse BV’s zijn perimetervennootschappen van Intervest Nederland Coöperatief U.A. en houden het
vastgoed aan.
Op 31 december 2023 bezit Intervest de volledige controle over perimetervennootschap Genk Green Logistics NV, bijgevolg wordt de
vennootschap integraal geconsolideerd. Het minderheidsbelang met betrekking tot Genk Green Logistics bedraagt op 31 december
2032 € 33,3 miljoen (€ 28,1 miljoen op 31 december 2022). De toename van € 5,3 miljoen is het gevolg van de resultaatgeneratie van
2023 (€ 6,5 miljoen voor de minderheidsaandeelhouder) verminderd met de dividenduitbetaling over boekjaar 2022 in 2023 (€ -1,3
miljoen voor de minderheidsaandeelhouder).
De belangrijkste balans- en resultaatgegevens van Genk Green Logistics zijn:
in EUR x 1.0002023 2022Vastgoedbeleggingen 141.497 105.057 Eigen vermogen 66.666 56.117 Langlopende verplichtingen 66.145 40.265 Kortlopende verplichtingen 15.050 21.210 Huurinkomsten 5.042 3.028 Nettoresultaat 15.116 11.132 EPRA resultaat 2.543 2.528
Toelichting 26. Honorarium aan de commissaris en met de commissaris verbonden entiteiten
in EUR x 1.000 - excl. BTW 2023 2022Bezoldiging van de commissaris 141 135 Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door de commissaris Andere controleopdrachten 96 65 Belastingadviesopdrachten 0 0 Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten 14 101 Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door personen met wie de commissaris verbonden is Andere controleopdrachten 125 39 Belastingadviesopdrachten 0 0 Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten 0 0 TOTAAL HONORARIUM COMMISSARIS EN MET DE COMMISSARIS VERBONDEN ENTITEITEN 376 340
Toelichting 27. Voorwaardelijke rechten en verplichtingen
Betwiste belastingaanslagen
Met de GVV-Wet (voorheen het KB van 7 december 2010 en het KB van 10 april 1995) heeft de wetgever een transparant fiscaal statuut
gegeven aan de GVV’s. Indien een vennootschap overstapt naar het statuut van GVV, of indien een (gewone) vennootschap fuseert
met een GVV, moet zij een éénmalige belasting betalen (exit taks). Daarna is de GVV enkel nog onderworpen aan belastingen op heel
specifieke bestanddelen, zoals op “verworpen uitgaven”. Op het gros van de winst die voortkomt uit verhuringen en meerwaarden op
verkopen van onroerend goed wordt dus geen enkele vennootschapsbelasting betaald.
Volgens de fiscale wetgeving dient de belastbare grondslag berekend te worden als het verschil tussen de werkelijke waarde van het
maatschappelijk vermogen en de (fiscale) boekwaarde. De minister van Financiën heeft via een omzendbrief (dd. 23 december 2004)
beslist dat er bij de bepaling van de werkelijke waarde geen rekening dient gehouden te worden met de overdrachtskosten verbonden
aan de transactie, maar stipuleert wel dat effectiseringspremies onderhevig blijven aan vennootschapsbelasting. Belastingaanslagen op
basis van een effectiseringspremie zouden dus wel verschuldigd zijn. Intervest heeft deze interpretatie betwist en heeft dienaangaande
nog bezwaarschriften lopen ten bedrage van circa € 4 miljoen.
Thans bedraagt de nog te betalen belasting plus nalatigheidsinteresten circa € 6,7 miljoen conform de ingekohierde aanslagen.
Weliswaar is er nog geen ontlasting toegekend wat betreft de vaststaande bepaling (sinds de omzendbrief dd. 23 december 2004) dat
voor de berekening van de exit taks de waarde Kosten Koper moet worden toegepast i.p.v. de waarde Vrij op Naam. Het echte fiscaal
dispuut heeft dan volgens Intervest enkel betrekking op het standpunt dat de effectiseringspremie mee in aanmerking genomen moet
worden bij de bepaling van de exit taks (de totale fiscale schuld bedraagt dan circa € 4 miljoen i.p.v. circa € 6,7 miljoen). Er werd voor
deze betwiste aanslagen geen voorziening aangelegd.
158
Op 2 april 2010 heeft de Rechtbank van Eerste Aanleg in Leuven in een rechtszaak tussen een andere Belgische openbare GVV (toen
vastgoedbevak) en de Belgische Staat aangaande deze problematiek, geoordeeld dat er geen reden is “waarom de werkelijke waarde
van het maatschappelijk vermogen op datum van de erkenning als vastgoedbevak door de Financial Markets and Services Authority
(FSMA) niet lager zou kunnen zijn dan de prijs van de aandelen die aan het publiek werden aangeboden”.
Deze bijkomende belastingschulden ten belope van circa € 4 miljoen worden gewaarborgd door de twee vroegere promotoren van Siref
die naar aanleiding van de erkenning van deze vastgoedbevak alsook in het kader van goedkeuring van het prospectus van de vastgoed-
bevak Siref met het oog op het bekomen van de toelating tot de notering ervan op de beurs een eenzijdige verklaring dd. 8 februari 1999
hebben overhandigd aan de FSMA waarin zij verklaren dat zij de exit taks, verschuldigd bij een eventuele wijziging van de aangifte, zullen
betalen. Weliswaar betwist één van deze promotoren bij schrijven dd. 24 mei 2012 dat Intervest uit deze verklaring rechten kan putten.
In 2008 heeft de fiscale overheid (Dienst Inning Invordering) op één logistiek pand gelegen te Aartselaar, Dijkstraat, een wettelijke
hypotheek gevestigd ter waarborging van de openstaande fiscale schuld. Na de verkoop in 2019 van dit logistiek pand werd in ruil een
wettelijke hypotheek gevestigd op één logistiek pand gelegen te Aarschot, Nieuwlandlaan.
In 2013 heeft de fiscale overheid één van de bezwaarschriften afgewezen en heeft Intervest een verzoekschrift voor de Rechtbank
van Eerste Aanleg te Antwerpen ingediend. Bij vonnis van 3 april 2015 heeft de Rechtbank van Eerste Aanleg Intervest in het ongelijk
gesteld. Tegen dit vonnis is door de vennootschap beroep aangetekend waarbij het Hof van Beroep in haar arrest dd. 25 april 2017 het
beroep van Intervest evenwel ongegrond heeft verklaard en het bestreden vonnis dd. 3 april 2015 heeft bevestigd.
Intervest heeft op 29 januari 2018 cassatieberoep aangetekend tegen voormeld Arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen dd. 25
april 2017. Op 28 november 2019 heeft het Hof van Cassatie het vonnis van het Hof van Beroep nietig verklaard en duidelijk gesteld
dat: “De werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen is de werkelijke waarde van de activa van de vennootschap, verminderd
met de voorzieningen en schulden. Van deze vermogensbestanddelen maakt de effectiseringspremie, zijnde de meerprijs, bovenop het
netto-actief van de vennootschap, die de belegger bereid is te betalen voor de aandelen in de vastgoedbevak wegens haar bijzondere
karakteristieken, geen deel uit.”
De zaak is vervolgens verwezen naar het Hof van Beroep van Gent, welke op 28 juni 2022 een arrest heeft gewezen in het voordeel van
Intervest. Het vonnis is betekend op 4 augustus 2022, de Belgische Staat gaat niet in cassatieberoep. De administratieve afwikkeling van
dit dossier is inmiddels afgerond.
Op 16 februari 2024 werd in nasleep van het voorgaande de vennootschap gedagvaard door Amanu Invest NV en OaK Lane NV om
de vennootschap te horen veroordelen tot betaling aan Amanu Invest, en in verder ondergeschikte orde tot betaling aan Oak Loane
NV. Amanu Invest NV beweert rechtsopvolger te zijn van één van de oorspronkelijke promotoren ten tijde van de oprichting van de
GVV Siref. Zij beweren recht te hebben op het teveel aan provisie inzake exit-taks zoals werd aangelegd in Siref NV naar aanleiding
van 9 fusies in 1999. De zaak is momenteel aanhangig bij de Ondernemingsrechtbank te Antwerpen waar een conclusiekalender
werd vastgelegd.
Voorwaardelijke verplichtingen
Op 31 december 2023 heeft Intervest volgende verplichtingen:
Intervest heeft onrechtstreeks, via haar 50% aandeelhouderschap in Genk Green Logistics (GGL), een resultaatsverbintenis om in de
context van het GGL-project een minimum tewerkstelling te garanderen. De naleving van deze resultaatsverbintenis wordt gemeten op
twee punten in de tijd, namelijk 31 december 2030 en 31 december 2036, verhoogd met het aantal kalenderdagen vertraging inzake de
oplevering van de infrastructuurwerken zone A door De Vlaamse Waterweg, contractueel bepaald op 31 december 2021. Bij niet-nale-
ving kan een boete van maximaal € 2 miljoen worden opgelegd op niveau van Genk Green Logistics.
Belangenconflicten
Er hebben zich geen specifieke belangenconflicten voorgedaan in de loop van 2023 die overeenkomstig het Wetboek van
Vennootschappen en Verenigingen en/of de GVV-Wetgeving dienen te worden toegelicht in het Jaarverslag.
Toelichting 28. Gebeurtenissen na balansdatum
Resultaat - vrijwillig en voorwaardelijk openbaar overnamebod door TPG
De Initiële Aanvaardingsperiode van het Bod liep af op 21 februari 2024 om 16 uur.
Gedurende de Initiële Aanvaardingsperiode werden 27.357.807 aandelen, hetzij 88,75% van de aandelen van Intervest aangeboden in
het kader van het Bod. Dit omvat de aandelen waarvoor er onherroepelijke verbintenissen (‘irrevocable undertakings’) werden aange-
gaan door drie belangrijke aandeelhouders van Intervest ten gunste van de Bieder. Met inbegrip van de aandelen die TPG reeds bezat
voorafgaand aan het Bod, bezit TPG rechtstreeks of onrechtstreeks in het totaal 89,76% van de aandelen in Intervest.
De 50% plus 1-aanvaardingsdrempel waaraan het Bod onderhevig was is derhalve vervuld, waardoor het Bod nu onvoorwaardelijk is
geworden. De prijs van het Bod zal betaalbaar worden gesteld op 13 maart 2024. De Bieder heropent het Bod vrijwillig op 28 februari
2024 tot 28 maart 2024. De heropening zal aandeelhouders die de Initle Aanvaardingsperiode hebben gemist of zij die extra liquiditeit
zoeken nogmaals de mogelijkheid bieden hun Intervest aandelen aan te bieden in het Bod. De Raad van Toezicht en de Directieraad van
Intervest herhalen hun unanieme steun voor het Bod en raden de aandeelhouders die hun aandelen nog niet hebben aangeboden in het
Bod aan om dit te doen in deze tweede aanvaardingsperiode.
FINANCIËLE STATEN 159
7 Verslag van de commissaris
1
1 De commissaris heeft ingestemd met de opneming van zijn verslag in dit Jaarverslag. De informatie is correct
weergegeven en, in zoverre Intervest weet en heeft kunnen opmaken uit door de commissaris gepubliceerde
informatie, zijn geen feiten weggelaten waardoor de weergegeven informatie onjuist of misleidend zou worden.
Error! No text of specified style in document.
Document subtitle= Verdana Heading 12 0/0 single
Deloitte Bedrijfsrevisoren / Reviseurs d’Entreprises
Intervest Offices & Warehouses NV, Openbare
gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch
recht
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering over
het
boekjaar afgesloten op 31 december 2023 - Geconsolideerde jaarrekening
IInntteerrvveesstt OOffffiicceess && WWaarreehhoouusseess NNVV,, OOppeennbbaarree ggeerreegglleemmeenntteeeerrddee vvaassttggooeeddvveennnnoooottsscchhaapp nnaaaarr BBeellggiisscchh rreecchhtt || 31 december 2023
1
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Intervest
Offices & Warehouses NV over het boekjaar afgesloten op
31 december 2023 - Geconsolideerde jaarrekening
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Intervest Offices &
Warehouses NV (de “vennootschap”) en haar filialen (samen “de groep”), leggen wij u ons
commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening alsook de overige door
wet- en regelgeving gestelde eisen. Dit vormt één geheel en is ondeelbaar.
Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 27 april
2022, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité.
Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening
afgesloten op 31 december 2023. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening
van Intervest Offices & Warehouses NV Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch
recht uitgevoerd gedurende 23 opeenvolgende boekjaren.
Verslag over de geconsolideerde jaarrekening
Oordeel zonder voorbehoud
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de groep, die de
geconsolideerde balans op 31 december 2023 omvat, alsook de geconsolideerde resultatenrekening, het
geconsolideerd globaalresultaat, het mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen en het
geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met de
belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige informatieverschaffing,
waarvan het totaal van de geconsolideerde balans 1 474 175 (000) EUR bedraagt en waarvan de
geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een nettoresultaat van het boekjaar van 13 475 (000) EUR.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en van de
financiële toestand van de groep op 31 december 2023 alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van
zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met
de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in
België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
Basis voor het oordeel zonder voorbehoud
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISAs) zoals van
toepassing in België. Wij hebben bovendien de door IAASB goedgekeurde internationale
controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd op
nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de
sectie “Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening”
van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de
geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de
onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de vennootschap de voor onze controle
vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor
ons oordeel.
160
IInntteerrvveesstt OOffffiicceess && WWaarreehhoouusseess NNVV,, OOppeennbbaarree ggeerreegglleemmeenntteeeerrddee vvaassttggooeeddvveennnnoooottsscchhaapp nnaaaarr BBeellggiisscchh rreecchhtt || 31 december 2023
2
Kernpunten van de controle
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest
significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze
aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als
geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze
aangelegenheden.
KK
e
e
r
r
n
n
p
p
u
u
n
n
t
t
e
e
n
n
v
v
a
a
n
n
d
d
e
e
c
c
o
o
n
n
t
t
r
r
o
o
l
l
e
e
HH
o
o
e
e
o
o
n
n
z
z
e
e
c
c
o
o
n
n
t
t
r
r
o
o
l
l
e
e
d
d
e
e
k
k
e
e
r
r
n
n
p
p
u
u
n
n
t
t
e
e
n
n
v
v
a
a
n
n
d
d
e
e
c
c
o
o
n
n
t
t
r
r
o
o
l
l
e
e
bb
e
e
h
h
a
a
n
n
d
d
e
e
l
l
d
d
e
e
W
W
a
a
a
a
r
r
d
d
e
e
r
r
i
i
n
n
g
g
v
v
a
a
n
n
v
v
a
a
s
s
t
t
g
g
o
o
e
e
d
d
b
b
e
e
l
l
e
e
g
g
g
g
i
i
n
n
g
g
e
e
n
n
Vastgoedbeleggingen (1 419 893 (000) EUR)
vertegenwoordigen 96% procent van het
geconsolideerde balanstotaal op 31 december
2023. Veranderingen in de reële waarde van de
vastgoedbeleggingen hebben een significante
impact op het geconsolideerde nettoresultaat
van de periode en het eigen vermogen.
De vastgoedportefeuille omvat voltooide
investeringen en vastgoed in aanbouw.
Acquisities en desinvesteringen van
vastgoedbeleggingen zijn afzonderlijke
belangrijke transacties.
De groep gebruikt professioneel gekwalificeerde
externe taxateurs om de vastgoedportefeuille
elk kwartaal te waarderen aan reële waarde. De
taxateurs worden door de bestuurders
aangesteld en voeren hun werk uit in
overeenstemming volgens de professionele
taxatienormen van het ‘Royal Institute of
Chartered Surveyors’ ('RICS'). De taxateurs die
door de Groep worden gebruikt, hebben
aanzienlijke ervaring in de markten waarin de
groep actief is.
De portefeuille wordt gewaardeerd op basis van
de beleggingsmethode voor
vastgoedbeleggingen. Projectontwikkelingen
worden gewaardeerd volgens dezelfde
methode, met aftrek van alle kosten die nodig
zijn om de ontwikkeling af te ronden, samen
met een resterende voorziening voor risico's. De
belangrijkste input voor de waarderingsoefening
zijn de rendementen en de huidige markthuur,
die worden beïnvloed door de evolutie van de
markt, vergelijkbare transacties en de specifieke
kenmerken van elk onroerend goed in de
portefeuille.
We hebben de interne beheersingmaatregelen
van het management beoordeeld, samen met
het
ontwerp en de implementatie van controles rond
vastgoedbeleggingen.
We hebben de competentie, onafhankelijkheid en
integriteit van de externe taxateurs beoordeeld.
We analyseerden en beoordeelden het
waarderingsproces, de prestaties van de
portefeuille en belangrijke aannames en kritische
assumpties, waaronder bezettingsgraden,
rendementen en mijlpalen in de ontwikkeling.
We hebben de belangrijkste aannames die bij de
waardering werden gebruikt vergeleken met
externe industriegegevens en vergelijkbare
vastgoedtransacties, met specifieke aandacht
voor het rendement.
Wij hebben controlewerkzaamheden uitgevoerd
om de integriteit en volledigheid te beoordelen
van de informatie die aan de onafhankelijke
taxateurs werd verstrekt met betrekking tot
huurinkomsten, essentiële huurkarakteristieken
en bezettingsgraad.
We hebben de bedragen uit de
waarderingsverslagen afgestemd met de
boekhoudkundige administratie en van daaruit
hebben we de gerelateerde saldi met de
jaarrekening aangesloten.
Als onderdeel van onze controlewerkzaamheden
die werden uitgevoerd op acquisities en
desinvesteringen van vastgoedbeleggingen,
onderzochten we de belangrijkste contracten en
documentatie over de toegepaste
boekhoudkundige verwerking van deze
transacties.
I
I
n
n
t
t
e
e
r
r
v
v
e
e
s
s
t
t
O
O
f
f
f
f
i
i
c
c
e
e
s
s
&
&
W
W
a
a
r
r
e
e
h
h
o
o
u
u
s
s
e
e
s
s
N
N
V
V
,
,
O
O
p
p
e
e
n
n
b
b
a
a
r
r
e
e
g
g
e
e
r
r
e
e
g
g
l
l
e
e
m
m
e
e
n
n
t
t
e
e
e
e
r
r
d
d
e
e
v
v
a
a
s
s
t
t
g
g
o
o
e
e
d
d
v
v
e
e
n
n
n
n
o
o
o
o
t
t
s
s
c
c
h
h
a
a
p
p
n
n
a
a
a
a
r
r
B
B
e
e
l
l
g
g
i
i
s
s
c
c
h
h
r
r
e
e
c
c
h
h
t
t
|
|
31 december 2023
2
Kernpunten van de controle
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest
significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze
aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als
geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze
aangelegenheden.
KKeerrnnppuunntteenn vvaann ddee ccoonnttrroollee
HHooee oonnzzee ccoonnttrroollee ddee kkeerrnnppuunntteenn vvaann ddee ccoonnttrroollee
bbeehhaannddeellddee
WWaaaarrddeerriinngg vvaann vvaassttggooeeddbbeelleeggggiinnggeenn
Vastgoedbeleggingen (1 419 893 (000) EUR)
vertegenwoordigen 96% procent van het
geconsolideerde balanstotaal op 31 december
2023. Veranderingen in de reële waarde van de
vastgoedbeleggingen hebben een significante
impact op het geconsolideerde nettoresultaat
van de periode en het eigen vermogen.
De vastgoedportefeuille omvat voltooide
investeringen en vastgoed in aanbouw.
Acquisities en desinvesteringen van
vastgoedbeleggingen zijn afzonderlijke
belangrijke transacties.
De groep gebruikt professioneel gekwalificeerde
externe taxateurs om de vastgoedportefeuille
elk kwartaal te waarderen aan reële waarde. De
taxateurs worden door de bestuurders
aangesteld en voeren hun werk uit in
overeenstemming volgens de professionele
taxatienormen van het ‘Royal Institute of
Chartered Surveyors ('RICS'). De taxateurs die
door de Groep worden gebruikt, hebben
aanzienlijke ervaring in de markten waarin de
groep actief is.
De portefeuille wordt gewaardeerd op basis van
de beleggingsmethode voor
vastgoedbeleggingen. Projectontwikkelingen
worden gewaardeerd volgens dezelfde
methode, met aftrek van alle kosten die nodig
zijn om de ontwikkeling af te ronden, samen
met een resterende voorziening voor risico's. De
belangrijkste input voor de waarderingsoefening
zijn de rendementen en de huidige markthuur,
die worden beïnvloed door de evolutie van de
markt, vergelijkbare transacties en de specifieke
kenmerken van elk onroerend goed in de
portefeuille.
We hebben de interne beheersingmaatregelen
van het management beoordeeld, samen met het
ontwerp en de implementatie van controles rond
vastgoedbeleggingen.
We hebben de competentie, onafhankelijkheid en
integriteit van de externe taxateurs beoordeeld.
We analyseerden en beoordeelden het
waarderingsproces, de prestaties van de
portefeuille en belangrijke aannames en kritische
assumpties, waaronder bezettingsgraden,
rendementen en mijlpalen in de ontwikkeling.
We hebben de belangrijkste aannames die bij de
waardering werden gebruikt vergeleken met
externe industriegegevens en vergelijkbare
vastgoedtransacties, met specifieke aandacht
voor het rendement.
Wij hebben controlewerkzaamheden uitgevoerd
om de integriteit en volledigheid te beoordelen
van de informatie die aan de onafhankelijke
taxateurs werd verstrekt met betrekking tot
huurinkomsten, essentiële huurkarakteristieken
en bezettingsgraad.
We hebben de bedragen uit de
waarderingsverslagen afgestemd met de
boekhoudkundige administratie en van daaruit
hebben we de gerelateerde saldi met de
jaarrekening aangesloten.
Als onderdeel van onze controlewerkzaamheden
die werden uitgevoerd op acquisities en
desinvesteringen van vastgoedbeleggingen,
onderzochten we de belangrijkste contracten en
documentatie over de toegepaste
boekhoudkundige verwerking van deze
transacties.
FINANCIËLE STATEN 161
I
I
n
n
t
t
e
e
r
r
v
v
e
e
s
s
t
t
O
O
f
f
f
f
i
i
c
c
e
e
s
s
&
&
W
W
a
a
r
r
e
e
h
h
o
o
u
u
s
s
e
e
s
s
N
N
V
V
,
,
O
O
p
p
e
e
n
n
b
b
a
a
r
r
e
e
g
g
e
e
r
r
e
e
g
g
l
l
e
e
m
m
e
e
n
n
t
t
e
e
e
e
r
r
d
d
e
e
v
v
a
a
s
s
t
t
g
g
o
o
e
e
d
d
v
v
e
e
n
n
n
n
o
o
o
o
t
t
s
s
c
c
h
h
a
a
p
p
n
n
a
a
a
a
r
r
B
B
e
e
l
l
g
g
i
i
s
s
c
c
h
h
r
r
e
e
c
c
h
h
t
t
|
|
31 december 2023
3
Het auditrisico vloeit daarom voort uit de
assumpties en belangrijke inschattingen
gekoppeld aan deze sleutelinputs.
VVeerrwwiijjzziinngg nnaaaarr ttooeelliicchhttiinnggeenn
We verwijzen naar de geconsolideerde
jaarrekening, inclusief de toelichtingen:
Toelichting 2 Grondslagen voor de financiële
verslaggeving en Toelichting 15 Vaste activa.
Verder hebben we de geschiktheid van de
toelichtingen met betrekking tot de waardering
aan reële waarde van vastgoedbeleggingen
beoordeeld.
Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van de geconsolideerde
jaarrekening
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een
getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals
goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire
voorschriften, alsook voor de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het
opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg
is van fraude of van fouten.
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het
inschatten van de mogelijkheid van de groep om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van
toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de
continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de groep te liquideren of
om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde
jaarrekening
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de
geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van
fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een
redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die
overeenkomstig de ISAs is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat.
Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang
beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische
beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat van
toepassing is op de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België. De wettelijke controle biedt geen
zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de vennootschap, noch van de efficiëntie of de
doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de vennootschap ter hand heeft
genomen of zal nemen.
IInntteerrvveesstt OOffffiicceess && WWaarreehhoouusseess NNVV,, OOppeennbbaarree ggeerreegglleemmeenntteeeerrddee vvaassttggooeeddvveennnnoooottsscchhaapp nnaaaarr BBeellggiisscchh rreecchhtt || 31 december 2023
3
Het auditrisico vloeit daarom voort uit de
assumpties en belangrijke inschattingen
gekoppeld aan deze sleutelinputs.
V
V
e
e
r
r
w
w
i
i
j
j
z
z
i
i
n
n
g
g
n
n
a
a
a
a
r
r
t
t
o
o
e
e
l
l
i
i
c
c
h
h
t
t
i
i
n
n
g
g
e
e
n
n
We verwijzen naar de geconsolideerde
jaarrekening, inclusief de toelichtingen:
Toelichting 2 Grondslagen voor de financiële
verslaggeving en Toelichting 15 Vaste activa.
Verder hebben we de geschiktheid van de
toelichtingen met betrekking tot de waardering
aan reële waarde van vastgoedbeleggingen
beoordeeld.
Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van de geconsolideerde
jaarrekening
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een
getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals
goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire
voorschriften, alsook voor de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het
opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg
is van fraude of van fouten.
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het
inschatten van de mogelijkheid van de groep om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van
toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de
continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de groep te liquideren of
om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde
jaarrekening
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de
geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van
fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een
redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die
overeenkomstig de ISAs is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat.
Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang
beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische
beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat van
toepassing is op de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België. De wettelijke controle biedt geen
zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de vennootschap, noch van de efficiëntie of de
doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de vennootschap ter hand heeft
genomen of zal nemen.
162
I
I
n
n
t
t
e
e
r
r
v
v
e
e
s
s
t
t
O
O
f
f
f
f
i
i
c
c
e
e
s
s
&
&
W
W
a
a
r
r
e
e
h
h
o
o
u
u
s
s
e
e
s
s
N
N
V
V
,
,
O
O
p
p
e
e
n
n
b
b
a
a
r
r
e
e
g
g
e
e
r
r
e
e
g
g
l
l
e
e
m
m
e
e
n
n
t
t
e
e
e
e
r
r
d
d
e
e
v
v
a
a
s
s
t
t
g
g
o
o
e
e
d
d
v
v
e
e
n
n
n
n
o
o
o
o
t
t
s
s
c
c
h
h
a
a
p
p
n
n
a
a
a
a
r
r
B
B
e
e
l
l
g
g
i
i
s
s
c
c
h
h
r
r
e
e
c
c
h
h
t
t
|
|
31 december 2023
4
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISAs, passen wij professionele oordeelsvorming toe
en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de
volgende werkzaamheden uit:
het identificeren en inschatten van de risico's dat de geconsolideerde jaarrekening een afwijking van
materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, het bepalen en uitvoeren van
controlewerkzaamheden die op deze risico's inspelen en het verkrijgen van controle-informatie die
voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van
materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij
het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte,
het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken
of het doorbreken van de interne beheersing;
het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle, met als doel
controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet
zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de
groep;
het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en
het evalueren van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen en van de
daarop betrekking hebbende toelichtingen;
het concluderen dat de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling
aanvaardbaar is, en het concluderen, op basis van de verkregen controle-informatie, of er een
onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die
significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de groep om haar continuïteit te
handhaven. Indien wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij
ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking
hebbende toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening, of, indien deze toelichtingen
inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-
informatie die verkregen is tot de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen
of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de groep haar continuïteit niet langer kan
handhaven;
het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de geconsolideerde
jaarrekening, en van de vraag of de geconsolideerde jaarrekening de onderliggende transacties en
gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld;
het verkrijgen van voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiële
informatie van de entiteiten of bedrijfsactiviteiten binnen de groep gericht op het tot uitdrukking
brengen van een oordeel over de geconsolideerde jaarrekening. Wij zijn verantwoordelijk voor de
aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. Wij blijven ongedeeld
verantwoordelijk voor ons oordeel.
Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle
en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne
beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.
Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften
over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken
die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee
verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Uit de aangelegenheden die aan het auditcomi zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest
significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die
derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag,
tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
IInntteerrvveesstt OOffffiicceess && WWaarreehhoouusseess NNVV,, OOppeennbbaarree ggeerreegglleemmeenntteeeerrddee vvaassttggooeeddvveennnnoooottsscchhaapp nnaaaarr BBeellggiisscchh rreecchhtt || 31 december 2023
4
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISAs, passen wij professionele oordeelsvorming toe
en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de
volgende werkzaamheden uit:
het identificeren en inschatten van de risico's dat de geconsolideerde jaarrekening een afwijking van
materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, het bepalen en uitvoeren van
controlewerkzaamheden die op deze risico's inspelen en het verkrijgen van controle-informatie die
voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van
materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij
het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte,
het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken
of het doorbreken van de interne beheersing;
het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle, met als doel
controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet
zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de
groep;
het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en
het evalueren van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen en van de
daarop betrekking hebbende toelichtingen;
het concluderen dat de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling
aanvaardbaar is, en het concluderen, op basis van de verkregen controle-informatie, of er een
onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die
significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de groep om haar continuïteit te
handhaven. Indien wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij
ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking
hebbende toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening, of, indien deze toelichtingen
inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-
informatie die verkregen is tot de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen
of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de groep haar continuïteit niet langer kan
handhaven;
het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de geconsolideerde
jaarrekening, en van de vraag of de geconsolideerde jaarrekening de onderliggende transacties en
gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld;
het verkrijgen van voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiële
informatie van de entiteiten of bedrijfsactiviteiten binnen de groep gericht op het tot uitdrukking
brengen van een oordeel over de geconsolideerde jaarrekening. Wij zijn verantwoordelijk voor de
aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. Wij blijven ongedeeld
verantwoordelijk voor ons oordeel.
Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle
en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne
beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.
Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften
over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken
die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee
verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Uit de aangelegenheden die aan het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest
significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die
derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag,
tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
FINANCIËLE STATEN 163
I
I
n
n
t
t
e
e
r
r
v
v
e
e
s
s
t
t
O
O
f
f
f
f
i
i
c
c
e
e
s
s
&
&
W
W
a
a
r
r
e
e
h
h
o
o
u
u
s
s
e
e
s
s
N
N
V
V
,
,
O
O
p
p
e
e
n
n
b
b
a
a
r
r
e
e
g
g
e
e
r
r
e
e
g
g
l
l
e
e
m
m
e
e
n
n
t
t
e
e
e
e
r
r
d
d
e
e
v
v
a
a
s
s
t
t
g
g
o
o
e
e
d
d
v
v
e
e
n
n
n
n
o
o
o
o
t
t
s
s
c
c
h
h
a
a
p
p
n
n
a
a
a
a
r
r
B
B
e
e
l
l
g
g
i
i
s
s
c
c
h
h
r
r
e
e
c
c
h
h
t
t
|
|
31 december 2023
5
Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen
Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de
geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in de jaarlijkse financiële staten en het
jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening.
Verantwoordelijkheden van de commissaris
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van
toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISAs), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle
van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere
informatie opgenomen in het jaarrapport te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheid uit te
brengen.
Aspecten betreffende het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en andere
informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening
Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening,
zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde
boekjaar en is opgesteld overeenkomstig het artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en
verenigingen.
In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor
het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de
geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de
geconsolideerde jaarrekening, zijnde: Risicofactoren, Corporate Governance Verklaring, Vastgoedverslag -
Transacties en ontwikkelingen in 2023 en Financieel verslag een afwijking van materieel belang bevatten,
hetzij informatie die onjuist vermeld of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij
hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.
Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid
Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn
met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening en ons bedrijfsrevisorenkantoor is in de
loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de groep.
De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle bedoeld in
artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en
uitgesplitst in de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening.
IInntteerrvveesstt OOffffiicceess && WWaarreehhoouusseess NNVV,, OOppeennbbaarree ggeerreegglleemmeenntteeeerrddee vvaassttggooeeddvveennnnoooottsscchhaapp nnaaaarr BBeellggiisscchh rreecchhtt || 31 december 2023
5
Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen
Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de
geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in de jaarlijkse financiële staten en het
jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening.
Verantwoordelijkheden van de commissaris
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van
toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISAs), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle
van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere
informatie opgenomen in het jaarrapport te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheid uit te
brengen.
Aspecten betreffende het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en andere
informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening
Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening,
zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde
boekjaar en is opgesteld overeenkomstig het artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en
verenigingen.
In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor
het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de
geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de
geconsolideerde jaarrekening, zijnde: Risicofactoren, Corporate Governance Verklaring, Vastgoedverslag -
Transacties en ontwikkelingen in 2023 en Financieel verslag een afwijking van materieel belang bevatten,
hetzij informatie die onjuist vermeld of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij
hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.
Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid
Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn
met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening en ons bedrijfsrevisorenkantoor is in de
loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de groep.
De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle bedoeld in
artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en
uitgesplitst in de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening.
164
I
I
n
n
t
t
e
e
r
r
v
v
e
e
s
s
t
t
O
O
f
f
f
f
i
i
c
c
e
e
s
s
&
&
W
W
a
a
r
r
e
e
h
h
o
o
u
u
s
s
e
e
s
s
N
N
V
V
,
,
O
O
p
p
e
e
n
n
b
b
a
a
r
r
e
e
g
g
e
e
r
r
e
e
g
g
l
l
e
e
m
m
e
e
n
n
t
t
e
e
e
e
r
r
d
d
e
e
v
v
a
a
s
s
t
t
g
g
o
o
e
e
d
d
v
v
e
e
n
n
n
n
o
o
o
o
t
t
s
s
c
c
h
h
a
a
p
p
n
n
a
a
a
a
r
r
B
B
e
e
l
l
g
g
i
i
s
s
c
c
h
h
r
r
e
e
c
c
h
h
t
t
|
|
31 december 2023
6
Europees uniform elektronisch formaat (ESEF)
Wij hebben ook, overeenkomstig de ontwerpnorm inzake de controle van de overeenstemming van de
financiële overzichten met het Europees uniform elektronisch formaat (ESEF), de controle uitgevoerd van
de overeenstemming van het ESEF-formaat en de markeertaal met de technische reguleringsnormen
vastgelegd door de Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018
(Gedelegeerde Verordening”).
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen, in overeenstemming met de ESEF vereisten, van
de geconsolideerde financiële overzichten in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat
(digitale geconsolideerde financiële overzichten”) opgenomen in het jaarlijks financieel verslag.
Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te
concluderen dat het formaat en de markeertaal van de digitale geconsolideerde financiële overzichten in alle
van materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde
Verordening.
Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat van en de
markering van informatie in de officiële nederlandstalige versie van de digitale geconsolideerde financiële
overzichten opgenomen in het jaarlijks financieel verslag van Intervest Offices & Warehouses NV per 31
december 2023 in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming zijn met de ESEF-vereisten
krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Als gevolg van technische beperkingen, inherent aan de blok-markerering van geconsolideerde
jaarrekeningen in ESEF-formaat, is het mogelijk dat de inhoud van bepaalde tags in de toelichtingen niet op
dezelfde wijze wordt overgenomen als de geconsolideerde jaarrekening die bij dit verslag is gevoegd.
IInntteerrvveesstt OOffffiicceess && WWaarreehhoouusseess NNVV,, OOppeennbbaarree ggeerreegglleemmeenntteeeerrddee vvaassttggooeeddvveennnnoooottsscchhaapp nnaaaarr BBeellggiisscchh rreecchhtt || 31 december 2023
6
Europees uniform elektronisch formaat (ESEF)
Wij hebben ook, overeenkomstig de ontwerpnorm inzake de controle van de overeenstemming van de
financiële overzichten met het Europees uniform elektronisch formaat (“ESEF”), de controle uitgevoerd van
de overeenstemming van het ESEF-formaat en de markeertaal met de technische reguleringsnormen
vastgelegd door de Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018
(“Gedelegeerde Verordening”).
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen, in overeenstemming met de ESEF vereisten, van
de geconsolideerde financiële overzichten in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat
(“digitale geconsolideerde financiële overzichten”) opgenomen in het jaarlijks financieel verslag.
Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te
concluderen dat het formaat en de markeertaal van de digitale geconsolideerde financiële overzichten in alle
van materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde
Verordening.
Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat van en de
markering van informatie in de officiële nederlandstalige versie van de digitale geconsolideerde financiële
overzichten opgenomen in het jaarlijks financieel verslag van Intervest Offices & Warehouses NV per 31
december 2023 in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming zijn met de ESEF-vereisten
krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Als gevolg van technische beperkingen, inherent aan de blok-markerering van geconsolideerde
jaarrekeningen in ESEF-formaat, is het mogelijk dat de inhoud van bepaalde tags in de toelichtingen niet op
dezelfde wijze wordt overgenomen als de geconsolideerde jaarrekening die bij dit verslag is gevoegd.
FINANCIËLE STATEN 165
I
I
n
n
t
t
e
e
r
r
v
v
e
e
s
s
t
t
O
O
f
f
f
f
i
i
c
c
e
e
s
s
&
&
W
W
a
a
r
r
e
e
h
h
o
o
u
u
s
s
e
e
s
s
N
N
V
V
,
,
O
O
p
p
e
e
n
n
b
b
a
a
r
r
e
e
g
g
e
e
r
r
e
e
g
g
l
l
e
e
m
m
e
e
n
n
t
t
e
e
e
e
r
r
d
d
e
e
v
v
a
a
s
s
t
t
g
g
o
o
e
e
d
d
v
v
e
e
n
n
n
n
o
o
o
o
t
t
s
s
c
c
h
h
a
a
p
p
n
n
a
a
a
a
r
r
B
B
e
e
l
l
g
g
i
i
s
s
c
c
h
h
r
r
e
e
c
c
h
h
t
t
|
|
31 december 2023
Deloitte Bedrijfsrevisoren/Réviseurs dEntreprises BV/SRL
Registered Office: Gateway building, Luchthaven Brussel Nationaal 1 J, B-1930 Zaventem
VAT BE 0429.053.863 - RPR Brussel/RPM Bruxelles - IBAN BE86 5523 2431 0050 - BIC GKCCBEBB
Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
Andere vermeldingen
Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel
11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Getekend te Antwerpen.
DDee ccoommmmiissssaarriiss
DDeellooiittttee BBeeddrriijjffssrreevviissoorreenn BBVV
Vertegenwoordigd door Kathleen De Brabander
IInntteerrvveesstt OOffffiicceess && WWaarreehhoouusseess NNVV,, OOppeennbbaarree ggeerreegglleemmeenntteeeerrddee vvaassttggooeeddvveennnnoooottsscchhaapp nnaaaarr BBeellggiisscchh rreecchhtt || 31 december 2023
Deloitte Bedrijfsrevisoren/Réviseurs dEntreprises BV/SRL
Registered Office: Gateway building, Luchthaven Brussel Nationaal 1 J, B-1930 Zaventem
VAT BE 0429.053.863 - RPR Brussel/RPM Bruxelles - IBAN BE86 5523 2431 0050 - BIC GKCCBEBB
Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
Andere vermeldingen
Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel
11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Getekend te Antwerpen.
D
D
e
e
c
c
o
o
m
m
m
m
i
i
s
s
s
s
a
a
r
r
i
i
s
s
D
D
e
e
l
l
o
o
i
i
t
t
t
t
e
e
B
B
e
e
d
d
r
r
i
i
j
j
f
f
s
s
r
r
e
e
v
v
i
i
s
s
o
o
r
r
e
e
n
n
B
B
V
V
Vertegenwoordigd door Kathleen De Brabander
IInntteerrvveesstt OOffffiicceess && WWaarreehhoouusseess NNVV,, OOppeennbbaarree ggeerreegglleemmeenntteeeerrddee vvaassttggooeeddvveennnnoooottsscchhaapp nnaaaarr BBeellggiisscchh rreecchhtt || 31 december 2023
Deloitte Bedrijfsrevisoren/Réviseurs d’Entreprises BV/SRL
Registered Office: Gateway building, Luchthaven Brussel Nationaal 1 J, B-1930 Zaventem
VAT BE 0429.053.863 - RPR Brussel/RPM Bruxelles - IBAN BE86 5523 2431 0050 - BIC GKCCBEBB
Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
Andere vermeldingen
Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel
11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Getekend te Antwerpen.
DDee ccoommmmiissssaarriiss
DDeellooiittttee BBeeddrriijjffssrreevviissoorreenn BBVV
Vertegenwoordigd door Kathleen De Brabander
166
8 Verkorte enkelvoudige jaarrekening Intervest Offices &
Warehouses NV
De enkelvoudige jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses NV is opgesteld op basis van de IFRS-normen en conform het
GVV-KB van 13 juli 2014. De volledige versie van de enkelvoudige jaarrekening van Intervest Offices & Warehouses NV zal, samen met
het Jaarverslag en het Verslag van de commissaris, binnen de wettelijke termijn bij de Nationale Bank van België neergelegd worden en
kan gratis verkregen worden via de website van de vennootschap (www.intervest.eu) of op aanvraag bij de maatschappelijke zetel.
De commissaris heeft een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven op de enkelvoudige jaarrekening van Intervest Offices
& Warehouses NV.
8.1 Resultatenrekening
in EUR x 1.000 2023 2022
Huurinkomsten 51.628 49.344
Met verhuur verbonden kosten -75 -19
NETTOHUURRESULTAAT 51.553 49.325
Recuperatie van vastgoedkosten 1.024 1.183
Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde
gebouwen
18.431 15.472
Kosten van de huurder en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederinstaatstelling -1.128 -1.629
Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen -18.431 -15.472
Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven 848 654
VASTGOEDRESULTAAT 52.296 49.533
Technische kosten -841 -645
Commerciële kosten -260 -319
Kosten en taksen van niet-verhuurde gebouwen -1.654 -1.048
Beheerskosten van het vastgoed -4.519 -2.862
Andere vastgoedkosten -885 -762
Vastgoedkosten -8.159 -5.636
OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT 44.137 43.897
Algemene kosten -9.972 -4.051
Andere operationele opbrengsten en kosten -636 -334
OPERATIONEEL RESULTAAT VÓÓR RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE 33.529 39.512
Resultaat verkoop van vastgoedbeleggingen -4.733 478
Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen -12.626 6.673
Ander portefeuilleresultaat -1.188 -35
OPERATIONEEL RESULTAAT 14.982 46.628
Financiële opbrengsten 11.880 8.683
Netto-interestkosten -18.409 -11.058
Andere financiële kosten -378 -182
Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva -15.629 32.257
Variaties voor het aandeel in de winst of het verlies en in de niet-gerealiseerde resultaten van
deelnemingen die administratief verwerkt worden volgens de equity methode
13.710 -24.498
Financieel resultaat -8.826 5.202
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 6.155 51.830
Belastingen -238 -116
NETTORESULTAAT 5.918 51.714
FINANCIËLE STATEN 167
in EUR x 1.000 2023 2022
NETTORESULTAAT 5.918 51.714
Uit te sluiten:
- Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen -4.733 478
- Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen -12.626 6.673
- Ander portefeuilleresultaat -1.188 -35
- Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva -15.629 32.257
- Niet-uitkeerbare elementen in de variaties voor het aandeel in de winst of het verlies en in de
niet-gerealiseerde resultaten van deelnemingen die administratief verwerkt worden volgens
de ‘equity’ methode
2.388 -32.421
EPRA RESULTA AT 37.706 44.762
RESULTAAT PER AANDEEL 2023 2022
Aantal aandelen op jaareinde 30.825.122 29.235.067
Aantal dividendgerechtigde aandelen 30.825.122 29.235.067
Gewogen gemiddeld aantal aandelen 30.021.003 26.664.878
Nettoresultaat (EUR) 0,20 1,94
Verwaterd nettoresultaat (EUR) 0,20 1,94
EPRA resultaat op basis van gewogen gemiddeld aantal aandelen (EUR) 1,26 1,68
8.2 Globaalresultaat
in EUR x 1.000 2023 2022
NETTORESULTAAT 5.918 51.714
Andere componenten van het globaalresultaat -3.082 3.729
Herwaardering zonnepanelen -1.201 1.480
Herwaardering FVA -1.880 2.249
GLOBAALRESULTAAT 2.836 55.443
168
8.3 Balans
ACTIVA in EUR x 1.000 Toelichting 31-12-2023 31-12-2022
VASTE ACTIVA 1.250.629 1.212.882
Immateriële vaste activa 272 280
Vastgoedbeleggingen 8.6 794.274 779.889
Andere materiële vaste activa 7.344 8.169
Financiële vaste activa 8.6 198.256 210.972
Investeringen die administratief verwerkt worden volgens de equity methode 8.6 250.452 213.541
Handelsvorderingen en andere vaste activa 31 31
VLOTTENDE ACTIVA 80.188 101.711
Activa bestemd voor verkoop 2.866 27.277
Financiële vlottende activa 323 0
Handelsvorderingen 5.727 2.220
Belastingsvorderingen en andere vlottende activa 65.358 66.531
Kas en kasequivalenten 1.329 1.368
Overlopende rekeningen 4.585 4.315
TOTAAL ACTIVA 1.330.817 1.314.593
EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN in EUR x 1.000 31-12-2023 31-12-2022
EIGEN VERMOGEN 677.979 696.625
Kapitaal 278.389 264.038
Uitgiftepremies 228.247 219.354
Reserves 165.425 161.519
Nettoresultaat van het boekjaar 5.918 51.714
VERPLICHTINGEN 652.838 617.968
Langlopende verplichtingen 549.226 497.965
Langlopende financiële schulden 528.481 484.850
Kredietinstellingen 425.989 382.468
Andere 102.491 102.382
Andere langlopende financiële verplichtingen 19.419 11.940
Handelsschulden en andere langlopende schulden 1.325 1.174
Kortlopende verplichtingen 103.612 120.003
Kortlopende financiële schulden 78.987 101.599
Kredietinstellingen 46.987 63.599
Commercial Paper 32.000 38.000
Andere kortlopende financiële verplichtingen 4.422 179
Handelsschulden en andere kortlopende schulden 3.878 6.118
Andere kortlopende verplichtingen 6.966 3.811
Overlopende rekeningen 9.359 8.296
TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN 1.330.817 1.314.593
FINANCIËLE STATEN 169
SCHULDGRAAD in % 2023 2022
Schuldgraad (max. 65%) 48,5% 47,2%
NETTOWAARDE PER AANDEEL in EUR 31-12-2023 31-12-2022
Nettowaarde 21,99 23,83
Nettoactiefwaarde EPRA 21,60 22,88
EPRA NTA (netto materiële activa) 21,59 22,87
8.4 Resultaatverwerking
(volgens het schema opgenomen in Afdeling 4 van Deel 1 van Hoofdstuk I van de Bijlage C van het GVV-KB van 13 juli 2014)
in EUR x 1.000 2023 2022
A. NETTORESULTAAT 5.918 51.714
B. TOEVOEGING/ONTTREKKING RESERVES 24.962 -6.984
1. Toevoeging aan/onttrekking van de reserves voor het saldo van de variaties in de reële waarde
van vastgoed (-/+):
Boekjaar 17.725 31.072
Vorige boekjaren 0 836
Realisatie vastgoed 4.733 -478
2. Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten
afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding (-)
15.629 -32.257
3. Toevoeging aan/onttrekking van andere reserves (-/+) 0 -836
4. Toevoeging aan/onttrekking van de reserves voor het aandeel in de winst of het verlies en
in de niet-gerealiseerde resultaten van deelnemingen die administratief verwerkt worden
volgens de ‘equity’ methode (-/+)
-6.298 -5.289
5. Toevoeging aan/onttrekking van overgedragen resultaten van vorige boekjaren (-/+) -6.826 -32
C. VERGOEDING VAN HET KAPITAAL overeenkomstig artikel 13, §1, lid 1 van het GVV-KB 30.640 36.507
D. VERGOEDING VAN HET KAPITAAL, andere dan C 239 8.223
170
In EUR x 1.000
Kapitaal
Uitgifte premies Totaal reserves
Netto resultaat
van het boekjaar
TOTAAL EIGEN
VERMOGENGestort kapitaal
Kosten kapitaal-
verhoging
BEGINTOESTAND  JANUARI VORIG BOEKJAAR
239.665 -1.727 189.818 99.929 98.100 625.785
Globaalresultaat vorig boekjaar
3.729 51.714 55.443
Overboekingen door resultaatverdeling boekjaar van 2 jaar geleden
Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van het vastgoed
42.141 -42.141 0
Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties in
de reële waarde van toegelaten afdekkings instrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding
4.217 -4.217 0
Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren
4.600 -4.600 0
Toevoeging aan de andere reserves
198 -198 0
Toevoeging aan/onttrekking van de reserves voor het aandeel in de winst of het verlies en in de niet-gerealiseerde resultaten van
deelnemingen die administratief verwerkt worden volgens de equity-methode
6.704 -6.704 0
Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend boekjaar van 2 jaar geleden
2.519 4.585 7.104
Aandelenuitgifte naar aanleiding van versnelde private plaatsing
24.218 -636 24.950 48.532
Dividenden boekjaar van 2 jaar geleden
-40.240 -40.240
BALANS OP  DECEMBER VORIG BOEKJAAR
266.402 -2.364 219.354 161.519 51.714 696.625
Globaalresultaat boekjaar
-3.082 5.918 2.836
Overboekingen door resultaatverdeling vorig boekjaar
Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed
-31.430 31.430 0
Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties in
de reële waarde van toegelaten afdekkings instrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding
32.257 -32.257 0
Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren
36 -36 0
Toevoeging aan de andere reserves
836 -836 0
Toevoeging aan/onttrekking van de reserves voor het aandeel in de winst of het verlies en in de niet-gerealiseerde resultaten van
deelnemingen die administratief verwerkt worden volgens de equity-methode
5.289 -5.289 0
Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend vorig boekjaar
5.881 4.484 10.365
Kosten m.b.t. aandelenuitgifte (versnelde private plaatsing 2022)
-125 -125
Aandelenuitgifte naar aanleiding van inbreng in natura (acquisitie ILWS)
8.608 -13 4.409 13.004
Dividenden vorig boekjaar
-44.726 -44.726
BALANS OP  DECEMBER BOEKJAAR
280.891 -2.502 228.247 165.425 5.918 677.979
8.5 Mutatieoverzicht van het enkelvoudig eigen vermogen
FINANCIËLE STATEN 171
In EUR x 1.000
Kapitaal
Uitgifte premies Totaal reserves
Netto resultaat
van het boekjaar
TOTAAL EIGEN
VERMOGENGestort kapitaal
Kosten kapitaal-
verhoging
BEGINTOESTAND  JANUARI VORIG BOEKJAAR
239.665 -1.727 189.818 99.929 98.100 625.785
Globaalresultaat vorig boekjaar
3.729 51.714 55.443
Overboekingen door resultaatverdeling boekjaar van 2 jaar geleden
Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van het vastgoed
42.141 -42.141 0
Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties in
de reële waarde van toegelaten afdekkings instrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding
4.217 -4.217 0
Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren
4.600 -4.600 0
Toevoeging aan de andere reserves
198 -198 0
Toevoeging aan/onttrekking van de reserves voor het aandeel in de winst of het verlies en in de niet-gerealiseerde resultaten van
deelnemingen die administratief verwerkt worden volgens de equity-methode
6.704 -6.704 0
Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend boekjaar van 2 jaar geleden
2.519 4.585 7.104
Aandelenuitgifte naar aanleiding van versnelde private plaatsing
24.218 -636 24.950 48.532
Dividenden boekjaar van 2 jaar geleden
-40.240 -40.240
BALANS OP  DECEMBER VORIG BOEKJAAR
266.402 -2.364 219.354 161.519 51.714 696.625
Globaalresultaat boekjaar
-3.082 5.918 2.836
Overboekingen door resultaatverdeling vorig boekjaar
Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed
-31.430 31.430 0
Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties in
de reële waarde van toegelaten afdekkings instrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding
32.257 -32.257 0
Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren
36 -36 0
Toevoeging aan de andere reserves
836 -836 0
Toevoeging aan/onttrekking van de reserves voor het aandeel in de winst of het verlies en in de niet-gerealiseerde resultaten van
deelnemingen die administratief verwerkt worden volgens de equity-methode
5.289 -5.289 0
Aandelenuitgifte naar aanleiding van keuzedividend vorig boekjaar
5.881 4.484 10.365
Kosten m.b.t. aandelenuitgifte (versnelde private plaatsing 2022)
-125 -125
Aandelenuitgifte naar aanleiding van inbreng in natura (acquisitie ILWS)
8.608 -13 4.409 13.004
Dividenden vorig boekjaar
-44.726 -44.726
BALANS OP  DECEMBER BOEKJAAR
280.891 -2.502 228.247 165.425 5.918 677.979
172
In EUR x 1.000
Wettelijke
reserves
Reserve voor
het saldo van
de variaties
in de reële
waarde van
vastgoed
Reserve voor het saldo
van de variaties in de reële
waarde van toegelaten
afdekkings instrumenten die
niet onderworpen zijn aan
een afdekkingsboekhouding
Reserve voor het aandeel in
de winst of het verlies en in de
niet-gerealiseerde resultaten
van deelnemingen die admi-
nistratief verwerkt worden
volgens de ‘equity’- methode
Andere
reserves
Overgedragen
resultaten
van vorige
boekjaren
TOTAAL
RESERVES
BEGINTOESTAND  JANUARI VORIG BOEKJAAR 90 50.852 -8.833 2.490 20.090 35.241 99.929
Globaal resultaat boekjaar 3.729 3.729
Overboekingen door resultaatverdeling boekjaar van 2 jaar geleden
Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed 42.141 42.141
Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties in de
reële waarde van toegelaten afdekkings instrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding
4.217 4.217
Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren 4.600 4.600
Toevoeging aan de andere reserves 198 198
Toevoeging aan/onttrekking van de reserves voor het aandeel in de winst of het verlies en in de niet-gerealiseerde resultaten van
deelnemingen die administratief verwerkt worden volgens de equity-methode
6.704 6.704
BALANS OP  DECEMBER VORIG BOEKJAAR 90 92.994 -4.616 9.194 24.015 39.842 161.519
Globaal resultaat boekjaar 8.691 -11.773 -3.082
Overboekingen door resultaatverdeling vorig boekjaar
Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed -31.430 -31.430
Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties in de
reële waarde van toegelaten afdekkings instrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding
32.257 32.257
Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren 36 36
Toevoeging aan de andere reserves 836 836
Toevoeging aan/onttrekking van de reserves voor het aandeel in de winst of het verlies en in de niet-gerealiseerde resultaten van
deelnemingen die administratief verwerkt worden volgens de equity-methode
5.289 5.289
BALANS OP  DECEMBER BOEKJAAR 90 70.255 27.641 14.482 13.078 39.878 165.425
Uitsplitsing van de reserves
FINANCIËLE STATEN 173
In EUR x 1.000
Wettelijke
reserves
Reserve voor
het saldo van
de variaties
in de reële
waarde van
vastgoed
Reserve voor het saldo
van de variaties in de reële
waarde van toegelaten
afdekkings instrumenten die
niet onderworpen zijn aan
een afdekkingsboekhouding
Reserve voor het aandeel in
de winst of het verlies en in de
niet-gerealiseerde resultaten
van deelnemingen die admi-
nistratief verwerkt worden
volgens de ‘equity’- methode’
Andere
reserves
Overgedragen
resultaten
van vorige
boekjaren
TOTAAL
RESERVES
BEGINTOESTAND  JANUARI VORIG BOEKJAAR 90 50.852 -8.833 2.490 20.090 35.241 99.929
Globaal resultaat boekjaar 3.729 3.729
Overboekingen door resultaatverdeling boekjaar van 2 jaar geleden
Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed 42.141 42.141
Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties in de
reële waarde van toegelaten afdekkings instrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding
4.217 4.217
Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren 4.600 4.600
Toevoeging aan de andere reserves 198 198
Toevoeging aan/onttrekking van de reserves voor het aandeel in de winst of het verlies en in de niet-gerealiseerde resultaten van
deelnemingen die administratief verwerkt worden volgens de equity-methode
6.704 6.704
BALANS OP  DECEMBER VORIG BOEKJAAR 90 92.994 -4.616 9.194 24.015 39.842 161.519
Globaal resultaat boekjaar 8.691 -11.773 -3.082
Overboekingen door resultaatverdeling vorig boekjaar
Overboeking naar reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed -31.430 -31.430
Overboeking van de variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva naar de reserve voor het saldo van de variaties in de
reële waarde van toegelaten afdekkings instrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding
32.257 32.257
Toevoeging aan de overgedragen resultaten van vorige boekjaren 36 36
Toevoeging aan de andere reserves 836 836
Toevoeging aan/onttrekking van de reserves voor het aandeel in de winst of het verlies en in de niet-gerealiseerde resultaten van
deelnemingen die administratief verwerkt worden volgens de equity-methode
5.289 5.289
BALANS OP  DECEMBER BOEKJAAR 90 70.255 27.641 14.482 13.078 39.878 165.425
174
8.6 Bijlagen bij de enkelvoudige jaarrekening
Bewegingen van het aantal aandelen
2023 2022
Aantal aandelen bij het begin van het boekjaar 29.235.067 26.300.908
Aantal uitgegeven aandelen bij keuzedividend 645.406 276.426
Aantal uitgegeven aandelen bij inbreng in natura (acquisitie ILWS) 944.649 2.657.733
Aantal aandelen op jaareinde 30.825.122 29.235.067
Aanpassingen voor de berekening van het gewogen gemiddeld aantal aandelen -804.119 -2.570.189
Gewogen gemiddeld aantal aandelen 30.021.003 26.664.878
Vastgoedbeleggingen
in EUR x 1.000 2023 2022
Kantoren
Logistiek
vastgoed TOTAAL Kantoren
Logistiek
vastgoed TOTAAL
BALANS OP  JANUARI 351.027 428.862 779.889 332.573 409.086 741.659
Fusie met Greenhouse Singel NV
op 30 november 2022
0 0 0 46.977 0 46.977
Aankoop van vastgoedbeleggingen 0 29.500 29.500 0 4.627 4.627
Investeringen in projectontwikkelingen 644 375 1.019 2.275 10.929 13.204
Investeringen en uitbreidingen in
bestaande vastgoedbeleggingen
1.844 3.906 5.750 935 1.413 2.348
Overboeking naar activa bestemd voor
verkoop/desinvestering
-9.258 0 -9.258 -27.504 -8.095 -35.599
Variaties in de reële waarde van
vastgoedbeleggingen
-38.429 25.803 -12.626 -4.229 10.902 6.673
BALANS OP  DECEMBER 305.828 488.446 794.274 351.027 428.862 779.889
De reële waarde van de vastgoedbeleggingen van Intervest is in 2023 toegenomen met € 14 miljoen en bedraagt op 31 december 2023
€ 794 miljoen (€ 780 miljoen op 31 december 2022).
De reële waarde van de logistieke portefeuille is in 2023 toegenomen met circa € 60 miljoen. Enerzijds door investeringen in projectont-
wikkelingen en de bestaande vastgoedbeleggingen voor € 4 miljoen. Anderzijds door de aankoop van een pand in Gent en een grond in
St. George voor samen € 30 miljoen. Er was eveneens een positieve herwaardering van € 26 miljoen.
De reële waarde van de kantorenportefeuille is ten opzichte van jaareinde 2022 afgenomen met € 45 miljoen. Dit is het gevolg van inves-
teringen in projectontwikkelingen en de bestaande portefeuille voor € 2,5 miljoen. Er werd een kantoorpand verkocht in Zellik, dit stond
per 31/12/2022 nog niet als bestemd voor verkoop en het pand in Aartselaar werd overgeboekt naar “bestemd voor verkoop” aangezien
het verkooptraject ver gevorderd is op jaareinde.
Er was gedurende boekjaar 2023 eveneens een negatieve variatie in de reële waarde van de bestaande kantorenportefeuille van
€ -38 miljoen.
Intervest heeft op 31 december 2023 geen activa voor eigen gebruik, met uitzondering van de ruimte in Greenhouse Antwerp waar de
maatschappelijke zetel van Intervest gevestigd is. Conform IAS 40.10 wordt deze ruimte opgenomen als een vastgoedbelegging.
Voor de verdere verklaring van de Variaties in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen wordt verwezen naar Toelichting 10 van de
enkelvoudige jaarrekening.
De vastgoedbeleggingen kunnen verder opgedeeld worden in:
in EUR x 1.000 2023 2022
Vastgoed beschikbaar voor verhuur 765.174 733.713
Projectontwikkelingen en grondreserves 29.100 46.176
TOTAAL VASTGOEDBELEGGINGEN 794.274 779.889
FINANCIËLE STATEN 175
Op 31 december 2023 zijn er geen vastgoedbeleggingen die het voorwerp uitmaken van hypothecaire zekerheden die werden verstrekt
in het kader van opgenomen leningen en kredietfaciliteiten bij financiële instellingen.
Financiële vaste activa
De financiële vaste activa bevatten op 31 december 2023 de positieve reële waarde van financiële derivaten voor € 19 miljoen en een
de lening met perimetervennootschap Intervest Nederland Coöperatief U.A van € 179 miljoen, voornamelijk ter financiering van de
verwervingen van het vastgoed aangehouden in de Nederlandse perimetervennootschappen.
2023 2022
Reële waarde financiële derivaten 18.994 32.608
Vorderingen op verbonden ondernemingen 179.262 178.364
TOTAAL FINANCIËLE VASTE ACTIVA 198.256 210.972
Investeringen die administratief verwerkt worden volgens de equity methode
2023 2022
Deelneming Aartselaar Business Center 0 -429
Deelneming Mechelen Research Park 6.854 6.256
Deelneming Mechelen Business Center 4.251 3.626
Deelneming Intervest Nederland Coöperatief U.A. 143.711 141.889
Deelneming Genk Green Logistics 33.333 28.059
Deelneming Industrial Logistic Warehousing Services SPRL 25.537 0
Deelneming Puurs Green Logistics 11.854 11.817
Deelneming Zeebrugge Green Logistics 24.912 22.323
TOTAAL INVESTERINGEN VERWERKT VOLGENS DE EQUITY METHODE 250.452 213.541
De investeringen die administratief verwerkt werden volgens de equity methode bevatten op 31 december 2023 de waarde van de
deelnemingen in de perimetervennootschappen van Intervest voor een bedrag van € 251 miljoen. De deelnemingen worden in de
enkelvoudige jaarrekening verwerkt volgens de ‘equity’ -methode, allen met toepassing van de doorkijk- of look-through benadering,
met uitzondering van de deelneming Genk Green Logistics waar Intervest niet 100% van de aandelen bezit.
176
Bepaling van het bedrag van verplichte dividenduitkering
Het bedrag dat vatbaar is voor uitkering is bepaald conform artikel 13 §1 van het GVV-KB en Hoofdstuk III van bijlage C van het GVV-KB.
in EUR x 1.000 2023 2022
Nettoresultaat 5.918 51.714
Aan te passen niet-kasstroomverrichtingen begrepen in het nettoresultaat
Afschrijvingen 821 658
Waardeverminderingen 86 92
Terugnemingen van waardeverminderingen -19 -82
Andere niet-monetaire bestanddelen 14.136 404
Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen 4.733 -478
Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen 12.626 -6.673
Gecorrigeerd resultaat (A) 38.300 45.635
+ Tijdens het boekjaar gerealiseerde meer- en minderwaarden* op vastgoed -8.691 836
-- Tijdens het boekjaar gerealiseerde meerwaarden op vastgoed vrijgesteld van de verplichte
uitkering onder voorbehoud van hun herbelegging binnen een termijn van 4 jaar
8.691 -836
Nettomeerwaarden bij realisatie van vastgoed niet vrijgesteld van de verplichte uitkering (B) 0 0
Totaal (A + B) 38.300 45.635
Totaal (A + B) x 80% 30.640 36.507
Schuldvermindering (-) 0 0
UITKERINGSPLICHT 30.640 36.507
* Meer- en minderwaarden ten opzichte van de aanschaffingswaarde vermeerderd met de geactiveerde investeringskosten.
De andere niet monetaire bestanddelen omvatten de variatie in het aandeel in de winst of het verlies en in de niet-gerealiseerde resulta-
ten van deelnemingen die administratief verwerkt worden volgens de ‘equity’ methode en waarop de doorkijkbenadering niet toegepast
wordt (€ -6,3 miljoen), de variatie in de reële waarde van het vastgoed aangehouden in 100% perimetervennootschappen waarbij de
doorkijkbenadering wel toegepast wordt (€ 3,9 miljoen), het ander portefeuilleresultaat (€ 1,2 miljoen), de niet kasstroomelementen
huurkortingen en huurvoordelen toegekend aan huurders (€ -0,3 miljoen) en de variaties in de reële waarde van financiële activa en
passiva (€ 15,6 miljoen).
Intervest heeft voor boekjaar 2023 een minimale uitkeringsplicht van € 30,6 miljoen.
Berekening van het enkelvoudig resultaat per aandeel
2023 2022
Nettoresultaat (in EUR x 1.000) 5.918 51.714
Gewogen gemiddeld aantal aandelen 30.021.003 26.664.878
NETTORESULTAAT PER AANDEEL EUR 0,20 1,94
Verwaterd nettoresultaat per aandeel (EUR) 0,20 1,94
EPRA resultaat (in EUR x 1.000) 37.706 44.762
Gewogen gemiddeld aantal aandelen 30.021.003 26.664.878
EPRA RESULTAAT PER AANDEEL EUR 1,26 1,68
Voorgesteld dividend per aandeel
Aan de aandeelhouders zal voor het boekjaar 2023 een brutodividend aangeboden worden van € 1,02. Dit brutodividend biedt de
aandeelhouders een brutodividendrendement van 4,9% op basis van de slotkoers van het aandeel op 31 december 2023 (€ 20,70).
De aandelen die gecreëerd werden bij de inbreng in natura (acquisitie ILWS) delen slechts pro rata in het resultaat, als gevolg hiervan
hebben 944.649 aandelen slechts recht op 5/12 van het dividend.
FINANCIËLE STATEN 177
2023 2022
Geconsolideerd EPRA resultaat per aandeel (EUR) 1,25 1,71
Enkelvoudig EPRA resultaat per aandeel (EUR) 1,26 1,68
Aantal dividendgerechtigde aandelen 30.825.122 29.235.067
EPRA resultaat per aandeel (EUR) op basis van aantal dividendgerechtigde aandelen 1,22 1,53
Brutodividend per aandeel (EUR) volledig jaar in het bezit 1,53
Brutodividend per aandeel (EUR) bestaande aandelen voor 02 augustus 2023 1,020 nvt
Brutodividend per aandeel (EUR) gecreëerd aandelen in het kader van de inbreng in natura
(acquisitie ILWS)
0,425 nvt
Dividenduitkering uitgedrukt in procent van het enkelvoudig EPRA resultaat per aandeel op basis
van aantal dividendgerechtigde aandelen (%)
82% 100%
Vergoeding van het kapitaal (in EUR x 1.000) 30.880 44.730
Na afsluiting van het boekjaar wordt deze dividend uitkering voorgesteld door de raad van toezicht. Deze zal ter goedkeuring voorgelegd
worden aan de algemene vergadering van aandeelhouders op 24 april 2024. De dividenduitkering wordt, conform IAS 10, niet opgeno-
men als verplichting en heeft geen effect op de winstbelasting.
Bepaling van het bedrag conform artikel 7:212 van het Wetboek van
Vennootschappen en Verenigingen
Het bedrag als bedoeld in artikel 7:212 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (voorheen artikel 617 van het Wetboek
van Vennootschappen), van het gestort kapitaal of als dit bedrag hoger ligt, van het opgevraagd kapitaal, verhoogd met al de reserves
die volgens de wet of de statuten niet verdeeld mogen worden, is bepaald in Hoofdstuk IV van bijlage C van het GVV-KB.
in EUR x 1.000 2023 2022
Niet-uitkeerbare elementen van het eigen vermogen voor resultaatverdeling
Gestort kapitaal 280.891 266.402
Volgens de statuten niet-beschikbare uitgiftepremies 228.247 219.354
Reserve voor het positieve saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed 70.255 92.994
Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten
die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding
27.641 -4.616
Andere reserves niet beschikbaar voor uitkering 17.618 15.411
Wettelijke reserves 90 90
Resultaatverdeling dat conform Hoofdstuk I van bijlage C van het KB van 13 juli 2014 aan de niet-
uitkeerbare reserves dient toegewezen te worden
Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen -22.457 -31.430
Boekjaar -17.725 -31.072
Vorige boekjaren 0 -836
Realisatie van vastgoed -4.733 478
Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve hedges) -15.629 32.257
Variaties voor het aandeel in de winst of het verlies en in de niet-gerealiseerde resultaten van deel-
nemingen die administratief verwerkt worden volgens de equity methode en waarop de doorkijk-
benadering niet wordt toegepast.
6.298 5.289
TOTAAL EIGEN VERMOGEN DAT NIET UITKEERBAAR IS 592.955 595.751
Eigen vermogen enkelvoudig 677.979 696.625
Geplande dividenduitkering 30.880 44.730
Aantal dividendgerechtigde aandelen 30.825.122 29.235.067
Brutodividend per aandeel (EUR) 1,53
Brutodividend per aandeel (EUR) bestaande aandelen voor 02 augustus 2023 1,020 nvt
Brutodividend per aandeel (EUR) gecreëerd aandelen in het kader van de inbreng in natura
(acquisitie ILWS)
0,425 nvt
EIGEN VERMOGEN NA DIVIDENDUITKERING 647.099 651.895
OVERBLIJVENDE RESERVE NA UITKERING 54.144 56.146
178
De variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen opgenomen bij de bepaling van het bedrag conform artikel 7:212 van het
Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen bedraagt voor 2023 €-22,5 miljoen (€ -31,4 miljoen voor 2022). Dit bedrag omvat:
Met betrekking tot het boekjaar: de variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen € -12,6 miljoen (€ 6,7 miljoen voor 2022), Het
ander portefeuilleresultaat € -1,2 miljoen (€ 0 miljoen voor 2022) en de niet-gerealiseerde resultaten van deelnemingen die administra-
tief verwerkt worden volgens de ‘equity’ methode en waarop de doorkijkbenadering wordt toegepast € -3,9 miljoen (€ -37,8 miljoen in
2022).
Met betrekking tot de realisatie van vastgoed het resultaat op de verkoop van vastgoedbeleggingen €- 4,7 miljoen (€ 0,5 miljoen voor
2022).
Bij het opstellen van de enkelvoudige jaarrekening past Intervest de doorkijkbenadering (‘look through approach’) toe voor de resul-
taatverwerking, de bepaling van de beschikbare en onbeschikbare reserves en bij de vaststelling van het minimum uit te keren dividend
(80% grens).
Het principe van de doorkijkbenadering is een consolidatiebenadering in de enkelvoudige jaarrekening op het niveau van de uitke-
ringsplicht, de resultaatverwerking en de uitkeringsbeperking.
Het aandeel in de resultaten van deelnemingen verwerkt volgens de equitymethode (zowel de gerealiseerde als de niet-gerealiseerde
resultaten) wordt standaard in zijn geheel ondergebracht in de onbeschikbare reserverubriek ‘Reserve voor het aandeel in de winst of
het verlies en in de niet-gerealiseerde resultaten van deelnemingen die administratief verwerkt worden volgens de equitymethode’, en
zijn bijgevolg onbeschikbaar voor uitkering in het jaar waarin de deelnemingen deze resultaten realiseren.
Bij de verwerking van de deelnemingen volgens de equitymethode met toepassing van de doorkijkbenadering, wordt het aandeel in
de resultaten van de deelnemingen niet in zijn geheel toegewezen aan de onbeschikbare reserve rubrieken. Er wordt gekeken naar de
samenstellende elementen van dit resultaat. Het aandeel in het resultaat van de deelnemingen wordt aan de onbeschikbare en beschik-
bare reserverubrieken toegewezen alsof het zou gaan om de resultaten van de moederonderneming GVV zelf.
Het toepassen van een doorkijkbenadering houdt bepaalde financiële risico’s in voor de moedervennootschap GVV en zou tot situaties
kunnen leiden waarbij de deelneming moet helpen de dividenden die de moedervennootschap GVV uitkeert te financieren (bijvoorbeeld
door het opstromen van cash van de deelneming naar de moederonderneming GVV door het (systematisch) toestaan van leningen van
de deelneming aan de moederonderneming GVV) of waarbij de GVV zelf de dividenduitkeringen moet financieren via leningen.
De doorkijkbenadering wordt daarom bij Intervest met voorzichtigheid benaderd en enkel toegepast op de perimetervennootschappen
waarvan de aandelen 100% aangehouden worden door Intervest. Dit geldt voor alle deelnemingen van Intervest op 31 december 2023,
met uitzondering van de IGVV Genk Green Logistics, waarvan Intervest slechts 50% aandeelhouder is. Op deze vennootschap wordt de
doorkijkbenadering niet toegepast en worden de resultaten van de deelneming als onbeschikbaar behandeld.
In 2023 werd door de toepassing van de doorkijkbenadering € 11,3 miljoen EPRA resultaat gerealiseerd in de perimetervennootschap-
pen als beschikbaar resultaat verwerkt (€ 7,9 miljoen in 2022). Intervest beschikt op 31 december 2023 over € 54 miljoen beschikbare
reserves om tijdsverschuivingen in dividend opstroming en tijdelijke cash traps op te vangen.
Op het moment dat een gebouw verkocht wordt, worden de eerder opgebouwde gecumuleerde onbeschikbare reserves toewijsbaar
aan dit gebouw gerealiseerd en dus beschikbaar voor uitkering. Deze gecumuleerde onbeschikbare reserves kunnen in sommige geval-
len echter ook negatief zijn en dus het saldo van de beschikbare reserves negatief beïnvloeden.
Het huidige verkoopproces van de kantorenportefeuille en de timing van de individuele desinvesteringen zou het toekomstig beschik-
baar bedrag voor dividenduitkering dus in sterke mate kunnen beïnvloeden, en desgevallend tenietdoen.
Voor het boekjaar 2023 wordt € 1,02 per aandeel uitgekeerd, de aandelen gecreëerd in het kader van de inbreng in natura (acquisitie
ILWS) delen hier slecht voor 5/12 in mee. De overblijvende reserve na uitkering neemt daalt met € 2,0 miljoen ten opzichte van het
vorig boekjaar, een gevolg van het gerealiseerde resultaat op de verkopen ten opzichte van de initiële aanschafwaarde verhoogd met
alle investeringen.
RISICOFACTOREN 
1 Marktrisico’s
2 Operationele risico’s
3 Financiële risico’s
4 Reglementaire risico’s
RISICOFACTOREN
De raad van toezicht heeft in , zoals steeds, aandacht
besteed aan de risicofactoren waaraan Intervest onderhe-
vig is.
De raad van toezicht bevestigt de geldigheid van de risico’s
waarmee Intervest kan worden geconfronteerd, de moge-
lijke impact ervan en de strategie die wordt gehanteerd
om die eventuele impact te temperen, zoals deze hierna
vermeld staan.
De raad van toezicht volgt de permanente evoluties op
de vastgoed- en de nanciële markten continu op ter
bewaking van de resultaten en de nanciële situatie van
Intervest met verhoogde aandacht voor de maatregelen
die Intervest in acht neemt om de eventuele negatieve
impact van deze risico’s zo veel mogelijk te beperken en
te beheersen.
De permanente evoluties op de vastgoed- en de nanciële
markten vereisen een continue opvolging van de markt-
risico’s, operationele, nanciële en reglementaire risico’s
ter bewaking van de resultaten en de nanciële situatie
van Intervest.
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste specieke en
materiële risico’s beschreven waarmee de vennootschap
wordt geconfronteerd. Deze risico’s worden onder-
verdeeld in de categorieën marktrisico’s, operationele
risico’s, nanciële risico’s en reglementaire risico’s en
worden binnen elke categorie gerangschikt in volgorde
van materialiteit, op basis van de waarschijnlijkheid dat ze
zich voordoen en de verwachte omvang van hun negatieve
impact op Intervest indien ze zich voordoen. Per risico
wordt eerst het risico benoemd en vervolgens de overblij-
vende mogelijke negatieve impact op Intervest indien het
risico zich zou realiseren.
De lezers worden erop gewezen dat deze risico’s constant
worden geëvalueerd en dat nieuwe risico’s kunnen worden
geïdenticeerd. Deze lijst is bijgevolg niet exhaustief en
gebaseerd op de informatie die gekend was bij de publica-
tie van dit verslag.
Daarnaast wordt er op gewezen dat risicobeheer geen
oefening is met een bepaalde frequentie, maar dat dit
integraal deel uitmaakt van de wijze waarop de vennoot-
schap wordt geleid. Dit gaat van het dagelijks nancieel en
operationeel beheer, de analyse van nieuwe investerings-
dossiers, het formuleren van de strategie en de objectie-
ven tot het verankeren van strakke procedures voor de
besluitvorming. Het begrijpen en afschermen van risico’s
die voortvloeien uit zowel interne als externe factoren
is essentieel voor het behalen van de beoogde return op
lange termijn.
Tot slot worden lezers erop gewezen dat Intervest ook met
algemene risico’s wordt geconfronteerd die in de evaluatie
van de risico’s en het risicobeheer van de vennootschap
worden meegenomen en gemonitord. Dergelijke algemene
risico’s worden in dit hoofdstuk echter niet afzonder-
lijk vermeld.

Marktrisicos
Risico’s verbonden aan inatie
De huidige inatie kan de nancieringskosten en kapi-
talisatievoeten doen toenemen als gevolg van stijgende
rentevoeten en dus een daling van de reële waarde van de
vastgoedbeleggingen van Intervest tot gevolg hebben.
Ondanks de automatische indexering van de huurprijs
bestaat het risico dat de huurprijs onder die huurovereen-
komsten minder snel stijgt dan de huurprijs op de markt.
Omgekeerd bestaat echter ook de kans dat de huurprijs
op de markt minder snel stijgt dan de inatie of zelfs
daalt, in welk geval de toegepaste indexering niet zou
gelden bij huurhernieuwing of het afsluiten van nieuwe
huurovereenkomsten. De huurovereenkomsten die in
 op eerstvolgende vervaldatum komen, hebben, op
basis van de contractuele jaarhuren, betrekking op 
van de portefeuille (logistiek vastgoed en kantoren). Indien
Intervest in de toekomst niet in staat is om gelijkaardige
indexatie- of aanpassingsclausules op te nemen in haar
huurovereenkomsten, zal haar blootstelling aan dit inatie-
risico toenemen.
Potentiële impact:
Minder snelle stijging van de huurprijs onder de huur-
overeenkomsten dan op de markt.
Toename van de nanciële kost door toename van
de langetermijnrente bij krediethernieuwingen. Zie
risicofactor “Risico’s verbonden aan de toegang
tot en kost van nanciering en het gebruik van
indekkingsinstrumenten”.
Daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggin-
gen. Zie risicofactor “Risico’s verbonden aan negatieve
variaties in de reële waarde van de gebouwen”.
Risico’s verbonden aan de
investerings- en verhuurmarkten
Evoluties in de investeringsmarkten kunnen tot gevolg
hebben dat de reële waarde van de vastgoedbeleggin-
gen van Intervest daalt of dat Intervest investeringen of
desinvesteringen moet doen op een slecht tijdstip in de
conjunctuurcyclus, waardoor vastgoed aangekocht kan
worden aan een te hoge prijs ten opzichte van de reële
waarde, respectievelijk verkocht kan worden aan een te
lage prijs ten opzichte van de reële waarde. Meer bepaald
geven periodes van uitgesproken hoogconjunctuur
aanleiding tot hogere marktprijzen die op een later tijdstip
onderhevig kunnen zijn aan negatieve correcties, en geven
periodes van teruglopende conjunctuur veelal aanleiding
tot een daling van de reële waarde van de vastgoedbe-
leggingen. In een periode van aantrekkende conjunctuur
wordt daarom een meer actief investeringsbeleid gevoerd,
waarbij geanticipeerd wordt op stijgende reële waarden
van de vastgoedbeleggingen en op een meer actieve
huurmarkt. In periodes van hoogconjunctuur zal eerder
een gematigd investeringsbeleid gevoerd worden.
Evoluties in de verhuurmarkten kunnen bijdragen tot dit
risico indien deze tot gevolg hebben dat de huurinkomsten
van de vastgoedbeleggingen te laag zijn ten opzichte van
de investeringen. In de markt voor logistiek vastgoed
kunnen onder meer een toenemende omnichannel-stra-
tegie, herzieningen van de supply chain en duurzaam-
heidsoverwegingen veranderingen in de logistieke aanpak
teweegbrengen en de vraag naar het logistiek vastgoed in
de portefeuille van Intervest beïnvloeden. In de markt voor
kantoren hebben drijfveren zoals het coworking-model en
de nood aan een exibeler gebruik van kantoorruimte –
vergemakkelijkt door technologische evolutie en versterkt
door de verschuiving naar een meer hybride manier van
werken, die versneld werd door de COVID-pandemie
en voor vele organisaties een blijvend karakter heeft
gekregen – reeds geleid tot grote veranderingen in het
gebruik van kantoren en zullen deze uiteindelijk leiden tot
omgevingen waar werken, wonen, ontspanning, winkelen
én leven samengaan. Deze evoluties kunnen leiden tot
een verminderde vraag naar het logistiek vastgoed of de
kantoren in de portefeuille van Intervest met hogere leeg-
stand of lagere huurprijzen en dus verminderde huurin-
komsten tot gevolg. Intervest heeft besloten geen nieuwe
kantoorruimte meer aan te kopen en volop in te zetten
op eigen ontwikkelingen en herontwikkelingen in het
logistieke segment. Bijgevolg zal de risicoblootstelling aan
het kantoorsegment afnemen en deze aan het logistiek
segment toenemen.
Tot slot kan de huidige economische conjunctuur (met
onder meer grote marktvolatiliteit, verslechterende
macro-economische vooruitzichten en hogere rente-
voeten) de investerings- en verhuurmarkten voor zowel
logistiek vastgoed als kantoren beïnvloeden en bijdragen
tot de risico’s dat Intervest investeringen of desinvesterin-
gen moet doen op een slecht tijdstip in de conjunctuurcy-
clus, dat de vraag naar de gebouwen in de portefeuille
van Intervest aan de adequate huurprijzen daalt of dat de
huurders van Intervest insolvent worden.
Potentiële impact:
Aantasting van het operationeel resultaat en de
cashow als gevolg van investeringen en desinvesterin-
gen aan een nadelige prijs, mogelijks in combinatie met
dalende huurinkomsten als gevolg van een verminderde
vraag naar de gebouwen waarin geïnvesteerd werd. Een
daling van de huurinkomsten met  zou per  decem-
ber  leiden tot een daling van het EPRA resultaat
met  , miljoen (of ,), een daling van de netto-
waarde van het aandeel (reële waarde) met  , (of
,) en een toename van de schuldgraad met ,.
Een daling van de reële waarde van de vastgoedbeleg-
gingen. Zie risicofactor “Risico’s verbonden aan nega-
tieve variaties in de reële waarde van de gebouwen”.
RISICOFACTOREN 
Operationele risico’s
Risico’s verbonden aan negatieve
variaties in de reële waarde van
de gebouwen
De reële waarde van de vastgoedportefeuille is onderhevig
aan wijzigingen en hangt af van verschillende factoren.
Voorbeelden zijn onder meer de daling van de bezettings-
graad of huurprijzen (zie risicofactor “Risico’s verbonden
aan de verhuurmarkten”), de stijging van de bouwkosten
(zie risicofactor “Risico’s verbonden aan ontwikkelings- en
herontwikkelingsprojecten”), de toename van operationele
kosten en investeringen voor onderhoud (zie risicofactor
“Risico’s verbonden aan de veroudering en het onder-
houd van gebouwen”), de wanbetaling door huurders (zie
risicofactorRisico’s verbonden aan wanbetaling door
huurders”) en de inatie en stijgende rente (zie risicofac-
tor “Risico’s verbonden aan inatie”). Dergelijke factoren
kunnen resulteren in een negatieve herwaardering van de
vastgoedportefeuille. Intervest heeft een gediversieerde
portefeuille met een maximaal risico per gebouw van 
van de reële waarde.
Potentiële impact:
Een daling van de reële waarde van de vastgoedbeleg-
gingen met  zou per  december  leiden tot
een daling van de nettowaarde van het aandeel (reële
waarde) met  , (of ,) en een toename van de
schuldgraad met ,.
Per  december  zou een daling van de reële
waarde van de vastgoedportefeuille ten belope van
  miljoen resulteren in een overschrijding van
de maximale geconsolideerde schuldgraad van .
Zie risicofactor “Risico’s verbonden aan de nanciële
schuldgraad”.
Risico verbonden aan de realisatie
van gebouwen
Op het moment dat een gebouw verkocht wordt, worden
de eerder opgebouwde gecumuleerde onbeschikbare
reserves toewijsbaar aan dit gebouw gerealiseerd en dus
beschikbaar voor uitkering. Deze gecumuleerde onbe-
schikbare reserves kunnen in sommige gevallen echter ook
negatief zijn en dus het saldo van de beschikbare reserves
negatief beïnvloeden.
Potentiële impact:
De realisatie van een gebouw met gecumuleerde
negatieve reserves kan het dividend in sterke mate
negatief beïnvloeden, anderzijds kan de realisatie van
een gebouw met gecumuleerde positieve reserves de
voor uitkering beschikbare reserves weer aanvullen.
Risico’s verbonden aan een lagere
huurprijs of bezettingsgraad
Intervest verhuurt de gebouwen in haar portefeuille met
het oog op een stabiele cashow, waarvoor een continue
en hoge bezettingsgraad aan passende huurprijzen essen-
tieel is. Het risico bestaat dat Intervest de gebouwen in
haar portefeuille moeilijker verhuurd krijgt, met een lagere
huurprijs of bezettingsgraad en bijgevolg verminderde
huurinkomsten tot gevolg.
Drijfveren achter dit risico zijn onder meer evoluties in de
verhuurmarkten en de huidige economische conjunctuur.
In de markt voor logistiek vastgoed kunnen onder meer
een toenemende omnichannel strategie, herzieningen
van de supply chain en duurzaamheidsoverwegingen
veranderingen in de logistieke aanpak teweegbrengen en
de vraag naar het logistiek vastgoed in de portefeuille van
Intervest bijgevolg beïnvloeden. In de markt voor kantoren
hebben drijfveren zoals het co-working model en de nood
aan een exibeler gebruik van kantoorruimte – vergemak-
kelijkt door technologische evolutie en versterkt door de
verschuiving naar een meer hybride manier van werken,
die versneld werd door de COVID-pandemie en voor vele
organisaties een blijvend karakter heeft gekregen – reeds
geleid tot grote veranderingen in het gebruik van kantoren
en zullen uiteindelijk leiden tot omgevingen waar werken,
wonen, ontspanning, winkelen én leven samengaan. Tot
slot kan de huidige economische conjunctuur (met onder
meer grote marktvolatiliteit, verslechterende macro-eco-
nomische vooruitzichten en hogere rentevoeten) de ver-
huurmarkten voor zowel logistiek vastgoed als kantoren
beïnvloeden en aanleiding geven tot een vermindering
van de vraag naar dergelijk vastgoed, hogere leegstand
of lagere huurprijzen bij herverhuring en insolventie van
huurders. Andere factoren die dit risico beïnvloeden, zijn
onder meer de aard en ligging van het vastgoed, de mate
waarin het moet concurreren met nabijgelegen gebou-
wen, de beoogde doelgroep en gebruikers, de kwaliteit
van het vastgoed, de kwaliteit van de huurder en de
huurovereenkomst.
Per  december  bestaat de portefeuille van
Intervest voor  uit logistiek vastgoed in België, voor
 uit logistiek vastgoed in Nederland en voor  uit
kantoren in België. De gemiddelde looptijd tot de eerste
vervaldag van de huurovereenkomsten in de logistieke
portefeuille bedraagt , jaar in België en , jaar in
Nederland. Het logistiek vastgoed in portefeuille heeft een
bezettingsgraad van  in België en  in Nederland.
De huurovereenkomsten die in  op eerstvolgende
vervaldatum komen, hebben, op basis van de contractuele
jaarhuren, betrekking op , van de totale portefeuille
en vertegenwoordigen een totale jaarlijkse bruto huur-
opbrengst van  , miljoen. De gemiddelde looptijd
tot de eerste vervaldag van de huurovereenkomsten
in de kantorenmarkt bedraagt , jaar. De kantoren in
portefeuille hebben een bezettingsgraad van  en
de huurovereenkomsten die in  op eerstvolgende

vervaldatum komen, hebben, op basis van de contractu-
ele jaarhuren, betrekking hebben op , van de totale
portefeuille en vertegenwoordigen een totale jaarlijkse
bruto huuropbrengst van  , miljoen. Gelet op die hoge
bezettingsgraad – in kantorenportefeuille en nog meer in
de logistieke portefeuille – is het risico van leegstand gro-
ter dan het potentieel om de bezettingsgraad te verhogen.
Intervest heeft besloten geen nieuwe kantoorruimte meer
aan te kopen en volop in te zetten op eigen ontwikkelingen
en herontwikkelingen in het logistieke segment. Bijgevolg
zal de risicoblootstelling aan het kantoorsegment afnemen
en deze aan het logistiek segment toenemen.
Potentiële impact:
Aantasting van het operationeel resultaat en de
cashow als gevolg van lagere huurprijzen, toenemende
leegstand en hogere kosten voor herverhuring. Een
daling van de huurinkomsten met  zou per  decem-
ber  leiden tot een daling van het EPRA resultaat
met ,, een daling van de nettowaarde van het
aandeel (reële waarde) met , en een toename van
de schuldgraad met ,
Daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggin-
gen. Zie risicofactor “Risico’s verbonden aan negatieve
variaties in de reële waarde van de gebouwen”.
Risico’s verbonden aan de
veroudering en het onderhoud
van gebouwen
Als verhuurder staat Intervest in beginsel in voor grote
onderhoudswerken en herstellingen aan de gebouwen in
haar portefeuille, terwijl de huurders instaan voor regulier
onderhoud (onderhoud van ramen en vensters, technisch
onderhoud, groenonderhoud, enz.) en kleine herstellingen.
De staat van de gebouwen wordt geimpacteerd door
slijtage van diverse onderdelen als gevolg van veroudering
of door (bijvoorbeeld) extreme weersomstandigheden
veroorzaakt door de klimaatverandering, terwijl de gebou-
wen moeten voldoen aan steeds strengere (wettelijke of
maatschappelijke) vereisten. De gemiddelde ouderdom
van de gebouwen in de portefeuille is  jaar ( tussen
 en  jaar,  tussen  en  jaar,  tussen  en  jaar,
 tussen  en  jaar en  ouder dan  jaar).
Naarmate de ouderdom van de gebouwen in de porte-
feuille toeneemt en om aan de toenemende (wettelijke of
maatschappelijke (bv. ESG)) vereisten te blijven voldoen,
moeten er onderhouds- en renovatiewerken worden
uitgevoerd. Dergelijke werken zijn tevens van belang om
een voldoende kwalitatief huurdersbestand te kunnen
blijven aantrekken en de vooraf ingeschatte huurprijs te
kunnen blijven realiseren. Die werken kunnen aanleiding
geven tot substantiële kosten en investeringen. Bovendien
zijn die werken blootgesteld aan een mogelijke stijging van
de bouwkosten en aan mogelijke problemen bij de levering
van grondstoen of materialen, waarvoor Intervest in
grote mate aankelijk is van macro-economische ontwik-
kelingen, zoals de volatiliteit van de grondstofprijzen (die
wordt beïnvloed door de volatiliteit van de energieprijzen)
en basismaterialen en verstoringen van de leveringsketen.
Tot slot kunnen die werken resulteren in een tijdelijke en/
of gedeeltelijke onverhuurbaarheid van gebouwen.
Potentiële impact:
Aantasting van het operationeel resultaat en de
cashow als gevolg tijdelijke en/of gedeeltelijke leeg-
stand. Een daling van de huurinkomsten met  zou per
 december  leiden tot een daling van het EPRA
resultaat met ,, een daling van de nettowaarde van
het aandeel (reële waarde) met , en een toename
van de schuldgraad met ,.
Daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggin-
gen. Zie risicofactor “Risico’s verbonden aan negatieve
variaties in de reële waarde van de gebouwen”.
Risico’s verbonden aan (her)
ontwikkelingsprojecten
Aan (her)ontwikkelingsprojecten zijn specieke risico’s
verbonden. Enerzijds worden de (her)ontwikkelingsprojec-
ten beïnvloed door de keuze van het juiste gebruiksformat,
het vinden van de juiste externe dienstverleners (archi-
tecten, studiebureaus, aannemers, andere adviseurs) en
partners en het verkrijgen, behouden of vernieuwen van
de nodige vergunningen en de toenemende regelgeving en
voorkeuren van klanten en maatschappelijke houdingen
met betrekking tot milieukwalicaties (ESG). Anderzijds
zijn de (her)ontwikkelingsprojecten blootgesteld aan een
mogelijke stijging van de bouwkosten en aan mogelijke
problemen bij de levering van grondstoen of materia-
len, waarvoor Intervest in grote mate aankelijk is van
macro-economische ontwikkelingen, zoals de volatiliteit
van de grondstofprijzen (die wordt beïnvloed door de
volatiliteit van de energieprijzen) en basismaterialen en
verstoringen van de leveringsketen. Deze en andere facto-
ren kunnen onder meer leiden tot vertraging, gebrekkige
uitvoering en het niet bekomen van de beoogde kwaliteit
of duurzaamheidniveaus en budgetoverschrijding, en dus
tot vertraagde huurinkomsten en mogelijks verhoogde
(nanciële) kosten. Intervest lanceert ontwikkelingspro-
jecten – behoudens uitzonderingen – normaliter pas indien
de nodige vergunningen voorhanden zijn en ze grotendeels
voorverhuurd en volledig genancierd zijn. Intervest
draagt het bouwrisico voor alle projecten in haar porte-
feuille per  december .
Potentiële impact:
Risico dat de nodige vergunningen niet worden
bekomen of worden aangevochten en later worden
bekomen.
Vertraging van de ontwikkeling, stijgende bouwkosten,
organisatorische problemen in de toelevering van
materialen of niet behalen van de beoogde kwaliteit en
duurzaamheidniveaus, met verminderde huurinkom-
sten of uitstel of verlies van huurinkomsten tot gevolg.
Het niet behalen van de beoogde rendementen op (her)
ontwikkelingsprojecten.
RISICOFACTOREN 
Risico’s verbonden aan wanbetaling
door huurders
Intervest kan niet uitsluiten dat huurders in gebreke blijven
om hun huur te betalen. Contractuele bepalingen in huur-
overeenkomsten voorzien steeds in waarborgsommen of
bankgaranties, en dit voor gemiddeld vijf maanden, en in
de vooraetaling van huur op maandelijkse of driemaan-
delijkse basis (met een (drie) maandelijkse provisie voor
huurlasten en taksen die contractueel kunnen worden
doorgerekend aan de huurders). Gehele of gedeeltelijke
wanbetaling door huurders die dergelijke waarborgen
overschrijdt, kan de huurinkomsten, cashow en bezet-
tingsgraad beïnvloeden.
Potentiële impact:
Per  december  bedroegen de uitstaande
handelsvorderingen  , miljoen en de dubieuze
debiteuren  , miljoen. Een stijging van de dubieuze
debiteuren met   miljoen zou het EPRA resultaat met
, doen dalen.
Operationeel resultaat en cashow aangetast door
wegvallen van huurinkomsten en aoeking van niet
geïnde handelsvorderingen, alsook door stijging van
de niet-doorgerekende servicekosten door leegstand
en gerechtskosten. . Een daling van de huurinkomsten
met  zou per  december  leiden tot een daling
van het EPRA resultaat met ,, een daling van de
nettowaarde van het aandeel (reële waarde) met ,
en een toename van de schuldgraad met ,.
Daling van de reële waarde van de vastgoedbeleggin-
gen. Zie risicofactor “Risico’s verbonden aan negatieve
variaties in de reële waarde van de gebouwen”.
Financiële risico’s
Risico’s verbonden aan de nanciële
schuldgraad
Intervest tracht een schuldgraad tussen ongeveer 
en  te handhaven, tenzij een duidelijke oververhitting
van de logistieke vastgoedmarkt de reële waarde van
de vastgoedportefeuille aanzienlijk zou doen stijgen, in
welk geval de beoogde schuldgraad voorzichtigheids-
halve neerwaarts bijgesteld zal worden naar  tot .
Intervest heeft per  december  een geconsoli-
deerde schuldgraad van ,. Een relatieve toename van
het vreemd vermogen ten opzichte van het eigen vermo-
gen kan resulteren in een hoger rendement maar kan ook
risico’s inhouden. Per  december  heeft Intervest
een investeringscapaciteit van   miljoen alvorens de
maximale geconsolideerde schuldgraad van  voor
GVV’s te bereiken. De ruimte voor verdere investerin-
gen bedraagt circa   miljoen alvorens de maximale
schuldgraad van  welke opgenomen is in de meeste
bankconvenanten in nancieringsovereenkomsten van
Intervest te overschrijden.
De reële waarde van de vastgoedportefeuille heeft even-
eens een invloed op de schuldgraad. Per  december 
zou een daling van de reële waarde van de vastgoedporte-
feuille ten belope van   miljoen resulteren in een over-
schrijding van de maximale geconsolideerde schuldgraad
van  en een daling van de reële waarde van de vastgoed-
portefeuille ten belope van   miljoen resulteren in een
overschrijding van een schuldgraad van .
Potentiële impact:
Strenger toezicht door de relevante toezichthouder
en, uiteindelijk, het verlies van het GVV-statuut (zie
risicofactor “Risico’s verbonden aan het verlies van het
statuut van OGVV en IGVV”). Bovendien mogen GVV’s
geen dividenden uitkeren indien hun geconsolideerde
schuldgraad gestegen is tot meer dan  of ten
gevolge van de uitkering zou stijgen tot boven die grens.
Beëindiging of heronderhandeling van de nancierings-
overeenkomsten of verplicht vervroegde terugbetaling
van uitstaande bedragen wegens inbreuk op de cove-
nanten in nancieringsovereenkomsten van Intervest,
dewelke onder meer betrekking hebben op het
geconsolideerde nanciële schuldenniveau (maximale
schuldgraad van ) (zie risicofactor “Risico’s verbon-
den aan de niet-nakoming van nanciële covenanten”).
Onmogelijkheid om te voldoen aan rente- en aos-
singsverplichtingen van vreemd vermogen en overige
betalingsverplichtingen, resulterend in de mogelijke
gedwongen verkoop van vastgoedbeleggingen aan min-
der gunstige voorwaarden om aan de betalingsverplich-
tingen te kunnen blijven voldoen, met een negatieve
impact op de resultaten en de nettowaarde.
Moeilijkere toegang tot bijkomende nanciering met
vreemd vermogen of bijkomende nanciering met
vreemd vermogen tegen hogere kosten. Een stijging
van de Euribor tarieven met  basispunten zou per
 december  een daling van het EPRA resultaat
met  , miljoen (,) tot gevolg hebben.
Risico’s verbonden aan de niet-
nakoming van nanciële covenanten
Intervest heeft per  december  kredietlijnen
voor een bedrag van   miljoen. Verdere toelichting
over deze kredieten en de terugbetalingstermijnen kan
gevonden worden in het hoofdstuk “Financiële structuur -
Toelichting nanciële structuur” in het Activiteitenverslag.
De kredietovereenkomsten bevatten covenanten met
betrekking tot de naleving van nanciële ratio’s, deze heb-
ben vooral betrekking op het geconsolideerde nanciële

schuldenniveau (maximale schuldgraad van ) of de
nanciële interestlast (interest cover ratio minimum 
tot ,), het verbod tot hypothekeren of verpanden van
vastgoedbeleggingen en de pari passu behandeling van
de schuldeisers.
Potentiële impact:
Annulering, heronderhandeling, opzegging of ver-
vroegde opeisbaarheid van de nancieringsovereen-
komsten door de nanciële instellingen bij de niet
nakoming van de covenanten en, in het bijzonder, het
niet respecteren van de opgelegde nanciële ratio’s.
Noodzaak om, indien een nancieringsovereenkomst
in het gedrang komt, mogelijks aan minder gunstige
voorwaarden andere nancieringen aan te gaan of
vastgoedbeleggingen te verkopen om aan de beta-
lingsverplichtingen te kunnen blijven voldoen, met een
negatieve impact op de resultaten.
Risico’s verbonden aan de toegang
tot en kost van nanciering en het
gebruik van indekkingsinstrumenten
Intervest is in grote mate aankelijk van haar vermogen
om nanciële middelen op te halen, in de vorm van eigen
vermogen of vreemd vermogen (inclusief via obligaties),
om haar activiteiten te nancieren en om haar dage-
lijkse betalingsverplichtingen te voldoen. In totaal heeft
Intervest op  december    miljoen kredietlij-
nen, waarvan   miljoen niet opgenomen kredietlijnen.
Verschillende factoren kunnen ertoe leiden dat Intervest
moeilijker toegang krijgt tot nanciering. Voorbeelden zijn
onder meer verstoringen of volatiliteit op de internationale
markten, een vermindering van de kredietverleningscapa-
citeit van de banken, een verminderde kredietwaardigheid
van Intervest, een negatieve perceptie van investeerders
op vastgoedondernemingen en het niet voldoen aan
toenemende verwachtingen van investeerders met
betrekking tot bepaalde milieukwalicaties (ESG) en
transparante rapportering hierover.
Per  december  bedroeg het nominaal bedrag van
de uitstaande nancieringsschuld   miljoen. Van de
opgenomen kredietlijnen op  december  heeft
 een vaste rentevoet of is gexeerd door renteswaps
en heeft  een variabele rentevoet. De rentabiliteit van
Intervest en de mogelijkheid om toekomstige investe-
ringen te doen, hangt derhalve in grote mate af van de
ontwikkelingen van de rentevoeten. Een stijging van de
rentevoeten maakt de kapitaalkost duurder voor Intervest.
Op  december  is de gewogen gemiddelde reste-
rende looptijd van de interest rate swaps , jaar.
De reële waarde van de indekkingsinstrumenten wordt
bepaald door de rentevoeten op de nanciële markten. Bij
sterke daling van de rente krijgen derivaten ter afdekking
van het renterisico een negatieve waarde. Bij een sterke
stijging van de rente is het onzeker of Intervest voldoende
nanciële indekkingsinstrumenten zal kunnen afsluiten of
dat deze aan aanvaardbare voorwaarden zullen kunnen
worden afgesloten. Schommelingen in de reële waarde
van de toegelaten indekkingsinstrumenten hebben geen
impact op de cashow aangezien deze nanciële derivaten
worden aangehouden tot vervaldag van deze contracten.
Enkel een vroegtijdige afwikkeling zou extra kosten met
zich meebrengen.
Potentiële impact:
Financiering tegen hogere kosten, met als gevolg
aantasting van het EPRA resultaat en de cashow en
een hogere schuldgraad. Een stijging van de Euribor
tarieven met  basispunten zou per  december
 een daling van het EPRA resultaat met  , mil-
joen (-,) tot gevolg hebben.
Liquiditeitsproblemen en onmogelijkheid om acquisities
of ontwikkelingen te nancieren of om te voldoen aan
rente- en aossingsverplichtingen van vreemd vermo-
gen en overige betalingsverplichtingen.
De gedwongen verkoop van vastgoedbeleggingen
aan minder gunstige voorwaarden om aan de beta-
lingsverplichtingen te kunnen blijven voldoen, met een
negatieve impact op de resultaten en de nettowaarde.
Volatiliteit en onzekerheid op de kapitaalmarkten
kan leiden tot sterke schommelingen in de koers van
het aandeel.
Reglementaire risico’s
Risico’s verbonden aan het verlies
van het statuut van OGVV en IGVV
Intervest is een OGVV en Genk Green Logistics NV is IGVV
naar Belgisch recht. Om hun statuut als OGVV respectie-
velijk IGVV te behouden, moeten ze voldoen aan diverse
vereisten onder de GVV-Wet en het GVV-KB. Voorbeelden
van die wettelijke vereisten zijn dat hun schuldgraad niet
meer dan  bedragen en dat ze niet meer dan 
van hun vermogen mogen investeren in activa die één
vastgoedgeheel vormen. Verdere toelichting over de
toepasselijke wettelijke vereisten en scale stelsels kan
gevonden worden in het hoofdstuk “Wettelijk kader en
scale stelsels” in de Algemene inlichtingen.
Potentiële impact:
Verlies van het statuut van OGVV of IGVV zou resulte-
ren in een verlies van het voordelig transparant scaal
stelsel dat de betrokken entiteit geniet waardoor
het algemeen tarief van vennootschapsbelasting van
toepassing wordt. Dit zou er onder meer toe leiden
dat de resultaten (huurinkomsten en meerwaarden
RISICOFACTOREN 
uit verkoop verminderd met de operationele uitgaven
en nanciële lasten) van de betrokken entiteit, die nu
vrijgesteld zijn van vennootschapsbelasting, daaraan
onderworpen zouden worden.
Verlies van het statuut van OGVV of IGVV wordt in de
kredietovereenkomsten van de betrokken entiteit door-
gaans beschouwd als gebeurtenis waardoor kredieten
vervroegd opeisbaar worden.

1 Identicatie
2 Uittreksel uit de statuten
3 Commissaris
4 Liquidity provider
5 Vastgoeddeskundigen
6 Vastgoedbeheerders
7 Groepsstructuur
8 Wettelijk kader en scale stelsels
9 Historische nanciële informatie
opgenomen door verwijzing
10 Vereiste onderdelen van
het jaarverslag
11 Verantwoordelijken voor de inhoud
van het jaarverslag
12 Informatie aomstig van derden
ALGEMENE INLICHTINGEN
Identificatie
Naam
Intervest Oces & Warehouses NV is een openbare GVV naar
Belgisch recht.
De naam van de vennootschap is op  oktober  gewijzigd
van “Intervest Oces” in “Intervest Oces & Warehouses”.
In dit Jaarverslag wordt Intervest Oces & Warehouses ingekort
tot ‘Intervest’ om de vennootschap aan te duiden.
Zetel - e-mailadres - website
De zetel van de vennootschap is gevestigd in Uitbreidingstraat
,  Antwerpen-Berchem. Telefonisch bereikbaar op het
nummer  ()   .
Haar e-mailadres is intervest@intervest.eu. De website van de
vennootschap is www.intervest.eu. De informatie op de website
maakt geen deel uit van dit jaarverslag tenzij die informatie via
verwijzing in dit jaarverslag is opgenomen.
Ondernemings nummer (RPR Antwerpen,
afdeling Antwerpen)
De vennootschap is ingeschreven bij de Kruispuntbank voor
ondernemingen onder het ondernemingsnummer ...
Haar identicatiecode voor juridische entiteiten (LEI - legal entity
identier) is MEVEEASM.
Rechtsvorm, oprichting, bekendmaking
Intervest Oces & Warehouses NV (hierna ‘Intervest’ genoemd)
is op  augustus  opgericht als naamloze vennootschap
onder de naam “Immo-Airway”, bij akte verleden voor Meester
Carl Ockerman, notaris te Brussel en gepubliceerd in de Bijlagen
bij het Belgisch Staatsblad van  augustus  onder nummer
BBS -.
Bij akte, verleden voor Meester Eric Spruyt, notaris te Brussel
en Meester Max Bleeckx, notaris te Sint-Gillis-Brussel, verleden
op  februari  en gepubliceerd in de Bijlagen bij het Belgisch
Staatsblad van  februari  onder nummer BBS -,
is de rechtsvorm omgezet van een naamloze vennootschap in
een commanditaire vennootschap op aandelen en is de naam
gewijzigd in “PeriFund”.
Bij akte, verleden voor Meester Eric De Bie, notaris te
Antwerpen-Ekeren, met tussenkomst van Meester Carl
Ockerman, notaris te Brussel, verleden op  juni  en
gepubliceerd in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van  juli
 onder nummer BBS -, is de rechtsvorm
omgezet van een commanditaire vennootschap op aandelen naar
een naamloze vennootschap en is de naam gewijzigd in “Intervest
Oces”. Op  oktober  is bij akte verleden voor Meester
Eric De Bie, notaris te Antwerpen-Ekeren, en bekend gemaakt
in het Belgisch Staatsblad op  november  onder nummer
--/, de naam gewijzigd in “Intervest Oces &
Warehouses.
De statuten zijn gewijzigd bij akte verleden voor notaris Eric
De Bie op  oktober , bekend gemaakt in de Bijlagen bij
het Belgisch Staatsblad onder nummer --/
waarbij het maatschappelijk doel werd gewijzigd daar de
vennootschap een openbare gereglementeerde vastgoedven-
ALGEMENE INLICHTINGEN 
nootschap is geworden zoals bedoeld in artikel , ° van de
GVV-Wet (en dus niet langer een openbare vastgoedbevak is) en
waarbij tevens andere wijzigingen aan de statuten zijn doorge-
voerd om te verwijzen naar de GVV-Wet in plaats van naar de
vastgoedbevakwetgeving.
Op  maart  werd Intervest Oces erkend als “openbare
vastgoedbeleggingsvennootschap met vast kapitaal naar
Belgisch recht, afgekort “vastgoedbevak naar Belgisch recht”.
Rekening houdend met de inwerkingtreding van de wet van
 april  betreende de alternatieve instellingen voor
collectieve belegging en hun beheerders (de “AICB-wet”)
1
, heeft
de vennootschap ervoor geopteerd om het statuut van openbare
gereglementeerde vastgoedvennootschap, zoals ingevoerd
door de GVV-Wet, aan te vragen in plaats van het statuut van
openbare vastgoedbevak. In dit kader heeft de vennootschap
op  juli  haar vergunningsaanvraag als openbare gere-
glementeerde vastgoedvennootschap ingediend bij de FSMA.
Vervolgens werd de vennootschap conform de artikelen , 
en  van de GVV-Wet door de FSMA als openbare gereglemen-
teerde vastgoedvennootschap vergund op  september , en
dit onder de opschortende voorwaarde van de aanpassing van de
statuten van de vennootschap en het naleven van de bepalingen
van artikel ,  en volgende van de GVV-Wet. Op  oktober
 tenslotte heeft de buitengewone algemene vergadering
van aandeelhouders van de vennootschap de doelwijziging met
het oog op de verandering van statuut van vastgoedbevak naar
openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap, overeen-
komstig de GVV-Wet, met , van de stemmen goedgekeurd.
Aangezien op voormelde buitengewone algemene vergadering
van aandeelhouders geen enkel recht van uittreding werd
uitgeoefend, en alle opschortende voorwaarden waaraan de
statutenwijziging door de buitengewone algemene vergadering
van aandeelhouders en de vergunning verleend door de FSMA
werden onderworpen, werden vervuld, geniet Intervest vanaf
 oktober  van het statuut van openbare gereglemen-
teerde vastgoedvennootschap.
Als openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap is de
vennootschap niet langer onderworpen aan de bepalingen van
het KB van  december  met betrekking tot vastgoedbevaks
en de wet van  augustus  betreende bepaalde vormen van
collectief beheer van beleggingsportefeuilles, maar bestaat de
toepasselijke regelgeving sinds  oktober  uit de GVV-Wet
en het GVV-KB.
De statuten werden voor het laatst gewijzigd bij akte verleden
voor notaris Eric De Bie te Antwerpen-Ekeren op  augustus
, neergelegd ter grie van de Ondernemingsrechtbank van
Antwerpen afdeling Antwerpen.
De vennootschap is ingeschreven bij de Financial Services and
Markets Authority (FSMA).
Duur
De vennootschap is opgericht voor onbepaalde duur.
Boekjaar
Het boekjaar begint op  januari en eindigt op  december van
elk jaar.
De wet vormt de omzetting naar Belgisch recht van de Europese richtlijn met betrekking tot de beheerders van alternatieve beleg-
gingsfondsen (in het Engels, “alternative investment funds managers, zodat deze richtlijn de ”AICB-richtlijn” wordt genoemd en dat
deze wet de “AICB-wet” wordt genoemd).
Inzage documenten
De oprichtingsakte en statuten liggen ter inzage bij de
Grie van de Ondernemingsrechtbank Antwerpen, afde-
ling Antwerpen.
De jaarrekening en bijhorende verslagen van het bestuursor-
gaan en de commissaris worden neergelegd bij de balanscen-
trale van de Nationale Bank van België, waar ze voor inzage
beschikbaar zijn.
De besluiten houdende benoeming en ontslag van de leden
van de organen worden bekendgemaakt in de Bijlagen bij het
Belgisch Staatsblad.
De nanciële mededelingen alsook de oproepingen tot de
algemene vergaderingen worden gepubliceerd in een dagblad.
De statuten, het corporate governance charter, de jaarversla-
gen, persberichten, nanciële mededelingen alsook oproe-
pingen tot de algemene vergaderingen en andere publieke
vennootschapsdocumenten zijn beschikbaar op de website
www.intervest.eu.
Voornoemde documenten zijn eveneens beschikbaar voor inzage
op de zetel van de vennootschap.
Voorwerp
Artikel 4 van de statuten
. De vennootschap heeft tot uitsluitend voorwerp:
a. om rechtstreeks of via een vennootschap waarin zij een deel-
neming bezit conform de bepalingen van de GVV-Wet en de ter
uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, onroe-
rende goederen ter beschikking te stellen van gebruikers; en,
b. binnen de grenzen van de toepasselijke wetgeving op de
gereglementeerde vastgoedvennootschappen, vastgoed te
bezitten zoals vermeld in artikel , ° van de GVV-Wet.
Onder vastgoed in de zin van artikel , ° van de GVV-Wet
wordt begrepen:
i. onroerende goederen zoals gedenieerd in de artikelen 517
en volgende van het Burgerlijk Wetboek en zakelijke rechten
op onroerende goederen, met uitsluiting van de onroerende
goederen van bosbouwkundige, landbouwkundige of mijnbouw-
kundige aard;
ii. aandelen met stemrecht uitgegeven door vastgoedvennoot-
schappen, waarvan de vennootschap rechtstreeks of onrecht-
streeks meer dan 25% van het kapitaal aanhoudt;
iii. optierechten op vastgoed;
iv. aandelen van openbare of institutionele gereglementeerde
vastgoedvennootschappen, op voorwaarde, in laatstgenoemd
geval, dat de vennootschap rechtstreeks of onrechtstreeks meer
dan 25% van het kapitaal daarvan aanhoudt;
v. rechten voortvloeiend uit contracten waarbij aan de vennoot-
schap één of meer goederen in leasing worden gegeven, of
andere analoge gebruiksrechten worden verleend;
vi. rechten van deelneming in openbare en institutionele
vastgoedbevaks;
vii. rechten van deelneming in buitenlandse instellingen voor collec-
tieve belegging in vastgoed die zijn ingeschreven op de in artikel
260 van de Wet van 19 april 2014 betreende de alternatieve
instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders
bedoelde lijst;

viii. rechten van deelneming in instellingen voor collectieve beleg-
ging in vastgoed die in een andere lidstaat van de Europese
Economische Ruimte zijn gevestigd en niet zijn ingeschreven
op de in artikel 260 van de Wet van 19 april 2014 betreende
de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun
beheerders bedoelde lijst, voor zover zij aan een gelijkwaardig
toezicht zijn onderworpen als de openbare vastgoedbevaks;
ix. aandelen of rechten van deelneming uitgegeven door vennoot-
schappen (i) met rechtspersoonlijkheid; (ii) die ressorteren onder
het recht van een andere lidstaat van de Europese Economische
Ruimte; (iii) waarvan de aandelen al dan niet zijn toegelaten tot
de verhandeling op een gereglementeerde markt en die al dan
niet onderworpen zijn aan een regime van prudentieel toezicht;
(iv) waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit de verwerving of de
oprichting van onroerende goederen in het vooruitzicht van de
terbeschikkingstelling ervan aan gebruikers, of het rechtstreekse
of onrechtstreekse bezit van aandelen in vennootschappen
met een soortgelijke activiteit; en (v) die zijn vrijgesteld van de
belasting op de inkomsten uit de winst die uit de in de bepaling
onder (iv) hierboven bedoelde activiteit voortvloeit, mits naleving
van bepaalde wettelijke verplichtingen, en die minstens verplicht
zijn om een deel van hun inkomsten onder hun aandeelhouders
te verdelen (hierna “Real Estate Investment Trusts” (verkort
“REIT’s”) genoemd);
x. vastgoedcerticaten in de zin van de wet van 11 juli 2018;
xi. rechten van deelneming in een GVBF.
Het vastgoed bedoeld in artikel . (b), lid , (vi), (vii), (viii), (ix)
en (xi) dat rechten van deelneming betreft in een alternatieve
beleggingsinstelling zoals bedoeld in de Europese regelgeving,
kan niet kwaliceren als aandelen met stemrecht uitgegeven
door vastgoedvennootschappen, ongeacht het bedrag van de
deelneming die door de Vennootschap rechtstreeks of onrecht-
streeks wordt aangehouden.
Als de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde vast-
goedvennootschappen in de toekomst zou wijzigen en andere
soorten activa zou aanduiden als vastgoed in de zin van de GVV-
Wet, zal de vennootschap ook in die bijkomende soorten activa
mogen investeren.
c. het op lange termijn rechtstreeks, of via een vennootschap
waarin zij een deelneming bezit overeenkomstig de bepalin-
gen van de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde
vastgoedvennootschappen, desgevallend in samenwerking
met derden, met een publieke opdrachtgever afsluiten van of
toetreden tot één of meerdere:
i. DBF-overeenkomsten, de zogenaamde “Design, Build,
Finance” overeenkomsten;
ii. DB(F)M-overeenkomsten, de zogenaamde “Design, Build,
(Finance) and Maintain” overeenkomsten;
iii. DBF(M)O-overeenkomsten, de zogenaamde “Design, Build,
Finance, (Maintain) and Operate” overeenkomsten; en/of
iv. overeenkomsten voor concessie van openbare werken met
betrekking tot gebouwen en/of andere infrastructuur van
onroerende aard en daarop betrekking hebbende diensten, en op
basis waarvan:
zij instaat voor de terbeschikkingstelling, het onderhoud
en/of de exploitatie ten behoeve van een publieke entiteit
en/of de burger als eindgebruiker, ten einde invulling te
geven aan een maatschappelijk behoefte en/of de voorzie-
ning van een openbare dienst toe te laten; en
het daarmee gepaard gaande nancierings-, beschik-
baarheids-, vraag- en/of exploitatierisico, bovenop het
eventuele bouwrisico, geheel of gedeeltelijk door haar kan
worden gedragen, zonder daarbij noodzakelijkerwijze over
zakelijke rechten te beschikken;
d. het op lange termijn rechtstreeks, of via een vennootschap
waarin zij een deelneming bezit overeenkomstig de bepalin-
gen van de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde
vastgoedvennootschappen, desgevallend in samenwerking
met derden, ontwikkelen, laten ontwikkelen, oprichten, laten
oprichten, beheren, laten beheren, uitbaten, laten uitbaten of
ter beschikking stellen van:
i. voorzieningen en opslagplaatsen voor vervoer, verdeling of
opslag van elektriciteit, gas, fossiele of niet-fossiele brandstof
en energie in het algemeen en de daarmee verband hou-
dende goederen;
ii. nutsvoorzieningen voor vervoer, verdeling, opslag of zuivering
van water en de daarmee verband houdende goederen;
iii. installaties voor opwekking, opslag en het transport van al dan
niet hernieuwbare energie en de daarmee verband houdende
goederen; of
iv. afval- en verbrandingsinstallaties en de daarmee verband
houdende goederen.
e. het initieel aanhouden van minder dan   in het kapitaal van
een vennootschap waarin de activiteiten bedoeld in art. .,
(c) hierboven worden uitgeoefend, voor zover de genoemde
deelneming binnen twee jaar, of elke langere termijn die de
publieke entiteit waarmee wordt gecontracteerd in dit verband
vereist, na aoop van de bouwfase van het PPS-project (in de
zin van de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde
vastgoedvennootschappen ), als gevolg van een overdracht van
aandelen wordt omgezet in een deelneming overeenkomstig
de bepalingen van de toepasselijke wetgeving op de geregle-
menteerde vastgoedvennootschappen.
Als de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde
vastgoedvennootschappen in de toekomst zou wijzigen en de
uitoefening van nieuwe activiteiten door de vennootschap zou
toestaan, zal de vennootschap ook die bijkomende activiteiten
mogen uitoefenen.
In het kader van de terbeschikkingstelling van onroerende
goederen, kan de vennootschap alle activiteiten uitoefenen die
verband houden met de oprichting, de bouw (zonder areuk
te doen aan het verbod om op te treden als bouwpromotor,
behoudens wanneer het occasionele verrichtingen betreft),
de verbouwing, de inrichting, de renovatie, de ontwikkeling, de
verwerving, de vervreemding, de verhuur, de onderverhuring, de
ruil, de inbreng, de overdracht, de verkaveling, het onderbrengen
onder het stelsel van mede-eigendom of onverdeeldheid van
onroerende goederen, het verlenen of verkrijgen van opstalrech-
ten, vruchtgebruik, erfpacht of andere zakelijke of persoonlijke
rechten op onroerende goederen, het beheer en de exploitatie
van onroerende goederen.
. De vennootschap kan bijkomend of tijdelijk beleggen in
eecten die geen vastgoed zijn in de zin van de toepasselijke
wetgeving op de gereglementeerde vastgoedvennootschappen.
Deze beleggingen zullen uitgevoerd worden in overeenstemming
met het risicobeheerbeleid aangenomen door de vennootschap
en zullen gediversieerd zijn, zodat zij een passende risicodiver-
sicatie verzekeren. De vennootschap mag eveneens niet-toe-
gewezen liquide middelen aanhouden in alle munten in de vorm
van zicht- of termijndeposito’s of in de vorm van enig ander
gemakkelijk verhandelbaar monetair instrument.
ALGEMENE INLICHTINGEN 
De vennootschap mag bovendien verrichtingen betreende
afdekkingsinstrumenten aangaan, voor zover deze er uitsluitend
toe strekken het rente- en wisselkoersrisico te dekken in het
kader van de nanciering en het beheer van de activiteiten van de
vennootschap zoals bedoeld in de toepasselijke wetgeving op de
gereglementeerde vastgoedvennootschappen en met uitsluiting
van elke verrichting van speculatieve aard.
. De vennootschap mag één of meer onroerende goederen in
leasing nemen of geven. De activiteit van het met aankoopoptie
in leasing geven van onroerende goederen mag alleen als bij-
komstige activiteit worden uitgeoefend, tenzij deze onroerende
goederen bestemd zijn voor een doel van algemeen belang met
inbegrip van sociale huisvesting en onderwijs (in dit geval mag de
activiteit als hoofdactiviteit worden uitgeoefend).
. In overeenstemming met de toepasselijke wetgeving op de
gereglementeerde vastgoedvennootschappen, mag de vennoot-
schap zich inlaten met:
de aankoop, de verbouwing, de inrichting, de verhuur, de
onderverhuring, het beheer, de ruil, de verkoop, de verkaveling,
het onderbrengen onder het stelsel van mede-eigendom van
vastgoed zoals hierboven omschreven;
De volledige statuten zijn te consulteren op de zetel van de vennootschap en op www.intervest.eu.
enkel in het kader van de nanciering van haar vastgoedac-
tiviteiten, hypotheken of andere zekerheden of waarborgen
verlenen in overeenstemming met artikel  van de GVV-Wet;
kredieten verstrekken en het stellen van zekerheden of het geven
van garanties in overeenstemming met artikel  van de GVV-Wet.
. De vennootschap mag alle roerende of onroerende goederen,
materialen en benodigdheden, verwerven, huren of verhuren,
overdragen of ruilen, en in het algemeen en in overeenstem-
ming met de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde
vastgoedvennootschappen, alle commerciële of nanciële hande-
lingen verrichten die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband
staan met haar voorwerp en de uitbating van alle intellectuele
rechten en commerciële eigendommen die er betrekking
op hebben.
Voor zover verenigbaar met het statuut van gereglementeerde
vastgoedvennootschap, kan de vennootschap door middel van
inbreng in speciën of in natura, van fusie, inschrijving, deelne-
ming, nanciële tussenkomst of op een andere wijze, een aandeel
nemen in alle bestaande of op te richten vennootschappen of
ondernemingen, in België of het buitenland, waarvan het voor-
werp soortgelijk of aanvullend is met het hare, of van aard is de
uitoefening van haar voorwerp te bevorderen.
Uittreksel uit de statuten
2
Kapitaal - Aandelen
Artikel 7 - Toegestaan kapitaal
. De raad van toezicht is gemachtigd om het kapitaal te verho-
gen in een of meerdere keren met een bedrag van:
i. vijftig procent (50%) van tweehonderdzesenzestig miljoen
vierhonderd en tweeduizend tweehonderdzesendertig euro vier-
entwintig cent (€ 266.402.236,24), afgerond naar beneden tot
op de eurocent, (a) indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging
een kapitaalverhoging door inbreng in geld met mogelijkheid
tot uitoefening van het voorkeurrecht van de aandeelhouders
van de vennootschap betreft, of (b) indien de te verwezenlijken
kapitaalverhoging een kapitaalverhoging door inbreng in geld
met mogelijkheid tot uitoefening van het onherleidbaar toewij-
zingsrecht (zoals bedoeld in de Wet van 12 mei 2014 betreende
de gereglementeerde vastgoedvennootschappen en gewijzigd bij
Wet van 2 mei 2019 houdende diverse nanciële bepalingen) van
de aandeelhouders van de vennootschap betreft,
ii. twintig procent (20%) van tweehonderdzesenzestig miljoen
vierhonderd en tweeduizend tweehonderdzesendertig euro
vierentwintig cent (€ 266.402.236,24), afgerond naar beneden
tot op de eurocent, indien de te verwezenlijken kapitaalverhoging
een kapitaalverhoging in het kader van de uitkering van een
keuzedividend betreft,
iii. tien procent (10%) van tweehonderdzesenzestig miljoen vierhon-
derd en tweeduizend tweehonderdzesendertig euro vierentwin-
tig cent (€ 266.402.236,24), afgerond naar beneden tot op de
eurocent, voor alle vormen van kapitaalverhoging anders dan
deze geviseerd en goedgekeurd in punten (i) en (ii) hierboven,
met dien verstande dat het kapitaal in het kader van het
toegestane kapitaal niet verhoogd zal kunnen worden met een
bedrag hoger dan tweehonderdzesenzestig miljoen vierhonderd
en tweeduizend tweehonderdzesendertig euro vierentwintig cent
(€ 266.402.236,24) in totaal gedurende de periode van vijf jaar
te rekenen vanaf de bekendmaking in de Bijlagen tot het Belgisch
Staatsblad van het desbetreende machtigingsbesluit van de
algemene vergadering. Deze machtiging kan worden hernieuwd.
. De raad van toezicht is gemachtigd om het kapitaal te
verhogen door inbreng in geld of in natura, desgevallend door
incorporatie van reserves of uitgiftepremies, of door de uitgifte
van converteerbare obligaties of inschrijvingsrechten, mits
naleving van de regels voorgeschreven door het Wetboek van
Vennootschappen en Verenigingen, door deze statuten en door
de toepasselijke wetgeving op de gereglementeerde vastgoed-
vennootschappen. Deze machtiging heeft slechts betrekking op
het bedrag van het kapitaal en niet op de uitgiftepremie.
. Bij elke kapitaalverhoging stelt de raad van toezicht de prijs,
de eventuele uitgiftepremie en de uitgiftevoorwaarden van
de nieuwe aandelen vast, tenzij de algemene vergadering daar
anders over zou beslissen.
. De raad van toezicht kan het voorkeurrecht van de aandeel-
houders beperken of opheen, in voorkomend geval ten gunste
van één of meer bepaalde personen, die niet behoren tot het
personeel, overeenkomstig artikel . van de statuten.
Artikel 8 - Aard van de aandelen
. De aandelen zijn op naam of in de vorm van gedemateriali-
seerde eecten.
. Op de maatschappelijke zetel wordt een register bijgehou-
den van de aandelen op naam, waarvan elke aandeelhouder
kennis kan nemen. Het register kan, in voorkomend geval, onder

elektronische vorm bestaan. Inschrijvingscerticaten op naam
zullen aan de aandeelhouders afgeleverd worden. Elk gedema-
terialiseerd aandeel wordt vertegenwoordigd door een boeking
op een rekening op naam van de aandeelhouder bij een erkende
rekeninghouder of bij een vereeningsinstelling.
.Elke overdracht onder levenden of naar aanleiding van over-
lijden, alsook elke omruiling van eecten worden in voormeld
register ingeschreven.
. De aandeelhouders kunnen op elk ogenblik schriftelijk en
op hun kosten de omzetting vragen van aandelen op naam in
gedematerialiseerde aandelen en omgekeerd.
Artikel 12 - Transparantieregeling
. Overeenkomstig de wettelijke voorschriften ter zake is elke
natuurlijke of rechtspersoon die aandelen of andere verleende
nanciële instrumenten van de vennootschap met stemrecht, die
al dan niet het kapitaal vertegenwoordigen, verwerft of afstaat,
verplicht zowel de vennootschap als de Financial Services and
Markets Authority (hierna “FSMA” genoemd) kennis te geven van
het aantal nanciële instrumenten dat hij bezit, telkens wanneer
de stemrechten verbonden aan deze nanciële instrumenten vijf
procent ( ) of een veelvoud van vijf procent bereiken van het
totale aantal stemrechten op dat ogenblik of op het ogenblik dat
zich omstandigheden voordoen op grond waarvan zulke kennis-
geving verplicht wordt.
. Naast de in vorige paragraaf vermelde wettelijke drempels
voorziet de vennootschap tevens in een statutaire drempel van
drie procent ().
. De aangifte is eveneens verplicht in geval van overdracht
van aandelen, wanneer ingevolge deze overdracht het aantal
stemrechten stijgt boven of daalt onder de drempels bepaald in
de eerste of tweede alinea.
Bestuur en vertegenwoordiging
Artikel 13. - Duaal bestuur
De vennootschap wordt bestuurd door een raad van toezicht en
een directieraad, ieder binnen de grenzen van de hen toege-
wezen bevoegdheden. Naast de regels die voorzien zijn in deze
statuten kan zowel de raad van toezicht als de directieraad een
intern reglement uitvaardigen, overeenkomstig artikel : van
het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, waarbij het
intern reglement van de directieraad voorafgaandelijk door de
raad van toezicht dient te worden goedgekeurd.
Artikel 14 - Raad van toezicht Benoeming - ontslag
- vacature
. De raad van toezicht is samengesteld uit minstens drie leden,
al dan niet aandeelhouders, die voor maximum zes jaar worden
benoemd door de algemene vergadering van de aandeelhouders,
en te allen tijde en zonder opgave van redenen met onmiddellijke
ingang door deze laatste kunnen worden herroepen. De leden
van de raad van toezicht zijn herverkiesbaar.
Ingeval een of meer mandaten openvallen, hebben de overblij-
vende leden het recht voorlopig in de vacature te voorzien tot
aan de volgende algemene vergadering, die al dan niet tot de
denitieve benoeming van het gecoöpteerde lid van de raad van
toezicht zal overgaan.
. Overeenkomstig hetgeen bepaald is in artikel  van het
GVV-Wet, wordt de raad van toezicht van de vennootschap
zo samengesteld dat de vennootschap conform artikel  van
de GVV-Wet kan worden bestuurd. Er dienen minstens drie
onaankelijke leden in de zin van artikel :,  van het Wetboek
van Vennootschappen en Verenigingen te zetelen in de raad van
toezicht van de vennootschap.
Alle leden van de raad van toezicht zijn uitsluitend natuurlijke
personen en moeten permanent over de voor de uitoefening van
hun functie vereiste professionele betrouwbaarheid en passende
deskundigheid beschikken, zoals bepaald in artikel   van de
GVV-Wet. Zij mogen zich niet in één van de in het artikel  van
de Wet van  april  op het statuut van en het toezicht op
de kredietinstellingen voorziene gevallen bevinden. De leden van
de raad van toezicht dienen te voldoen aan de artikelen  en 
van de GVV-Wet. De benoeming van de leden van de raad van
toezicht wordt voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan
de FSMA.
. Leden van de raad van toezicht kunnen niet tevens ook
lid zijn van de directieraad. Leden van de directieraad kunnen
echter uitgenodigd worden door de raad van toezicht om
haar vergaderingen bij te wonen zonder stemrecht en zonder
beslissingsbevoegdheid. Leden van de raad van toezicht kunnen
in deze hoedanigheid niet door een arbeidsovereenkomst met de
vennootschap zijn verbonden.
Artikel 16 - Directieraad Benoeming - ontslag
. De directieraad is samengesteld uit minstens drie leden die
worden benoemd door de raad van toezicht. De raad van toezicht
kan het mandaat van elk lid van de directieraad te allen tijde en
zonder opgave van redenen met onmiddellijke ingang beëindigen.
Onverminderd strengere wettelijke bepalingen, stelt de raad van
toezicht de verloning van de leden van de directieraad vast.
. Alle leden van de directieraad zijn uitsluitend natuurlijke
personen en moeten permanent over de voor de uitoefening van
hun functie vereiste professionele betrouwbaarheid en passende
deskundigheid beschikken, zoals bepaald in artikel   van de
GVV-Wet. Zij mogen zich niet in één van de in het artikel  van
de Wet van  april  op het statuut van en het toezicht op de
kredietinstellingen voorziene gevallen bevinden. De leden van de
directieraad dienen te voldoen aan de artikelen  en  van de
GVV-Wet.
De benoeming van de leden van de directieraad wordt vooraf-
gaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan de FSMA.
. Leden van de directieraad kunnen niet tevens ook lid zijn
van de raad van toezicht. Leden van de directieraad kunnen in
deze hoedanigheid niet door een arbeidsovereenkomst met de
vennootschap zijn verbonden.
Artikel 18 - Eectieve leiding
De eectieve leiding van de vennootschap wordt toevertrouwd
aan minstens twee natuurlijke personen.
De met eectieve leiding belaste personen dienen te voldoen aan
de artikelen  en  van de GVV-Wet.
Artikel 21 - Belangenconicten
De leden van de raad van toezicht, de leden van de directieraad,
de personen die belast zijn met het dagelijks bestuur en de
lasthebbers van de vennootschap zullen de regels met betrekking
ALGEMENE INLICHTINGEN 
tot de belangenconicten voorzien in de artikelen ,  en 
van de GVV-Wet en in het Wetboek van Vennootschappen en
Verenigingen eerbiedigen, zoals zij in voorkomend geval kunnen
worden gewijzigd.
Artikel 22 - Controle
. De controle op de verrichtingen van de vennootschap wordt
opgedragen aan één of meer commissarissen, benoemd door
de algemene vergadering onder de leden van het Instituut der
Bedrijfsrevisoren voor een vernieuwbare termijn van drie jaar. De
bezoldiging van de commissaris wordt op het ogenblik van zijn
benoeming door de algemene vergadering vastgesteld.
. De commissaris(sen) controleert (controleren) en certieert
(certiëren) eveneens de boekhoudkundige gegevens opgeno-
men in de jaarrekening van de vennootschap.
. De opdracht van commissaris mag enkel worden toe-
vertrouwd aan één of meer erkende revisoren of één of meer
revisorenvennootschappen die door de FSMA zijn erkend. Voor
de aanstelling van commissarissen bij de vennootschap is de
voorafgaande instemming van de FSMA vereist. Deze instemming
is ook vereist voor de hernieuwing van een opdracht.
Algemene vergadering
Artikel 23 - Gewone, bijzondere en buitengewone
algemene vergadering
. De gewone algemene vergadering van de aandeelhouders,
jaarvergadering genoemd, moet ieder jaar worden bijeengeroe-
pen op de laatste woensdag van de maand april om vijftien uur.
Indien deze dag een wettelijke feestdag is, wordt de vergadering
gehouden op de eerstvolgende werkdag.
. Ten allen tijde kan een bijzondere algemene vergadering
worden bijeengeroepen om te beraadslagen en te besluiten over
enige aangelegenheid die tot haar bevoegdheid behoort en die
geen wijziging van de statuten inhoudt.
. Ten allen tijde kan ook een buitengewone algemene
vergadering worden bijeengeroepen om over enige wijziging van
de statuten te beraadslagen en te besluiten, ten overstaan van
een notaris.
. De algemene vergaderingen worden gehouden in de zetel
van de vennootschap of in een andere plaats in België, aangewe-
zen in de oproeping.
Artikel 26 - Deelname aan de vergadering
. Het recht om aan een algemene vergadering deel te
nemen en er het stemrecht uit te oefenen, is aankelijk van
de boekhoudkundige registratie van de aandelen op naam van
de aandeelhouder op de veertiende dag vóór de algemene
vergadering om vierentwintig uur (Belgische tijd) (hierna de
‘registratiedatum’ genoemd), hetzij door hun inschrijving in
het register van de aandelen op naam van de vennootschap,
hetzij door hun inschrijving op de rekeningen van een erkende
rekeninghouder of van een vereeningsinstelling, ongeacht het
aantal aandelen in het bezit van de aandeelhouder op de dag van
de algemene vergadering.
. De eigenaars van gedematerialiseerde aandelen die aan de
vergadering wensen deel te nemen, moeten een attest overleg-
gen dat door hun nanciële tussenpersoon of erkende rekening-
houder werd afgegeven en waaruit blijkt hoeveel gedemateria-
liseerde aandelen er op de registratiedatum in hun rekeningen
zijn ingeschreven op naam van de aandeelhouder en waarvoor
de aandeelhouder heeft aangegeven te willen deelnemen aan de
algemene vergadering van de vennootschap. Deze neerlegging
moet ten laatste op de zesde dag vóór de datum van de algemene
vergadering worden verricht op de maatschappelijke zetel of via
het in de oproeping vermelde e-mailadres van de vennootschap
of bij de in de oproeping genoemde instellingen of via het in de
oproeping vermelde e-mailadres van de instellingen.
. De eigenaars van aandelen op naam die aan de vergadering
wensen deel te nemen, moeten de vennootschap per gewone
brief, fax of e-mail uiterlijk de zesde dag vóór de datum van de
vergadering op de hoogte brengen van hun voornemen.
Artikel 30 - Stemrecht
. Elk aandeel geeft recht op één stem.
. Wanneer één of meer aandelen aan verscheidene personen
toebehoren in onverdeeldheid of aan een rechtspersoon met een
collegiaal orgaan van vertegenwoordiging, kan de uitoefening
van de daaraan verbonden rechten ten aanzien van de vennoot-
schap slechts uitgeoefend worden door een enkele persoon die
daartoe schriftelijk is aangewezen door alle gerechtigden. Zolang
zodanige aanwijzing niet gedaan is, blijven alle aan deze aandelen
verbonden rechten geschorst.
. Is een aandeel met vruchtgebruik bezwaard, dan wordt
de uitoefening van het aan dat aandeel verbonden stemrecht
uitgeoefend door de vruchtgebruiker behoudens verzet van de
blote eigenaar.
Maatschappelijke bescheiden - winstverdeling
Artikel 34 - Bestemming van de winst
Bij toepassing van artikel , ° van de GVV-Wet verdeelt de ven-
nootschap als kapitaal jaarlijks minstens tachtig procent ()
van het resultaat zoals gedenieerd krachtens de GVV-Wet en
de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen. Deze
verplichting doet evenwel geen areuk aan artikel : van het
Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
Commissaris
Op  april  is Deloitte Bedrijfsrevisoren/Réviseurs d’Entre-
prises CVBA, waarvan de zetel gevestigd is te Gateway Building,
Luchthaven Brussel Nationaal  J, B- Zaventem, met
ondernemingsnummer .., vertegenwoordigd door
mevrouw Kathleen De Brabander, Bedrijfsrevisor, herbenoemd
als commissaris van Intervest voor de boekjaren  en .
Het mandaat van de commissaris zal een einde nemen onmiddel-
lijk na de jaarvergadering in .
Op  september  heeft Intervest een aanbesteding uitge-
schreven voor het auditmandaat voor de nanciële periode 
tot . De commissaris die door de Raad van toezicht wordt

geselecteerd, na bespreking van de voorstellen in het audit- en
risicocomité, zal worden voorgesteld aan en benoemd door de
jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders die zal
worden gehouden op  april , voor de opdracht van audit
van de statutaire en geconsolideerde nanciële staten voor een
periode van drie jaar.
De vergoeding van de commissaris wordt bepaald op basis
van marktconforme tarieven en onaankelijk van Intervest
conform de deontologie en de normen van het Instituut van de
Bedrijfsrevisoren en in overeenstemming met de toepasselijke
bepalingen met betrekking tot de onaankelijkheid van de
commissaris omschreven in het Wetboek van Vennootschappen
en Verenigingen.
De vergoeding van de commissaris bedraagt  . (excl.
btw) voor het boekjaar dat een aanvang nam op  januari 
voor het onderzoek van de enkelvoudige en de geconsolideerde
jaarrekening van Intervest.
Voor alle Belgische perimetervennootschappen is eveneens
Deloitte Bedrijfsrevisoren benoemd als commissaris, meer
informatie omtrent de totale vergoeding is terug te vinden onder
Toelichting .
Liquidity provider
Intervest heeft met KBC Securities, Havenlaan ,  Brussel
en met Bank Degroof Petercam, Nijverheidsstraat , 
Brussel liquiditeitsovereenkomsten afgesloten om de verhandel-
baarheid van de aandelen te bevorderen. In de praktijk gebeurt
dit door regelmatig aan- en verkooporders in te dienen binnen
bepaalde marges.
De vergoeding hiervoor is vastgesteld op een vast bedrag van
 . per jaar.
Vastgoeddeskundigen
De vastgoeddeskundigen van de vastgoedvennootschap op
 december .
Cushman & Wakeeld, met adres te  Brussel, Kunstlaan
, vertegenwoordigd door Victoria Parret en Gregory
Lamarche.
De vergoeding voor boekjaar  bedraagt  .,
(exclusief btw).
CBRE Valuation Services bvba, met adres Boulevard de
Waterloo,  Brussels, vertegenwoordigd door Pieter
Paepen en Pieter-Jan Arts. De vergoeding voor boekjaar 
bedraagt  ., (exclusief btw).
JLL Valuation Advisory BV, met adres Parmassusweg ,
P.O. Box ,  DG Amsterdam vertegenwoordigd door
J.C.A. Stortelersen Abel Govers. De vergoeding voor boekjaar
 bedraagt ., (exclusief btw).
Stadim BV, met adres te  Antwerpen, Mechelsesteenweg
, vertegenwoordigd door Nicolas Janssens en Elke De Wael.
De vergoeding voor boekjaar  bedraagt  .,
(exclusief btw).
Conform de GVV-Wet waarderen zij viermaal per jaar de por-
tefeuille. De vergoedingen van de vastgoeddeskundigen staan
los van de waarde van het vastgoed en zijn gebaseerd op een
jaarlijks vast bedrag per gebouw. Bovenstaande vergoedingen
hebben louter betrekking op de trimestriële waarderingen, niet
op eventuele extra opdrachten bij acquisities of dergelijke.
Vastgoedbeheerders
Intervest oefent haar beheersactiviteiten zelf uit vanuit het
hoofdkantoor in Antwerpen en delegeert de uitoefening niet aan
een derde, met uitzondering van het property management van
Mechelen Campus dat wordt beheerd door de externe beheerder
Quares Property and Facility Management nv. Verder wordt het
management van de Nederlandse vastgoedbeleggingen aange-
stuurd vanuit het Intervest kantoor in Eindhoven, onder toezicht
van de business development director van Intervest.
ALGEMENE INLICHTINGEN 
Groepsstructuur
Op  december , is de groepsstructuur de volgende:
Voor een gedetailleerd overzicht van de groepsstructuur van
Intervest wordt verwezen naar Toelichting . Lijst van de
geconsolideerde ondernemingen, in de Financiële staten.
Intervest Oces & Warehouses NV
BE NL
Intervest Nederland Coöperatief UA
Mechelen Business Center NV
Aartselaar Business Center NV
Intervest Tilburg  BV
Intervest Tilburg  BV
Intervest Raamdonksveer  BV
Intervest Raamdonksveer  BV
Intervest Raamdonksveer  BV
Intervest Eindhoven  BV
Intervest Vuren  BV
Intervest Roosendaal  BV
Intervest Roosendaal  BV
Intervest Roosendaal  BV
Intervest Venlo  BV
Intervest Nijmegen  BV
Intervest Den Bosch  BV
Intervest Breda  BV
Mechelen Research Park NV
Genk Green Logistics NV
Puurs Green Logistics NV
Zeebrugge Green Logistics NV
ILWS

,
,





















Wettelijk kader en fiscale stelsels
Intervest maakt als groep gebruik van meerdere regimes om
haar activiteiten te structureren in België en Nederland. In
België bestaat de groep voornamelijk uit de openbare geregle-
menteerde vastgoedvennootschap (OGVV) Intervest Oces &
Warehouses nv en de institutionele gereglementeerde vast-
goedvennootschap (IGVV) Genk Green Logistics nv. In Nederland
worden een vereniging op coöperatieve grondslag en belaste
besloten vennootschappen gehanteerd.
Voor een gedetailleerd overzicht van de groepsstructuur van
Intervest wordt verwezen naar Toelichting . Lijst van de gecon-
solideerde ondernemingen, in de Financiële Staten.
8.1 België: de openbare gereglementeerde
vastgoedvennootschap (OGVV)
Wettelijk kader
Het statuut van gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV)
is geregeld in de wet van  mei  betreende gereglemen-
teerde vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot
tijd (de GVV-Wet) en in het KB van  juli  betreende
gereglementeerde vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd
van tijd tot tijd (het GVV-KB) ten einde publieke investeringen
in vastgoed aan te moedigen. Het concept lijkt sterk op dat
van de Real Estate Investment Trusts (REIT - USA), de Fiscale
Beleggingsinstellingen (FBI - Nederland), de Sociétés d’Inves-
tissement Immobilier Côtées (SIIC - Frankrijk) en de REIT in het
Verenigd Koninkrijk en Duitsland.
De openbare GVV is als publieke vastgoedvennootschap met
een apart REIT-statuut onderworpen aan een strikte wetgeving
met het oog op de bescherming van de aandeelhouders en de
nanciers. Het statuut geeft zowel nanciers als privébeleggers
de mogelijkheid om op een gebalanceerde, kosteneciënte en
scaaltransparante manier toegang te krijgen tot een gediversi-
eerde vastgoedportefeuille.
De bedoeling van de wetgever is dat een openbare GVV een
optimale transparantie van de vastgoedbeleggingen garandeert
en de uitkering van een maximum aan cash ow verzekert, terwijl
de aandeelhouder een hele reeks voordelen geniet.
De openbare GVV staat onder toezicht van de Financial Services
and Markets Authority (FSMA) en is onderworpen aan een
specieke regelgeving waarvan de meest markante bepalingen
de volgende zijn:
beursgenoteerde vennootschap in de vorm van een naamloze
vennootschap met een minimum kapitaal van  .. en
een minimum van  van de stemrechtverlenende eecten in
bezit van het publiek;
activiteiten die er uitsluitend in bestaan (a) rechtstreeks of via
een vennootschap waarin zij een deelneming bezit conform
de bepalingen van de GVV-Wet en de ter uitvoering ervan
genomen besluiten en reglementen, onroerende goederen ter
beschikking te stellen van gebruikers en, (b) in voorkomend
geval en binnen de grenzen van artikel , , b) van de GVV-Wet,
vastgoed te bezitten zoals vermeld in artikel , °, vi tot xi van
de GVV-Wet; de GVV heeft aldus geen statutair verankerd
beleggingsbeleid, maar ontwikkelt een strategie, waarbij haar
activiteiten zich over de hele waardeketen van de vastgoedsec-
tor kunnen uitstrekken;
beperkte mogelijkheid tot het afsluiten van hypotheken; het
bedrag van de hypotheken of andere zekerheden mag niet
meer bedragen dan  van de globale reële waarde van de
onroerende goederen en de verleende hypotheken of zekerhe-
den slaan op maximaal  van het bezwaarde goed;
een geconsolideerde schuldratio beperkt tot  van de totale
activa; indien de geconsolideerde schuldratio  overschrijdt,
dient een nancieel plan opgesteld te worden conform de
bepalingen van artikel  van het GVV-KB. In het geval van een
door de FSMA toegestane afwijking op grond van artikel ,
 en  van de GVV-Wet, mag de geconsolideerde schuldratio
van de openbare GVV overeenkomstig de bepalingen van artikel
  van de GVV-Wet evenwel niet meer bedragen dan ;
de jaarlijkse nanciële interestkosten voortvloeiend uit
de schuldenlast mogen in geen geval de drempel van 
overstijgen van het operationeel resultaat vóór het resultaat
op de portefeuille verhoogd met de nanciële opbrengsten van
de vennootschap;
minstens  van de som van het gecorrigeerde resultaat
en de netto-meerwaarden op de verkoop van onroerende
goederen die niet vrijgesteld zijn van de verplichte uitkering,
moet worden uitgekeerd; de vermindering van de schuld
tijdens het boekjaar mag echter worden afgetrokken van het
uit te keren bedrag;
strenge regels inzake belangenconicten;
een boeking van de portefeuille tegen reële waarde zonder de
mogelijkheid van afschrijvingen;
een driemaandelijkse schatting van de reële waarde van
de vastgoedbeleggingen door onaankelijke vastgoed-
deskundigen, die onderworpen worden aan een driejaar-
lijks rotatiesysteem;
een spreiding van het risico, met een investering van maximaal
 van het vermogen in vaste goederen die één enkel vast-
goedgeheel vormen, behoudens uitzonderingen;
verbod om op te treden als bouwpromotor en dus om, behou-
dens occasionele verrichtingen, gebouwen op te richten om
die vóór of binnen vijf jaar na de oprichting te verkopen en een
ontwikkelingswinst op te strijken;
de mogelijkheid om perimetervennootschappen op te richten,
die de vorm kunnen aannemen van een “institutionele GVV”,
waarin de openbare GVV rechtstreeks of onrechtstreeks meer
dan  van het kapitaal aanhoudt, dit om specieke projecten
te kunnen verwezenlijken met een derde, en waarvan de
nanciële instrumenten enkel door volgende personen aange-
houden mogen worden: (i) in aanmerking komende beleggers,
of (ii) natuurlijke personen, op voorwaarde dat het minimale
bedrag van de inschrijving of van de prijs of tegenprestatie in
hoofde van de verkrijger door de Koning is bepaald bij besluit
genomen op advies van de FSMA, en voor zover de inschrij-
ving of de overdracht overeenkomstig voornoemde regels
gebeurt, die in beide gevallen voor eigen rekening handelen, en
waarvan de eecten enkel door dergelijke beleggers mogen
worden verworven
ten minste drie bestuurders of leden van de raad van toezicht
moeten onaankelijk zijn in de zin van artikel : van het
Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen;
de vaste vergoeding van de bestuurders en de eectieve
leiders mag niet aangen van de verrichtingen en transacties
die de openbare GVV of haar perimetervennootschappen
uitvoeren: het is dus uitgesloten dat hen een vergoeding zou
worden verleend op basis van het zakencijfer. Deze regel geldt
eveneens voor de variabele vergoeding. Indien de variabele
ALGEMENE INLICHTINGEN 
vergoeding wordt vastgesteld in functie van het resultaat,
mag daarbij enkel worden uitgegaan van het geconsolideerde
EPRA resultaat.
Deze regels hebben als doel het risico voor de aandeelhouders
te beperken.
Fiscaal stelsel
Met de GVV-Wet heeft de wetgever een ander scaal statuut
gegeven aan de GVV’s.
Een GVV is onderworpen aan de vennootschapsbelasting tegen
het normale tarief, doch slechts op een beperkte belastbare
grondslag, bestaande uit de som van () de door haar ontvangen
abnormale of goedgunstige voordelen en () de niet als beroeps-
kosten aftrekbare uitgaven en kosten, andere dan waardever-
minderingen en minderwaarden op aandelen. De resultaten
(huurinkomsten en meerwaarden uit verkoop verminderd met
de operationele uitgaven en nanciële lasten) zijn dus vrijgesteld
van vennootschapsbelasting op voorwaarde dat het bedrag van
de verplichte dividenduitkering conform artikel   van het
GVV-KB en Hoofdstuk III van bijlage C van het GVV-KB uitge-
keerd wordt. Daarnaast kan de GVV worden onderworpen aan de
bijzondere aanslag geheime commissielonen op de uitgekeerde
commissies en bezoldigingen die niet worden verantwoord door
individuele ches en een samenvattende opgave.
De roerende voorheng op de dividenden die uitgekeerd
worden door een openbare GVV is gelijk aan , af te houden
bij de betaalbaarstelling van het dividend (behoudens bepaalde
vrijstellingen).
Deze roerende voorheng is bevrijdend voor particulieren die
inwoner van België zijn.
Indien een vennootschap overstapt naar het statuut van GVV,
of indien een (gewone) vennootschap fuseert met een GVV of
een deel van haar onroerend vermogen afsplitst met overdracht
naar een GVV of inbrengt in een GVV, moet zij een éénmalige
belasting betalen (de zogenaamde ‘exit taks’) van momenteel
. Daarna is de GVV enkel nog onderworpen aan belastingen
op heel specieke bestanddelen, zoals op verworpen uitgaven en
abnormale voordelen.
Deze exit taks is de scale prijs die dergelijke vennootschappen
moeten betalen om het gemeenrechtelijk belastingregime te
verlaten. Fiscaal wordt deze overgang behandeld als een (gedeel-
telijke) verdeling van het maatschappelijk vermogen door de ven-
nootschap aan de GVV. Bij een verdeling van het maatschappelijk
vermogen moet een vennootschap het positieve verschil tussen
de uitkeringen in geld, in eecten of in enige andere vorm, en de
gerevaloriseerde waarde van het gestorte kapitaal (met andere
woorden de meerwaarde die in de vennootschap aanwezig is)
behandelen als een dividend.
Het Wetboek Inkomstenbelastingen stelt dat de uitgekeerde som
gelijk is aan de werkelijke waarde van het maatschappelijk ver-
mogen op de datum waarop deze verrichting heeft plaatsgevon-
den (art. ,  W.I.B. ). Het verschil tussen de werkelijke
waarde van het maatschappelijk vermogen en de gerevalori-
seerde waarde van het gestorte kapitaal wordt gelijkgesteld met
een uitgekeerd dividend. Van dat verschil mogen de reeds belaste
reserves afgetrokken worden. Wat daarna overblijft, vormt aldus
in de regel de belastbare basis die onderhevig is aan het tarief
van .
De exit taks wordt berekend rekening houdend met Circulaire
Ci.RH./. van de Belgische belastingadministratie van
 december , waarvan de interpretatie op praktische
toepassing steeds zou kunnen wijzigen. De “scale werkelijke
waarde” zoals bedoeld in deze circulaire wordt berekend met
aftrek van registratierechten of btw (die van toepassing zou zijn
in geval van een verkoop van de activa) en kan verschillen van de
reële waarde van het vastgoed zoals opgenomen in de balans van
de openbare GVV conform IAS .
8.2 België: de institutionele gereglementeerde
vastgoedvennootschap (IGVV)
De institutionele GVV wordt gereglementeerd door de wet van
 mei  betreende gereglementeerde vastgoedvennoot-
schappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd (de GVV-Wet) en in het
KB van  juli  betreende gereglementeerde vastgoedven-
nootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd (het GVV-KB). Het
is een lichtere vorm van de openbare GVV. Ze biedt de openbare
GVV de mogelijkheid om de specieke scale aspecten van haar
stelsel uit te breiden naar haar perimetervennootschappen en
om partnerschappen en specieke projecten met derden te
realiseren.
De institutionele GVV staat onder toezicht van de Financial
Services and Markets Authority (FSMA) en is onderworpen aan
een specieke regelgeving waarvan de meest markante bepalin-
gen de volgende zijn.
niet-genoteerde vennootschap in de vorm van een naam-
loze vennootschap waarvan meer dan  van het kapitaal
rechtstreeks of onrechtstreeks wordt aangehouden door een
openbare GVV;
aandelen op naam die in handen zijn van in aanmerking
komende beleggers of van particulieren met een deelname van
minstens  .;
geen vereisten inzake diversicatie of schuldgraad (consolida-
tie op het niveau van de openbare GVV);
verplichting om een dividend uit te keren;
activiteit bestaat erin onroerende goederen ter beschikking te
stellen van gebruikers;
geen verplichting om een vastgoeddeskundige aan te stellen,
aangezien het vastgoedpatrimonium wordt gewaardeerd door
de deskundige van de openbare GVV;
statutaire rekeningen opgesteld overeenkomstig de IFRS-normen
(zelfde boekhoudkundig schema als de openbare GVV);
strikte regels inzake werking en belangenconicten.
De institutionele GVV kent hetzelfde scale stelsel als de open-
bare GVV.
8.3 Nederland: belaste entiteiten
Voor het realiseren van haar vastgoedinvesteringen in Nederland
heeft Intervest op  april  een Nederlandse vereniging op
coöperatieve grondslag opgericht genaamd Intervest Nederland
Coöperatief U.A. Intervest heeft haar Nederlandse vastgoedbe-
leggingen gestructureerd in Nederlandse bv’s.
Voormelde Nederlandse vereniging op coöperatieve grond-
slag genaamd Intervest Nederland Coöperatief U.A. alsook de
Nederlandse bv’s zijn onderworpen aan vennootschapsbelasting
als binnenlandse belastingplichtigen. Winstuitkeringen van de
Nederlandse bv’s aan de Nederlandse vereniging op coöperatieve
grondslag zijn niet belast omdat zij onder de deelnemingsvrijstel-
ling vallen.

Historische financiële informatie opgenomen
door verwijzing
Informatie
opgenomen
door verwijzing
Document
3
Belangrijkste
activiteiten
Jaarverslag  p.  ‘Intervest in een oogopslag - Wie is Intervest?
p.  ‘Activiteitenverslag - Vastgoedverslag - Transacties en ontwikkelingen in 
p.  ‘Activiteitenverslag - Vastgoedverslag - Samenstelling van de portefeuille’
Jaarverslag  p.  ‘Intervest in een oogopslag - Wie is Intervest?
p.  ‘Activiteitenverslag - Vastgoedverslag - Transacties en ontwikkelingen in 
p.  ‘Activiteitenverslag - Vastgoedverslag - Samenstelling van de portefeuille’
Belangrijkste
markten
Jaarverslag  p.  ‘Intervest in een oogopslag - Wie is Intervest?
p.  ‘Activiteitenverslag - Vastgoedverslag - Samenstelling van de portefeuille - Aard van
de portefeuille’
p.  ‘Activiteitenverslag - Vastgoedverslag - Samenstelling van de portefeuille -
Geograsche spreiding van de portefeuille’
p.  ‘Activiteitenverslag - Vastgoedverslag - Samenstelling van de portefeuille - Sectorale
spreiding van de portefeuille’
p.  ‘Activiteitenverslag - Vastgoedverslag - De markt van logistiek vastgoed en kantoren’
p.  ‘Financiële staten - Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening - Toelichting .
Gesegmenteerde informatie’
Jaarverslag  p.  ‘Intervest in een oogopslag - Wie is Intervest?
p.  ‘Activiteitenverslag - Vastgoedverslag - Samenstelling van de portefeuille - Aard van
de portefeuille’
p.  ‘Activiteitenverslag - Vastgoedverslag - Samenstelling van de portefeuille -
Geograsche spreiding van de portefeuille’
p.  ‘Activiteitenverslag - Vastgoedverslag - Samenstelling van de portefeuille - Sectorale
spreiding van de portefeuille’
p.  ‘Activiteitenverslag - Vastgoedverslag - Overzicht van de portefeuille’
p.  ‘Activiteitenverslag - Vastgoedverslag - De markt van logistiek vastgoed en kantoren
p.  ‘Financiële staten - Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening - Toelichting .
Gesegmenteerde informatie’
Investeringen Jaarverslag  p.  ‘Activiteitenverslag - Vastgoedverslag - Transacties en ontwikkelingen in  -
Acquisities in ’
Jaarverslag  p.  ‘Activiteitenverslag - Vastgoedverslag - Transacties en ontwikkelingen in  -
Acquisities in 
Financiële
toestand
Jaarverslag  p.  ‘Activiteitenverslag - Vastgoedverslag
p.  ‘Activiteitenverslag - Financieel verslag
p.  ‘Activiteitenverslag - EPRA Best Practices
p.  ‘Financiële staten’
p.  ‘Alternatieve prestatiemaatstaven’
Jaarverslag  p.  ‘Activiteitenverslag - Vastgoedverslag
p.  ‘Activiteitenverslag - Financieel verslag’
p.  ‘Activiteitenverslag - EPRA Best Practices’
p.  ‘Financiële staten’
p.  ‘Begrippenlijst en alternatieve prestatiemaatstaven’
Informatie over
het personeels-
bestand
Jaarverslag  p.  ‘Financiële staten - Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening - Toelichting .
Personeelsbeloningen’
Jaarverslag  p.  ‘Financiële staten - Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening - Toelichting .
Personeelsbeloningen’
Er wordt steeds verwezen naar de online versies van de documenten, zoals beschikbaar via www.intervest.eu.
ALGEMENE INLICHTINGEN 
Informatie
opgenomen
door verwijzing
Document
4
Transacties
met verbonden
partijen
Jaarverslag  p.  ‘Financiële staten - Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening - Toelichting .
Verbonden partijen’
Jaarverslag  p.  ‘Financiële staten - Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening - Toelichting .
Verbonden partijen’
Historische
nanciële
informatie
Jaarverslag  p.  ‘Financiële staten - Geconsolideerde resultatenrekening’
p.  ‘Financiële staten - Geconsolideerde balans’
p.  ‘Financiële staten - Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen’
p.  ‘Financiële staten - Geconsolideerd kasstroomoverzicht’
p.  ‘Financiële staten - Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
Jaarverslag  p.  ‘Financiële staten - Geconsolideerde resultatenrekening’
p.  ‘Financiële staten - Geconsolideerde balans’
p.  ‘Financiële staten - Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen’
p.  ‘Financiële staten - Geconsolideerd kasstroomoverzicht’
p.  ‘Financiële staten - Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
Verslag van de
commissaris
Jaarverslag  p.  ‘Financiële staten - Verslag van de commissaris’
Jaarverslag  p.  ‘Financiële staten - Verslag van de commissaris’
Dividend Jaarverslag  p.  ‘Activiteitenverslag - Intervest op de beurs - Dividend en aandelen’
Jaarverslag  p.  ‘Activiteitenverslag - Intervest op de beurs - Dividend en aandelen’
 Vereiste onderdelen van het jaarverslag
Er wordt steeds verwezen naar de online versies van de documenten, zoals beschikbaar via www.intervest.eu.
Overeenkomstig de artikels : en : van het Wetboek
van Vennootschappen en Verenigingen, worden de vereiste
onderdelen van het jaarverslag van Intervest weergegeven in de
volgende hoofdstukken:
Risicofactoren
Corporate governance verklaring
Vastgoedverslag
Financieel verslag
Vooruitzichten  (Intervest in een oogopslag)
Financiële staten
 Verantwoordelijken voor de inhoud van het jaarverslag
De raad van toezicht van Intervest, samengesteld zoals uit-
eengezet in het hoofdstuk “Bestuursorganen” in de Corporate
Governance Verklaring, is verantwoordelijk voor de informatie
opgenomen in dit jaarverslag.
Overeenkomstig artikel ,  van het KB van  november ,
verklaart Intervest dat na het treen van alle redelijke maatrege-
len en voor zover haar bekend:
de jaarrekeningen, die zijn opgesteld in overeenstemming met
de “International Financial Reporting Standards” (IFRS) zoals
aanvaard binnen de Europese Unie en volgens de wet van
 mei  betreende gereglementeerde vastgoedvennoot-
schappen, een getrouw beeld geven van het vermogen, van de
nanciële toestand en van de resultaten van Intervest en de in
de consolidatie opgenomen ondernemingen;
het jaarverslag een getrouwe uiteenzetting geeft van de voor-
naamste gebeurtenissen die zich tijdens het lopend boekjaar
voordeden, hun invloed op de jaarcijfers, de belangrijkste
risicofactoren en onzekerheden waarmee Intervest gecon-
fronteerd wordt, evenals de voornaamste transacties tussen
de verbonden partijen en hun eventuele uitwerking op de
jaarcijfers indien deze transacties een signicante betekenis
vertegenwoordigen en niet werden afgesloten onder de
normale marktvoorwaarden;
de gegevens in het jaarverslag in overeenstemming zijn met de
werkelijkheid en dat geen gegevens zijn weggelaten waarvan
de vermelding de strekking van het jaarverslag zou wijzigen;
er geen wijzigingen van betekenis heeft voorgedaan in de
nanciële positie en nanciële prestaties van de Groep na
 december , tenzij zoals vermeld onder Hoofdstuk 
Financiële staten – Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarre-
kening – Toelichting  Gebeurtenissen na balansdatum.

 Informatie afkomstig van derden
Dit jaarverslag bevat informatie verstrekt door de commissaris
en de vastgoeddeskundigen. Het verslag van de commissaris is
opgenomen in het hoofdstuk “Verslag van de commissaris” in de
Financiële staten, en de conclusies van de vastgoeddeskundigen
zijn verwerkt in het hoofdstuk “Waardering van de portefeuille
door de vastgoeddeskundigen” in het Vastgoedverslag.
De gegevens van de commissaris zijn opgenomen in het hoofd-
stuk “Commissaris” in de Algemene inlichtingen, en de gegevens
van de vastgoeddeskundigen zijn opgenomen in het hoofdstuk
“Vastgoeddeskundigen” in de Algemene inlichtingen. De commis-
saris en de vastgoeddeskundigen hebben bevestigd dat zij geen
wezenlijke belangen hebben in Intervest, met uitzondering van de
belangen die voortvloeien uit hun respectieve mandaten.
Intervest verklaart dat de informatie aomstig van derden
correct is weergegeven in dit jaarverslag en dat, voor zover zij
weet en heeft kunnen opmaken uit de door de commissaris en
vastgoeddeskundigen gepubliceerde informatie, er geen feiten
werden weggelaten waardoor de weergegeven informatie onjuist
of misleidend zou worden. De commissaris en vastgoeddes-
kundigen hebben toegestemd met de inhoud, vorm en context
waarin de door hen verstrekte informatie in dit jaarverslag is
opgenomen.
BIJLAGEN 
BIJLAGEN
Begrippenlijst
Aanschangswaarde van een vastgoed
Dit is de te gebruiken term voor de waarde van een vastgoed bij
de aankoop of verwerving. Indien er overdrachtskosten betaald
worden, zijn deze inbegrepen in de aanschangswaarde.
Bezettingsgraad
De bezettingsgraad wordt berekend als de verhouding tussen de
geschatte huurwaarde (GHW) van de verhuurde ruimtes en de
geschatte huurwaarde van de totale portefeuille beschikbaar voor
verhuring, op afsluitingsdatum.
Brutodividendrendement
Het brutodividendrendement is het brutodividend gedeeld door de
beurskoers op afsluitingsdatum.
Brutorendement (bij volledige verhuring)
Het rendement wordt berekend als de verhouding tussen de
contractuele huren (verhoogd met de geschatte huurwaarde
van de niet-bezette verhuurlocaties) en de reële waarde van de
vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur. Het betreft een
brutorendement, zonder rekening te houden met de toewijs-
bare kosten.
Contractuele huren
Dit zijn de geïndexeerde brutohuren op jaarbasis, zoals contrac-
tueel bepaald, in de huurovereenkomsten, op de datum van afslui-
ting, vóór aftrek van huurkortingen of andere aan de huurders
toegestane voordelen.
Corporate governance
Deugdelijk bestuur (corporate governance) is een belangrijk instru-
ment om voortdurend het bestuur van de vastgoedvennootschap
te verbeteren en om over de belangen van de aandeelhouders
te waken.
Freeoat
De free oat is het percentage van de aandelen in het bezit van het
publiek. Volgens de denitie van EPRA en Euronext gaat het om
alle aandeelhouders die individueel minder dan  van het totaal
aantal aandelen bezitten. De free oat factor zal afgerond worden
naar de dichtsbijzijnde .
Gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV)
Het statuut van gereglementeerde vastgoed vennootschap is gere-
geld in de wet van  mei  betreende de gereglementeerde
vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd (de
GVV-Wet) en in het KB van  juli  met betrekking tot geregle-
menteerde vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot
tijd (het GVV-KB) met als doelgemeenschappelijke investeringen
in vastgoed aan te moedigen.
Geschatte huurwaarde (GHW)
De geschatte huurwaarde is de huurwaarde die wordt bepaald
door de onaankelijke vastgoeddeskundigen.
Gespecialiseerd vastgoedbeleggingsfonds (GVBF)
Het Gespecialiseerde Vastgoedbeleggingsfonds (GVBF) valt
onder het Koninklijk Besluit van  november  met betrekking
tot gespecialiseerde vastgoedbeleggingsfondsen. Dit stelsel
maakt investeringen in onroerend goed mogelijk in een exibel en
eciënt fonds.
GVV-KB
Het koninklijk besluit van  juli  met betrekking tot geregle-
menteerde vastgoedvennootschappen.
GVV-Wet
De wet van  mei  betreende de gereglementeerde
vastgoedvennootschappen.
GVV-Wetgeving
De GVV-Wet en het GVV-KB.
Institutionele gereglementeerde vastgoedvennoot-
schap (IGVV)
De institutionele GVV wordt gereglementeerd door de wet van
 mei  betreende gereglementeerde vastgoedvennoot-
schappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd (de GVV-Wet) en in het
KB van  juli  betreende gereglementeerde vastgoedven-
nootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd (het GVV-KB). Het
is een lichtere vorm van de openbare GVV. Ze biedt de openbare
GVV de mogelijkheid om de specieke scale aspecten van haar
stelsel uit te breiden naar haar perimetervennootschappen en om
partnerschappen en specieke projecten met derden te realiseren.
Interestcover ratio
De interestcover ratio is de verhouding tussen het operationeel
resultaat voor het resultaat op de portefeuille en het nancieel
resultaat (exclusief variaties in reële waarde van nanciële
derivaten).
Intervest
Intervest is de ingekorte naam voor Intervest Oces &
Warehouses, de volledige juridische naam van de vennootschap.
Investeringswaarde van een vastgoed
Dit is de waarde van een gebouw geschat door de onaankelijke
vastgoeddeskundige met inbegrip van de overdrachtskosten en
waarvan de registratie rechten niet zijn afgetrokken. Deze waarde
komt overeen met de vroegere gehanteerde term “waarde vrij op
naam”.

Kapitalisatiefactor
De kapitalisatiefactor is het vereiste rendement bepaald door de
vastgoedkundige in het taxatieverslag van een vastgoedbelegging.
Liquiditeit van het aandeel
Verhouding tussen het aantal verhandelde aandelen op één dag en
het aantal aandelen.
Nettodividend
Het nettodividend is gelijk aan het brutodividend na inhouding van
 roerende voorheng. De roerende voorheng op dividenden
van openbare gereglementeerde vastgoedvennootschappen is ten
gevolge van de Programmawet van  december , gepu-
bliceerd in het Belgisch Staatsblad van  december , 
(behoudens bepaalde vrijstellingen).
Nettodividendrendement
Het nettodividendrendement is het nettodividend gedeeld door de
beurskoers op afsluitingsdatum.
Nettorendement (bij volledige verhuring)
Het nettorendement wordt berekend als de verhouding tussen de
contractuele huur verhoogd met geschatte huurwaarde op leeg-
stand, verminderd met de toewijsbare vastgoedkosten, en de reële
waarde van de vastgoedbeleggingen beschikbaar voor verhuur.
Nettowaarde per aandeel
Totaal eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van
de moedermaatschappij (dus na aftrek van de minderheidsbelan-
gen) gedeeld door het aantal aandelen op jaareinde (eventueel
na aftrek van de eigen aandelen). Het stemt overeen met de
nettowaarde zoals gedenieerd in artikel , ° van de GVV-Wet.
De nettowaarde per aandeel meet de waarde van het aandeel op
basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en maakt
een vergelijking met de beurskoers mogelijk.
Omloopsnelheid
De omloopsnelheid van het aandeel wordt berekend als de verhou-
ding van het verhandeld aantal aandelen per jaar, gedeeld door het
totaal aantal aandelen op het einde van de periode.
Organische groei
De organische groei betreft de huurinkomstengroei van de
bestaande portefeuille, inclusief de opgeleverde en verhuurde
projecten, exclusief de acquisities.
Reële waarde van een vastgoedbelegging
Deze waarde is gelijk aan het bedrag waaraan een gebouw zou
kunnen worden geruild tussen goed geïnformeerde partijen,
instemmend en handelend in omstandigheden van normale con-
currentie. Vanuit het standpunt van de verkoper moet zij worden
begrepen mits aftrek van de registratierechten en eventuele
kosten.
In concreto betekent het dat de reële waarde van de vastgoedbe-
leggingen gelijk is aan de investeringswaarde gedeeld door ,
(voor gebouwen met een waarde hoger dan  , miljoen) of de
investeringswaarde gedeeld door ,/, (voor gebouwen met
een waarde lager dan  , miljoen). Voor de vastgoedbeleggin-
gen van Intervest die gelegen zijn in Nederland en aangehouden
worden via de Nederlandse perimetervennootschappen betekent
dit dat de reële waarde van de vastgoedbeleggingen gelijk is aan
de investeringswaarde gedeeld door ,.
Return van een aandeel
De return van een aandeel in een bepaalde periode is gelijk aan het
brutorendement. Dit brutorendement is de som van (i) het verschil
tussen de koers van het aandeel op het einde en in het begin van
de periode en (ii) het bruto dividend (dus het dividend vóór aftrek
van de roerende voorheng).
Schuldgraad
De schuldgraad wordt berekend als de verhouding van alle
verplichtingen (exclusief voorzieningen en overlopende rekenin-
gen) exclusief de negatieve variaties in de reële waarde van de
indekkingsinstrumenten, ten opzichte van het totaal der activa.
De berekeningsmethode van de schuldgraad is conform artikel
,  tweede lid van het KB van  juli . Middels dit KB is de
maximale schuldgraad voor de vastgoedvennootschap vastgesteld
op .
Verwaterd nettoresultaat per aandeel
Het verwaterd nettoresultaat per aandeel is het nettoresultaat
zoals in de resultaten rekening gepubliceerd, gedeeld door het
gewogen gemiddeld aantal aandelen aan gepast voor het eect van
potentiële gewone aandelen die tot verwatering leiden.
Opmerkingen? Vragen? InvestorRelations@intervest.eu
Ontwerp en realisatie: Intervest
Dit jaarlijks nancieel verslag is geen registratiedocument in de zin van art.  van de wet van  juni  op de openbare aanbieding
van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.
De ociële versie van dit jaarlijks nancieel verslag is opgesteld in het ESEF-formaat en is aldus beschikbaar op de website van de
vennootschap: www.intervest.eu.
Openbare gereglementeerde
vastgoedvennootschap naar
Belgisch recht
Uitbreidingstraat 
 Antwerpen, België
intervest@intervest.eu
www.intervest.eu
T     
BTW BE   
RPR ANTWERPEN
549300MEVEE709A1SM832023-01-012023-12-31549300MEVEE709A1SM832022-01-012022-12-31549300MEVEE709A1SM832023-12-31549300MEVEE709A1SM832022-12-31549300MEVEE709A1SM832021-12-31INT:IssuedCapitalExcludingShareIssueRelatedCostMember549300MEVEE709A1SM832022-01-012022-12-31INT:IssuedCapitalExcludingShareIssueRelatedCostMember549300MEVEE709A1SM832022-12-31INT:IssuedCapitalExcludingShareIssueRelatedCostMember549300MEVEE709A1SM832021-12-31INT:IssuedCapitalShareIssueRelatedCostMember549300MEVEE709A1SM832022-01-012022-12-31INT:IssuedCapitalShareIssueRelatedCostMember549300MEVEE709A1SM832022-12-31INT:IssuedCapitalShareIssueRelatedCostMember549300MEVEE709A1SM832021-12-31ifrs-full:SharePremiumMember549300MEVEE709A1SM832022-01-012022-12-31ifrs-full:SharePremiumMember549300MEVEE709A1SM832022-12-31ifrs-full:SharePremiumMember549300MEVEE709A1SM832021-12-31INT:OtherReservesAndRetainedEarningsExcludingProfitLossForReportingPeriodMember549300MEVEE709A1SM832022-01-012022-12-31INT:OtherReservesAndRetainedEarningsExcludingProfitLossForReportingPeriodMember549300MEVEE709A1SM832022-12-31INT:OtherReservesAndRetainedEarningsExcludingProfitLossForReportingPeriodMember549300MEVEE709A1SM832021-12-31ifrs-full:RetainedEarningsProfitLossForReportingPeriodMember549300MEVEE709A1SM832022-01-012022-12-31ifrs-full:RetainedEarningsProfitLossForReportingPeriodMember549300MEVEE709A1SM832022-12-31ifrs-full:RetainedEarningsProfitLossForReportingPeriodMember549300MEVEE709A1SM832021-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300MEVEE709A1SM832022-01-012022-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300MEVEE709A1SM832022-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300MEVEE709A1SM832021-12-31549300MEVEE709A1SM832023-01-012023-12-31INT:IssuedCapitalExcludingShareIssueRelatedCostMember549300MEVEE709A1SM832023-12-31INT:IssuedCapitalExcludingShareIssueRelatedCostMember549300MEVEE709A1SM832023-01-012023-12-31INT:IssuedCapitalShareIssueRelatedCostMember549300MEVEE709A1SM832023-12-31INT:IssuedCapitalShareIssueRelatedCostMember549300MEVEE709A1SM832023-01-012023-12-31ifrs-full:SharePremiumMember549300MEVEE709A1SM832023-12-31ifrs-full:SharePremiumMember549300MEVEE709A1SM832023-01-012023-12-31INT:OtherReservesAndRetainedEarningsExcludingProfitLossForReportingPeriodMember549300MEVEE709A1SM832023-12-31INT:OtherReservesAndRetainedEarningsExcludingProfitLossForReportingPeriodMember549300MEVEE709A1SM832023-01-012023-12-31ifrs-full:RetainedEarningsProfitLossForReportingPeriodMember549300MEVEE709A1SM832023-12-31ifrs-full:RetainedEarningsProfitLossForReportingPeriodMember549300MEVEE709A1SM832023-01-012023-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300MEVEE709A1SM832023-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300MEVEE709A1SM832021-12-31ifrs-full:StatutoryReserveMemberifrs-full:PreviouslyStatedMember549300MEVEE709A1SM832022-12-31ifrs-full:StatutoryReserveMember549300MEVEE709A1SM832021-12-31INT:ReserveOfGainsLossesOnInvestmentValueAdjustmentInvestmentPropertyMemberifrs-full:PreviouslyStatedMember549300MEVEE709A1SM832022-01-012022-12-31INT:ReserveOfGainsLossesOnInvestmentValueAdjustmentInvestmentPropertyMember549300MEVEE709A1SM832022-12-31INT:ReserveOfGainsLossesOnInvestmentValueAdjustmentInvestmentPropertyMember549300MEVEE709A1SM832021-12-31INT:ReserveOfGainsLossesOnFairValueAdjustmentPermittedHedgingInstrumentsNotSubjectToHedgingAccountingMemberifrs-full:PreviouslyStatedMember549300MEVEE709A1SM832022-01-012022-12-31INT:ReserveOfGainsLossesOnFairValueAdjustmentPermittedHedgingInstrumentsNotSubjectToHedgingAccountingMember549300MEVEE709A1SM832022-12-31INT:ReserveOfGainsLossesOnFairValueAdjustmentPermittedHedgingInstrumentsNotSubjectToHedgingAccountingMember549300MEVEE709A1SM832021-12-31ifrs-full:MiscellaneousOtherReservesMemberifrs-full:PreviouslyStatedMember549300MEVEE709A1SM832022-01-012022-12-31ifrs-full:MiscellaneousOtherReservesMember549300MEVEE709A1SM832022-12-31ifrs-full:MiscellaneousOtherReservesMember549300MEVEE709A1SM832021-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMemberifrs-full:PreviouslyStatedMember549300MEVEE709A1SM832022-01-012022-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMember549300MEVEE709A1SM832022-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMember549300MEVEE709A1SM832021-12-31INT:OtherReservesAndRetainedEarningsExcludingProfitLossForReportingPeriodMemberifrs-full:PreviouslyStatedMember549300MEVEE709A1SM832023-12-31ifrs-full:StatutoryReserveMember549300MEVEE709A1SM832023-01-012023-12-31INT:ReserveOfGainsLossesOnInvestmentValueAdjustmentInvestmentPropertyMember549300MEVEE709A1SM832023-12-31INT:ReserveOfGainsLossesOnInvestmentValueAdjustmentInvestmentPropertyMember549300MEVEE709A1SM832023-01-012023-12-31INT:ReserveOfGainsLossesOnFairValueAdjustmentPermittedHedgingInstrumentsNotSubjectToHedgingAccountingMember549300MEVEE709A1SM832023-12-31INT:ReserveOfGainsLossesOnFairValueAdjustmentPermittedHedgingInstrumentsNotSubjectToHedgingAccountingMember549300MEVEE709A1SM832023-01-012023-12-31ifrs-full:MiscellaneousOtherReservesMember549300MEVEE709A1SM832023-12-31ifrs-full:MiscellaneousOtherReservesMember549300MEVEE709A1SM832023-01-012023-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMember549300MEVEE709A1SM832023-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMemberiso4217:EURxbrli:sharesiso4217:EURxbrli:sharesxbrli:pure