SPACE FOR GROWTH
SPACE FOR GROWTH
SPACE FOR GROWTH
SPACE FOR GROWTH
SPACE FOR GROWTH
Jaarverslag 2023
2 3
INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL
INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL
01 2023 in vogelvlucht p. 6 06
Corporate
Governance Verklaring
p. 132
02 Dit is Montea p. 22 07 Risicofactoren p. 178
03
Hoe we meebouwen aan
de toekomst van logistiek
p. 36 08 Jaarrekening p. 188
04 Beheersverslag p. 98 09 Datapakket p. 270
05 Montea op de beurs p. 126 10 Aanvullende informatie p. 350
4 5
Al meer dan een decennium maken we met Montea ‘Space
for growth’. En al is de wereld intussen onherkenbaar
veranderd, we blijven trouw aan deze missie. Sterker
nog, voor ons zijn ‘space’ en ‘growth’ vandaag meer
dan ooit dé pijlers van duurzame waardecreatie.
2023 was een uitzonderlijk jaar voor Montea: we kondigden aan
dat we maar liefst 1 miljoen m² van onze landbank aan het werk
gaan zetten. Het is voor het eerst dat wij zo veel projecten via
onze grondreserve zullen realiseren. Samen zullen ze netto
35 miljoen euro extra huurinkomsten genereren, wat goed is voor
een aanvangsrendement van 7% op onze investeringen. De ambitie
is om jaarlijks voor 200 miljoen euro nieuwe investeringen te doen.
Met 260 miljoen euro ligt de lat voor 2024 zelfs nog iets hoger.
Ook onze bestaande gebouwenportefeuille zette een sterk
resultaat neer. In het hele jaar 2023 bedroeg de bezettingsgraad
100%. We bieden onze klanten overduidelijk de juiste
logistieke oplossingen aan op de multimodale locaties die
ze zoeken. De bezetting van onze portefeuille ligt trouwens
al sinds 2018 boven de 99%. Wie doet ons dat na?
Daarnaast sloten we het jaar af met een sterke balans. Op
basis van deze sterke fundamentals steeg de EPRA-winst per
aandeel opnieuw met 9% naar 4,45 euro. Dankzij de erkenning
van Montea als fiscale beleggingsinstelling (FBI) in Nederland
tot en met 2022 konden we hier uitzonderlijk nog eens 0,45euro
aan toevoegen. Wij zijn trots om te kunnen bevestigen dat,
gedurende de voorbije 10 jaar, ons resultaat per aandeel met
gemiddeld 8% steeg op jaarbasis. Onze winst per aandeel
willen we verder laten stijgen naar 4,55 euro in 2024 en naar
4,65 euro in 2025. Door een succesvolle kapitaalsverhoging in
november bedraagt onze schuldgraad nog slechts 33,5%. De
kosten van de schuld zijn onder controle en zullen dat blijven.
Ook een opsteker: in 2023 kregen we meermaals erkenning voor
onze doorgedreven Environmental, Social & Governance-strategie
(ESG). De verbetering van onze Systainalytics-score van 17,5
naar 11,0 leverde ons in de BEL® ESG Index een plek bij de
beste twintig bedrijven in België. Daarbovenop sleepten we voor
de tweede keer op rij de EPRA sBPR Gold Award in de wacht
en behielden we onze GRESB-duurzaamheidsscore van 77%.
We verkondigen dus niet alleen duurzame ambities, we
brengen ze ook in de praktijk. Door grey- en brownfields –
vroegere industriële sites, al dan niet met vervuilde grond – te
herontwikkelen, creëren we duurzame meerwaarde. Petroleum
Zuid in Antwerpen, bijvoorbeeld, vormen we om tot een
multimodale smart city-hub. Op de voormalige Lipton-site in Vorst
verrijst dan weer een home shop delivery centre voor Delhaize
en in Tiel krijgt een oude glasfabriek een nieuwe bestemming.
In elk van onze vier thuislanden hebben we intussen een sterke
ploeg klaarstaan. Monteaneers zijn entrepreneurs pur sang.
Met hun focus, expertise en teamspirit vormen ze de basis van
Montea’s succes. En hun kritische blik is de kiem van innovatie,
cruciaal om tot out-of-the-box-oplossingen te komen voor
onze klanten. Daarom zorgden we ook voor ‘space for growth’
in onze eigen organisatie. Op bijna zestig Monteaneers staat
de teller vandaag, een verdubbeling ten opzichte van twee
jaar geleden. De cijfers spreken voor zich: Montea doet het
uitstekend en we kijken vol vertrouwen naar de toekomst.
Grondschaarste, gestegen rente, het netcongestieprobleem,
toenemende stikstofbeperkingen en trage overheidsprocedures
hebben de afgelopen jaren voor een grote schaarste in de
logistieke vastgoedmarkt gezorgd. De vraag naar duurzame
vastgoedoplossingen blijft echter hoog, dus we investeerden
volop in nieuwe ontwikkelingen op onze grondposities. We
luisteren naar de noden van onze klanten, investeren met hen
mee in vergroening, zetten samen slimme logistieke ketens op
en benutten de nog beschikbare ruimte zo efficiënt mogelijk.
Dat geeft een enorme voldoening. Zeker omdat we ons
altijd gesterkt voelen door het vertrouwen van onze
stakeholders: aandeelhouders, investeerders, klanten ...
Bedankt om ons die ‘space for growth’ te blijven geven.
Jo De Wolf
CEO
Woord van de CEO
“De cijfers spreken voor zich.
Montea doet het uitstekend en
we kijken vol vertrouwen naar
de toekomst.”
Jo De Wolf — CEO
6 7
2023 in
vogelvlucht
Een sterke balans, 100% bezetting van
onze portefeuille, een uitgebreide landbank
en stevige fundamentals in een volatiele
marktomgeving: Montea deed het uitstekend
in 2023. De groeiverwachtingen voor de
komende jaren liggen dan ook hoog.
HOOFDSTUK ÉÉN HOOFDSTUK ÉÉN HOOFDSTUK ÉÉN HOOFDSTUK ÉÉN HOOFDSTUK ÉÉN
HOOFDSTUK ÉÉN HOOFDSTUK ÉÉN HOOFDSTUK ÉÉN HOOFDSTUK ÉÉN
8 9
Verwezenlijking van onze
financiële doelstellingen
voor 2023
Meer dan 30% winstgroei naar een EPRA-resultaat van
90 miljoen euro.
Een EPRA-resultaat van 4,90 euro per aandeel, inclusief
0,45euro uitzonderlijk EPRA-resultaat per aandeel,
voornamelijk door de erkenning van Montea als fiscale
beleggingsinstelling (FBI) in Nederland voor de boekjaren 2021
en 2022.
Groei van het vooropgestelde dividend met 13% naar 3,74 euro
per aandeel. In het bijzonder gaat het om 3,38 euro per aandeel,
uitzonderlijk verhoogd met 0,36 euro per aandeel omwille van
het additioneel EPRA-resultaat in 2023.
Strategische positionering
voor toekomstige groei
Door een succesvolle kapitaalverhoging daalde de
EPRA-schuldratio eind 2023 naar 33,5% en de Net Debt/
EBITDA (adjusted) naar 6,8x. Met de bruto-opbrengst van
de kapitaalverhoging (ca. 126 miljoen euro) zullen we de
aangekondigde uitrol realiseren van 1 miljoen m² van
onze landbank. Vóór eind 2025 willen we 600.000 m² extra
verhuurbare oppervlakte opleveren aan een gemiddeld
netto aanvangsrendement van 7%. Daarnaast investeren
we de opbrengst ook in onze duurzaamheidsstrategie,
houden we de landbank op peil en blijven we inspelen op
investeringsopportuniteiten in de markt.
Vier opeenvolgende kwartalen
met 100% bezettingsgraad
Deze hoge bezettingsgraad is een weerspiegeling van
de kwaliteit van onze huurders en de gunstige locaties
van de gebouwen in onze portefeuille. Bovendien is het
een indrukwekkende presentatie bovenop de historisch
hoge bezettingsgraad van ruim 99% sinds 2018.
2023 in vogelvlucht
EPS-groei
Schuldratio
Bezettingsgraad
Net Debt/Ebitda (adjusted)
20222021 2023
€3,75
€4,10
€4,45
36,2% 100%
6,8x
42,1% 99,4%
8,4x
2023 2023
2023
2022 2022
2022
one-o €0,45
10 11
Erkenning voor onze ESG-
strategie
Sinds september 2023 maakt Montea deel uit van de BEL®
ESG Index. Daarmee zijn we een van de 20 Belgische
beursgenoteerde bedrijven met de laagste milieu-, sociale
en bestuurlijke (ESG) risicoscore. Ook verbeterden wij onze
Sustainalytics-score significant van 17,5 naar 11,0. Bovendien
bevestigden we onze erkenningen voor EPRA sBPR en GRESB
met respectievelijk een Gold Award en een score van 77%.
Gezonde marktdynamiek
In tegenstelling tot de algemene trend bleef de waardering
van onze bestaande portefeuille (like-for-like) stabiel sinds de
marktpiek in juni 2022. Ook over het volledige jaar 2023 bleef de
like-for-like-waardering stabiel.
De gemiddelde looptijd van onze huurcontracten (exclusief
zonnepanelen) bedraagt ruim 6,5 jaar tot de eerste vervaldag.
We kunnen bogen op een portefeuille van vastgoed op
strategische en multimodale toplocaties.
De markthuurprijzen voor logistiek vastgoed zitten in stijgende
lijn. Momenteel ligt onze contractuele huur ongeveer 6% lager
dan de markthuur, wat een opwaarts potentieel biedt voor de
komende jaren.
Ons cashflowprofiel is inflatiebestendig, omdat de
huurinkomsten worden geïndexeerd. De like-for-like-huurgroei
bedraagt zo’n 7%, waarvan 6% gelinkt aan indexatie en 1%
gelinkt aan herverhuur.
Sterke fundamentals in
volatiele macro-omgeving
We sluiten 2023 af met een historisch lage EPRA schuldratio van
33,5% en net debt/EBITDA (adjusted) van 6,8x.
Ondanks gestegen rentes op de markt bedraagt de gemiddelde
kost van de schuld slechts 2,3%, waarbij onze activa niet
bezwaard zijn met zekerheden.
Langlopende kredietcontracten en indekkingscontracten (beide
hebben een gemiddelde resterende looptijd van meer dan 7 jaar)
en een hedge ratio van 97% op jaareinde.
Een sterke liquiditeitspositie met ca. 280 miljoen euro aan
financieringsmiddelen, onmiddellijk beschikbaar op jaareinde.
Onze organisatie is klaar
voor de toekomst
Onze landenstructuur kreeg vaste vorm. Met een Country
Director in elk van onze vier landen zijn we klaar voor
bestendige groei. Patrick Abel werd in januari de Country
Director voor Duitsland, Xavier Van Reeth vervoegde in
april het Montea-team als Country Director voor België.
Ook onze corporate services bouwden we dit jaar verder
uit. We verwelkomden Liora Kern als Chief Marketing &
Communication Officer. Onder leiding van Dirk Van Buggenhout
richtten we onze eigen duurzaamheidsafdeling op. Eind 2023
telde Montea bijna zestig medewerkers, een verdubbeling
ten opzichte van twee jaar geleden. Dankzij een sterke
lokale vertegenwoordiging en de extra ondersteunende
diensten zijn we meer dan ooit klaar om de toekomstige
groei te realiseren.
2023 in vogelvlucht
Totaal aantal werknemers
58
41
32
202320222021
EPRA-schuldratio
20232022
39,7%
33,5%
Gemiddelde looptijd huurcontracten
Gemiddelde looptijd huurcontracten
projecten in uitvoering
6,5 jaar
14 jaar
Duitsland
België
Onze vastgoedportefeuille
95
1.959.000
Aantal sites op 31 december 2023
Totale oppervlakte (m
2
)
We koesteren grote ambities voor de komende jaren. We stellen een investeringsvolume
voorop van 200 miljoen euro per jaar. Voor 2024 ligt de lat zelfs op 260 miljoen euro.
Door de ontwikkeling van onze landbank verwachten we een duurzame stijging van
het EPRA-resultaat naar 4,55 euro per aandeel in 2024. We blijven onze landenteams
verder uitbouwen om zoveel mogelijk kansen te grijpen in onze 4 thuislanden.
€2.280 mio
100%
Reële waarde van de vastgoedportefeuille
Totale bezettingsgraad
Frankrijk
Aantal sites op 31/12/2023
18
Oppervlakte (m
2
)
213.000
Reële waarde van de
vastgoedportefeuille
€256 mio
Aantal sites op 31/12/2023
2
Oppervlakte (m
2
)
36.000
Reële waarde van de
vastgoedportefeuille
€31 mio
Totale bezettingsgraad
100%
Aandeel van
de portefeuille
12%
Totale bezettingsgraad
100%
Aandeel van
de portefeuille
1%
Nederland
Aantal sites op 31/12/2023
41
Oppervlakte (m
2
)
896.000
Reële waarde van de
vastgoedportefeuille
€1.063 mio
Totale bezettingsgraad
100%
Aandeel van
de portefeuille
45%
Aantal sites op 31/12/2023
34
Oppervlakte (m
2
)
814.000
Reële waarde van de
vastgoedportefeuille
€930 mio
Totale bezettingsgraad
100%
Aandeel van
de portefeuille
42%
12 13
Xavier Van Reeth
— Country Director Montea België
Cedric Montanus
— Country Director Montea Nederland
“Met zijn schaarse ruimte, netcongestie
en stikstofbeperkingen is Nederland
een uitdagende markt voor de
verwerving van gronden en de
ontwikkeling van logistiek vastgoed.
We zetten de komende jaren volop
in op de herontwikkeling van
bestaande industriële locaties om
onze landbank uit te breiden. Naast
de milieuvriendelijkste optie zijn het
strategisch gelegen locaties, ze hebben
al een netwerkaansluiting en ze zijn
vergunningstechnisch makkelijker.”
“De schaarste brengt voor ons ook
kansen met zich mee. Ons gaat het
namelijk om maximale waardecreatie
op de lange termijn voor al onze
stakeholders. We verwachten dat
onze Nederlandse portefeuille door de
toekomstige ontwikkelingen met een
derde zal groeien aan waarde.”
“België staat bekend als een vrij stabiele
markt voor logistiek vastgoed. In 2023
brachten we al heel wat gronden uit onze
Belgische landbank in ontwikkeling en
de komende jaren schalen we verder op.
In overleg met de klant blijven we ook
investeren in de duurzaamheid van onze
bestaande sites.”
“Duitsland is een van de economische
grootmachten van Europa en een
logistieke hotspot. Door de inflatie,
de rentestijging en een vertragende
wereldhandel ging de economie
door moeilijk vaarwater, maar de
groeiverwachting is opnieuw positief.
Montea houdt een ambitieuze
langetermijnvisie aan en wil zich ook
hier verder positioneren als actieve
ontwikkelaar en investeerder.”
Luc Merigneux
— Country Director Montea Frankrijk
Patrick Abel
— Country Director Montea Duitsland
“De ligging in het hart van Europa, het
sterk ontwikkelde transportnet en de
robuuste economie maken van Frankrijk
een focusmarkt voor Montea. We willen
onze aanwezigheid in de Franse markt
verstevigen met nieuwbouwprojecten die
voldoen aan de hoogste eisen.”
Hylcke Ottinga
— Country Director
Montea Nederland
14 15
Born, Nederland
Toekomstig project
16 17
Kerncijfers
people & nancial
Geconsolideerde
resultaten
Geconsolideerde
balans
LandbankTeam
2022 2023
39,7%33,5%
EPRA-schuldratio
2022 2023
1,9% 2,3%
Gemiddelde kost van de schuld
2022 2023
71,72 74,38
EPRA NTA per aandeel (€)
€3,75
€3,03
€4,10
€3,30
€4,45
€3,38
EPS-groei
DPS-groei
2021
2021
2022
2022
2023
2023
one-o €0,45
one-o €0,36
Management 2022: 9
13 personen
Werknemers 2022: 32
45 personen
Raad van bestuur 2022: 7
7 personen
Totaal aantal werknemers
58
41
20232022
Verder lezen?
Meer financiële
uitdieping vind je terug
in hoofdstuk 4 en 8.
totaal = €3,74
6,5 jaar
Gemiddelde looptijd huurcontracten
97%
Hedge-ratio
Landbank: totaal
2.226.000 m
2
Landbank: toekomstig ontwikkelpotentieel
1.437.000 m
2
Landbank: projecten in de pijplijn
789.000 m
2
Reeds in uitvoering/
opgeleverd
208.000 m
2
18 19
Montea-operaties
Doelstellingen
broeikasgasemissies
Doelstellingen
broeikasgasemissies
Doelstellingen
broeikasgasemissies
ACTIES
ACTIES
ACTIES
Montea-ontwikkelingen Bestaande portefeuille
2022 2022
20302030sinds 2021 205020502030
2022
2022
2022
2022
(100% tegen 2027)
(100% tegen 2030)
(100% tegen 2030)
(100% tegen 2024)
2023 2023
2023
2023
20232022
2023
2023
100% 50%
-55%-55%
23%
-48%
4,3
33%
71%
100% 68%
83%
-74%
3,5
61%
95%
Gebruik van groene stroom (%)
t.o.v. de CRREM-doelstellingen voor 2022
(1,5 °C-scenario) — doelstelling voor 2030
(-74%) vervroegd behaald
CO
2
-voetafdruk (ton CO
2
/FTE)
Percentage wagenpark elektrisch
Verminderen van energie-intensiteit
Gebruik van groene stroom (%)
Gebruik van energiebesparende technologie
Gebruik van hernieuwbare energiesystemen
2022
(100% tegen 2050)
2023
12% 32%
Uitfasering fossiele brandstoffen
CO
2
CO
2
CO
2
CO
2
CO
2
CO
2
Net-zeroNet-zeroNet-zeroNeutraal
Broeikasgassen Montea operaties
Embodied carbon
Broeikasgassen gebouwen nieuwe ontwikkelingen
Operational carbon
Gebouwgebonden broeikasgas emissies bestaande portefeuille
Kerncijfers
duurzaamheid
Verder lezen?
Meer niet-financiële
uitdieping vind
je terug in hoofdstuk 3.
20 21
22 23
Dit is Montea
HOOFDSTUK TWEE HOOFDSTUK TWEE HOOFDSTUK TWEE HOOFDSTUK TWEE HOOFDSTUK ÉÉN
HOOFDSTUK ÉÉN HOOFDSTUK TWEE HOOFDSTUK TWEE HOOFDSTUK TWEE
Als ontwikkelaar en investeerder in logistiek
vastgoed speelt Montea een belangrijke
rol in de toekomst van bedrijven, burgers,
de openbare ruimte en de planeet. Daarom
investeren we in multifunctionele en duurzame
gebouwen op multimodale locaties met optimaal
gebruik van de beschikbare oppervlakte.
24
Dit is Montea
Ruimte voor de toekomst
Montea ontwikkelt en koopt nieuwe en bestaande logistieke
opslagplaatsen, op weg naar een ruim portfolio vol
mogelijkheden. Maar we bieden veel meer dan dat. Onze
flexibele, innovatieve gebouwen creëren ruimte voor onze
klanten om door te groeien. Hiervoor is locatie van het grootste
belang en we benutten elke vierkante meter optimaal.
Als openbare, gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV)
beheert en ontwikkelt Montea logistiek vastgoed in België,
Nederland, Frankrijk en Duitsland.
Montea is een vennootschap met het REIT-statuut in België (als
GVV), Nederland (als FBI, minstens tot en met boekjaar 2022)
en Frankrijk (als SIIC). We staan onder toezicht van de FSMA, de
Belgische autoriteit voor Financiële diensten en Markten. Sinds
2006 is Montea genoteerd op Euronext Brussel en Euronext Parijs.
Erkenning ESG-strategie
25
TeamLandbank
Waarvan renderende gronden
76%
Rendement op investering
5,9%
Marktwaarde
€302,0 mio
Marktwaarde/m
2
€ 196,3
Gemiddeld aantal uren opleiding/vte
55 uren
Aantal sites op 31/12/2023
95
Oppervlakte (m2)
1.959.000
Totale bezettingsgraad
100%
Reële waarde van de vastgoedportefeuille
€2.280 mio
Genderverdeling
Management 2022: 9
13 personen
Werknemers 2022: 32
45 personen
Raad van Bestuur 2022: 7
7 personen
Totaal gronden
2.225.972 m
2
Verworven gronden
1.538.408 m
2
Gronden onder controle
687.564 m
2
Verworven gronden
19
39
vrouwman
Portefeuille
26 27
De ruimte SMART benutten
We bouwen volgens de normen van morgen,
want duurzaamheid zit in ons DNA.
Samen met onze klanten denken we na over wat zij
vandaag en morgen nodig hebben. Zo komen we tot
wendbare, innovatieve oplossingen.
Wij nemen customer service zeer serieus. Het
is onze taak om onze klanten zoveel mogelijk te
ontzorgen en proactief oplossingen aan te bieden.
We focussen op meer dan alleen wegtransport.
Dankzij onze locaties dicht bij (lucht)havens,
waterwegen en spoorwegen zetten we in op de
échte knooppunten in de
global supply-chain
.
Onze gebouwen zijn moeiteloos aanpasbaar voor
verschillende klanten, dus zijn ze lang bruikbaar.
S
M
A
R
T
Sustainable
Multimodal
Adaptable
Resilient & flexible
Tenant-centric
“Het verhaal van Montea is al meer dan zestig jaar oud.
Ondertussen zijn onze wortels diep en breed, en toch
veerkrachtig. Een boom die zelfs de zwaarste stormen
kan weerstaan. En we blijven groeien. Die groei zien wij
als ontwikkeling, waarbij mensen, ideeën en oplossingen
openbloeien.”
Jo De Wolf
— CEO
28 29
Onze duurzaamheids strategie:
de materialiteitsmatrix
Onze duurzaamheidsstrategie is gebaseerd op de prioritaire thema’s uit de
materialiteitsmatrix
1
. Deze ijkt die onderwerpen op twee assen: het belang voor onze
stakeholders en de impact die Montea op het thema heeft (incl. risico’s en opportuniteiten).
Kernfocusgebieden voor versnelling: materialiteiten voor
strategische focus en differentiatie
Duurzaamheidsfacilitators: materialiteiten die het bedrijf in de
juiste positie brengen om de kernfocusgebieden aan te pakken.
Belangrijke te monitoren gebieden: materialitieiten die actief moeten worden
gemonitord om te voldoen aan geldende normen en om risico’s te beperken.
Waarde creëren op de
lange termijn
Waardecreatie en groei
We vergroten onze portefeuille met projecten die meerwaarde
creëren. Geen ‘groei om de groei’ dus, maar doelgerichte
waardecreatie gecombineerd met een gecontroleerde
schuldgraad. We waken over een gezonde balans,
optimaliseren het EPRA-resultaat en focussen op eigen
ontwikkelingen en een actief beheer van onze portefeuille.
De landbank aan het werk
De beschikbare ruimte voor vastgoed wordt steeds schaarser.
Bijgevolg is grondbezit strategisch erg belangrijk voor Montea.
Daarom plannen we met onze landbank de ontwikkeling van
hoogwaardige vastgoedprojecten die passen bij onze visie, maar
ook bij de marktvraag en onze groeiambities. Bovendien geeft
deze eigen landbank ons de nodige flexibiliteit en vrijheid.
Een kleinere ecologische
voetafdruk
Bij Montea ontwikkelen we voor de lange termijn. We
zetten dus volop in op duurzaamheid. Niet alleen op het
vlak van energiehuishouding, maar ook qua watergebruik,
landschappelijke inpassing in de omgeving en biodiversiteit.
We gebruiken de beperkte beschikbare ruimte optimaal en
efficiënt om onze klimaatimpact te beperken. Wat nieuwe
locaties betreft, richten we ons vooral op de herontwikkeling
van verouderde bedrijfslocaties, ofwel grey- en brownfields.
Een nauwe samenwerking
met onze klanten
We willen onze klanten de best mogelijke ervaring
bieden: de perfecte locatie vinden, gebouwen ontwikkelen
en beheren. We willen begrijpen hoe zij de toekomst
zien. Samen met hen stemmen we onze producten en
diensten af op hun behoeften. Feedback nemen we
ter harte om onze diensten verder te verbeteren.
Menselijk kapitaal koesteren
Een organisatie die fit for growth wil zijn, moet kunnen rekenen
op doelgerichte expertise. Daarom geven we onze professionals
de kans om hun talenten te ontplooien, grondige kennis op te
bouwen in hun vakdomein en initiatief te nemen. We stimuleren
autonomie, klantgerichtheid en engagement. Zo bieden we
een uitdagende, belonende werkomgeving aan die teamwerk,
groei, talentontwikkeling, creativiteit en initiatief ondersteunt.
Onszelf steeds
opnieuw uitvinden
Nieuwe strategieën blijven een belangrijk focuspunt. We innoveren
volop, en we blijven onze diensten verbeteren en verbreden.
Partnerships met klanten, ontwikkelaars, investeerders en
onderzoeksinstituten zorgen voor externe inspiratie.
Bij Montea hanteren we een zogenaamde
‘transgenerationele’ aanpak. Dat wil zeggen dat onze
gebouwen over 30 jaar nog steeds moeten voldoen
aan de noden van de klant en en dat wij ons richten
op het realiseren van waarde op de lange termijn.
Impact Montea
Belang voor stakeholders
HoogLaag
HoogLaag
Klimaatadaptatie
Stedelijke logistiek
en geconnecteerde
ecosystemen
Watermanagement
Broeikasgasemissies
Duurzaam en veelzijdig
logistiek vastgoed
Corporate Governance
& ethiek
Medewerkers:
diversiteit en inclusiviteit
Medewerkers: welzijn
en persoonlijke ontwikkeling
Biodiversiteit
en grondgebruik
Energie-efficiëntie
(1) Dit betreft de enkelzijdige materialiteitsmatrix. Montea werkt momenteel zijn dubbele materialiteitsmatrix uit in het kader van de CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive).
“Vroeger was een
industrieterrein
een eiland, je deed
er wat je wilde. Nu
drukken het klimaat,
het milieu en de
grondschaarste
ons met de neus op
de feiten. Iedereen
moet nadenken
over zijn rol in de
maatschappij.
We zeen ons in
voor de wereld
van morgen en
overmorgen.”
Peter Demuynck
— Chief Strategy &
Innovation Montea
Intergamma, Tiel, Nederland
Toekomstig project
30 31
“Montea legt steeds solide
resultaten voor die in lijn
liggen met onze schaingen.
Het portfolio is duidelijk
veerkrachtig. De hoge
bezeingsgraad en huurgroei
blijven bijdragen aan de
stabiliteit van die waardering.”
Inna Maslova
— Senior Equity Analyst
Degroof Petercam
Waarde creëren voor onze
stakeholders
Investeerders
Het vertrouwen van onze investeerders
is van onschatbare waarde. Wij voeren
regelmatig gesprekken om te bekijken hoe wij
hen het best van dienst kunnen zijn en hoe we
hen transparante informatie kunnen geven. Zij
hebben sinds onze beursgang in ons verhaal
geloofd en zijn onze groeiplannen steeds
blijven steunen. Dat vertrouwen zetten
we graag om in investeringen die
waarde creëren.
Medewerkers
Ons team blijft de drijvende kracht achter
ons succes. We investeren dus graag in
een positieve cultuur en in persoonlijke
ontwikkeling. Dat is niet alleen goed voor het
mentale welzijn van onze medewerkers,
maar ook voor de productiviteit en de
duurzame groei van Montea zelf.
Maatschappij
Al onze activiteiten hebben een rechtstreekse
invloed op de maatschappij, en dan vooral
op mobiliteit en ruimtegebruik. We zijn
ons daarvan bewust en gaan steeds actief
op zoek naar duurzame oplossingen en
reële toegevoegde waarde voor al onze
stakeholders.
Klanten
De behoefte van onze klant heeft altijd de
hoogste prioriteit, bij alles wat we doen en
bij elke beslissing die we nemen. We hechten
veel belang aan een nauwe samenwerking
en feedback, zodat we steeds perfect hun
noden begrijpen en ons aanbod daarop
kunnen afstemmen.
“Een gebouw met een lage
energie-intensiteit was
essentieel voor ons. Dat was
precies wat Montea ons kon
bieden. De samenwerking
verliep soepel, zowel tijdens
het bouwproces als tijdens de
verhuizing. Montea denkt echt
met ons mee, op korte en op
lange termijn.”
Christian Greven
— Head of Operations
BayWa r.e.
“We waren op zoek naar een bedrijf met
dezelfde waarden, ook op het vlak van
duurzaamheid. Daarom wilden we voor
onze site in Arras ons partnerschap
met Montea verlengen. We hebben
zonnepanelen geïnstalleerd, net als
een regenwaterrecuperatiesysteem en
elektrische oplaadpunten voor onze
voertuigen. Deze samenwerking is dus
bijzonder belangrijk voor ons.”
Geoffrey Braye
— Logistiek Directeur
Advitam
“Dankzij zijn relatief grote landbank kan Montea, volgens ons,
zijn belangrijkste West-Europese concurrenten voorbijsteken. De
prognoses voor de winst per aandeel zijn conservatief. Daarbij
verwijzen we graag naar Montea’s sterke reputatie: doelstellingen
worden consequent gehaald.”
Steven Boumans
— Analyst ABN-AMRO
Oddo BHF
32 33
Onze raad van bestuur
De waarden van de Monteaneers vinden we ook terug in onze raad van bestuur. Bij de
samenstelling daarvan gaan we altijd op zoek naar diversiteit. Niet alleen qua geslacht,
maar ook qua ervaring, competenties en kennis. Dit is de beste garantie om steeds tot
evenwichtige beslissingen te komen.
De huidige leden van de raad van bestuur hebben onderling een zeer diverse achtergrond:
van de bankensector en de farmaceutische industrie tot de post- en vastgoedsector.
Bovendien hebben ze een uitgebreide expertise inzake ESG – één van de kerncriteria voor
nieuwe kandidaat-leden.
3534
Wij zijn Monteaneers
Onze medewerkers zijn het kloppende hart van
Montea. Iedere dag creëren ze waarde voor onze
klanten, aandeelhouders en andere stakeholders.
Monteaneers zijn gespecialiseerde leiders, elk
expert in hun eigen vakgebied. Onze bedrijfscultuur
wordt gekenmerkt door gelijke kansen, focus,
entrepreneurship
, expertise, teamspirit en respect
voor elkaar. Met korte beslissingslijnen maken we
dynamisch teamwerk mogelijk.
“Bij Montea geloven we dat de kracht van
ons succes in onze langdurige relaties
ligt, gestoeld op focus, ondernemerschap,
expertise en teamspirit. We handelen niet
voor snelle winsten, maar doen duurzame
investeringen in zowel onze externe
samenwerkingen als interne talenten. Dit
langetermijndenken is de sleutel tot onze
veerkrachtige groei.”
Steven Claes
— Chief Human Resources Officer
36 37
Hoe we meebouwen
aan de toekomst
van logistiek
3.1 Duurzame waardecreatie 40
3.2 Op weg naar net-zero 50
3.3 Slimme logistieke ketens 74
3.4 Optimaal ruimtegebruik 78
3.5 Langetermijnrelaties met onze stakeholders 84
HOOFDSTUK DRIE HOOFDSTUK DRIE HOOFDSTUK DRIE HOOFDSTUK DRIE HOOFDSTUK ÉÉN
HOOFDSTUK ÉÉN HOOFDSTUK DRIE HOOFDSTUK DRIE HOOFDSTUK DRIE
Montea gaat voor groei op een verantwoorde
manier, met oog voor de impact van onze
activiteiten op milieu en maatschappij. Vanuit die
toekomstgerichtheid streven we naar optimaal
ruimtegebruik en een verkleinde ecologische
voetafdruk van onze gebouwen. Zo bouwen we
actief mee aan de toekomst van logistiek.
38 39
Hoe we meebouwen aan
de toekomst van logistiek
Duurzame waardecreatie3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
Op weg naar net-zero
Slimme logistieke ketens
Optimaal ruimtegebruik
Langetermijnrelaties met
onze stakeholders
De vijf pijlers van onze strategie
Een gemiddelde jaarlijkse
stijging van 8% in de
afgelopen 10 jaar
Onze EPRA-winst per aandeel steeg in 2023 naar 4,45 euro; een stijging van 9% ten
opzichte van 2022. Dankzij de erkenning als FBI in Nederland voor de boekjaren 2021 en
2022 hebben we hier uitzonderlijk nog eens 0,45 euro aan toegevoegd. Het vooropgestelde
dividend steeg naar 3,74 euro per aandeel; een stijging van 13%. Gedurende de voorbije
10 jaar steeg ons resultaat per aandeel met gemiddeld 8% per jaar.
Acquisities in 2023
In het vierde kwartaal van 2023 verwierven we een last
mile distributiecentrum van ca. 5.000 m² in Machelen. Het
distributiecentrum is voor 3,5 jaar verhuurd aan FedEx, een
gerenommeerde multinational die gespecialiseerd is in logistiek
en koeriersdiensten. Op het dak liggen zonnepanelen met
een vermogen van ongeveer 270 kWp. Het investeringsbudget
(exclusief de zonnepanelen) bedroeg ca. 7 miljoen euro.
Opgeleverde projecten in 2023
In 2023 leverden we een reeks voorverhuurde projecten op, voor
een totaal investeringsbedrag van ca. 57 miljoen euro. De totale
oppervlakte bedroeg ca. 65.000 m².
De nieuwe distributiecentra worden enkel verwarmd met
warmtepompen. We besteedden extra aandacht aan de
luchtdichtheid van de gebouwen, om zo hun energieconsumptie
te verlagen tot 25 kWh per m² per jaar. De laadkades werden
volledig geïsoleerd, wat een vernieuwing is ten opzichte van
klassieke laadkades. Montea voorziet bij deze ontwikkelingen ook
zonnepanelen met een totaal vermogen van ca. 4.900 kWp. Dit
vermogen kan het jaarlijks verbruik van 1.300 gezinnen opvangen.
Structurele samenwerking met Cordeel
Ontwikkelingsfase 2
(tweede gebouw), Tongeren
Aankoop terrein: Q4 2022
Oppervlakte terrein: ca. 56.000 m²
Oppervlakte distributiecentrum: ca. 34.000 m²
Start constructie: Q1 2023
Oplevering: 15/11/2023
Huurder: BayWa r.e. Solar Systems voor
een vaste periode van 6 jaar
Investeringsbudget terrein + ontwikkeling:
ca. 26 miljoen euro
volledige case: zie pagina 48-49
Distributiecentrum,
Vilvoorde
Aankoop terrein: Q4 2022
Oppervlakte terrein: ca. 22.000 m²
Oppervlakte distributiecentrum: ca. 10.500 m²
Start constructie: Q4 2022
Oplevering: 10/05/2023
Huurder: Storopack Benelux NV voor een vaste
periode van 10 jaar
Investeringsbudget terrein + ontwikkeling:
ca. 13 miljoen euro
Ontwikkelingsfase 2
(eerste gebouw), Tongeren
Aankoop terrein: Q4 2022
Oppervlakte terrein: ca. 42.000 m²
Oppervlakte distributiecentrum: ca. 20.500 m²
Start constructie: Q3 2022
Oplevering: 18/04/2023
Verhuurd voor een vaste periode van 6 jaar
Investeringsbudget terrein + ontwikkeling:
ca. 18 miljoen euro
volledige case: zie pagina 48-49
Met onze uitgebreide landbank creëren we
duurzame waarde voor onze klanten en onze
investeerders. In 2023 realiseerden we een
portefeuillegroei van 109 miljoen euro. Dat bracht
ons totale vastgoedpatrimonium op 2.280 miljoen
euro op het einde van 2023.
3.1. Duurzame waardecreatie
40 41
Landbank van 2,4 miljoenm
2
,
waarvan 1 miljoen m
2
in
ontwikkeling
In 2023 kondigden we aan dat we maar liefst 1 miljoen m²
van onze landbank in ontwikkeling willen brengen in 2024
en 2025. Tot nu toe konden we al 56.000 m² opleveren;
de uitrol van het overige deel is eveneens gepland. Deze
ontwikkelingen vertegenwoordigen ongeveer 10% van de
totale ontwikkelingsmarkt in België en Nederland en zullen
zich voor meer dan 65% situeren op grey- en brownfields.
De projecten worden ontwikkeld met een gemiddeld netto
aanvangsrendement van 7,0%. Dankzij de huurgroei van
deze ontwikkelingen en een gecontroleerde maximale
gemiddelde kost van de schuld van 2,5% (zonder dat
onze activa bezwaard zijn met zekerheden) mikken
we op een gemiddelde ontwikkelmarge van 30%.
Uitrol landbank
65%
van onze projecten
situeert zich op
grey-
en
brownelds
die wij
saneren
Land
Grey/
brown/
green field
Projectnaam
Geschatte
oplevering
Landbank GLA
Geïnvesteerd
31/12/2023
Te
investeren
Totale capex
van het
project
Opgeleverd 56.000 m² 37.000 m² € 28 mio € 0 mio € 28 mio
Brown Vorst (Delhaize) Q3 2024 55.000 m
2
21.000 m
2
€ 14 mio € 25 mio € 38 mio
Brown Blue Gate 2 Q3 2024 26.000 m² 16.000 m² € 6 mio € 14 mio € 20 mio
Green Waddinxveen (Lekkerland) Q3 2024 60.000 m² 50.000 m² € 20 mio € 25 mio € 45 mio
Green Amsterdam Q4 2024 11.000 m² 7.000 m² € 0 mio € 13 mio € 13 mio
In uitvoering 152.000 m
2
94.000 m
2
€ 40 mio € 77 mio € 116 mio
Green Tongeren III
1 jaar na
voorverhuur
vóór eind 2025
89.000 m² € 11 mio € 33 mio € 45 mio
Green Tongeren IIB 95.000 m² € 12 mio € 32 mio € 44 mio
Green Lummen 55.000 m² € 8 mio € 21 mio € 29 mio
Brown Grimbergen 57.000 m² € 4 mio € 23 mio € 28 mio
Grey Born 89.000 m² € 18 mio € 48 mio € 66 mio
Vergund. Nog niet voorverhuurd 385.000 m² 242.000 m² € 54 mio € 158 mio € 212 mio
Grey Confidentieel
1 jaar na
vergunning
vóór eind 2025
14.000 m² € 0 mio € 8 mio € 8 mio
Grey Tiel North (Intergamma) 183.000 m² € 25 mio € 58 mio € 83 mio
Grey Confidentieel 20.000 m² € 4 mio € 10 mio € 14 mio
Grey Confidentieel 12.000 m² € 0 mio € 6 mio € 6 mio
Voorverhuurd. Vergunning op KT verwacht 229.000 m
2
125.000 m² € 29 mio € 81 mio € 111 mio
Niet voorverhuurd. Vergunning op KT verwacht vóór eind 2025 175.000 m² 93.000 m² € 20 mio € 64 mio € 84 mio
Landbankprojecten in de pijplijn 997.000 m
2
591.000 m² € 171 mio € 380 mio € 551 mio
Toekomstig ontwikkelpotentieel 1.437.000 m
2
Lummen
55.000 m
2
Vorst
55.000 m
2
Tongeren
240.000 m
2
Senlis
17,0 ha
Leverkusen
2,8 ha
Grimbergen
57.000 m
2
Blue Gate
26.000 m
2
Amsterdam
11.000 m
2
Waddinxveen
60.000 m
2
Tiel
183.000 m
2
Born
89.000 m
2
42 43
Saint-Priest
7,0 ha
Mannheim
8,3 ha
Projecten in uitvoering
Op dit moment voeren we vier ontwikkelingsprojecten uit in België en Nederland, goed voor een
totale grondoppervlakte van 152.000 m² en een totaal investeringsbudget van ca. 116 miljoen euro:
Ontwikkeling
brownfield
,
Blue Gate fase 2, Antwerpen
Aankoop terrein: Q4 2023
Oppervlakte terrein: ca. 26.000 m²
Oppervlakte distributiecentrum: ca. 16.000 m²
Start constructie: Q4 2023
Verwachte oplevering: Q3 2024
Verhuurd voor een vaste periode van 10 jaar
Inschatting investeringsbudget terrein +
ontwikkeling: ca. 20 miljoen euro
volledige case: zie pagina 76-77
Logistiek Park A12 (fase 2),
Waddinxveen
Aankoop terrein: Q3 2020
Oppervlakte terrein: ca. 60.000 m²
Oppervlakte distributiecentrum: ca. 50.000 m²
Start constructie: Q3 2023
Verwachte oplevering: Q3 2024
Huurder: Lekkerland Nederland B.V. voor een vaste
periode van 15 jaar
Inschatting investeringsbudget terrein + ontwikkeling:
ca. 45 miljoen euro
volledige case: zie pagina 82-83
Amsterdam
Aankoop terrein: Q4 2023
Oppervlakte terrein: ca. 11.000 m²
Oppervlakte distributiecentrum: ca. 7.000 m²
Start constructie: Q4 2023
Verwachte oplevering: Q4 2024
Verhuurd voor een vaste periode van 10 jaar
Inschatting investeringsbudget terrein + ontwikkeling:
ca. 13 miljoen euro
Herontwikkeling
brownfield
,
Vorst, Brussel
Aankoop terrein: Q1 2008
Aankoop uitbreidingsterrein: Q3 2022
Oppervlakte terrein: ca. 55.000 m²
Oppervlakte distributiecentrum: ca. 21.000 m²
Start constructie: Q3 2023
Verwachte oplevering: Q3 2024
Verhuurd voor een vaste periode van 15 jaar
Inschatting investeringsbudget terrein + ontwikkeling:
ca. 38 miljoen euro
volledige case: zie pagina 72-73
“We zijn trots op de
samenwerking met Montea
voor Logistiek Park A12 in
Waddinxveen en Schiphol
Logistics Park. Samen hebben
we enorm veel bedenkkracht.
We maken optimaal gebruik van
elkaars expertise en ervaring,
en maken zo doordachte
plannen met aandacht voor
bewust en duurzaam bouwen.
Op naar de volgende mooie
projecten!”
Paul Buts
— Pauwert
architectuur
“Een lage schuldgraad, een
grote landreserve en een
uitermate sterk team. Wij
hebben alles in huis om Montea
verder te laten groeien.”
Els Vervaecke
— Chief Financial Officer
Montea
44 45
Andere projecten in de pijplijn
Ook verwachten we op korte termijn te kunnen starten met de
ontwikkeling van ca. 789.000 m² grondoppervlakte, gelegen
op strategische locaties in België en Nederland. De grootste
oppervlaktes bevinden zich in Tongeren, Lummen, Grimbergen,
Born en Tiel. Oplevering van deze projecten wordt verwacht voor
eind 2025.
Toekomstig
ontwikkelpotentieel
Met de resterende landbank (ca. 1,4 miljoen m²) behouden we een
aanzienlijk toekomstig ontwikkelpotentieel. Er blijft dus voldoende
capaciteit om ontwikkelingen te plannen en uit te voeren – en dus
opnieuw extra waarde te creëren voor alle stakeholders.
Reeds vergund,
nog niet voorverhuurd
Reeds voorverhuurd,
vergunning op korte
termijn verwacht
nog niet verhuurd,
nog niet vergund
1
385.000 m
2
229.000 m
2
175.000 m
2
(1) Op basis van de lopende gesprekken verwacht Montea
op korte termijn zowel de vergunning als verhuring.
“We hebben een signicante landbank uitgebouwd.
Door de schaarste in de markt en de vraag naar
state-of-the art
vastgoed, willen we deze activeren. Ook
gaan we meer inzeen op
nal mile-delivery
door distributiecentra meer in de stadsrand te
plaatsen. Ook
near shoring
is een factor: bedrijven
willen hun voorraden dichter bij huis zeen of zelfs hun
productieproces er (deels) terugbrengen.”
Dirk Van Buggenhout
— Chief Sustainability Officer
Montea
46 47
We investeren in
groene projecten
In april 2023 publiceerden we het ‘Green Finance Allocation and
Impact Report’. Dat omvatte de 615 miljoen euro aan Green bonds
en unsecured notes die we in 2021 en 2022 onder ons Green
Finance Framework konden ophalen. De opbrengst spendeerden
we uitsluitend aan de (her-)financiering van groene projecten
zoals duurzame gebouwen en hernieuwbare energie.
Hiermee zorgden we voor een jaarlijkse besparing van
28.112tCO
2
e broeikasgasemissies – ofwel de jaarlijkse
CO
2
-opname van 1.802 hectare bomen.
Het Sustainable Executive Committee evalueert de projecten op
basis van een aantal criteria. Alle interne departementen mogen
investeringen, uitgaven en/of projecten voorstellen.
Erkenning voor
onze ESG-strategie
In september werd Montea opgenomen in de BEL® ESG Index van Euronext, een plaats
bij de twintig beursgenoteerde bedrijven in België met de laagste milieu-, sociale en
bestuurlijke (ESG) risicoscore.
Euronext gebruikte de Sustainalytics-score als graadmeter, een score die we aanzienlijk
verbeterden (van 17,5 naar 11,0). Bovendien kregen we voor EPRA sBPR opnieuw een
Gold Award en voor GRESB een score van 77%
(standing investments)
en 79%
(new
developments)
.
Industriezone Oost, Tongeren
Waarde creëren op de lange termijn
Hoe begon het?
In het vierde kwartaal van 2022 kocht Montea een terrein aan
van ca. 187.000 m² op de Industriezone Oost in Tongeren. Dat
gebeurde in het kader van een structurele samenwerking met
bouwgroep Cordeel (tweede fase).
Wat deden we er in 2023?
In het tweede kwartaal van 2023 leverden we een eerste unit
van ca. 20.500 m² op, verhuurd voor een vaste periode van 6 jaar.
In het vierde kwartaal van 2023 volgde een tweede unit van ca.
34.000m², verhuurd voor een vaste periode van 6 jaar aan BayWa
r.e. Solar Systems.
Het Duitse bedrijf BayWa r.e. Solar Systems, een wereldwijde
verdeler van zonnepanelen en onderdelen voor zonne-installaties,
huurde sinds april 2023 een unit op de Montea-site in Tongeren.
Door de sterke groei van het bedrijf ontstond een behoefte aan
extra opslagruimte. De klant wilde graag dicht bij de E313 blijven;
een ideale uitvalsbasis voor leveringen in België en Nederland.
Om de uitbreiding te faciliteren, bouwden we twee units bij.
Hoe maakten we het duurzaam?
Qua duurzaamheid lag de lat hoog, zoals altijd. De nieuwe
distributiecentra hebben geen gasaansluiting, en worden alleen
met warmtepompen verwarmd.
project in de kijker • project in de kijker • project in de kijker • project in
We voorzien ca. 9.000 zonnepanelen, die naar schatting 4.600
MWh stroom per jaar leveren. Bovendien brachten we de volledige
carbon footprint in kaart met een Life Cycle Assessment (LCA).
Ook opvallend op de site in Tongeren: de innovatieve loskades.
We positioneren de laadbrug achter de poort en isoleren haar
onderaan. Daardoor is het geheel in gesloten toestand luchtdicht.
De warmte kan niet meer naar buiten, en de kou niet naar binnen.
Daarmee voldoet deze ontwikkeling aan de eisen van een Zero
Emission Building.
De maximale energie-intensiteit in Tongeren bedraagt 25 kWh/m²
per jaar. Dat is de helft van de huidige marktpraktijk van 50kWh/
m² per jaar. Zo blijven we waarde creëren op de lange termijn: het
logistieke vastgoed verbruikt minder energie (en bespaart dus
energiekosten), gaat langer mee en belast het milieu minder.
Tongeren ontwikkelingsfase 2
(eerste gebouw)
Aankoop terrein: Q4 2022
Oppervlakte terrein: ca. 42.000 m²
Oppervlakte distributiecentrum: ca. 20.500 m²
Start constructie: Q3 2022
Oplevering: 18/04/2023
6 jaar vast verhuurd
Investeringsbudget terrein + ontwikkeling:
ca. 18 miljoen euro
Tongeren ontwikkelingsfase 2
(tweede gebouw)
Aankoop terrein: Q4 2022
Oppervlakte terrein: ca. 56.000 m²
Oppervlakte distributiecentrum: ca. 34.000 m²
Start constructie: Q1 2023
Oplevering: 15/11/2023
Huurder: BayWa r.e. Solar Systems voor een
vaste periode van 6 jaar
Inschatting investeringsbudget terrein + ontwikkeling:
ca. 26 miljoen euro
“Met een blowerdoor test
inspecteren we of de gebouwen
voldoen aan onze eisen. Die zet
de binnenruimte in overdruk,
zodat we kunnen nagaan of er
warmte ontsnapt via de deuren
en/of kieren. De techniek wordt
zelden toegepast in logistieke
gebouwen, maar behoort
tot onze standaardtests.”
Dirk Van Buggenhout
— Chief Sustainability Officer
Montea
48 49
Montea wil zich blijven onderscheiden door uit
te blinken in de ontwikkeling van duurzame
technologieën en energie-efciënte ontwerpen.
Daarbij hanteren we een ‘transgenerationele’
aanpak. Onze gebouwen hebben een levensduur
van minimaal 30 jaar en moeten al die tijd voldoen
aan de alsmaar wijzigende regelgeving en
klantenbehoeften. Duurzaamheid vereist dan ook
een geïntegreerde aanpak die alle aspecten van onze
bedrijfsvoering omvat.
3.2. Op weg naar net-zero
Onze duurzame doelen voor
2030 en 2050
1/ Montea-operaties 2/ Bestaande portefeuille 3/ Montea-ontwikkelingen
2030: Net-zero
1
2030: CO
2
-uitstoot verminderen met 55%
2050: Net-zero
2030: CO
2
-uitstoot verminderen met 55%
2050: Net-zero
We durven en moeten vooruitkijken. Onze
duurzaamheidsdoelstellingen zijn geënt op de doelstellingen van
de Europese Green Deal en werden opgesplitst in drie logische
componenten: onze eigen operaties, onze bestaande portefeuille
en onze nieuwbouwprojecten. Elke component vraagt een
andere aanpak en impact. De reductiedoelstellingen voor nieuwe
bouwprojecten zijn vastgesteld met 2021 als referentiejaar. Voor
de bestaande portefeuille en Montea-operaties maken we een
vergelijking met basisjaar 2019.
Onze totale CO
2
-voetafdruk wordt onderverdeeld in scope 1, 2 en
3 (zie figuur op pagina 52). Scope 1 en 2 zijn relatief eenvoudig
in kaart te brengen, maar representeren slechts een fractie van
onze totale CO
2
-uitstoot. Het gros van onze CO
2
-uitstoot zit vervat
in scope 3. De afgelopen jaren zetten we al stappen om deze
categorie in kaart te brengen, en toch blijven sommige aspecten
tot op vandaag uitdagend.
(1) Net-zero is niet hetzelfde als CO
2
-neutraliteit. Net-zero betekent dat de hoeveelheid uitgestoten CO
2
gelijk is aan de hoeveelheid die wordt verwijderd uit de atmosfeer. Zo blijft er geen
extra CO
2
achter in de atmosfeer. Dat kan bijvoorbeeld door beter bosbeheer of CO
2
-opslag. CO
2
-neutraliteit betekent dat er geen netto CO
2
-uitstoot is; door compenserende maatregelen,
waarbij deze niet noodzakelijk CO
2
verwijderen uit de atmosfeer.
CO
2
CO
2
CO
2
CO
2
Broeikasgasemissies Montea-operaties
Embodied carbon Operational carbon
Broeikasgasemissies gebouwen
nieuwe ontwikkelingen
Gebouwgebonden broeikasgas-
emissies bestaande portefeuille
50 51
Montea-operaties
Nieuwe ontwikkelingen
Embodied carbon
Bestaande portefeuille
Operational carbon
SCOPE 1
Directe uitstoot van
bedrijfswagens (brandstof),
verwarming (gas) en
koelmiddellekken voor
Montea-kantoren
Door Montea gecontroleerde
directe uitstoot door
verwarming (gas) en
koelmiddellekken in Montea-
gebouwen
SCOPE 2
Emissies verbonden aan
productie van aangekochte
grijze elektriciteit voor
Montea-kantoren
Door Montea gecontroleerde
emissies verbonden aan
aangekochte grijze elektriciteit
in Montea-gebouwen
SCOPE 3
Aangekochte goederen
en diensten
Emissies door aankoop
van papier, dataopslag en
onderaannemers
Emissies door bouwmaterialen,
energiegebruik op bouwwerven
en afbraakwerken
Investeringsgoederen
Emissies van aankoop
van IT-materiaal
Brandstof- en energie-
gerelateerde activiteiten
Upstream emissies van scope
1 & 2 energie
(brandstofproductie,
nettoverliezen, bouwen van
elektriciteitscentrale)
Door Montea gecontroleerde
upstream emissies van scope
1 & 2 energie (brandstofproductie,
nettoverliezen, bouwen van
elektriciteitscentrale)
Transport & distributie Emissies door transport
Afval
Emissies van afval gegenereerd
in Montea-kantoren
Emissies door afval
Zakenreizen Emissies door zakenreizen
Woon-werkverkeer
personeel
Emissies van woon-werk
verkeer van personeel Montea
Downstream geleasde
activa
Huurder-gecontroleerde
emissies door verwarming en
elektriciteit (direct en indirect)
CH
4
N
2
0
CO
2
PFCs
SF
4
MFCs
52 53
Upstream Activities Downstream Activities
T
o
t
a
a
l
m
o
b
i
l
i
t
e
i
t
:
6
6
%
1/ Montea-operaties
Al sinds eind 2021 zijn onze eigen operaties CO
2
-
neutraal. Om onze ambities tegen 2030 waar te
maken en te evolueren naar net-zero, dienen we
er eerst alles aan te doen om onze CO
2
-uitstoot te
verlagen. Als er vervolgens toch nog een resterende
CO
2
-uitstoot plaatsvindt, wordt deze gecompenseerd
door middel van een offsetproject gericht op
koolstofverwijdering (carbon removal).
Emissies in tCO
2
e Montea-operaties tCO
2
e/m
2
tCO
2
e/fte
2021 169 0,16 5,3
2022 156 0,14 4,1
2023 172 0,12 3,5
In 2023 waren de Montea-operaties verantwoordelijk voor een
totale CO
2
-uitstoot van 172 tCO
2
e. Dat is een stijging van 10% ten
opzichte van vorig jaar (156 tCO
2
e). Maar bekijken we de emissies
per m² kantooroppervlakte, dan zien we wel een daling: van
0,14 naar 0,12 tCO
2
e/m². Tegelijk zakte onze CO
2
-uitstoot per fte
(voltijdsequivalent) van 4,1 naar 3,5 tCO
2
e.
IT-materiaal
ingekochte goederen en diensten
energie
zakenreizen woon-werkverkeer bedrijfswagens
14%
1%
19%
8% 13% 45%
afval
0%
koudemiddelverlies0%
De totale CO
2
-uitstoot van 172 tCO
2
e valt uiteen in verschillende
categorieën. De drie belangrijkste voor de Montea-operaties zijn
mobiliteit, energieverbruik en IT-materiaal.
54 55
300
150
200
50
250
100
0
Energie-intensiteit Montea-kantoren
België, Nederland, Frankrijk, Duitsland (in kWH/m²)
2021 2022 2023
Frankrijk
Duitsland
België Geconsolideerd
Nederland
Mobiliteit
Binnen onze eigen operaties blijft mobiliteit de voornaamste bron
van broeikasgasemissies (66%). Die categorie omvat voornamelijk
de uitstoot van onze bedrijfswagens, zakenreizen en woon-
werkverkeer.
Wat onze bedrijfswagens betreft, hebben we alvast grote stappen
vooruit gezet. Vandaag bestaat het wagenpark van Montea al
voor 61% uit elektrische wagens, wat op het vlak van tCO
2
e een
daling betekent met 27% ten opzichte van vorig jaar. Ons doel is
om tegen 2027 volledig over te schakelen naar elektrisch rijden.
Om dat te faciliteren, installeerden we aan onze kantoren extra
laadinfrastructuur.
Jammer genoeg gaat die verbetering in de cijfers deels verloren
als gevolg van het gestegen aantal zakenreizen. We reisden nog
steeds het meest met de trein, maar vlogen ook meer in 2023 en
die stijging in vliegkilometers weegt zwaar door in de statistieken.
Ook combineren we werken op kantoor met telewerken. In deze
hybride werkomgeving telden we in 2023 voor het eerst de energie
mee die werd verbruikt tijdens het thuiswerken (6%). In 2022
hielden we hier nog geen rekening mee. De resterende 7% van
deze component is dus te wijten aan de uitstoot door de afstand
woon-werk, die met de helft steeg t.o.v. 2022 – als gevolg van het
gestegen aantal voltijdsequivalenten.
Energieverbruik
Om het energieverbruik van de kantoren te berekenen, moeten
we de mix kennen van groene en grijze elektriciteit, gas en het
warmtenetwerk. We genereren al onze elektriciteit met behulp
van 100% groene stroom en gebruiken uitsluitend ledverlichting
met daglicht- en bewegingssensoren. Voor verwarming wordt in
de meeste landen gas gebruikt, naast de stadsverwarming van
ons kantoor in Parijs (warmtenetwerk).
Dat energieverbruik rekenen we vervolgens om naar CO
2
-uitstoot.
Dat gebeurt via emissiefactoren. Door de juiste emissiefactor per
verbruikstype te alloceren, wordt de totale CO
2
-uitstoot berekend
en gelinkt aan onze operaties, uitgedrukt in ton CO
2
-equivalent
(tCO
2
e).
In die context zien we dat onze uitstoot (geconsolideerd) uit
energie stijgt van 27 naar 33 tCO
2
e. Die stijging kunnen we niet
volledig toeschrijven aan één specifieke oorzaak, maar heeft onder
meer te maken met de opening van ons kantoor in Duitsland. De
uitstoot per m² daalt immers met 5%. Verder speelt mee dat we
voor bepaalde data sterk afhankelijk zijn van de input van externe
partijen, zoals de kantoorbeheerder in Parijs voor het verbruik van
het warmtenetwerk. We hebben de analyse voorzichtig uitgevoerd
op basis van gegevens waarover we geen controle hebben.
IT-equipment
Een derde luik omvat de aankoop van IT-materiaal. Daar zien we
een sterke stijging, vooral door de aankoop van materiaal voor de
nieuwe medewerkers in 2023. Bovendien wordt ons materiaal in
cycli hernieuwd volgens onze IT renewal policy.
Na de maximale implementatie van doordachte
reductiemaatregelen compenseren we de resterende
CO
2
-uitstoot met gerichte financiële ondersteuning aan een
herbebossingsproject in Frankrijk.
Bomen die in grote aantallen opnieuw worden aangeplant, kunnen
tijdens hun groei CO
2
opnemen en opslaan via fotosynthese.
Bijgevolg verwijderen ze CO
2
uit de atmosfeer, waardoor er
koolstofverwijdering plaatsvindt.
Herbebossingsproject
in Frankrijk
Het Zwitsers adviesbureau South Pole staat wereldwijd bekend om zijn scala aan
duurzame offsetprojecten. Een van die projecten richt zich specifiek op het herstel en de
bescherming van drie bosgebieden in Frankrijk die ernstig bedreigd werden door onder
meer parasieten, schimmels en bosbranden. Dankzij onze bijdrage wordt het mogelijk om
deze gebieden te rehabiliteren en de biodiversiteit te vergroten.
56 57
2/ Bestaande portefeuille
We streven ernaar om tegen 2030 een reductie
van 55% te bereiken in de CO
2
-uitstoot van onze
bestaande portefeuille (operational carbon), met als
uiteindelijke doel om tegen 2050 naar net-zero te
evolueren.
Dalende energieconsumptie
dankzij succesvolle maatregelen
Van de totale energieconsumptie in onze bestaande portefeuille
wordt 24% geleverd uit aardgas, terwijl 75% van de verbruikte
energie afkomstig is uit elektriciteit. Momenteel wordt al 52%
van ons totale elektriciteitsverbruik gedekt door hernieuwbare
bronnen. Dat omvat zowel groene elektriciteit die wordt ingekocht
van externe leveranciers als lokaal opgewekte groene energie,
bijvoorbeeld door middel van zonnepanelen.
Als we de totale energie-intensiteit (verbruik per m²) van de
bestaande portefeuille vergelijken met het niveau van 2022, dan is
de verdere daling duidelijk merkbaar. In 2023 daalde de energie-
intensiteit van onze volledige portefeuille met maar liefst 11%.
Like-for-like zien we een daling van 11%.
Deze daling is het directe resultaat van onze duurzame
maatregelen, zoals de keuze voor ledverlichting en de omschakeling
naar warmtepompen. Dit toont aan dat onze inspanningen op het
gebied van duurzaamheid vruchten afwerpen en dat we op de goede
weg zijn naar een energie-efficiëntere toekomst.
Binnen deze oefening vinden we het cruciaal om onze prestaties
te benchmarken met het decarbonisatiepad van de Carbon Risk
Real Estate Monitor (CRREM). CRREM is een wetenschappelijk
onderbouwde tool die specifiek is ontworpen voor de vastgoedsector.
De tool is afgestemd op de klimaatdoelstellingen van het
Parijsakkoord, die later uitmondden in de Europese Green Deal.
Het biedt een transparante maatstaf om onze vooruitgang qua
CO
2
-reductie te meten. Zo zijn we zeker dat we op schema liggen
om de vooropgestelde klimaatdoelstellingen te behalen.
Het decarbonisatiepad is landafhankelijk. Elk land heeft zijn eigen
unieke energiemix, beleidsmaatregelen en infrastructuur, wat
resulteert in verschillende mogelijkheden en uitdagingen op het
vlak van decarbonisatie. We zijn in meerdere landen aanwezig, dus
moeten we deze gegevens per land analyseren. Deze oefening en
verdere detaillering op asset-niveau staan op de agenda in 2024.
Vergelijken we onze resultaten met het decarbonisatiepad van
de CRREM, dan ligt onze energie-intensiteit 24% lager dan de
vooropgestelde doelstellingen voor 2023.
75%
20%
32%
23%
Elektriciteit
Lokaal geproduceerde elektriciteit
via hernieuwbare energiebronnen
Groene elektriciteit
van het net
Grijze elektriciteit
van het net
24% 1%
Gas
Stadsverwarming
Energie-intensiteit bestaande
portefeuille (in kWh/m²)
120
80
40
0
2018 2020 2022 2024 2026 2028 2030 2032 2034 2036 2038 2040 2042 2044 2046 2048 2050
100
60
20
CRREM-target 1,5 °C-scenario
1
Energie-intensiteit bestaande portefeuille
(1) Als CRREM-pad werd voor deze figuur de gemiddelde waarde genomen van de CRREM-waardes voor de landen waarin Montea actief is en voor de typologie van onze asset-class.
Arcade en Montea delen een passie voor innovatie op het gebied van
hernieuwbare energie, elektricatie en baerijopslag. In een nieuwe
markt onderscheiden beide bedrijven zich door hun nuchtere en
pragmatische benadering. De kern van ons strategisch partnership is
een tastbare vooruitgang waar innovatie en kennis vooropstaat.”
Ir. Arnaud Serrien
— CEO Arcade
58 59
CO
2
-uitstoot van de
bestaande portefeuille
De belangrijkste parameter voor de CO
2
-uitstoot van onze
bestaande portefeuille is de CO
2
-intensiteit, uitgedrukt in
kg CO
2
e/m².
Ontzorging van onze klanten:
samen naar net-zero
Bij Montea helpen we onze klanten voortdurend om hun CO
2
-
uitstoot en de bijbehorende energiekosten te reduceren – een
cruciale stap op het parcours naar net-zero. Wanneer het
energieverbruik van een pand afneemt, dan daalt automatisch ook
de CO
2
-uitstoot ervan. Door nauwkeurig de huidige CO
2
-uitstoot
en energieconsumptie van onze bestaande portefeuille in kaart
te brengen, begrijpen we de huidige situatie beter en kunnen we
gericht de nodige vervolgstappen identificeren.
In Frankrijk, bijvoorbeeld, voerden we in het kader van het
décret
tertiaire
2
energie-audits uit op de volledige bestaande portefeuille.
We identificeerden het energieverbruik, de CO
2
-emissies en de
nodige actiepunten om tegen 2030, 2040 en 2050 respectievelijk
40%, 50% en 60% energie te besparen. Deze acties zullen we nu
verder vertalen naar kortetermijnplanningen en bijbehorende
investeringen. Daarnaast richtten we, in samenwerking met al
onze klanten, groene comités op om concrete verbeteringen
te identificeren op het gebied van energiebesparing,
biodiversiteitstoename of gunstige werkomstandigheden.
Onze klanten in Nederland gingen dan weer aan de slag met een
door Montea gemandateerde duurzaamheidscoach. Daarbij lag de
focus op de vertaling van duurzaamheidsinitiatieven naar concrete
actiepunten: het gebruik van ledverlichting, verbeterde isolatie
voor minder warmteverlies, de vervanging van gastoestellen …
De verzamelde feedback wordt nu omgezet in gedetailleerde
uitvoeringsplannen.
Total Scope 1/2/3
Emissiefactoren (kg CO
2
e/kWh) 2023 2022 Verschil
Verbruik grijze stroom België 0,170 0,236 -28%
Verbruik grijze stroom Frankrijk 0,076 0,083 -8%
Verbruik grijze stroom Nederland 0,381 0,523 -27%
Verbruik grijze stroom Duitsland 0,435 0,533 -18%
Verbruik groene stroom EU 0,025 0,025 0%
Productie en verbruik groene stroom zonnepanelen on site EU 0,000 0,044 -100%
Brandstof aardgas EU 0,244 0,214 14%
Voor de emissiefactor van zonnepanelen voerden we dit jaar
een correctie door. De emissiefactor van de lokaal opgewekte
groene stroom door onze PV-installaties zetten we op 0. Ook de
productie van zonne-energie heeft een emissiefactor, maar die is
enkel te wijten aan het productieproces van de zonnepanelen, het
transport en de installatie ervan. Deze uitstoot nemen we mee in
de embodied carbon van het project en hoort m.a.w. niet thuis in de
operational carbon van onze bestaande portefeuille. Aangezien we
in het verleden iets te streng waren voor onszelf, hebben we deze
correctie dit jaar doorgevoerd. De correctie vertegenwoordigt een
reductie van 11% op de absolute GHG-emissies.
Energiereductie als rode
draad: nieuwe bouwprojecten
in de huidige portefeuille
Ook onze nieuwe ontwikkelingen zorgen ervoor dat de gemiddelde energie-intensiteit van
de totale Montea-portefeuille blijft dalen. Meteen na oplevering worden nieuwe
state-of-
the-art
gebouwen geïntegreerd in ons bestaande portfolio.
CO
2
e-intensiteit bestaande
portefeuille (in kg CO
2
e/m²)
25
15
5
0
2018 2020 2022 2024 2026 2028 2030 2032 2034 2036 2038 2040 2042 2044 2046 2048 2050
30
35
20
10
CRREM-target 1,5 °C-scenario
1
GHG-intensiteit bestaande portefeuille
(2) Het Décret Tertiaire (ook bekend als het Décret de Rénovation Tertiaire) is een regeling die de toepassingsmodaliteiten beschrijft van artikel 175 in de Loi de Transition Énergétique voor
gebouwen met een tertiaire bestemming. Het legt Éco Énergie Tertiaire (EET) op als een wettelijke verplichting voor alle takken van de tertiaire sector, om zo het eindenergiegebruik
van het tertiaire gebouwenpark drastisch te verminderen. Een greep uit de actiepunten: energieprestaties verbeteren, efficiënte apparatuur installeren en bewustzijn creëren bij
eindgebruikers m.b.t. energiezuinig gedrag.
(1) Als CRREM-pad werd voor deze figuur de gemiddelde waarde genomen van de CRREM-waardes voor de landen waarin Montea actief is en voor de typologie van onze asset-class.
“De duurzaamheidscoaches
konden door middel
van een snelle scan het
energieverbruik van onze
distributiecentra analyseren
op zoek naar mogelijke
verbeteringen, verduurzaming
en kostenbesparing. Deze
initiatieven hoeven wij niet te
doen, maar ze maken voor ons
integraal deel uit van onze
langetermijnrelatie met de
klant.”
Cedric Montanus
— Country Director
Montea Nederland
60 61
Energiebesparende maatregelen
en groene energie
Op onze bestaande sites trachten we om zoveel mogelijk
energie te besparen en te investeren in lokaal geproduceerde
hernieuwbare energie. Dit gaat verder dan louter een economisch
voordeel. Het leidt tot een betere werkomgeving, lagere kosten
en meer tevreden klanten. In 2023 financierden we een breed
spectrum aan maatregelen:
Energiebesparende maatregelen en groene energie
Overschakeling op warmtepompen
Ons doel is om tegen 2030 de helft van de sites in onze bestaande
portefeuille los te koppelen van het gasnetwerk en over te schakelen
op energiezuinige warmtepompen. Eind 2023 was 32% van onze sites
uitgerust met zo’n installatie.
Geïsoleerde gevels en daken
Een goed geïsoleerd dak verbetert het binnenklimaat en helpt om de
energiefactuur van onze klanten te verlagen. Waar nodig vervangen we
verouderde daken of brengen we (meer) isolatie aan.
Voortzetting van ons
relighting
-programma
Eind 2023 beschikte al 83% van onze sites over energiezuinige
ledverlichting. Tegen 2030 willen we 100% bereiken.
Installatie van zonnepanelen
In 2023 hebben we het totale vermogen van de PV-installaties in België,
Nederland en Frankrijk verhoogd naar 68 MWp. Dat komt overeen met
de jaarlijkse energiebehoefte van zo’n 19.500 gezinnen en de CO
2
-
opname van ongeveer 1.200 hectare bos. Eind 2023 was al 95% van onze
bestaande portefeuille – waar het technisch haalbaar was –
met zonnepanelen uitgerust. We werken naar 100% toe in
de loop van 2024.
Ter beschikking stellen van laadpalen
Eind 2023 beschikte 71% van onze sites gezamenlijk over zo’n 700
EV-laadpunten. Daarnaast zijn we op vraag van onze klanten de
mogelijkheden aan het onderzoeken rond laadvoorzieningen voor
elektrische vrachtwagens. De eerste sites zijn al voorzien van truck
chargers.
Maximale energieopslag
Op onze site in Tongeren hebben we voor het eerst een batterij van 300
kWh geïnstalleerd. Na een grondige studie streven we ernaar om Battery
Energy Storage Systems (BESS) uit te rollen in 2024 op alle sites waar dit
een relevante toevoeging aan de bestaande infrastructuur is.
“Montea wil innovatieve logistieke magazijnen
ontwikkelen van hoge milieukwaliteit. Die visie komt
overeen met die van E.ON, want wij ondersteunen onze
klanten bij uitdagingen rond de energietransitie en
decarbonisatie. Het dynamische partnerschap met
E.ON stelt Montea dus in staat om ambitieuze duurzame
uitdagingen aan te gaan. Montea zal toekomstige
huurders voorzien van warmte en koeling, waarvan meer
dan 90% afkomstig uit geothermische energie door
E.ON geproduceerd.”
Charles-Antoine Raclet
— Business Developer
E.ON City Energy Solutions
62 63
Amazon Logistics, Schiphol, Nederland
Bestaande portefeuille
64 65
3/ Montea-ontwikkelingen
Tegen 2030 willen we met onze nieuwe
ontwikkelingen onze CO
2
-emissie (ten opzichte van
2021) met maar liefst 55% reduceren. De reductie
verwijst naar de embodied carbon – de totale uitstoot
van broeikasgassen gedurende de levenscyclus
van het gebouw. Tegen 2050 moeten al onze
nieuwbouwprojecten net-zero zijn.
Streefjaar Doelstellingen voor energie-efficiënte nieuwe ontwikkelingen (kWh/m
2
) Reductie
2021 75 0%
2022 50 33%
2023 25 67%
Energie-efficiënte
nieuwbouwprojecten
Om de energiekosten en CO
2
-uitstoot voor onze klanten te
verlagen, hebben we ambitieuze doelstellingen bepaald in het
kader van energie-efficiëntie van onze nieuwbouwprojecten
Doelen reeds
bereikt
Onze doelstelling tot op heden was om tegen 2030 de maximale
energie-intensiteit (kWh/m²) met 74% te verminderen ten opzichte
van de CRREM-waarde voor 2021. Om dit te realiseren blijven
we voortdurend onze ontwerpen verbeteren en trachten we
warmteverliezen te minimaliseren. Dankzij die initiatieven konden
we onze doelstelling omtrent energie-efficiëntie het voorbije
jaar aanzienlijk aanscherpen en bereikten we al in 2023 onze
doelstelling voor 2030.
Voor alle nieuwbouwprojecten hanteren we een maximale
energie-intensiteit van 25 kWh/m² per jaar. Onze eerste projecten
die we binnen deze vooropgestelde doelstelling realiseerden,
bleken in de praktijk een effectieve energie-intensiteit te behalen
van zo’n 18 à 19 kWh/m² per jaar.
Hernieuwbare energie in
nieuwe ontwikkelingen
Met doorgaans platte daken is logistiek vastgoed de ideale
bouwvorm om zonnepanelen op te plaatsen. We zijn er dan ook
van overtuigd dat Montea, dankzij die zonnepanelen, een cruciale
rol kan spelen in het aanbod van hernieuwbare energie, en om de
energiekosten van onze klanten te reduceren.
Montea heeft in 2023 het totale vermogen van de PV-installaties
in België, Nederland en Frankrijk naar een niveau van 68 MWp
opgetrokken. Op die manier hebben we op jaareinde 2023
zonnepanelen geïnstalleerd op ca. 95% van de portefeuille,
waar dit technisch haalbaar was zonder ingrijpende
aanpassingswerken.
Voor de resterende 5% staat de installatie gepland in 2024.
Montea verwacht om de capaciteit van de PV-installaties verder
te verhogen met ca. 19 MWp door enerzijds zonnepanelen
te installeren op nieuw opgeleverde projecten en anderzijds
bijkomend vermogen te plaatsen op bestaande sites. Deze uitrol
zal de totale toekomstige capaciteit naar ca. 87 MWp brengen.
Montea voorziet hiervoor een investeringsbudget van ca.
9,4 miljoen euro in 2024.
NL
FR
BE
Totaal:
Totaal:
Totaal:
29
MWp
51
MWp
34
MWp
2
MWp
3
MWp
7
MWp
7
MWp
8
MWp
3
MWp
16
MWp
12
MWp
2021 2022 2023 2024 planning
1
MWp
1
MWp
Embodied carbon
bij nieuwe
ontwikkelingen
Bij de constructie van nieuwe gebouwen komt embodied carbon
vrij. Dat is de meetbare CO
2
-uitstoot van het volledige bouw-,
onderhouds- en afbraakproces, vooraleer het pand in gebruik
wordt genomen.
We blijven maatregelen treffen om de embodied carbon verder
terug te dringen, waarbij maar liefst 76% wordt bepaald door de
productkeuze. We gaan dus voortdurend op zoek naar duurzamere
en innovatievere technieken, materialen en producten met een
lage embodied carbon (bv. CO
2
-arm beton, CLT-constructie).
Daarnaast trachten we ook diesel op de bouwplaats te vermijden
en voeren we, indien mogelijk, materiaal aan per binnenvaart als
alternatief voor vrachtvervoer op conventionele wegen. Ook de
milieu-impact van de bouwplaats proberen we te minimaliseren.
Zo lozen we cementwater niet zomaar, maar vangen we het
efficiënt op om het vervolgens af te voeren.
66 67
Life Cycle Assessment (LCA)
Een Life Cycle Assessment (LCA) stelt ons in staat om de totale
CO
2
-uitstoot te berekenen gedurende de volledige levenscyclus
van een nieuwbouwproject. Die begint bij de ontginning en
productie van materialen en loopt tot aan de ontmanteling en
eventuele recyclage.
In de praktijk blijft het een uitdaging om geschikte partners en
leveranciers te vinden en grote stappen vooruit te zetten, maar we
blijven hierop inzetten. Daarnaast is het zeker niet altijd eenvoudig
om de embodied carbon van een nieuwbouwproject nauwkeurig
te bepalen. Voor een correcte LCA zijn environmental product
declarations (EPD’s) vereist voor elk product of materiaal. Deze zijn
in de praktijk echter niet altijd beschikbaar, compleet of correct.
Dat maakt de berekening complexer en verhoogt de foutenmarge.
In 2023 lieten we een LCA-studie uitvoeren van 11 recente
nieuwbouwprojecten (gerealiseerd tussen 2018 en 2022), verspreid
over België, Nederland en Frankrijk. Al snel bleek dat het niet zo
evident is om de LCAs van deze projecten onderling te vergelijken
zonder duidelijke parameters en een eenduidige scopebepaling.
Daarom hebben we heldere LCA-richtlijnen bepaald, met een
dubbele LCA-studie als resultaat.
De eerste LCA-studie richt zich concreet op de theoretical
embodied carbon – het ontwerp van de gesloten ruwbouw. Na deze
eerste studie kunnen we het ontwerp eventueel nog aanpassen
met low-carbon alternatieven. De tweede LCA-studie brengt de
actual embodied carbon in kaart – de embodied carbon bij de
oplevering (inclusief alle technische installaties, de buitenaanleg,
etc.) Op die manier trachten we een realistische totale CO
2
-
voetafdruk te calculeren, zowel pre- als post construction. Onze
scopebepaling voor deze LCA is overigens al in overeenstemming
met de EU-taxonomie.
In 2024 plannen we een meer gedetailleerd actieplan om de
embodied carbon in beeld te brengen en te reduceren.
Blue is green: Montea Blue Label
Bij Montea investeren we onophoudelijk in waardecreatie op de
lange termijn. Het Montea Blue Label is daar een mooi voorbeeld
van. Het omvat onze eigen duurzame bouwhandleiding die
bestaat uit maar liefst 37 duurzaamheidscriteria, gespreid over
7 unieke thema’s zoals slim ruimtegebruik, circulair bouwen en
biodiversiteit. Het is geen statisch gegeven, maar een continu
evoluerend document.
Elk nieuwbouwproject wordt getoetst aan deze
duurzaamheidscriteria en vormt voor onze architecten,
projectmanagers en ingenieurs een leidraad voor duurzame
ontwikkeling. Samen met andere prestatie-eisen, zoals energie-
intensiteit of luchtdichtheid, maakt het Montea Blue Label mee
deel uit van elk vooropgesteld lastenboek in het kader van een
nieuwbouwproject.
Whole life carbon
Embodied carbon
Use stage
embodied carbon
End-of-life
carbon
Beyond the
life cycle carbon
A1—3 A4—5 C1—4B1—7 D
Product
stage
Construction
Process stage
Use
stage
End-of-life
stage
Benefits and
loads beyond
the building
life cycle
A1
Raw material supply
A4
Transport
B1
Use
C1
Deconstruction
demolition
Reuse
B3
Repair
C3
Waste processing
Recycle
A2
Transport
B2
Maintenance
C2
Transport
Recovery
C4
Disposal
A5
Construction-
installation process
A3
Manufacturing
B5
Replacement
B4
Refurbishment
B6
Operational energy use
In 2023 ontwikkelden we de Montea-richtlijnen voor Life Cycle
Assessments (LCA), waardoor we de embodied carbon op een
correcte en nauwkeurige manier kunnen bepalen.
Upfront carbon
Operational
carbon
Out of scope
B7
Replacement
“Het nieuwbouwproject
‘Lekkerland’ is een
schoolvoorbeeld van de
toepassing van onze Montea
Blue Label-bouwvoorschriften.
We realiseren zo een koel- en
vriesdistributiecentrum dat zeer
laag is in energieverbruik en dus
een lage CO
2
-uitstoot heeft. Het
Montea Blue Label laat ons toe
om verder te denken en unieke
projecten te realiseren.”
Friso Rienks
— Director Development
Montea Nederland
68 69
Montea bereidt zich voor
op de opkomende CSRD-
rapportering
De CSRD verplicht Europese bedrijven om binnen een specifiek kader te rapporteren over
hun duurzaamheidsinspanningen. Zo zullen ze op een consistente, transparante manier
info moeten vrijgeven over hun impact op mens en milieu – inclusief bijbehorende risico’s
en kansen. In 2026 publiceert Montea voor het eerst een rapport in overeenstemming met
de CSRD (gebaseerd op het rapporteringsjaar 2025). Daarnaast verdiepen we ons volop in
de EU-taxonomie, het classificatiesysteem om duurzame activiteiten te identificeren en
beoordelen.
In de praktijk heerst er nog heel wat onduidelijkheid over de manier van rapporteren. Zo
pleit Montea voor de invoer van een Europees EPC-certificaat voor logistieke gebouwen.
Industriële gebouwen (waaronder logistieke) worden in de meeste Europese landen
uitgesloten van de EPC-verplichting. Toch is het net dit EPC-certificaat dat Europa vraagt
in het kader van de EU-taxonomie en de EPBD
(European Performance of Buildings
Directive)
. In afwachting van meer eenduidigheid binnen de EU-regelgeving berekent
Montea vandaag al de energieprestaties door middel van dynamische gebouwsimulaties.
Nieuwe studies en
samenwerkingen
Haalbaarheidsstudie CO
2
-
neutraal bedrijventerrein
Dankzij de ondersteuning van de Vrije Universiteit Brussel (VUB)
en Flux50 (de Vlaamse energiecluster) sloegen partijen Montea,
Quares en Toyota Material Handling de handen in elkaar voor de
realisatie van een boeiend duurzaamheidsproject. De doelstelling
luidde om het bedrijventerrein ‘Park de Hulst’ in Willebroek
pionier te maken op het vlak van CO
2
-neutraliteit, dankzij
hernieuwbare energiecapaciteit, slimme mobiliteit en logistiek.
In 2023 voerden we een eerste haalbaarheidsstudie uit, waarbij we
de verschillende potentiële technische oplossingen op de markt
onderzochten: van lokale hernieuwbare energieopwekking over
lokaal geproduceerde groene waterstof en energieopslagsystemen
tot zelfs elektrische voertuigen op batterijen of brandstofcellen. In
2024 zullen onze onderzoekspartners verder aan de slag gaan met
de concrete resultaten.
Een hybride batterij- en
zonne-energiesysteem
De energietransitie zorgt ervoor dat we ons moeten voorbereiden
op een schaarste aan voorzieningen en een stijgende vraag naar
elektriciteit. Deze stijging is te wijten aan de verdere elektrificatie
van auto’s, bestelwagens en trucks en aan de omschakeling
naar warmtepompen. Ook de integratie en het management van
alle hernieuwbare energiestromen (zonne-energie, waterstof en
batterijopslag) en van nieuwere trends (bv. energiedelen) zorgen
voor de nodige uitdagingen.
In deze context gaat Montea een unieke samenwerking aan
voor de ontwikkeling van een hybride batterij- en zonne-
energiesysteem op verschillende locaties in België. Blijkt het
uitgewerkte model toepasbaar en succesvol voor meerdere
soorten sites en huurders in onze portefeuille, dan kan de
samenwerking leiden tot een internationale optimalisatie.
Energiecoöperatie in Nederland
Nederland kampt al enkele jaren met congestie op het
elektriciteitsnetwerk. Dat gebeurt wanneer het netwerk zijn
volledige capaciteit bereikt heeft en netbeheerders de bijkomende
vraag niet altijd kunnen beantwoorden.
Binnen deze context waren we betrokken bij een onderzoek rond
het opzetten van een energiecoöperatie op een bedrijventerrein
van één van onze huurders in de regio Amsterdam. Door
overbelasting op het onderstation krijgt niet ieder bedrijf op het
terrein (meteen) de gewenste elektriciteitsaansluiting. Daarom
stelt de plaatselijke gebiedsontwikkelaar een uniek lokaal virtueel
stroomnetwerk voor door middel van een energiecoöperatie.
Bedrijven op de site verbruiken namelijk zelden tegelijkertijd
het totale gecontracteerde vermogen. Bovendien leveren de
zonnepanelen ook energie op, wat het stroomverbruik van
het net verder verlaagt. Zo wordt er vrije ruimte op het net
gecreëerd, bijvoorbeeld voor bedrijven die niet de vereiste
elektriciteitsaansluiting kregen. Om vraag en aanbod doeltreffend
op elkaar af te stemmen is een centrale sturing cruciaal.
Via een energiecoöperatie kunnen de bedrijven op het terrein
slimmer, goedkoper en duurzamer functioneren. Iedereen krijgt
de gewenste elektriciteit, generatoren en/of batterijen worden
gedeeld en er is geen onnodige CO
2
-uitstoot. De resultaten van
dit onderzoek kunnen we op termijn ook toepassen op andere
Montea-locaties met dezelfde netcongestieproblematiek.
De vertaalslag tussen wijzigende
EU-regelgeving en lokale wetgeving
De Europese Green Deal wil van Europa het eerste
klimaatneutrale continent maken in 2050. Tegen 2030 moet
de netto CO
2
-uitstoot met minstens 55% dalen. Om dit te
verwezenlijken werd onder meer het Sustainable Finance
Action Plan in het leven geroepen. Dat zet in op nieuwe
rapporteringsverplichtingen zoals de CSRD (Corporate
Sustainability Reporting Directive) en de EU-taxonomie. Maar de
concrete uitwerking van het Sustainable Finance Action Plan is
behoorlijk versplinterd in Europa. Op lokaal niveau werkte elk land
zijn eigen implementatieplannen, wetgeving en maatregelen uit
rond decarbonisatie.
Daarom hebben wij de regelgeving en bijbehorende timing voor
vastgoed, de logistieke sector en energie in kaart gebracht – voor
België, Nederland, Frankrijk en Duitsland. Tot 2050 stippelden
we de diverse mijlpalen uit, onder meer voor energiebesparing,
uitstootvermindering en waterbesparing.
70 71
project in de kijker • project in de kijker • project in de kijker • project in de kijker • project in de kijker • project in de kijker • project in de kijker • p•
Hoe maakten we het duurzaam?
Het nieuwe distributiecentrum van Delhaize is een
schoolvoorbeeld van onze duurzame, circulaire en
‘transgenerationele’ aanpak:
1/ Gasloos bouwen
We verwarmen volledig door middel van warmtepompen. De restwarmte van de koel- en
diepvriesinstallatie wordt hergebruikt om de kantoren te verwarmen – een besparing van ca.
140 MWh per jaar.
2/ Luchtdichte en energie-
efficiënte laadkades
(loading docks)
Door de laadkades volledig luchtdicht te maken, blijft de warmte binnen en de koude buiten.
Montea is pionier om deze unieke laadkades standaard uit te rollen.
3/ Groene stroom en groendaken
Het dak wordt voorzien van een parking, maar er is ook ruimte voor een biodivers groendak
in combinatie met een solar power plant. Hierdoor kan regenwater vertraagd afgevoerd
worden naar regenwaterputten, waar het opnieuw gebruikt wordt voor de koelinstallatie,
toiletten en buitenkranen. De installatie van zonnepanelen zal zorgen voor een productie
van ca. 1.300 MWh per jaar – ofwel de jaarlijkse behoefte van zo’n 400 gezinnen. Daarnaast
garanderen slimme lichtkoepels een optimale natuurlijke lichtinval. Ook komen er parkeer-
en oplaadplaatsen voor elektrische voertuigen op de begane grond. Die parkeerplaatsen
zullen bovendien waterdoorlatend zijn.
4/ Circulair bouwen
Dankzij de minutieuze ontmanteling van het oude gebouw kunnen we verschillende
elementen opnieuw gebruiken in het project zelf, zoals de gevel- en betonplaten. Ook
andere elementen (bv. tapijttegels, binnendeuren) krijgen een tweede leven bij een van onze
partners.
5/ Dakbedekking met lange
levensduur
Bij Montea kiezen we bewust en consequent voor EPDM-dakbedekking. Dat is duurder,
maar heeft een kleinere impact op het milieu én het gaat minstens 40 jaar mee –
dubbel zo lang als PVC.
Duurzaam logistiek
distributiecenter voor Delhaize
Aankoop terrein: Q1 2008
Aankoop uitbreidingsterrein: Q3 2022
Oppervlakte terrein: ca. 55.000 m²
Oppervlakte distributiecentrum: ca. 21.000 m²
Start constructie: Q3 2023
Verwachte oplevering: Q3 2024
Huurder: Delhaize, voor een vaste periode van 15 jaar
Inschatting investeringsbudget terrein + ontwikkeling:
ca. 38 miljoen euro
Project in de kijker:
Delhaize-site, Vorst, Brussel
Van brownfield naar duurzame
state-of-the-art site
Hoe begon het?
In 2008 kocht Montea de voormalige Lipton-site (87.000m²)
in Vorst, dicht bij het centrum van Brussel, waarbij de
huurcontracten van de toenmalige huurders bleven doorlopen.
In 2013 startten we de afbraak van de oudste gebouwen en de
constructie van nieuwe duurzame distributiecentra (o.a. voor
Options en Sligro).
Wat deden we in 2023?
Tijdens het tweede kwartaal van 2023 kreeg Montea de
omgevingsvergunning voor de herontwikkeling van ca. 55.000 m².
Deze brownfield hebben wij volledig gesaneerd en wij ontwikkelen
daar nu een duurzaam e-commerce home delivery centre voor
Delhaize. Wanneer klanten hun boodschappen digitaal bestellen,
worden die verpakt in het distributiecentrum en van daaruit
verzonden voor thuislevering. Het gebouw heeft een oppervlakte
van ca. 21.000 m² en zou operationeel moeten zijn in het vroege
najaar van 2024. Het project mikt op een BREEAM ‘Excellent’-
certificaat (Building Research Establishment Environmental
Assessment Method), een welkgekende internationale maatstaf om
de duurzaamheid van een gebouw te beoordelen.
“We namen de site over van
Unilever in 2008, via sale-
and-lease-back. In 2024
zullen we de laatste fase
van de herontwikkeling
voltooien en opleveren
aan Delhaize Belgium.
Een periode van 16 jaar
is dus verstreken Dit is
een transgenerationele
investering in de praktijk, en
daar geloven we bij Montea
rotsvast in.”
Jo De Wolf
— CEO Montea
“De Delhaize-site in het Brusselse Vorst
illustreert perfect onze pioniersrol op het
gebied van duurzaamheid. Door bewust te
investeren in duurzame materialen creëren
we een gebouw dat helemaal futureproof
is. Elk element garandeert een lange
levenscyclus en een kleinere ecologische
voetafdruk.”
Dirk Van Buggenhout
— Chief Sustainability Officer
Montea
72 73
Goed ontsloten locaties
Onze gebouwen hebben een strategische en multimodale
ligging. Ze zijn dus goed bereikbaar via snelwegen,
(lucht)havens, spoorwegen en kanalen. We dragen ook bij aan
de ontwikkeling van knooppunten aan de rand van de stad.
Kleinere en milieuvriendelijke voertuigen (bv. elektrische
bestelwagens, cargofietsen) kunnen efficiënt goederen naar
de stad vervoeren voor de last mile delivery.
In 2023 startten we bijvoorbeeld met de constructie van een
distributiecentrum van 16.000 m² in Antwerpen, en begonnen
we met de herontwikkeling van een brownfield van 21.000 m² in
het Brusselse Vorst. In het Logistiek Park A12 in Waddinxveen
(Nederland) legden we dan weer de eerste steen van een
distributiecentrum van 50.000 m². Allemaal strategische, vlot
bereikbare toplocaties in de buurt van grote steden.
We voorzien deze sites van alle nodige infrastructuur, zoals
voldoende laadcapaciteit voor elektrische voertuigen. Ook in 2023
bleef het aantal laadpunten in onze portefeuille dus groeien; het
zijn er intussen al 689.
Multifunctionele gebouwen
Montea bouwt logistiek vastgoed dat geschikt is voor verschillende
doelen en gebruikerstypes. Om die langere levenscyclus mogelijk
te maken, creëren we robuuste gebouwen met een flexibel
ontwerp en duurzame materialen.
Voor het koel- en vriesdistributiecentrum van Lekkerland, op
Logistiek Park A12 in Waddinxveen (Nederland), besteedden we
bijvoorbeeld veel aandacht aan het welzijn van de klant en zijn
medewerkers: groenvoorzieningen, ventilatie, natuurlijk licht …
Logistiek is onmisbaar in het dagelijkse leven. Toch
zorgen al die logistieke bewegingen voor extra
druk op de stedelijke omgeving, een plek waar men
in de eerste plaats wil leven. Daarom zijn slimme
logistieke ketens belangrijk. Bij Montea zetten we
ons daarvoor elke dag in.
3.3. Slimme logistieke ketens
“Zodra een gebouw in onze
portefeuille komt, willen we het
zo veelzijdig en slim mogelijk
benuen: een echte
smart
space
. Het moet namelijk na de
huurtermijn vaak 9, 12 of 15
jaar ook nog waarde kunnen
bieden voor de volgende
gebruiker. Van laadkades tot
hoge magazijnen: wij zorgen
ervoor dat het ontwerp breed
inzetbaar is vanaf het prille
begin.”
Jimmy Gysels
— Chief Property Management
Montea
74 75
project in de kijker • project in de kijker • project in de kijker • project in de kijker • project in de kijker • project in de kijker • project in de kijker • pk
Duurzaam logistiek
distributiecenter
Aankoop terrein: Q4 2023
Oppervlakte terrein: ca. 26.000 m²
Oppervlakte distributiecentrum: ca. 16.000 m²
Start constructie: Q4 2023
Verwachte oplevering: Q3 2024
Verhuurd voor een vaste periode van 10 jaar
Inschatting investeringsbudget terrein + ontwikkeling:
ca. 20 miljoen euro
Blue Gate, Antwerpen
Slimme logistiek voor een
meer leefbare stad
Hoe begon het?
In februari 2016 werd Montea de exclusieve partner voor de
ontwikkeling van het Blue Gate-terrein in Antwerpen. Ooit
was dit gebied het hart van de Antwerpse petroleumindustrie.
Inmiddels hebben wij het, samen met onze partners bij Blue
Gate, volledig gesaneerd en klimaatneutraal gemaakt. Het is het
eerste eco-effectieve, watergebonden bedrijventerrein in België.
Onze opdracht daar: toekomstbestendige, duurzame gebouwen
ontwikkelen met een stadsdistributie van lage impact.
In 2021 werd het DHL Delivery Centre (4.260 m²), het grootste
Belgische distributiecentrum van internationale expressdienst
DHL Express, opgeleverd. Zo werd het mogelijk om DHL-
leveringen in de stad exclusief uit te voeren met emissieloze
voertuigen. Het gebouw kreeg een uitmuntende BREEAM
‘Excellent’-score. De energie uit de zonnepanelen op het dak
wordt gebruikt om de elektrische levervoertuigen en -fietsen
op te laden.
In september 2022 kon Montea op de site het eerste Belgische
bezorgcentrum van multinational Amazon opleveren. Omdat
Amazon tegen 2040 koolstofneutraal wil zijn, werd het gebouw
voorzien van allerlei duurzame technieken. Een digitaal
gebouwenbeheersysteem stuurt de verwarming, ventilatie en
koeling aan, waardoor het energieverbruik daalt. Ook rustten
we het gebouw uit met zonnepanelen, ledverlichting en een
afvoernetwerk voor regenwater. Dit project werd in 2023
genomineerd voor de Belgian Construction Awards in de
categorie ‘Climate Future Project’.
Wat deden we er in 2023?
In 2023 begon Montea er met de constructie van een derde
duurzaam logistiek distributiecentrum van ca. 16.000 m².
Dit derde gebouw is al voorverhuurd en wordt in het derde
kwartaal van 2024 opgeleverd.
Hoe maakten we het duurzaam?
Zoals gewoonlijk startten we het ontwerp met ons Montea
Blue Label-onderzoek. Zo konden we de relevante thema’s en
specificaties op duurzaamheidsvlak vaststellen. Ook voerden we
een Life Cycle Assessment (LCA) uit. Op basis daarvan beslisten
we om het kantoor in houtskeletbouw te construeren. Daarnaast
integreren we hoogwaardige bouwpanelen, speciaal ontworpen
voor energie-efficiënte isolatie, en maken we gebruik van
energiezuinige ledverlichting.
Het gebouw voldoet aan onze eigen strenge normen voor
energie-efficiëntie en luchtdichtheid: het zal volledig gasvrij zijn
en uitgerust met een PV-installatie op het dak. Ook het welzijn
van de werknemers staat centraal, dankzij natuurlijk daglicht via
koepels, uitgebreide fietsenstallingen, en een vlotte aansluiting op
de fietssnelweg en het openbaar vervoer.
“Blue Gate Antwerpen loopt
voorop bij het bevorderen van
duurzame bedrijfspraktijken,
inclusief circulaire economische
modellen en eciënte last
mile-logistiek. De beslissing
van de klant een modebedrijf
om er een nieuw ontwikkeld
gebouw van Montea te
huren, onderstreept niet
alleen Montea’s inzet op
duurzaamheidsvlak, maar ook
de toewijding om de komende
decennia een integraal
onderdeel van de Antwerpse
gemeenschap te blijven. Deze
strategische zet illustreert een
bredere trend naar ecologische
verantwoordelijkheid in de
mode-industrie.”
Christophe Wuyts
— Head of Industrial Agency
CEUSTERS
“Het is een bijzondere eer om
partner te zijn in dit unieke
project en zo mee een antwoord
te bieden op het uitdagende
vraagstuk van duurzame
stadsdistributie. Onze aanpak
rond slimme logistiek focust
sterk op die
nal mile
. Zo dragen
we bij aan een leefbare stad met
minder vrachtwagens.”
Xavier Van Reeth
— Country Director
Montea België
76 77
Circulair bouwen
Bij Montea streven we naar optimaal ruimtegebruik door circulair
bouwen centraal te stellen. We willen onze impact op het milieu
minimaliseren en de waarde van de gebruikte materialen
maximaliseren.
Ruimte is schaars geworden, maar de vraag naar
logistieke bedrijventerreinen blijft stijgen. Montea
beantwoordt die vraag door de beschikbare ruimte
zo efciënt mogelijk te gebruiken, functies te
clusteren en gebouwen met meerdere verdiepingen
te ontwerpen.
3.4. Optimaal ruimtegebruik
Enkele praktijkvoorbeelden van circulair bouwen
Life Cycle Assessments
We analyseren de totale milieubelasting van materialen gedurende hun hele
levenscyclus met behulp van Life Cycle Assessments (LCAs). Zo kunnen we de meest
duurzame materialen kiezen voor onze projecten.
Meerlaagse gevels en daken
We bouwen meerlaagse gevels en daken, waarbij die meerdere materiaallagen elk
een specifieke functie hebben (isolatie, bescherming, esthetiek, etc.). Door deze lagen
mechanisch te bevestigen in plaats van te lijmen, kunnen we ze makkelijk scheiden en
opnieuw gebruiken.
Betere bouwknopen voor
betere materialen
We kiezen voor materialen met een lange levensduur, een lage onderhoudsbehoefte
en een hoge restwaarde. Ook ontwerpen we bouwknopen (plaatsen waar bouwdelen
samenkomen, zoals muren en daken) op zo’n manier dat ze de circulaire potentie van
die materialen vergroten.
Zo weinig mogelijk PUR en PIR
We vermijden milieubelastende PUR- en PIR-schuimen als isolatiemateriaal vanwege
hun hoge CO
2
-uitstoot, lage recycleerbaarheid en hoge brandbaarheid.
Cradle to Cradle
Bij de keuze van afwerkingsmaterialen geven we de voorkeur aan C2C-materialen
(Cradle to Cradle). Deze materialen zijn ontworpen volgens circulaire principes, waarbij
afval wordt gezien als grondstof voor nieuwe producten. C2C-materialen zijn veilig,
gezond, herbruikbaar en biologisch afbreekbaar.
Ruimte en functies clusteren
We investeren in logistieke bedrijventerreinen met bestaande
multimodale aansluitingen. Op die manier voldoen ze vandaag
al aan de nieuwste logistieke noden. Daarnaast clusteren we
de beschikbare ruimte en bekijken we alle mogelijkheden
voor kostenoptimalisatie voor onze klanten. Denk maar aan
gemeenschappelijke sprinklerinfrastructuur, laadpalen, groene
zones en een geavanceerd beheer van energie, afval en water.
Voor het koel- en vriesdistributiecentrum van Lekkerland, op
Logistiek Park A12 in het Nederlandse Waddinxveen, maken
we bijvoorbeeld optimaal gebruik van het dak. Samen met een
aangrenzend gebouw (uit 2022) is er een dakoppervlak van 80.000
m². De zonnepanelen daarop zullen 9.000 MWh opwekken – de
behoefte van 3.200 huishoudens. We zetten het dak dus volop in
als energiecentrale.
Op het dak van ons project in het Brusselse Vorst combineren we
dan weer diverse functies. Het werkt gedeeltelijk als groendak,
wat zorgt voor verkoeling en een tragere afvoer van regenwater
–dat we overigens hergebruiken. Slimme lichtkoepels garanderen
op hun beurt een optimale lichtinval voor de huurders. Tot slot
wordt een deel van het dak voorzien van parkeergelegenheden.
Alle andere parkeerplaatsen op de begane grond zijn
waterdoorlatend.
“We zijn blij dat we met deze
locatie een strategische
plek hebben gevonden die
een toekomstbestendige
en duurzame oplossing
biedt voor onze logistieke
activiteiten, en die bijdraagt
aan onze klantbehoefte qua
leverbetrouwbaarheid en
futureproof
assortiment.”
John van den Berg
— Directeur Operations
Lekkerland Nederland
78 79
In de hoogte bouwen
Via gebouwen met meerdere lagen kunnen we de beschikbare
ruimte slimmer benutten. Door gestapelde functies, zoals een
parkeerdeck boven de laadkades of op het dak, beperken we
de impact op de grondoppervlakte. Een schoolvoorbeeld is het
ontwerp van onze nieuwe ontwikkeling in Born (Nederland) waar
we de parkeerplaatsen boven de laadkades voorzien.
Optimalisatie krijgt voorrang
Bestaande locaties en gebouwen optimaliseren geniet altijd
onze voorkeur. Pas wanneer renoveren niet (meer) lukt, dan
herontwikkelen we een site. Oude, inefficiënte gebouwen worden
dan vervangen door duurzamere exemplaren.
Als we op zoek moeten naar nieuwe gronden, dan verkiezen
we terreinen die al een industriële functie hadden en die we
eventueel grondig moeten saneren. In de laatste 5 jaar vond 30%
van onze ontwikkelprojecten plaats op zo’n industriële locatie.
Dat cijfer blijven we verder verhogen. Onze huidige landbank (ca.
2,5miljoenm²) bestaat voor 75% uit grey- en brownfield-locaties
met een industriële bestemming.
Bij de nieuwe Delhaize-site in Brussel konden we dankzij een
grondige ontmanteling van het oude gebouw diverse materialen
opnieuw gebruiken: de gevel- en betonplaten, tapijttegels,
binnendeuren …
100% bezettingsgraad
Aan het einde van 2023 lag onze bezettingsgraad op
100%, tegenover 99,4% eind 2022. Sinds 2018 bedraagt de
bezettingsgraad consistent meer dan 99%. Dat bewijst dat onze
portefeuille de juiste logistieke oplossingen bevat, precies op de
multimodale locaties die onze klanten nodig hebben.
Van de huurcontracten die in 2024 vervallen (9%), konden we al
53% verlengen of vernieuwen. De gemiddelde looptijd van de
huurcontracten tot de eerste vervaldag bedraagt ruim 6,5 jaar.
Voor de projecten in uitvoering bedraagt die gemiddelde looptijd
van de huurcontracten zelfs 14 jaar. Bovendien stegen de like-for-
like huurinkomsten van Montea met ca. 7%. Daarvan is 1% toe te
schrijven aan herverhuur of heronderhandeling van bestaande
panden, 6% aan indexatie.
100%
Bezeingsgraad
gedurende vier
opeenvolgende
kwartalen
“Enerzijds focussen we op
de ontwikkeling van
grey-
en
brownelds
, zodat we zo
weinig mogelijk nieuwe ruimte
innemen. Anderzijds vullen we
de ruimte zélf optimaal in: met
parkeerplaatsen op het dak,
bijvoorbeeld, of met gestapelde
constructies.”
Dirk Van Buggenhout
— Chief Sustainability Officer
Montea
“Over vijf jaar zullen we
waarschijnlijk geen logistiek
vastgoed meer mogen bouwen
op
greeneld
-locaties. Niet
alleen in eigen land, maar
in heel Europa. De overheid
wordt strenger en strenger.
Terecht, overigens. We zullen
dus de beschikbare
brown- en
greyelds
zo goed mogelijk
benuen.”
Peter Demuynck
— Chief Strategy & Innovation
Montea
80 81
project in de kijker • project in de kijker • project in de kijker • project in de kijker • project in de kijker • project in de kijker • project in de kijker • p
Koel- en vriesdistributiecentrum
voor Lekkerland
Aankoop terrein: Q3 2020
Oppervlakte terrein: ca. 60.000 m²
Oppervlakte distributiecentrum: ca. 50.000 m²
Start constructie: Q3 2023
Verwachte oplevering: Q3 2024
Huurder: Lekkerland Nederland B.V. voor een vaste
periode van 15 jaar
Inschatting investeringsbudget terrein + ontwikkeling:
ca. 45 miljoen euro
Logistiek Park A12,
Waddinxveen
State-of-the-art koel- en
vriesdistributiecentrum
Hoe begon het?
In augustus 2020 kocht Montea een terrein in het Nederlandse
Waddinxveen, met een oppervlakte van ca. 120.000 m². In de
eerste fase realiseerden we een distributiecentrum van ca. 50.000
m², dat we verhuurden aan HBM Machines.
Wat deden we er in 2023?
In de tweede fase startten we de ontwikkeling van een duurzaam,
state-of-the-art koel- en vriesdistributiecentrum van ca. 50.000
m² voor Lekkerland. Het bedrijf is een onderdeel van het
Duitse REWE, een aanbieder van innovatieve retailoplossingen
en logistieke diensten. Lekkerland en Montea sloten een
huurovereenkomst af van 15 jaar.
Hoe maakten we het duurzaam?
Bij de constructie respecteerden we onze duurzame Blue
Label-bouwhandleiding. Die bevat 37 bepalingen, verspreid over
7 thema’s (waaronder slim ruimtegebruik, circulair bouwen en
biodiversiteit).
Het nieuwe Lekkerlandgebouw bevat dus verschillende duurzame
specificaties om het energieverbruik zo laag en optimaal
mogelijk te houden. De restwarmte van de koelinstallatie wordt
gebruikt om de kantoren en de vriescelvloer te verwarmen, en
om de koelers te ontdooien. Het gebouw wordt ook voorzien van
QuadCore™-panelen met een hoge Rc-waarde en energiezuinige
ledverlichting. De verwarming van de hal gebeurt met
vloerverwarming gekoppeld aan warmtepompen. Dit is een uiterst
efficiënte en ook onderhoudsvriendelijke manier van verwarmen.
Ook laadvoorzieningen voor elektrische trucks zullen mee
geïntegreerd worden in het project.
Op het dak liggen zonnepanelen. Samen met een aangrenzend
deel van de ontwikkeling, gerealiseerd in 2022, ontstaat er zo
een dakoppervlak van 80.000 m². De zonnepanelen op die totale
oppervlakte wekken samen ca. 9.000 MWh op. Dat komt overeen
met de behoefte van 3.200 huishoudens.
“Montea en Lekkerland
hebben niet alleen oog voor
het klimaat, maar ook voor
de mens. Het gebouw biedt
een gezonde werkomgeving:
groenvoorzieningen,
binnenklimaat, ventilatie,
natuurlijk licht Dat
bevordert het welzijn en de
productiviteit.”
Cedric Montanus
— Country Manager
Montea Nederland
82 83
Ons team
Talent aanwerven: organisatie
in volle expansie
Om onze groeistrategie te realiseren hebben we het juiste talent
nodig. Via objectieve selectieprocedures gaan we op zoek naar
een diverse mix van ervaringen en persoonlijkheden – mensen
die de juiste skills hebben én die passen in onze ondernemende
bedrijfscultuur.
Bij zowel rekrutering als talentmanagement besteden we veel
aandacht aan die diversiteit. Daarmee doelen we niet alleen
op gender en etniciteit, maar ook op kennis en vaardigheden.
Dat is essentieel om te blijven bouwen aan een dynamische
werkomgeving waar iedereen dezelfde kansen krijgt en waar we
uitdagingen aangaan vanuit verschillende invalshoeken.
Eind 2023 telde Montea bijna 60 medewerkers. Om te blijven
presteren, implementeerden we een heldere structuur met
duidelijke verantwoordelijkheden. Ook verbeterden wij ons
onboardingproces. IT-tools, introductiesessies en regelmatige
check-ins zorgen er nu voor dat nieuwkomers zich snel welkom
voelen. Tijdens hun eerste werkweek geeft onze CHRO hen zelf
een introductie in onze missie, visie en strategie. Zo is iedereen
meteen mee en ontstaat er vanaf het begin een vertrouwensband.
Bij Montea creëren we waarde op de lange termijn.
Dat geldt niet alleen voor ons vastgoed, maar
misschien nog wel meer voor onze stakeholders.
Met onze hoogwaardige projecten handhaven we het
vertrouwen van onze klanten en aandeelhouders.
Ook zetten we ons hard in voor de drijvende kracht
achter Montea: onze mensen.
3.5. Langetermijnrelaties
met onze stakeholders
Genderverdeling
Gemiddeld aantal uren
opleiding/fte
55
58
Management (aantal personen)
Totaal aantal medewerkers
2022: 41
Werknemers (aantal personen)
Raad van Bestuur (aantal personen)
13
45
7
9
32
7
20232023
2023
20222022
2022
19
39
vrouwman
84 85
Focus
Met de juiste focus en door proactief en flexibel te zijn, kunnen we onze strategische doelen bereiken en
snel reageren op veranderende marktomstandigheden. Proactief zijn betekent voor ons initiatief nemen
en anticiperen op toekomstige behoeften. Dankzij onze flexibiliteit passen we ons razendsnel aan aan
veranderingen op de markt.
Entrepreneurship
Onze teamleden beperken zich niet tot de uitvoering van taken. Ze zoeken proactief naar kansen, bedenken
innovatieve oplossingen en nemen hun verantwoordelijkheid voor de resultaten. Dat draagt bij tot een cultuur
van betrokkenheid, creativiteit en eigenaarschap. Onze medewerkers zijn dus essentiële bouwstenen van
ons succes. Door hun ondernemende houding kunnen we flexibel inspelen op veranderingen, onszelf continu
verbeteren en uiteindelijk een sterkere positie in de markt veroveren.
Expertise
Monteaneers onderscheiden zich als specialistische leiders in hun veld. Deze diepgaande kennis en
vaardigheden zijn het resultaat van een voortdurende toewijding aan professionele ontwikkeling. Die
individuele groei is cruciaal voor onze uitzonderlijke service. In deze leercultuur moedigen we deelname aan
opleidingen en evenementen aan, zodat onze teamleden bijblijven met trends en hun horizon verbreden. Het
versterkt onze positie als leider in de industrie en onderstreept ons commitment aan kwaliteit, innovatie en
het leveren van echte waarde voor onze klanten. Door te investeren in de expertise van onze medewerkers,
investeren we dus in de toekomst van ons bedrijf en in succesvolle resultaten voor onze klanten.
Teamspirit
Teamspirit gaat verder dan gezamenlijk doelen nastreven; het draait om het bouwen van relaties op basis van
betrouwbaarheid en empathie. Wanneer teamleden elkaar als betrouwbaar beschouwen, dan ontstaat er een
veilige omgeving waarin ze vrij ideeën delen en samen uitdagingen aanpakken. Empathie laat ons toe om ons
in te leven in de situatie van collega’s, klanten en partners, hun perspectieven te begrijpen en ondersteuning
te bieden waar nodig. Deze combinatie van betrouwbaarheid en empathie versterkt de banden binnen het
team en moedigt een cultuur aan waarin iedereen zich gewaardeerd en begrepen voelt. Die samenwerking en
respect verhogen niet alleen het werkplezier, maar effenen ook het pad naar buitengewone prestaties.
Onze waarden:
we go both FEET in
Focus. Entrepreneurship. Expertise. Teamspirit. Dat zijn de vier
attitudes die Monteaneers kenmerken. Onze slogan ‘We go both
FEET in’ weerspiegelt ons doel om met enthousiasme vooruit
te denken en ons volledig in te zetten. Of het nu gaat om onze
klantrelaties, onze medewerkers, of onze planeet.
Een aantrekkelijk en gelijk loon
Elke Monteaneer mag rekenen op een correct, marktconform
en aantrekkelijk loon, gebaseerd op gelijke criteria voor iedere
werknemer binnen een bepaalde categorie. We voorzien een
maandsalaris, mogelijkheden voor persoonlijke ontwikkeling
en extralegale voordelen. We toetsen geregeld af of onze lonen
en benefits marktconform zijn, en passen aan waar nodig.
Monteaneers krijgen de kans om aandeelhouder te worden via
optie- of aankoopplannen, waardoor hun betrokkenheid toeneemt.
Het team heeft meer dan 85% aanvaard van de aandelen en opties
die de afgelopen jaren werden aangeboden, wat het commitment
van ons team onderstreept.
Onze organisatiestructuur:
klaar voor de toekomst
In 2023 kreeg onze landenstructuur vaste vorm. Voortaan heeft
elk land een Country Director. Xavier Van Reeth vervoegde het
Montea-team als Country Director België; Patrick Abel werd de
Country Director voor Duitsland. Beiden zullen ons (internationale)
groeiverhaal verder ondersteunen, nieuwe en bestaande
teams overzien en sturing geven volgens de overeengekomen
rendementsverwachtingen.
Ook bouwden we in 2023 onze corporate functies verder uit, om de
activiteiten in onze verschillende thuismarkten te ondersteunen.
Zo verwelkomden we Liora Kern, onze nieuwe Chief Marketing
& Communication Officer. Zij zal Montea’s interne en externe
communicatie optimaliseren en Montea’s algemene zichtbaarheid
in de media vergroten, gefocust op transparantie. Herman van
der Loos werd aangetrokken als Investor Relations Manager.
Hij zal onze financiële stakeholders ondersteunen en nieuwe
investeerders binnenbrengen.
Nominatie: Best Finance Team
of the Year
Financial Media, kennispartner voor Finance-professionals, nomineerde het Finance-
team van Montea als Best Finance Team of the Year. De nominatie erkent uitzonderlijk
teamwork in Finance, en was niet mogelijk zonder de toegewijde inspanningen van het
volledige team.
We zijn buitengewoon trots op deze nominatie. Onze focus op teamspirit heeft duidelijk
een inclusieve werkomgeving gecreëerd die bijzondere teamprestaties en productieve
samenwerkingen bevordert.
“Innovatie en voortdurende
verbetering zijn essentieel
binnen Montea. Onze
landenstructuur is afgestemd
op de groei die we ervaren
en stelt ons in staat om
eendrachtig de doelen te
bereiken die we nastreven. Alle
Monteaneers krijgen de kans om
aandeelhouder te worden via
optie- of aankoopplan. Het team
heeft >85% aanvaard van de
aandelen en opties die werden
aangeboden. Wij zien dat dit de
betrokkenheid bij Montea nog
verder verhoogt.”
Steven Claes
— Chief Human Resources
Officer Montea
86 87
Toury, Frankrijk
Toekomstig project
88 89
Het Brand Passport van Montea
In 2022 voerden we een Human Capital Scan uit, een tweejaarlijks
onderzoek naar medewerkerstevredenheid. In 2023 gingen we
verder aan de slag met de resultaten. In het voorjaar van 2024
staat een nieuwe bevraging gepland.
Uit de scan bleek dat Montea een toporganisatie is om voor te
werken, waar prestaties en doelen duidelijk aanwezig zijn. Toch
hadden vele Monteaneers het nog moeilijk om uit te leggen wat
precies onze missie, purpose en attitudes zijn. We wilden hen de
nodige handvatten aanreiken, zodat elke Monteaneer ons verhaal
kent en het kan verspreiden als trotse ambassadeur – intern én
extern.
In 2023 maakte het managementteam werk van ‘het Montea-
merkpaspoort’. Dat identificeert onze oorsprong, markt, doel,
belofte, missie, visie, kernattitudes (FEET) en Employee Value
Proposition – en hoe iedereen daar actief aan kan bijdragen. Via
verschillende teamsessies werd de hele organisatie betrokken
in de definitie van Montea’s strategische doelen in de dagelijkse
activiteiten. Niet alleen voor Montea zelf, maar voor ieder land en
iedere functie apart.
Talent vasthouden: persoonlijke
ontwikkelingsplannen
De persoonlijke en professionele groei van elke Monteaneer
is voor ons erg belangrijk. We willen er alles aan doen om
iedere medewerker aan boord te houden en hen samen te laten
ontwikkelen met het bedrijf, in lijn met hun ambities. We willen
een specialist leader worden, en dat vraagt om een specifieke
aanpak per medewerker – zeker geen one size fits all-benadering.
In 2023 kreeg elke medewerker een individueel development plan,
dat inspeelt op hun sterke punten en groeikansen. Die bepalingen
koppelden we aan gedetailleerde teamdoelstellingen binnen onze
bedrijfsstrategie (waaronder klantgerichtheid en netwerken).
In samenspraak met de leidinggevende en HR hebben de
Monteaneers de mogelijkheid om opleidingen te volgen. Ze
kunnen daarvoor terecht op het online opleidingsplatform
Goodhabitz, naast talrijke andere mogelijkheden binnen Montea’s
groeiplatform. Onze managers ontmoeten hun teamleden ook
regelmatig één-op-één. Die gesprekken vormen de basis voor de
jaarlijkse evaluatie en focussen op de doelen, het welzijn en de
behoeften van elke medewerker.
De Monteaneers mogen dus altijd rekenen op een uitdagende
en stimulerende werkomgeving. Leidinggevenden drukken hun
waardering en vertrouwen uit, waardoor iedereen zich betrokken
voelt. We moedigen teamwerk, creativiteit en eigen initiatief aan,
wat zorgt voor een sterk gevoel van autonomie. En dat loont, want
we hebben een fantastisch team. De tevredenheid op de werkvloer
is groot, de betrokkenheid top en de sfeer goed.
Gezondheid, veiligheid en verbinding
We hechten bijzonder veel belang aan het mentale welzijn van
onze medewerkers en bespreken dat dan ook regelmatig met
hen via persoonlijke check-ins. Aangezien we volop groeien op
nationaal en internationaal niveau, is verbinding tussen alle
medewerkers meer dan ooit een aandachtspunt. Daarbij focussen
we nu sterker op interne en externe communicatie, dat naar een
hoger niveau wordt getild met de komst van Liora Kern, onze Chief
Marketing & Communication Officer.
Via concrete initiatieven willen we die verbinding verder
versterken. Zo waren er in 2023 verschillende activiteiten in het
kader van teambuilding, gezondheid en mentaal welzijn. We
organiseerden een startup-event in Tour & Taxis, teamevents in
Amsterdam en op Tomorrowland, en we namen met 4 teams van 3
personen deel aan de Immorun.
Ook leidden de resultaten van onze Human Capital Scan tot een
‘Boost Your Energy’-workshop met voormalig toptennisster
Dominique Monami. Zij reikte praktische inzichten aan over
hoe onze Monteaneers hun mentale en fysieke energie kunnen
boosten.
Nominatie: Corporate
Wellbeing Award
#ZigZagHR, dé community voor Belgische HR-professionals, nomineerde Montea voor
de Corporate Wellbeing Award. Die erkenning beloont bedrijven waar welzijn niet zomaar
een los initiatief is, maar centraal verankerd zit in de corporate cultuur. Een nominatie
voor alle #Monteaneers. De erkenning moedigt ons aan om te blijven bouwen aan een
zorgzame werkomgeving en een topcultuur.
2500
2000
1500
750
1000
0
2250
1750
1250
500
2020 2021 2022 2023
Trainingsuren Trainingsuren/fte
Trainingsuren
Trainingsuren/FTE
63
35
49
21
7
56
28
42
14
0
“Onze sterkte ligt in onze co-
creatieve aanpak. Iedereen
kreeg de kans om bij te dragen
aan het merkpaspoort, de
strategie en de deniëring van
de aitudes van Montea. Dat is
dus geen HR-verhaal, maar een
Montea-verhaal met een sterke
waardegedreven cultuur aan de
grondslag.”
Steven Claes
— Chief Human Resources
Officer Montea
90 91
Onze klanten
Sterke relaties met onze klanten zijn essentieel om een
betrouwbare leider in de vastgoedsector te blijven. Ook in 2023
bleven we dus proactief communiceren met onze klanten. Daarbij
focussen we sterk op duurzaamheid. We helpen onze klanten om
de levenscyclus van hun pand zo goed mogelijk te benutten. Dat
doen we via concreet advies om hun energiekosten en uitstoot
te verminderen: warmtepompen, zonnepanelen, ledverlichting,
dakisolatie … Dat is de eerste stap op weg naar net-zero.
Zo voerden we in Frankrijk energie-audits uit op onze volledige
portefeuille, in overeenstemming met het décret tertiaire. We
identificeerden het energieverbruik, de GHG-emissies en enkele
concrete actiepunten. Ook hebben we samen met onze klanten
groene comités opgericht om verbeterpunten te formuleren op het
gebied van energiebesparing, biodiversiteit, werkomstandigheden,
etc. Daarnaast kregen onze Nederlandse klanten bezoek van een
duurzaamheidscoach, die advies en actiepunten aanreikte. Al
deze tips en inzichten zullen we vertalen naar concrete acties en
uitvoeringsplanningen.
Maar ook bij nieuwbouwprojecten staan de behoeften van onze
klant centraal. Welke richting wil deze uit? Wat is er echt nodig?
Hoe kunnen we voor de uitdagingen onderweg een innovatieve
oplossing op maat bieden? En hoe blijven we tijdens dat proces
onze dienstverlening en klantenrelaties verder verbeteren? Die
zorg rendeert: de gemiddelde looptijd van onze huurcontracten tot
de eerste vervaldag bedraagt ruim 6,5 jaar.
Tenant Engagement-
programma
In 2022 namen we een tevredenheidsenquête af onder onze klanten om beter te kunnen
voldoen aan hun behoeften en wensen. We voerden gesprekken met ongeveer 50 klanten,
waarbij zowel leden van hun propertyteam als hun management aanwezig waren.
De enquête bevestigde een zeer hoge algemene tevredenheid bij onze klanten. Er is
sprake van een snelle en open communicatie, en een goede opvolging van problemen. In
2023 gingen we verder aan de slag met alle resultaten.
6,5 jaar
de gemiddelde looptijd van
onze huurcontracten tot de
eerste vervaldag
Montea en Carglass: een
volwaardig klantenpartnership
Carglass is al klant sinds 2018, toen we voor hen een nieuw
distributiecentrum van 44.000 m² mochten bouwen. Dat bleek de
start van een mooie samenwerking. Vandaag helpen we hen met
hun duurzaamheidsvraag: hoe wordt Carglass CO
2
-neutraal tegen
2030?
Alle lastenboeken zijn klaar om in 2024 het Carglass-gebouw
grondig te verduurzamen en de nodige maatregelen te treffen
om de CO
2
-uitstoot sterk te verminderen. Hiervoor plannen
we de gasaansluiting af te koppelen en gebruik te maken van
warmtepompen, rekening houdend met de reeds aanwezige
zonnepanelen.
“Onze klanten moeten
digitaliseren, decarboniseren,
elektriceren drie termen die
een enorme impact hebben op
onze markt. Daarom proberen
we vandaag al te snappen waar
de klant naartoe wil, wat hij of
zij écht belangrijk vindt. Die
langetermijnpartnerships zijn
cruciaal om onze portefeuille
futureproof
te maken.”
Jo De Wolf
— CEO Montea
“Carglass is een heel mooi
bedrijf dat ons blijft stimuleren
en vooruitduwen. Ze zijn
klantgericht, zonder daarbij hun
operational excellence
uit het
oog te verliezen. Ze durven ook
verder te gaan dan de norm,
waardoor we elkaar steeds blijven
uitdagen om het beter te doen.”
Jimmy Gysels
— Chief Property Management
Montea
“Montea en Carglass zijn allebei
gebouwd op dezelfde cultuur:
denken in oplossingen, snelle
beslissingen, korte lijnen Juist
daarom werkt dit zo goed. We
kunnen open communiceren
met elkaar, en gaan altijd voluit
voor de win-winsituatie. Ook
luistert Montea aandachtig
naar onze behoeften. Ze denken
proactief mee en stellen steeds
innovatieve oplossingen voor
die bij ons passen.”
Tim Berx
— Supply Chain Director
Europe North bij Carglass/
Belron
92 93
Onze aandeelhouders
Onze aandeelhouders en investeerders geloven rotsvast in
ons – en dat is voor ons ongelooflijk waardevol. We willen dan
ook graag die waarde teruggeven. Dat doen we door te kiezen
voor projecten met meerwaardecreatie. We focussen niet op pure
groei, maar op waardecreatie en een beheersbare schuldgraad.
Zo mikken we op een robuuste balans, een optimaal EPRA-
resultaat, en meerwaarde via eigen ontwikkelingen en een actief
portefeuillebeheer.
Om onze groei verder te ondersteunen, boden we onze
aandeelhouders opnieuw een keuzedividend aan. In totaal
leverden ze 51% van de coupons nr. 25 (die het dividend van het
boekjaar 2022 vertegenwoordigen) in tegen nieuwe aandelen. Een
mooie illustratie van hun vertrouwen.
Onze maatschappij
Al onze activiteiten laten een rechtstreekse impact na op onze
samenleving: mobiliteit, ruimtegebruik … Daarom moedigen we
onze Monteaneers consequent aan om maatschappelijk relevante
projecten te steunen of initiatieven te nemen om het bewustzijn
rond duurzaamheid te verhogen. Zo kregen we een nieuw
koffieapparaat dat geen afval produceert, en zetten we sterk in op
reizen met de trein en carpooling.
Dopjesactie voor het BCG
In 2023 zamelden we plastic dopjes in ten voordele van het
Belgisch Centrum voor Geleidehonden.
Sinterklaasactie
We gaven cadeautjes aan de kinderen van het Medisch
Pedagogisch Centrum Sint-Franciscus. Dat biedt professionele
hulp aan minder- en meerderjarigen met een verstandelijke
beperking.
The Shift
Sinds 2021 is Montea lid van The Shift. Dat platform brengt
verschillende organisaties samen rond één doel: gezamenlijk
actief op weg naar een duurzamere economie en samenleving.
Een van de bestuurders van The Shift is onze eigen CEO, Jo De
Wolf.
51%
van de coupons nr.
25 (dividend 2022)
werden ingeruild
tegen nieuwe
aandelen
De Dennie Lockefeer Leerstoel
Sinds 2020 steunt Montea de Dennie Lockefeer Leerstoel
met een jaarlijkse sponsoring van 10.000 euro. Die leerstoel,
georganiseerd aan de Universiteit Antwerpen, doet
wetenschappelijk onderzoek naar het gebruik van bevaarbare
binnenwateren, om zo mobiliteitsuitdagingen te kunnen oplossen.
Urban Logistics
Sinds 2021 ondersteunen we de zomerschool ‘Urban Logistics
van de Universiteit Antwerpen. Daarvoor reiken we een financiële
prijs uit aan de twee studenten die tijdens de zomerschool de
beste papers schreven.
Corporate Social
Responsibility (CSR)
Duurzaamheid en CSR zijn een essentieel onderdeel van al onze strategische activiteiten.
Ons duurzaamheidscomité organiseert dan ook regelmatig initiatieven om duurzaamheid
te integreren in ons gedrag en gevoel op het werk.
Hun impact is vandaag al voelbaar. Verschillende concrete acties hielpen om het
milieubewustzijn en engagement te vergroten, zoals een autoloze dag. Ook reisden we
voor ons teamevent in Amsterdam met de trein naar de Nederlandse hoofdstad.
94 95
In het dynamische landschap van de vastgoedsector speelt
effectieve communicatie en gerichte marketing een essentiële
rol voor Montea. Deze disciplines stellen ons niet alleen in staat
om onze visie en waarden helder over te brengen, maar zijn ook
cruciaal voor de duurzame relaties met onze stakeholders.
In ons streven naar uitmuntendheid en innovatie binnen logistiek
en industrieel vastgoed, wordt onze communicatiestrategie
ontworpen om onze unieke positie in de markt te benadrukken.
Wij zijn meer dan een vastgoedontwikkelaar en -investeerder;
wij zijn strategische partners die meedenken met onze klanten
om aan hun specifieke behoeften te voldoen met innovatieve en
duurzame vastgoedoplossingen. Door ons verhaal consistent en
met overtuiging te vertellen, bouwen we aan een sterk merk dat
synoniem staat voor kwaliteit, betrouwbaarheid en leiderschap in
de sector.
Door een diep inzicht te verwerven in de behoeften van onze
doelgroepen, kunnen we onze diensten doeltreffend positioneren
en de uitzonderlijke waarde die Montea biedt duidelijk maken. Dit
proces draagt bij aan een sterkere klantloyaliteit en ondersteunt
onze ambitie om langdurige relaties te cultiveren.
Bovendien is onze communicatie- en marketingaanpak
onmisbaar voor een sterke interne cultuur. Successen en
innovaties delen binnen Montea verhoogt het gevoel van trots
en betrokkenheid bij onze medewerkers, wat essentieel is om
toptalent aan te trekken en te behouden. Deze interne dynamiek
versterkt op zijn beurt onze externe merkperceptie, waardoor we
als aantrekkelijke werkgever en betrouwbare partner naar voren
komen.
In tijden waarin duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord
ondernemen steeds belangrijker worden, biedt onze
communicatie- en marketingstrategie ons het platform om onze
toewijding aan deze principes te onderstrepen. Door transparant
te communiceren over onze inspanningen en prestaties op het
gebied van duurzaamheid, dragen we bij aan het milieu- en
maatschappelijk bewustzijn en verstevigen we onze reputatie als
een verantwoordelijke onderneming.
Ons verhaal is ambitieus, duurzaam en doordacht. We vertellen
het dan ook graag verder aan al onze stakeholders. Van ons eigen
team en (potentiële) klanten tot aandeelhouders, de pers en
beleidsmakers: we houden Montea met plezier
top of mind
.
Montea: een succesverhaal
“Ons portfolio bevat vele
mooie klantverhalen over
duurzaamheid. Die ervaringen
willen we graag delen met
anderen. Wij hebben een sterk
team van specialistische leiders
en dat zal elke dag duidelijker
worden.”
Liora Kern — Chief Marketing
& Communication Officer
Montea
96 97
98 99
Beheersverslag
HOOFDSTUK ACHT HOOFDSTUK VIER HOOFDSTUK VIER HOOFDSTUK VIER HOOFDSTUK ACHT
HOOFDSTUK ACHT HOOFDSTUK VIER HOOFDSTUK VIER HOOFDSTUK ACHT HOOFDSTUK ACHT
4.1 Groepsresultaten 100
4.2 Kapitaalmiddelen 112
4.3 Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum 119
4.4 Winstprognoses of -ramingen 120
100 101
Beheersverslag
4.1 Groepsresultaten
4.1.1 Kerncijfers
BE FR NL DE
31/12/2023
12 maanden
31/12/2022
12 maanden
VASTGOEDPORTEFEUILLE
Vastgoedportefeuille — gebouwen
1
Aantal sites 41 18 34 2 95 92
Bezettingsgraad
2
% 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 99,4
Totale oppervlakte — vastgoedportefeuille
3
m
2
896.423 213.293 813.561 35.965 1.959.242 1.890.029
Investeringswaarde
4
K€ 966.971 258.268 964.325 33.115 2.222.678 2.151.050
Reële waarde van de vastgoedportefeuille
5
K€ 1.062.989 256.093 930.218 30.972 2.280.271 2.171.024
Onroerend vermogen K€ 943.368 241.305 869.544 30.972 2.085.188 2.019.489
Ontwikkelingen K€ 72.780 11.531 29.397 0 113.707 102.338
Zonnepanelen K€ 46.842 3.258 31.276 0 81.376 49.197
Totaal oppervlakte — grondreserve m
2
2.225.972 2.401.318
Verworven, gewaardeerd in
vastgoedportefeuille
m
2
1.538.408 1.688.152
waarvan inkomsten genererend % 76 73
Onder controle, niet gewaardeerd
in vastgoedportefeuille
m
2
687.564 713.166
GECONSOLIDEERDE RESULTATEN
Netto huurresultaat K€ 106.625 90.889
Vastgoedresultaat K€ 116.139 99.913
Operationeel resultaat voor het resultaat op de
vastgoedportefeuille
K€ 102.769 91.020
Operationele marge
6
% 88,5 91,1
Financieel resultaat (excl. variaties in de reële
waarde van de financiële instrumenten)
7
K€ -17.995 -17.948
EPRA RESULTAAT
8
K€ 90.010 67.738
Gewogen gemiddeld aantal aandelen 18.387.740 16.538.273
EPRA resultaat per aandeel
9
4,90 4,10
Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen K€ 0 19
Variaties in de reële waarde van
vastgoedbeleggingen
K€ 11.870 92.864
Latente belastingen op portefeuilleresultaat K€ 30.974 -14.570
Resultaat op de portefeuille
10
K€ 42.843 78.312
Variaties in de reële waarde van financiële
instrumenten
11
K€ -14.043 58.408
 118.810 204.458
Netto resultaat per aandeel 6,46 12,36
BE FR NL DE
31/12/2023
12 maanden
31/12/2022
12 maanden
GECONSOLIDEERDE BALANS
Balanstotaal K€ 2.433.934 2.327.712
Schulden en passiva opgenomen in de schuldratio K€ 871.543 963.636
EPRA LTV
12
% 33,5 39,7
Schuldratio
13
% 36,2 42,1
Net debt / EBITDA (adjusted)
14
x 6,8 8,4
Hedge ratio % 97,3 96,0
Gemiddelde kost van de schuld % 2,3 1,9
Gemiddelde looptijd kredietcontracten Y 7,3 6,9
Gemiddelde looptijd indekkingscontracten Y 7,0 7,6
IFRS NAV per aandeel
15
75,74 72,32
EPRA NRV per aandeel
16
81,50 79,33
EPRA NTA per aandeel
17
74,38 71,72
EPRA NDV per aandeel
18
72,22 66,75
Beurskoers
19
86,20 66,60
Premie/discount % 13,8 -7,9
(1) Inclusief vastgoed bestemd voor verkoop.
(2) De bezettingsgraad wordt berekend op basis van m². Bij de berekening van deze bezettingsgraad werd noch in de teller, noch in
de noemer, rekening gehouden met de niet verhuurde m² bedoeld voor herontwikkeling en met de landbank.
(3) Oppervlakte van verhuurde terreinen (renderend gedeelte grondreserve) wordt opgenomen voor 20% van de totale oppervlakte; de
gemiddelde huurwaarde van een terrein bedraagt immers circa 20% van de huurwaarde van een logistiek pand.
(4) Waarde van de portefeuille zonder aftrek van de transactiekosten.
(5) Boekhoudkundige waarde volgens de IAS/IFRS regels exclusief vastgoed bestemd voor eigen gebruik.
(6) Operationele marge bekomt men door het operationeel resultaat vóór het resultaat op de vastgoedportefeuille te delen door het vastgoedresultaat.
(7) Financieel resultaat (exclusief variaties in de reële waarde van de financiële instrumenten): dit is het financiële resultaat conform het KB van 13 juli 2014 met betrekking tot de
gereglementeerde vastgoedvennootschappen exclusief de variatie in de reële waarde van de financiële instrumenten en geeft de werkelijke financieringskost van de vennootschap weer.
(8) EPRA-resultaat: dit betreft het nettoresultaat (na verwerking van het operationeel resultaat voor het resultaat op de portefeuille, verminderd met de financiële resultaten
en de vennootschapsbelasting, exclusief de uitgestelde belastingen), verminderd met de variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen en vastgoed bestemd voor
verkoop, verminderd met het resultaat op verkoop van vastgoedbeleggingen en vermeerderd met de variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva.
(9) EPRA-resultaat per aandeel betreft het EPRA-resultaat op basis van het gewogen gemiddeld aantal aandelen.
(10) Resultaat op de portefeuille: dit betreft de negatieve en/of positieve variaties in de reële waarde van de vastgoedportefeuille
+ de eventuele min- of meerwaarde naar aanleiding van de realisatie van vastgoed.
(11) Variaties in de reële waarde van financiële indekkingsinstrumenten: dit betreft de negatieve en/of positieve
variaties in de reële waarde van de rente-indekkingsinstrumenten volgens IFRS 9.
(12) EPRA LTV of EPRA Loan to value is een maatstaf om het percentage van de schuld ten opzichte van de geschatte waarde van de
eigendommen te bepalen en wordt berekend door de netto schuld te delen door de totale vastgoedwaarde (incl. zonnepanelen).
(13) Schuldratio volgens het KB van 13 juli 2014 met betrekking tot gereglementeerde vastgoedvennootschappen.
(14) De Adjusted net debt/EBITDA verschilt van de net debt/EBITDA doordat in de teller de netto financiële schulden gecorrigeerd worden voor de lopende
projecten in uitvoering vermenigvuldigd met de schuldgraad, alsook via een correctie in de noemer voor de geannualiseerde impact van externe groei.
(15) IFRS NAV: Net Asset Value of intrinsieke waarde voor winstuitkering van het lopende boekjaar conform de IFRS-balans (excl. minderheidsparticipaties). De
IFRS NAV per aandeel wordt berekend door het eigen vermogen conform IFRS te delen door het aantal dividendgerechtigde aandelen op balansdatum.
(16) EPRA Net Reinstatement Value: De NRV gaat ervan uit dat entiteiten nooit activa verkopen en streeft ernaar de waarde weer te geven die nodig is om de entiteit opnieuw op
te bouwen. Het doel van deze indicator is om weer te geven wat nodig zou zijn om de vennootschap opnieuw samen te stellen via de investeringsmarkten op basis van de huidige
kapitaal- en financieringsstructuur, inclusief Real Estate Transfer Taxes. De EPRA NRV per aandeel betreft de EPRA NRV op basis van het aantal aandelen in omloop op balansdatum.
(17) EPRA Net Tangible Assets gaat ervan uit dat entiteiten activa kopen en verkopen, waardoor bepaalde niveaus van uitgestelde belastingen gerealiseerd worden. De NTA is de NAV
die werd aangepast zodat ze ook vastgoed en overige investeringen tegen hun reële waarde omvat en die bepaalde posten uitsluit waarvan verwacht wordt dat ze geen vaste vorm zullen
krijgen in een bedrijfsmodel met vastgoedbeleggingen op lange termijn. De EPRA NTA per aandeel betreft de EPRA NTA op basis van het aantal aandelen in omloop op balansdatum.
(18) EPRA Net Disposal Value voorziet de lezer in een scenario van verkoop van de activa van de vennootschap hetgeen leidt tot de realisatie van uitgestelde belastingen en
de liquidatie van schulden en financiële instrumenten. De EPRA NDV per aandeel betreft de EPRA NDV op basis van het aantal aandelen in omloop op balansdatum.
(19) Beurskoers op het einde van de periode.
102 103
4.1.2 Samenvatting
Verwezenlijking van de doelstellingen voor 2023
Meer dan 30% winstgroei naar een EPRA-resultaat van € 90,0
miljoen
Een EPRA-resultaat van € 4,90 per aandeel inclusief € 0,45
uitzonderlijk EPRA-resultaat per aandeel (rekening houdend
met 11% extra uitstaande aandelen).
Het recurrent EPRA-resultaat stijgt van € 4,10 in 2022
naar € 4,45 per aandeel (+ 9%).
Het uitzonderlijk EPRA-resultaat van € 0,45 per
aandeel bestaat uit € 0,38 per aandeel door de
erkenning van Montea als FBI in Nederland voor
boekjaren 2021 en 2022, en € 0,07 per aandeel door het
vrijvallen van de ingebouwde provisies naar aanleiding
van de in 2022 aangekondigde, doch niet doorgevoerde
knip in groene stroom certificaten in Vlaanderen.
Groei van het vooropgestelde dividend naar € 3,74 per aandeel
(+ 13%) bestaande uit
€ 3,38 per aandeel
uitzonderlijk verhoogd met € 0,36 per aandeel omwille
van het uitzonderlijk EPRA-resultaat in 2023.
Strategische positionering voor toekomstige groei
Montea realiseerde een succesvolle kapitaalverhoging door
ABB waardoor de EPRA-schuldratio daalt naar 33,5% en de
Net Debt/EBITDA (adjusted) naar 6,8x per jaareinde 2023. De
bruto-opbrengst van ca. € 126 miljoen zal aangewend worden
om de aangekondigde uitrol van 1 miljoen m² van haar landbank
te realiseren. Montea ambieert 600.000 m² extra verhuurbare
oppervlakte aan een gemiddeld netto aanvangsrendement
van 7% op te leveren voor eind 2025. Daarnaast zal Montea de
middelen gebruiken om de duurzaamheidsstrategie verder te
implementeren, de landbank op peil te houden en in te kunnen
spelen op investeringsopportuniteiten in de markt.
Hoge bezettingsgraad van 100% gedurende heel
het jaar 2023,
een mooie realisatie boven op de historisch
hoge bezettingsgraad die, sinds 2018, consistent meer dan 99%
bedraagt. Deze hoge bezettingsgraad is een maatstaf voor de
kwaliteit en goede locaties van de gebouwen in de portefeuille van
Montea.
Gezonde marktdynamiek
In tegenstelling tot de algemene trend is de waardering van
de bestaande portefeuille (“like-for-like”) van Montea stabiel
gebleven sinds de piek van de markt (juni 2022). Over het
volledige jaar 2023 blijft de like-for-like waardering stabiel
Gemiddelde looptijd van de huurcontracten
1
van ruim 6,5 jaar tot
eerste vervaldag per jaareinde
Vastgoedportefeuille op strategische multimodale toplocaties
Stijgende markthuurprijzen voor logistiek vastgoed; momenteel
is de contractuele huur ca. 6% lager dan de markthuur, wat een
opwaarts potentieel biedt voor de komende jaren
Inflatiebestendig cashflow profiel (huurinkomsten geïndexeerd
aan inflatie), getuige een like-for-like huurgroei van ca. 7%
waarvan 6% gelinkt aan indexatie en 1% gelinkt aan herverhuur
Sterke fundamentals in volatiele macro-omgeving
Historisch lage EPRA LTV van 33,5% en Net debt/EBITDA
(adjusted) van 6,8x op jaareinde
Ondanks gestegen rente, bedraagt de gemiddelde
geannualiseerde kost van de schuld 2,3%, waarbij onze activa
niet bezwaard zijn met zekerheden
Langlopende kredietcontracten en indekkingscontracten (beide
hebben een gemiddelde resterende looptijd van meer dan 7,0
jaar) en een hedge ratio van 97% op jaareinde
Sterke liquiditeitspositie met ca. € 280 miljoen aan
financieringsmiddelen onmiddellijk beschikbaar op jaareinde
EPS-groei
20222021 2023
€3,75
€4,10
€4,45
one-o €0,45
EPRA LTV Bezettingsgraad
33,5% 100%
39,7% 99,4%
20232022
20232022
(1) Exclusief zonnepanelen
104 105
4.1.3 Financiële resultaten
Historische cijfers
Voor een beschrijving van de financiële toestand en
bedrijfsresultaten van Montea over de boekjaren 2021 en 2022,
wordt verwezen naar de hierna vermelde onderdelen. Deze
resultaten zijn inclusief de wijzigingen in de financiële toestand en
de bedrijfsresultaten en, in geval zij betekenisvol zijn en voor zover
zulks noodzakelijk is voor een goed begrip, de oorzaken van deze
wijzigingen.
pagina
JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2021
Kerncijfers 34-37
Geconsolideerde balans per 31 december 2021 167
Overzicht van de variaties in het geconsolideerde eigen vermogen en reserves per 31 december 2021 171
Geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten vóór winstverdeling per 31 december 2021 168
Geconsolideerd resultaat vóór winstverdeling per 31 december 2021 169
Geconsolideerd kasstroomoverzicht per 31 december 2021 170
JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2022
Kerncijfers 104-105
Geconsolideerde balans per 31 december 2022 226-227
Overzicht van de variaties in het geconsolideerde eigen vermogen en reserves per 31 december 2022 232-233
Geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten vóór winstverdeling per 31 december 2022 228-229
Geconsolideerd resultaat vóór winstverdeling per 31 december 2022 230
Geconsolideerd kasstroomoverzicht per 31 december 2022 231
JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2023
Kerncijfers 100-101
Geconsolideerde balans per 31 december 2023 191
Overzicht van de variaties in het geconsolideerde eigen vermogen en reserves per 31 december 2023 195
Geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten vóór winstverdeling per 31 december 2023 192
Geconsolideerd resultaat vóór winstverdeling per 31 december 2023 193
Geconsolideerd kasstroomoverzicht per 31 december 2023 194
Synthese van de geconsolideerde jaarrekening
Verkorte geconsolideerde resultatenrekening
(analytisch) van 31 december 2023
in EUR x 1.000
ANALYTISCH
31/12/2023
12 maanden
31/12/2022
12 maanden
GECONSOLIDEERDE RESULTATEN
Netto huurresultaat 106.625 90.889
Vastgoedresultaat 116.139 99.913
Vastgoedkosten en algemene kosten van de vennootschap -13.370 -8.893
Operationeel vastgoedresultaat voor het resultaat op de portefeuille 102.769 91.020
% t.o.v. netto huurresultaat 88,5% 91,1%
Financieel resultaat excl. variaties in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten -17.995 -17.948
EPRA resultaat voor belastingen 84.774 73.072
Belastingen 5.236 -5.334
EPRA RESULTAAT 90.010 67.738
per aandeel
4,90 4,10
Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen 0 19
Resultaat verkoop andere niet-financiële activa 0 0
Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen 11.870 92.864
Latente belastingen op portefeuilleresultaat 30.974 -14.570
Ander portefeuilleresultaat 0 0
Resultaat op de vastgoedportefeuille 42.843 78.312
Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva -14.043 58.408
NETTO RESULTAAT 118.810 204.458
per aandeel
6,46 12,36
106 107
Netto huurresultaat
Het netto huurresultaat bedraagt € 106,6 miljoen over 2023 en is
gestegen met 17% (of € 15,7 miljoen) ten opzichte van dezelfde
periode in 2022 (€ 90,9 miljoen). Deze stijging komt tot stand via
de sterke organische groei van de huurgelden gecombineerd
met huuropbrengsten voortvloeiend uit de aankoop van nieuwe
panden en verhuurde terreinen alsook uit opgeleverde projecten.
Bij een ongewijzigde portefeuille (en dus bij uitsluiting van
nieuwe aankopen, verkopen en projectontwikkelingen tussen
beide vergelijkende periodes 2023 en 2022) is het niveau van
de huurinkomsten gestegen met 6,8%, voornamelijk gedreven
door indexatie van huurcontracten (5,5%) en de herverhuur
van leegstaande units en heronderhandelingen met bestaande
huurders (1,3%).
De logistieke vastgoedsector is één van de weinige sectoren die
door automatische indexatie van de huurcontracten, de inflatie
grotendeels kan doorrekenen aan de klanten.
Vastgoedresultaat
Het vastgoedresultaat bedraagt € 116,1 miljoen over 2023, een
stijging met € 16,2 miljoen (of 16%) ten opzichte van dezelfde
periode vorig jaar (€ 99,9 miljoen). Het vastgoedresultaat
omvat tevens € 8,9 miljoen aan inkomsten uit zonnepanelen,
tegenover €7,7 miljoen vorig jaar. De toename is beperkt
ondanks een hogere capaciteit en dit naar aanleiding van lagere
elektriciteitsprijzen ten opzichte van vorig jaar.
Operationeel resultaat vóór het resultaat op de
vastgoedportefeuille
De vastgoedkosten en algemene kosten van de vennootschap,
die deel uitmaken van het operationeel resultaat vóór het
resultaat op de vastgoedportefeuille, zijn gestegen met € 4,5
miljoen ten opzichte van 2022 naar aanleiding van de groei van
de portefeuille, indexatie van de verloningen, investeringen
in de verdere digitalisatie en de uitbreiding van het team om
de vooropgestelde ambities te realiseren. Toch zet de stijging
van het vastgoedresultaat zich verder door in een stijging in
het operationeel vastgoedresultaat vóór het resultaat op de
portefeuille met 13% t.o.v. dezelfde periode vorig jaar (van € 91,0
miljoen in 2022 naar € 102,8 miljoen in 2023).
De exploitatie- of operationele marge
1
bedraagt 88,5% voor het
volledige jaar 2023, tegenover 91,1% over 2022. De EPRA kost ratio
stijgt naar 11,8% op het einde van 2023, ten opzichte van 8,8%
voor 2022. Om toekomstige groei te verzekeren, investeert Montea
immers sterk in business development in Frankrijk en Duitsland
en corporate services. In een markt waarin Montea sterk focust
op in-house developments, zullen deze investeringen in de
teams in de komende jaren hun vruchten afwerpen op vlak van
huurinkomsten. Zo ambieert Montea een geleidelijke stijging van
de operationele marge op middellange termijn naar 90%.
Financieel resultaat
Het negatieve financieel resultaat excl. variaties in de reële
waarde van de indekkingsinstrumenten bedraagt € -18,0 miljoen,
stabiel in vergelijking met vorig jaar (€ -17,9 miljoen).
De totale financiële schuld (inclusief obligatieleningen en
leasingschulden, inclusief de recurrente kost van gronden in
concessie) is op 31 december 2023 ingedekt voor 97%.
De gemiddelde financieringskost
2
, berekend op basis van de
gemiddelde financiële schuldenlast waarbij onze activa niet
bezwaard zijn met zekerheden, bedraagt 2,3% voor boekjaar 2023
ten opzichte van 1,9% op het einde van het boekjaar 2022.
Belastingen
Tot en met 2020 voerde Montea haar boekhouding alsof ze de
FBI status reeds had bekomen. Vanaf 2021 daarentegen heeft
Montea in haar resultaten evenwel voorzichtigheidshalve rekening
gehouden met de mogelijkheid dat het FBI-statuut geweigerd zou
kunnen worden, omwille van de intrekking van de toegekende
fiscale ruling vanaf 1 januari 2021 bij voldoende vergelijkbare
Belgische GVV’s. In de loop van 2023 werd Montea voor de periode
2015 t.e.m. 2022 erkend als FBI. Als gevolg hiervan, konden de
in 2021 en 2022 aangelegde provisies in de loop van 2023 tegen
gedraaid worden met een uitzonderlijk positief EPRA-resultaat
effect van € 6,9 miljoen tot gevolg.
Anderzijds werd met betrekking tot boekjaar 2023, nog
steeds uitgaand van het principe van de voorzichtigheid,
een belastingvoorziening opgezet van € 4,1 miljoen in de
resultatenrekening, met name de belastingdruk conform de
regulier belaste sfeer.
Ondersteund door het Europese recht en de toekenning van het
statuut voor de jaren 2015 t.e.m. 2021, blijft de inzet van Montea
erop gericht om in Nederland ook vanaf 2023 het FBI-statuut toe
te kunnen passen. De belastingaangiften zullen dan ook als FBI
worden ingediend (minstens tot en met 2024) aangezien Montea
van mening blijft dat ze nog steeds voldoet aan alle voorwaarden
om het FBI-statuut te kunnen claimen.
EPRA-resultaat
Het EPRA-resultaat over 2023 bedraagt € 90,0 miljoen, een
stijging van € 22,3 miljoen of 33% tegenover het boekjaar 2022
(€ 67,7 miljoen). Deze stijging van het EPRA-resultaat is te
danken aan de lagere ingeschatte recurrente belastingdruk op
de Nederlandse activiteiten, de positieve impact ingevolge het
verkrijgen van het FBI-statuut voor 2021 en 2022 (€ 6,9 miljoen),
het eenmalige effect door het vrijvallen van de ingebouwde
provisies naar aanleiding van de in 2022 aangekondigde, doch niet
doorgevoerde knip in groene stroom certificaten in Vlaanderen
(ca. € 1,3 miljoen) alsook en voornamelijk door de sterke
organische groei van de huren via huurindexatie en de oplevering
van voorverhuurde projecten, de aankoop van voorverhuurde
terreinen/gebouwen waarbij de operationele en financiële kosten
nauwlettend in de gaten gehouden worden en als dusdanig
beheerd (€ 14,1 miljoen).
Het EPRA-resultaat over 2023 bedraagt € 4,90 per aandeel, wat
een stijging betekent van 20% ten opzichte van het EPRA-resultaat
per aandeel over 2022 (€ 4,10 per aandeel), rekening houdend
met een stijging van het gewogen gemiddeld aantal aandelen
van 11%, ingevolge de versterking van het kapitaal in de loop van
2023. De uitzonderlijke impact omwille van de positieve evoluties
gerelateerd aan het FBI-statuut omvat € 0,38 per aandeel en
houdt rekening met de verkregen boekjaren 2021 en 2022. Verder
is er een uitzonderlijke impact van € 0,07 per aandeel gelinkt
aan het eenmalige effect van het vrijvallen van bovenvermelde
voorzichtigheid in kader van groene stroom certificaten.
Resultaat op de vastgoedportefeuille
3
Het resultaat op de vastgoedportefeuille van 2023 bedraagt € 42,8
miljoen (€ 2,33 per aandeel
4
), een daling met 45% ten opzichte van
2022 (€ 78,3 miljoen).
In 2023 wordt de variatie in de reële waarde van vastgoed-
beleggingen (€ 11,9 miljoen) gedreven door ontwikkelmarges
en een positieve waardering van de portefeuille. De waarde
van de portefeuille steeg door een toename van de geschatte
markthuurwaarden met 8,0% deels gecompenseerd door een
opwaartse yield shift. De portefeuille is gewaardeerd aan een
EPRA Net Initial Yield van 5,06%, een stijging met 23 bps ten
opzichte van eind 2022, vooral door het bereiken van een 100%
bezettingsgraad en indexatie.
De latente belastingen, die € 31,0 miljoen uitmaken van het
portefeuilleresultaat, bestaan vooral uit de terugname van
€ 32,0 miljoen van de in 2021-2022 opgebouwde latente
belastingprovisies op het vastgoed (zie sectie ‘Belastingen’),
slechts gedeeltelijk gecompenseerd door de verdere aanleg van
de provisie latente belastingen voor 2023 vanuit een principe van
voorzichtigheid (niet bekomen van FBI-statuut).
Het resultaat op vastgoedportefeuille is geen kas-item en heeft
geenszins impact op het EPRA-resultaat.

instrumenten
De negatieve variatie in de reële waarde van financiële
instrumenten bedraagt € -14,0 miljoen of € -0,76 per aandeel
op het einde van 2023, tegenover een positieve variatie van
€58,4 miljoen op het einde van 2022. De negatieve impact van
€72,5 miljoen ontstaat uit de variatie van de reële waarde van de
afgesloten rentevoet indekkingsinstrumenten als gevolg van de
dalende lange termijn rentevoeten in de loop van 2023.
De variaties in de reële waarde van financiële instrumenten zijn
geen kas-item en hebben geenszins een impact op het EPRA-
resultaat.
Nettoresultaat (IFRS)
Het nettoresultaat bestaat uit het EPRA-resultaat, het resultaat
op de vastgoedportefeuille en de variaties in de reële waarde van
financiële instrumenten en de impact van provisies voor latente
belasting op het Nederlandse portefeuilleresultaat verwerkt vanuit
een principe van voorzichtigheid (niet bekomen van FBI-statuut,
zie sectie ‘Belastingen’).
Het verschil tussen het EPRA-resultaat en het nettoresultaat van
2023 is voornamelijk toe te schrijven aan de waardestijging van
de vastgoedportefeuille en de waardedaling van de financiële
instrumenten in 2023 ten opzichte van 2022 en de uitzonderlijke
terugname van de provisie voor latente belasting initieel opgezet
in 2021 en 2022.
Het nettoresultaat (IFRS) per aandeel
5
bedraagt € 6,46 per
aandeel t.o.v. € 12,36 per aandeel in 2022.
(1) Exploitatie- of operationele marge bekomt men door het operationeel resultaat voor het resultaat op de vastgoedportefeuille te delen door het vastgoedresultaat.
(2) Deze financiële kost is een gemiddelde over de 5 laatste kwartalen en op basis van het totale financiële resultaat t.o.v. het gemiddelde van het beginsaldo en eindsaldo van de financiële
schuldenlast zonder daarbij rekening te houden met de waardering van de indekkingsinstrumenten en interestkosten gerelateerd aan leasingverplichtingen geboekt conform IFRS 16.
(3) Dit betreft de negatieve en/of positieve variaties in de reële waarde van de vastgoedportefeuille + de eventuele min- of meerwaarde
naar aanleiding van de realisatie van vastgoed,rekening houdend met eventuele latente belastingen.
(4) Berekend als het resultaat op de vastgoedportefeuille op basis van het gewogen gemiddeld aantal aandelen.
(5) Berekend op basis van het gewogen gemiddeld aantal aandelen.
Frankrijk
Totaal
Nederland
Duitsland
België
Aantal sites op 31/12/2023
18
Oppervlakte (m
2
)
213.293
Reële waarde van de
vastgoedportefeuille
€256 Mio
Aantal sites op 31/12/2023
95
Oppervlakte (m
2
)
1.959.242
Reële waarde van de
vastgoedportefeuille
€2.280 Mio
Aantal sites op 31/12/2023
34
Oppervlakte (m
2
)
813.561
Reële waarde van de
vastgoedportefeuille
€930 Mio
Aantal sites op 31/12/2023
41
Oppervlakte (m
2
)
896.423
Reële waarde van de
vastgoedportefeuille
€1.063 Mio
Aantal sites op 31/12/2023
2
Oppervlakte (m
2
)
35.965
Reële waarde van de
vastgoedportefeuille
€31 Mio
Totale bezettingsgraad
100%
Aandeel van
de portefeuille
12%
Totale
bezettingsgraad
100%
Totale bezettingsgraad
100%
Aandeel van
de portefeuille
42%
Totale bezettingsgraad
100%
Aandeel van
de portefeuille
45%
Totale bezettingsgraad
100%
Aandeel van
de portefeuille
1%
108 109
Verkorte geconsolideerde balans van
31 december 2023
Op 31/12/2023 bestaat het totaal van de activa (€ 2.433,9
miljoen) voornamelijk uit beleggingsvastgoed (86% van het
totaal), zonnepanelen (3% van het totaal), en ontwikkelingen
(5% van het totaal). Het overige bedrag van de activa (6% van
het totaal) bestaat uit de overige materiële en financiële vaste
activa waaronder activa bestemd voor eigen gebruik en vlottende
activa met daarin de geldbeleggingen, de handels- en fiscale
vorderingen.
Waarde en samenstelling van de
vastgoedportefeuille op 31 december 2023
De totale oppervlakte van de vastgoedportefeuille-gebouwen
bedraagt 1.959.242 m², verspreid over 95 sites, met name 41
sites in België, 18 sites in Frankrijk, 34 sites in Nederland en 2
sites in Duitsland.
 31/12/2023 31/12/2022
I. VASTE ACTIVA 2.312.331.238 2.215.999.976
II. VLOTTENDE ACTIVA 121.603.064 111.711.946
TOTAAL ACTIVA 2.433.934.301 2.327.711.922
TOTAAL EIGEN VERMOGEN 1.520.777.290 1.301.220.020
I. Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedervennootschap 1.518.263.059 1.297.636.079
II. Minderheidsbelangen 2.514.231 3.583.941
VERPLICHTINGEN 913.157.011 1.026.491.902
I. Langlopende verplichtingen 820.997.371 909.109.354
II. Kortlopende verplichtingen 92.159.641 117.382.548
TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN 2.433.934.301 2.327.711.922
De bezettingsgraad bedraagt 100% per 31/12/2023 t.o.v. 99,4%
per jaareinde 2022. Zowel de site te Le Mesnil-Amelot (FR) als
die in Aalsmeer (NL) konden in de loop van het eerste kwartaal
van 2023 verhuurd worden, waarna de bezettingsgraad van
100% behouden bleef in de loop van 2023.
Het totale vastgoedpatrimonium van Montea bedraagt € 2.280,3
miljoen, bestaande uit de waardering van de vastgoedportefeuille-
gebouwen (€ 2.085,2 miljoen), de reële waarde van de lopende
ontwikkelingen (€ 113,7 miljoen) en de reële waarde van de
zonnepanelen (€ 81,4 miljoen). Ten opzichte van jaareinde
2022 is er een beperkte stijging van de reële waarde van de
vastgoedportefeuille van 5%, voornamelijk door het realiseren
van een investeringsvolume van € 79,5 miljoen, gecombineerd
met een positieve herwaardering van € 29,6 miljoen, die bestaat
uit € 11,9 miljoen herwaarderingen en ontwikkelmarges die
via de resultatenrekening loopt, naast de herwaardering van
zonnepanelen die door eigen vermogen verwerkt wordt, conform
IAS 16.

REËLE WAARDE
01/01/2023
CAPEX 2023
HERWAARDERING &
ONTW. MARGE 2023
REËLE WAARDE
31/12/2023
België 995 56 12 1.063
Frankrijk 251 4 3 256
Nederland 890 20 20 930
Duitsland 36 0 -5 31
2.171 79 30 2.280
110 111
Totaal
31/12/2023
BELGIË FRANKRIJK NEDERLAND DUITSLAND
Totaal
31/12/2022

1
Aantal sites 95 41 18 34 2 92
Totale oppervlakte - vastgoedportefeuille m
2
1.959.242 896.423 213.293 813.561 35.965 1.890.029
Contractuele jaarlijkse huurinkomsten K€ 109.650 49.136 12.514 46.002 1.998 100.136
Bruto rendement % 5,26 5,21 5,19 5,29 6,45 4,96
Current yield - 100% verhuurd % 5,26 5,21 5,19 5,29 6,45 4,98
Niet verhuurde delen m
2
0 0 0 0 0 11.110
Huurwaarde van niet verhuurde delen
2
K€ 0 0 0 0 0 831
Bezettingsgraad % 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 99,4
Investeringswaarde K€ 2.222.678 966.971 258.268 964.325 33.115 2.151.050
REËLE WAARDE K€ 2.085.188 943.368 241.305 869.544 30.972 2.019.489

3
REËLE WAARDE K€ 81.376 46.842 3.258 31.276 0 49.197

REËLE WAARDE K€ 113.707 72.780 11.531 29.397 0 102.338

REËLE WAARDE K€ 2.280.271 1.062.989 256.093 930.218 30.972 2.171.024
Het vastgoedrendement op het totaal van de vastgoedbeleggingen-
gebouwen bedraagt 5,26% op basis van een volledig verhuurde
portefeuille, ten opzichte van 4,98% op 31/12/2022. Het bruto
rendement bedraagt 5,26%, ten opzichte van 4,96% op 31/12/2022.
De contractuele jaarlijkse huurinkomsten (exclusief huur-
waarborgen) bedragen € 109,6 miljoen, een stijging van 10% ten
opzichte van 31 december 2022, voornamelijk toe te schrijven aan
de indexatie van de huurprijzen.
De reële waarde van de lopende ontwikkelingen bedraagt
€113,7 miljoen en bestaat uit:
Landbank projecten in de pijplijn
de lopende herontwikkeling te Vorst (BE)
de lopende projectontwikkeling van fase 2 te
Antwerpen – Blue Gate (BE)
de lopende projectontwikkeling van fase 2 te
Waddinxveen (NL)
de aangekochte terreinen te Tongeren (BE)
het terrein gelegen te Lummen (BE)
het terrein gelegen te Grimbergen (BE)
Toekomstig ontwikkelpotentieel
het terrein gelegen te Lembeek (BE)
het terrein gelegen te Senlis (FR)
het terrein gelegen te Saint-Priest (FR)
Zonnepanelen
zonnepanelen in aanbouw (BE + NL)
De reële waarde van de zonnepanelen van € 81,4 miljoen
betreft 53 zonnepaneelprojecten verspreid over België,
Frankrijk en Nederland.
(1) Inclusief de gebouwen aangehouden voor verkoop.
(2) Exclusief de geschatte huurwaarde van projecten in aanbouw en/of renovatie.
(3) De reële waarde van de investering in zonnepanelen wordt opgenomen in rubriek “D” van de vaste activa in de balans.
(4) De overlopende rekeningen omvatten grotendeels de reeds op voorhand gefactureerde huurgelden voor het volgende kwartaal.
In de loop van 2023, kon Montea reeds 208.000 m² van haar
landbank in ontwikkeling brengen, waarvan op heden al
56.000 m² opgeleverd werd. Op 31/12/2023 beschikt Montea
over een totale resterende grondreserve van 2.226.000 m²,
waarvan op korte termijn ca. 789.000 m² extra in ontwikkeling
gebracht wordt. De resterende landbank bedraagt ca.
1.437.000 m², waarmee Montea een significant toekomstig
ontwikkelingspotentieel behoudt, dat ook in de toekomst voor
de nodige flexibiliteit zorgt om investeringen te plannen en uit te
voeren.
Ongeveer 1,5 miljoen m² (of ca. 69% van de totale landbank)
van deze grondreserve werd aangekocht en wordt gewaardeerd
in de vastgoedportefeuille voor een totale waarde van € 302,0
miljoen. Bovendien levert 76% van deze grondreserve een
onmiddellijk rendement op van gemiddeld 5,9%.
Daarnaast heeft Montea ongeveer 0,7 miljoen m² (of ca.
31% van de totale landbank) onder controle door middel van
gecontracteerde partnership overeenkomsten.
Samenstelling eigen vermogen en verplichtingen op 31
december 2023
Het totaal van de passiva bestaat uit het eigen vermogen ten
bedrage van € 1.520,8 miljoen en een totale schuld van € 913,2
miljoen.
Het eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van
de moedervennootschap (IFRS) bedraagt € 1.518,3 miljoen per
31 december 2023 tegenover € 1.297,6 miljoen per eind 2022.
Het gedeelte aan minderheidsbelangen (IFRS) bedraagt € 2,5
miljoen per 31 december 2023 tegenover € 3,6 miljoen per eind
2022. Deze minderheidsbelangen komen tot stand door het
opzet van de samenwerking met de Groep Cordeel.
De totale verplichtingen van € 913,2 miljoen bestaan uit:
Financiële verplichtingen:
€ 137,3 miljoen aan opgenomen kredietlijnen bij 6
financiële instellingen. Montea heeft € 327,5 miljoen aan
gecontracteerde kredietlijnen op 31 december 2023 en
een niet-opgenomen capaciteit van € 190,2 miljoen;
€ 665,0 miljoen aan gecontracteerde obligatieleningen,
die volledig werden opgenomen, waarvan € 235,0
miljoen aan Green Bonds die Montea afsloot in 2021
(US Private Plaatsing) en € 380,0 miljoen aan Green
unsecured notes afgesloten in 2022 (US Private
Plaatsing);
62% van de uitstaande financiering (of € 615,0 miljoen)
werd inmiddels uitgegeven onder het Green Finance
Framework.
Andere verplichtingen:
een lopende leasingschuld van € 49,8 miljoen,
hoofdzakelijk gevormd door de opname van een
leasingverplichting m.b.t. de concessiegronden
(inwerkingtreding IFRS 16) en anderzijds voor de
financiering van de zonnepanelen op de site te Aalst;
€ 5,2 miljoen aan uitgestelde belastingen; en
andere schulden en overlopende rekeningen
4
voor een
bedrag van € 55,9 miljoen.
Totaal
31/12/2023
Totaal %
Totaal
31/12/2022
Totaal %
Grondreserve
Totaal oppervlakte m
2
2.225.972 100% 2.401.318 100%
Verworven, gewaardeerd in vastgoedportefeuille m
2
1.538.408 69% 1.688.152 70%
waarvan inkomsten genererend % 76% 73%
Onder controle, niet gewaardeerd in vastgoedportefeuille m
2
687.564 31% 713.166 30%
Reële waarde K€ 302.039 100% 315.336 100%
Verworven, gewaardeerd in vastgoedportefeuille K€ 302.039 100% 315.336 100%
Onder controle, niet gewaardeerd in vastgoedportefeuille K€ 0 0% 0 0%
Landbank: toekomstig
ontwikkelpotentieel
1.437.000 m
2
Landbank: projecten
in de pijplijn
789.000 m
2
Totaal Landbank: toekomstig
ontwikkelpotentieel
en projecten in de pijplijn
2.226.000 m
2
Reeds in uitvoering of
opgeleverd
208.000 m
2
112 113
4.2 Kapitaalmiddelen
4.2.1 Algemeen financieringsbeleid
Het totale kapitaal van Montea bedraagt € 410.074.807,77 op
31 december 2023 en wordt vertegenwoordigd door 20.121.491
aandelen die genoteerd zijn op zowel Euronext Brussels als
Euronext Paris. Alle geplaatste aandelen zijn volledig volstort
en zijn zonder nominale waarde. De aandelen zijn nominatief
en gedematerialiseerd en elk aandeel geeft recht op één stem.
Montea bezit op 31 december 2023 76.874 eigen aandelen.
Het is de Enige Bestuurder toegestaan om het kapitaal in één
of meerdere malen te verhogen op de data en overeenkomstig
de modaliteiten die hij zal bepalen, conform de toepasselijke
wetgeving, met restricties qua aard van de kapitaalverhogingen
en nooit hoger dan het wettelijk maximumbedrag,
zijnde vierhonderdentien miljoen vierenzeventigduizend
achthonderdenzeven euro zevenenzeventig eurocent
(€410.074.807,77), zie sectie 10.1.2.
De financieringskost is een grote kostenrubriek in het
resultaat van Montea. Daarom beheert Montea de kost van
haar financieringen op een proactieve manier. Vooreerst wil de
Vennootschap garanderen dat haar verschillende financieringen
over een zo lang mogelijke periode beschikbaar zijn. Daarenboven
streeft de Vennootschap naar financieringen met een variabele
rentevoet die voor het grootste deel ingedekt zijn door
indekkingsinstrumenten.
Dit beleid is gebaseerd op het feit dat dit een bescherming biedt
tegen verstorende schommelingen in de economische cycli.
In tijden van hoogconjunctuur zal de financieringskost mogelijks
stijgen. Dit wordt in principe gecompenseerd door de hogere
operationele inkomsten (zoals de hogere bezetting en een hogere
inflatie). Deze compensatie is eerder beperkt en daarom werd
overgegaan tot een indekkingsbeleid en dit voor het grootste deel
van de schuld.
2022 2023
39,7% 33,5%
EPRA LTV
2022 2023
96,0%97,3%
Hedge ratio
Financiële
kerncijfers
2022 2023
1,9% 2,3%
Gemiddelde kost van de schuld
Netto schuld/EBITDA (adjusted)
Gemiddelde looptijd van indekkingsinstrumenten (in jaren)
Gemiddelde looptijd van kredietcontracten (in jaren)
Interest coverage ratio
6,8x
7,0
7,3
4,5x
8,4x
7,6
6,9
4,9x
2023202320232023 2022202220222022
114 115
4.2.2 Kasstromen
Het kasstroomoverzicht per 31 december 2023 vindt u hieronder toegelicht:

(in EUR x 1.000)
31/12/2023
12 maanden
31/12/2022
12 maanden
KAS EN KASEQUIVALENTEN IN HET BEGIN VAN HET BOEKJAAR 67.766 15.172
 111.974 84.458
Netto resultaat 118.810 204.458
Netto interestkosten 18.754 17.931
Financiële inkomsten -866 -171
Belastingen -36.209 19.904
Meerwaarde (-) / minderwaarde (+) op verkoop van vastgoedbeleggingen 0 -19
Kasstroom uit operationele activiteiten voor aanpassing van niet-kaskosten en werkkapitaal (A) 100.489 242.103
Variaties in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten 14.043 -58.408
Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen -11.870 -92.864
Op aandelen gebaseerde betalingskosten afgewikkeld in eigen vermogen 515 -7.751
Afschrijvingen en waardevermidderingen (toevoeging (+) / terugname (-)) op vast activa 336 432
Bijzondere waardeverminderingen op vorderingen, voorraden en overige activa 335 -160
Aanpassingen voor niet-kaskosten (B) 3.359 
Daling (+) / stijging (-) van handels- en overige vorderingen 9.937 -9.879
Stijging (+) / daling (-) van voorraden 0 0
Stijging (+) / daling (-) van handels- en overige schulden -1.811 10.985
 8.126 1.106
 -86.337 -362.371
Investeringen -86.337 -362.424
Betalingen verwervingen van vastgoedinvesteringen -79.642 -291.228
Betalingen verwervingen van gebouwen bestemd voor verkoop 0 0
Betalingen verwervingen van aandelen in vastgoedvennootschappen -6.215 -70.598
Aankoop overige materiële en immateriële vaste activa -481 -598
Desinvesteringen 0 53
Ontvangsten uit verkoop van vastgoedbeleggingen 0 53
Ontvangsten uit verkoop van gebouwen bestemd voor verkoop 0 0
Ontvangsten uit verkoop van aandelen in vastgoedvennootschappen 0 0
  330.507
Netto effect van opname en terugbetaling van leningen -79.333 280.062
Kapitaalverhoging 145.217 120.211
Betaalde dividenden -59.230 -49.109
Betaalde interesten -12.454 -20.657
 87.604 67.766
MUTATIE IN EIGEN VERMOGEN
(in EUR x 1.000)
KAPITAAL

PREMIES
RESERVES RESULTAAT

BELANG
EIGEN
VERMOGEN
OP 31/12/2021 323.777 234.693 228.779 227.848 1.183 1.016.280
Elementen onmiddellijk erkend als EV 29.467 84.584 13.092 0 2.448 129.591
Kapitaalsverhoging 35.627 84.584 0 0 0 120.211
Impact op de reële waarde van de geschatte
mutatierechten en -kosten bij hypothetische
vervreemding van vastgoedbeleggingen
0 0 0 0 0 0
Positieve variatie van de waarde van de
zonnepanelen (IAS 16)
0 0 14.928 0 0 14.928
Eigen aandelen -14.649 0 0 0 0 -14.649
Aandeelkapitaal opties personeel 8.489 0 -1.695 0 0 6.794
Minderheidsbelang 0 0 0 0 2.287 2.287
Rechtzettingen 0 0 -141 0 161 20
Dividenden 0 0 -49.109 0 0 -49.109
Overgedragen resultaat 0 0 227.848 -227.848 0 0
Resultaat van het boekjaar 0 0 46 204.458 -46 204.458
OP 31/12/2022 353.244 319.277 420.656 204.458 3.584 1.301.220
Elementen onmiddellijk erkend als EV 41.670 104.310 15.352 0 -1.355 159.977
Kapitaalsverhoging 40.907 104.310 0 0 0 145.217
Impact op de reële waarde van de geschatte
mutatierechten en -kosten bij hypothetische
vervreemding van vastgoedbeleggingen
0 0 0 0 0 0
Positieve variatie van de waarde van de
zonnepanelen (IAS 16)
0 0 15.428 0 0 15.428
Eigen aandelen 0 0 0 0 0 0
Aandeelkapitaal opties personeel 763 0 -248 0 0 515
Minderheidsbelang 0 0 172 0 -1.355 -1.183
Rechtzettingen 0 0 0 0 0 0
Dividenden 0 0 -59.230 0 0 -59.230
Overgedragen resultaat 0 0 204.458 -204.458 0 0
Resultaat van het boekjaar 0 0 -285 118.810 285 118.810
OP 31/12/2023 394.914 423.586 580.952 118.810 2.515 1.520.777
4.2.3 Financieringsstructuur
De cijfers voor kapitalisatie en schuldenlast werden overgenomen
uit de financiële rekeningen die werden opgesteld in overeen-
stemming met IFRS, zoals goedgekeurd door de EU, voor de
periode die eindigt op 31 december 2023.
Deze informatie kan best samen met de financiële rekeningen en
de bijbehorende nota’s gelezen worden.
Kapitalisatie op 31 december 2023
Op 31 december 2023 bedraagt het geconsolideerd eigen
vermogen € 1.520.777.290,15.
116 117
Schuldenlast op 31 december 2023
De Vennootschap let erop om tijdig de nodige financieringen
aan te gaan. Hierbij staat het evenwicht tussen de kost
van de financiering, de duurtijd en de diversificatie van de
financieringsbronnen altijd voorop.
De financiële schulden van Montea per 31 december 2023
bedragen € 851,5 miljoen (€ 815,3 miljoen langlopend en € 36,2
miljoen kortlopend) en zijn opgebouwd als volgt:
De Vennootschap heeft een totaalbedrag aan opgenomen
kredietlijnen van € 137,3 miljoen. Montea beschikt op 31
december 2023 over een totaalbedrag aan bevestigde bilaterale
kredietlijnen van € 327,5 miljoen bij 6 financiële instellingen.
Er rest nog een niet-opgenomen capaciteit van € 190,2 miljoen,
wat betekent dat 41,9% aan kredietlijnen is opgenomen. Op 31
december 2023 bedraagt de gewogen gemiddelde duurtijd van
deze kredietlijnen nog 3,8 jaar.
Verder beschikt Montea ook over een totaalbedrag van € 665
miljoen aan obligatieleningen, die volledig werden opgenomen.
Deze obligatieleningen bestaan voornamelijk uit € 235 miljoen aan
Green Bonds die Montea afsloot in 2021 (US Private Plaatsing) en
€ 380 miljoen aan Green unsecured notes afgesloten in 2022 (US
Private Plaatsing). Op 31 december 2023 bedraagt de gewogen
gemiddelde duurtijd van de lopende obligatieleningen nog 9,0 jaar.
Voorts is er een totaalbedrag van leasingschulden van € 49,8
miljoen, verdeeld over lange en korte termijn, hoofdzakelijk
gevormd door de opname van een leasingverplichting m.b.t. de
concessiegronden (inwerkingtreding IFRS 16) en anderzijds voor
de financiering van de zonnepanelen op de site te Aalst.
De gewogen gemiddelde looptijd van de financiële schulden
(kredietlijnen, obligatieleningen en leasingverplichtingen)
Financiële schulden (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022 31/12/2021
Langlopende financiële schulden 815.327 872.967 556.509
Kredietinstellingen 103.999 159.333 310.833
Obligatieleningen 662.739 662.450 198.758
Borgstellingen, bankgaranties d.m.v. gestorte gelden 1.489 1.938 1.588
Financiële leasing 465 595 718
Andere
1
46.634 48.652 44.612
Kortlopende financiële schulden 36.162 59.919 92.940
Kredietinstellingen 33.333 57.333 90.833
Obligatieleningen 0 0 0
Financiële leasing 117 110 104
Andere
1
2.712 2.475 2.003
Totaal 851.490 932.886 649.449
bedraagt 7,3 jaar op 31 december 2023, wat een stijging betekent
in vergelijking met 31 december 2022 (6,9 jaar), naar aanleiding
van de obligatieleningen die nu een hoger aandeel in de totale
verplichtingen vertegenwoordigen.
De gemiddelde financieringskost van de schulden bedraagt 2,3%
over 2023 (t.o.v. 1,9% in dezelfde periode vorig jaar), voornamelijk
als gevolg van de in 2022 gecontracteerde obligatieleningen. De
Interest Coverage Ratio is gelijk aan 4,5x per eind december 2023
tegenover 4,9x eind 2022. Montea voldoet hiermee ruimschoots
aan de convenanten qua interest coverage ratio die zij met haar
financiële instellingen heeft afgesloten.
Onderstaande tabel geeft per 31 december 2023 weer in welk
jaar de kredietlijnen en de obligatieleningen vervallen. De
Vennootschap zorgt er steeds voor dat niet alle schulden in
hetzelfde jaar komen te vervallen.
Niettegenstaande wat voorafgaat, heeft de Vennootschap geen
hypotheek, pand op handelszaak of volmacht verleend om
ofwel een hypothecair mandaat of een mandaat tot pand op de
handelszaak te vestigen.
EPRA LTV
Met een EPRA LTV van 33,5% eind december 2023 (t.o.v. 39,7%
eind december 2022) en een verbeterde Net Debt/EBITDA
(adjusted) van 6,8x, getuigt de geconsolideerde balans van
Montea van een sterke solvabiliteit. Investeringen worden telkens
getoetst aan de financieringsstrategie van Montea. Deze strategie
bestaat erin om nieuwe vastgoedinvesteringen te financieren
met minstens 50% via eigen vermogen en met maximum 50% via
vreemd vermogen, wat resulteert in een schuldratio van maximaal
50% en een net debt/EBITDA (adjusted) rond 9x.
De schuldratio van de Vennootschap mag volgens het GVV-KB niet
meer bedragen dan 65%. De Vennootschap heeft met de financiële
instellingen convenanten afgesloten waarbij de geconsolideerde
schuldratio niet boven de 60% mag stijgen en in de voorwaarden
van de Obligaties werd een maximale geconsolideerde schuldratio
bedongen van 65%. De schuldratio berekend overeenkomstig
het KB van 13 juli 2014 met betrekking tot gereglementeerde
vastgoedvennootschappen bedraagt 36,2% eind december 2023.
Indekking van het renterisico
Zoals reeds eerder aangehaald voert Montea een
financieringsbeleid waarbij zij een groot deel van haar financiële
schuld indekt. De hedge ratio, die het percentage weergeeft van de
financiële schulden met een vaste rentevoet of met een vlottende
rentevoet vervolgens ingedekt door een indekkingsinstrument,
bedraagt 97% per eind 2023.
Op 31 december 2023 heeft de Vennootschap een totaal van
€612,5 miljoen aan indekkingscontracten afgesloten van het type
“IRS” en interest rate cap.
De gewogen gemiddelde looptijd van de rentevoet
indekkingsinstrumenten bedraagt 7,0 jaar eind december 2023.
Voor een beschrijving van de indekkingsinstrumenten van Montea
wordt verwezen naar sectie 8 (Toelichting 17: Variaties in de reële
waarde van financiële activa en passiva) van dit verslag.
Convenanten en zekerheden
De contractuele bepalingen van de kredietfaciliteiten stipuleren
dat Montea gekwalificeerd blijft als gereglementeerde
vastgoedvennootschap (GVV) in België, met inbegrip van een
maximale schuldratio van 60% en een minimale Interest Coverage
Ratio. De contractuele bepalingen van de obligatieleningen
voorzien eveneens een maximale schuldratio en een minimale
Interest Coverage Ratio.
Montea bevestigt dat aan al deze voorwaarden werd voldaan
gedurende het hele boekjaar 2023. Per 31 december 2023 bedroeg
de Interest Coverage Ratio 4,5x, tegenover 4,9x eind vorig jaar.
Vervaldatum kredietlijnen & obligatieleningen
Kredietlijnen Obligatieleningen
250.000.000
200.000.000
150.000.000
100.000.000
50.000.000
0
2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036
(1) Onder de rubriek “Andere” zijn hoofdzakelijk de leasingverplichtingen, met betrekking tot de concessiegronden, opgenomen, conform IFRS16.
118 119
4.2.4 Verdere versterking van de
financieringsstructuur in 2023
Montea kondigde in 2023 haar doelstelling aan om maar liefst
1miljoen m² van haar landbank over 2024 en 2025 in ontwikkeling
te brengen. Op heden werd reeds 56.000 m² opgeleverd en voorziet
Montea een verdere uitrol van het resterende deel van ca. 941.000
m². Voorafgaandelijk werd hiertoe een gepaste financierings-
strategie uitgetekend om te kunnen voldoen aan deze
investeringsverplichtingen en om de solide kapitaalstructuur van
de onder-neming te bestendigen.
In de loop van 2023 versterkte de onderneming haar financiële
middelen als volgt:
Resultaat keuzedividend – 51% van de
aandeelhouders ondersteunt Montea’s groei
door te kiezen voor aandelen
1
Ter ondersteuning van haar verdere groei, heeft Montea haar
aandeelhouders opnieuw een keuzedividend aangeboden. In totaal
werd 51% van de coupons nr. 25 (die het dividend van het boekjaar
2022 vertegenwoordigen) ingeleverd tegen nieuwe aandelen.
Er werden 293.750 nieuwe aandelen uitgegeven voor een totaal
uitgiftebedrag van € 21.035.437,50 (€ 5.986.625,00 in kapitaal
en € 15.048.812,50 in uitgiftepremie) en dit binnen het kader
van het toegestane kapitaal. Het kapitaal van Montea steeg na
deze transactie naar 373.339.535,39 EUR vertegenwoordigd door
18.318.970 aandelen.
Succesvolle plaatsing van nieuwe aandelen
via ABB
2
In november 2023, heeft Montea binnen het kader van het
toegestane kapitaal met succes 1.802.521 nieuwe aandelen
geplaatst tegen € 69,90 per nieuw aandeel via een vrijgestelde
versnelde private plaatsing met samenstelling van een orderboek
(“accelerated bookbuilding”) bij internationale gekwalificeerde en/
of institutionele beleggers. Deze private plaatsing resulteerde in
een bruto-opbrengst van € 125.996.218.
Ingevolge de voltooiing van de private plaatsing bedraagt
het totale geplaatste kapitaal van Montea € 410.074.807,77
vertegenwoordigd door 20.121.491 volledig volstorte gewone
aandelen.
Financiering van de investeringen
De toekomstige investeringsverbintenissen zullen worden
gefinancierd met nog beschikbare gecontracteerde kredietlijnen.
Rekening houdend met een EPRA LTV van 33,5% eind december
2023, heeft Montea voldoende buffer om extra schulden op te
halen in de vorm van kredietlijnen, obligatieleningen en/of via een
commercial paper programma.
4.3 Belangrijke
gebeurtenissen na
balansdatum
Er zijn geen belangrijke gebeurtenissen na balansdatum.
(1) Zie persmededeling van 08/06/2023 of www.montea.com voor meer informatie.
(2) Zie persmededeling van 21/11/2023 of www.montea.com voor meer informatie.
120 121
Sectordiversificatie
Multimodaliteit
Leeftijd gebouwen
Logistieke dienstverleners
Retail
Automobielsector
Farma & medische sector
Bouw/Industrie
Voeding & dranken
Andere
Ja
Nee
<5 jaar
6-10 jaar
11-20 jaar
>20 jaar
4.4 Winstprognoses of
-ramingen
4.4.1 Vooruitzichten
Resultaatgebonden doelstellingen
Via een investeringsambitie van € 200 miljoen per jaar, een
kwalitatieve portefeuille met een hoge bezettingsgraad en
geïndexeerde huurinkomsten, kan Montea haar winstgroei
voortzetten en haar ambities voor 2024 en 2025 herbevestigen.
2024 – Groei van het EPRA-resultaat naar € 4,55 per aandeel
Investeringsambitie van circa € 260 miljoen
Inflatieverwachting van 4,1%
Dividend van € 3,60 per aandeel
1
2025 – Groei van het EPRA-resultaat naar € 4,65 per aandeel
Investeringsambitie van circa € 200 miljoen
Inflatieverwachting van 2,1%
In deze vooruitzichten wordt geen rekening gehouden met
mogelijk bijkomend toekomstige positieve EPRA-resultaat
effecten naar aanleiding van het FBI-regime voor boekjaar 2023 en
2024 (gecombineerd ca. € 0,37 per aandeel).
Handhaving sterke fundamentals
in volatiele macro-omgeving
De vraag naar extra opslagruimte is groot, terwijl het aanbod
vandaag schaars is. Dit leidt tot hoge bezettingsgraden en
opwaartse druk op de huurprijzen in de meeste logistieke
hotspots. Het belang van logistiek neemt toe door belangrijke
tendensen zoals de verstoring van globale supply chain
netwerken, de aanleg van grotere strategische voorraden en
reshoring. Daarnaast blijft ook de e-commerce sector groeien.
Montea tracht een antwoord te bieden op deze uitdagingen, door
het aanbieden van innovatieve en duurzame vastgoedoplossingen.
Montea streeft ernaar haar sterke fundamentals ook in de
komende jaren te handhaven. Dankzij haar focus op type klant
en hun activiteit (zoals o.a. health care sector, recycling sector…)
alsook op strategische locaties met hoge toegevoegde waarde
(zoals o.a. luchthavens, water gebonden locaties…) slaagt Montea
erin om haar vastgoedportefeuille optimaal uit te bouwen. Deze
strategie resulteert in uitzonderlijke vastgoed gerelateerde
prestatie indicatoren zoals een 100% bezettingsgraad op jaareinde
2023 (en consistent boven 99% sinds 2018) en langlopende
gemiddelde resterende duurtijd van de huurcontracten tot
eerste opzegmogelijkheid (ruim 6,5 jaar op jaareinde 2023). Bij
een gewogen gemiddelde inflatieverwachting van 4,1% in 2024,
verwacht Montea gemiddeld ca. 4% te kunnen doorrekenen aan de
klanten. Het effect van doorrekening van indexatie in de Like-for-
Like huurinkomsten van 2024 wordt geschat op 3,6%. Op heden
is de contractuele huur ca. 6% lager dan de markthuur, wat een
opwaarts potentieel biedt voor de komende jaren.
EPS-groei
20222021 2023
€3,75
€4,10
€4,45
one-o €0,45
53% 47%
42%
10%
9%
6%
7%
19%
7%
12%
33%
33%
22%
(1) Als Montea in de loop van 2024 het FBI-regime voor boekjaar 2023 zou verkrijgen, heeft Montea de intentie om
80% van het hieruit resulterende positieve eenmalig effect bijkomend uit te keren als uitzonderlijk dividend.
122 123
Met een gecontroleerde EPRA LTV van 33,5% en een Net
Debt/ EBITDA (adjusted) van 6,8x op jaareinde 2023, getuigt de
geconsolideerde balans van Montea van een sterke solvabiliteit.
Ondanks de gestegen rente, zal de verwachte gemiddelde kost van
de schuld de komende twee jaar niet boven 2,5% stijgen, mede
dankzij Montea haar indekkingspolitiek.
Montea behoudt ook haar focus op duurzaamheid en is ervan
overtuigd dat ze een cruciale rol kan spelen in het reduceren van
de ecologische voetafdruk en de energiekosten van haar klanten.
Duurzame waardecreatie is van essentieel belang om onze groei
op lange termijn te verzekeren. Montea verwacht om op het einde
van 2024, 100% van haar daken waar het technisch mogelijk is,
uit te rusten met PV-installaties. Daarnaast grijpt Montea ook in
op bestaande sites, om energiebesparende verbeteringen aan te
brengen, door onder andere sites los te koppelen van het gasnet
en over te schakelen op warmtepompen, het installeren van
energiezuinige LEDs, het vernieuwen en bijkomend isoleren van
daken en het voorzien van (additionele) laadpunten.
4.4.2 Hypothesen omtrent
vooruitzichten met betrekking tot het
EPRA-resultaat
In de vooruitzichten omschrijven we de verwachte resultaten
met betrekking tot het geconsolideerd EPRA-resultaat en de
geconsolideerde balans voor het boekjaar 2024 op basis van
de cijfers zoals weergegeven in het jaarlijks financieel verslag
per 31 december 2023, de gekende informatie na balansdatum,
en berekende voorspellingen op basis van de evolutie van de
vastgoed-, economische-, en financiële markten.
Deze voorspellingen en ramingen mogen niet als een zekerheid
worden geïnterpreteerd, mits de activiteiten van Montea en de
markt waarin zij actief is onderworpen zijn aan onzekerheden
en risico’s waardoor deze vooruitziende informatie geen
verbintenis vormt voor de vennootschap. De kans bestaat dat de
verwachtingen niet bereikt worden.
4.4.3 Hypothesen
Montea past de gebruikelijke boekhoudkundige methoden toe
zoals gehanteerd in het kader van de voorbereiding van de
geconsolideerde rekeningen per 31 december 2023 conform IFRS
zoals door de Europese Unie toegepast en geïmplementeerd door
het GVV KB.
Hypothesen zijn eerder conservatief, doch realistisch opgebouwd.
In de opmaak van de vooruitzichten 2024 werd voor de bepaling
van de vastgoedbeleggingen rekening gehouden met een
realisatie van een investeringsvolume van ca. € 260 miljoen over
2024.
4.4.4 Hypothesen met betrekking
tot factoren die Montea rechtstreeks
kan beïnvloeden
Netto huurresultaat
Het netto huurresultaat wordt geraamd op basis van de huidige
contracten, rekening houdend met de hypothese gehanteerd
gelinkt aan de indexatie (zie verder) van de huurcontracten
die wordt toegepast voor ieder contract afzonderlijk rekening
houdend met de verjaardag van het huurcontract. Voor de
huurcontracten die een opzegmogelijkheid hebben in 2024 worden
op individuele basis inschattingen van wederverhuring (verlenging
of vernieuwing) opgemaakt.
De in 2023 gerealiseerde investeringen hebben slechts een
beperkte impact op het netto huurresultaat van 2023, maar
dragen voor een volledig jaar bij tot het netto huurresultaat van
2024.
In het netto huurresultaat werd verder rekening gehouden met de
aangekondigde investeringen:
Investeringen die zullen worden opgeleverd in 2024 (zie
sectie 3.1. (projecten in uitvoering)) brengen bij aan het
netto huurresultaat gemiddeld één maand na de verwachte
opleveringsdatum.
Investeringen aan zonnepanelenprojecten (zie sectie 3.2.
(hernieuwbare energie in nieuwe ontwikkelingen)) brengen
niet bij aan het netto huurresultaat met uitzondering van
Nederland. De opbrengsten gelinkt aan deze investeringen
worden opgenomen onder ‘Andere met huur verbonden
bedrijfsopbrengsten en -kosten’.
Bijkomende ambitie ten bedrage van € 152 miljoen (bovenop
€ 108 miljoen aan projecten in uitvoering) brengt niet bij
aan het netto huurresultaat van 2024. Het merendeel van de
investeringen van Montea zijn build-to-suit ontwikkelingen
die pas na een ontwikkelingsperiode bijbrengen aan het netto
huurresultaat. Er wordt hier verondersteld dat de oplevering
pas zal plaats vinden in 2025. De investeringen brengen echter
wel bij aan het financieel resultaat omdat ze reeds intercalaire
interesten generen.
Andere met huur verbonden bedrijfsopbrengsten
en kosten
Deze sectie omvat de huurlasten gedragen door de eigenaar
alsook de doorrekening van deze huurlasten aan de huurders.
Voor de bestaande projecten en de geïdentificeerde investeringen
worden deze kosten en opbrengsten opgenomen conform het
huurcontract. Aangezien geen huurgelden worden voorzien voor
de investeringen onder de bijkomende ambitie, werden voor deze
investeringen geen andere met huur verbonden bedrijfskosten en
opbrengsten opgenomen.
Verder omvat deze sectie inkomsten van zonnepanelen, dewelke
gebaseerd zijn op landspecifieke energie forward curves, gezien
de prijsvolatiliteit van energie. De inkomsten van zonnepanelen
houden ook rekening met de ingeschatte overwinstbelasting. De
in 2024 opgenomen investeringen in zonnepanelen (zie sectie 3.2.
(hernieuwbare energie in nieuwe ontwikkelingen)) genereren in
België en Frankrijk opbrengsten gemiddeld twee maand na de
verwachte opleveringsdatum.
Ook de beheersvergoeding van het onroerend goed dat Montea
aanrekent aan haar klanten valt onder deze sectie. Hier wordt
rekening gehouden met de in 2024 nieuw afgesloten contracten
gelinkt aan geïdentificeerde investeringen.
Vastgoedkosten
Deze kosten omvatten voornamelijk makelaarscommissies,
interne beheervergoedingen alsook kosten en taksen verbonden
aan niet-verhuurde gebouwen. Deze werden voor 2024 geraamd
op basis van de huidige portefeuille (in functie van de verlenging of
wederverhuringshypotheses, zie “Netto Huurresultaat”).
Algemene kosten van de vennootschap
Deze kosten omvatten voornamelijk volgende zaken:
Huur kantoren in Frankrijk, Nederland en Duitsland;
Marketingkosten, financiële en commerciële communicatie;
Geraamde vergoedingen verschuldigd aan adviseurs
zoals vastgoeddeskundigen, advocaten, fiscale experts,
informaticakosten en de vergoeding van de commissaris;
De jaarlijkse abonnementstaks op de gereglementeerde
vastgoedvennootschappen;
Vergoeding verschuldigd voor de notering op Euronext Brussels
en Euronext Paris alsook de vergoeding van de FSMA;
De interne werkingskosten van Montea, zijnde de vergoeding
van de Enige Bestuurder en de kosten van het personeel
exclusief de interne beheervergoedingen; en
De jaarlijkse afschrijvingslast op de investeringen exclusief
de vastgoedbeleggingen (meubilair, rollend materieel en
immaterieel vast actief).
Algemene kosten worden opgenomen in de vooruitzichten op
basis van effectieve inschattingen per kostencategorie. Marketing
en personeelskosten worden voorzien op basis van een best
benaderende inschatting. Montea voorziet ook in 2024 verdere
investeringen in het personeelsbestand, niet in het minst in de
verschillende landenteams om de slagkracht voldoende groot te
maken.
Interestlasten
Voor de inschatting van de interestlasten wordt uitgegaan van de
evolutie van de gemiddelde financiële schuldenlast:
de reële financiële uitstaande schuld van € 802,9 miljoen op 31
december 2023, bestaande uit € 137,3 miljoen aan uitstaande
kredietlijnen, € 665,0 miljoen aan uitstaande obligatieleningen
en € 0,6 miljoen aan financiële leasingschulden;
de verwachte wijzigingen in 2024 inzake de financiële
schuldenlast; de opname van reeds gecontracteerde en nieuwe
kredietlijnen voor de financiering van lopende en nieuwe
investeringen en de terugbetaling van obligatieleningen die op
vervaldag komen, worden geherfinancierd.
De globale gemiddelde financieringskost voor 2024 wordt
berekend in lijn met de gemiddelde kost van schuld over 2023
rekening houdend met een indekkingsgraad conform het
indekkingsbeleid (zie sectie 7.1.1 Evolutie van de interestvoeten).
De totale financiële kost wordt vervolgens verlaagd met een
geraamd bedrag aan gekapitaliseerde interesten berekend op alle
lopende en geplande ontwikkelingen en de in 2024 opgenomen
ambitie. Op deze manier wordt de berekende intercalaire interest
geneutraliseerd in de financiële kostenrekening en opgenomen in
de investeringskost van het project op de actiefzijde van de balans
totdat deze opgeleverd worden en dus huurinkomsten beginnen te
genereren.
Belastingen
Deze post omvat de jaarlijks verschuldigde
vennootschapsbelasting. De belastbare basis van Montea is
quasi nihil gezien de fiscale transparantie die Montea geniet. De
belastbare basis van de gereglementeerde vastgoedvennootschap
is immers beperkt tot de zogenaamde ‘verworpen uitgaven’,
andere dan waardeverminderingen en minderwaarden op
aandelen, en de ontvangen ‘abnormale of goedgunstige
voordelen’ (GVV (België), SIIC (Frankrijk), FBI (Nederland)). Op
een inschatting van de belastbare basis van de fiscale eenheid
Montea SA (bijkantoor in Frankrijk) wordt de desbetreffende
dividendbelasting geraamd. Op een inschatting van de
belastbare basis van Montea Nederland en haar dochters wordt
vennootschapsbelasting (tarief = 25,8%) voorzien. Voor Duitsland
wordt een tarief voor vennootschapsbelasting gehanteerd van
15,825%. Verder, voor de andere vennootschappen, rechtstreekse
dochtervennootschappen van Montea die niet kwalificeren als SIIC
(Frankrijk) of FBI (Nederland), wordt een raming gemaakt op basis
van de geschatte lokale resultaten.
124 125
4.4.5 Hypothesen met betrekking
tot factoren die Montea niet
rechtstreeks kan beïnvloeden
Bij de evolutie van de huuropbrengsten wordt rekening gehouden
met een indexatieniveau in 2024 gebaseerd op de economische
consensusverwachtingen van het Internationaal Monetair Fonds
voor 2024. Montea beperkt de potentiële impact van inflatie
door enerzijds in haar huurcontracten een clausule op te nemen
waarbij de actuele huurprijs wordt geïndexeerd en anderzijds door
het afsluiten van indekkingscontracten voor het merendeel van de
financieringen met variabele rentevoeten.
Bij de bepaling van de interestvoeten wordt uitgegaan van de
toekomstige rentevoetcurve (Euribor forward curve op 3 maand),
rekening houdend met de (geplande) indekkingsinstrumenten.
De variaties in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten
zijn geen cash-item en hebben bijgevolg geen impact op het
EPRA-resultaat. Er werden dus geen assumpties genomen met
betrekking tot deze post. Dezelfde redenering geldt voor de
variaties in de reële waarde van de vastgoedportefeuille.
Verder kunnen de vooruitzichten beïnvloed worden door markt-,
operationele, financiële, reglementaire en (geo)politieke risico’s
4.4.6 Prognose van het EPRA-resultaat
(in EUR x 1.000)
31/12/2024
12 maanden
31/12/2023
12 maanden
Netto huurresultaat 113.647 106.625
Vastgoedresultaat 122.758 116.139
Totaal vastgoedkosten -3.491 -3.135
Operationeel vastgoedresultaat 119.267 113.004
Algemene kosten van de vennootschap -11.273 -10.077
Andere operationele opbrengsten en kosten -181 -157
Operationeel resultaat voor het resultaat op de portefeuille 107.813 102.769
Operationele marge
1
88% 88%
Financieel resultaat excl. variaties in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten -11.387 -17.995
Belastingen -2.905 5.236
EPRA resultaat
2
93.521 90.010
Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen - -
Resultaat verkoop andere niet-financiële activa - -
Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen - 11.870
Latente belastingen op portefeuilleresultaat - 30.974
Operationeel resultaat - 42.843
Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva - -14.043
Netto resultaat 93.521 118.810
Gewogen gemiddeld aantal aandelen van de periode 20.551.537 18.387.740
EPRA resultaat per aandeel
(recurrent)
3
4,55 4,45
Uitzonderlijk EPRA resultaat per aandeel - 0,45
Op basis van bovenstaande hypothesen en de huidige vooruitzichten
voor 2024, verwacht Montea een groei van het EPRA-resultaat met
4% naar €93,5 miljoen. Het EPRA resultaat per aandeel stijgt hierdoor
van € 4,45 naar € 4,55 per aandeel, zonder rekening te houden met
het uitzonderlijk resultaat van 2023.
4.4.7 Prognose van de
geconsolideerde balans
Volgende hypothesen werden genomen bij de opmaak van de
geprojecteerde geconsolideerde balans:
Montea beoogt de realisatie van een investeringsvolume van circa
€260 miljoen over 2024.
Voor de evolutie van het eigen/vreemd vermogen werd rekening
gehouden met het geprojecteerde EPRA-resultaat, een uitkerings-
graad van 80%, de aanbieding van een keuzedividend en de
schuldratio eind 2023. De geprojecteerde investeringen zouden
volledig via vreemd vermogen kunnen gefinancierd worden wat leidt
tot een geprojecteerde EPRA LTV van ca. 40% eind 2024.
(in EUR) 31/12/2024 31/12/2023
Vastgoedbeleggingen 2.534.879.154 2.280.271.420
Indekkingsinstrumenten 26.824.936 26.824.936
Andere activa 203.405.419 126.837.945
Totaal activa 2.765.109.509 2.433.934.301
EIGEN VERMOGEN 1.566.697.776 1.520.777.290
VERPLICHTINGEN 1.198.411.733 913.157.011
Langlopende verplichtingen 1.152.172.578 820.997.371
Voorzieningen - -
Andere langlopende financiële verplichtingen 494.804 494.804
Uitgestelde belastingen - verplichtingen 5.175.225 5.175.225
Andere langlopende verplichtingen 1.146.502.549 815.327.341
Kortlopende verplichtingen 46.239.155 92.159.641
Voorzieningen - -
Andere kortlopende financiële verplichtingen - -
Overlopende rekeningen 35.944.267 35.944.267
Andere kortlopende verplichtingen 10.294.887 56.215.373
Totaal passiva 2.765.109.509 2.433.934.301
Epra LTV 40,3% 33,5%
Schuldgraad 42,2% 36,2%
4.4.8 Prognose van het dividend
Het uitkeringsbeleid wordt door de Raad van Bestuur van Montea
bepaald en na het einde van het boekjaar voorgesteld aan de jaarlijkse
algemene vergadering van de aandeelhouders. Op basis van het
vooropgestelde EPRA-resultaat van 2024 verwacht Montea een
verdere stijging van het dividend per aandeel, in lijn met de stijging
van het EPRA-resultaat per aandeel, wat zal leiden tot een bruto
dividend per aandeel van € 3,60 per aandeel
4
rekening houdend met
een uitkeringsgraad van 80%.
4.4.9 Verklaring
Montea verklaart dat de winstprognose werd opgesteld en
voorbereid op een basis die zowel (i) vergelijkbaar is met die van
de historische financiële informatie, en (ii) in overeenstemming is
met haar boekhoudbeleid.
4.4.10 Verslag commissaris over de
vooruitzichten 2024
Voor het verslag van de commissaris verwijzen we naar hoofdstuk
9, sectie 9.4 Deskundigenverslagen.
(4) Als Montea in de loop van 2024 het FBI-regime voor boekjaar 2023 zou verkrijgen, heeft Montea de intentie om 80% van het hieruit
resulterende positieve eenmalig effect bijkomend uit te keren als uitzonderlijk dividend.
(1) Exploitatie- of operationele marge bekomt men door het operationeel resultaat voor het resultaat op de vastgoedportefeuille te delen door het vastgoedresultaat.
(2) Het EPRA Resultaat is gelijk aan het Netto Resultaat exclusief de impact van het resultaat op de portefeuille (code XVI, code XVII
en code XVIII van de resultatenrekening) en de impact van de variatie op de rente indekkingsinstrumenten.
(3) EPRA Resultaat per aandeel berekend op basis van het gewogen gemiddelde aantal aandelen van de periode.
126 127
Montea op de beurs
HOOFDSTUK VIJF HOOFDSTUK VIJF HOOFDSTUK VIJF HOOFDSTUK VIJF HOOFDSTUK VIJF
HOOFDSTUK VIJF HOOFDSTUK VIJF HOOFDSTUK VIJF HOOFDSTUK VIJF HOOFDSTUK VIJF
5.1 Evolutie van het aandeel Montea 128
5.2 Kapitaal en aandeelhoudersstructuur 129
5.3 Transparantiemelding 130
5.4 De agenda van de aandeelhouder 130
128 129
5.2.2 Aandeelhoudersstructuur
Het aandeelhouderschap van Montea per 31 december 2023
is als volgt:
5.2 Kapitaal en
aandeelhoudersstructuur
5.2.1 Kapitaal
Het geconsolideerde kapitaal van Montea op 31 december
2023 bedraagt € 410.074.807,77 inclusief de kosten van de
kapitaalverhoging en de variaties in waarde van de eigen aandelen.
Het kapitaal wordt vertegenwoordigd door 20.121.491 volledig
volstorte gewone aandelen zonder nominale waarde. Er zijn
geen bevoorrechte aandelen. Elk van deze aandelen verleent één
stemrecht op de algemene vergadering (met uitzondering van de
eigen aandelen van de Vennootschap waarvan het stemrecht is
geschorst) en vertegenwoordigen de noemer voor doeleinden van
kennisgevingen in het kader van de Transparantiereglementering.
Het kapitaal kan verhoogd of verminderd worden conform de
wettelijke bepalingen en de statuten. De Enige Bestuurder heeft
de bevoegdheid om het kapitaal te verhogen binnen de verleende
machtiging i.v.m. het toegestane kapitaal (voor meer details
hierover, zie sectie 10.1.2 van dit geïntegreerd verslag en artikel
6.3 van de statuten van Montea).
Montea op de beurs
5.1 Evolutie van het aandeel
Montea
Het aandeel Montea richt zich tot Belgische en buitenlandse
particuliere of institutionele beleggers die zich aangetrokken
voelen tot een onrechtstreekse investering in logistiek vastgoed
en het bekomen van een mooi dividendrendement met een matig
risicoprofiel.
Het aandeel Montea is sinds oktober 2006 genoteerd op Euronext
Brussels (MONT) en sinds december 2006 op Euronext Paris
(MONTP). Zij maakt deel uit van het compartiment C (Mid Caps).
Op grond van de slotkoers op 31/12/2023 (€ 86,20) noteerde het
aandeel Montea 13,8% boven de waarde van de EPRA NTA.
De raad van bestuur van de Enige Bestuurder zal op de algemene
vergadering van Montea van 21 mei 2024 voorstellen om een
bruto dividend uit te keren van € 3,74 bruto per aandeel wat
overeenstemt met € 2,62 netto per aandeel
1
.
BEURSPERFORMANTIE 31/12/2023 31/12/2022
Beurskoers ()
Bij afsluiting 86,20 66,60
Hoogste 88,20 137,00
Laagste 61,90 62,20
Gemiddelde 73,84 94,14
NAV per aandeel (€)
IRFS NAV 75,74 72,32
EPRA NTA 74,38 71,72
Premie/discount t.o.v. IFRS NAV (%) 13,8% -7,9%
Dividendrendement
(%) 4,3% 5,0%
Voorgestelde uitkering (€)
Bruto dividend per aandeel 3,74 3,30
Netto dividend per aandeel 2,62 2,31
Volume (aantal effecten)
Gemiddeld dagvolume 18.366 17.583
Periodevolume 4.683.358 4.518.768
Aantal aandelen in omloop per einde periode 20.121.491 18.025.220
Beurskapitalisatie (K €)
Beurskapitalisatie bij afsluiting 1.734.473 1.200.480
Ratio’s (%)
“Velocity” 23% 25%
Aandeelhouders
Aantal aandelen
per 31/12/2023
3
%
3
Aantal aandelen
per 31/12/2022
%
Familie De Pauw 2.053.020 10,20% 2.053.020 11,39%
Belfius Insurance Belgium (Galileelaan 5, 1210 Brussel) 433.516 2,15% 433.516 2,41%
Federale Verzekeringen (Rue de l’Etuve 12, 1000 Brussel) 788.215 3,92% 788.215 4,37%
Patronale Life (Bischoffsheimlaan 33, 1000 Brussel) 964.785 4,79% 964.785 5,35%
Ethias NV (Rue des Croisiers 24, 4000 Luik) 607.130 3,02% 607.130 3,37%
BlackRock Group 660.939 3,28% 660.939 3,67%
Andere aandeelhouders onder de statutaire drempel 14.613.886 72,63% 12.517.615 69,45%
Totaal 20.121.491 100,00% 18.025.220 100,00%
De informatie opgenomen in bovenstaande tabel is enkel
gebaseerd op transparantiemeldingen die de Vennootschap
conform de Transparantiereglementering heeft ontvangen en
gaat ervan uit dat er niets is gewijzigd sinds de meest recente
ontvangen transparantiemelding. De ontvangen transparantie-
meldingen zijn beschikbaar op website van Montea.
Tot op de datum van publicatie van dit jaarlijks verslag heeft de
Vennootschap geen enkele transparantiemelding ontvangen met
betrekking tot een toestand na 31 december 2023.
De belangrijkste aandeelhouders hebben geen afwijkende
stemrechten. Er zijn geen bekende regelingen waarvan de
inwerkingstelling op een latere datum kan resulteren in een
wijziging van de zeggenschap over de emittent.
(1) De roerende voorheffing op dividenden van gereglementeerde vastgoedvennootschappen bedraagt 30%, behoudens
enkele uitzonderingen (art. 269 van het Wetboek van Inkomstenbelasting 1992).
(2) Het aantal aandelen in handen van bovenstaande aandeelhouders en het publiek werden bepaald in de veronderstelling dat het totaal
aantal aandelen aangehouden door de aandeelhouders die verplicht zijn om een transparantiekennisgeving te doen overeenkomstig
de wettelijke en statutaire bepalingen, niet is gewijzigd sinds hun meest recente transparantieverklaring.
(3) Dit percentage werd bepaald (i) in de veronderstelling dat het aantal aandelen niet is gewijzigd sinds de meest recente
transparantieverklaring, en (ii) rekening houdende met het totaal aantal uitstaande aandelen van Montea NV op 31/12/2023.
130 131
Familie De Pauw
De familie De Pauw bestaat uit:
Dirk De Pauw, Marie De Pauw, Bernadette De Pauw, Dominika
De Pauw en Beatrijs De Pauw en hun respectievelijke kinderen;
de onverdeeldheid De Pauw;
Montea Management NV, die wordt gecontroleerd door de
voornoemde broer en zussen De Pauw.
Op basis van de informatie in de ontvangen transparantie-
meldingen, bezaten zij 10,20% van de stemrechten van Montea
op 31 december 2023. De familie De Pauw handelt in onderling
overleg.
5.3 Transparantiemelding
Eenieder die rechtstreeks of onrechtstreeks stemgerechtigde
effecten van de Vennootschap verwerft of overdraagt, moet de
FSMA en de Vennootschap in kennis stellen van het aantal effecten
dat hij/zij bezit wanneer de stemrechten verbonden aan zijn/haar
stemgerechtigde effecten de statutair bepaalde drempel van 3%
van het totaal aantal stemrechten verbonden aan de effecten van
de Vennootschap, actief of passief onder- of overschrijdt.
Overeenkomstig artikel 6 van de Wet van 2 mei 2007 geldt
éénzelfde kennisgevingsverplichting in geval de wettelijke
drempels van 5%, 10%, 15%, enz. telkens per schijf van
5%-punten, actief of passief worden over- of onderschreden.
5.4 De agenda van de
aandeelhouder
07/05/2024 Tussentijdse verklaring – resultaten per 31/03/2024 (na beurstijd)
08/05/2024 Online meeting analisten met betrekking tot resultaten per 31/03/2024 (11u00)
21/05/2024 Algemene vergadering van aandeelhouders (10u00)
04/06 - 05/06/2024 Capital Markets Day
20/08/2024 Halfjaarlijkse financieel verslag – resultaten per 30/06/2024 (na beurstijd)
21/08/2024 Online meeting analisten met betrekking tot halfjaarlijks financieel verslag (11u00)
24/10/2024 Tussentijdse verklaring – resultaten per 30/09/2024 (na beurstijd)
25/10/2024 Online meeting analisten met betrekking tot resultaten per 30/09/2024 (11u00)
132 133
Corporate
Governance
verklaring
HOOFDSTUK ZES HOOFDSTUK ZES HOOFDSTUK ZES HOOFDSTUK ZES HOOFDSTUK ZES
HOOFDSTUK ZEVEN HOOFDSTUK ZES HOOFDSTUK ZES HOOFDSTUK ZEVEN
6.1 Verklaring inzake corporate governance 134
6.2 Beschrijving van de interne controle en risicobeheersystemen 135
6.3 Bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende
organen en bedrijfsleiding 137
6.4  Belangenconicten   156
6.5 Familiale verbanden tussen de aandeelhouders,
bestuurders en effectieve leiders 160
6.6 Informatie krachtens artikel 34 van het KB
van 14 november 2007 160
6.7 Verklaring van de raad van bestuur van de Enige Bestuurder 162
6.8 Remuneratieverslag 163
134 135
6.1 Verklaring inzake
corporate governance
6.1.1 Naleving Code 2020 en
Corporate Governance Charter
De Vennootschap en de Enige Bestuurder leefden in 2023 de
aanbevelingen van de Code 2020 en de wettelijke bepalingen
inzake corporate governance na door die mutatis mutandis
toe te passen op de organisatie van het bestuur binnen
de Enige Bestuurder. Als bestuursorgaan van de Enige
Bestuurder van de Vennootschap is het immers de raad van
bestuur van de Enige Bestuurder die collegiaal beslist over
de waarden en de strategie van Montea, over haar bereidheid
om risico’s te nemen en over de voornaamste beleidslijnen.
De structuur van Montea en haar Enige Bestuurder is aldus
transparant met betrekking tot corporate governance. In het
Corporate Governance Charter zoals laatst gewijzigd op 28
oktober 2021 (te consulteren op de website) en in deze verklaring
inzake deugdelijk bestuur wordt dan ook met de term “raad van
bestuur” de raad van bestuur van de Enige Bestuurder bedoeld.
De Vennootschap leeft de bepalingen van de Code 2020 na,
met uitzondering van de hiernavolgende bepalingen:
De remuneratie van de niet-uitvoerende bestuurders
wordt niet deels uitbetaald in de vorm van aandelen van de
Vennootschap, wat een afwijking vormt van aanbeveling
7.6 van de Code 2020. Het oogmerk van die aanbeveling
is het belang van de niet-uitvoerende bestuurders te
aligneren op het lange termijn aandeelhoudersbelang.
Montea streeft als GVV naar een robuuste winst en
dividend per aandeel, in lijn met het perspectief van een
langetermijnaandeelhouder. Die strategie is duidelijk
weerspiegeld in de beoogde groei van het bedrijf, haar
portefeuille en haar ESG-strategie, zoals goedgekeurd
door de raad van bestuur. Er is dan ook geen onmiddellijke
noodzaak om de niet-uitvoerende bestuurders, noch de
onafhankelijke bestuurders, deels te betalen in aandelen.
Dit standpunt wordt op regelmatige basis geëvalueerd.
De Vennootschap heeft geen minimumdrempel vastgelegd
qua aandelen die moeten worden aangehouden door de
leden van het uitvoerend management zoals aanbevolen
door aanbeveling 7.9 van de Code 2020. Montea is van
oordeel dat dit niet vereist is aangezien er zowel een
aandelenoptieplan als een aandelenaankoopplan bestaat ten
gunste van bepaalde leden van het uitvoerend management
(zie sectie 6.8.2.4 van dit jaarlijks verslag) en die personen
op die manier worden geïncentiveerd om rekening te houden
met het perspectief van een langetermijnaandeelhouder.
De contracten van het uitvoerend management voorzien
niet in enig terugvorderingsrecht inzake variabele
remuneratie die wordt toegekend op basis van onjuiste
financiële gegevens, wat een afwijking vormt van
aanbeveling 7.12 van de Code 2020. Er zal rekening
worden gehouden met die aanbeveling bij het afsluiten
van eventuele toekomstige contracten met het uitvoerend
management. Montea wenst de bestaande contracten
echter niet aan te passen voor dit specifiek punt.
In afwijking van aanbeveling 8.7 van de Code 2020 heeft
de Vennootschap geen relationship agreement afgesloten
met één van haar belangrijke aandeelhouders, de familie
De Pauw. Op datum van dit verslag heeft de familie De
Pauw twee vertegenwoordigers in de raad van bestuur
waardoor ze nauw betrokken is met het beleid van Montea.
De Vennootschap is van oordeel dat het afsluiten van zulke
relationship agreement op vandaag bijgevolg niet aan
de orde is. Dit standpunt wordt jaarlijks geëvalueerd.
6.2 Beschrijving van
de interne controle en
risicobeheersystemen
6.2.1 Algemeen
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor de evaluatie
van de risico’s die eigen zijn aan de Vennootschap en voor de
opvolging van de doeltreffendheid van de interne controle.
Het uitvoerend management van de Vennootschap is op haar
beurt verantwoordelijk voor het opzetten van een systeem van
risicobeheer en de doeltreffendheid van de interne controle.
Montea organiseert het beheer van de interne controle
en de risico’s van de Vennootschap aan de hand van:
de bepaling van haar controleomgeving (het algemeen
juridische, financiële en operationele kader);
de vaststelling en de rangschikking van de belangrijkste
risico’s waaraan de Vennootschap is blootgesteld
1
;
de analyse in welke mate de Vennootschap
die risico’s beheerst.
Daarbij gaat ook een bijzondere aandacht uit naar
de betrouwbaarheid van het proces van rapportering
en financiële informatieverstrekking.
6.2.2 De controleomgeving
De belangrijkste kenmerken van de controleomgeving bestaan uit:
De risicocultuur: Montea gedraagt zich als een goede
huisvader met het oog op het creëren van stabiele
en recurrente inkomsten. Montea hanteert een
voorzichtige aanpak aangaande het investeringsbeleid
en zal speculatieve projecten vermijden.
Een duidelijke omschrijving van het voorwerp van
de Vennootschap: Montea is een toonaangevende
beursgenoteerde gereglementeerde vastgoedvennootschap
in logistiek vastgoed. Montea stelt zich tot doel om
een gediversifieerde vastgoedportefeuille op te
bouwen, aan de hand van zowel eigen ontwikkelingen
als standing investments, dat stabiele recurrente
inkomsten genereert. Montea houdt daarbij
rekening met de evoluties van de logistieke sector
in België, Nederland, Duitsland en Frankrijk.
Een definitie van de rol van de verschillende
beheersorganen: Montea beschikt over een raad
van bestuur, een auditcomité, een remuneratie- en
benoemingscomité en drie investeringscomités. Het
auditcomité heeft de specifieke taak om de interne controle
en het risicobeheer van de Vennootschap te monitoren.
Montea laat zich bijstaan door externe adviseurs (EY, KPMG,
Animo Law, Primexis, ABAB, Meijburg & Co en Bartsch)
voor boekhoudkundige en fiscale aangelegenheden.
Die partijen leveren louter bijstand (het betreft voor
alle duidelijkheid geen delegatie van beheerstaken).
Deze verklaring inzake deugdelijk bestuur beschrijft de
belangrijkste regels die Montea heeft aangenomen in toepassing
van de wetgeving en aanbevelingen inzake corporate governance
en de manier waarop ze die heeft toegepast gedurende
het boekjaar 2023. De toepasselijke wetgeving omvat niet
alleen het WVV, maar ook de GVV Wet en het GVV KB.
Montea hanteert sinds 1 januari 2020 de Belgische Corporate
Governance Code 2020 als referentiecode (hierna Code 2020).
Indien zij daarvan is afgeweken, licht zij dat toe in onderstaande
verklaring inzake deugdelijk bestuur in overeenstemming
met artikel 3:6, §2 WVV. Daarbij wordt rekening gehouden met
de omvang van het bedrijf en de aard van haar activiteiten.
Deze verklaring inzake deugdelijk bestuur maakt deel uit
van het jaarverslag, overeenkomstig artikel 3:6, §2 WVV.
Montea is opgericht als een naamloze vennootschap en
heeft slechts één statutair benoemde bestuurder, Montea
Management NV, welke op haar beurt is opgericht als een
naamloze vennootschap met een monistisch bestuur.
Corporate Governance verklaring
(1) Voor de beschrijving van de voldoende materiële en specifieke risico’s wordt verwezen naar sectie 7 “Risicofactoren”.
136 137
De organisatie van de Vennootschap: De Vennootschap
is in verschillende afdelingen georganiseerd via
een duidelijk organisatieschema. Elke persoon
binnen de organisatie weet welke bevoegdheden en
verantwoordelijkheden hem of haar zijn toebedeeld.
Maatregelen tot voldoende competentie: De Vennootschap
verzekert zich van voldoende competentie van:
de bestuurders: gezien hun ervaring, beschikken de
bestuurders over de nodige competenties in het kader
van de uitoefening van hun mandaat, onder meer op
het vlak van boekhoudkundige en algemene financiële
aangelegenheden, juridische aangelegenheden en
algemene kennis van de logistieke (vastgoed)markt;
het uitvoerend management en het personeel:
het invullen van de verschillende functies wordt
gegarandeerd door een rekruteringsproces op basis
van gedefinieerde profielen, een evaluatiebeleid
en passende verloning op basis van haalbare en
meetbare doelstellingen, en passende opleiding
voor alle functies in de Vennootschap.
6.2.3 Risicoanalyse en de
controlewerkzaamheden
De persoon belast met het risicobeheer van de Vennootschap
stelt een lijst op van alle risico’s die jaarlijks in het
auditcomité geëvalueerd wordt. De voor de Vennootschap
voldoende specifieke en materiële risico’s worden besproken
in het hoofdstuk “Risicofactoren” van dit verslag.
De specifieke controlewerkzaamheden van de Vennootschap
kunnen worden onderverdeeld in de volgende categorieën:
Controlewerkzaamheden op wettelijke en contractuele
basis: Elke transactie van aankoop en verkoop van vastgoed
kan worden nagetrokken wat betreft de oorsprong, de
betrokken partijen, de aard en het moment dat zij werd
uitgevoerd, dit aan de hand van notariële aktes of andere
transactiedocumenten zoals een share purchase agreement.
Controlewerkzaamheden op basis van interne procedures:
de ondertekening van de aankoop-,
verkoop- en huurcontracten door de vaste
vertegenwoordiger van de Enige Bestuurder;
goedkeuring van inkomende facturen door
minstens twee personen (verantwoordelijke en de
manager van het respectievelijke departement);
goedkeuring van iedere uitgaande betaling
door minstens twee personen.
Controle op de financiële werkzaamheden:
waar nodig laat de Vennootschap zich bijstaan door
een externe adviseur inzake boekhouding en fiscaliteit;
stelselmatig wordt een overzicht gemaakt van de
afwijkingen van de reële cijfers ten opzichte van het
budget en de reële cijfers van het voorgaande jaar;
er worden ad hoc steekproeven uitgevoerd
naargelang de materialiteit.
Controlewerkzaamheden op het vlak van de voornaamste
financiële risico’s, marktrisico’s en wettelijke risico’s zoals:
het raadplegen van externe databanken inzake
de kredietwaardigheid van de klanten;
het proactief opvolgen van de schuldgraad,
renterisico’s en het liquiditeitsrisico;
het continue monitoren van de diversificatiegraad van
het huurdersbestand en het percentage aan leegstand;
de opvolging op regelmatige basis van
de waardering van de gebouwen, samen
met de vastgoeddeskundigen;
het nauwgezet opvolgen, samen met externe
adviseurs, van evoluties in het wettelijk en
reglementair (fiscaal) kader dat van toepassing is
op Montea en haar dochtervennootschappen.
6.2.4 De financiële informatie en de
communicatie
De algemene communicatie binnen de Vennootschap
is aangepast aan haar omvang en is voornamelijk
gebaseerd op algemene personeelscommunicatie, interne
werkvergaderingen en algemeen e-mailverkeer.
De communicatie over de financiële informatie wordt
georganiseerd op kwartaal-, halfjaarlijkse en jaarlijkse
basis. Jaarlijks wordt daarvoor een retroplanning opgesteld.
Het interne boekhoudteam (lokale werknemers in België,
Frankrijk en Nederland, bijstand van externe accountant
in Duitsland) verschaft de boekhoudkundige cijfers. Die
cijfers worden geconsolideerd en geverifieerd door het
controlling team dat verslag uitbrengt bij de CFO.
6.2.5 Het toezicht en de evaluatie
van de interne controle
De kwaliteit van de interne controle wordt in de
loop van het boekjaar beoordeeld door:
het auditcomité;
de commissaris in het kader van hun halfjaarlijkse
en jaarlijkse controle op de financiële cijfers;
de persoon belast met de interne audit: tot 31 december
2023 werd de onafhankelijke interne auditfunctie
gedelegeerd aan Trifinance Belgium NV, vertegenwoordigd
door Alexander Van Caeneghem. Vanaf 1 januari
2024 wordt de onafhankelijke interne auditfunctie
voor een periode van drie jaar gedelegeerd aan BDO,
vertegenwoordigd door Steven Cauwenberghs.
De eindverantwoordelijkheid voor de interne audit ligt bij de
effectieve leider Jo De Wolf.
6.3 Bestuurs-, leidinggevende
en toezichthoudende organen
en bedrijfsleiding
6.3.1 Algemeen
In overeenstemming met het WVV en haar statuten wordt
Montea bestuurd door Montea Management NV. Montea
Management NV werd benoemd als statutaire enige bestuurder
van Montea voor een periode t.e.m. 30 september 2026.
De Enige Bestuurder wordt op haar beurt extern vertegenwoordigd
door haar vaste vertegenwoordiger, de heer Jo De Wolf.
De Enige Bestuurder wordt bestuurd door een raad van
bestuur die zo is samengesteld dat Montea conform de GVV
Wet en het GVV KB kan worden bestuurd en telt minstens
drie onafhankelijke bestuurders in de zin van artikel
7:87 WVV juncto aanbeveling 3.5 van de Code 2020.
De structuur van Montea en haar Enige Bestuurder is transparant.
Dat betekent dat alle regels van de GVV Wet en van het GVV KB
van toepassing zijn op de Enige Bestuurder en haar bestuurders.
Montea heeft de principes op het vlak van corporate governance
uitgebreid tot de bestuurders van de Enige Bestuurder.
De corporate governance structuur van Montea kan
schematisch als volgt worden weergegeven:
de bestuursorganen, op twee niveaus
de Enige Bestuurder, vertegenwoordigd door haar
vaste vertegenwoordiger, de heer Jo De Wolf;
de raad van bestuur van de Enige Bestuurder.
het uitvoerend management
de toezichthoudende instanties
intern toezicht: de effectieve leiders, compliance
officer, persoon belast met de risicobeheersing
en de persoon belast met de interne audit;
extern: de commissaris en de FSMA.
De personen die deel uitmaken van de bedrijfsleiding,
alsook de Enige Bestuurder, hebben hun kantooradres op
de zetel van Montea (uitsluitend voor aangelegenheden
die betrekking hebben op Montea).
6.3.2 Raad van bestuur
6.3.2.1 Benoeming – hoedanigheidsvereisten –
samenstelling
Benoeming
De bestuurders worden benoemd door de algemene vergadering
van de Enige Bestuurder bij gewone meerderheid uit een
lijst van kandidaten, voorgedragen door de raad van bestuur,
op advies van het remuneratie- en benoemingscomité. Met
uitzondering van één aandeel aangehouden door Jo De
Wolf, is de algemene vergadering van de Enige Bestuurder
samengesteld uit de vijf kinderen van wijlen de heer Pierre
De Pauw, die elk 20% van de aandelen aanhouden.
De leden van de raad van bestuur van de Enige Bestuurder
zijn, conform artikel 14, §1 van de GVV Wet, uitsluitend
natuurlijke personen. De bestuurders worden in principe
benoemd voor een (hernieuwbare) periode van maximum
vier jaar, dit om voldoende rotatie te garanderen.
De voordracht tot benoeming, herbenoeming of
ontslag van de bestuurders wordt voorafgaandelijk ter
goedkeuring voorgelegd en/of meegedeeld aan de FSMA
in toepassing van artikel 14, §4, lid 4 van de GVV Wet.
Het benoemingsproces wordt geleid door de
voorzitter van de raad van bestuur.
Kandidaat-bestuurders of kandidaten tot herbenoeming
als bestuurder worden door de raad van bestuur aan de
aandeelhouders van de Enige Bestuurder voorgedragen op
aanbeveling van het remuneratie- en benoemingscomité.
Vóór elke nieuwe (her)benoeming gebeurt een evaluatie van
de bekwaamheden, kennis en ervaring die op dat moment
reeds aanwezig zijn binnen de raad van bestuur. Dat zorgt
voor de vereiste diversiteit en complementariteit inzake de
diverse achtergronden en competenties van de bestuurders.
138 139
Naam Hoedanigheid/Functie Aanvang eerste mandaat Einde mandaat
Dirk De Pauw
Uitvoerend bestuurder en sinds 1/10/2014
eveneens voorzitter van de raad van bestuur
01/10/2006 20/05/2025
Jo De Wolf Uitvoerend bestuurder, Chief Executive Officer (CEO) 30/09/2010 19/05/2026
Peter Snoeck Niet-uitvoerend bestuurder 01/10/2006 20/05/2025
Philippe Mathieu Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder 15/05/2018 20/05/2025
Barbara De Saedeleer Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder 18/05/2021 21/05/2024
Koen Van Gerven Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder 18/05/2021 21/05/2024
Lieve Creten Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder 17/05/2022 20/05/2025
Hoedanigheidsvereisten
De leden van de raad van bestuur worden
geëvalueerd op grond van volgende criteria:
kennis van de transport- en logistieke sector;
kennis van de bouwsector en van de
logistieke vastgoedmarkt;
kennis van de logistieke goederenflow
en de werking van zeehavens;
ervaring als bestuurder van een
beursgenoteerd (vastgoed)bedrijf;
internationale ervaring;
kennis van ESG in de brede zin;
kennis van human resources;
algemene financiële kennis en kennis van de
boekhoudwetgeving inclusief de IFRS-regels;
ondernemende ingesteldheid.
Bij de selectie en evaluatie van de bestuurders wordt bijzondere
nadruk gelegd op kennis en ervaring van ESG-gerelateerde
aangelegenheden. Dit wordt ook duidelijk weerspiegeld
binnen de huidige samenstelling van de raad van bestuur:
alle niet-uitvoerende onafhankelijke bestuurders beschikken
over een ruime ervaring en aanzienlijke kennis van ESG-
gerelateerde aangelegenheden dankzij hun jarenlange
ervaring (op C-level) bij Belgische en internationale
(beursgenoteerde) bedrijven met een stevig track record inzake
ESG (voor meer details zie sectie “curricula” hieronder).
Niet-uitvoerende bestuurders mogen niet meer dan vijf (5)
bestuursmandaten in beursgenoteerde vennootschappen
tegelijk bekleden. Eventuele wijzigingen in hun andere
engagementen buiten Montea, worden ten gepaste tijde
aan de voorzitter van de raad van bestuur gemeld.
Conform artikel 13 van de GVV Wet moeten minstens drie
bestuurders onafhankelijk zijn in de zin van artikel 7:87 WVV
juncto aanbeveling 3.5 van de Code 2020. Op heden voldoen vier
bestuurders aan die onafhankelijkheidscriteria: Philippe Mathieu,
Koen Van Gerven, Barbara De Saedeleer en Lieve Creten.
Samenstelling
De raad van bestuur bestaat uit zeven leden en is
per 31 december 2023 samengesteld als volgt:
Op de algemene vergadering van de Enige Bestuurder
van 21 mei 2024 zal de herbenoeming van Koen Van
Gerven en Barbara De Saedeleer, voor een nieuwe
termijn van vier jaar, als onafhankelijke niet-uitvoerende
bestuurder ter goedkeuring worden voorgelegd.
Hierna vindt u het beknopte curriculum van ieder van de
bestuurders en de effectieve leiders met vermelding van
de andere mandaten die zij als lid van de administratieve,
beheer- of controleorganen in andere vennootschappen in de
loop van de voorbije vijf jaar hebben vervuld (met uitzondering
van de dochtervennootschappen van de Vennootschap).
140 141
Dirk De Pauw
Voorzitter van de raad van bestuur en
van de investeringscomités
Begin mandaat: 01/10/2006 - Herbenoemd tot 20/05/2025
Dirk De Pauw, geboren in 1956, is één van de stichtende aandeel-
houders van Montea. Hij behaalde zijn diploma boekhouding
en bedrijfsbeheer aan het IHNUS te Gent en volgde daarna
aanvullende opleidingen aan de Vlerick Business School.
a) De mandaten die in de afgelopen vijf jaar zijn vervallen:
tot 29 februari 2020 was Dirk De Pauw effectieve leider
van Montea overeenkomstig artikel 14 van de GVV Wet. Tot
december 2021 was Dirk De Pauw, als vaste vertegenwoordiger
van DDP Management BV, bestuurder bij Project Planning
Degroote CV. Hij was tevens bestuurder bij Tack Buro BV totdat
deze entiteit begin 2022 werd gefuseerd met CLIPS NV.
b) De lopende mandaten: Dirk De Pauw is voorzitter
van de raad van bestuur van de Enige Bestuurder en,
als vaste vertegenwoordiger van DDP Management BV,
voorzitter van de investeringscomités van Montea.
Hij is tevens gedelegeerd bestuurder van CLIPS NV
(sinds 1982), K&D Invest NV (sinds 2006) en Fadep NV
(sinds 2018). Daarnaast is hij voorzitter van de raad van
bestuur van Vastgoedgroep Degroote (sinds 2022).
Jo De Wolf
Uitvoerend bestuurder en CEO – Effectieve leider
Begin mandaat: 30/09/2010 - Herbenoemd tot 19/05/2026
Jo De Wolf, geboren in 1974, behaalde een Master in
Applied Economics aan de KU Leuven, behaalde een MBA
aan de Vlerick Business School en volgde het Master
in Real Estate-programma aan de KU Leuven.
a) De mandaten die in de afgelopen vijf jaar zijn vervallen: n.v.t.
b) De lopende mandaten: Jo De Wolf is uitvoerend bestuurder en
gedelegeerd bestuurder van de Enige Bestuurder. Hij is tevens
aangesteld als effectieve leider van Montea overeenkomstig
artikel 14 van de GVV Wet. Daarnaast is hij sinds mei 2011
bestuurder van BVS-UPSI vzw (Beroepsvereniging van de
Vastgoedsector). Sinds december 2016 is hij bestuurder
van Good Life Investment Fund CV. Jo De Wolf is eveneens
bestuurder van The Shift vzw sinds juni 2021.
Hij is sinds januari 2020, als vaste vertegenwoordiger van
Lupus AM BV, de voorzitter van de raad van bestuur (alsook
onafhankelijke bestuurder) van Premier Development Fund 2 BV.
Tot slot is hij sinds 15 mei 2023, als vaste
vertegenwoordiger van Lupus AM BV, onafhankelijk,
niet-uitvoerend bestuurder van Nextensa NV.
Jimmy Gysels
Effectieve leider
Begin mandaat: 1 maart 2020
Jimmy Gysels, geboren in 1971, behaalde zijn diploma
van industrieel ingenieur in Brussel. Hij behaalde
daarna een postgraduaat in vastgoedkunde.
a) De mandaten die in de afgelopen vijf jaar zijn vervallen:
Bestuurder in Pubstone NV en Pubstone Properties
BV (beiden beëindigd in september 2019).
b) De lopende mandaten: Jimmy Gysels is sinds 1
maart 2020 aangesteld als effectieve leider van Montea
overeenkomstig artikel 14 van de GVV Wet.
Peter Snoeck
Niet-uitvoerend bestuurder
Begin mandaat: 1/10/2006 - Herbenoemd tot 20/05/2025
Peter Snoeck, geboren in 1957, behaalde zijn diploma
van industrieel ingenieur elektromechanica in Gent.
Hij studeerde daarna bedrijfsbeheer aan de KUL en
volgde een opleiding tot vastgoed makelaar.
a) De mandaten die in de afgelopen vijf jaar zijn vervallen: n.v.t.
b) De lopende mandaten: Van 2006 tot 2018 was
Peter Snoeck uitvoerend bestuurder van de Enige
Bestuurder. Sinds 2018 is hij benoemd als niet-uitvoerend
bestuurder. Peter Snoeck is eveneens bestuurder van
DBS-projects NV, DPCo NV en Immo-Lux NV.
Philippe Mathieu
Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder
Begin mandaat: 15/05/2018 - Benoemd tot 20/05/2025
Philippe Mathieu, geboren in 1967, behaalde een diploma
toegepaste economische wetenschappen (KU Leuven)
en behaalde in 1990 eveneens een MBA-diploma.
a) De mandaten die in de afgelopen vijf jaar zijn vervallen:
Als vaste vertegenwoordiger van SobelderNV, CEO van ECS
CorporateNV. Als vaste vertegenwoordiger van ECS CorporateNV,
gedelegeerd bestuurder van ECS European ContainersNV,
DD TransNV, 2XLNV, 2XL FranceSAS, 2XLUK en voorzitter
van de raad van bestuur van 2XLNV en ECS TechnicsBV.
b) De lopende mandaten: Philippe is onafhankelijk
niet-uitvoerend bestuurder bij de Enige Bestuurder en
tevens voorzitter van het auditcomité. Hij is daarnaast, als
vaste vertegenwoordiger van Sobelder NV, voorzitter van
Invale NV. Bovendien is hij ondervoorzitter van de raad van
bestuur van De Warande vzw, bestuurder van VOKA West-
Vlaanderen en gedelegeerd bestuurder bij Sobelder NV.
Barbara De Saedeleer
Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder
Begin mandaat: 18/05/2021 – Benoemd tot 21/05/2024
Barbara De Saedeleer, geboren in 1970, behaalde een
masterdiploma in bedrijfs- en financiële wetenschappen,
met een specialisatie in kwantitatieve bedrijfseconomie
aan de VLEKHO Business School te Brussel. Ze
bezit tevens een diploma inzake marketing.
a) De mandaten die in de afgelopen vijf jaar zijn vervallen: n.v.t.
b) De lopende mandaten: Onafhankelijk niet-uitvoerend
bestuurder bij de Enige Bestuurder sinds 18 mei 2021.
Daarnaast is Barbara onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder
bij Beaulieu International Group NV, waar ze tevens voorzitter
is van het auditcomité en lid van het remuneratiecomité, en
onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder bij UTB NV.
Koen Van Gerven
Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder
Begin mandaat: 18/05/2021 – Benoemd tot 21/05/2024
Koen Van Gerven, geboren in 1959, studeerde af
als handels- en bedrijfseconomisch ingenieur in de
beleidsinformatica aan de KULeuven. Nadien behaalde
hij een MBA aan Cornell University in de VS.
a) De mandaten die in de afgelopen vijf jaar zijn vervallen:
Bestuursmandaten bij International Post Corporation (tot
2019), bpost NV (tevens CEO, tot 2020), Voka vzw (tot 2020),
VBO-FEB vzw (tot 2020) en Certipost NV (tot 2020).
b) De lopende mandaten: Koen is onafhankelijk niet-uitvoerend
bestuurder bij de Enige Bestuurder sinds 18 mei 2021. Daarnaast
is Koen onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder bij: ING
Belgium NV (tevens voorzitter van het auditcomité en lid van
het risicocomité), SDworx NV (tevens lid van het auditcomité),
WorxInvest NV (tevens voorzitter van het auditcomité),
Universitair Ziekenhuis Gasthuisberg (tevens lid van het
remuneratiecomité), Z.org Ku Leuven vzw (tevens lid van het
auditcomité), Algemeen Ziekenhuis Diest vzw (tevens voorzitter
van de raad van bestuur en voorzitter van het remuneratiecomité),
Plexus Ziekenhuis Netwerk vzw en KULeuven.
Lieve Creten
Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder
Begin mandaat: 17/05/2022 – Benoemd tot 20/05/2025
Lieve Creten, geboren in 1965, behaalde een masterdiploma
als handelsingenieur aan de Katholieke Universiteit Leuven
(België), alsook een postgraduaat in fiscale wetenschappen.
Sinds 1995 is ze tevens een gecertificeerd accountant.
a) De mandaten die in de afgelopen vijf jaar zijn vervallen:
Lid van het directiecomité van Deloitte België, onafhankelijk
bestuurder en voorzitter van het auditcomité van
Telenet NV, onafhankelijk bestuurder en lid van het
auditcomité van Elia Beheer SA en Elia Belgium SA.
b) De lopende mandaten: Onafhankelijk niet-uitvoerend
bestuurder bij de Enige Bestuurder sinds 17 mei 2022. Daarnaast
is Lieve onafhankelijk bestuurder, lid van het remuneratiecomité
en voorzitter van het auditcomité van Barco NV, onafhankelijk
bestuurder bij CFE NV en tevens voorzitter van het auditcomité en
lid van het remuneratiecomité, voorzitter van de raad van bestuur
van Unibreda NV, voorzitter van de raad van bestuur van Quest
for Growth, lid van de raad van bestuur van Imelda Ziekenhuis
Bonheiden, onafhankelijk bestuurder bij Triginta, en lid van de
raad van bestuur van Artsen zonder Grenzen Supply (België).
6.3.2.2 Opdracht
Montea Management NV handelt bij de uitvoering van
haar opdracht als Enige Bestuurder in het exclusieve
belang van Montea. De raad van bestuur heeft in dat
kader, in het bijzonder, volgende opdrachten:
definiëren van de strategie van Montea op middellange
en lange termijn, het risico profiel en in het bijzonder
de definitie van de sectoren en het geografische
werkterrein in lijn met de wettelijke vereisten;
goedkeuring van de operationele plannen en
voornaamste beleidslijnen die ontwikkeld werden door
het uitvoerend management om de goedgekeurde
strategie van de Vennootschap uit te voeren;
goedkeuring van materiële investeringsbeslissingen
in lijn met de wettelijke vereisten;
bepalen van de bereidheid van de Vennootschap
om risico’s te nemen teneinde de strategische
doelstelling van de Vennootschap te verwezenlijken;
opvolging en goedkeuring van de
periodieke financiële informatie;
toezicht op het uitvoerend management, in het bijzonder
in het licht van de opvolging van de strategie;
goedkeuring van de publiek te verspreiden informatie;
voorstel van resultaatsbestemming;
142 143
aanstelling van de onafhankelijke
vastgoeddeskundigen in de zin van de GVV wet;
goedkeuring van het kader inzake interne
controle en risicobeheer en beoordeling
van de implementatie van dat kader;
beoordeling van de naleving door de Vennootschap
van de geldende wetten en andere regelgeving en de
toepassing van interne richtlijnen daaromtrent;
goedkeuring en jaarlijkse evaluatie van de gedragscode;
in dialoog treden met de (potentiële) aandeelhouders door
middel van gepaste programma’s voor beleggersrelaties;
besluitvorming over de bevoegdheden die individueel
of collectief worden toevertrouwd aan de CEO en/
of andere leden van het uitvoerend management
en over een helder delegatiebeleid;
opstellen van een remuneratiebeleid van de
Vennootschap voor niet-uitvoerende bestuurders
en het uitvoerend management;
opstellen en jaarlijkse evaluatie van een opvolgingsplan
voor ieder lid van het uitvoerend management
en ieder lid van de raad van bestuur;
beslissing over de bezoldiging van de leden van
het uitvoerend management (incl. CEO) na advies
van het remuneratie- en benoemingscomité en het
jaarlijks beoordelen van de prestaties van de leden
van het uitvoerend management ten opzichte van de
overeengekomen prestatiemaatstaven en -doelstellingen;
beschikbaar zijn voor advies aan het uitvoerend
management, ook buiten de vergaderingen;
ondersteunen van het uitvoerend management bij
de uitvoering van zijn taken, maar tevens bereid zijn
om het uitvoerend management op constructieve
wijze uit te dagen wanneer dat aangewezen is;
de overige taken uitdrukkelijk toegewezen aan de
Enige Bestuurder door de statuten of de wet.
6.3.2.3 Activiteitenverslag raad van bestuur
In 2023 is de raad van bestuur acht keer samengekomen,
waarvan zeven fysieke vergaderingen en één telefonische
vergadering. Overeenkomstig het remuneratiebeleid
worden er in principe geen zitpenningen betaald voor
telefonische vergaderingen. De bestuurders waren
aanwezig zoals aangegeven in onderstaande tabel:
Naam Hoedanigheid/Functie Aanwezigheid 2023
Dirk De Pauw Voorzitter en uitvoerend bestuurder 8
Jo De Wolf Gedelegeerd bestuurder 8
Peter Snoeck Niet-uitvoerend bestuurder 8
Philippe Mathieu Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder 8
Barbara De Saedeleer Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder 8
Koen Van Gerven Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder 8
Lieve Creten Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder 7
144 145
Onze raad van bestuur
Jo De Wolf
Uitvoerend bestuurder, Chief
Executive Ofcer (CEO)
Lieve Creten
Onafhankelijk, niet-uitvoerend
bestuurder
Koen Van Gerven
Onafhankelijk, niet-uitvoerend
bestuurder
Barbara De Saedeleer
Onafhankelijk, niet-uitvoerend
bestuurder
Peter Snoeck
Niet-uitvoerend bestuurder
Dirk De Pauw
Uitvoerend bestuurder en sinds
1/10/2014 eveneens voorzitter
van de raad van bestuur
Philippe Mathieu
Onafhankelijk, niet-uitvoerend
bestuurder
146 147
Dirk Lannoo
1
woont de vergaderingen van de raad van bestuur bij
voor wat betreft de besprekingen van nieuwe investeringsdossiers,
dit als strategisch adviseur met raadgevende stem.
Op de vergaderingen van de raad van bestuur werden
onder meer volgende aangelegenheden behandeld:
kennisname van de verslagen van het remuneratie-
en benoemingscomité en het auditcomité;
(des)investeringsdossiers op advies
van de investeringscomités;
trimestriële, halfjaarlijkse en jaarlijkse geconsolideerde
en statutaire financiële staten en persberichten;
ESG-verslag;
jaarlijks budget;
risicofactoren;
impact van de gewijzigde marktomstandigheden op huidige
en toekomstige investerings- en financiële strategie;
kapitaalverhoging in het kader van het keuzedividend;
kapitaalverhoging middels private plaatsing van nieuwe
aandelen bij institutionele en/of gekwalificeerde
beleggers via een “accelerated bookbuilding”;
benoeming interne auditor vanaf 1 januari 2024;
organisatie buitengewone algemene vergaderingen;
nieuwe aanbiedingen onder aandelenoptieplannen
en aandelenaankoopplannen;
goedkeuring whistleblower policy.
6.3.2.4 Werking raad van bestuur
Teneinde de werking van de raad van bestuur te
optimaliseren, heeft de raad van bestuur volgende
adviserende comités opgericht die de raad van bestuur
moeten bijstaan en adviseren in hun specifieke domeinen;
het auditcomité;
het remuneratie- en benoemingscomité;
drie investeringscomités (Intern, Nederland en Frankrijk).
Na elke vergadering ontvangt de raad van bestuur van elk
comité een verslag over de bevindingen en aanbevelingen.
Tussentijds wordt ad hoc informatie verstrekt aan de bestuurders
en elke bestuurder kan te allen tijde alle informatie opvragen
op eerste verzoek via de voorzitter van de raad van bestuur.
Individuele bestuurders en leden van de comités kunnen te allen
tijde via de voorzitter van de raad van bestuur, de raad van bestuur
verzoeken om op kosten van de Vennootschap beroep te doen op
externe deskundigen (juridische adviseurs, fiscale adviseurs enz.).
Conform artikel 4 van het Corporate Governance Charter
van Montea, wordt de raad van bestuur en zijn comités
ondersteund door een Secretary General. In 2021 werd
Jörg Heirman aangesteld als Secretary General.
6.3.2.5 Voorzitter raad van bestuur
De voorzitter van de raad van bestuur wordt door
de raad van bestuur gekozen onder zijn leden. De
voorzitter wordt aangesteld op basis van zijn kennis,
vakkundigheid, ervaring en bemiddelingsvermogen.
De functie van voorzitter kan niet worden
gecumuleerd met die van CEO.
De voorzitter heeft de bijzondere taak om:
de leiding en het goede verloop van de raad van bestuur te
behartigen. Hij/zij zorgt ervoor dat er voldoende tijd is voor
beschouwing en discussie alvorens tot een besluit te komen;
erop toe te zien dat de bestuurders en de comités accurate,
beknopte, tijdige en heldere informatie ontvangen voor de
vergaderingen opdat zij een onderbouwde en geïnformeerde
bijdrage kunnen leveren aan de vergaderingen;
erop toe te zien dat de bestuurders en de comités
tijdig worden ingelicht voor de vergaderingen, en
indien nodig, tussen de vergaderingen in;
op te treden als tussenpersoon tussen de raad
van bestuur en het uitvoerend management, met
respect voor de uitvoerende verantwoordelijkheden
van het uitvoerend management;
nauwe relaties te onderhouden met de CEO;
de aandeelhoudersvergaderingen voor te zitten,
te leiden en te zorgen voor een goed verloop;
periodiek de omvang en samenstelling van de raad
van bestuur en haar comités te evalueren;
opvolgingsplannen op te stellen voor bestuurders
en leden van het uitvoerend management;
het remuneratie- en benoemingscomité bij te
staan bij de (her)benoeming van bestuurders;
de prestaties van de raad van bestuur
en haar comités te evalueren;
de middelen ter beschikking te laten stellen
waarmee bestuurders hun vaardigheden, alsook hun
kennis over de Vennootschap, kunnen bijschaven
teneinde hun rol te kunnen vervullen.
6.3.2.6 Professionele ontwikkeling van bestuurders
De professionele ontwikkeling van de bestuurders
wordt gegarandeerd door enerzijds de persoonlijke
ontwikkeling van iedere bestuurder in zijn of haar eigen
vakgebied, en anderzijds door het organiseren van
verschillende in-house trainingen en seminaries.
In 2023 organiseerde Montea informele opleidingssessies
voor de bestuurders, gegeven door interne en externe
deskundigen, omtrent onder andere de evolutie van de
logistieke vastgoedmarkt, de belangrijkste macro-economische
evoluties, de mondiale evoluties inzake lange en korte termijn
interesten en toekomstige EU Green Deal regelgeving.
6.3.2.7 Evaluatie bestuurders
De evaluatie van de bestuurders gebeurt op verschillende niveaus:
de raad van bestuur evalueert minstens om de drie jaar
zijn eigen prestaties, zijn interactie met het uitvoerend
management, zijn omvang, samenstelling en werking,
alsook dat van zijn comités. De evaluatie verloopt in
overeenstemming met een door de raad van bestuur
goedgekeurde methodologie. De raad van bestuur
wordt daarin bijgestaan door het remuneratie- en
benoemingscomité en eventueel externe deskundigen;
de bestuurders evalueren elkaar onderling op
permanente basis. Bij problemen of opmerkingen over
de bijdrage van een bestuurder, kan dat naar voor worden
gebracht als agendapunt op de raad van bestuur of het
remuneratie- en benoemingscomité of kan dat besproken
worden met de voorzitter. De voorzitter kan dan, naar
eigen inzicht, de aangewezen stappen ondernemen.
De bijdrage van elke bestuurder wordt jaarlijks individueel
geëvalueerd door het remuneratie- en benoemingscomité, zodat
indien nodig de samenstelling van de raad van bestuur kan
worden aangepast. In geval van een herbenoeming vindt er een
evaluatie plaats van de bijdrage van de betrokken bestuurder.
De raad van bestuur zorgt ervoor dat kan worden voorzien
in de opvolging van de bestuurders. Hij zorgt ervoor
dat alle benoemingen en herbenoemingen, zowel van
uitvoerende als niet- uitvoerende bestuurders, toelaten
om het evenwicht van bekwaamheden en ervaring
binnen de raad van bestuur in stand te houden.
6.3.3 Comités van de
raad van bestuur
De raad van bestuur heeft drie gespecialiseerde comités
opgericht die de raad moeten bijstaan en adviseren in hun
specifieke domeinen: het auditcomité, het remuneratie- en
benoemingscomité en de investeringscomités.
6.3.3.1 Auditcomité
Samenstelling auditcomité
Het auditcomité werd opgericht conform artikel 7:99 WVV en staat
de raad van bestuur bij in de vervulling van diens toezichtstaak
op de interne en externe controle in de ruime zin van het woord.
Het auditcomité bestond in 2023 uit de volgende
niet-uitvoerende onafhankelijke bestuurders:
Philippe Mathieu, voorzitter van het auditcomité;
Barbara De Saedeleer;
Koen Van Gerven;
Lieve Creten.
Overeenkomstig artikel 7:99 WVV moet ten minste
één lid van het auditcomité beschikken over de nodige
deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit.
In dat verband kan worden verwezen naar de ruime
ervaring en deskundigheid van het voltallige comité:
Philippe Mathieu heeft onder meer relevante ervaring
als voormalig voorzitter van de raad van bestuur en het
auditcomité en CEO van ECS Corporate NV en (voormalig)
lid van verscheidene uitvoerende comités. Hij is tevens
voorzitter van het auditcomité van De Warande vzw.
Barbara De Saedeleer heeft relevante ervaring als onder
meer regiodirecteur Corporate Banking Oost-Vlaanderen
bij Paribas Bank - Artesia - Dexia, CFO en lid van het
directiecomité bij Omega Pharma NV, Chief Investments
and Operations Officer bij Ghelamco NV en onafhankelijk
niet-uitvoerend bestuurder bij Beaulieu International Group
NV waar ze tevens voorzitter is van het auditcomité.
Koen Van Gerven heeft onder meer relevante ervaring als
CEO bij bpost en onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder
bij, onder meer, SDworx NV, WorxInvest NV, Universitair
Ziekenhuis Gasthuisberg, Algemeen Ziekenhuis Diest
en ING Belgium NV. Hij is tevens voorzitter van het
auditcomité van WorxInvest NV en ING Belgium NV.
Lieve Creten heeft onder meer relevante ervaring als lid van
het remuneratiecomité en voorzitter van het auditcomité
van Barco NV, onafhankelijk bestuurder en voorzitter van
het auditcomité van Telenet NV, onafhankelijk bestuurder
(1) Namens LVW Int. BV.
148 149
Naam Hoedanigheid/Functie Aanwezigheid 2023
1
Phillippe Mathieu Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder en voorzitter 7
Barbara De Saedeleer Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder 7
Koen Van Gerven Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder 7
Lieve Creten Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder 7
en voorzitter van het auditcomité van CFE NV en lid van de
raad van bestuur van Artsen zonder Grenzen Supply (België),
maar ook als bedrijfsrevisor en met een diepgaande
beroepservaring inzake M&A en (corporate) finance.
Wanneer het auditcomité beraadslaagt met betrekking tot
de jaarlijkse financiële audit kan desgewenst een externe
financiële adviseur en/of de commissaris worden uitgenodigd.
De leden van het auditcomité beschikken over een collectieve
deskundigheid op het gebied van de activiteiten van Montea.
Opdracht auditcomité
Het auditcomité is belast met de wettelijke taken
beschreven in artikel 7:99 WVV. De taken van
het auditcomité omvatten onder meer:
assistentie van de raad van bestuur in zijn
verantwoordelijkheden van toezicht, meer
bepaald met betrekking tot de informatie aan
de aandeelhouders en derde partijen;
monitoring van het financiële verslaggevingsproces, meer
bepaald van de kwartaal-, halfjaar- en jaarresultaten;
monitoring van de wettelijke controle van de
enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening;
monitoring van de doeltreffendheid van de systemen voor
interne controle en risicobeheer van de Vennootschap;
monitoring van de interne audit;
beoordeling en de monitoring van de onafhankelijkheid van
de commissaris, alsook de goedkeuring van de vergoeding
van de commissaris, waarbij met name wordt gelet op de
verlening van bijkomende diensten aan de Vennootschap;
analyse van de observaties die de commissaris
maakt en, waar nodig, het formuleren van
aanbevelingen voor de raad van bestuur;
verzekeren dat alle wettelijke regelingen met betrekking
tot eventuele strijdige belangen strikt toegepast worden;
nagaan in welke mate het management tegemoetkomt
aan de bevindingen van de interne auditor;
analyseren van de materies betreffende het auditplan en
alle aangelegenheden die voortvloeien uit het auditproces.
Daarnaast zal de aanbeveling tot (her)benoeming van de
commissaris die door de raad van bestuur aan de algemene
vergadering wordt gedaan, slechts kunnen gebeuren op voorstel
van het auditcomité.
Het auditcomité brengt na iedere bijeenkomst verslag uit bij
de raad van bestuur over de uitoefening van zijn taken.
Activiteitenverslag auditcomité
In 2023 is het auditcomité zeven keer samengekomen:
Daarbij werden onder meer volgende
aangelegenheden behandeld:
trimestriële, halfjaarlijkse en jaarlijkse
geconsolideerde en statutaire financiële staten;
financierings- en indekkingsstrategie;
opvolging van FBI status;
jaarlijks budget;
jaarlijkse financiële cijfers geauditeerd door de commissaris;
risicofactoren;
interne audit (o.a. uitgevoerde
werkzaamheden en risicomatrix);
herbenoeming commissaris.
Tijdens drie vergaderingen van het auditcomité was de
commissaris aanwezig. Op alle vergaderingen werden
voorgaande punten tevens besproken met de CEO en de CFO.
Evaluatie auditcomité
De belangrijkste criteria voor het evalueren van het
auditcomité en haar leden zijn ervaring op het vlak:
boekhouding en audit;
ervaring in andere auditcomités;
analyse, beheersing en opvolging van
financiële en ondernemingsrisico’s.
De evaluatie van de leden en de werking van het auditcomité
gebeurt enerzijds op permanente basis door de collega’s
onderling en anderzijds door de voltallige raad van bestuur.
Wanneer iemand vraagtekens heeft bij de bijdrage van een
collega/lid, kan hij/zij dat bespreken met de voorzitter van de
raad van bestuur. De voorzitter van de raad van bestuur kan
dan, naar eigen goeddunken, de nodige stappen ondernemen.
6.3.3.2 Remuneratie- en benoemingscomité
Samenstelling remuneratie- en benoemingscomité
De raad van bestuur heeft een remuneratiecomité opgericht
conform artikel 7:100 WVV. Het remuneratiecomité
treedt tevens op als benoemingscomité.
Het remuneratie- en benoemingscomité bestond in 2023 uit
de volgende niet-uitvoerende onafhankelijke bestuurders:
Barbara De Saedeleer, voorzitter van het
remuneratie- en benoemingscomité;
Philippe Mathieu;
Lieve Creten.
Deze samenstelling zorgt ervoor dat het comité beschikt over
de nodige deskundigheid op het gebied van remuneratie-
beleid omwille van hun ruime beroepservaring:
Barbara De Saedeleer heeft onder meer relevante ervaring
als regiodirecteur Corporate Banking Oost-Vlaanderen
bij Paribas Bank – Artesia – Dexia, CFO en lid van het
directiecomité bij Omega Pharma NV, Chief Investments
and Operations Officer bij Ghelamco NV en onafhankelijk
niet-uitvoerend bestuurder bij Beaulieu International
Group NV, waar ze tevens lid is van het remuneratie- en
benoemingscomité.
Philippe Mathieu heeft onder meer relevante ervaring
als voormalig voorzitter van de raad van bestuur en
het remuneratie- en benoemingscomité en CEO van
ECS Corporate NV en (voormalig) lid van verscheidene
uitvoerende comités.
Lieve Creten heeft onder meer relevante ervaring als lid van
het remuneratiecomité en voorzitter van het auditcomité van
Barco NV en als erkend bedrijfsrevisor, partner en lid van het
directiecomité van Deloitte België, met verschillende jaren in
de Talent/HR partner rol.
Taken remuneratie- en benoemingscomité
Het remuneratie- en benoemingscomité neemt
volgende activiteiten voor zijn rekening:
voorstellen doen aan de raad van bestuur over
het remuneratiebeleid van bestuurders en de
leden van het uitvoerend management, alsook,
waar toepasselijk, over de daaruit voortvloeiende
voorstellen die door de raad van bestuur dienen te
worden voorgelegd aan de aandeelhouders;
voorstellen doen aan de raad van bestuur over de
individuele remuneratie van de bestuurders en de
leden van het uitvoerend management, met inbegrip
van variabele remuneratie en lange termijn bonussen
al dan niet gebonden aan aandelen, in de vorm van
aandelenopties of andere financiële instrumenten, en van
vertrek vergoedingen, en waar toepasselijk, de daaruit
voortvloeiende voorstellen die door de raad van bestuur
dienen te worden voorgelegd aan de aandeelhouders;
de voorbereiding van het remuneratieverslag dat door
de raad van bestuur wordt gevoegd in de verklaring
inzake deugdelijk bestuur in het jaarverslag;
de toelichting van het remuneratieverslag op de
jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders;
de jaarlijkse evaluatie van de prestaties van het
uitvoerend management op basis van de overeengekomen
prestatiemaatstaven en -doelstellingen;
(1) Één auditcomité werd georganiseerd via videoconferentie. In lijn met het remuneratiebeleid werd geen zitpenning voor deze vergadering betaald.
150 151
het formuleren van aanbevelingen ten aanzien van
de raad van bestuur betreffende de benoeming van
bestuurders en leden van het uitvoerend management;
de leiding van het (her)benoemingsproces van bestuurders;
de uitwerking van plannen inzake een
ordentelijke opvolging van bestuurders;
de regelmatige opvolging van leden van
het uitvoerend management;
het opzetten van gepaste programma’s
inzake talentontwikkeling en het bevorderen
van diversiteit in leiderschap.
Activiteitenverslag remuneratie- en benoemingscomité
Het remuneratie- en benoemingscomité is in 2023
driemaal bijeengekomen. De leden waren aanwezig
zoals aangegeven in onderstaande tabel:
Het investeringscomité Frankrijk is samengesteld uit de
volgende personen en is in 2023 samengekomen als volgt:
Naam Functie Aanwezigheid 2023
DDP Management BV,
vertegenwoordigd door Dirk De Pauw
Voorzitter raad van bestuur en investeringscomités
2
6
Jo De Wolf Chief Executive Officer 6
Elijarah BV,
vertegenwoordigd door Els Vervaecke
Chief Financial Officer 6
PDM GCV,
vertegenwoordigd door Peter Demuynck
Strategie & innovatie 5
AVX BV, 
vertegenwoordigd door Xavier Van Reeth (vanaf april 2023)
Landendirecteur België 3
Patrick Abel Landendirecteur Duitsland 1
PSN Management BV,
vertegenwoordigd door Peter Snoeck
Niet-uitvoerend niet onafhankelijk bestuurder
3
6
LVW Int. BV,
vertegenwoordigd door Dirk Lannoo
Strategisch adviseur 6
Naam Hoedanigheid/Functie Aanwezigheid 2023
1
Philippe Mathieu Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder 3
Barbara De Saedeleer Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder 3
Lieve Creten Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder 3
Daarbij werden onder meer volgende
aangelegenheden besproken:
bespreking en voorbereiding van het
jaarlijks remuneratieverslag;
bespreking en evaluatie van het globale personeelsbeleid;
hernieuwen van aanbiedingen onder het
aandelenoptieplan en het aandelenaankoopplan;
bespreking en voorbereiding van de vergoedingswijze
van werknemers en uitvoerend management;
bespreking LTIP voor bepaalde leden van het
uitvoerend management en de country directors.
De CEO en CHRO wonen de vergaderingen van het
remuneratie- en benoemingscomité bij, met dien
verstande dat ze de vergadering verlaten indien hun
prestatie en/of vergoeding wordt besproken.
Evaluatie remuneratie- en benoemingscomité
De werking van het remuneratie- en benoemingscomité
wordt geëvalueerd aan de hand van de ervaring van
haar leden op het vlak van personeelsmanagement,
remuneratiebeleid, remuneratiesystemen en ervaring
in andere remuneratie- en benoemingscomités.
De evaluatie van de leden en de werking van het remuneratie- en
benoemingscomité gebeurt, enerzijds, op permanente basis
door de collega’s onderling en, anderzijds, door de voltallige
raad van bestuur. Wanneer iemand vraagtekens heeft bij de
bijdrage van een collega/lid, kan hij/zij dat bespreken met
de voorzitter van de raad van bestuur. De voorzitter kan dan,
naar eigen goeddunken, de nodige stappen ondernemen.
6.3.4 Investeringscomités
Er zijn drie investeringscomités opgericht binnen
Montea. Binnen het investeringscomité Nederland en het
investeringscomité Frankrijk worden de investeringsdossiers
voor respectievelijk Nederland en Frankrijk behandeld.
Binnen het investeringscomité Intern worden de investerings-
dossiers behandeld voor België en Duitsland.
De investeringscomités zijn belast met de voorbereiding van
de investerings- en desinvesteringsdossiers voor de raad
van bestuur. De investeringscomités volgen daarnaast de
onderhandelingen met de verschillende tegenpartijen van
Montea op. Deze onderhandelingen hebben voornamelijk
betrekking op de verwerving en de vervreemding van
vastgoed, het sluiten van belangrijke verhuurovereenkomsten
en/of de overnames van vastgoedvennootschappen.
De creatie en het advies van de investeringscomités ontneemt
geenszins enige beslissingsbevoegdheid aan de raad van
bestuur die verantwoordelijk blijft en als enige kan beslissen
over (des)investeringen.
Het investeringscomité Intern is samengesteld uit de
volgende personen en is in 2023 samengekomen als volgt:
Naam Functie Aanwezigheid 2023
DDP Management BV,
vertegenwoordigd door Dirk De Pauw
Voorzitter raad van bestuur en investeringscomités 2
Jo De Wolf Chief Executive Officer 2
Elijarah BV,
vertegenwoordigd door Els Vervaecke
Chief Financial Officer 1
Luc Merigneux Landendirecteur Frankrijk 2
Gilles Saubier Extern adviseur investeringscomité 1
SAS Casamagna,
vertegenwoordigd door Laurent Horbette
Extern adviseur investeringscomité 1
LVW Int. BV,
vertegenwoordigd door Dirk Lannoo
Strategisch adviseur 2
(2) Dirk De Pauw oefent het mandaat als voorzitter van de raad van bestuur uit in eigen naam.
(3) Peter Snoeck oefent het mandaat als niet-uitvoerend niet onafhankelijk bestuurder uit in eigen naam.
(1) Voor alle vergaderingen van het remuneratie- en benoemingscomité werden zitpenningen betaald.
152 153
Het investeringscomité Nederland is samengesteld uit de
volgende personen en is in 2023 samengekomen als volgt:
6.3.5 Uitvoerend management en
dagelijks bestuur
6.3.5.1 Samenstelling uitvoerend management,
dagelijks bestuur en effectieve leiders
De raad van bestuur heeft de operationele leiding van Montea
aan het uitvoerend management toevertrouwd. Het uitvoerend
management bestaat op datum van dit verslag uit:
Naam Functie
Jo De Wolf Chief Executive Officer
Elijarah BV, vertegenwoordigd door Els Vervaecke Chief Financial Officer
Jimmy Gysels Chief Property Management
Naam Functie Aanwezigheid 2023
DDP Management BV,
vertegenwoordigd door Dirk De Pauw
Voorzitter raad van bestuur en investeringscomités 3
Jo De Wolf Chief Executive Officer 3
Elijarah BV,
vertegenwoordigd door Els Vervaecke
Chief Financial Officer 3
PDM GCV,
vertegenwoordigd door Peter Demuynck
Strategie en innovatie 3
BrightSite B.V., vertegenwoordigd door Hylcke Okkinga en
Cedric Montanus
Landendirecteurs Nederland 3
ADK Invest B.V.,
vertegenwoordigd door Ard De Keijzer
Extern adviseur investeringscomité 3
Rien MTMA,
vertegenwoordigd door Rien van den Heuvel
Extern adviseur investeringscomité 3
VastG Advies,
vertegenwoordigd door Rob Laurensse
Extern adviseur investeringscomité 1
PSN Management BV,
vertegenwoordigd door Peter Snoeck
Niet-uitvoerend niet onafhankelijk bestuurder 3
LVW Int. BV,
vertegenwoordigd door Dirk Lannoo
Strategisch adviseur 3
154 155
Het uitvoerend management wordt bij de uitvoering van zijn
taken bijgestaan door de verschillende country directors en
verantwoordelijken voor de verschillende corporate services:
Xavier Van Reeth
1
, landendirecteur België
Hylcke Okkinga en Cedric Montanus
1
,
landendirecteurs Nederland
Luc Merigneux, landendirecteur Frankrijk
Patrick Abel, landendirecteur Duitsland
Steven Claes
1
, Human Resources
Liora Kern
1
, marketing en communicatie
Peter Demuynck
1
, strategie en innovatie
Dirk Van Buggenhout, sustainability
Jo De Wolf en Jimmy Gysels werden aangesteld als
effectieve leiders in de zin van artikel 14 van de GVV wet.
6.3.5.2 Opdracht uitvoerend management
Het uitvoerend management is onder meer belast met:
het formuleren van voorstellen aan de raad van bestuur
met betrekking tot de strategie van de Vennootschap en de
uitvoering daarvan;
de voorbereiding van de beslissingen die door de raad
van bestuur moeten worden genomen om zijn opdracht te
kunnen vervullen en het tijdig bezorgen van de daarvoor
noodzakelijke informatie;
de uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur;
de operationele leiding van de Vennootschap;
het tot stand brengen van interne controles, onverminderd
de toezichthoudende rol van de raad van bestuur, gebaseerd
op wat goedgekeurd werd door de raad van bestuur;
het voorleggen van volledige, tijdige, betrouwbare en
accurate voorbereiding van de jaarrekeningen aan de raad
van bestuur, overeenkomstig de toepasselijke standaarden
voor jaarrekeningen en het beleid van de Vennootschap;
de voorbereiding van de publicatie van de jaarrekeningen en
andere belangrijke financiële en niet-financiële informatie;
het voorstellen van een evenwichtige en begrijpelijke
beoordeling van de financiële situatie aan de raad van
bestuur;
het afleggen van verantwoording en rekenschap aan de raad
van bestuur over de uitoefening van zijn taken.
Het uitvoerend management is in het bijzonder belast met
het beheer van het vastgoed, advies over en opvolging van
het financieringsbeleid, het voorbereiden van alle wettelijk
vereiste verslaggeving en het verstrekken van alle vereiste
informatie aan het publiek of bevoegde instanties.
6.3.5.3 Werking van het uitvoerend management
Het uitvoerend management werkt nauw samen in permanent
overleg. Wanneer het uitvoerend management niet tot een akkoord
komt, wordt de beslissing overgelaten aan de raad van bestuur.
Het uitvoerend management komt wekelijks bijeen.
Daarbij worden waar nodig ook de country directors en
andere kaderleden nauw betrokken. Op die vergaderingen
worden onder meer de operationele zaken besproken
met betrekking tot de dagelijkse werking, de stand van
zaken van de lopende projecten en verhuringen en de
evaluatie van nieuwe projecten die bestudeerd worden.
Het uitvoerend management brengt geregeld verslag uit aan
de raad van bestuur over de vervulling van zijn opdracht.
Het uitvoerend management voorziet de raad van bestuur
van alle relevante bedrijfs- en financiële informatie. Hierbij
worden onder andere verstrekt: kerncijfers, een analytische
voorstelling van de resultaten versus het budget, een
overzicht van de evolutie van de vastgoedportefeuille en de
geconsolideerde jaarrekening (inclusief toelichting).
Voorstellen van beslissingen die de raad van bestuur moet nemen,
worden tijdens de raad van bestuur toegelicht door de CEO.
6.3.5.4 Controle – Intern toezicht – Toezicht op het
uitvoerend management
Het toezicht op het uitvoerend management komt
toe aan de voltallige raad van bestuur van de Enige
Bestuurder. Het uitvoerend management wordt
geëvalueerd op basis van prestaties en doelstellingen.
6.3.5.5 Diversiteitsbeleid
Bij het formuleren van zijn advies aan de raad van bestuur
met betrekking tot te benoemen bestuurders, houdt het
remuneratie- en benoemingscomité rekening met de beoogde
diversiteit binnen de raad van bestuur. Zulke diversiteit
heeft niet louter betrekking op gender maar ook op andere
criteria zoals bekwaamheden, ervaring en kennis. Een
diversificatie van de raad van bestuur draagt bij tot een
evenwichtige besluitvorming waarbij beslissingen worden
genomen en mogelijke problemen worden afgehandeld
door die vanuit verschillende oogpunten te analyseren.
(1) uitgeoefend via een door hem/haar gecontroleerde vennootschap.
De raad van bestuur van Montea telt momenteel twee
vrouwelijke leden. Bovendien hebben de huidige leden
van de raad van bestuur een diverse achtergrond zoals de
vastgoedsector, logistieke sector, de farmaceutische sector,
de postsector, de bancaire sector en de telecomsector.
Ook in de samenstelling van het uitvoerend
management houdt de raad van bestuur in het bijzonder
rekening met deze principes van diversiteit.
6.3.6 Andere betrokken personen
6.3.6.1 Compliance ofcer
Compliance is een onafhankelijke functie binnen Montea, gericht
op het onderzoek naar en het bevorderen van de naleving door
Montea van de regels die verband houden met haar activiteiten.
Regels betreffende compliance en integriteit zijn vervat in
de functie van de compliance officer. De onafhankelijke
compliance functie berust bij Jimmy Gysels,
tevens Chief Property Manager van Montea.
De compliance officer is belast met het onderzoek naar en de
bevordering van de naleving door de Vennootschap van de regels
die verband houden met de integriteit van haar activiteiten. De
regels betreffen zowel de regels die voortvloeien uit het beleid
van de onderneming, het statuut van de onderneming, alsmede
andere wettelijke en reglementaire bepalingen. Het betreft aldus
een onderdeel van de bedrijfscultuur, waarbij de nadruk wordt
gelegd op eerlijkheid en integriteit, het naleven van hoge ethische
normen bij het zakendoen, en het naleven van de toepasselijke
regelgeving. Zo is de compliance officer onder meer belast met
het toezicht op de naleving van de regels inzake marktmisbruik,
zoals die regels onder meer opgelegd worden door de Wet van 2
augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en
de financiële diensten en de Verordening (EU) nr. 596/2014 van
het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende
marktmisbruik. Verder is hij eveneens belast met het toezicht
op de naleving van de regels inzake belangenconflicten en de
onverenigbaarheden inzake mandaten zoals voorgeschreven
door de statuten en het Corporate Governance Charter en
de toepasselijke wet- en regelgeving. De compliance officer
wordt hierin bijgestaan door de Secretary General.
De compliance officer rapporteert aan de
effectieve leider en CEO, Jo De Wolf.
6.3.6.2 Persoon belast met het risicobeheer
van de onderneming
Risico is een altijd aanwezig element in de bedrijfswereld.
Montea identificeert in al haar processen de bestaande
risico’s en bouwt de nodige interne controles in om
zodoende de blootstelling aan deze risico’s te beperken.
Het bewustzijn van risico’s in haar interne en externe
omgeving wordt door de Vennootschap op verschillende
niveaus uitgedragen naar haar medewerkers d.m.v.
het goede voorbeeld door het management.
Het is de taak van de raad van bestuur om te waken over
identificatie en de controle van de risico’s. De raad van bestuur
besteedt aandacht aan de verschillende risicofactoren waaraan
de Vennootschap onderhevig is. De permanente evoluties op
de vastgoedmarkten en de financiële markten vereisen een
voortdurende opvolging van de risico’s ter bewaking van de
resultaten en de financiële situatie van de Vennootschap.
Het auditcomité dat de raad van bestuur bijstaat in de uitvoering
van zijn toezicht, formuleert de nodige aanbevelingen naar
de raad van bestuur betreffende risicobeheer en beheer van
de financiële risico’s. Het auditcomité houdt samen met het
management en de commissaris toezicht op de belangrijkste
risico’s en de maatregelen om die risico’s te beheersen.
Bij Montea is Jan Van Doorslaer (Finance & Risk
Manager) belast met de risicobeheerfunctie. Hij is onder
meer verantwoordelijk voor het opstellen, uitwerken,
bewaken, actualiseren en implementeren van het
risicobeheerbeleid en de risicobeheerfuncties. Hij
rapporteert aan de effectieve leider en CEO, Jo De Wolf.
6.3.6.3 Interne audit
Interne audit is een onafhankelijke beoordelingsfunctie gericht
op het onderzoek en de beoordeling van de goede werking,
de doeltreffendheid en de efficiëntie van de interne controle.
Interne audit staat de leden van de organisatie bij in de effectieve
uitoefening van hun verantwoordelijkheden en voorziet
hen in dit verband van analyses, evaluaties, aanbevelingen,
advies en informatie omtrent de onderzochte activiteiten.
De reikwijdte van de interne audit omvat, in het algemeen,
het onderzoek en de evaluatie van de aangepastheid en de
doeltreffendheid van de interne controle evenals de degelijkheid
waarmee toegewezen verantwoordelijkheden worden nagekomen.
De persoon belast met de interne audit besteedt aandacht
aan de naleving van de beleidslijnen, de risicobeheersing
(zowel van de meetbare als van de niet-meetbare risico’s),
156 157
de betrouwbaarheid (met inbegrip van de integriteit, de
correctheid en de volledigheid) en tijdigheid van de financiële
en beheersinformatie alsmede van de externe rapportering,
de continuïteit en betrouwbaarheid van de IT-systemen en de
werking van de verschillende diensten binnen het bedrijf.
De persoon belast met de interne audit onderzoekt en beoordeelt
de globale activiteit van Montea in al haar geledingen. Hij/zij
maakt daarbij gebruik van verschillende types van audit, zoals:
de financiële audit, met als doel de betrouwbaarheid van
de boekhouding en de daaruit voortvloeiende jaarrekening
te verifiëren (dit gebeurt op basis van een auditplan dat is
afgestemd met de commissaris);
de compliance audit, gericht op het nazicht van de naleving
van wetten, reglementen, beleidslijnen en procedures;
de operationele audit, gericht op het nazicht van de kwaliteit
en de aangepastheid van de systemen en procedures,
de kritische analyse van de organisatiestructuren en de
beoordeling van het afdoende karakter van de gehanteerde
methoden en middelen t.o.v. de doelstellingen;
de managementaudit, gericht op de beoordeling van de
kwaliteit van de managementfunctie in het kader van de
doelstellingen van de onderneming.
Tot 31 december 2023 werd de onafhankelijke interne
auditfunctie gedelegeerd aan Trifinance Belgium NV,
vertegenwoordigd door Alexander Van Caeneghem. Vanaf
1 januari 2024 wordt de onafhankelijke interne auditfunctie
voor een periode van drie jaar gedelegeerd aan BDO,
vertegenwoordigd door Steven Cauwenberghs.
De eindverantwoordelijkheid voor de interne audit ligt
bij de effectieve leider Jo De Wolf die over de vereiste
professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid
beschikt voor de uitoefening van die functie.
6.3.6.4 Persoon belast met de nanciële dienst
Euroclear Belgium NV is belast met de financiële dienst
van de vennootschap.
De uitvoering van deze financiële dienst hield een totale kost
in van € 28.902,72 (excl. btw) voor 2023. Deze fee behelst
zowel een vaste fee per jaar als een variabele fee per
uitgekeerd dividend voor de niet-nominatieve aandelen.
6.3.6.5 Werkzaamheden op het gebied van
onderzoek en ontwikkeling
Montea heeft geen werkzaamheden op het
gebied van onderzoek en ontwikkeling.
6.4 Belangenconflicten
6.4.1 Wetboek van vennootschappen
en verenigingen
In toepassing van artikel 7:96 WVV dient iedere bestuurder
die, rechtstreeks of onrechtstreeks, een vermogensrechtelijk
belang heeft dat strijdig is met een beslissing of handeling
die valt onder de bevoegdheid van de raad van bestuur, dit
te melden aan de andere leden van de raad van bestuur
en mag hij/zij niet deelnemen aan de beraadslagingen
en besluitvorming over die beslissing of handeling.
In toepassing van artikel 7:97 WVV moet iedere beslissing
of handeling die verband houdt met een verbonden partij in
de zin IAS 24, inclusief dochtervennootschappen waarin de
controlerende aandeelhouder een deelneming van minstens
25% aanhoudt en inclusief beslissingen of verrichtingen van
dochtervennootschappen, voorgelegd worden aan een comité
van drie onafhankelijke bestuurders die een schriftelijk advies
formuleren aan de raad van bestuur. Er zal ook een verslag
door de commissaris worden opgesteld over de getrouwheid
van de gegevens in het adviescomité. Ten slotte dient een
persmededeling te worden gepubliceerd uiterlijk op het moment
dat de beslissing wordt genomen, inclusief het advies van het
onafhankelijk comité en de beoordeling van de commissaris.
Uitzonderingen op die procedure zijn gebruikelijke beslissingen en
verrichtingen aan marktconforme voorwaarden (en zekerheden),
transactiewaarde ‹ 1% van het geconsolideerd netto-actief,
beslissingen m.b.t. remuneratie, verkrijging of vervreemding
van eigen aandelen, uitkering van interim-dividenden en
kapitaalverhogingen in het kader van het toegestane kapitaal
zonder beperking of opheffing van het voorkeurrecht.
In de loop van het boekjaar 2023 heeft de raad van bestuur de
procedure voorzien in artikel 7:96 juncto 7:102, §1, tweede lid WVV
in de hierna vermelde gevallen moeten toepassen. De procedure
voorzien in artikel 7:97 WVV moest niet worden toegepast.
Uittreksel uit de notulen van de raad van
bestuur van 7 februari 2023
“[…] De voorzitter vraagt aan de bestuurders om enig mogelijk
belangenconflict m.b.t. de agendapunten van deze vergadering
kenbaar te maken. De volgende bestuurders verklaren
een (on)rechtstreeks belang van vermogensrechtelijke
aard te hebben dat strijdig is met een agendapunt dat
wordt besproken tijdens deze raad van bestuur:
a) Jo De Wolf verklaart een belangenconflict te hebben m.b.t
agendapunt 5.c) (Remuneratie & variabele vergoeding uitvoerend
management 2022/23) aangezien er in dit kader onder meer
een beraadslaging en beslissing zal zijn omtrent zijn evaluatie
en variabele vergoeding als CEO m.b.t. FY 2022 en omtrent
zijn variabele vergoeding en KPI’s als CEO m.b.t. FY 2023.
b) Dirk De Pauw verklaart een belangenconflict te hebben
m.b.t. agendapunt 5.d).iii (Vergoeding comités en Voorzitter
RvB) aangezien dit onder meer gaat over de vergoeding
van zijn functie (via DDP Management BV) als voorzitter
van de raad van bestuur en de investeringscomités.
Overeenkomstig artikel 7:96 Wetboek van vennootschappen en
verenigingen, kunnen Jo De Wolf en Dirk De Pauw niet deelnemen
aan de beraadslaging en besluitvorming van het betrokken
agendapunt en dienen deze notulen de volgende vermeldingen
te bevatten: aard van de verrichtingen, verantwoording van de
genomen besluiten en de vermogensrechtelijke gevolgen van
de verrichtingen voor de Vennootschap. Deze vermeldingen zijn
opgenomen hierboven en onder het betrokken agendapunt.
De commissaris van Montea zal in kennis
worden gesteld van dit belangenconflict.
Geen enkele andere bestuurder verklaart dat hij/
zij een ander mogelijk belangenconflict heeft
m.b.t. de punten vermeld op de agenda. […]
Jo De Wolf verlaat de vergadering voorafgaand aan
de bespreking van het volgend agendapunt.
Remuneratie & variabele vergoeding
uitvoerend management 2022/23:
[…] De raad van bestuur besluit unaniem om de
toekenning van een overachievement op de korte termijn
targetbonus voor het prestatiejaar 2022 voor Jo De
Wolf en Elijarah BV goed te keuren tot 125%. […]
De KPI’s voor de korte termijn targetbonus van 2023 voor de
leden van het uitvoerend management worden toegelicht: […]
De raad van bestuur besluit unaniem om (i) de voorgestelde KPI’s
voor de korte termijn targetbonus van het uitvoerend management
voor 2023 goed te keuren, en (ii) de bedragen van de voorgestelde
korte termijn targetbonussen voor het uitvoerend management
voor 2023 goed te keuren. De raad van bestuur is van oordeel
dat deze korte termijn targetbonussen voor het uitvoerend
management marktconform zijn en dat het in het belang is van de
Vennootschap om deze korte termijn targetbonussen voorop
te stellen zodat er een duidelijk doel is voor het uitvoerend
management om de Vennootschap verder te doen groeien in 2023.
Jo De Wolf vervoegt opnieuw de vergadering. […]
Dirk De Pauw verlaat de vergadering voorafgaand
aan de bespreking van het volgend agendapunt.
Op advies van het remuneratie- en benoemingscomité
keurde de raad van bestuur van 27 oktober 2022 de
voorgestelde wijziging van de vergoeding voor niet-uitvoerende
onafhankelijke bestuurders, met inwerkingtreding
vanaf 1 januari 2023, unaniem goed. Dit betekent een
verhoging van de zitpenning per vergadering van €
1.500 naar € 2.200. Wat betreft de investeringscomités
(Intern, Nederland en Frankrijk) wordt voorgesteld om de
zitpenning te verhogen van € 2.000 naar € 2.200 […]
Gezien Dirk De Pauw als voorzitter van de raad van bestuur
en als voorzitter van de investeringscomités (via DDP
Management) geen zitpenningen ontvangt, wordt voorgesteld
om zijn vaste vergoeding in beide functies te verhogen als
volgt: voorzitter raad van bestuur: € 60.000 → € 69.000 en 
voorzitter investeringscomité € 160.000 → € 184.000. […]  
De raad van bestuur besluit unaniem om de vergoedingen van
de leden van de investeringscomités en de vergoeding van de
voorzitter van de raad van bestuur, met ingang vanaf 1 januari
2023, aan te passen zoals hierboven uiteengezet. De raad van
bestuur is van oordeel dat de vergoeding voor de raad van
bestuur marktconform is en in het belang van Montea. […]”
Uittreksel uit de notulen van de raad van
bestuur van 25 oktober 2023
“De voorzitter vraagt aan de bestuurders om enig
mogelijk belangenconflict m.b.t. de agendapunten
van deze vergadering kenbaar te maken.
Koen Van Gerven en Barbara De Saedeleer verklaren
een rechtstreeks belang van vermogensrechtelijke aard
te hebben dat strijdig is m.b.t. agendapunt 7 aangezien
als onderdeel van dit agendapunt het voorstel tot
herbenoeming, vanaf mei 2024, van hun respectievelijke
bestuurdersmandaten als onafhankelijke niet-uitvoerende
bestuurder van de Vennootschap zal worden besproken.
In het kader van de mogelijke hernieuwing van dit
bestuurdersmandaat zouden zij, ingevolge de uitoefening
van dit mandaat, vanaf mei 2024 een bestuurdersvergoeding
ontvangen. Deze vergoeding zou gelijk zijn aan de vergoeding
die zij op vandaag krijgen voor hetzelfde mandaat en is
marktconform, zoals ook blijkt uit de benchmarkoefening
die begin dit jaar werd uitgeoefend.
158 159
Jo De Wolf verklaart een rechtstreeks belang van
vermogensrechtelijke aard te hebben dat strijdig is met
agendapunt 8. a) (Aandelenoptieplan (BE)) aangezien als
onderdeel van dit agendapunt zal worden beraadslaagd en
besloten over een aanbod van aandelenopties aan hem. Het
aanbod van aandelenopties aan Jo De Wolf is in lijn met de
aandelenoptieplannen die werden goedgekeurd tijden de
voorbije jaren. Dit aanbod is marktconform en in lijn met
algemene aanbevelingen van deugdelijk bestuur om een
deel van de incentives van het uitvoerend management
te verlenen via aandelen, aandelenopties of gelijkaardige
effecten.
Overeenkomstig artikel 7:96 Wetboek van vennootschappen
en verenigingen, kunnen Koen Van Gerven, Barbara De
Saedeleer en Jo De Wolf niet deelnemen aan de beraadslaging
en besluitvorming van het betrokken agendapunt en dienen
deze notulen de volgende vermeldingen te bevatten: aard
van de verrichtingen, verantwoording van de genomen
besluiten en de vermogensrechtelijke gevolgen van de
verrichtingen voor de Vennootschap. Deze vermeldingen zijn
opgenomen hierboven en onder het betrokken agendapunt.
De commissaris van Montea zal in kennis worden
gesteld van deze belangenconflicten.
Geen enkele andere bestuurder verklaart dat hij/
zij een ander mogelijk belangenconflict heeft
m.b.t. de punten vermeld op de agenda. […]
Barbara De Saedeleer en Koen Van Gerven verlaten de
vergadering voorafgaand aan de bespreking van volgende punt.
Het remuneratie- en benoemingscomité adviseert om
Barbara De Saedeleer en Koen Van Gerven te herbenoemen
als niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder voor een
periode van 4 jaar (vanaf de gewone algemene vergadering
van Montea Management NV in mei 2024) dit tegen dezelfde
vergoeding als op vandaag. Dit advies is gesteund op de
kwaliteitsvolle en professionele manier waarop beiden hun
lopende bestuursmandaten tot nu toe hebben uitgeoefend.
De raad van bestuur besluit om de herbenoeming van Barbara
De Saedeleer en Koen Van Gerven te agenderen op de gewone
algemene vergadering van Montea Management NV in mei 2024.
Barbara De Saedeleer en Koen Van Gerven vervoegen opnieuw de
vergadering na bespreking en besluitvorming over dit punt […]
Jo De Wolf verlaat de vergadering voorafgaand
aan de bespreking van dit punt.
Er wordt een toelichting gegeven over het nieuwe
aandelenoptieplan dat wordt voorgesteld om te
worden goedgekeurd. Onder het nieuwe optieplan
zouden opnieuw aandelenopties worden aangeboden
aan de Belgische werknemers op basis van
gelijkaardige voorwaarden als vorig jaar: […]
De raad van bestuur gaat unaniem akkoord om […]
2.500 opties toe kennen aan Jo De Wolf […]
Jo De Wolf vervoegt opnieuw de vergadering na
bespreking en besluitvorming over dit punt.
6.4.2 GVV Wet
In toepassing van artikel 37 van de GVV Wet moet de FSMA
geïnformeerd worden wanneer bij een verrichting enig voordeel
zou verkregen worden door in dit artikel opgesomde personen. De
Vennootschap moet daarbij het belang van de geplande verrichting
aantonen, alsook het feit dat de geplande verrichting zich situeert
binnen de normale koers van haar ondernemingsstrategie. Die
verrichtingen moeten ook tegen marktvoorwaarden gebeuren en
dienen onmiddellijk openbaar gemaakt te worden. In toepassing
van artikel 49, §2 van de GVV Wet zal de reële waarde, zoals
vastgesteld door de vastgoeddeskundige, bij een transactie met de
in artikel 37 opgesomde personen de maximumprijs zijn wanneer
de Vennootschap vastgoed verwerft dan wel de minimumprijs
zijn wanneer de Vennootschap vastgoed vervreemdt. Tevens
moeten deze transacties toegelicht worden in het jaarverslag.
In de loop van het boekjaar heeft de Vennootschap
artikel 37 van de GVV Wet enkel toegepast in het kader
van de kapitaalverhoging ingevolge het keuzedividend
(juni 2023) en dit betreffende volgende personen:
de Enige Bestuurder;
Dirk De Pauw, als bestuurder van de Enige Bestuurder;
Jo De Wolf, als bestuurder van de Enige Bestuurder en
effectieve leider;
Peter Snoeck, als bestuurder van de Enige Bestuurder;
Jimmy Gysels, als effectieve leider;
Koen Van Gerven, als bestuurder van de Enige Bestuurder;
Elijarah BV, vertegenwoordigd door Els Vervaecke, als lid
van het uitvoerend management;
De referentieaandeelhouder: Familie De Pauw.
Er zijn geen belangrijke regelingen en/of overeenkomsten met
belangrijke aandeelhouders, cliënten, leveranciers of andere
personen op grond waarvan personen werden geselecteerd
als lid van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende
organen, dan wel als lid van de bedrijfsleiding.
160 161
Op 31 december 2023 zijn er, anders dan diegene vermeld
in dit jaarlijks verslag, geen potentiële belangenconflicten
tussen Montea, enerzijds, en de leden van de bestuurs-,
leidinggevende of toezichthoudende organen en de
leden van het uitvoerend management, anderzijds.
Er zijn geen nadere bijzonderheden over eventuele
beperkingen waarmee de leden van de bestuurs-,
leidinggevende of toezichthoudende organen en de leden
van het uitvoerend management hebben ingestemd ten
aanzien van de overdracht binnen een bepaalde periode
van de in hun bezit zijnde effecten van Montea.
6.5 Familiale verbanden
tussen de aandeelhouders,
bestuurders en effectieve
leiders
Er zijn geen bekende regelingen waarvan de inwerkingstelling
hiervan op een latere datum kan resulteren in een
wijziging van de zeggenschap over Montea.
Familie De Pauw
De familie De Pauw bestaat uit:
Dirk De Pauw, Marie De Pauw, Bernadette De Pauw,
Dominika De Pauw en Beatrijs De Pauw (broer en vier
zussen) en hun respectievelijke kinderen;
de onverdeeldheid De Pauw;
Montea Management NV, die wordt gecontroleerd door de
vijf voornoemde broer en zussen De Pauw.
De familie De Pauw handelt in onderling overleg. Zij bezitten
op 31 december 2023, op basis van de door Montea ontvangen
kennisgevingen in het kader van de transparantiereglementering,
10,20% van de stemrechten van Montea.
De heer Dirk De Pauw is voorzitter van de raad van bestuur
van de Enige Bestuurder. Peter Snoeck, de echtgenoot
van Dominika De Pauw, is niet-uitvoerend bestuurder.
6.6 Informatie krachtens
artikel 34 van het KB van 14
november 2007
Overeenkomstig artikel 34 van het KB van 14 november 2007 geeft
Montea een opsomming van, en desgevallend toelichting, bij de
volgende elementen, voor zover die elementen van aard zijn een
gevolg te hebben in geval van een openbaar overnamebod.
6.6.1 Kapitaalstructuur
(op 31 december 2023)
Het kapitaal bedraagt € 410.074.807,77 en wordt
vertegenwoordigd door 20.121.491 aandelen zonder vermelding
van nominale waarde, die elk één/20.121.491ste deel van
het kapitaal vertegenwoordigen. Er zijn geen bevoorrechte
aandelen. Elk van die aandelen verleent één stemrecht (met
uitzondering van de eigen aandelen van de Vennootschap
waarvan het stemrecht is geschorst) op de algemene vergadering
en vertegenwoordigen dus de noemer voor doeleinden van
kennisgevingen in het kader van de Transparantiereglementering.
Het stemrecht wordt noch wettelijk noch statutair beperkt.
6.6.2 Wettelijke of
statutaire beperking van
overdracht van effecten
De overdracht van de aandelen van Montea is aan geen
enkele wettelijke of statutaire beperking onderworpen.
6.6.3 Bijzondere
zeggenschapsrechten
Montea heeft geen houders van effecten waaraan
bijzondere zeggenschapsrechten verbonden zijn,
anders dan bepaalde vetorechten ten gunste van haar
Enige Bestuurder (zie artikel 24 van de statuten).
6.6.4 Aandeelhoudersovereen-
komsten die bekend zijn bij Montea
en welke aanleiding kunnen
geven tot beperking van de
overdracht van effecten en/of de
uitoefening van het stemrecht
Voor zover Montea er kennis van heeft, bestaan er geen
aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding zouden
kunnen geven tot beperkingen van overdracht van
effecten en/of van de uitoefening van het stemrecht.
6.6.5 Mechanisme voor de
controle van enig aandelenplan
voor werknemers wanneer de
zeggenschapsrechten niet
rechtstreeks door de werknemers
worden uitgeoefend
Montea heeft geen dergelijk aandelenplan voor werknemers.
6.6.6 Bestuursorgaan
Montea wordt geleid door Montea Management NV, welke
statutair werd benoemd als enige bestuurder voor een
periode tot en met 30 september 2026. Het belangrijkste
gevolg van het feit dat Montea een enige bestuurder heeft,
is dat op grond van de statuten de Enige Bestuurder een
uitgebreide bevoegdheid heeft en een vetorecht voor
bepaalde belangrijke beslissingen en statutenwijzigingen.
Montea Management NV wordt voor de uitoefening van de
opdracht van statutaire enige bestuurder vast vertegenwoordigd,
overeenkomstig artikel 2:51 WVV, door de heer Jo De Wolf.
De Enige Bestuurder kan op ieder ogenblik zijn ontslag
indienen in de mate dat dat mogelijk is in het kader van de
verbintenissen die hij tegenover Montea heeft genomen en in
de mate dat dat ontslag Montea niet in moeilijkheden brengt.
Het mandaat van Enige Bestuurder kan uitsluitend worden
ingetrokken door een gerechtelijke beslissing na een vordering die
door de algemene vergadering van Montea op basis van gegronde
redenen werd ingesteld. Wanneer de algemene vergadering zich
over deze kwestie moet uitspreken, mag de Enige Bestuurder
niet aan de stemming deelnemen. De Enige Bestuurder blijft
zijn functie uitoefenen tot aan zijn ontslag ten gevolge van
een gerechtelijke beslissing die kracht van gewijsde heeft.
De Enige Bestuurder moet zo zijn georganiseerd dat, binnen
zijn raad van bestuur, ten minste twee natuurlijke personen op
collegiale wijze instaan voor het toezicht op de persoon (personen)
die belast is (zijn) met het dagelijks bestuur om zo te verzekeren
dat de aldus gestelde handelingen in het belang zijn van Montea.
De leden van het bestuursorgaan van de Enige Bestuurder
moeten natuurlijke personen zijn en de vereiste professionele
betrouwbaarheid en vereiste ervaring bezitten, zoals vereist door
de GVV Wet. In geval van verlies, uit hoofde van alle leden van het
bestuursorgaan of het orgaan van dagelijks bestuur van de Enige
Bestuurder, van de vereiste professionele betrouwbaarheid of de
vereiste ervaring, zoals vereist door de GVV Wet, moet(en) de Enige
Bestuurder of de commissaris een algemene vergadering van
Montea bijeenroepen, met op de agenda de eventuele vaststelling
van het verlies van die vereisten en de te nemen maatregelen.
Indien slechts één of meer leden van de organen belast met het
bestuur of het dagelijks bestuur van de Enige Bestuurder niet
meer aan de hierboven vermelde vereisten voldoen, dan moet
de Enige Bestuurder die binnen de maand vervangen. Wanneer
die termijn is verstreken, dient een algemene vergadering van
Montea te worden bijeengeroepen, zoals hierboven beschreven,
zonder afbreuk te doen aan de maatregelen die de FSMA kan
nemen in het kader van de uitoefening van haar bevoegdheden.
De opdracht van de Enige Bestuurder bestaat er met name
in om alle handelingen te stellen die nuttig of nodig zijn
voor de verwezenlijking van het voorwerp van Montea,
met uitzondering evenwel van die handelingen die bij
wet of overeenkomstig de statuten zijn voorbehouden
aan de algemene vergadering van Montea.
6.6.7 Statutenwijzigingen
Wat betreft de wijzigingen van de statuten van Montea wordt
gewezen op de regels opgelegd door de GVV Wet en het GVV KB
volgens dewelke, onder andere, elk ontwerp tot wijziging van
de statuten op voorhand ter goedkeuring aan de FSMA dient te
worden voorgelegd. Bovendien dienen artikel 24 van de statuten
van Montea en de regels van het WVV te worden nageleefd.
6.6.8 Toegestane kapitaal
De Enige Bestuurder is door de buitengewone algemene
vergadering van 25 januari 2024 gemachtigd om het kapitaal
in één of meerdere malen te verhogen. Voor meer details over
deze machtiging wordt verwezen naar sectie 10.1.2 van dit
jaarlijks verslag en artikel 6.3 van de statuten van Montea.
162 163
6.6.9 Inkoop van eigen aandelen
6.6.9.1 Statutaire machtiging
De Enige Bestuurder is gemachtigd voor een periode van
vijf jaar te rekenen vanaf de publicatie in de Bijlagen tot het
Belgisch Staatsblad van de beslissing van de buitengewone
algemene vergadering van 9 november 2020, om voor
rekening van de Vennootschap, de eigen aandelen van de
Vennootschap te verwerven of in pand nemen (zelfs buiten
de beurs) met een maximum van 10% van het totale aantal
uitgegeven aandelen. Dit aan een eenheidsprijs die niet
lager mag zijn dan 75%, en niet hoger dan 125%, van het
gemiddelde van de slotkoers van het aandeel Montea op de
gereglementeerde markt Euronext Brussels gedurende de
laatste 20 beursdagen vóór de datum van de transactie.
Het bestuursorgaan is expliciet gemachtigd om eigen aandelen
van de Vennootschap te vervreemden aan één of meerdere
bepaalde personen andere dan de leden van het personeel van
de Vennootschap of haar dochtervennootschappen, mits naleving
van het WVV. Het bestuursorgaan is tevens expliciet gemachtigd
om eigen aandelen van de Vennootschap te vervreemden aan het
personeel van de Vennootschap of haar dochtervennootschappen,
zelfs indien de eigen aandelen meer dan twaalf maanden te
rekenen van hun verkrijging zouden worden vervreemd.
De hierboven bedoelde machtigingen doen geen afbreuk aan
de mogelijkheden, overeenkomstig de toepasselijke wettelijke
bepalingen, voor het bestuursorgaan om aandelen van de
Vennootschap te verkrijgen, in pand te nemen of te vervreemden
indien daartoe geen statutaire machtiging of machtiging van
de algemene vergadering vereist is, of niet meer vereist is.
6.6.9.2 Inkoopprogramma
Op 31 december 2023 had de Vennootschap 76.874 eigen aandelen
in eigendom (0,38% van het totaal aantal uitstaande aandelen).
Op datum van dit jaarlijks verslag heeft Montea
73.827 eigen aandelen in eigendom (0,37 van
het totaal aantal uitstaande aandelen).
6.6.9.3 Contractuele voorwaarden
Er zijn geen belangrijke overeenkomsten waarbij Montea
partij is en die van kracht worden, worden gewijzigd of
die aflopen indien de controle over Montea zou wijzigen
ten gevolge van een openbaar overnamebod, met
uitzondering van de volgende overeenkomsten:
de betreffende bepalingen in de uitgiftevoorwaarden van de
obligaties die in 2015 werden uitgegeven;
de change of control bepalingen in de
kredietovereenkomsten die Montea heeft afgesloten met
respectievelijk BNP Paribas Fortis, KBC Bank, Belfius Bank,
ING Bank, Argenta en ABN AMRO;
de change of control bepalingen in de uitgiftevoorwaarden
van de obligaties die werden uitgegeven via een US Private
Placement (2021 & 2022).
De kredieten die de Vennootschap afgesloten heeft en die
bepalingen bevatten die afhankelijk zijn van een controlewijziging
over de Vennootschap, werden overeenkomstig artikel 7:151 WVV
door de algemene vergadering goedgekeurd en bekendgemaakt.
6.7 Verklaring van de raad
van bestuur van de Enige
Bestuurder
De raad van bestuur van de Enige Bestuurder
van Montea verklaart dat:
In de loop van de vijf voorgaande jaren:
geen enkele bestuurder of lid van het uitvoerend
management werd veroordeeld voor fraude;
geen enkele bestuurder of lid van het uitvoerend
management, in de hoedanigheid van lid van het
bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan,
betrokken was bij een faillissement, surseance of
ontbinding;
geen enkele bestuurder of lid van het uitvoerend
management in staat van beschuldiging werd gesteld
en/of het voorwerp was van een officiële publieke
nominatieve sanctie uitgesproken door een wettelijke
of regelgevende instantie; en
geen enkele bestuurder of lid van het uitvoerend
management door een rechtbank onbekwaam werd
verklaard om te handelen als lid van het bestuurs-,
leidinggevend, of toezichthoudend orgaan van een
emittent van financiële instrumenten, te interveniëren
in het beheer of het bewind van de zaken van
een emittent, of te handelen in het kader van het
beheer of de uitoefening van de activiteiten van een
uitgevende instelling.
Met de bestuurders of leden van het uitvoerend
management geen enkele arbeidsovereenkomst
werd afgesloten die voorziet in de betaling van een
schadevergoeding bij het einde van de overeenkomst.
Er bestaat tussen Montea Management NV en sommige
bestuurders en leden van het uitvoerend management wel
een managementovereenkomst die voorziet in de betaling
van een vergoeding.
Ze niet op de hoogte is van het feit dat de bestuurders
of leden van het uitvoerend management wel of geen
aandelen van Montea bezitten per 31 december 2023, met
uitzondering van Dirk De Pauw, Jo De Wolf, Peter Snoeck,
PSN Management BV (vast vertegenwoordigd door Peter
Snoeck), Els Vervaecke, Elijarah BV (vast vertegenwoordigd
door Els Vervaecke), Jimmy Gysels en Koen Van Gerven.
Er tot nu toe geen enkele optie op de aandelen van Montea
werd toegekend, met uitzondering van opties toegekend
aan sommige leden van het uitvoerend management en
bepaalde personeelsleden.
1
6.8 Remuneratieverslag
Dit remuneratieverslag heeft betrekking op alle remuneratie
van de bestuurders en leden van het uitvoerend management
dat werd toegekend tijdens of verschuldigd was in het boekjaar
2023. Het omvat de bedragen komende van Montea, haar
perimetervennootschappen en de Enige Bestuurder.
Conform artikel 7:89/1 WVV en aanbeveling 7.3 van de Code 2020
heeft Montea op 18 mei 2021 een remuneratiebeleid aangenomen.
Een aangepaste versie van het remuneratiebeleid werd
goedgekeurd door de algemene vergadering van 17 mei 2022.
Het remuneratiebeleid kan worden geconsulteerd
op de website van de Vennootschap (zie hier).
Onderstaand remuneratieverslag werd opgesteld in
lijn met het remuneratiebeleid van Montea. Teneinde
een volledig beeld te hebben op de remuneratie van de
bestuurders en leden van het uitvoerend management
dat werd toegekend tijdens of verschuldigd was in het
boekjaar 2023 dient dit remuneratieverslag samen gelezen
te worden met het remuneratiebeleid van Montea.
Montea zet zich in voor een transparante en continue dialoog
met haar aandeelhouders en diens proxy advisors over de
remuneratie alsook over andere governance aangelegenheden.
Hun feedback over de inhoud van de remuneratieverslagen van
vorige jaren werd in dit remuneratieverslag mee opgenomen.
6.8.1 Bezoldiging van de Enige
Bestuurder in het boekjaar 2023
De statuten van Montea voorzien dat de opdracht van Montea
Management NV als Enige Bestuurder wordt vergoed. Deze
vergoeding bestaat conform artikel 13 van de statuten van
Montea uit twee delen: een vast deel en een variabel deel.
Het vaste deel van de vergoeding van de Enige Bestuurder wordt
ieder jaar vastgelegd door de algemene vergadering van Montea.
Deze forfaitaire vergoeding kan niet lager zijn dan € 15.000
per jaar en is in lijn met artikel 35, §1, 1e lid van de GVV wet.
Het variabele gedeelte is gelijk aan 0,25% van het bedrag
gelijk aan de som van het geconsolideerd nettoresultaat van
de Vennootschap, met uitsluiting van alle schommelingen van
de reële waarde van de activa en de afdekkingsinstrumenten.
Deze vergoeding is in lijn met artikel 35, §1, 2de lid van de GVV
Wet. De Enige Bestuurder heeft recht op terugbetaling van de
daadwerkelijk gemaakte kosten die rechtstreeks verband houden
met zijn opdracht en waar voldoende bewijs van wordt geleverd.
In de loop van het boekjaar dat werd afgesloten op 31
december 2023, bedroeg de vergoeding van de Enige
Bestuurder € 1.060.505,93 excl. btw. Dit bedrag dekt
in essentie de totale remuneratiekost van de raad van
bestuur van de Enige Bestuurder, de vergoeding voor de
gedelegeerd bestuurder en de werkingskosten van Montea
Management NV. De definitieve toekenning van deze
vergoeding aan de Enige Bestuurder wordt voorgelegd ter
goedkeuring aan de jaarvergadering van 21 mei 2024.
(1) Voor meer informatie, zie sectie 6.8.2.4.
164 165
6.8.2 Bezoldiging van de leden
van de raad van bestuur, leden
van de investeringscomités en het
uitvoerend management in het
boekjaar 2023
6.8.2.1 Totale remuneratie in het boekjaar 2023
De leden van de raad van bestuur, leden van de
investeringscomités en leden van het uitvoerend management
werden in 2023 vergoed in lijn met het remuneratiebeleid.
TOTALE REMUNERATIE BESTUURDERS, LEDEN VAN DE INVESTERINGSCOMITES EN UITVOEREND MANAGEMENT
Naam, positie
1. Vaste remuneratie 2. Variabele remuneratie
3.
Uitzonderlijke
Items
4.
Groeps-
verzekering
5.
Totale
remuneratie
6.
Verhouding vaste en
variabele remuneratie
Basisvergoeding Zitpenningen
1
Bijkomende
voordelen
Eén jaar
variabel
Meer jaren variabel
Dirk De Pauw € 253.000 - - - - - - € 253.000 Vast: 100% Variabel: 0%
voorzitter van de raad van bestuur € 69.000 - - - - - - € 69.000 Vast: 100% Variabel: 0%
voorzitter van de investeringscomités
2
€ 184.000 - - - - - - € 184.000 Vast: 100% Variabel: 0%
Jo De Wolf € 731.228 - € 5.120 € 291.250 - - € 41.212 € 1.068.810 Vast
3
: 73% Variabel: 27%
gedelegeerd bestuurder - - - - - - - - Vast: - % Variabel: - %
lid van de investeringscomités - - - - - - - - Vast: - % Variabel: - %
CEO € 731.228 - € 5.120 € 291.250 - - € 41.212 € 1.068.810 Vast: 73% Variabel: 27%
Peter Snoeck - € 26.400 - - - - - € 26.400 Vast: 100% Variabel: 0%
niet-onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder - - - - - - - - Vast: - % Variabel: - %
lid van het investeringscomité Intern en Nederland
4
- € 26.400 - - - - - € 26.400 Vast: 100% Variabel: 0%
Lieve Creten € 20.000 € 33.000 - - - - - € 53.000 Vast: 100% Variabel: 0%
onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder € 20.000 € 13.200 - - - - - € 33.200 Vast: 100% Variabel: 0%
lid remuneratie- en benoemingscomité - € 6.600 - - - - - € 6.600 Vast: 100% Variabel: 0%
lid auditcomité - € 13.200 - - - - - € 13.200 Vast: 100% Variabel: 0%
Philippe Mathieu € 35.000 € 35.200 - - - - - € 70.200 Vast: 100% Variabel: 0%
onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder € 20.000 € 15.400 - - - - - € 35.400 Vast: 100% Variabel: 0%
lid remuneratie- en benoemingscomité - € 6.600 - - - - - € 6.600 Vast: 100% Variabel: 0%
voorzitter en lid auditcomité € 15.000 € 13.200 - - - - - € 28.200 Vast: 100% Variabel: 0%
Barbara De Saedeleer € 25.000 € 35.200 - - - - - € 60.200 Vast: 100% Variabel: 0%
onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder € 20.000 € 15.400 - - - - - € 35.400 Vast: 100% Variabel: 0%
voorzitster en lid remuneratie- en benoemingscomité € 5.000 € 6.600 - - - - - € 11.600 Vast: 100% Variabel: 0%
lid auditcomité - € 13.200 - - - - - € 13.200 Vast: 100% Variabel: 0%
Koen Van Gerven € 20.000 € 28.600 - - - - - € 48.600 Vast: 100% Variabel: 0%
onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder € 20.000 € 15.400 - - - - - € 35.400 Vast: 100% Variabel: 0%
lid auditcomité - € 13.200 - - - - - € 13.200 Vast: 100% Variabel: 0%
Overige leden van het uitvoerend management € 524.581 - € 18.557 € 179.393 - - € 12.639 € 735.170 Vast: 76% Variabel: 24%
Wat betreft de zitpenningen voor de personen die in
overeenstemming met het remuneratiebeleid gerechtigd zijn
om zulke vergoeding te ontvangen, werd in 2023 een zitpenning
van € 2.200 per deelname toegekend voor vergaderingen van
de raad van bestuur, het auditcomité en het remuneratie- en
benoemingscomité en een zitpenning van € 2.200 per
deelname voor vergaderingen van de investeringscomités.
Voor de bestuurders en het uitvoerend management leidde
de in het remuneratiebeleid omschreven vergoeding tot
volgende totale vergoeding voor het boekjaar 2023:
(1) In lijn met het remuneratiebeleid worden geen zitpenningen uitbetaald voor vergaderingen die telefonisch of schriftelijk plaatsvinden.
(2) Via DDP Management BV. Dit is de geconsolideerde vergoeding voor het voorzitterschap van alle investeringscomités binnen Montea.
(3) De verhouding tussen de vaste vergoeding en variabele vergoeding van Jo De Wolf is in lijn met de spreidingsregel voorzien in artikel 7:91 WVV
omdat in 2022 een LTIP (cash) werd aangeboden aan de CEO (€ 700.000 @ target) en CFO (€ 425.000 @ target). Deze LTIP heeft betrekking op het
behalen van KPI’s gemeten over een 5-jaar periode van 2022 t.e.m. 2026 en wordt, indien behaald, integraal uitbetaald begin 2027.
(4) Via PSN Management BV
166 167
Berkel en Rodenrijs, Nederland
Bestaande portefeuille
168 169
6.8.2.2 Korte termijn variabele
vergoeding - boekjaar 2023
De korte termijn variabele vergoeding van de CEO en de andere
leden van het uitvoerend management is afhankelijk van vooraf
vastgelegde prestatiecriteria gelinkt aan de strategische
prioriteiten van Montea over de referentieperiode van één jaar.
De concrete invulling en weging van iedere KPI werden in het
begin van het boekjaar 2023 door de raad van bestuur, op advies
van het remuneratie-en benoemingscomité, vastgelegd.
De evaluatie van het behalen van de KPI’s en de eruit
voortvloeiende korte termijn variabele vergoeding wordt
finaal besloten door de raad van bestuur, op advies van het
remuneratie- en benoemingscomité. Een overachievement
kan worden erkend zonder dat dit, conform het
remuneratiebeleid, meer mag bedragen dan 25% van de
totale on target korte termijn variabele vergoeding.
De behaalde prestaties op elk van deze prestatiecriteria en de
daaraan gekoppelde variabele vergoedingen zijn als volgt:
Prestatiecriteria Relatief gewicht Target FY2023 Realisatie Prestatierating
Gemeten prestatie
t.o.v. target
Corresponderende
vergoeding
FINANCIEEL
Jo De Wolf, CEO
Behalen van vooropgestelde groei van de
vastgoedportefeuille in logistiek vastgoed
30% Groei portefeuille met CAPEX van € 140 mio EUR  Groei portefeuille met een CAPEX van € 79 mio EUR Deels behaald 56% € 39.443,57
Behalen van het vooropgestelde stijging van van het
vooropgestelde EPRA-resultaat per aandeel (EPS)
20% Groei van EPRA-resultaat tot € 4,20 / aandeel Stijging EPRA-resultaat tot 4,45 € / aandeel Uitmuntend 350% € 163.100,00
Behalen of behouden van een voorgestelde
bezettingsgraad van de gebouwen
20% Bezettingsraad > 97,5% Bezettingsgraad 100% Uitmuntend 125% € 58.250,00
70%
NIET-FINANCIEEL
Behalen van 1 ESG KPI
5%
>60% jaarlijkse investeringen in
brown & grey field locaties
Uitgevoerd Op doel 100% € 11.650,00
5% Implementatie van minstens 1 duurzame innovatie Uitgevoerd Op doel 100% € 11.650,00
10%
Interviews opzetten met analisten/investeerders
om effectiviteit van marketing en percepties
te beoordelen, inclusief rapportage
Uitgevoerd Op doel 100% € 23.300,00
Organiseren van en deelname aan
initiatieven om teamspirit, performantie en
personeelstevredenheid hoog te houden
5%
Nastreven van een verhoogde klantenfocus en verdere
opbouw entrepreneurship/expertise van de medewerkers
Uitgevoerd Op doel 100% € 11.650,00
5%
Opzetten/opvolgen van een kwalitatief individueel
opleidingsplan (IDP) voor de werknemers (85%)
Uitgevoerd Op doel 100% € 11.650,00
30%
Totaal toegekende
vergoeding CEO
1
:
€ 291.250,00
(1) Conform het remuneratiebeleid werd de overachievement m.b.t. de korte termijn variabele vergoeding
beperkt tot maximaal 25% van de totale on target korte termijn variabele vergoeding.
170 171
Prestatiecriteria Relatief gewicht Target FY2023 Realisatie Prestatierating
Gemeten prestatie
t.o.v. target
Corresponderende
vergoeding
FINANCIEEL
Overige leden van het uitvoerend management
Behalen van vooropgestelde groei van de
vastgoedportefeuille in logistiek vastgoed
30% Groei portefeuille met CAPEX van € 140 mio EUR  Groei portefeuille met een CAPEX van € 79 mio EUR Deels behaald 56% € 26.136,53
Behalen van het vooropgestelde stijging van van het
vooropgestelde EPRA-resultaat per aandeel (EPS)
20% Groei van EPRA-resultaat tot € 4,20 / aandeel Stijging EPRA-resultaat tot 4,45 € / aandeel Uitmuntend 350% € 108.075,10
Behalen of behouden van een voorgestelde
bezettingsgraad van de gebouwen
20% Bezettingsraad > 97,5% Bezettingsgraad 100% Uitmuntend 125% € 38.598,25
70%
NIET-FINANCIEEL
Behalen van 1 ESG KPI
5%
>60% jaarlijkse investeringen in
brown & grey field locaties
Uitgevoerd Op doel 100% € 5.000,00
5% Implementatie van minstens 1 duurzame innovatie Uitgevoerd Op doel 100% € 10.000,00
10%
Interviews opzetten met analisten/investeerders
om effectiviteit van marketing en percepties
te beoordelen, inclusief rapportage
Uitgevoerd Op doel 100% € 10.439,30
Organiseren van en deelname aan
initiatieven om teamspirit, performantie en
personeelstevredenheid hoog te houden
5%
Nastreven van een verhoogde klantenfocus en verdere
opbouw entrepreneurship/expertise van de medewerkers
Uitgevoerd Op doel 100% € 7.719,65
5%
Opzetten/opvolgen van een kwalitatief individueel
opleidingsplan (IDP) voor de werknemers (85%)
Uitgevoerd Op doel 100% € 7.719,65
30%
Totaal toegekende
vergoeding overige
leden van het uitvoerend
management
1
:
€ 179.393,00
(1) Conform het remuneratiebeleid werd de overachievement m.b.t. de korte termijn variabele vergoeding
beperkt tot maximaal 25% van de totale on target korte termijn variabele vergoeding.
172 173
6.8.2.3 Lange termijn variabele vergoeding
In 2022 werd een long term incentive plan aangeboden
aan de CEO (€ 700.000 on target) en CFO (€ 425.000 on
target). Dit plan heeft betrekking op het behalen van KPI’s
gemeten over een 5-jaar periode van 2022 t.e.m. 2026 en
wordt, indien behaald, integraal uitbetaald begin 2027.
De KPI’s (inclusief hun concrete invulling en weging)
van dit plan werden, op advies van het remuneratie- en
benoemingscomité, vastgesteld door de raad van bestuur en
zijn gelinkt aan vooraf vastgelegde prestatiecriteria in lijn met
de strategische prioriteiten van Montea. Het behalen van de
KPI’s zal finaal worden geëvalueerd door de raad van bestuur
en het remuneratie- en benoemingscomité begin 2027. Een
overachievement kan worden erkend zonder dat dit, conform
het remuneratiebeleid, meer mag bedragen dan 50% van
de totale on target lange termijn variabele vergoeding.
Anders dan hieronder vermeld bestaan er binnen Montea op
31 december 2023 geen long term incentive plans ten gunste
van de bestuurders of leden van het uitvoerend management.
Prestatiedoelstelling
Gemeten prestatie
(per 31/12/2023)
Relatief
gewicht
Threshold CAP
Portefeuille - groei van € 1,698 miljard naar € 2,848 miljard In uitvoering 25 % 50 % 150 %
Waardecreatie – groei EPRA NTA van 65,00 €/aandeel naar € 85,00 / aandeel In uitvoering 25 % 50 % 150 %
EPS – groei van 3,75 €/aandeel naar € 5,25 / aandeel In uitvoering 50 % 50 % 150 %
Naam Vertegenwoordigd door Aantal aandelen
Jo De Wolf - 127.873
Elijarah BV Els Vervaecke 809
Els Vervaecke - 7.350
Jimmy Gysels - 205
PSN Management Peter Snoeck 1.129
Peter Snoeck
1
- 173.635
DDP Management BV Dirk De Pauw -
Dirk De Pauw - 78.509
Philippe Mathieu - -
Barbara De Saedeleer - -
Koen Van Gerven - 206
Lieve Creten - -
6.8.2.4 Aandelengerelateerde
vergoeding in het boekjaar 2023
Montea heeft in 2023 een aandelenaankoopplan opgezet
ten gunste van bepaalde werknemers en leden van het
management van de Vennootschap. De begunstigden onder
het aandelen aankoopplan hebben de mogelijkheid (doch
niet de verplichting) om een bepaald aantal aandelen aan te
kopen tegen een marktconforme prijs, die een korting bevat
rekening houdende met o.a. een lock-up van 3,5 jaar.
Onder dit aankoopplan werden op 21 maart 2024 1.000 aandelen
aangekocht door Els Vervaecke (vaste vertegenwoordiger van
Elijarah BV, CFO). Deze aandelen werden aangekocht aan
een eenheidsprijs van € 65,16 berekend als 83,33% van de
gemiddelde slotkoers van het aandeel Montea op Euronext
Brussel gedurende de twintig beursdagen voorafgaand
aan de datum van het aanbod (16 februari 2024).
Een overzicht van het aandelenbezit van de leden van de
bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen
van Montea per 31 december 2023 is als volgt:
(1) Deze aandelen worden aangehouden binnen de huwgemeenschap. De huwgemeenschap bezit eveneens 120.000 aandelen in vruchtgebruik.
174 175
Naam, positie
Belangrijkste bepalingen van het aandelenoptieplan Openingsbalans In de loop van het jaar (**) Eindbalans
1.
Identificatie van
het Plan
2.
Datum van
aanbod
3.
Datum van
verwerving
4.
Einde van de
retentieperiode
5.
Uitoefen-
periode (*)
6.
Uitoefenprijs
7.
Opties bij het begin
van het jaar
8.
a) Aantal aangeboden opties
b) Waarde onderliggende
aandelen @ datum van aanbod
9.
a) Aantal verworven opties
b) Waarde onderliggende aandelen
@ datum van verwerving
c) Waarde @ uitoefenprijs
d) Meerwaarde @ datum van
verwerving
10.
Opties toegekend
en niet verworven
Jo De Wolf,
CEO
SOP 2020 18/12/2020 31/12/2023 NVT 1/03/2024 - 18/12/2030 € 90,70 0
a) 2.500
2.500
b) € 226.750
SOP 2021 22/12/2021 31/12/2024 NVT 1/03/2025 - 22/12/2031 € 127,60 2.500
a) 2.500
2.500
b) € 319.000
SOP 2023 15/12/2023 31/12/2026 NVT 1/03/2025 - 15/12/2033 € 78,70 5.000
a) 2.500
2.500
b) € 196.750
Totaal 7.500
Jimmy Gysels,
Chief Property
Manager
SOP 2020 18/12/2020 31/12/2023 NVT 1/03/2024 - 18/12/2030 € 90,70 0
a) 2.500
2.500
b) € 226.750
SOP 2021 22/12/2021 31/12/2024 NVT 1/03/2025 - 22/12/2031 € 127,60 2.500
a) 2.500
2.500
b) € 319.000
SOP 2022 16/12/2022 31/12/2025 NVT 1/03/2026 - 16/12/2032 € 65,60 5.000
a) 2.500
2.500
b) € 164.000
SOP 2023 15/12/2023 31/12/2026 NVT 1/03/2025 - 15/12/2033 € 78,70 7.500
a) 2.500
2.500
b) € 196.750
Totaal 10.000
Montea heeft, net zoals in voorgaande jaren, in 2023 een
aandelenoptieplan opgezet ten gunste van bepaalde leden
van het (uitvoerend en niet-uitvoerend) management en
bepaalde werknemers, discretionair aangewezen door de
raad van bestuur op aanbeveling van het remuneratie- en
benoemingscomité. De begunstigden onder het aandelenoptieplan
hebben de mogelijkheid om opties te verwerven met een
looptijd van tien jaar en die kunnen uitgeoefend worden aan
een prijs die gelijk is aan het laagste van (a) de slotkoers van
het aandeel Montea op Euronext Brussel op de beursdag
voorafgaand aan de datum van het aanbod; en (b) de
gemiddelde slotkoers van het aandeel Montea op Euronext
Brussel gedurende de periode van 20 beursdagen voorafgaand
aan de datum van het aanbod. De opties worden definitief
verworven (“vesting”) na een periode van drie jaar.
Een overzicht van de aandelenopties aangeboden
aan de leden van het uitvoerend management
is als volgt:
(*) De uitoefenperiodes zijn beperkt tot de periode van 1 maart t.e.m. 15 maart, 1 juni t.e.m. 15 juni, 1 september t.e.m. 15 september en
1 december t.e.m. 15 december van elk jaar en de laatste 2 maanden vóór hun vervaldatum t.e.m. deze vervaldatum.
(**) Gedurende het jaar werden geen aandelenopties uitgeoefend en vervielen geen opties.
176 177
6.8.2.5 Evolutie van de vergoedingen en prestaties
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de jaarlijkse
verandering van de totale remuneratie, de ontwikkelingen en
prestaties van Montea, de gemiddelde remuneratie van de
werknemers en de verhouding tussen de hoogste remuneratie
van de managementleden en de laagste remuneratie
van de werknemers op basis van voltijds equivalent.
De Vennootschap interpreteert art. 3:6, §3, vijfde lid WVV zo
dat de vereiste om de vijfjarige evolutie van de remuneratie
ten opzichte van de prestaties van de Vennootschap en de
gemiddelde remuneratie van de werknemers weer te geven
slechts van toepassing is vanaf 2020. Bijgevolg worden de cijfers
van voor 2020 niet opgenomen in onderstaande vergelijking.
2023 vs 2022 2022 vs 2021 2021 vs 2020
Jaarlijkse verandering in remuneratie van de leden van de raad van bestuur
1
Vaste remuneratie € 71.400,00 € 39.300,00 € 137.533,00
Variabele remuneratie € 0,00 € 0,00 € 0,00
Jaarlijkse verandering in remuneratie van de CEO
Vaste remuneratie € 77.560,32 € 33.859,18 € 6.020,82
Variabele remuneratie € 28.750,00 € 42.500,00 € 18.257,00
Jaarlijks verandering in remuneratie andere leden van het uitvoerend management
Vaste remuneratie € 5.300,00 € 42.877,00 € 31.705,35
Variabele remuneratie € 19.140,00 € 17.755,62 -€ 15.311,55
Jaarlijkse verandering in de ontwikkeling van de prestaties
2
Groei van de portefeuille + 5% + 28% + 24,5%
EPS + 20% + 9% + 7%
DPS + 13% + 9% + 7%
Bezettingsgraad + 0,6% - 0,3% + 0,3%
Vastgoedresultaat + 16% + 18% + 14%
EPRA-resultaat + 33% + 12% + 8%
Jaarlijkse verandering in de gemiddelde remuneratie van werknemers
3
Belgische werknemers
4
12% 2% -3%
Nederlandse werknemers -4% 6% 2%
Franse werknemers 1% 32% 0%
Duitse werknemers
5
100% - -
Op geconsolideerde basis 12% 10% -2%
Ratio hoogste vergoeding management en
laagste vergoeding werknemers
6
16 16 14
6.8.2.6 Vertrekvergoedingen
toegekend in het boekjaar 2023
Er werden geen vertrekvergoedingen toegekend of uitbetaald
in het boekjaar 2023 aangezien geen enkel contract met
leden van het uitvoerend management werd beëindigd.
6.8.2.7 Terugvorderingsrechten
toegepast in het boekjaar 2023
In 2023 werd geen toepassing gemaakt van
mogelijke terugvorderingsrechten.
6.8.2.8 Afwijkingen van het
remuneratiebeleid in het boekjaar 2023
In 2023 was de toepassing van het bezoldigingsbeleid
voor de bestuurders en het uitvoerend management in
overeenstemming met het remuneratiebeleid. Er vonden
geen afwijkingen plaats.
(1) Voor deze berekening werd de vergoeding van de CEO, die tevens lid is van de raad van bestuur, niet meegerekend.
De vergoeding van de voorzitter van de raad van bestuur werd wel meegerekend.
(2) De significante stijging van het EPRA-resultaat, EPS en DPS is te verklaren door de positieve recurrente resultaten van de vennootschap
en mede door uitzonderlijke opbrengsten (in het bijzonder de toekenning van het FBI statuut voor 2021 en 2022).
(3) De weergegeven gemiddelde remuneratie is deze van alle werknemers zoals gedefinieerd naar Belgisch recht met uitzondering van personen die ook deel uitmaken
van het uitvoerend management. De gemiddelde remuneratie van een werknemers is berekend op basis van de cijfergegevens weergeven in dit jaarverslag.
(4) Stijging te verklaren door inflatie en verdere uitbouw team in België.
(5) Tijdens 2023 werd het lokaal team in Duitsland opgestart en uitgebouwd wat de 100% stijging verklaart.
(6) De ratio werd berekend op basis van totale kost aan de vennootschap. De variabele remuneratie wordt meegenomen in het jaar dat ook
het prestatiejaar omvat (dit is alleen gelijk aan de korte termijn variabele cash vergoeding zoals hierboven beschreven).
178 179
Risicofactoren
HOOFDSTUK ZEVEN HOOFDSTUK ZEVEN HOOFDSTUK ZEVEN HOOFDSTUK ZEVEN HOOFDSTUK
HOOFDSTUK ZEVEN HOOFDSTUK ZEVEN HOOFDSTUK ZEVEN HOOFDSTUK ZEVEN HOOFDSTUK
7.1  Risicofactoren gerelateerd aan de nanciële 
situatie van Montea 181
7.2 Wettelijke en regelgevende risico’s 182
7.3 Risico’s verbonden aan vennootschapsrechtelijke
structuur van Montea 184
7.4 Risico’s verbonden aan de vastgoedportefeuille van Montea 184
7.5 Marktrisico’s 186
180 181
7.1 Risicofactoren gerelateerd
aan de financiële situatie van
Montea
7.1.1 Evolutie van de interestvoeten
De korte- en/of langetermijnrentes op de (internationale)
financiële markten kunnen sterk schommelen.
Met uitsluiting van de financiële overeenkomsten omtrent de 
andere financiële schulden
1
, € 640 miljoen aan obligatieleningen
en € 33 miljoen aan bilaterale kredietlijnen, sluit Montea al
haar financiële schulden af tegen een variabele rentevoet 
(bilaterale kredietlijnen aan EURIBOR 3maanden + marge).
Een stijging in de rente zal financiering via vreemd vermogen
in principe duurder maken voor de Vennootschap. Per 31
december 2023 bedraagt de totale financiële schuld die 
onderworpen is aan variabele interestvoeten € 129 miljoen.
Om het risico van stijgende rentevoeten in te dekken, voert
Montea een beleid dat erop gericht is 80% tot 100% van de
rentevoeten van haar bestaande inclusief verwachte financiële
schulden in te dekken. Op 31 december 2023 zijn de opgenomen
bedragen onder de kredietlijnen en de obligatieleningen voor
97% ingedekt door indekkingsinstrumenten (swaps en caps)
of kredietlijnen/obligatieleningen met vaste rentevoet. Een
stijging van de korte termijn interestvoeten met 100 basispunten,
berekend op datum van 31 december 2023, zou een stijging
van de totale financiële kost met € 0,2 miljoen veroorzaken.
Voor een verdere uiteenzetting inzake de reële waarde van 
de financiële verplichtingen wordt verwezen naar sectie 
8.2 (Toelichting 39: Reële waarde hiërarchie - Financiële 
verplichtingen). Meer informatie met betrekking tot de netto
interest kosten kan worden teruggevonden in sectie 8.2
(Toelichting 15: Netto interest kosten) en voor toelichting
met betrekking tot de interestlasten wordt verwezen naar
sectie 4.4.4 (ondertitel: Interestlasten). Voor een verdere
uiteenzetting inzake ons algemeen financieringsbeleid en onze
financieringsstructuur wordt verwezen naar sectie 4.2.1 en 4.2.3.
7.1.2 Liquiditeitsrisico
Om haar activiteiten en investeringen te nancieren is Montea 
in hoge mate afhankelijk van haar vermogen om nanciële 
middelen op te halen. Dat vermogen kan worden verstoord
door verschillende (externe) factoren, bv. verstoringen van de
internationale nanciële schuld- en aandelenkapitaalmarkten, 
een vermindering van de kredietverleningscapaciteiten van
banken, een verslechtering van de kredietwaardigheid van
Montea, een negatieve perceptie van beleggers ten aanzien van
vastgoedvennootschappen, enz. Elk van deze gebeurtenissen
zou ertoe kunnen leiden dat Montea problemen ervaart om
onder haar bestaande of nieuwe kredietfaciliteiten, of op de
kapitaalmarkten, toegang te krijgen tot nanciering. Dit kan 
potentieel leiden tot, onder andere, de onmogelijkheid om
acquisities of projecten te nancieren en een gebrek aan 
voldoende nanciële middelen om interesten, operationele 
kosten en uitstaand kapitaal van leningen en/of obligaties op
vervaldag (terug) te betalen.
Het liquiditeitsrisico wordt onder meer ingeperkt door de
diversicatie van de nancieringsbronnen: de totale nanciële 
schuld bestaat voor 17,1% uit opgenomen kredietlijnen, 82,8%
aan obligatieleningen en 0,1% aan andere nanciële schulden 
(leasing). Bovendien voorziet Montea steeds een voldoende ruime
liquiditeitsbuffer om aan haar korte termijn verplichtingen te
voldoen. Op jaareinde bedraagt deze buffer € 277 miljoen.
Voor meer details over het financieringsbeleid van
Montea wordt verwezen naar sectie 4.2.1.
Hierna worden enkel de risicofactoren beschreven die
door de Vennootschap als specifiek en materieel werden
beschouwd.De niet-specifieke risico’s, met name de risico’s
die niet alleen een onderneming als Montea betreffen,
werden niet in dit overzicht opgenomen. Bovendien
beoordeelt Montea het belang van het risico op basis van de
waarschijnlijkheid dat het zich zal voordoen en de verwachte
omvang van het negatieve effect ervan overeenkomstig de
Prospectusverordening. Conform punt 33 van de ESMA-
richtsnoeren en artikel 16 van de Prospectusverordening worden
per categorie de meest materiële risico’s eerst vermeld.
Risicofactoren
(1) Montea heeft een financiële leasingschuld aangaande een lopende financiële overeenkomst van EUR 582.244 (< 0,1% van de totale financiële schuld.
182 183
Bovendien wordt het verlies van de erkenning als GVV in
kredietovereenkomsten over het algemeen beschouwd als een
aanleiding voor de vervroegde terugbetaling van bankkredieten
(Montea heeft € 137 miljoen opgetrokken bankkredieten op 31
december 2023) waardoor de liquiditeit van Montea zou kunnen
dalen. Ten slotte is Montea blootgesteld aan het risico van
toekomstige wijzigingen van het wettelijk stelsel van GVV.
7.2.3 Wetgevend en fiscaal kader
voor FBI
Voor het realiseren van haar vastgoedinvesteringen in Nederland
diende Montea reeds vanaf 2013 een verzoek in voor toepassing
van het fiscaal regime van de ‘Fiscale Beleggingsinstelling’ 
(hierna “FBI”) (zoals bedoeld in artikel 28 van de Wet op de 
vennootschapsbelasting 1969) m.b.t. Montea Nederland N.V.
en haar dochtervennootschappen. In de loop van 2023 heeft de
Nederlandse fiscus voor de boekjaren 2015 t.e.m. 2022 erkend
dat de betrokken Nederlandse Montea entiteiten voldoen aan de
FBI vereisten en dat derhalve geen vennootschapsbelasting was 
verschuldigd over deze periode.
In 2023 en de vooruitzichten voor 2024 houdt Montea
voorzichtigheidshalve nog rekening met de mogelijkheid dat het
FBI-statuut geweigerd zou kunnen worden. In die zin werden extra 
belastingvoorzieningen in het (ingeschatte) EPRA-resultaat van
2023 en 2024 opgenomen, zijnde telkens het verschil tussen het
fiscaal statuut van FBI en de regulier belaste sfeer. De aangelegde 
voorzieningen van € 3,7 miljoen voor boekjaar 2023 en € 3,1
miljoen voor boekjaar 2024 hebben mogelijk een positief effect op
het toekomstig EPRA-resultaat bij de toekenning van het FBI-
statuut voor deze respectievelijke boekjaren.
Doordat Montea het FBI-statuut toegekend gekregen heeft 
voor de periode 2015 t.e.m. 2022 is Montea gesterkt in haar
overtuiging dat ze ook voor de periode 2023 t.e.m. 2024 voldoet
aan alle voorwaarden om het FBI-statuut te kunnen claimen. 
Dergelijke toekenning van het FBI-statuut zou resulteren in een 
toekomstige bijkomende positieve impact op het EPRA-resultaat
voor bedragen overeenkomstig de aangelegde voorzieningen
(totaalbedrag van €6,8 miljoen of € 0,37 per aandeel). Daarnaast 
zou ook een positieve impact volgen van € 5,2 miljoen op het
portefeuilleresultaat via terugname van de voorziene latente
belasting op het vastgoed. Een weigering van toelating tot het
statuut zou geen impact hebben op het ingeschatte EPRA-
resultaat voor de periodes 2023-2024.
Ondersteund door het Europese recht en de toekenning van het
statuut voor de jaren 2015 t.e.m. 2022, blijft de inzet van Montea
erop gericht om in Nederland ook vanaf 2023 het FBI-statuut toe 
te kunnen passen. De belastingaangiften zullen dan ook als FBI 
worden ingediend (minstens tot en met 2024) aangezien Montea
van mening blijft dat ze nog steeds voldoet aan alle voorwaarden
om het FBI-statuut te kunnen claimen.
De aangekondigde vastgoedmaatregel werd via het
Belastingplan 2024 omgezet in wetgeving, waardoor FBI’s 
vanaf 2025 niet langer rechtstreeks in Nederlands vastgoed
kunnen beleggen. Dit impliceert dat Montea Nederland
N.V. en haar dochtervennootschappen vanaf 2025 niet
langer aanspraak kunnen maken op het FBI-statuut. De 
Nederlandse Belastingdienst trof flankerende maatregelen
om het herstructureren van vastgoed-FBI’s te faciliteren, zoals
bijvoorbeeld vrijstelling van overdrachtsbelasting. Voor een
verdere uiteenzetting inzake FBI wordt verwezen naar sectie 
10.5.4.
7.2.4 Wetgevend en
fiscaal kader voor SIIC
2
Voor haar investeringen in vastgoed in Frankrijk heeft 
Montea gekozen voor het fiscaal stelsel van de “Sociétés
d’Investissements Immobiliers Cotées” (hierna SIIC), conform 
artikel 208-C van de Code Général des Impôts français. Het
belangrijkste voordeel van dat stelsel bestaat in een vrijstelling
van Franse vennootschapsbelasting, op voorwaarde dat 
wordt voldaan aan een uitkeringsverplichting voor bepaalde
vastgoedinkomsten (huurgelden, gerealiseerde meerwaarden
op vastgoed, vastgoedinkomsten uit dochtervennootschappen),
grotendeels naar het voorbeeld van het regime van de GVV in de
Belgische vennootschapsbelasting.
Aan het stelsel zijn een aantal bijzondere voorwaarden verbonden.
Zo moet de vennootschap genoteerd zijn op een Franse of 
buitenlandse gereglementeerde markt en moet het voorwerp
van de vennootschap in hoofdzaak bestaan in de verwerving of de
bouw van onroerende goederen met het oog op verhuring of in het
aangaan van een rechtstreekse of onrechtstreekse participatie in
ondernemingen met een soortgelijk voorwerp.
7.2 Wettelijke en
regelgevende risico’s
7.2.1 Openbaar domein en
luchthavenzones
7.2.1.1 Concessies en opstalrechten
Voor welbepaalde sites beschikt Montea over een opstalrecht of
een concessierecht op openbaar domein. In het bijzonder wordt
hierbij verwezen naar (i) de opstalovereenkomsten die Montea
of haar dochtervennootschappen heeft afgesloten met Brussels
Airport Company (BAC) voor sites gelegen in de luchthavenzone
en (ii) de concessieovereenkomsten die Montea of haar
dochtervennootschappen heeft afgesloten met North Sea Port of
met De Vlaamse Waterweg
1
.
Deze opstal- en concessierechten zijn beperkt in de tijd en
kunnen tevens, omwille van redenen van algemeen belang, door
de opstalgever/concessiegever worden beëindigd vooraleer hun 
voorziene eindduur is verstreken.
Het hiermee gepaard gaande risico voor Montea is tweeledig.
Enerzijds riskeert Montea haar opstal- of concessierecht op de
site, en daarom dus ook haar investering / haar gebouw(en) op de
site, voortijdig te verliezen. Anderzijds riskeert Montea te worden
blootgesteld aan schadeclaims vanwege de gebruiker(s) van dat
(die) gebouw(en) omdat samen met het opstal- of concessierecht
op de site, ook de gebruiksovereenkomst noodzakelijkerwijs
voortijdig eindigt.
Globaal is € 376.525.463 (of 18,6% van de totale waarde) van de
vastgoedportefeuille van Montea onderworpen aan dit risico op 31
december 2023. De geconsolideerde huurinkomsten gelieerd aan
deze sites bedroegen € 20.532.246 (of 18,7% van het totaal aantal
huurinkomsten) in 2023. Als de opstal- en concessierechten voor
dit deel van de vastgoedportefeuille integraal vroegtijdig zouden
worden beëindigd, zouden deze huurinkomsten naar de toekomst 
vervallen.
Dit tweeledig risico is evenwel quasi steeds ingeperkt (a) door
bepalingen in de gebruiksovereenkomst krachtens dewelke,
in geval van een dergelijke beëindiging, de gebruiker geen 
schadevergoeding kan claimen van Montea, en/of (b) doordat in
geval van een dergelijke beëindiging, de opstalgever / 
concessiegever krachtens de opstalovereenkomst / concessie-
overeenkomst is gehouden om de integrale schade van Montea
(met in begrip van schadeclaims van de gebruiker) te vergoeden.
Tot op heden heeft dit risico zich niet voorgedaan.
7.2.1.2 (Veiligheids)reglementering
Welbepaalde sites van Montea die gelegen zijn op openbaar
domein of binnen luchthavenzones zijn onderworpen
aan specifieke (veiligheids-)reglementeringen (bv.
nachtvluchtregimes). Indien deze reglementeringen
zouden wijzigen/verstrengen, kan dit een impact hebben
op de verhuurbaarheid van de betrokken onroerende
goederen of in sommige gevallen bepaalde contractuele
beëindigingsmogelijkheden activeren voor de gebruikers. 
Globaal is € 170.022.721 (of 8,2% van de waarde) van de
vastgoedportefeuille van Montea onderworpen aan dit risico op 31
december 2023. Gezamenlijk genereren deze assets € 9.043.700
aan huurinkomsten.
Tot op heden heeft dit risico onder deze gebruiksovereenkomsten
zich niet voorgedaan.
7.2.2 Wetgevend en fiscaal kader
voor openbare gereglementeerde
vastgoedvennootschappen
Als gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV) geniet
Montea een gunstig fiscaal stelsel. De resultaten (huur-
inkomsten en meerwaarden van verkopen verminderd
met de bedrijfskosten en financiële lasten) zijn vrijgesteld 
van de vennootschapsbelasting op het niveau van de GVV
(maar niet op het niveau van de dochtervennootschappen,
met uitzondering van dochtervennootschappen die als
gespecialiseerd vastgoedbeleggingsfonds (GVBF) kwalificeren). 
De dividenduitkeringen door een GVV zijn onderworpen aan
een roerende voorheffing van, in principe, 30%. Aan dit gunstig
fiscaal stelsel zijn er echter ook verplichtingen en beperkingen
verbonden waaraan Montea zich dient te houden. Zo mag een
GVV maximaal 20% van haar geconsolideerde activa beleggen
in “ander vastgoed” zoals gedefinieerd in artikel 2, 5° vi tot xi 
van de GVV Wet. Per 31 december 2023 wordt deze grens niet
overschreden door Montea.
Bij verlies van de erkenning van het statuut van GVV, wat een
ernstig en aanhoudend verzuim door Montea van de naleving
van de bepalingen van de GVV Wet of het GVV KB veronderstelt,
zou Montea het voordeel van dit gunstig fiscaal stelsel verliezen.
(1) Of met één van haar rechtsvoorgangers: Waterwegen en Zeekanaal of De Scheepvaart. Meer informatie over de buiten balans
verplichtingen hieraan gerelateerd kan worden teruggevonden in sectie 8.2 (Toelichting 43: Buiten balans verplichting).
(2) Meer informatie m.b.t. het SIIC-statuut kan worden teruggevonden in sectie 10.5.3.
184 185
Indien Montea haar statuut van SIIC zou verliezen, bv. doordat
zij één of meerdere voorwaarden onder de Franse wet niet 
langer naleeft, is zij verplicht een aantal nabetalingen te doen
in de Franse vennootschapsbelasting aan een tarief van 25%. 
Montea schat de jaarlijkse financiële impact in dergelijk geval 
op maximaal € 0,03 per aandeel op basis van het gerealiseerde
resultaat van 2023, zonder hierbij rekening te houden met
groeiassumpties van de portefeuille.
Niettegenstaande het feit dat een SIIC vrijgesteld is van Franse 
vennootschapsbelasting, houdt Frankrijk een bronheffing 
in op de niet-uitgekeerde winsten van een Frans bijkantoor 
(de zgn. branch remittance tax). Montea doet beroep op het
dubbelbelastingverdrag tussen België en Frankrijk zodat deze 
Franse bronheffing resulteert in een tax leakage van 5% op de 
winst na belasting van het Frans bijkantoor. In 2021 hebben België
en Frankrijk een nieuw dubbelbelastingverdrag afgesloten dat nog 
niet in werking is getreden. Montea verwacht dat de beperking
van de Franse bronheffing niet langer van toepassing zal zijn 
zodra het nieuw dubbelbelastingverdrag in werking treedt (ten
vroegste vanaf 2025). Ervan uitgaand dat het Frans bijkantoor als 
SIIC kwalificeert, is de jaarlijkse financiële impact een bijkomende 
bronheffing van 20%, zijnde het verschil tussen de zgn. branch
remittance tax van 25% en de huidig toegepaste verlaagde
bronheffing van 5%.
7.3 Risico’s verbonden aan
vennootschapsrechtelijke
structuur van Montea
7.3.1 Risico’s verbonden aan de Enige
Bestuurder
In haar hoedanigheid van controlerende aandeelhouder van de
Enige Bestuurder
1
, heeft de Familie De Pauw een belangrijke 
invloed, vermits zij bepaalt – rekening houdende met de wettelijke
regels inzake corporate governance en het Corporate Governance
Charter van Montea – wie bestuurder wordt van de Enige
Bestuurder. De algemene vergadering van Montea kan bovendien
slechts beraadslagen en besluiten wanneer de Enige Bestuurder
aanwezig is. Tevens dient de Enige Bestuurder zijn instemming
te geven bij de belangrijkste beslissingen van de algemene
vergadering van Montea (met inbegrip van de wijziging van de
statuten). Ten gevolge van dit statutaire vetorecht, en gezien de
Enige Bestuurder vrijwel onafzetbaar is, kan de beslissingsmacht
van de algemene vergadering van Montea worden geblokkeerd,
waardoor voor Montea noodzakelijke of nuttige beslissingen niet
kunnen worden genomen door de algemene vergadering. Hierdoor
bestaat het risico dat de aan de aandelen verbonden stemrechten
geheel of gedeeltelijk worden uitgehold.
7.3.2 Risico’s verbonden aan een
eventuele controlewijziging
Op het ogenblik dat Montea haar statuten zou wijzigen en zij
een andere vorm dan een naamloze vennootschap met enige
bestuurder zou aannemen of zij een andere enige bestuurder
dan Montea Management NV zou benoemen, kan de voorziene
clausule met betrekking tot een controlewijziging in de
obligaties
2
worden geactiveerd. Dit zou tot gevolg hebben dat elke
obligatiehouder, door middel van een schriftelijke kennisgeving
aan de zetel van Montea met een kopie aan de respectievelijke
“agent”, kan eisen dat zijn of haar obligaties onmiddellijk 
opeisbaar en terug betaalbaar worden verklaard tegen de
nominale waarde samen met verworven interest (indien die er
is) tot de datum van betaling, zonder verdere formaliteiten, tenzij
dergelijke wanprestatie wordt rechtgezet of een verzaking van de
obligatiehouders wordt bekomen.
Ook in de bilaterale kredieten kan dit de clausule met betrekking
tot een controlewijziging activeren waardoor de betrokken
financiële instellingen het recht zouden hebben om alle uitstaande 
bedragen op te eisen. Montea beschikte op 31 december 2023
over € 665 miljoen aan opgenomen obligatieleningen en € 137,3
miljoen aan kredietlijnen.
7.4 Risico’s verbonden aan
de vastgoedportefeuille van
Montea
7.4.1 Bouw- en ontwikkelingsrisico
De vastgoedportefeuille van Montea wordt niet alleen uitgebreid
door de verwerving van bestaande gebouwen, maar ook door
ontwikkelingsprojecten. Dergelijke projecten houden soms
andere risico’s in dan de klassieke verwerving van bestaande
gebouwen. Het gaat onder meer over de volgende potentiële 
risico’s: het vinden van de juiste partners om de ontwikkeling
uit te voeren, vertraging van de ontwikkeling of gebrekkige
uitvoering (met verminderde huurinkomsten, uitstel of verlies
van verwachte huurinkomsten tot gevolg), een stijging van de
bouwkosten, organisatorische problemen in de toelevering van
de nodige grondstoffen of materialen en het risico dat de nodige
vergunningen niet toegekend dan wel aangevochten worden.
Montea is hierbij in belangrijke mate onderhevig aan macro-
economische evoluties, zoals bv. een mogelijke stijging van de
kostprijs van grondstoffen en bouwmaterialen en verstoringen
in de toeleveringsketen ingevolge gewapende conflicten (bv.
in Oekraïne) of anderszins. Het operationele team van Montea
volgt deze risico’s proactief op en wekelijks worden de lopende
projecten besproken om timing en budget te monitoren.
Bovendien doet Montea haar best om contracten te onderhandelen
die deze risico’s tot een minimum beperken, bv. stijgingen in de
bouwkost worden waar mogelijk niet doorgerekend naar Montea,
het bekomen van een bouwvergunning is een opschortende
voorwaarde voor het project en de projecten waarin Montea
investeert zijn zo veel mogelijk voorverhuurd.
Daarnaast sluit Montea soms voor build-to-suit projecten
een overeenkomst af met een ontwikkelaar waarin Montea
zich verbindt om tegen een vooraf afgesproken prijs het
respectievelijke gebouw (of de vennootschap waartoe het gebouw
behoort) te zullen aankopen, mits het vervullen van enkele
opschortende voorwaarden. Deze opschortende voorwaarden
hebben betrekking op o.a. het afleveren van de garantie, de
eerste huurbetaling, het bekomen van de nodige vergunningen
en de voorlopige oplevering van het gebouw. Als het gebouw
later dan voorzien wordt opgeleverd of indien er één of meerdere
opschortende voorwaarden niet zijn vervuld, kan Montea beslissen
om het gebouw (of de vennootschap waartoe het gebouw behoort)
niet (of pas later) over te nemen, wat een impact kan hebben op
de vooropgestelde resultaten van Montea en haar toekomstige
vastgoedportefeuille
3
.
7.4.2 Leegstand
Montea wordt blootgesteld aan de risico’s die verband houden met
het vertrek van haar huurders en de heronderhandeling van hun
huurovereenkomsten. Een hogere leegstand brengt bijkomende
kosten met zich mee, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, ten
laste neming van normaal door te rekenen kosten (onroerende
voorheffing, beheerskosten, etc.) en commerciële kosten met 
betrekking tot wederverhuring en/of neerwaartse herziening van
de huurprijzen. Bovendien zal een verhoogde leegstand leiden tot
een daling van de inkomsten en cashflows.
Montea hanteert een investeringsstrategie die onder meer gericht
is op duurzaam en veelzijdig logistiek vastgoed, bestaande uit
strategische toplocaties, multimodale sites, multifunctionele
gebouwen en maximale benutting van ruimte. Montea beschikt
over een professioneel team dat zich toelegt op het zoeken naar
nieuwe huurders en het actief beheren van de relatie met haar
klanten. Bovendien wordt leegstand vermeden en een stabiele
cashflow van huurinkomsten verzekerd doordat een groot deel van
de vastgoedportefeuille wordt verhuurd op basis van lange termijn
huurovereenkomsten wat het mogelijk maakt om het risico op
huurleegstand te spreiden.
Op 31 december 2023 lag de resterende looptijd van de
huurovereenkomsten tot vervaldag op 6,5 jaar (exclusief
zonnepanelen). De bezettingsgraad kwam op 31 december 2023 op
100%, zijnde een volledige verhuring van de vastgoedportefeuille.
7.4.3 Klimaatrisico
De duurzaamheidsstrategie bepaalt hoe Montea zal
bijdragen aan de klimaatdoelstellingen om zo de effecten
van klimaatverandering zo goed mogelijk te beperken. De
klimaatverandering brengt ook veranderende risico’s met zich
mee. Montea bouwt haar portefeuille op met deze veranderende
noden in het achterhoofd.
Het belangrijkste, directe risico van de klimaatverandering ziet
Montea in extreme weersomstandigheden. Schade door extreme
weersomstandigheden en natuurrampen wordt evenwel gedekt
door diverse verzekeringen waardoor de directe financiële 
impact (op korte en middellange termijn) hiervan bijgevolg niet
als materieel wordt beschouwd. Een significante stijging van het
aantal schadegevallen (bij Montea of in het algemeen) zou op
langere termijn invloed kunnen hebben op de verzekerbaarheid
van de portefeuille en de verzekeringspremies. Op vandaag heeft
Montea geen materiële impact op haar portefeuille met betrekking 
tot dit risico ondervonden.
(1) Voor meer informatie m.b.t. de structuur van de Enige Bestuurder wordt verwezen naar sectie 6.1.
(2) Meer informatie m.b.t. de financiële verplichtingen naar aanleiding van de obligaties kan worden teruggevonden in 
sectie 8.2 (Toelichting 39: Reële waarde hiërarchie, ondertitel 4: Financiële verplichtingen).
(3) Meer informatie over de vooropgestelde resultaten en de toekomstige vastgoedportefeuille van Montea kan worden teruggevonden in sectie 4.4.
186 187
7.5 Marktrisico’s
7.5.1 Concentratierisico
Gelet op de omvang van de projecten waarin Montea investeert,
bestaat het risico dat Montea te veel afhankelijk is van het
voortbestaan van een activageheel of van een contractuele relatie
met één bepaalde klant. De concentratie van het huurdersbestand
kan de diversificatiegraad van de groep beïnvloeden en voor een
terugval van inkomsten en cashflows zorgen wanneer een huurder
vertrekt of financiële problemen heeft. 
Om deze risico’s te beperken en aan risicospreiding te doen, dient
Montea overeenkomstig de GVV Wet een diversificatie van haar
vastgoed te respecteren, dit op geografisch vlak, per type vastgoed
en per categorie van huurder. Meer in het bijzonder mag Montea
geen enkele verrichting uitvoeren die tot gevolg zou hebben dat
meer dan 20% van haar geconsolideerde activa wordt belegd in
vastgoed dat één enkel activageheel vormt, of dat dit percentage,
indien het voor één of meerdere activagehelen al meer dan 20%
zou bedragen, verder toeneemt.
Montea heeft steeds gestreefd naar een sterk gediversifieerd
huurdersbestand, gespreid over meerdere sites. Per 31 december
2023 wordt voormelde diversificatiedrempel van 20% niet bereikt.
De door de grootste huurder Amazon gehuurde gebouwen
vertegenwoordigen 4,8% van de totale jaarlijkse gecontracteerde
huurinkomsten. De waarde van het grootste vastgoedgeheel in de
portefeuille vertegenwoordigt 5,3% van de totale reële waarde van 
de portefeuille (site in Tiel, verhuurd aan Recycling Reko Tiel en
Struyk Verwo Infra).
De opbrengst van de zonnepanelen staat voor 7,6% van de
inkomsten.
7.5.2 Negatieve variatie in reële
waarde van gebouwen
De reële waarde van de vastgoedinvesteringen van Montea 
is onderhevig aan wijzigingen en hangt af van verschillende
factoren, waarvan enkele extern zijn en waarover Montea dus
geen controle heeft (zoals een dalende vraag of bezettingsgraad in
de markten waarin Montea actief is, wijzigingen in de verwachte
beleggingsrendementen of stijgingen van de transactiekosten met
betrekking tot de verwerving of overdracht van vastgoed).
Daarnaast kan de waardering van vastgoed beïnvloed worden
door een aantal kwalitatieve factoren, met inbegrip van, maar
niet beperkt tot, de technische toestand ervan, bijkomende
verplichtingen inzake duurzaamheid van gebouwen, de
commerciële positionering, vereisten inzake kapitaaluitgaven voor 
inrichting, vestiging en indeling.
Elk kwartaal wordt de reële waarde van vastgoedbeleggingen door 
onafhankelijke vastgoeddeskundigen vastgesteld.
Een aanzienlijke daling van de reële waarde van haar vastgoed zou 
potentieel aanzienlijke verliezen met zich kunnen meebrengen
wat potentieel een nadelige impact zou kunnen hebben op de
resultaten en de financiële toestand van Montea, namelijk een 
negatieve beïnvloeding van het nettoresultaat en de NAV, een
daling in de reële waarde van de vastgoedinvesteringen wat leidt
tot een stijging van schuldgraad, en het gedeeltelijk of totaal
onvermogen tot dividenduitkering indien gecumuleerde negatieve
variaties van de reële waarde de uitkeerbare reserves zouden 
overschrijden.
Montea beschikt over een investeringsstrategie die gericht is op
kwaliteitsvolle activa die stabiele inkomsten bieden en draagt zorg
voor een adequate monitoring van haar activa, gecombineerd met
een omzichtig schuldbeleid. Montea monitort haar schuldgraad
en de evolutie van de reële waarde van haar vastgoedbeleggingen
op regelmatige basis. We verwijzen naar sectie 8.2 (Toelichting
20: Vastgoedbeleggingen) voor een sensitiviteitsanalyse met
betrekking tot de reële waarde van de vastgoedbeleggingen.
188 189
Jaarrekening
HOOFDSTUK ACHT HOOFDSTUK ACHT HOOFDSTUK ACHT HOOFDSTUK ACHT HOOFDSTUK ACHT
HOOFDSTUK ACHT HOOFDSTUK ACHT HOOFDSTUK ACHT HOOFDSTUK ACHT HOOFDSTUK ACHT
8.1 Geconsolideerde jaarrekening 190
8.2 Toelichtingen 196
8.3 Enkelvoudige jaarrekening 256
190 191
8.1 Geconsolideerde
jaarrekening
8.1.1 Historische financiële
informatie
De hierna vermelde onderdelen van de jaarlijkse financiële
verslagen van Montea voor de boekjaren 2021, 2022 en 2023
worden door verwijzing opgenomen en kunnen op de zetel of via
de website (www.montea.com) van Montea worden geraadpleegd.
De geconsolideerde jaarrekeningen met betrekking tot de
boekjaren 2021, 2022 en 2023 werden gecontroleerd door de
commissaris van Montea. De verslagen van de commissaris
kunnen worden teruggevonden onder de titel “Verslag van de
commissaris aan de algemene vergadering van de vennootschap
Montea NV” in de jaarlijkse financiële verslagen voor de boekjaren
2021, 2022 en 2023 van Montea, en deze omvatten een oordeel
zonder voorbehoud.
Het kader voor de financiële verslaggeving werd niet gewijzigd.
pagina
JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2021
Jaarrekening, m.i.v. geconsolideerde jaarrekening, verslag van de commissaris en verkorte statutaire jaarrekening 167-236
Beheersverslag 35-167
Vastgoedverslag 57-78
JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2022
Jaarrekening, m.i.v. geconsolideerde jaarrekening, verslag van de commissaris en verkorte statutaire jaarrekening 224-320; 390-394
Beheersverslag 104-145
Vastgoedverslag 372-383
JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2023
Jaarrekening, m.i.v. geconsolideerde jaarrekening, verslag van de commissaris en verkorte statutaire jaarrekening 190-267; 336-340
Beheersverslag 100-125
Vastgoedverslag 320-329
8.1.2 Geconsolideerde balans per 31 december 2023
1
GECONSOLIDEERDE BALANS (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022
I. VASTE ACTIVA 2.312.331 2.216.000
A. Goodwill 0 0
B. Immateriële vaste activa 548 567
C. Vastgoedbeleggingen 2.201.758 2.124.563
D. Andere materiële vaste activa 82.962 50.273
E. Financiële vaste activa 26.825 40.367
F. Vorderingen financiële leasing 0 0
G. Handelsvorderingen en andere vaste activa 239 230
H. Uitgestelde belastingen - activa 0 0
I. Deelnemingen in geassocieerde vennootschappen en joint ventures vermogensmutatie 0 0
II. VLOTTENDE ACTIVA 121.603 111.712
A. Activa bestemd voor verkoop 0 0
B. Financiële vlottende activa 0 0
C. Vorderingen financiële leasing 0 0
D. Handelsvorderingen 28.331 24.607
E. Belastingvorderingen en andere vlottende activa 780 13.458
F. Kas en kasequivalenten 87.604 67.766
G. Overlopende rekeningen 4.888 5.881
TOTAAL ACTIVA 2.433.934 2.327.712
TOTAAL EIGEN VERMOGEN 1.520.777 1.301.220
I. Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedervennootschap 1.518.263 1.297.636
A. Kapitaal 394.914 353.244
B. Uitgiftepremies 423.586 319.277
C. Reserves 580.953 420.657
D. Nettoresultaat van het boekjaar 118.810 204.458
II. Minderheidsbelangen 2.514 3.584
VERPLICHTINGEN 913.157 1.026.492
I. Langlopende verplichtingen 820.997 909.109
A. Voorzieningen 0 0
B. Langlopende financiële schulden 815.327 872.967
a. Kredietinstellingen 105.488 161.271
b. Financiële leasing 465 595
c. Andere 709.374 711.101
C. Andere langlopende financiële verplichtingen 495 -7
D. Handelsschulden en andere langlopende schulden 0 0
E. Andere langlopende verplichtingen 0 0
F. Uitgestelde belastingen - verplichtingen 5.175 36.149
II. Kortlopende verplichtingen 92.160 117.383
A. Voorzieningen 0 0
B. Kortlopende financiële schulden 36.162 59.919
a. Kredietinstellingen 33.333 57.333
b. Financiële leasing 117 110
c. Andere 2.712 2.475
C. Andere kortlopende financiële verplichtingen 0 0
D. Handelsschulden en andere kortlopende schulden 19.416 28.407
a. Exit taks 2.738 6.067
b. Andere 16.678 22.340
E. Andere kortlopende verplichtingen 637 2.343
F. Overlopende rekeningen 35.944 26.714
TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN 2.433.934 2.327.712
(1) Er is geen wijziging van betekenis in de financiële of handelspositie van de groep welke zich heeft voorgedaan na het einde van de laatste verslagperiode waarvoor ofwel
gecontroleerde financiële informatie, ofwel tussentijdse financiële informatie is gepubliceerd uitgezonderd deze opgenomen onder sectie Alternatieve Prestatie-indicatoren (APM’s).
192 193
8.1.3 Geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde
resultaten vóór winstverdeling per 31 december 2023
1
8.1.4 Geconsolideerd resultaat vóór winstverdeling per 31 december 2023
GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING (in EUR x 1.000)
31/12/2023
12 maanden
31/12/2022
12 maanden
I. Huurinkomsten 106.985 90.729
II. Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren 0 0
III. Met verhuur verbonden kosten -360 160
NETTO HUURRESULTAAT 106.625 90.889
IV. Recuperatie van vastgoedkosten 0 0
V. Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen 12.468 10.177
VI.
Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wedersamenstelling op het einde
van de huur
0 0
VII. Huurlasten en belastingen normaal gedragen door huurders op verhuurde gebouwen -14.023 -11.257
VIII. Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven 11.068 10.105
VASTGOEDRESULTAAT 116.139 99.913
IX. Technische kosten -67 -30
X. Commerciële kosten -190 -127
XI. Kosten en taksen van niet verhuurde goederen -137 -349
XII. Beheerskosten vastgoed -2.658 -1.459
XIII. Andere vastgoedkosten -83 -38
VASTGOEDKOSTEN -3.135 -2.003
OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT 113.004 97.910
XIV. Algemene kosten van de vennootschap -10.077 -6.742
XV. Andere operationele opbrengsten en kosten -157 -148
OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE 102.769 91.020
XVI. Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen 0 19
XVII. Resultaat verkoop andere niet-financiële activa 0 0
XVIII. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen 11.870 92.864
XIX. Ander portefeuilleresultaat 0 0
OPERATIONEEL RESULTAAT 114.639 183.903
XX. Financiële inkomsten 866 171
XXI. Netto interestkosten -18.754 -17.931
XXII. Andere financiële kosten -107 -189
XXIII. Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva -14.043 58.408
FINANCIEEL RESULTAAT -32.038 40.460
XXIV. Aandeel in het resultaat van geassocieerde vennootschappen en joint venture 0 0
RESULTAAT VOOR BELASTINGEN 82.601 224.362
XXV. Vennootschapsbelasting 36.209 -19.904
XXVI. Exit taks 0 0
BELASTINGEN 36.209 -19.904
NETTO RESULTAAT 118.810 204.458
Toerekenbaar aan:
Aandeelhouders van de moedermaatschappij 118.535 204.505
Minderheidsbelangen 275 -46
Aantal aandelen in omloop per einde periode 20.121.491 18.025.220
Gewogen gemiddeld aantal aandelen 18.387.740 16.538.273
NETTO RESULTAAT (gewoon/verwaterd) per aandeel / gewogen gemiddeld aantal aandelen (EUR) 6,46 12,36
VERKORT GECONSOLIDEERD GLOBAAL RESULTAAT (in EUR x 1.000)
31/12/2023
12 maanden
31/12/2022
12 maanden
Netto resultaat 118.810 204.458
Andere elementen van het globaal resultaat 15.428 14.928
Items die in het resultaat zullen worden genomen: 0 0
Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en kosten bij hypothetische vervreemding
van vastgoedbeleggingen
0 0
Variaties in het effectieve deel van de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten in een
kasstroomafdekking
0 0
Items die niet in het resultaat zullen worden genomen: 15.428 14.928
Impact van de variatie in de reële waarde van de zonnepanelen 15.428 14.928
GLOBAAL RESULTAAT 134.238 219.387
Toerekenbaar aan:
Aandeelhouders van de moedermaatschappij 133.963 219.433
Minderheidsbelangen 275 -46
(1) Het Geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten vóór winstverdeling per 31 december houdt rekening met 18.387.740 aandelen, het gewogen
gemiddelde aantal aandelen voor 2023. Het totaal aantal aandelen in omloop op het einde van het boekjaar 2023 bedraagt 20.121.491. Montea rapporteert in het geconsolideerd overzicht
van de gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten vóór winstverdeling per 31 december 2023, het EPRA-resultaat per aandeel en het netto resultaat per aandeel, gebaseerd op het
gewogen gemiddeld aantal aandelen.
194 195
8.1.5 Geconsolideerd kasstroomoverzicht per 31 december 2023
8.1.6 Overzicht van de variaties in het geconsolideerde
eigen vermogen en reserves per 31 december 2023
Voor meer informatie omtrent ondervermelde tabel, verwijzen we naar sectie 8.2.5 Toelichting 29, 30, 31 en 32.
GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT (in EUR x 1.000)
31/12/2023
12 maanden
31/12/2022
12 maanden
KAS EN KASEQUIVALENTEN IN HET BEGIN VAN HET BOEKJAAR 67.766 15.172
NETTO KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN (A)+(B)+(C) = (A1) 111.974 84.458
Netto resultaat 118.810 204.458
Netto interestkosten 18.754 17.931
Financiële inkomsten -866 -171
Belastingen -36.209 19.904
Meerwaarde (-)/minderwaarde (+) op verkoop van vastgoedbeleggingen 0 -19
Kasstroom uit operationele activiteiten voor aanpassing van niet-kaskosten en werkkapitaal (A) 100.489 242.103
Variaties in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten 14.043 -58.408
Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen -11.870 -92.864
Op aandelen gebaseerde betalingskosten afgewikkeld in eigen vermogen 515 -7.751
Afschrijvingen en waardeverminderingen (toevoeging (+)/terugname (-)) op vaste activa 336 432
Bijzondere waardeverminderingen op vorderingen, voorraden en overige activa 335 -160
Aanpassingen voor niet-kaskosten (B) 3.359 -158.751
Daling (+)/stijging (-) van handels- en overige vorderingen 9.937 -9.879
Daling (+)/stijging (-) van voorraden 0 0
Stijging (+)/daling (-) van handels- en overige schulden -1.811 10.985
Stijging (+)/daling (-) in de behoefte aan werkkapitaal (C) 8.126 1.106
Ontvangen interesten 0 0
Ontvangen dividenden 0 0
Betaalde vennootschapsbelasting 0 0
NETTO KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN (B1)
Investeringen -86.337
-362.424
Betalingen verwervingen van vastgoedinvesteringen -79.642 -291.228
Betalingen verwervingen van gebouwen bestemd voor verkoop 0 0
Betalingen verwervingen van aandelen in vastgoedvennootschappen -6.215 -70.598
Aankoop overige materiële en immateriële vaste activa -481 -598
Desinvesteringen 0 53
Ontvangsten uit verkoop vastgoedbeleggingen 0 53
Ontvangsten uit verkoop van gebouwen bestemd voor verkoop 0 0
Ontvangsten uit verkoop van aandelen in vastgoedvennootschappen 0 0
NETTO FINANCIËLE KASSTROOM (C1) -5.800 330.507
Netto effect van opname en terugbetaling van leningen -79.333 280.062
Kapitaalverhoging 145.217 120.211
Betaalde dividenden -59.230 -49.109
Betaalde interesten -12.454 -20.657
KAS EN KASEQUIVALENTEN OP HET EINDE VAN HET BOEKJAAR (A1+B1+C1) 87.604 67.766
MUTATIE IN EIGEN VERMOGEN (in EUR x 1.000) Kapitaal
Uitgifte-
premies
Reserves Resultaat
Minder-
heidsbelang
Eigen
vermogen
OP 31/12/2021 323.777 234.693 228.779 227.848 1.183 1.016.280
Elementen onmiddellijk erkend als EV 29.467 84.584 13.092 0 2.448 129.591
Kapitaalsverhoging 35.627 84.584 0 0 0 120.211
Impact op de reële waarde van geschatte
mutatierechten en -kosten bij hypothetische
vervreemding van vastgoedbeleggingen
0 0 0 0 0 0
Positieve variatie van de waarde van de zonnepanelen
(IAS 16)
0 0 14.928 0 0 14.928
Eigen aandelen -14.649 0 0 0 0 -14.649
Aandeelkapitaal opties personeel 8.489 0 -1.695 0 0 6.794
Minderheidsbelang 0 0 0 0 2.287 2.287
Rechtzettingen 0 0 -141 0 161 20
Dividenden 0 0 -49.109 0 0 -49.109
Overgedragen resultaat 0 0 227.848 -227.848 0 0
Resultaat van het boekjaar - 0 46 204.458 -46 204.458
OP 31/12/2022 353.244 319.277 420.656 204.458 3.584 1.301.220
Elementen onmiddellijk erkend als EV 41.670 104.310 15.352 0 -1.355 159.977
Kapitaalsverhoging 40.907 104.310 0 0 0 145.217
Impact op de reële waarde van geschatte
mutatierechten en -kosten bij hypothetische
vervreemding van vastgoedbeleggingen
0 0 0 0 0 0
Positieve variatie van de waarde van de zonnepanelen
(IAS 16)
0 0 15.428 0 0 15.428
Eigen aandelen 0 0 0 0 0 0
Aandeelkapitaal opties personeel 763 0 -248 0 0 515
Minderheidsbelang 0 0 172 0 -1.355 -1.183
Rechtzettingen 0 0 0 0 0 0
Dividenden 0 0 -59.230 0 0 -59.230
Overgedragen resultaat 0 0 204.458 -204.458 0 0
Resultaat van het boekjaar 0 0 -285 118.810 285 118.810
OP 31/12/2023 394.914 423.586 580.952 118.810 2.515 1.520.777
-86.337 -362.371
196 197
8.2 Toelichtingen
8.2.1 Verklaring van naleving
De financiële rekeningen van de onderneming zijn opgesteld in
overeenstemming met de vereisten van de International Financial
Reporting Standards (IFRS) zoals deze door de EU werden
goedgekeurd, zoals deze door de ‘International Accounting
Standards Board (IASB)’ werden uitgegeven en zoals deze worden
geïnterpreteerd door de ‘International Financial Interpretations
Committee of the IASB’. De vastgoedbeleggingen (inclusief de
projecten) en de financiële instrumenten worden aan werkelijke
waarde geboekt. De andere rubrieken van de geconsolideerde
financiële rekeningen zijn opgesteld op basis van de historische
kostprijs. Wanneer het aangeduid is dat cijfers in duizenden euro
zijn, kunnen er zich kleine afrondingsverschillen voordoen.
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op basis van het
toerekeningsbeginsel en op basis van de continuïteit van de
bedrijfsactiviteiten in een voorzienbare tijdshorizon.
8.2.2 Waarderingsregels
8.2.2.1 Consolidatieprincipes
Dochterondernemingen
1
Dochterondernemingen zijn entiteiten waarover de onderneming
controle uitoefent.
Een onderneming heeft controle over een andere onderneming
wanneer ze blootgesteld wordt, of rechten heeft op, variabele
vergoedingen van haar betrokkenheid in deze onderneming en
de mogelijkheid heeft om deze vergoedingen te beïnvloeden als
gevolg van haar macht.
IFRS 10 vereist dat er alleen sprake kan zijn van controle indien de
drie volgende voorwaarden cumulatief vervuld zijn in hoofde van
de moedervennootschap:
“macht” hebben over de dochterondernemingen;
blootgesteld zijn aan de rechten op de netto-inkomsten
/ netto uitgaven als gevolg van haar invloed op haar
dochterondernemingen; d.w.z. dat de “investor” wordt
blootgesteld aan - of heeft aanspraken op – de variabele
(netto)opbrengsten (zowel positief als negatief) uit de
betrokkenheid bij de “investee” (dochterondernemingen).
over de mogelijkheid beschikken om haar macht op haar
dochterondernemingen te gebruiken om zodoende de
netto-inkomsten / netto uitgaven te beïnvloeden, d.w.z.
dat de “investor” daadwerkelijk de bestaande rechten kan
uitoefenen om de (netto)opbrengsten te realiseren.
De jaarrekeningen van de dochterondernemingen zijn opgenomen
in de geconsolideerde jaarrekening vanaf de datum waarop de
onderneming controle uitoefent tot de datum waarop de controle
ophoudt. Waar nodig worden de waarderingsregels van de
dochterondernemingen aangepast om de consistentie met de door
de groep aangenomen principes te waarborgen.
Met uitzondering van de dochterondernemingen die
tijdens het boekjaar gefusioneerd werden, hebben
jaarrekeningen van de dochterondernemingen betrekking
op dezelfde boekhoudperiode als die van de consoliderende
onderneming. De minderheidsbelangen zijn de belangen
in de dochterondernemingen die noch rechtstreeks, noch
onrechtstreeks door de groep worden aangehouden.
Intercompany transacties
Intra-groep saldi en transacties, en alle niet gerealiseerde winsten
binnen de groep, worden geëlimineerd in verhouding tot het
groepsbelang in de onderneming. Niet gerealiseerde verliezen
worden op dezelfde manier geëlimineerd als de niet gerealiseerde
winsten, maar enkel in die mate dat er geen indicatie is van
waardeverlies (“impairment”).
8.2.2.2 Vastgoedbeleggingen
Vastgoedbeleggingen omvatten alle gebouwen en terreinen
die verhuurbaar zijn en (geheel of gedeeltelijk) huurinkomsten
genereren, met inbegrip van de gebouwen waar een beperkt
gedeelte wordt aangehouden voor eigen gebruik. In toepassing
van IAS 40 worden vastgoedbeleggingen aan reële waarde
of “fair value” gewaardeerd. Twee externe, onafhankelijke
deskundigen, Jones Lang LaSalle BV, Marnixlaan 23, 1000
Brussel vertegenwoordigd door Greet Hex en Stadim BV,
Mechelsesteenweg 180, 2018 Antwerpen, vertegenwoordigd
door Anton Braet, maken per kwartaal een waardering van de
vastgoedportefeuille op.
De reële waarde (zoals gedefinieerd in IFRS 13) is de prijs welke
zou ontvangen worden bij de verkoop van een actief of betaald
zou worden om een verplichting over te dragen in een normale
transactie tussen marktpartijen op de evaluatiedatum. De reële
waarde moet daarbij de lopende huurcontracten, de huidige
kasstromen en redelijke veronderstellingen met betrekking tot de
verwachte huurinkomsten en kosten weergeven.
Elke winst of verlies, na de acquisitie van een gebouw, als
gevolg van een wijziging in de reële waarde wordt geboekt
in de resultatenrekening. De waardering wordt uitgevoerd in
overeenstemming met de kapitalisatiemethode, uitgegeven door
het International Valuation Standards Committee.
De verkoop van een vastgoedbelegging is gewoonlijk
onderhevig aan de betaling aan de publieke overheden van de
registratierechten of een belasting op de toegevoegde waarde.
Over de omvang van deze registratierechten publiceerde de
Belgische Vereniging van Asset Managers (BEAMA) op 8 februari
2006 een mededeling dienaangaande. Na analyse van een groot
aantal Belgische transacties werd gekomen tot het besluit dat
de impact van de verwervingskosten op belangrijk Belgisch
investeringsvastgoed dat een waarde van € 2.500.000 overstijgt,
beperkt is tot 2,5%. Dit omdat in België een waaier aan methodes
van eigendomsoverdracht wordt gebruikt. Dit percentage zal,
indien nodig, jaarlijks herzien en aangepast worden per schijf
van 0,5%. Eigendommen die onder de drempel van € 2.500.000
liggen en de buitenlandse eigendommen, blijven onderhevig aan
de gebruikelijke registratieheffing en hun reële waarde stemt dus
overeen met de waarde exclusief kosten van registratie, notaris
en BTW. De registratierechten voor de panden gewaardeerd in
Frankrijk is over het algemeen 1,8% wanneer het gebouw jonger
is dan 5 jaar en tussen 6,9% en 7,5% in alle andere gevallen,
afhankelijk van het departement. Voor Nederland bedragen de
theoretische lokale registratierechten die worden afgetrokken van
de investeringswaarde gemiddeld 10,4% en in Duitsland zijn deze
afhankelijk van de exacte locatie en de marktwaarde van het gebouw.
De investeringswaarde in België stemt overeen met de
reële waarde verhoogd met 2,5% verwervingskosten (voor
investeringsvastgoed dat een waarde van € 2.500.000 overstijgt).
De reële waarde is dus te berekenen door de waarde vrij op naam
te delen door 1,025.
Sinds 2018 geldt de volgende waarderingsregel met betrekking
tot mutatiekosten (wat gelijk is aan het verschil tussen de reële
waarde van het vastgoed en de investeringswaarde van het
vastgoed): de mutatierechten en -kosten worden bij aankoop
via de resultatenrekening verwerkt (portefeuilleresultaat). Pas
na resultaatsverwerking komen deze terecht in de Reserves in
de rekening “Reserve voor het Saldo van de variaties in de reële
waarde van het vastgoed”.
De gerealiseerde winsten/verliezen op de verkoop worden in
de resultatenrekening opgenomen onder de rubriek “Resultaat
verkoop van vastgoedbeleggingen”. Het gerealiseerd resultaat
wordt bepaald als het verschil tussen de verkoopprijs en de fair
value van de laatste waardering.
8.2.2.3 Concessies
Concessies die betaald worden, worden behandeld als
operationele lease volgens IFRS 16.
8.2.2.4 Projectontwikkelingen
Onroerende goederen welke worden gebouwd of ontwikkeld met
het oog op een toekomstig gebruik als vastgoedbelegging, worden
opgenomen onder de rubriek “vastgoedbeleggingen” en aan reële
waarde gewaardeerd (“Fair Value”).
Alle rechtstreekse aan de ontwikkeling gerelateerde kosten
worden geactiveerd, alsook de direct toewijsbare interestlasten
worden gekapitaliseerd, in overeenstemming met de bepalingen
van IAS 23 - Financieringskosten.
8.2.2.5 Andere materiële vaste activa
Alle materiële vaste activa welke niet voldoen aan de definitie van
vastgoedbelegging, noch aan de definitie van projectontwikkeling,
worden opgenomen onder deze rubriek. De andere materiële
vaste activa worden initieel opgenomen tegen kostprijs en daarna
gewaardeerd in overeenstemming met het kostprijsmodel.
Bijkomende kosten worden slechts geactiveerd indien de
toekomstige economische voordelen met betrekking tot het
materieel vast actief toenemen voor de Vennootschap. Andere
materiële vaste activa worden afgeschreven op basis van de
lineaire afschrijvingsmethode. De volgende percentages zijn van
toepassing op jaarbasis:
(1) De ondernemingen die in de consolidatie worden opgenomen, telkens aan 100% tenzij anders vermeld: Montea NV (BE0417186211), Montea Services BV (BE0742845794), Montea GTE
1 NV (BE0757964037), F.C.B. NV GVBF (BE0440810659), Challenge Office Park NV (BE0473589929), Corhoe NV (90%) (BE0736839417), Immo Fractal NV GVBF (BE826871847), Montea SA
(497673145 RCS Paris), SCI Montea France (493288948 RCS Paris), SCI 3R (400790366 RCS Paris), SCI Sagittaire (433787967 RCS Paris), SCI Saxo (485123129 RCS Paris), SCI Sévigné
(438357659 RCS Paris), SCI Socrate (481979292 RCS Paris), SCI APJ (435365945 RCS Paris), SCI MM1 (393856463 RCS Paris), Montea Green Energy France SAS (889967162 RCS Paris),
SFG B.V. (KvK 60209526), Montea Nederland N.V. (KvK 58852794), Montea Almere N.V. (KvK 58854134), Montea Rotterdam N.V. (KvK 59755636), Montea Oss N.V. (KvK 61787671), Montea
Beuningen N.V. (KvK 61787264), Montea ‘s Heerenberg N.V. (KvK 62392670), Europand Eindhoven B.V. (KvK 20121920) en Montea Tiel N.V. (KvK 73544884), Montea Logistics I B.V. (KvK
78460271), Montea Logistics II B.V. (KvK 85056804), Montea Logistics III B.V. (KvK 85082414), Montea Amsterdam Holding B.V. (KvK 88194345), Montea Holtum I B.V. (KvK 88201848),
Montea Holtum II B.V. (KvK 88201570), Montea Panoven I B.V. (KvK 88294978), Montea Panoven II B.V. (KvK 88294668), Montea Panoven III B.V. (KvK 88294854), Montea Panoven IV
B.V. (KvK 88295192), Montea Panoven V B.V. (KvK 88204391), Montea Panoven VI B.V. (KvK 88203514), Montea Waddinxveen B.V. (KvK 90838165), Montea Amsterdam Amstel B.V. (KvK
91406927), Montea GTE 2 GmbH (HRB 742615), Montea Services Germany GmbH (HRB 745815). Met uitzondering van Montea Management NV, enige bestuurder van Montea NV, worden
alle hiervoor vermelde ondernemingen opgenomen in de consolidatie.
198 199
installaties, machines en uitrusting: 20%-25%
meubilair en rollend materieel: 20%
informaticamaterieel: 33%
vastgoed voor eigen gebruik: 2%
Zonnepanelen worden gewaardeerd op basis van het
herwaarderingsmodel in overeenstemming met IAS 16 - Materiële
vaste activa. Na de initiële opname, dient het actief waarvan de
reële waarde betrouwbaar kan worden bepaald, te worden geboekt
tegen de geherwaardeerde waarde, zijnde de reële waarde op
het moment van de herwaardering, verminderd met eventuele
latere geaccumuleerde afschrijvingen en latere geaccumuleerde
bijzondere waardeverminderingsverliezen. De reële waarde
wordt bepaald op basis van de verdisconteringsmethode van
toekomstige opbrengsten.
De gebruiksduur van de zonnepanelen wordt geschat op 20 jaar.
De waardering van de zonnepanelen wordt op trimestriële basis
bepaald.
De meerwaarde bij opstart van een nieuwe site qua zonnepanelen
wordt in een afzonderlijke component van het eigen
vermogen opgenomen, als gevolg van de toepassing van de
verdisconteringsmethode van toekomstige opbrengsten, die leidt
tot een hogere marktwaarde dan de oorspronkelijke kostprijs van
de zonnepanelen. Minderwaarden worden ook in deze component
opgenomen, tenzij ze gerealiseerd zijn of tenzij de reële waarde
onder de oorspronkelijke kost daalt. In deze laatste gevallen
worden zij in het resultaat opgenomen.
Montea beoordeelt per verslagdatum of er aanwijzingen zijn dat
een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan
zijn. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt een inschatting
gemaakt van de realiseerbare waarde van het actief.
8.2.2.6 Financiële vaste activa
De financiële vaste activa worden opgenomen aan reële waarde.
Voor de vorderingen en borgtochten heeft de boeking plaats
tegen de nominale waarde. Tot een waardevermindering wordt
overgegaan in geval van duurzame minderwaarde of ontwaarding.
8.2.2.7 Kas- en kasequivalenten
Kas en kasequivalenten omvatten bankrekeningen, geldmiddelen
en korte termijnbeleggingen.
8.2.2.8 Eigen vermogen
Het kapitaal omvat de netto geldmiddelen verkregen bij oprichting,
fusie of kapitaalverhoging, waarbij de rechtstreekse externe
kosten in mindering worden gebracht (zoals registratierechten,
juridische, notaris en publicatiekosten, …).
Wanneer de onderneming overgaat tot de inkoop van eigen
aandelen, wordt het betaalde bedrag, inclusief de direct
toewijsbare kosten in mindering gebracht van het eigen vermogen
(onbeschikbare reserves). Dividenden maken deel uit van het
overgedragen resultaat tot wanneer de algemene vergadering der
aandeelhouders de dividenden toekent.
Sinds 2018 geldt de volgende waarderingsregel met betrekking
tot mutatiekosten (wat gelijk is aan het verschil tussen de reële
waarde van het vastgoed en de investeringswaarde van het
vastgoed): de mutatierechten en -kosten worden bij aankoop
via de resultatenrekening verwerkt (portefeuilleresultaat). Pas
na resultaatsverwerking komen deze terecht in de Reserves in
de rekening “Reserve voor het Saldo van de variaties in de reële
waarde van het vastgoed”.
8.2.2.9 Voorzieningen
Een voorziening wordt gevormd als de onderneming een
wettelijke of contractuele verplichting heeft naar aanleiding
van een gebeurtenis uit het verleden, waarbij het waarschijnlijk
is dat er een uitgaande kasstroom vereist zal zijn om aan de
verplichting te voldoen en indien deze op een betrouwbare
manier kan geschat worden. Voorzieningen worden gewaardeerd
aan de verdisconteerde waarde van de verwachte toekomstige
kasstromen aan de marktrente.
8.2.2.10 Schulden
Handels- en andere schulden worden gewaardeerd aan hun
nominale waarde op balansdatum. Rentedragende schulden
worden initieel opgenomen aan kostprijs, verminderd met de
direct toewijsbare kosten. Nadien wordt het verschil tussen de
boekwaarde en het terugbetaalbaar bedrag opgenomen in de
resultatenrekening over de periode van de lening op basis van de
effectieve interestmethode.
8.2.2.11 Opbrengsten
Opbrengsten omvatten bruto huurinkomsten en opbrengsten
resulterend uit de diensten, de ontwikkeling en het beheer van
de gebouwen. Opbrengsten worden gewaardeerd aan de reële
waarde van de vergoeding welke is ontvangen of waarop men
recht heeft. Opbrengsten worden slechts opgenomen vanaf het
ogenblik dat het voldoende zeker is dat de economische voordelen
zullen toekomen aan de onderneming. Kosten van gratuïteiten en
voordelen verleend aan de huurders worden erkend in mindering
van de huurinkomsten over de looptijd van het huurcontract,
zijnde de periode tussen de inwerkingtreding en de eerste
verbrekingsoptie (op een “straight line” basis). De vergoedingen
voor vroegtijdig verbroken huurcontracten worden onmiddellijk in
resultaat genomen.
De opbrengsten met betrekking tot de zonnepanelen
(groenestroomcertificaten en opgewekte elektriciteit) worden
erkend op moment van ontvangst van deze inkomsten, in
overeenstemming met IAS 18. De principes van IAS 20 worden
eveneens toegepast. Er zijn geen groenestroomcertificaten
die niet verkocht werden op einde van het boekjaar. Deze
groenestroomcertificaten worden door de overheid betaald en niet
door de energieleveranciers.
8.2.2.12 Kosten
De kosten worden gewaardeerd aan de reële waarde van de
vergoeding die is betaald of die verschuldigd is.
Uitgevoerde werken in de gebouwen
Inzake uitgevoerde werken in de gebouwen wordt een onderscheid
gemaakt tussen:
onderhouds- en herstellingswerken: dit zijn kosten die de
verwachte toekomstige economische voordelen van het
gebouw niet verhogen en komen als dusdanig integraal ten
laste van het resultaat van de periode waarin ze worden
gedragen;
uitgebreide renovatiewerken: dit zijn kosten naar aanleiding
van occasionele werken aan het gebouw welke wel de
verwachte economische voordelen van het gebouw
aanzienlijk verhogen. De direct toewijsbare kosten aan
deze werken zoals de materialen, de aannemingswerken,
erelonen architecten en eventuele andere adviseurs, enz. …
worden geactiveerd;
huurvoordelen: het betreft hier tegemoetkomingen van de
verhuurder aan de huurder om deze laatste te overtuigen
bestaande of bijkomende ruimten te huren. Deze kosten
worden gespreid over de periode die loopt vanaf de aanvang
van het huurcontract tot de eerstvolgende opzegmogelijkheid
en worden in mindering geboekt van de huurinkomsten.
Commissies betaald aan vastgoedmakelaars
Commissies met betrekking tot het verhuren van gebouwen
worden ten laste genomen van het resultaat in de periode waarin ze
werden gedragen. Commissies met betrekking tot de aankoop van
gebouwen, registratierechten en andere bijkomende kosten worden
beschouwd als zijnde een deel van de aankoopprijs van het gebouw
en worden als gevolg mee geactiveerd. Commissies betaald bij
het verkopen van gebouwen worden in mindering gebracht van de
verkregen verkoopprijs om de gerealiseerde winst of verlies
te bepalen.
Algemene kosten
Algemene kosten zijn kosten die verband houden met het
beheer en de algemene werking van de GVV. Dit betreft onder
meer algemene administratieve kosten, personeelskosten voor
algemeen beheer en afschrijvingen van activa welke gebruikt
worden voor het algemeen beheer.
8.2.2.13 Financieel resultaat
Het financieel resultaat bestaat enerzijds uit de interestkosten
op leningen, bijkomende financieringskosten en opbrengsten
van beleggingen en anderzijds uit positieve en negatieve
variaties in de reële waarde van indekkingsinstrumenten. Rente-
inkomsten en kosten worden pro rata tempora opgenomen in de
resultatenrekening.
8.2.2.14 Belastingen en exit taks
De belasting op het resultaat van het boekjaar omvat de courante
belastinglast. De belasting op het resultaat wordt geboekt in
de resultatenrekening met uitzondering van de elementen die
rechtstreeks in het eigen vermogen worden geboekt. Uitgestelde
belastingvorderingen en -verplichtingen worden geboekt op basis
van de schuldmethode (“liability methode”) voor alle tijdelijke
verschillen tussen de belastbare basis en de boekwaarde voor
financiële rapporteringsdoeleinden en dit zowel voor activa als
passiva. Uitgestelde belastingvorderingen worden slechts erkend
als het waarschijnlijk is dat zij in de toekomst zullen kunnen afgezet
worden tegen belastbare winsten.
De exit taks is de belasting op de meerwaarde en op de
belastingvrije reserves als gevolg van een fusie, splitsing,
inbreng in natura of overdracht van een gereglementeerde
vastgoedvennootschap met een onderneming die geen
gereglementeerde vastgoedvennootschap is
1
.
Wanneer deze laatste voor het eerst in de consolidatiekring van
de groep wordt opgenomen, wordt een voorziening voor exit taks
opgenomen samen met een meerwaarde op het ogenblik van de
verwerving. De exit taks is in principe ten laste van de inbrenger van
een pand of vennootschap, maar Montea moet deze boeken omwille
van het feit dat de taks pas na een zekere tijd wordt ingekohierd.
Deze taks wordt in mindering gebracht van de waarde van het in te
brengen goed of de in te brengen vennootschap.
(1) De exit taks is de belasting op het verschil tussen de reële waarde en de boekwaarde en op de belastingvrije reserves en bedraagt 15% voor fusies die plaatsvinden vanaf 2020. Voor
fusies die plaats hebben gevonden in 2019 bedroeg de exit taks 12,5% + 2% crisisbijdrage.
200 201
Elke daaropvolgende aanpassing van deze exit taks-verplichting
wordt in het resultaat genomen. Het bedrag van de exit taks kan
nog variëren na de inbreng of fusie waaruit deze variatie kan
voortvloeien.
8.2.2.15 Financiële afgeleide instrumenten
Montea gaat bij financiële instellingen kredieten aan met een
variabele interestvoet. Om het risico van een stijging van deze
variabele interestvoeten in te dekken maakt de Vennootschap
gebruik van financiële indekkingsinstrumenten van het type IRS/
CAP. Zodoende worden de aan de kredieten gekoppelde variabele
interestvoeten voor een groot gedeelte geswapt tegen een vaste
interestvoet. In overeenstemming met haar financieel beleid en
de van toepassing zijnde reglementering houdt Montea geen
afgeleide instrumenten aan of geeft er geen uit voor speculatieve
doeleinden.
De indekkingsinstrumenten voldoen evenwel niet aan de
voorwaarden van het type “indekking” zoals bedoeld in IFRS
9 waardoor alle bewegingen in de werkelijke waarde van het
instrument volledig in de resultatenrekening worden opgenomen.
Voor de bepaling van de reële waarde wordt de market-to-market
waarde op balansdatum gehanteerd.
Gegeven verduidelijking over de boekhoudkundige verwerking
van de afwikkeling van swaps, en om een betere aansluiting te
verkrijgen met de EPRA guidance, wordt de unwinding van de
swaps verwerkt via de P&L rubriek: wijzigingen in de reële waarde
van financiële activa en passiva.
8.2.2.16 Niet in de balans opgenomen
rechten en plichten
Deze rechten en verplichtingen worden gewaardeerd tegen
nominale waarde op basis van het bedrag dat in het contract
wordt vermeld. Indien er geen nominale waarde beschikbaar is of
waardering niet mogelijk is, worden de rechten en verplichtingen
pro memorie vermeld.
8.2.3 Gebruik van ramingen en
oordelen
De voorbereiding van de geconsolideerde financiële verklaringen
overeenkomstig IFRS vereist een goed beheer om oordelen,
ramingen en veronderstellingen te kunnen maken die toepassing
hebben op het beleid en de regelgeving en het rapporteren
van de vorderingen en schulden, de inkomsten en de uitgaven.
De ramingen en bijhorende veronderstellingen zijn gebaseerd
op historische gebeurtenissen en diverse factoren die in die
omstandigheden als redelijk worden geacht. De daadwerkelijke
resultaten kunnen van deze ramingen afwijken. De ramingen en
onderliggende veronderstellingen worden herzien op continue
basis. Revisie en accounting raming worden erkend in de
periode waarin de raming wordt herzien, zowel in de gevallen
waar de raming het gecontroleerde boekjaar als wanneer
de raming de toekomst beïnvloedt. Met uitzondering van de
schattingen met betrekking tot de bepaling van de reële waarde
van de vastgoedbeleggingen, zonnepanelen en derivaten zijn
er per 31 december 2023 geen belangrijke veronderstellingen
betreffende de toekomst en andere belangrijke bronnen van
schattingsonzekerheden op balansdatum die een aanmerkelijk
risico in zich dragen van een materiële aanpassing in de
boekwaarde van de activa en de verplichtingen van het volgend
boekjaar. We verwijzen hiervoor naar toelichting 20.
8.2.4 Nieuwe standaarden en
interpretaties
Nieuwe of gewijzigde standaarden en interpretaties
die van kracht zijn voor het boekjaar dat een aanvang
neemt op 1 januari 2023
Montea heeft, tenzij anders is aangegeven, hiervan geen gebruik
gemaakt. Deze door het IASB aangepaste standaarden en door
het IFRIC uitgegeven interpretaties hebben geen significante
impact op de presentatie, de toelichting of de resultaten van de
vennootschap.
Hieronder worden de aard en het effect van de volgende nieuwe en
gewijzigde standaarden en interpretaties toegelicht:
Wijzigingen aan IAS 1 Presentatie van de Jaarrekening en
IFRS Praktijkverklaring 2: Toelichting van grondslagen voor
financiële verslaggeving
Wijzigingen aan IAS 8 Grondslagen voor financiële
verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten: Definitie van
schattingen
Wijzigingen aan IAS 12 Winstbelastingen: Uitgestelde
belastingen met betrekking tot activa en passiva die
voortvloeien uit één enkele transactie
Wijzigingen aan IAS 12 in het kader van Internationale
belastinghervorming – Pillar 2 Modelregels
Wijzigingen aan IFRS 17 Verzekeringscontracten: Initiële
Toepassing van IFRS 17 en IFRS 9 – Vergelijkende Informatie
IFRS 17 Verzekeringscontracten
202 203
Wijzigingen aan IAS 1 Presentatie van de Jaarrekening en IFRS
Praktijkverklaring 2: Toelichting van grondslagen voor financiële
verslaggeving
De wijzigingen verschaffen richtlijnen voor de toepassing
van materialiteitsbeoordelingen op de toelichtingen m.b.t de
grondslagen voor financiële verslaggeving. De wijzigingen aan
IAS 1 vervangen de vereiste om “significante” grondslagen voor
financiële verslaggeving toe te lichten door een vereiste om
“materiële” grondslagen voor financiële verslaggeving toe te
lichten.
In de Praktijkverklaring worden richtlijnen en illustratieve
voorbeelden toegevoegd die assisteren bij de toepassing van
het materialiteitsconcept bij het vormen van oordelen over de
toelichtingen m.b.t. grondslagen voor financiële verslaggeving.
De wijzigingen hadden geen significante impact op de
toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening van Montea.
Wijzigingen aan IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving,
schattingswijzigingen en fouten: Definitie van schattingen
De wijzigingen introduceren een nieuwe definitie van schattingen.
Schattingen worden gedefinieerd als “monetaire bedragen
in de jaarrekening waarover onzekerheid bestaat omtrent de
waardering”.
De wijzigingen verduidelijken wat schattingswijzigingen zijn en hoe
deze verschillen van wijzigingen in de grondslagen voor financiële
verslaggeving en correcties van fouten. Deze verduidelijken tevens
hoe entiteiten waarderingstechnieken en input gebruiken om
schattingen te maken.
De wijzigingen hadden geen impact op de geconsolideerde
jaarrekening van Montea.
Wijzigingen aan IAS 12 Winstbelastingen: Uitgestelde belastingen
met betrekking tot activa en passiva die voortvloeien uit één
enkele transactie
De wijzigingen beperken het toepassingsgebied van de vrijstelling
voor eerste opname onder IAS 12 Winstbelastingen, zodat deze
niet langer van toepassing is op transacties die aanleiding geven
tot gelijke belastbare en aftrekbare tijdelijke verschillen.
De wijzigingen verduidelijken ook dat wanneer betalingen
waarmee een verplichting wordt afgewikkeld fiscaal aftrekbaar
zijn, het een kwestie van beoordeling is (rekening houdend
met de van toepassing zijnde fiscale wetgeving) of dergelijke
aftrekposten voor belastingdoeleinden zijn toe te rekenen aan de
in de jaarrekening opgenomen passiefcomponent (en rentelasten)
of aan de daarmee verband houdende actiefcomponent (en
rentelasten). Deze beoordeling is belangrijk om te bepalen of er
tijdelijke verschillen bestaan bij de eerste opname van het actief
en het passief.
De wijzigingen zijn prospectief van toepassing op transacties die
plaatsvinden op of na het begin van de vroegst gepresenteerde
vergelijkende periode.
Aangezien de huidige praktijk van Montea in overeenstemming
is met de wijzigingen hadden deze wijzigingen geen impact op de
geconsolideerde jaarrekening.
Wijzigingen aan IAS 12 Internationale belastinghervorming –
Pillar 2 Modelregels
De wijzigingen introduceren:
Een verplichte tijdelijke uitzondering voor het erkennen
van uitgestelde belastingen die ontstaat als gevolg van de
implementatie in de betreffende jurisdictie van de Pillar 2
Modelregels; en
Voor de entiteiten waar de wijzigingen een impact hebben,
verplichte toelichtingen die de lezers van de jaarrekening in
staat moeten stellen om winstbelastingen die voorvloeien uit
de Pillar 2 wetgeving te beoordelen, vooral voor de datum
van eerste toepassing.
De wijzigingen verduidelijken dat IAS 12 van toepassing is voor
winstbelastingen die ontstaan uit belastingwetgeving waarvan
het wetgevingsproces materieel is afgesloten om de Pillar 2
Modelregels uitgebracht door OESO te implementeren, inclusief
belastingwetgeving dewelke een gekwalificeerde nationale
minimum aanvullende heffing oplegt. De wijzigingen introduceren
een verplichte uitzondering in IAS 12 om een uitgestelde
belastingvordering en belastingverplichting te erkennen en toe te
lichten die betrekking heeft op Pillar 2 winstbelastingen.
Een entiteit is verplicht om toe te lichten dat zij de uitzondering
heeft toegepast om een uitgestelde belastingvordering en
belastingverplichting te erkennen die betrekking heeft op de Pillar
2 winstbelastingen. Een entiteit is verplicht om apart toe te lichten
wat de actuele belastinglasten (-baten) zijn van de periode die
betrekking hebben op Pillar 2 winstbelastingen, in de periode dat
de wetgeving van kracht is. Dit helpt de lezers van de jaarrekening
om te begrijpen hoe de Pillar 2 winstbelastingen zich verhouden
tegenover de andere winstbelastingen.
De tijdelijke uitzondering om uitgestelde belastingen te erkennen
en toe te lichten en de verplichting om de toepassing van de
uitzondering toe te lichten, is onmiddellijk en retroactief van
toepassing vanaf de datum van publicatie van de wijzigingen.
De toelichting van de actuele belastinglasten die betrekking
hebben op de Pillar 2 winstbelastingen en de toelichtingen die
betrekking hebben op periodes voorafgaand aan het moment
dat de wetgeving van kracht is, zijn verplicht voor de jaarlijkse
verslagperiodes dewelke beginnen op of na 1 januari 2023, maar
deze zijn niet verplicht voor halfjaarlijkse verslagperiodes dewelke
eindigen op of voor 31 december 2023.
Aangezien de huidige praktijk van Montea in overeenstemming
is met de wijzigingen hadden deze wijzigingen geen impact op de
geconsolideerde jaarrekening.
Wijzigingen aan IFRS 17 Verzekeringscontracten: Initiële
Toepassing van IFRS 17 en IFRS 9 – Vergelijkende Informatie
De wijziging voegde een overgangsoptie toe voor een “classificatie
overlay” om mogelijke boekhoudkundige discrepanties
tussen financiële activa en verplichtingen uit hoofde van
verzekeringscontracten in de vergelijkende informatie die bij
de eerste toepassing van IFRS 17 wordt gepresenteerd, aan te
pakken. Indien een entiteit ervoor kiest de “classificatie overlay”
toe te passen, kan zij dit alleen doen voor vergelijkende perioden
waarvoor zij IFRS 17 toepast (d.w.z. vanaf de ingangsdatum tot
de datum van eerste toepassing van IFRS 17). Er werden geen
wijzigingen aangebracht aan de ingangsvereisten van IFRS 9
Financiële Instrumenten.
De wijziging is van toepassing op het boekjaar waarin IFRS 17
Verzekeringscontracten voor het eerst wordt toegepast. Deze
standaard is niet van toepassing voor Montea.
IFRS 17 Verzekeringscontracten
IFRS 17 is een nieuwe allesomvattende standaard voor
verzekeringscontracten, die de opname en waardering,
presentatie en toelichting behandelt. Eens van toepassing, zal
IFRS 17 IFRS 4 - Verzekeringscontracten, die werd gepubliceerd
in 2005, vervangen. IFRS 17 is van toepassing op alle soorten
verzekeringscontracten (d.w.z. levensverzekering, schade-
verzekering, directe verzekering en herverzekering), ongeacht het
type entiteit dat deze uitgeeft, evenals op bepaalde garanties en
financiële instrumenten met discretionaire winstdeling elementen.
Er gelden enkele uitzonderingen op het toepassingsgebied.
Het algemeen objectief van IFRS 17 is te voorzien in een
boekhoudmodel voor verzekeringscontracten dat bruikbaarder en
consistenter is voor verzekeraars. In tegenstelling tot de vereisten
van IFRS 4, die grotendeels gebaseerd waren op het overdragen
van voorheen gebruikte lokale grondslagen voor financiële
rapportering, voorziet IFRS 17 een allesomvattend model voor
verzekeringscontracten die alle relevante boekhoudaspecten dekt.
IFRS 17 is van toepassing op boekjaren die aanvangen op of na 1
januari 2023, met verplichting tot aanpassing van de vergelijkende
cijfers. Deze standaard is niet van toepassing op Montea.
Nieuwe of gewijzigde standaarden en interpretaties
die gepubliceerd zijn, maar nog niet van kracht
zijn voor het boekjaar dat een aanvang neemt op 1
januari 2023
Een aantal nieuwe standaarden, wijzigingen op standaarden
en interpretaties is in 2023 nog niet van toepassing, maar mag
wel eerder worden toegepast. Montea heeft, tenzij anders is
aangegeven, hiervan geen gebruik gemaakt. Deze door het
IASB gewijzigde standaarden en door het IFRIC uitgegeven
interpretaties zullen naar verwachting geen materiële impact
hebben op de presentatie, de toelichting of de resultaten van de
vennootschap:
Wijzigingen aan IAS 1 Presentatie van de Jaarrekening:
Classificatie van schulden op korte of lange termijn, van
toepassing (de 2020 en 2022 wijzigingen) per 1 januari 2024
Wijzigingen aan IAS 7 Het Kasstroomoverzicht en
IFRS 7 Financiële Instrumenten: Toelichtingen,
van toepassing per 1 januari 2024
1
Wijzigingen aan IAS 21 De gevolgen van
wisselkoerswijzigingen: Gebrek aan inwisselbaarheid,
van toepassing per 1 januari 2025
2
Wijziging aan IFRS 16 Leaseovereenkomsten:
Leaseverplichting in een Sale and Leaseback,
van toepassing per 1 januari 2024
Wijzigingen aan IAS 1 Presentatie van de Jaarrekening –
Classificatie van schulden op korte of lange termijn (de 2020 en
2021 wijzigingen)
De wijzigingen verduidelijken de criteria om te bepalen of een
schuld op korte of lange termijn dient geclassificeerd te worden.
De wijzigingen verduidelijken:
Recht om vereffening uit te stellen – de wijzigingen
verduidelijken dat indien het recht van een entiteit om
vereffening van een schuld uit te stellen afhangt van het
voldoen aan toekomstige convenanten, de entiteit een recht
heeft om vereffening van de schuld uit te stellen zelfs al
is er niet voldaan aan de convenanten op het einde van de
rapporteringsperiode.
(1) Nog niet goedgekeurd door de EU per 20 december 2023
(2) Nog niet goedgekeurd door de EU per 20 december 2023
204 205
Verwacht uitstel – de wijzigingen verklaren dat de
classificatie van een schuld niet beïnvloed wordt door de
waarschijnlijkheid dat de entiteit haar recht om vereffening
van de schuld uit te stellen voor minimaal twaalf maanden
na de rapporteringsperiode zal uitoefenen.
Vereffening met eigenvermogensinstrumenten – de
wijzigingen verklaren dat er een uitzondering is
op de vereiste dat vereffening van de schuld met
eigenvermogensinstrumenten een invloed heeft op de
classificatie van de schuld.
Toelichtingen – de wijzigingen vereisen additionele
toelichtingen van een entiteit dat schulden ontstaan uit
schuldovereenkomsten classificeren als langlopende
schulden wanneer een entiteit het recht heeft de vereffening
van die schulden uit te stellen wanneer deze afhankelijk
zijn van het voldoen aan convenanten in de komende twaalf
maanden.
Entiteiten zijn vereist om de wijzigingen toe te passen op boekjaren
die aanvangen op of na 1 januari 2024. De wijzigingen moeten
retrospectief worden toegepast in overeenstemming met IAS 8
Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen
en fouten.
Aangezien de huidige praktijk van Montea in overeenstemming
is met de wijzigingen, hebben de wijzigingen geen impact op de
geconsolideerde jaarrekening.
Wijzigingen aan IAS 7 Het Kasstroomoverzicht en IFRS 7
Financiële Instrumenten: Toelichtingen
De wijzigingen verplichten een entiteit om informatie te
verschaffen over de impact van financieringsregelingen voor
leveranciers op de verplichtingen en de kasstromen, inclusief:
Voorwaarden en condities
Bij het begin en einde van de verslagperiode:
De boekwaarde van de financiële verplichtingen
gerelateerd aan de financieringsregelingen voor
leveranciers en waar deze in de balans gepresenteerd
worden.
De boekwaarde van de financiële verplichtingen en de
balansposten, waarvoor de financieringsverstrekkers
reeds de bijbehorende leveranciersverplichting heeft
afgewikkeld.
Een overzicht van de betalingstermijnen van
de financiële verplichtingen tegenover de
financieringsverstrekker en voor vergelijkbare
leveranciersverplichtingen dewelke niet deel vormen
van dergelijke regelingen.
Het type en effect van niet kasbewegingen op de
boekwaarde van de financiële verplichtingen gerelateerd
aan financieringsregelingen voor leveranciers, dewelke
voorkomen dat de boekwaarde van de financiële
verplichtingen vergelijkbaar zijn.
De wijzigingen verplichten een entiteit om informatie over
de financieringsregelingen voor leveranciers te aggregeren.
Niettemin dient de entiteit informatie uit te splitsen over
ongebruikelijke of unieke voorwaarden en condities indien
de individuele regelingen verschillend zijn van aard.
Daarnaast verplichten de wijzigingen toelichtende informatie
over de betalingstermijnen uit te splitsen wanneer deze
betalingstermijnen ver uit mekaar liggen.
De wijzigingen zijn van toepassing op boekjaren die aanvangen
op of na 1 januari 2024. Vroegtijdige toepassing is toegelaten,
maar dit dient te worden toegelicht. Deze standaard is niet van
toepassing op Montea.
Wijzigingen aan IAS 21 De gevolgen van wisselkoerswijzigingen:
Gebrek aan inwisselbaarheid, van toepassing per 1 januari 2025
De wijzigingen specifiëren hoe een entiteit moet beoordelen of een
munt inwisselbaar is en hoe het een precieze wisselkoers moet
bepalen wanneer inwisselbaarheid beperkt is. De wijzigingen
verplichten ook de toelichting van informatie die gebruikers van de
jaarrekening in staat moeten stellen om de impact van een munt
dat niet inwisselbaar is in te kunnen schatten.
De wijzigingen zijn van toepassing op boekjaren die aanvangen
op of na 1 januari 2025 en kunnen mits toelichting vroegtijdig
toegepast worden. Echter, mag een entiteit vergelijkende
informatie niet aanpassen. Deze standaard is niet van toepassing
op Montea.
Wijzigingen aan IFRS 16 Leaseovereenkomsten:
Leaseverplichting in een sale & leaseback,
van toepassing per 1 januari 2024
De wijzigingen specifiëren hoe een verkoper-leasingnemer een
leaseverplichting moet waarderen die ontstaat in een Sale and
Leaseback transactie zodat deze geen bedrag erkent van de
winst of verlies gerelateerd aan het behouden recht op gebruik.
De wijziging omschrijft geen specifieke waarderingsvereisten
voor leaseverplichtingen ontstaan in een Leaseback. De initiële
waardering van een leaseverplichting ontstaan uit een Leaseback
kan resulteren in de bepaling door een verkoper-leasingnemer
van leasebetalingen die verschillend zijn van de algemene definitie
van leasebetalingen in Appendix A van IFRS 16.
De verkoper-leasingnemer zal een grondslag voor financiële
verslaggeving moeten bepalen dat resulteert in informatie die
relevant en betrouwbaar is in lijn met IAS 8 Grondslagen voor
financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten.
Entiteiten zijn verplicht de wijzigingen toe te passen voor jaarlijkse
periodes die beginnen op of na 1 januari 2024. De wijzigingen
moeten retrospectief toegepast worden in lijn met IAS 8
Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen
en fouten.
8.2.5 Toelichtingen op het
niveau van de geconsolideerde
balans en resultatenrekening
Toelichting 1: Huurinkomsten
Montea verhuurt haar vastgoedbeleggingen op grond
van huurovereenkomsten. Deze inkomsten zijn bruto
huurinkomsten die gegenereerd worden door deze afgesloten
huurovereenkomsten en verschijnen onder deze rubriek.
Onderstaande tabel geeft een overzicht weer van
de huurinkomsten over het volledige jaar:
31/12/202331/12/202231/12/2021HUURINKOMSTEN (in EUR x 1.000)12 maanden12 maanden12 maandenHuur 107.082 89.150 75.235Gegarandeerde huurinkomsten 0 0 0Huurkortingen -97 1.579 336Huurvoordelen (incentives) 0 0 0Vergoeding voor vroegtijdig verbreken van huurcontracten 0 0 0Vergoeding financiële leasing 0 0 0TOTAAL 106.985 90.729 75.571
De huurinkomsten stijgen in 2023 met 17,9% (€ 16,3 miljoen) t.o.v.
2022 naar € 107,0 miljoen. Deze toename van de huurinkomsten
met € 16,3 miljoen wordt voornamelijk gedreven door:
Volume-effecten: aankopen of oplevering van nieuwe
sites (€ 8,7 miljoen), gedeeltelijk gecompenseerd
door tijdelijke leegstand (€ -0,3 miljoen)
Indexatie van huurcontracten en andere
correcties (€ 5,0 miljoen)
Verhuuractiviteit of heronderhandeling van contracten
(€ 1,0 miljoen) in de sites te Saint Martin de Crau (FR),
Aalsmeer (NL), Puurs (BE) en Willebroek (BE).
Volume- en prijseffecten met betrekking
tot de zonnepanelen (€ 1,9 miljoen)
Hieronder een detail van de huurinkomsten per land:
31/12/202331/12/202231/12/2021HUURINKOMSTEN (in EUR x 1.000)12 maanden12 maanden12 maandenBelgië 45.401 39.301 35.462 Frankrijk 12.698 11.116 11.253 Nederland 46.888 38.453 28.297 Duitsland 1.998 1.860 558 TOTAAL 106.985 90.729 75.571
206 207
Toelichting 2: Met verhuur verbonden kosten
Montea past IFRS 16 toe, wat impliceert dat leasingverplichtingen
(zoals huur- en concessieovereenkomsten) dienen uitgedrukt te
worden op de balans van de leasingnemer en dit via het opnemen
van een gebruiksrecht als vastgoedbelegging en een bijhorende
leasingverplichting als langlopende schuld. Voor Montea zijn er,
als vastgoedeigenaar en dus leasinggever, geen wijzigingen voor
wat betreft de waardering van de vastgoedportefeuille. Montea
zal haar vastgoedportefeuille blijven waarderen aan de reële
waarde conform IAS 40. Voor deze concessieovereenkomsten zal
Montea als leasingnemer het gebruiksrecht als vastgoedbelegging
en de bijhorende leasingverplichting als langlopende schuld
opnemen in de balans en bijgevolg worden de terugkerende
concessievergoedingen verwerkt via het financieel resultaat in
plaats van via het netto huurresultaat.
Daarnaast past Montea eveneens IFRS 9 toe. Wanneer Montea,
ter inning van de huur- en/of andere gelden, beroep doet op
extern juridisch advies, wordt er een waardevermindering
geboekt indien de inning een onzeker karakter heeft. Wanneer
de gelden ontvangen worden, wordt een terugneming van
de waardevermindering geboekt. De methode van bepaling
van de waardevermindering werd niet aangepast. De
waardevermindering die wordt aangelegd in 2023 is een gevolg
van enerzijds de faillissementen van Easylog en Coastair en
anderzijds de gerechtelijke reorganisatie van Liège Cargo Agency.
31/12/202331/12/202231/12/2021HUURINKOMSTEN (in EUR x 1.000)12 maanden12 maanden12 maandenBelgië 36.813 35.290 34.124 Frankrijk 12.109 10.872 11.135 Nederland 32.199 28.999 27.969 Duitsland 0 0 0 TOTAAL 81.121 75.161 73.228
Wanneer we rekening houden met alle panden die de laatste
drie jaren gedurende een volledig jaar deel uitmaakten van
de vastgoedportefeuille (i.e. zonder rekening te houden
met de aanschaffing van nieuwe sites of desinvesteringen
- totaal van 72 sites), zijn de huurinkomsten als volgt:
De stijging met 4,3% van de huurinkomsten voor België
ten opzichte van 2022 is voornamelijk het gevolg van
de jaarlijkse indexatie, deels gecompenseerd door
de gedeeltelijke herontwikkeling van de site te Vorst
en tijdelijke leegstand in de site te Willebroek.
De huurinkomsten voor Frankrijk zijn gestegen met 11,4%
in 2023 t.o.v. 2022 voornamelijk ten gevolge van de jaarlijkse
indexatie en herverhuur van de site te Saint Martin de Crau
en Le Mesnil Amelot na tijdelijke leegstand in 2022.
In Nederland stegen de huurinkomsten met 11,0% in 2023 t.o.v.
2022 voornamelijk ten gevolge van de jaarlijkse indexatie en
herverhuur van de site te Aalsmeer na tijdelijke leegstand in 2022.
31/12/202331/12/202231/12/2021MET HUUR VERBONDEN KOSTEN (in EUR x 1.000)12 maanden12 maanden12 maandenConcessie- en opstalvergoedingen -24 0 0 Waardeverminderingen op handelsvorderingen -699 -213 -766 Terugneming van waardeverminderingen op handelsvorderingen 364 373 340 TOTAAL -360 160 -426
208 209
Toelichting 3: Huurlasten en belastingen normaal gedragen door
de huurder op verhuurde gebouwen en recuperatie van deze
huurlasten en belastingen
HUURLASTEN EN BELASTINGEN GEDRAGEN DOOR DE HUURDER 31/12/202331/12/202231/12/2021OP VERHUURDE GEBOUWEN (in EUR x 1.000)12 maanden12 maanden12 maandenRecuperatie van huurlasten en belastingen op verhuurde gebouwen 12.468 10.177 8.780 die normaal door de huurder gedragen wordenDoorrekening van huurlasten gedragen door de huurder 6.554 5.025 4.391 Doorrekening van voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen 5.914 5.152 4.389 Huurlasten en belastingen op verhuurde gebouwen die -14.023 -11.257 -9.262 normaal door de huurder gedragen wordenHuurlasten gedragen door de huurder -7.145 -5.180 -4.669 Voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen -6.878 -6.078 -4.593 TOTAAL -1.554 -1.080 -482
De stijging van de nettokost naar € 1.554 K is het gevolg van een
sterke uitbreiding van de Nederlandse portefeuille in de loop van
2022, waar een groter deel van de huurlasten niet doorrekenbaar
is en we dit jaar de impact voor het volledige jaar zien.
Toelichting 4: Andere met verhuur
verbonden inkomsten en uitgaven
31/12/202331/12/202231/12/2021ANDERE MET VERHUUR VERBONDEN INKOMSTEN EN KOSTEN (in EUR x 1.000)12 maanden12 maanden12 maandenBeheerskosten voor onroerend goed 527 430 406 Inkomsten zonnepanelen 6.053 6.859 4.837 Andere 4.488 2.815 4.837 TOTAAL 11.068 10.105 10.080
De Property management fee (beheerskosten voor onroerend
goed) betreft de contractueel afgesproken management
fee, welke in het merendeel van de contracten een
percentage bedraagt op de jaarlijks te betalen huur.
De inkomsten van de zonnepanelen bestaan enerzijds uit
de opgewekte elektriciteit die wordt doorgerekend aan de
huurders en de netbeheerder en anderzijds uit de inkomsten
van de groenestroomcertificaten. De daling in inkomsten
uit zonnepanelen wordt voornamelijk verklaard door de
sterk gedaalde prijzen voor elektriciteit in vergelijking met
dezelfde periode vorige jaar. De daling wordt gedeeltelijk
gecompenseerd door de inkomsten naar aanleiding van nieuwe
investeringen in zonnepanelen en het eenmalige effect van
het vrijvallen van de ingebouwde provisies naar aanleiding
van de in 2022 aangekondigde, doch niet doorgevoerde
knip in groene stroom certificaten in Vlaanderen.
De opbrengsten worden erkend op moment van ontvangst van
deze inkomsten, in overeenstemming met IFRS 15. Er zijn geen
groenestroomcertificaten die niet verkocht werden op einde
van het boekjaar. Deze groenestroomcertificaten worden door
de overheid betaald en niet door de energieleveranciers.
De post “Andere” omvat hoofdzakelijk doorfacturatie van
meerwerken aan klanten. Verder omvat deze rubriek ook
andere inkomsten, zoals de tussenkomsten van de verzekeraar
n.a.v. schadegevallen, gedekt door onze verzekeringspolis.
31/12/202331/12/202231/12/2021TECHNISCHE KOSTEN (in EUR x 1.000)12 maanden12 maanden12 maandenRecurrente technische kosten -12 -1 -1 Herstellingen -12 -1 -1 Vergoeding voor algemene waarborgen 0 0 0 Verzekeringspremies 0 0 0 Niet-recurrente technische kosten -56 -28 0 Grote herstellingen 0 0 0 Schadegevallen -56 -28 0 TOTAAL -67 -30 -1
Toelichting 5: Technische kosten
De technische kosten in 2023 zijn voornamelijk
kleine herstellingswerken en onderhoudswerken
aan de vastgoedportefeuille.
De commerciële kosten omvatten de makelaarscommissies
betaalbaar na ondertekening van het nieuwe huurcontract voor
de voordien leegstaande units in het pand te Aalsmeer (NL)
waarmee 100% bezetting bereikt werd. Daarnaast zijn ook kosten
inbegrepen voor erelonen van advocaten en juridische kosten.
Toelichting 6: Commerciële kosten31/12/202331/12/202231/12/2021COMMERCIËLE KOSTEN (in EUR x 1.000)12 maanden12 maanden12 maandenMakelaarscommissies -94 -37 -77 Publiciteit 0 0 -5 Erelonen van advocaten en juridische kosten -96 -90 -140 TOTAAL -190 -127 -222
210 211
Re-Match, Tiel, Nederland
Bestaande portefeuille
212 213
Toelichting 7: Kosten niet verhuurde gebouwen
De kosten van niet-verhuurde gebouwen dalen met € 212 K
voornamelijk als gevolg van de gedeeltelijke herontwikkeling
van het gebouw in Saint Martin de Crau (FR) in 2022.
Toelichting 10: Algemene kosten van de Vennootschap
Toelichting 8: Beheerskosten vastgoed
Enerzijds bestaan de beheerskosten vastgoed uit de kosten met
betrekking tot het interne team dat verantwoordelijk is voor het
beheer en de commercialisering van het vastgoed, waar dit jaar is
ingezet op de uitbreiding van het team in Frankrijk
en Duitsland om de vooropgestelde ambities te
realiseren. Anderzijds omvatten deze kosten ook de
onmiddellijk aan het beheer toe te wijzen kosten.
Toelichting 9: Andere vastgoedkosten
Onder “Andere vastgoedkosten” worden in 2023 hoofdzakelijk de
kosten m.b.t. het onderhoud van de zonnepanelen opgenomen.
31/12/202331/12/202231/12/2021KOSTEN EN BELASTINGEN VAN NIET VERHUURDE GEBOUWEN (in EUR x 1.000)12 maanden12 maanden12 maandenLasten -32 -237 -102 Onroerende voorheffing -105 -112 -212 Verzekeringspremies 0 0 0 TOTAAL -137 -349 -314
31/12/202331/12/202231/12/2021BEHEERKOSTEN VASTGOED (in EUR x 1.000)12 maanden12 maanden12 maandenInterne kost voor vastgoedbeheer -2.658 -1.459 -1.985 Externe kosten voor vastgoedbeheer 0 0 0 TOTAAL -2.658 -1.459 -1.985
31/12/202331/12/202231/12/2021ANDERE VASTGOEDKOSTEN (in EUR x 1.000)12 maanden12 maanden12 maandenAndere vastgoedkosten -83 -38 -52 TOTAAL -83 -38 -52
31/12/202331/12/202231/12/2021ALGEMENE KOSTEN VAN DE VENNOOTSCHAP (in EUR x 1.000)12 maanden12 maanden12 maandenKantoorkosten -799 -260 -182 Representatiekosten -268 -106 -73 Erelonen -999 -658 -566 Vastgoedschatter -256 -297 -156 Commissaris -166 -141 -138 Juridische adviseurs -548 -205 -259 Andere -30 -15 -13 Noteringskosten -948 -616 -878 Marketing en communicatie -1.379 -818 -441 Personeelskosten en vergoedingen zaakvoerder -5.349 -3.853 -2.567 Afschrijvingen -336 -432 -346 TOTAAL -10.077 -6.742 -5.052
De algemene kosten omvatten hoofdzakelijk de kosten verbonden
aan het dagelijks management en de kosten gemaakt in het kader
van de verplichtingen voor beursgenoteerde vennootschappen.
In totaal werd € 16.012 K aan algemene kosten gemaakt.
Hiervan werd
€ 3.277 K (20,5 %) op de bestaande sites en nieuw
lopende projecten geactiveerd. Dit zijn kosten voor
projectmanagement;
€ 2.658 K (16,6 %) overgeboekt naar de vastgoedkosten
(opgenomen in de beheerskosten vastgoed, opgenomen in
toelichting 8). Deze kosten omvatten enerzijds de kosten met
betrekking tot het interne team dat verantwoordelijk is voor
het beheer en de commercialisering van het vastgoed en de
onmiddellijk aan het beheer toe te wijzen kosten anderzijds.
Zodoende blijft 62,9 % van deze kosten (€ 10.077 K) behouden als
algemene kosten van de vennootschap.
Het honorarium van de commissaris, EY Bedrijfsrevisoren,
vertegenwoordigd door de heer Christophe Boschmans
(handelend in naam van een BV), met betrekking tot de
vergoedingen in het kader van de wettelijke opdracht voor
het onderzoek en de revisie van de maatschappelijke en
geconsolideerde rekeningen, bedraagt € 72.830,00 (excl.
BTW). Naast het vermelde ereloon werden volgende andere
controlewerkzaamheden door de commissaris uitgevoerd:
Audit mandaat dochterondernemingen: € 40.250,00;
Wettelijke en FSMA-opdrachten: € 27.550,00
Andere: € 31.375,00.
Deze controlewerkzaamheden werden in de beraadslaging
van het auditcomité goedgekeurd. Naast de vergoedingen voor
de commissaris-revisor, de vastgoeddeskundigen en de Enige
Bestuurder waren er geen andere aanzienlijke vergoedingen
verschuldigd in 2023.
Het gemiddeld personeelsbestand en uitsplitsing van de
personeelskosten kan als volgt worden weergegeven:
214 215
31/12/202331/12/202231/12/202112 maanden12 maanden12 maanden1Gemiddeld personeelsbestand (in VTE) 38 28 25 a) Arbeiders 0 0 0 b) Bedienden 38 28 25 Administratief bedienden 22 19 13 Technisch bedienden 16 9 11 1Geografische locaties personeelsbestand (in VTE) 38 28 25 West-Europa 37 28 25 België 26 22 17 Frankrijk 5 2 4 Nederland 6 3 4 Centraal- en Oost-Europa 1 0 0 Duitsland 1 0 0 Personeelskosten (in EUR x 1.000) 4.643 3.131 2.822 a) Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen 3.644 2.452 2.308 b) Patronale bijdragen voor sociale verzekeringen 795 537 431 c) Patronale premies voor buitenwettelijke verzekeringen 128 83 35 d) Andere personeelskosten 76 60 48
Montea heeft voor haar personeelsleden in vast dienstverband
een groepsverzekeringscontract van het type toegezegde
bijdrage (defined contribution plan) bij een externe
verzekeringsmaatschappij afgesloten. De bijdragen van
het verzekeringsplan worden betaald door Montea. De
verzekeringsmaatschappij heeft bevestigd dat op 31 december
2023 het tekort om het wettelijk minimumrendement te
garanderen niet materieel is.
Wat de vergoedingen van het uitvoerend management betreft,
wordt verwezen naar het remuneratieverslag.
Toelichting 11: Andere operationele opbrengsten en kosten
De andere operationele opbrengsten omvatten hoofdzakelijk:
ontvangen schadevergoedingen;
éénmalige opbrengsten.
De andere operationele kosten hebben voornamelijk betrekking op:
kosten van registraties en wettelijke formaliteiten;
vennootschapsbijdrages;
gemaakte kosten voor projecten die niet weerhouden
werden.
Toelichting 12: Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen
In de loop van 2023 hebben er geen desinvesteringen
plaatsgevonden. De beperkte gerealiseerde meerwaarde van
€19K in 2022 was het gevolg van een onteigening in Vilvoorde
(BE).
31/12/202331/12/202231/12/2021ANDERE BEDRIJFSOPBRENGSTEN EN -KOSTEN (in EUR x 1.000)12 maanden12 maanden12 maandenAndere bedrijfsopbrengsten 231 209 238 Andere bedrijfskosten -388 -357 -80 TOTAAL -157 -148 158
31/12/202331/12/202231/12/2021RESULTAAT VERKOOP VASTGOEDBELEGGINGEN (in EUR x 1.000)12 maanden12 maanden12 maandenNetto verkoop van onroerende goed (verkoopprijs - transactiekosten) 0 53 15.395 Reële waarde van verkocht onroerend goed 0 -34 -14.942 TOTAAL 0 19 453
Toelichting 13: Variaties in de reële waarde van
vastgoedbeleggingen
Wanneer we het saldo van alle positieve en negatieve variaties
in globaliteit bekijken, bedraagt het resultaat ervan op de
vastgoedportefeuille € 11.870 K op 31 december 2023.
Positieve variaties in reële waarde van de vastgoedbeleggingen
zijn grotendeels te danken aan de daling van de
investeringsrendementen voor projecten met lange termijn
huurcontracten alsook stijgende markthuurwaarden. Negatieve
variaties in reële waarde van de vastgoedbeleggingen zijn
doorgaans het resultaat van geboekte afwaarderingen ten gevolge
van huurcontracten die het einde naderden of worden stopgezet,
31/12/202331/12/202231/12/2021VARIATIES IN DE REËLE WAARDE VAN VASTGOEDBELEGGINGEN (in EUR x 1.000)12 maanden12 maanden12 maandenPositieve variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen 136.571 221.540 192.709 Negatieve variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen -124.702 -128.676 -17.317 TOTAAL 11.870 92.864 175.392
het in resultaat boeken van de initiële transactiekosten bij de
aankoop of de ontwikkeling van nieuwe panden (zie sectie 8.2.2.2
Vastgoedbeleggingen) en het uitboeken via het resultaat van de
nog resterende huurvrije periodes.
Wanneer Montea investeert in een pand (aanpassingswerken), dan
worden deze investeringen geboekt op het actief van de balans.
Wanneer de vastgoeddeskundige deze meerwerken niet of niet
ten volle waardeert volgens de kostprijs van deze werken, boekt
Montea een negatieve variatie in de waardering van het vastgoed.
Zie ook Toelichting 20 over de waarderingsmethodologie en de
sensitiviteit van de waarderingen.
(1) VTE staat voor Voltijdse Equivalenten
216 217
31/12/202331/12/202231/12/2021FINANCIËLE OPBRENGSTEN (in EUR x 1.000)12 maanden12 maanden12 maandenGeïnde interesten en dividenden 818 119 0 Vergoeding financiële leasing 0 0 0 Netto gerealiseerde meerwaarden op verkoop financiële activa 0 0 0 Netto gerealiseerde meerwaarden op verkoop vorderingen 0 0 0 financiële leasing en soortgelijke vorderingenAndere 47 53 21 TOTAAL 866 171 21
Toelichting 14: Financiële inkomsten
De financiële inkomsten bedragen € 866 K en bestaan
voornamelijk uit te ontvangen interesten voor korte termijn
geldbeleggingen, naast de “andere” financiële inkomsten voor
ontvangen verwijlintresten, naar aanleiding van laattijdige
betalingen van klanten.
Toelichting 15: Netto interestkosten
De netto interestkosten zijn gestegen met € 823 K of 4,6%.
De nominale interestlasten op leningen stijgen met € 5.569 K
t.o.v. 2022, vooral als gevolg van de in 2022 gecontracteerde
obligatieleningen.
De kosten van de indekkingsinstrumenten dalen met € 1.522 K
t.o.v. 2022 voornamelijk als gevolg van de daling in financiële
schulden waarvoor contracten voor rentevoetindekking van het
type IRS (Interest Rate Swap) afgesloten worden en het feit dat de
indekkingsinstrumenten inkomsten genereren (stijging met
€ 3.231 K t.o.v. 2022) ingevolge de evolutie in de EURIBOR-
rentevoet.
De gemiddelde financieringskost van de schulden bedraagt 2,3%
over 2023 (t.o.v. 1,9% in dezelfde periode vorig jaar), voornamelijk
als gevolg van de in 2022 gecontracteerde obligatieleningen.
De impact van de indekkingsinstrumenten op de gemiddelde
financieringskost bedraagt -0,3%. Dit wil zeggen dat de
gemiddelde financiële kost zonder de indekkingsinstrumenten
2,6% zou bedragen.
31/12/202331/12/202231/12/2021NETTO INTERESTKOSTEN (in EUR x 1.000)12 maanden12 maanden12 maandenNominale interestlasten op leningen -21.627 -16.058 -8.221 Wedersamenstelling van het nominaal bedrag van financiële schulden 0 0 2 Kosten van toegelaten indekkingsinstrumenten -448 -1.970 -3.258 Inkomsten uit toegelaten afdekkingsinstrumenten 3.330 99 0 Andere interestkosten -9 -2 -11 TOTAAL -18.754 -17.931 -11.487
Toelichting 16: Andere financiële kosten
31/12/202331/12/202231/12/2021ANDERE FINANCIËLE KOSTEN (in EUR x 1.000)12 maanden12 maanden12 maandenBankkosten en andere commissies -105 -189 -90 Netto gerealiseerde minderwaarden op verkoop financiële activa 0 0 0 Netto gerealiseerde minderwaarden op verkoop vorderingen 0 0 0 financiële leasing en soortgelijke vorderingenAndere -2 0 -4 TOTAAL -107 -189 -94
31/12/202331/12/202231/12/2021VARIATIES IN DE REËLE WAARDE VAN FINANCIËLE ACTIVA EN PASSIVA (in EUR x 1.000)12 maanden12 maanden12 maandenToegelaten indekkingsinstrumenten -14.043 58.408 12.967 Toegelaten indekkingsinstrumenten die in aanmerking 0 0 0 komen voor hedge accounting volgens IFRSToegelaten indekkingsinstrumenten die niet in aanmerking -14.043 58.408 12.967 komen voor hedge accounting volgens IFRSAndere 0 0 0 TOTAAL -14.043 58.408 12.967
De bankkosten omvatten voornamelijk dossierkosten in het kader
van kredietlijnen.
Toelichting 17: Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva
De negatieve variatie in de reële waarde van de financiële activa en
passiva bedraagt € -14.043 K bestaande uit:
de negatieve variatie in de reële waarde van de financiële
activa en passiva ter waarde van € -14.310 K;
de positieve variatie naar aanleiding van IFRS 13 waarbij de
CVA (Credit Value Adjustment) fluctueert met € 267 K over
boekjaar 2023.
218 219
REËLE WAARDE VAN DE INDEKKINGS-Opgenomen bedrag Reële waarde variatie Startdatum Vervaldatum Nominaal bedragRentevoet Ingedekte rentevoet Reële waarde 2023 (*) Reële waarde 2022 (*) Reële waarde 2021 (*) INSTRUMENTEN (in EUR x 1.000) (deel 1)31/12/20232023 vs. 2022 IRS 29/12/2017 30/06/2022 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 0 -285 0 IRS 29/12/2017 30/06/2022 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 0 -380 0 IRS 29/12/2017 30/06/2022 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 0 -1.212 0 IRS 30/12/2016 19/12/2022 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 0 -114 0 IRS 30/12/2016 30/06/2022 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 0 -1.803 0 IRS 31/12/2016 30/06/2022 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 0 -662 0 IRS 1/04/2018 1/07/2022 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 0 -1.740 0 IRS 1/04/2018 1/07/2022 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 0 -663 0 IRS 3/04/2018 30/06/2022 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 0 -670 0 IRS 31/12/2018 30/06/2022 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 0 -1.053 0 IRS 31/12/2021 19/12/2022 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 0 -1.546 0 IRS 29/12/2023 31/12/2027 50.000 50.000 0,48% EURIBOR 3M 3.566 4.744 -546 -1.178 IRS 31/12/2021 31/03/2022 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 0 -162 0 IRS 31/12/2021 31/03/2022 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 0 -112 0 IRS 31/03/2022 30/06/2022 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 0 -3.905 0 IRS 30/06/2022 19/12/2022 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 0 -1.360 0 IRS 30/12/2022 21/12/2022 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 0 -3.722 0 FORWARD START IRS 31/12/2024 29/03/2029 10.000 0 1,03% EURIBOR 3M 415 727 0 -312 FORWARD START IRS 31/12/2024 31/12/2027 50.000 0 0,42% EURIBOR 3M 2.258 3.441 0 -1.182 IRS 29/12/2023 31/12/2027 2.500 2.500 0,19% EURIBOR 3M 206 264 0 -58 IRS ' 30/06/2023 12/06/2023 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 793 0 -793 IRS ' 30/06/2023 12/06/2023 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 595 0 -595 IRS ' 30/06/2023 12/06/2023 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 1.526 0 -1.526 IRS ' 29/09/2023 29/09/2023 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 1.546 0 -1.546 IRS ' 30/06/2023 12/06/2023 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 2.283 0 -2.283
(*) waarde excl. CVA/DVA
(') vervroegd beëindigd en vervangen in 2023
('') nieuw afgesloten IRS-en ter vervanging van de vervroegd beëindigde in 2021-2023
220 221
REËLE WAARDE VAN DE INDEKKINGS-Opgenomen bedrag Reële waarde variatie Startdatum Vervaldatum Nominaal bedragRentevoet Ingedekte rentevoet Reële waarde 2023 (*) Reële waarde 2022 (*) Reële waarde 2021 (*) INSTRUMENTEN (in EUR x 1.000) (deel 2)31/12/20232023 vs. 2022 FORWARD START IRS 31/12/2024 31/12/2028 10.000 0 0,82% EURIBOR 3M 464 756 0 -292 FORWARD START IRS 31/12/2024 31/12/2028 25.000 0 0,62% EURIBOR 3M 1.349 2.071 0 -722 FORWARD START IRS 31/12/2024 30/06/2030 50.000 0 0,92% EURIBOR 3M 3.098 4.911 0 -1.812 FORWARD START IRS 31/12/2024 31/12/2028 25.000 0 0,89% EURIBOR 3M 1.100 1.833 0 -734 FORWARD START IRS 31/12/2024 31/12/2028 25.000 0 0,47% EURIBOR 3M 1.489 2.204 0 -715 FORWARD START IRS 31/12/2024 30/06/2027 25.000 0 0,41% EURIBOR 3M 946 1.438 0 -492 FORWARD START IRS 31/12/2024 31/03/2027 10.000 0 0,26% EURIBOR 3M 373 551 0 -178 FORWARD START IRS 31/12/2024 31/03/2028 10.000 0 0,54% EURIBOR 3M 457 703 0 -246 FORWARD START IRS " 30/09/2024 30/09/2030 10.000 0 1,75% EURIBOR 3M 231 0 0 231 FORWARD START IRS " 30/09/2024 30/06/2031 10.000 0 1,58% EURIBOR 3M 380 0 0 380 FORWARD START IRS " 30/09/2024 31/12/2031 25.000 0 1,95% EURIBOR 3M 469 0 0 469 FORWARD START IRS " 30/06/2024 30/06/2030 15.000 0 0,03% EURIBOR 3M 1.816 0 0 1.816 FORWARD START IRS " 30/06/2024 30/06/2030 10.000 0 -0,01% EURIBOR 3M 1.232 0 0 1.232 FORWARD START IRS " 30/09/2024 30/06/2026 25.000 0 -0,50% EURIBOR 3M 1.090 0 0 1.090 FORWARD START IRS 31/12/2027 31/12/2030 50.000 0 2,68% EURIBOR 3M -495 0 0 -495 FORWARD START IRS " 31/12/2028 31/12/2030 120.000 0 1,01% EURIBOR 3M 4.484 0 0 4.484 CAP 31/12/2019 31/12/2023 50.000 0 0,25% EURIBOR 3M 0 1.439 86 -1.439 CAP ' 31/12/2020 31/03/2023 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 1.600 167 -1.600 CAP ' 31/12/2022 30/09/2023 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 2.236 229 -2.236 CAP ' 31/12/2023 30/09/2023 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 1.659 209 -1.659 CAP ' 31/12/2022 30/09/2023 0 0 0,00% EURIBOR 3M 0 1.916 196 -1.916 CAP 31/12/2023 31/12/2024 55.000 55.000 0,25% EURIBOR 3M 1.657 1.659 209 -2 TOTAAL 662.500 107.500 26.584 40.894 -18.840 -14.310
(*) waarde excl. CVA/DVA
(') vervroegd beëindigd en vervangen in 2023
('') nieuw afgesloten IRS-en ter vervanging van de vervroegd beëindigde in 2021-2023
De positie van Montea in het kader van de indekkingsinstrumenten
bedraagt + € 26,6 miljoen.
222 223
Hier wordt schematisch weergegeven wanneer de lopende IRS-
contracten voor een totaal van € 107,5 miljoen komen te vervallen:
2024: € 55 miljoen
2027: € 52,5 miljoen
In 2023 boekte Montea, als gevolg van de aanpassingen
volgens IFRS 13, een positieve variatie in de waardering van de
indekkingsinstrumenten van € 267 K (dit betreft de zogenaamde
“Credit Value Adjustment”). Zodoende bedraagt de netto positie van
Montea in het kader van de indekkingsinstrumenten € 26.584 K.
Een negatieve aanpassing van het nominaal bedrag naar de
reële waarde van de indekkingsinstrumenten kan worden
teruggevonden bij de andere langlopende financiële schulden op
het passief van de balans en een positieve aanpassing van het
nominaal bedrag naar de reële waarde bij de andere financiële
vaste activa – afdekkingsinstrumenten op het actief van de balans.
Montea heeft op het einde van 2023 indekkingsinstrumenten voor
een nominaal bedrag van € 662.500 K gecontracteerd.
De niet-verdisconteerde netto kasstromen van de bestaande
IRS-contracten worden in de tabel hieronder weergegeven:
NIET VERDISCONTEERDE
KASSTROMEN (in EUR x 1.000)
<1 jaar
1 jaar
< x < 2
jaar
2 jaar
< x < 3
jaar
3 jaar
< x < 4
jaar
4 jaar
< x < 5
jaar
5 jaar
< x < 6
jaar
6 jaar
< x < 7
jaar
7 jaar
< x < 8
jaar
8 jaar
< x < 9
jaar
9 jaar <
x < 10
jaar
> 10
jaar
Indekkingskost 656 2.477 2.526 2.366 3.302 3.852 3.780 565 0 0 0
Toelichting 18: Vennootschapsbelasting
31/12/202331/12/202231/12/2021VENNOOTSCHAPSBELASTINGEN (in EUR x 1.000)12 maanden12 maanden12 maandenRoerende voorheffing 0 0 0 Werkelijke inkomstenbelasting 5.236 -5.334 -5.281 Uitgestelde belastingen 30.974 -14.570 -21.397 TOTAAL 36.209 -19.904 -26.678
De totale geboekte vennootschapsbelasting bestaat uit een
voorziening voor:
te betalen belasting op verworpen uitgaven door Montea NV;
te betalen vennootschapsbelasting voor Belgische
vennootschappen die niet genieten van het GVV-statuut;
exit taks aanpassingen;
te betalen dividendbelasting door Montea SA;
te betalen vennootschapsbelasting door
Montea Nederland N.V. en haar dochters;
uitgestelde belastingen, voornamelijk in
Montea Nederland N.V.
De significante daling t.o.v. 2022 is tweeledig, enerzijds is er
de daling in werkelijke inkomstenbelasting van € 10,6 miljoen,
anderzijds dalen ook de uitgestelde belastingen met € 45,5
miljoen. In de loop van 2023 werd Montea voor de periode 2015
t.e.m. 2022 erkend als FBI. Als gevolg hiervan, konden de in
2021 en 2022 aangelegde provisies in de loop van 2023 tegen
gedraaid worden, resulterend in een daling van de werkelijke
inkomstenbelasting van € 6,9 miljoen. Anderzijds werd met
betrekking tot boekjaar 2023, nog steeds uitgaand van het principe
van de voorzichtigheid, een belastingvoorziening opgezet van
€4,1 miljoen in de resultatenrekening, met name de
belastingdruk conform de regulier belaste sfeer. Voorts
bestaat de daling in uitgestelde belastingen uit de terugname
van € 32,0 miljoen van de in 2021-2022 opgebouwde latente
belastingprovisies op het vastgoed.
Toelichting 19: Immateriële vaste activa
Deze rubriek vermeldt de bedragen van de immateriële vaste
activa voor eigen gebruik. Deze immateriële vaste activa omvatten
voornamelijk de licentie- en ontwikkelingskosten voor property
management, facility en accounting software.
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA (in EUR x 1.000)OP 31/12/2021 727 Aankopen 147 Afschrijvingen -307 OP 31/12/2022 567 Aankopen 180 Afschrijvingen -199 OP 31/12/2023 548
224 225
VASTGOEDBELEGGINGEN & Vastgoedbeleggingen Projectontwikkeling TotaalPROJECTONTWIKKELING(in EUR x 1.000)(in EUR x 1.000)(in EUR x 1.000)OP 31/12/2021 1.583.290 114.834 1.698.123 OP 31/12/2022 2.068.687 102.338 2.171.025 Investeringen 75.906 75.906 Nieuwe verwervingen 275 275 Overige verwervingen 275 275 Investeringen in de bestaande 15.809 15.809 portefeuilleIFRS 16 recognition van - - concessiegrondenVerwervingen via aandelentransacties 7.359 7.359 Oplevering van built-to-suit projecten 52.463 52.463 Opgeleverde projectontwikkelingen -52.463 -52.463 Projectontwikkelingen 56.197 56.197 - Blue Gate, Antwerp (BE) 5.599 5.599 - Tongeren - IIA (BE) 1.898 1.898 - Tongeren - III (BE) 23.605 23.605 - Vilvoorde (BE) 3.736 3.736 - Vorst (BE) 2.730 2.730 - Grimbergen (BE) 4.194 4.194 - Waddinxveen (NL) 7.861 7.861 Overige projectontwikkelingen 2.359 2.359 - Zonnepanelen (BE) 2.403 2.403 - Zonnepanelen (NL) 1.817 1.817 - Zonnepanelen (FR) -6 -6 - Stijging/(daling) van de reële waarde 21.971 7.634 29.605 OP 31/12/2023 2.166.564 113.707 2.280.270
Toelichting 20: Vastgoedbeleggingen De vastgoedportefeuille wordt gewaardeerd aan de reële
waarde. De reële waardebepaling gebeurt aan de hand
van niet-observeerbare input en bijgevolg behoren deze
vastgoedbeleggingen tot niveau 3 van de fair value-hiërarchie
zoals bepaald volgens IFRS. Zie Toelichting 39 voor meer
informatie. De positieve variatie in de waardering van de
vastgoedbeleggingen kan voornamelijk verklaard worden door
stijgende markthuurwaarden, hetgeen deels gecompenseerd
wordt door stijgende rendementen op logistiek vastgoed in de
investeringsmarkt.
Waarderingsmethodologie
De schatting van een site bestaat uit het bepalen van haar waarde
op een bepaalde datum, het bepalen van de prijs waartegen de
site potentieel verhandeld zal kunnen worden tussen kopers en
verkopers die voldoende geïnformeerd zijn zonder informatie-
asymmetrieën en die een dergelijke transactie wensen te
realiseren. Deze waarde is de investeringswaarde of de te betalen
prijs vermeerderd met de eventuele overdrachtsbelastingen
(registratierechten of BTW). De reële waarde, in de zin van
het referentieschema IAS/IFRS, kan worden verkregen door
de theoretische lokale registratierechten af te trekken van de
investeringswaarde.
Sensitiviteit van waarderingen
De sensitiviteit van de reële waarde in functie van wijzigingen in de
significant niet-observeerbare input, gebruikt in de bepaling van
de reële waarde van panden geclassificeerd in niveau 3 volgens de
IFRS fair value-hiërarchie is als volgt:
NIET OBSERVEERBARE INPUTS Berekend in Impact op de reële waardeStijging DalingGeschatte huurwaarde €/m² + -Verdisconteringsvoet % - +Vereist rendement - +Resterende looptijd huurcontract jaren + -Bezettingsgraad + -Inflatie + -
Daarnaast is het zo dat een lange (korte) resterende looptijd van
het huurcontract vaak aanleiding geeft tot een daling (stijging) in
de verdisconteringsvoet.
De sensitiviteit van de reële waarde van de portefeuille kan als
volgt worden ingeschat:
een stijging (daling) van 1% van de huurinkomsten heeft tot
gevolg dat de reële waarde van de portefeuille zal stijgen
(dalen) met ongeveer € 20,1 miljoen;
een daling (stijging) van 0,25% van het vereist rendement
heeft tot gevolg dat de reële waarde van de portefeuille zal
stijgen (dalen) met ongeveer € 91,6 miljoen.
Een stijging in de vastgoedbeleggingen en ontwikkelingen in 2023
ter waarde van € 109,2 miljoen wordt verklaard door:
226 227
ANDERE MATERIELE VASTE ACTIVA (in EUR x 1.000) Totaal Voor eigen gebruik Andere OP 31/12/2021 38.485 2.382 36.103 Aanschaffingswaarde 01/01/2022 40.036 2.860 37.175 Aankopen 435 392 43 Zonnepanelen 14.214 0 14.214 - Aanschaffingen zonnepanelen 6.240 0 6.240 - Meer/minderwaarde bestaande zonnepanelen 7.973 0 7.973 Aanschaffingswaarde 31/12/2022 54.684 3.252 51.431 Afschrijvingen 01/01/2022 -1.550 -478 -1.072 Afschrijvingen -125 -38 -86 Afschrijvingen 31/12/2022 -1.675 -517 -1.158 OP 31/12/2022 53.009 2.736 50.273 Aanschaffingswaarde 01/01/2023 54.684 3.252 51.431 Aankopen 773 165 608 Zonnepanelen 32.179 0 32.179 - Aanschaffingen zonnepanelen 11.379 0 11.379 - Meer/minderwaarde bestaande zonnepanelen 20.800 0 20.800 Aanschaffingswaarde 31/12/2023 87.636 3.417 84.218 Afschrijvingen 01/01/2023 -1.675 -517 -1.158 Afschrijvingen -137 -38 -98 Afschrijvingen 31/12/2023 -1.812 -555 -1.257 OP 31/12/2023 85.824 2.862 82.962
Toelichting 21: Andere materiële vaste activa
De evolutie van de andere materiële vaste activa omvat
voornamelijk de uitbreiding van de zonnepanelenparken via
nieuwe installaties op diverse sites in België, Nederland en
Frankrijk, naast de waardering van de zonnepanelen waarbij de
netto meerwaarden in een afzonderlijke component van het eigen
vermogen worden opgenomen. Zie ook Toelichting 30.
Zonnepanelen worden gewaardeerd op basis van het
herwaarderingsmodel in overeenstemming met IAS 16 – Materiële
vaste activa. Na de initiële opname dient het actief waarvan
de reële waarde betrouwbaar kan worden bepaald, te worden
geboekt tegen de geherwaardeerde waarde, zijnde de reële
waarde op het moment van de herwaardering, verminderd
met eventuele latere geaccumuleerde afschrijvingen en latere
geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen.
Indien deze zonnepanelen aan kostprijs worden gewaardeerd,
zou dit € 51.729 K bedragen. De zonnepanelen worden sinds 2018
gewaardeerd door een onafhankelijk vastgoeddeskundige.
De reële waarde wordt bepaald op basis van de
verdisconteringsmethode van toekomstige opbrengsten.
Toelichting 22: Financiële vaste activa
FINANCIËLE ACTIVA (in EUR x 1.000)OP 31/12/2021 1.106 Activa aangehouden voor verkoop tot einde looptijd 0 Deelnemingen in verbonden ondernemingen of ondernemingen met een deelnemingsverhouding 0 Vorderingen op meer dan één jaar 0 Activa aan reële waarde via resultaat 40.367 Indekkingsinstrumenten 40.367 OP 31/12/2022 40.367 Activa aangehouden voor verkoop tot einde looptijd 0 Deelnemingen in verbonden ondernemingen of ondernemingen met een deelnemingsverhouding 0 Vorderingen op meer dan één jaar 0 Activa aan reële waarde via resultaat 26.825 Indekkingsinstrumenten 26.825 OP 31/12/2023 26.825
De financiële vaste activa betreffen uitsluitend de positieve
waardering van de indekkingsinstrumenten. De negatieve
waardering van de indekkingsinstrumenten voor 2023 kunnen
worden teruggevonden in Toelichting 35.
Toelichting 23: Handelsvorderingen en andere vaste activa
Dit bedrag betreft een borgtocht betaald in contanten.
HANDELSVORDERINGEN EN ANDERE VASTE ACTIVA (in EUR x 1.000)OP 31/12/2021 221 Borgtochten betaald in contanten 9 OP 31/12/2022 230 Borgtochten betaald in contanten 9 OP 31/12/2023 239
228 229
Roissy-en-France, Frankrijk
Bestaande portefeuille
230 231
Toelichting 24: Activa bestemd voor verkoop
In 2022 en 2023 werden geen activa geïdentificeerd als bestemd
voor verkoop.
Toelichting 25: Kortlopende handelsvorderingen
Op 31 december 2023 bedroegen de bruto handelsvorderingen
€ 30 miljoen waarvan:
€ 24.106 K handelsvorderingen;
€ 870 K aan dubieuze debiteuren;
€ 5.061 K overige vorderingen.
ACTIVA BESTEMD VOOR VERKOOP (in EUR x 1.000)OP 31/12/2021 0Vastgoedbeleggingen bestemd voor verkoop 0 Vastgoedcertificaten 0 Andere activa 0 OP 31/12/2022 0Vastgoedbeleggingen bestemd voor verkoop 0Vastgoedcertificaten 0Andere activa 0OP 31/12/2023 0
HANDELSVORDERINGEN (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022 31/12/2021Bruto handelsvorderingen 30.036 25.977 17.999 Waardeverminderingen voor dubieuze debiteuren -1.705 -1.370 -1.530 TOTAAL 28.331 24.607 16.469
Daarnaast staat een waardevermindering open van € 1.705 K voor
dubieuze debiteuren.
Onderstaande tabel omvat een ouderdomsanalyse van de
handelsvorderingen op 31 december 2023.
OUDERDOMSBALANS HANDELSVORDERINGEN (in EUR x 1.000)Handelsvorderingen, niet vervallen 20.926 Handelsvorderingen, 1 - 30 dagen vervallen 628 Handelsvorderingen, 31 - 60 dagen vervallen 937 Handelsvorderingen, 61 - 90 dagen vervallen 132 Handelsvorderingen, > 90 dagen vervallen 1.484 TOTAAL 24.106
Op het totaalbedrag van € 24.106 K werden geen algemene
waardeverminderingen opgenomen, daar een individuele
analyse per dossier wordt opgemaakt waaruit blijkt dat geen
invorderingsrisico bestaat voor wat betreft de vorderingen die
al meer dan 90 dagen vervallen zijn. Ondanks deze vereiste is
Montea overtuigd, op basis van historische gegevens, dat op
moment van overschrijding van de 90 dagen, geen risico van
inbaarheid bestaat.
Om de impact van achterstallige vorderingen op het resultaat
te minimaliseren, beheert Montea haar klantenbestand op een
efficiënte manier. Op regelmatige basis onderwerpt Montea haar
klanten aan een kredietanalyse. Zo ook zal Montea potentiële
klanten onderwerpen aan een voorafgaande kredietanalyse,
alvorens over te gaan tot het afsluiten van nieuwe contracten. De
tabel hieronder geeft een overzicht van de geboekte dubieuze
debiteuren weer:
DUBIEUZE DEBITEUREN (in EUR x 1.000)OP 31/12/2021 639 Aangelegd bedrag lopend boekjaar 0 Terugname bedrag lopend boekjaar 0 OP 31/12/2022 639 Aangelegd bedrag lopend boekjaar 230 Terugname bedrag lopend boekjaar 0 OP 31/12/2023 870
GEBOEKTE WAARDEVERMINDERINGEN OP HANDELSVORDERINGEN (in EUR x 1.000)OP 31/12/2021 1.530 Aangelegde voorziening lopend boekjaar 0 Terugname geboekte waardeverminderingen 160 OP 31/12/2022 1.370 Aangelegde voorziening lopend boekjaar 335 Terugname geboekte waardeverminderingen 0 OP 31/12/2023 1.705
De tabel hieronder geeft een overzicht weer van de overige
vorderingen:
OVERIGE HANDELSVORDERINGEN (in EUR x 1.000)Klanten met een creditsaldo 290 Leveranciers met een debetsaldo 152 Op te maken facturen 4.508 Te ontvangen creditnota's 111 TOTAAL 5.061
232 233
Montea heeft de nodige inspanningen geleverd opdat de
openstaande handelsvorderingen na jaareinde reeds grotendeels
geïnd werden.
Montea heeft geen waarborgen verkregen om haar kredietrisico
in te perken noch heeft ze kredietindekkingsinstrumenten
verkregen.
Toelichting 26: Belastingvorderingen en andere vlottende activa
De openstaande belastingvordering in 2021 en 2022 betrof de Nederlandse
vennootschapsbelasting in het kader van de aanvraag van het FBI-statuut. Naar
aanleiding van het bekomen van het statuut voor de respectievelijke boekjaren, is
deze vordering in 2023 niet meer van toepassing (zie Toelichting 37 en sectie 7.2.3).
Toelichting 27: Kas en kasequivalenten
Een kasstroomoverzicht is terug te vinden in sectie 4.2.2.
OVERLOPENDE REKENINGEN — ACTIEF (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022 31/12/2021Verkregen, niet vervallen huuropbrengsten 935 1.081 551 Over te dragen huurkortingen en huurvoordelen 0 0 0 Vooruitbetaalde vastgoedkosten:- Kosten voor toekomstige projecten / Voorschotten bouwkosten 3.327 3.596 2.112 - Andere 0 0 0 Vooruitbetaalde interesten en andere financiële kosten 33 57 94 Andere 594 1.147 1.736 TOTAAL 4.888 5.881 4.492
BELASTINGVORDERINGEN EN ANDERE VLOTTENDE ACTIVA (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022 31/12/2021BELASTINGEN 591 13.036 13.069 BTW 575 0 1.222 Belastingen 16 13.036 11.846 ANDERE VLOTTENDE ACTIVA 189 422 36 TOTAAL 780 13.458 13.104
KAS EN KASEQUIVALENTEN (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022 31/12/2021Contant geld bij kredietinstellingen 18.604 67.766 15.172 Termijnbeleggingen 69.000 0 0 Te innen cheques 0 0 0 TOTAAL 87.604 67.766 15.172
Toelichting 28: Overlopende rekeningen van het actief
Toelichting 29: Kapitaal en aandelen
KAPITAAL EN UITGIFTEPREMIES KostenAandeelkapitaal KapitaalUitgiftepremies Aantal aandelen (in EUR x 1.000)kapitaalverhogingopties personeel OP 31/12/2021 330.470 -6.050 -643 234.693 16.215.456 Mutaties gedurende het boekjaar 36.883 -1.256 -6.160 84.584 1.809.764 OP 31/12/2022 367.353 -7.306 -6.803 319.277 18.025.220 Mutaties gedurende het boekjaar 42.722 -1.815 763 104.310 2.096.271 OP 31/12/2023 410.075 -9.121 -6.040 423.586 20.121.491
234 235
(in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022 31/12/2021Reserves 580.953 420.657 228.780Wettelijke reserve 835 835 835 Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen 457.118 348.826 158.506 Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten 0 0 0 bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingenReserve voor het saldo van de variaties in reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die in aanmerking komen voor hedge accounting zoals 0 0 0 gedefinieerd in IFRSReserve voor het saldo van de variaties in reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die niet in aanmerking komen voor hedge accounting zoals 43.226 -15.182 -28.149 gedefinieerd in IFRSReserve voor het saldo van de wisselkoersverschillen op monetaire activa en passiva 0 0 0 Reserve voor de omrekeningsverschillen die voortvloeien uit de omrekening van een 0 0 0 buitenlandse activiteitReserve voor eigen aandelen 0 0 0 Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van financiële activa 0 0 0 aangehouden voor verkoopReserve voor actuariële winsten en verliezen van toegezegde pensioenregelingen 0 0 0 Reserve voor latente belastingen op vastgoedbeleggingen gelegen in het buitenland 0 0 0 Reserve voor de ontvangen dividenden bestemd voor de terugbetaling van financiële 0 0 0 schuldenAndere reserves 79.773 86.177 97.587
Toelichting 30: Reserves
Het verschil in de post “reserve voor het saldo van de variatie in de
reële waarde van vastgoed” t.o.v. vorig jaar bedraagt € 108.292K,
grotendeels als gevolg van de positieve waarde-evolutie van
vastgoedbeleggingen in 2022, alsook de positieve variatie van de
waarde van de zonnepanelen.
MUTATIETABEL EIGEN AANDELEN (in EUR x 1.000) Aantal aandelenOP 31/12/2021 643 12.422Mutaties gedurende het boekjaar 2022 5.783 70.432OP 31/12/2022 6.803 82.854Mutaties gedurende het boekjaar 2023 -470 -5.980OP 31/12/2023 6.040 76.874
De reserve voor het saldo van de variaties in de reële
waarde van vastgoed en de reserve voor het saldo van de
indekkingsinstrumenten zijn de belangrijkste onderdelen welke
een grote impact hebben op de reserves.
In uitvoering van de bestaande aandelen aankoopplannen en
aandelenoptieplannen binnen Montea ten gunste van haar
management en werknemers, werden tijdens 2023 in totaal
5.980 eigen aandelen verkocht. Er vonden geen andere mutaties
plaats gedurende het boekjaar 2023 wat betreft het aantal eigen
aandelen.
Toelichting 30.1: Reserve voor het saldo van de variaties in de
reële waarde van vastgoed
RESERVE VOOR HET SALDO VAN DE VARIATIES IN DE REËLE WAARDE VAN VASTGOED (in EUR x 1.000)Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2007 (15 maanden) 5.629Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2008 (12 maanden) -10.046Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2009 (12 maanden) -16.034Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2010 (12 maanden) -1.906Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2011 (12 maanden) -4.420Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2012 (12 maanden) -6.692Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2013 (12 maanden) -3.658Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2014 (12 maanden) 1.457Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2015 (12 maanden) 2.470Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2016 (12 maanden) -23.534Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2017 (12 maanden) 3.204Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2018 (12 maanden) 33.814Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2019 (12 maanden) 70.773Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2020 (12 maanden) 103.901Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2021 (12 maanden) 175.392Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2022 (12 maanden) 92.864Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2011 (12 maanden) 1.566Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2012 (12 maanden) -128Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2013 (12 maanden) -192Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2014 (12 maanden) -63Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2015 (12 maanden) 213Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2016 (12 maanden) -720Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2017 (12 maanden) 484Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2018 (12 maanden) -242Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2019 (12 maanden) 2.402Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2020 (12 maanden) 227Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2021 (12 maanden) 14.928Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2022 (12 maanden) 15.428OP 31/12/2023 457.118
236 237
Toelichting 30.2: Reserve voor het saldo van de variaties in
de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die
niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals
gedefinieerd in IFRS
De variatie in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten,
in 2023 voor een bedrag van € 58,4 miljoen, wordt volledig
opgenomen in de resultatenrekening.
RESERVE VOOR HET SALDO VAN DE VARIATIES IN DE REËLE WAARDE VAN TOEGELATEN INDEKKINGSINSTRUMENTEN DIE NIET ONDERWORPEN ZIJN AAN EEN (in EUR x 1.000)INDEKKINGSBOEKHOUDING ZOALS GEDEFINIEERD IN IFRSVariatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2007 (15 maanden) 0Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2008 (12 maanden) 861Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2009 (12 maanden) -6.792Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2010 (12 maanden) -2.089Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2011 (12 maanden) 1.643Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2012 (12 maanden) -4.917Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2013 (12 maanden) -8.033Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2014 (12 maanden) 5.497Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2015 (12 maanden) -10.358Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2016 (12 maanden) -616Unwinding SWAP 2017 9.865Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2018 (12 maanden) 5.791Unwinding SWAP 2018 4.943Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2019 (12 maanden) -3.128Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2020 (12 maanden) -12.739Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2021 (12 maanden) -8.077Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2022 (12 maanden) 12.967Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2023 (12 maanden) 58.408OP 31/12/2023 43.226
Toelichting 31: Resultaat
Voor meer informatie omtrent het resultaat, verwijzen we naar
sectie 8.1.6 “Overzicht van de variaties in het geconsolideerde
eigen vermogen en reserves per 31/12/2023”.
Onderstaande tabel geeft een overzicht weer van het
nettoresultaat per aandeel en het EPRA-resultaat per aandeel
op basis van het gewogen gemiddeld aantal aandelen en op
basis van het aantal dividendgerechtigde aandelen op jaareinde
van Montea. Het EPRA-resultaat is gelijk aan het nettoresultaat
exclusief het resultaat op de portefeuille
1
(XVI tot en met XIX
van het geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet-
gerealiseerde resultaten voor winstverdeling) en exclusief de
variatie in de reële waarde van de financiële activa en passiva (zie
XXIII van het geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en
niet-gerealiseerde resultaten voor winstverdeling).
Hierbij dient gezegd te worden dat het verschil tussen het aantal
aandelen die deelgerechtigd zijn in het resultaat van Montea en
het aantal aandelen op het einde van de periode gelijk is aan
het aantal eigen aandelen. Daarenboven heeft Montea geen
inschrijvingsrechten en/of converteerbare obligaties.
(1) Zie sectie 9.1.
31/12/202331/12/202231/12/2021DETAIL RESULTATEN PER AANDEEL (in EUR x 1.000)12 maanden12 maanden12 maandenNETTO RESULTAAT 118.810 204.458 227.848 Toerekenbaar aan:Aandeelhouders van de moedermaatschappij 118.535 204.504 227.685 Minderheidsbelangen 275 -46 162 EPRA-resultaat 90.010 67.738 60.433 Aantal gewogen gemiddelde aantal aandelen voor de periode 18.387.740 16.538.273 16.130.871 Aantal aandelen in omloop op het einde van de periode 20.121.491 18.025.220 16.215.456 NETTO (gewoon / verwaterd) RESULTAAT PER AANDEEL / 6,46 12,36 14,12 gewogen gemiddeld aantal aandelen (EUR)EPRA-resultaat (gewoon / verwaterd) PER AANDEEL / 4,90 4,10 3,75 gewogen gemiddeld aantal aandelen (EUR)
DETAIL RECONCILIATIE VAN NETTO RESULTAAT NAAR EPRA-RESULTAAT 31/12/202331/12/202231/12/2021(in EUR x 1.000)12 maanden12 maanden12 maandenNETTO RESULTAAT 118.810 204.458 227.848 - Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen 0 -19 -453 - Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen -11.870 -92.864 -175.392 - Variaties in de reële waarde van financiële vaste activa en passiva 14.043 -58.408 -12.967 + Uitgestelde belastingen -30.974 14.570 21.397 EPRA-resultaat 90.010 67.738 60.433
238 239
VOORZIENINGEN (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022 31/12/2021Pensioenen 0 0 0 Andere 0 0 0 TOTAAL 0 0 0
MINDERHEIDSBELANG (in EUR x 1.000)OP 31/12/2021 1.183 Minderheidsbelang 2022 2.401 OP 31/12/2022 3.584 Minderheidsbelang 2023 -1.070 OP 31/12/2023 2.514
Toelichting 32: Minderheidsbelang
Eind 2021 ging Montea in België een structurele samenwerking
met de bouwgroep Cordeel
1
aan. De minderheidsbelangen
komen tot stand door het opzet van of wijzigingen aan deze
samenwerking met de Groep Cordeel.
Toelichting 33: Langlopende voorzieningen
Toelichting 34: Financiële schulden
FINANCIËLE SCHULDEN (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022 31/12/2021LANGLOPENDE FINANCIËLE SCHULDEN 815.327 872.967 556.509 Kredietinstellingen 103.999 159.333 310.833 Obligatieleningen 662.739 662.450 198.758 Borgstellingen, bankgaranties d.m.v. gestorte gelden 1.489 1.938 1.588 Financiële leasing 465 595 718 2Andere46.634 48.652 44.612 KORTLOPENDE FINANCIËLE SCHULDEN 36.162 59.919 92.940 Kredietinstellingen 33.333 57.333 90.833 Obligatieleningen 0 0 0 Financiële leasing 117 110 104 2Andere2.712 2.475 2.003 TOTAAL 851.490 932.886 649.449
De financiële schulden betreffen nominale bedragen waarbij de
interesten niet vervat zijn.
De Vennootschap heeft een totaalbedrag aan opgenomen
kredietlijnen van € 137,3 miljoen. Montea beschikt op 31/12/2023
over een totaalbedrag aan bevestigde bilaterale kredietlijnen van
€ 327,5 miljoen bij 6 financiële instellingen. Er rest nog een
niet-opgenomen capaciteit van € 190,2 miljoen, wat betekent dat
41,9% aan kredietlijnen is opgenomen.
In 2024 vervalt 24,3% (of € 33,3 miljoen) van de totale opgenomen
schuld van de kredietlijnen (€ 137,3 miljoen) of 10,2% (€ 33,3
miljoen) van de gecontracteerde kredietlijnen (€ 327,5 miljoen).
Verder beschikt Montea ook over een totaalbedrag van € 665,0
miljoen aan obligatieleningen, waarvan € 235,0 miljoen aan Green
Bonds die Montea afsloot in 2021 (US Private Plaatsing) en € 380,0
miljoen aan Green unsecured notes afgesloten in 2022 (US Private
Plaatsing).
Voorts is er een totaalbedrag van leasingschulden van €49,9
miljoen, verdeeld over lange en korte termijn, waarvan € 49,3
miljoen hoofdzakelijk gevormd is door de opname van de
leasingverplichtingen op de concessiegronden (naar aanleiding
van IFRS 16) en anderzijds voor de financiering van de
zonnepanelen op de site te Aalst.
De totale financiële schuld (inclusief obligatieleningen en
leasingschuld) is op 31 december 2023 ingedekt voor 97% door
middel van contracten voor rentevoetindekking van het type
Interest Rate Swaps en Interest Caps. Alle obligatieleningen zijn
aan vaste interestvoet. De kredietlijnen hebben een variabele
intrestvoet.
In onderstaande tabellen wordt de maturiteitsanalyse van de
kredietlijnen, obligatieleningen en indekkingsinstrumenten
weergegeven. In de laatste kolom worden de verwachte
intrestlasten weergegeven op basis van de toestand per
31/12/2023 rekening houdend met een stabiele EURIBOR.
GecontracteerdeOpgenomen Intrestlasten KREDIETINSTELLINGEN (in EUR x 1.000)kredietenkredietenkredietenKredietlijnen, binnen het jaar te vervallen 33.333 33.333 1.160 Kredietlijnen, te vervallen binnen 1 - 2 jaar - - 1.160 Kredietlijnen, te vervallen binnen 2 - 3 jaar 71.000 36.000 1.096 Kredietlijnen, te vervallen binnen > 3 jaar 223.200 68.000 934 TOTAAL 327.533 137.333 4.350
Gecontracteerde Opgenomen Intrestlasten OBLIGATIELENINGEN (in EUR x 1.000)obligatieleningen obligatieleningen obligatieleningen Obligatieleningen, binnen het jaar te vervallen - - 18.044Obligatieleningen, vervallen binnen 1 - 2 jaar 25.000 25.000 18.044 Obligatieleningen, vervallen binnen 2 - 3 jaar - - 18.044 Obligatieleningen, vervallen binnen > 3 jaar 640.000 640.000 51.249 TOTAAL 665.000 665.000 105.380
Interestinkomsten INDEKKINGSINSTRUMENTEN (in EUR x 1.000) Notioneel Bedragindekkingsinstrumenten Indekkingsinstrumenten, binnen het jaar te vervallen 105.000 656 Indekkingsinstrumenten, vervallen binnen 1 - 2 jaar - 2.477 Indekkingsinstrumenten, vervallen binnen 2 - 3 jaar 25.000 2.526 Indekkingsinstrumenten, vervallen binnen > 3 jaar 532.500 13.865 TOTAAL 662.500 19.523
(1) Zie persmededeling van 04/01/2022 of www.montea.com voor meer informatie
(2) Onder de rubriek “Andere” zijn hoofdzakelijk de leasingverplichtingen, met betrekking tot de concessiegronden, opgenomen, conform IFRS16
240 241
ANDERE LANGLOPENDE FINANCIËLE VERPLICHTINGEN (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022 31/12/2021Toegelaten indekkingsinstrumenten 495 -7 19.130 TOTAAL 495 -7 19.130
OBLIGATIELENINGENNOMINAAL BEDRAG Terugbetaling Terugbetaling Begindatum Vervaldag Rente Rentevoet (in EUR x 1.000)kapitaal rente EURIBOR 3M + 25.000 30/06/2015 30/06/2027 Floating2027 Trimestrieel205 bps25.000 30/06/2015 30/06/2025 Fixed 3,42% 2025 Jaarlijks50.000 27/04/2021 27/04/2031 Fixed 1,28% 2031 Halfjaarlijks30.000 23/06/2021 23/06/2031 Fixed 1,28% 2031 Halfjaarlijks70.000 23/06/2021 23/06/2036 Fixed 1,44% 2036 Halfjaarlijks85.000 4/01/2022 4/01/2034 Fixed 1,42% 2034 Halfjaarlijks175.000 17/08/2022 17/08/2030 Fixed 3,18% 2030 Halfjaarlijks20.000 2/11/2022 2/11/2030 Fixed 3,20% 2030 Halfjaarlijks25.000 7/12/2022 7/12/2030 Fixed 3,26% 2030 Halfjaarlijks160.000 15/06/2022 15/06/2032 Fixed 3,40% 2032 Halfjaarlijks665.000
ANDERE LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022 31/12/2021Waarborgen 0 0 0 TOTAAL 0 0 0
HANDELSSCHULDEN EN ANDERE KORTLOPENDE SCHULDEN (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022 31/12/2021Exit Taks 2.738 6.067 4.194 Andere 16.678 22.340 21.920 Leveranciers 8.600 11.758 12.731 Huurders 2.483 2.203 3.250 Belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 5.594 8.378 5.940 TOTAAL 19.416 28.407 26.113
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de lopende obligatieleningen:
Toelichting 35: Andere langlopende financiële verplichtingen
De andere langlopende financiële verplichtingen
omvatten uitsluitend de negatieve waardering van de
rentedekkingsinstrumenten op 31/12/2023. In Toelichting 22,
onder de financiële vaste activa, bevinden zich de positieve
variaties in de waarde van de rentedekkingsinstrumenten.
De rentedekkingsinstrumenten met een negatieve waarde op
31/12/2023 bedragen € 495 K. Voor de vergelijking van de reële
waarden met de boekwaarden verwijzen we naar Toelichting 17.
Toelichting 36: Andere langlopende verplichtingen
ANDERE KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022 31/12/2021Dividenden 36 28 28 Andere 601 2.316 315 TOTAAL 637 2.343 342
Toelichting 37: Handelsschulden en andere kortlopende
verplichtingen
De sectie ‘Exit taks’ bestaat hoofdzakelijk uit een provisie
aangelegd naar aanleiding van de aankopen van de
vastgoedvennootschap Corhoe NV.
De post “Leveranciers” heeft nog een openstaand saldo van €8,6
miljoen. Dit resterend bedrag is voornamelijk nog schuldig aan
derde partijen naar aanleiding van lopende ontwikkelingen in
België, Nederland, Frankrijk en Duitsland.
De sectie “Belastingen, bezoldigingen en sociale lasten” bestaat
voornamelijk uit de belastingprovisie opgezet voor het ontvangen
van het voorlopige aanslagbiljet van 2023 in Nederland waar het
FBI-statuut in aanvraag is, maar nog niet werd bekomen. Zie
Toelichting 26 en sectie 10.5.4.
De sectie “Andere kortlopende verplichtingen” bestaat
hoofdzakelijk uit schulden gerelateerd aan verwervingen via
aandelentransacties. In de loop van 2023 werd het merendeel van
deze schulden afgelost voor verwervingen die plaatsvonden in
2022.
242 243
31/12/2023 31/12/2023 31/12/2023 31/12/2023 REËLE WAARDE HIËRARCHIE (in EUR x 1.000)Boekwaarde Level 1 (1)Level 2 (2)Level 3 (3)I. VASTE ACTIVA 2.312.331 0 27.612 2.284.719 A. Goodwill 0 0 0 0 B. Immateriële vaste activa 548 0 548 0 C. Vastgoedbeleggingen 2.201.758 0 0 2.201.758 D. Andere materiële vaste activa 82.962 0 0 82.962 E. Financiële vaste activa 26.825 0 26.825 0 F. Vorderingen financiële leasing 0 0 0 0 G. Handelsvorderingen en andere vaste activa 239 0 239 0 H. Uitgestelde belastingen - activa 0 0 0 0 Deelnemingen in geassocieerde vennootschappen en I.0 0 0 0 joint ventures vermogensmutatieII. VLOTTENDE ACTIVA 121.603 87.604 33.999 0 A. Activa bestemd voor verkoop 0 0 0 0 B. Financiële vlottende activa 0 0 0 0 C. Vorderingen financiële leasing 0 0 0 0 D. Handelsvorderingen 28.331 0 28.331 0 E. Belastingvorderingen en andere vlottende activa 780 0 780 0 F. Kas en kasequivalenten 87.604 87.604 0 0 G. Overlopende rekeningen 4.888 0 4.888 0 TOTAAL ACTIVA 2.433.934 87.604 61.611 2.284.719 VERPLICHTINGEN 913.157 0 848.082 0 I. LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN 820.997 0 755.922 0 A. Voorzieningen 0 0 0 0 B. Langlopende financiële schulden 815.327 0 750.252 0 1. Bancaire schulden 105.488 0 105.488 0 2. Obligatieleningen 709.374 0 644.298 0 3. Diverse langlopende financiële schulden 465 0 465 0 (borgtochten, waarborgen,...)C. Andere langlopende financiële verplichtingen 495 0 495 0 D. Handelsschulden en andere langlopende schulden 0 0 0 0 E. Andere langlopende verplichtingen 0 0 0 0 F. Uitgestelde belastingen - verplichtingen 5.175 0 5.175 0 II. KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN 92.160 0 92.160 0 A. Voorzieningen 0 0 0 0 B. Kortlopende financiële schulden 36.162 0 36.162 0 1. Bancaire schulden 33.333 0 33.333 0 2. Leasing schulden 117 0 117 0 3. Andere 2.712 0 2.712 0 C. Andere kortlopende financiële verplichtingen 0 0 0 0 D. Handelsschulden en andere kortlopende schulden 19.416 0 19.416 0 E. Andere kortlopende verplichtingen 637 0 637 0 F. Overlopende rekeningen 35.944 0 35.944 0 TOTAAL VERPLICHTINGEN 913.157 0 848.082 0
Toelichting 38: Overlopende rekeningen van het passief
De overlopende rekeningen van het passief bestaan voornamelijk
uit de vooraf gefactureerde huurinkomsten en de toerekening
van nog niet afgerekende interesten op de obligatieleningen
en kredietlijnen, dewelke hoger zijn als gevolg van de in 2022
gecontracteerde obligatieleningen.
OVERLOPENDE REKENINGEN - PASSIEF (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022 31/12/2021Over te dragen vastgoedopbrengsten 25.673 24.879 18.129 Toe te rekenen, niet vervallen interesten en andere kosten 10.271 1.834 1.894 Andere 0 0 0 TOTAAL 35.944 26.714 20.023
Toelichting 39: Reële waarde hiërarchie
244 245
Level 1: waarderingen van de reële waarde zijn bepaald volgens de
(niet-aangepaste) marktprijsnoteringen in actieve markten voor
identieke activa en verplichtingen;
Level 2: waarderingen van de reële waarde worden bepaald op
basis van andere gegevens dan genoteerde prijzen bedoeld in
niveau 1, die observeerbaar zijn voor het actief of de verplichting,
zowel rechtstreeks (d.w.z. als prijzen) als onrechtstreeks (d.w.z.
afgeleid uit prijzen);
Level 3: waarderingen van de reële waarde worden bepaald op
basis van waarderingstechnieken die gegevens voor het actief of
de verplichting omvatten die niet gebaseerd zijn op observeerbare
marktgegevens (niet-observeerbare gegevens).
Tijdens het boekjaar 2023 hebben geen overdrachten
plaatsgevonden tussen de verschillende niveaus van de reële
waarde hiërarchie.
31/12/2022 31/12/2022 31/12/2022 31/12/2022 REËLE WAARDE HIËRARCHIE (in EUR x 1.000)Boekwaarde Level 1 (1)Level 2 (2)Level 3 (3)I. VASTE ACTIVA 2.216.000 0 41.164 2.174.836 A. Goodwill 0 0 0 0 B. Immateriële vaste activa 567 0 567 0 C. Vastgoedbeleggingen 2.124.563 0 0 2.124.563 D. Andere materiële vaste activa 50.273 0 0 50.273 E. Financiële vaste activa 40.367 0 40.367 0 F. Vorderingen financiële leasing 0 0 0 0 G. Handelsvorderingen en andere vaste activa 230 0 230 0 H. Uitgestelde belastingen - activa 0 0 0 0 Deelnemingen in geassocieerde vennootschappen en I.0 0 0 0 joint ventures vermogensmutatieII. VLOTTENDE ACTIVA 111.712 67.766 43.945 0 A. Activa bestemd voor verkoop 0 0 0 0 B. Financiële vlottende activa 0 0 0 0 C. Vorderingen financiële leasing 0 0 0 0 D. Handelsvorderingen 24.607 0 24.607 0 E. Belastingvorderingen en andere vlottende activa 13.458 0 13.458 0 F. Kas en kasequivalenten 67.766 67.766 0 0 G. Overlopende rekeningen 5.881 0 5.881 0 TOTAAL ACTIVA 2.327.712 67.766 85.109 2.174.836 VERPLICHTINGEN 1.026.492 0 932.092 0 I. LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN 909.109 0 814.710 0 A. Voorzieningen 0 0 0 0 B. Langlopende financiële schulden 872.967 0 778.568 0 1. Bancaire schulden 161.271 0 161.271 0 2. Obligatieleningen 711.101 0 616.702 0 3. Diverse langlopende financiële schulden 595 0 595 0 (borgtochten, waarborgen,...)C. Andere langlopende financiële verplichtingen -7 0 -7 0 D. Handelsschulden en andere langlopende schulden 0 0 0 0 E. Andere langlopende verplichtingen 0 0 0 0 F. Uitgestelde belastingen - verplichtingen 36.149 0 36.149 0 II. KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN 117.383 0 117.383 0 A. Voorzieningen 0 0 0 0 B. Kortlopende financiële schulden 59.919 0 59.919 0 1. Bancaire schulden 57.333 0 57.333 0 2. Leasing schulden 110 0 110 0 3. Andere 2.475 0 2.475 0 C. Andere kortlopende financiële verplichtingen 0 0 0 0 D. Handelsschulden en andere kortlopende schulden 28.407 0 28.407 0 E. Andere kortlopende verplichtingen 2.343 0 2.343 0 F. Overlopende rekeningen 26.714 0 26.714 0 TOTAAL VERPLICHTINGEN 1.026.492 0 932.092 0
246 247
IFRS 13 behandelt de praktische toepassing van de reële
waardebepaling wanneer dit door een andere standaard wordt
verplicht of toegestaan. Deze werd ook toegepast voor wat betreft
de waardebepaling van de vastgoedbelegging, zonnepanelen
alsook de financiële instrumenten.
1. Vastgoedbeleggingen
De praktische toepassing van de reële waardebepaling bij de
waardering van de vastgoedbeleggingen werd gedaan op basis van
de externe vastgoeddeskundigen, grotendeels gebaseerd op de
kapitalisatiemethode.
De praktische toepassing van de reële waardebepaling
bij de waardering van de vastgoedbeleggingen, op basis
van de kapitalisatiemethode, werd gedaan op basis van de
externe vastgoeddeskundigen die markthuurwaardes en
marktrendementen op alle individuele sites heeft bepaald.
Op deze markthuurwaarde en marktrendementen worden
bepaalde correcties toegevoegd in functie van de specifieke
situatie (bv. verschil tussen actuele huur en markthuurwaarde,
de actuele waarde van de toekomstige investeringen alsook de
inschatting van de toekomstige leegstand).
Zoals hiervoor aangehaald wordt de reële waarde van de
vastgoedbeleggingen hoofdzakelijk bepaald aan de hand van de
markthuurwaarde (€/m²) en de equivalent yield (nettorendement
op basis van een gelijkwaardig product op deze locatie). De
onderstaande tabel geeft per geografische regio een overzicht
van deze twee parameters met een minimum, maximum en
gewogen gemiddelde. Daarenboven wordt de reële waarde van
de vastgoedbeleggingen bepaald door het verschil van de actuele
huur t.o.v. de markthuurwaarde.
WAARDERING REËLE WAARDE VASTGOEDBELEGGINGEN BE FR NL DEHuurkapitalisatiemethodeMarkthuurwaarde (Min - Max.) (EURO /m²) 25-125 30-96 43-130 NVTMarkthuurwaarde - Gewogen Gemiddelde (EURO /m²) 58,76 65,09 55,30 NVTEquivalent Yield (Min - Max.) (%) 3,96%-7,00% 4,65%-5,80% 4,40%-6,42% NVTEquivalent Yield - Gewogen Gemiddelde (%) 5,03% 5,17% 5,39% NVTGemiddelde inflatie (%) 0,53% 4,10% 0,98% 3,77%Actuele huur t.o.v. Markthuurwaarde (%) 93,29% 90,13% 102,26% NVT
Uit bovenstaande tabel blijkt dat het minimum en maximum van
de markthuurwaardes ver uiteen liggen. Dit heeft hoofdzakelijk te
maken met:
type van logistiek: (bv. gekoelde magazijnen/cross-dock
magazijnen t.o.v. standaard opslag);
locatie van het vastgoed;
aandeel kantoren t.o.v. de gehele site.
De cashflow methode wordt niet meer toegepast daar
zij geen toegevoegde waarde creëert aan de bestaande
kapitalisatiemethode. Deze cashflow methode zal enkel in zeer
specifieke gevallen aangebracht worden als ondersteuning van de
kapitalisatiemethode.
WAARDERING REËLE WAARDE VASTGOEDBELEGGINGEN BE FR NL DEHuurkapitalisatiemethodeMarkthuurwaarde (Min - Max.) (EURO /m²) 25-135 35-150 30-145 NVTMarkthuurwaarde - Gewogen Gemiddelde (EURO /m²) 55,18 57,23 58,61 NVTEquivalent Yield (Min - Max.) (%) 3,16%-8,25% 4,00%-6,00% 2,71%-6,23% NVTEquivalent Yield - Gewogen Gemiddelde (%) 4,72% 4,72% 5,10% NVTGemiddelde inflatie (%) 10,21% 6,73% 11,00% 9,61%Actuele huur t.o.v. Markthuurwaarde (%) 94,83% 96,39% 90,63% NVT
In de onderstaande tabel vindt men de belangrijkste parameters
met betrekking tot 2022:
2. Zonnepanelen
De praktische toepassing van de reële waardebepaling bij de
waardering van de zonnepanelen wordt bepaald op basis van
een berekening van de netto actuele waarde over de resterende
looptijd van de groenestroomcertificaten.
Zonnepanelen worden gewaardeerd op basis van het
herwaarderingsmodel in overeenstemming met IAS 16 - Materiële
vaste activa. Na de initiële opname dient het actief waarvan de
reële waarde betrouwbaar kan worden bepaald, te worden geboekt
tegen de geherwaardeerde waarde, zijnde de reële waarde op
het moment van de herwaardering, verminderd met eventuele
latere geaccumuleerde afschrijvingen en latere geaccumuleerde
bijzondere waardeverminderingsverliezen. De reële waarde
wordt bepaald op basis van de verdisconteringsmethode van
toekomstige opbrengsten.
Bij de bepaling van de verdisconteringsmethode wordt rekening
gehouden met de volgende zaken:
De gebruiksduur van de zonnepanelen wordt geschat op 20
jaar.
De groenestroomcertificaten bedragen tussen € 0 en € 450
per certificaat; de vergoedingen van deze certificaten zijn
tijdsgebonden, dit wil zeggen van zodra de zonnepanelen
operationeel zijn, er een aanvraag voor een certificaat wordt
ingediend. Bij een bepaald vermogen heeft Montea dan als
eigenaar recht op een vergoeding. Echter, deze vergoedingen
namen jaar na jaar af (in 2009 bedroeg deze 450€ per
certificaat en sinds augustus 2022 zijn de certificaten voor
installaties die in werking zijn getreden na 2013 naar 0
herleid door de aanhoudend hoge energiekosten)
De inkomsten betreffende de verkochte stroom aan de
klanten zijn gebaseerd op de bestaande contracten;
De inkomsten betreffende overtollige stroom worden terug
verkocht aan de energieleveranciers op basis van bestaande
contracten;
Er wordt rekening gehouden met de verzekerings- en
onderhoudskosten voor deze zonnepanelen.
Er wordt rekening gehouden met een verdisconteringsvoet
dat wordt bepaald per project tussen de 5,15% en 5,25%;
Er wordt rekening gehouden met een rendementsdaling
gedurende de 20-jarige periode als gevolg van slijtage van
ongeveer 0,7% per jaar.
De waardering van de zonnepanelen wordt op trimestriële basis
bepaald door de vastgoedschatter.
De meerwaarde bij opstart van een nieuwe site qua zonnepanelen
wordt in een afzonderlijke component van het eigen
vermogen opgenomen, als gevolg van de toepassing van de
verdisconteringsmethode van toekomstige opbrengsten, die leidt
tot een hogere marktwaarde dan de oorspronkelijke kostprijs van
de zonnepanelen. Minderwaarden worden ook in deze component
opgenomen, tenzij ze gerealiseerd zijn of tenzij de reële waarde
onder de oorspronkelijke kost daalt. In deze laatste gevallen
worden zij in het resultaat opgenomen.
248 249
3. Afgeleide instrumenten
Bij de bepaling van de reële waarde van de afgeleide instrumenten
werd enerzijds rekening gehouden met de reële waarde die door
de financiële instellingen aan Montea ter beschikking werden
gesteld, gebaseerd op de swap-rate van gelijkaardige producten
op 31/12/2023, t.o.v. de gecontracteerde hedging instrumenten.
De reële waarde van de afgeleide instrumenten per 31/12/2023
bedraagt € +26.584 K. Dit zou normaal gecatalogeerd moeten
worden onder level II. Daarnaast dient de onderneming ook het
“non-performance risk” te waarderen. Montea heeft een positieve
reële waarde op haar hedging instrumenten.
Op basis van inschattingen (credit default swaps per 31/12/2023,
de gemiddelde leeftijd van de uitstaande swaps), heeft Montea
een “non-performance risk” berekend ten belope van € 254,3 K
wat een toename is van € 266,5 K ten opzichte van 31/12/2022.
Dit non-performance risk heeft een negatief effect op de reële
waarde van de afgeleide instrumenten. Door het feit van het
tot uitdrukking brengen van dit “non-performance risk”, wordt
de volledige reële waarde van € 26.330K opgenomen in level
II. De fluctuatie van het non-performance risk is grotendeels
te wijten aan de evolutie van de marktwaarde van de afgeleide
instrumenten tijdens het afgelopen boekjaar.
4. Financiële verplichtingen.
De financiële verplichtingen bestaan uit obligatieleningen, de
opgenomen kredietlijnen en andere schulden. De praktische
toepassing van de reële waardebepaling bij de waardering
van de obligaties werd gedaan op basis van de indicatieve
prijsbepaling op de actieve markt. Daar deze per 31/12/2023
niet verhandeld is, worden de obligaties geclassificeerd in level
2 (marktwaardering in de actieve markt voor een gelijkaardig
product). De reële waarde van de obligatieleningen met vaste
rentevoet zijn verschillend van de huidige boekwaarde, gegeven
de evolutie in de EURIBOR-rentevoet die maakt dat de reële
waarde van deze obligaties € 65,1 miljoen lager ligt dan de
boekwaarde. 90% van alle kredietlijnen werden afgesloten aan
variabele rentevoet (bilaterale kredietlijnen aan EURIBOR 3
maand, gefloored + marge). Zodoende is de reële waarde van de
uitstaande kredietlijnen en de reële waarde van de obligatielening
met variabele rentevoet nagenoeg gelijk aan de boekwaarde van
deze kredietlijnen en obligatielening. De classificatie als level 2 is
te verantwoorden daar de marktwaardering in een actieve markt
voor gelijkaardige producten beschikbaar is.
5. Vlottende activa en kortlopende (niet-financiële) verplichtingen
De waarderingstechnieken en de input die bij de waardering
tegen reële waarde zijn gebruikt voor de vlottende activa en de
kortlopende verplichtingen zijn het feit dat de vlottende activa en
kortlopende verplichtingen gewaardeerd worden aan de nominale
waarde, gegeven dat deze vorderingen en schulden op korte
termijn zijn en bijgevolg het kredietrisico beperkt is.
Toelichting 40: Segmentinformatie
Met betrekking tot de verplichting inzake gesegmenteerde
informatie past Montea IFRS 8 toe.
Geografisch bevindt de huidige portefeuille zich in België,
Nederland, Frankrijk en Duitsland. De Vennootschap stuurt
en coördineert haar zaken op geografisch gebied en zodoende
rapporteert zij ook volgens deze geografische segmentatie. De
volgende tabellen geven de balans en de resultatenrekening weer
volgens de geografische segmentatie.
Toelichting 40.1: Gesegmenteerde balans voor het jaar 2023
31/12/2023 31/12/2023 31/12/2023 31/12/2023 31/12/2023 31/12/2023 (in EUR x 1.000)BEFRNLDEElim.ConsoI. VASTE ACTIVA 1.925.428 256.655 930.610 30.979 -831.340 2.312.331 A. Goodwill 0 0 0 0 0 0 B. Immateriële vaste activa 548 0 0 0 0 548 C. Vastgoedbeleggingen 1.019.009 252.836 898.941 30.972 0 2.201.758 D. Andere materiële vaste activa 47.514 3.773 31.668 7 0 82.962 E. Financiële vaste activa 858.165 0 0 0 -831.340 26.825 F. Vorderingen financiële leasing 0 0 0 0 0 0 G. Handelsvorderingen en andere vaste activa 193 46 0 0 0 239 H.Uitgestelde belastingen - activa 0 0 0 0 0 0 Deelnemingen in geassocieerde vennootschappen en I.0 0 0 0 0 0 joint ventures vermogensmutatieII. VLOTTENDE ACTIVA 54.424 6.898 74.045 923 -14.688 121.603 A. Activa bestemd voor verkoop 0 0 0 0 0 0 B. Financiële vlottende activa 0 0 0 0 0 0 C. Vorderingen financiële leasing 0 0 0 0 0 0 D. Handelsvorderingen 12.553 3.381 11.749 660 -13 28.331 E. Belastingvorderingen en andere vlottende activa -46.127 372 61.086 123 -14.675 780 F. Kas en kasequivalenten 87.504 0 87 13 0 87.604 G. Overlopende rekeningen 494 3.145 1.123 127 0 4.888 TOTAAL ACTIVA 1.979.852 263.553 1.004.655 31.902 -846.028 2.433.934 TOTAAL EIGEN VERMOGEN 1.083.455 149.587 554.704 3.234 -270.203 1.520.777 Eigen vermogen toewijsbaar aan de I.1.080.941 149.587 554.704 3.234 -270.203 1.518.263 aandeelhouders van de moedervennootschapA. Kapitaal 394.914 0 250.399 99 -250.498 394.914 B. Uitgiftepremies 423.586 0 0 0 0 423.586 C. Reserves 209.453 142.530 241.085 7.589 -19.705 580.953 D. Nettoresultaat van het boekjaar 52.987 7.057 63.220 -4.454 0 118.810 II. Minderheidsbelangen 2.514 0 0 0 0 2.514 VERPLICHTINGEN 896.397 113.966 449.951 28.668 -575.825 913.157 I. Langlopende verplichtingen 809.895 112.670 429.124 26.930 -557.620 820.997 A. Voorzieningen 0 0 0 0 0 0 B. Langlopende financiële schulden 809.400 112.670 423.948 26.930 -557.620 815.327 C. Andere langlopende financiële verplichtingen 495 0 0 0 0 495 D. Handelsschulden en andere langlopende schulden 0 0 0 0 0 0 E. Andere langlopende verplichtingen 0 0 0 0 0 0 F. Uitgestelde belastingen - verplichtingen 0 0 5.175 0 0 5.175 II. Kortlopende verplichtingen 86.502 1.297 20.827 1.738 -18.205 92.160 A. Voorzieningen 0 0 0 0 0 0 B. Kortlopende financiële schulden 35.793 107 263 0 0 36.162 C. Andere kortlopende financiële verplichtingen 0 0 0 0 0 0 D. Handelsschulden en andere kortlopende schulden 11.717 2.023 6.092 243 -659 19.416 E. Andere kortlopende verplichtingen 17.602 -4.830 4.489 1.134 -17.757 637 F. Overlopende rekeningen 21.391 3.997 9.984 361 212 35.944 TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN 1.979.852 263.553 1.004.655 31.902 -846.028 2.433.934
250 251
31/12/2022 31/12/2022 31/12/2022 31/12/2022 31/12/2022 31/12/2022 (in EUR x 1.000)BEFRNLDEElim.ConsoI. VASTE ACTIVA 1.297.588 251.265 890.067 35.511 -258.431 2.216.000 A. Goodwill 0 0 0 0 0 0 B. Immateriële vaste activa 567 0 0 0 0 567 C. Vastgoedbeleggingen 966.103 248.150 874.799 35.511 0 2.124.563 D. Andere materiële vaste activa 31.928 3.078 15.268 0 0 50.273 E. Financiële vaste activa 298.798 0 0 0 -258.431 40.367 F. Vorderingen financiële leasing 0 0 0 0 0 0 G. Handelsvorderingen en andere vaste activa 193 38 0 0 0 230 H.Uitgestelde belastingen - activa 0 0 0 0 0 0 Deelnemingen in geassocieerde vennootschappen en I.0 0 0 0 0 0 joint ventures vermogensmutatieII. VLOTTENDE ACTIVA 598.791 7.112 21.839 715 -516.745 111.712 A. Activa bestemd voor verkoop 0 0 0 0 0 0 B. Financiële vlottende activa 0 0 0 0 0 0 C. Vorderingen financiële leasing 0 0 0 0 0 0 D. Handelsvorderingen 14.539 3.481 8.915 527 -2.856 24.607 E. Belastingvorderingen en andere vlottende activa 514.065 1.238 11.988 56 -513.889 13.458 F. Kas en kasequivalenten 67.677 0 77 12 0 67.766 G. Overlopende rekeningen 2.511 2.393 858 119 0 5.881 TOTAAL ACTIVA 1.896.379 258.377 911.906 36.225 -775.176 2.327.712 TOTAAL EIGEN VERMOGEN 935.503 142.262 470.374 7.995 -254.915 1.301.220 Eigen vermogen toewijsbaar aan de I.931.920 142.262 470.374 7.995 -254.915 1.297.636 aandeelhouders van de moedervennootschapA. Kapitaal 353.244 0 217.892 99 -217.991 353.244 B. Uitgiftepremies 319.277 0 0 0 0 319.277 C. Reserves 105.257 116.379 221.240 14.705 -36.924 420.657 D. Nettoresultaat van het boekjaar 154.142 25.883 31.242 -6.808 0 204.458 II. Minderheidsbelangen 3.584 0 0 0 0 3.584 VERPLICHTINGEN 960.876 116.116 441.532 28.230 -520.261 1.026.492 I. Langlopende verplichtingen 867.063 1.661 40.385 0 0 909.109 A. Voorzieningen 0 0 0 0 0 0 B. Langlopende financiële schulden 866.888 1.661 4.419 0 0 872.967 C. Andere langlopende financiële verplichtingen -7 0 0 0 0 -7 D. Handelsschulden en andere langlopende schulden 0 0 0 0 0 0 E. Andere langlopende verplichtingen 0 0 0 0 0 0 F. Uitgestelde belastingen - verplichtingen 182 0 35.967 0 0 36.149 II. Kortlopende verplichtingen 93.813 114.455 401.146 28.230 -520.261 117.383 A. Voorzieningen 0 0 0 0 0 0 B. Kortlopende financiële schulden 59.621 81 217 0 0 59.919 C. Andere kortlopende financiële verplichtingen 0 0 0 0 0 0 D. Handelsschulden en andere kortlopende schulden 18.885 2.684 10.284 838 -4.284 28.407 E. Andere kortlopende verplichtingen 2.015 108.158 381.306 27.056 -516.191 2.343 F. Overlopende rekeningen 13.293 3.531 9.339 337 214 26.714 TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN 1.896.379 258.377 911.906 36.225 -775.176 2.327.712
De reële waarde van de vastgoedbeleggingen in België bedraagt
€ 1.019,0 miljoen voor 2023, € 52,9 miljoen hoger dan de reële
waarde van de vastgoedbeleggingen in België in 2022. Deze
stijging is voornamelijk het gevolg van:
Verwervingen via aandelentransacties zoals de aankoop van
een gebouw te Machelen;
Het vervolg van de ontwikkelingen te Antwerpen, Tongeren,
Vorst, Grimbergen en Vilvoorde;
Opleveringen van zonnepanelen op diverse sites;
De stijging van de reële waarde van de bestaande
portefeuille.
De reële waarde van de vastgoedbeleggingen in Frankrijk
bedraagt € 252,8 miljoen voor 2023, € 4,7 miljoen hoger dan
de reële waarde van de vastgoedbeleggingen Frankrijk in 2022
voornamelijk ten gevolge van:
Het vervolg van de ontwikkelingen te Saint Priest en Senlis;
Opleveringen van zonnepanelen op diverse sites;
De stijging van de reële waarde van de bestaande
portefeuille.
De reële waarde van de vastgoedbeleggingen in Nederland
bedraagt € 898,9 miljoen voor 2023, € 24,1 miljoen hoger dan de
reële waarde van de vastgoedbeleggingen in Nederland in 2022.
Deze stijging is voornamelijk te wijten aan:
Het vervolg van de ontwikkelingen te Waddinxveen;
Opleveringen van zonnepanelen op diverse sites;
De stijging van de reële waarde van de bestaande
portefeuille.
De reële waarde van de vastgoedbeleggingen in Duitsland
bedraagt € 31,0 miljoen voor 2023, € 4,5 miljoen lager dan de
reële waarde van de vastgoedbeleggingen in Duitsland in 2022.
Deze daling is voornamelijk te wijten aan de daling van de reële
waarde van de bestaande portefeuille.
Toelichting 40.2: Gesegmenteerde balans voor het jaar 2022
252 253
Toelichting 40.3: Gesegmenteerde resultatenrekening voor het jaar 2023
31/12/2023 31/12/2023 31/12/2023 31/12/2023 31/12/2023 31/12/2023 (in EUR x 1.000)BEFRNLDENiet toegew.12 maandenI. Huurinkomsten 45.401 12.698 46.888 1.998 0 106.985 II. Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren 0 0 0 0 0 0 III. Met verhuur verbonden kosten -290 -45 -24 0 0 -360 NETTO HUURRESULTAAT 45.111 12.653 46.864 1.998 0 106.625 IV. Recuperatie van vastgoedkosten 0 0 0 0 0 0 Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal V. 7.299 3.293 1.607 270 0 12.468 gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op VI.0 0 0 0 0 0 huurschade en wedersamenstelling op het einde van de huur Huurlasten en belastingen normaal gedragen door VII.-7.876 -3.597 -2.282 -268 0 -14.023 huurders op verhuurde gebouwen VIII. Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven 10.044 415 609 0 0 11.068 VASTGOEDRESULTAAT 54.578 12.763 46.798 2.000 0 116.139 IX. Technische kosten 0 -56 -12 0 0 -67 X. Commerciële kosten -1 -95 -94 0 0 -190 XI. Kosten en taksen van niet verhuurde goederen 10 -143 -5 0 0 -137 XII. Beheerskosten vastgoed -1.049 -838 -392 -380 0 -2.658 XIII. Andere vastgoedkosten -65 -17 0 0 0 -83 VASTGOEDKOSTEN -1.104 -1.148 -502 -380 0 -3.135 OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT 53.474 11.615 46.295 1.620 0 113.004 XIV. Algemene kosten van de vennootschap 0 0 0 0 -10.077 -10.077 XV. Andere operationele opbrengsten en kosten -153 -29 14 10 0 -157OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT 53.321 11.586 46.310 1.629 -10.077 102.769 OP DE PORTEFEUILLEXVI. Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen 0 0 0 0 0 0 XVII. Resultaat verkoop andere niet-financiële activa 0 0 0 0 0 0 XVIII. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen 4.616 1.068 10.883 -4.697 0 11.870 XIX. Ander portefeuilleresultaat 0 0 0 0 0 0 OPERATIONEEL RESULTAAT 57.937 12.654 57.192 -3.067 -10.077 114.639 XX. Financiële inkomsten 866 0 0 0 0 866 XXI. Netto interestkosten -19.538 472 312 0 0 -18.754 XXII. Andere financiële kosten -80 -12 -13 -2 0 -107 XXIII. Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva -14.043 0 0 0 0 -14.043 FINANCIEEL RESULTAAT -32.795 460 299 -2 0 -32.038 Aandeel in het resultaat van geassocieerde XXIV.0 0 0 0 0 0 vennootschappen en joint ventureRESULTAAT VOOR BELASTINGEN 25.142 13.114 57.491 -3.069 -10.077 82.601 XXV. Vennootschapsbelasting -1.275 -146 37.309 321 0 36.209 XXVI. Exit taks 0 0 0 0 0 0 BELASTINGEN -1.275 -146 37.309 321 0 36.209 NETTO RESULTAAT 23.867 12.968 94.800 -2.748 -10.077 118.810 EPRA-RESULTAAT 62.233 5.989 21.545 243 0 90.010 Gewogen gemiddeld aantal aandelen 18.387.740 18.387.740 18.387.740 18.387.740 18.387.740 18.387.740 NETTO RESULTAAT PER AANDEEL berekend op basis 1,30 0,71 5,16 -0,15 -0,55 6,46 van gewogen gemiddeld aantal aandelenEPRA-RESULTAAT PER AANDEEL 3,38 0,33 1,17 0,01 0,00 4,90
Toelichting 40.4: Gesegmenteerde resultatenrekening voor het jaar 2022
31/12/2022 31/12/2022 31/12/2022 31/12/2022 31/12/2022 31/12/2022 (in EUR x 1.000)BEFRNLDENiet toegew.12 maandenI. Huurinkomsten 39.301 11.116 38.453 1.860 0 90.729 II. Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren 0 0 0 0 0 0 III. Met verhuur verbonden kosten -99 258 0 0 0 160 NETTO HUURRESULTAAT 39.202 11.374 38.453 1.860 0 90.889 IV. Recuperatie van vastgoedkosten 0 0 0 0 0 0 Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal V. 5.886 2.611 1.438 242 0 10.177 gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op VI.0 0 0 0 0 0 huurschade en wedersamenstelling op het einde van de huur Huurlasten en belastingen normaal gedragen door VII.-6.248 -2.633 -2.127 -250 0 -11.257 huurders op verhuurde gebouwen VIII. Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven 9.317 63 725 0 0 10.105 VASTGOEDRESULTAAT 48.157 11.415 38.489 1.853 0 99.913 IX. Technische kosten 0 -28 -1 0 0 -30 X. Commerciële kosten -49 -78 0 0 0 -127 XI. Kosten en taksen van niet verhuurde goederen 8 -347 -9 0 0 -349 XII. Beheerskosten vastgoed -984 -475 0 0 0 -1.459 XIII. Andere vastgoedkosten -38 0 0 0 0 -38 VASTGOEDKOSTEN -1.063 -929 -11 0 0 -2.003 OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT 47.094 10.486 38.478 1.853 0 97.910 XIV. Algemene kosten van de vennootschap 0 0 0 0 -6.742 -6.742 XV. Andere operationele opbrengsten en kosten -114 -41 7 -1 0 -148 OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT 46.980 10.445 38.485 1.852 -6.742 91.020 OP DE PORTEFEUILLEXVI. Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen 19 0 0 0 0 19 XVII. Resultaat verkoop andere niet-financiële activa 0 0 0 0 0 0 XVIII. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen 58.266 18.926 23.114 -7.441 0 92.864 XIX. Ander portefeuilleresultaat 0 0 0 0 0 0 OPERATIONEEL RESULTAAT 105.264 29.371 61.599 -5.590 -6.742 183.903 XX. Financiële inkomsten 163 8 1 0 0 171 XXI. Netto interestkosten -18.259 -18 347 -1 0 -17.931 XXII. Andere financiële kosten -169 -22 3 -1 0 -189 XXIII. Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva 58.408 0 0 0 0 58.408 FINANCIEEL RESULTAAT 40.142 -32 351 -2 0 40.460 Aandeel in het resultaat van geassocieerde XXIV.0 0 0 0 0 0 vennootschappen en joint ventureRESULTAAT VOOR BELASTINGEN 145.407 29.339 61.950 -5.592 -6.742 224.362 XXV. Vennootschapsbelasting 279 -119 -19.820 -244 0 -19.904 XXVI. Exit taks 0 0 0 0 0 0 BELASTINGEN 279 -119 -19.820 -244 0 -19.904 NETTO RESULTAAT 145.686 29.221 42.130 -5.836 -6.742 204.458 EPRA-RESULTAAT 37.450 6.957 22.698 633 0 67.738 Gewogen gemiddeld aantal aandelen 16.538.273 16.538.273 16.538.273 16.538.273 16.538.273 16.538.273 NETTO RESULTAAT PER AANDEEL berekend op basis 8,81 1,77 2,55 -0,35 -0,41 12,36 van gewogen gemiddeld aantal aandelenEPRA-RESULTAAT PER AANDEEL 2,26 0,42 1,37 0,04 0,00 4,10
254 255
De kolom “eliminaties” betreft de consolidatieboekingen die
dienen te gebeuren in het kader van de consolidatie en hebben
geenszins impact op het geconsolideerde resultaat.
Naast de geografische segmentatie maakt de Vennootschap ook
gebruik van de sectorale segmentatie qua klantenbestand om
zodoende het risicoprofiel te spreiden.
Toelichting 41: Financieel risicobeheer
Blootstelling aan wisselkoers-, rente-, liquiditeits- en
kredietrisico’s kunnen in de normale bedrijfsuitoefening van
Montea ontstaan. De onderneming analyseert en herziet elk
risico en definieert hierbij de strategieën om de economische
impact op de prestaties van de Vennootschap te beheersen. De
resultaten van deze analyses en voorgestelde strategieën worden
op regelmatige basis herzien en goedgekeurd door de Raad van
Bestuur.
De gevoeligheidsanalyse voor het renterisico dient zowel op het
nettoresultaat als op het eigen vermogen te gebeuren. Gezien er
geen afdekking wordt toegepast zal de impact niet verschillen.
A. Renterisico
De langlopende en kortlopende financiële schulden van de
Vennootschap bestaan voor ca. 10% uit schulden met vlottende
rentevoeten. De Vennootschap maakt gebruik van financiële
indekkingsinstrumenten van het type IRS en CAP om het
renterisico in te dekken, waarvan een gedetailleerd overzicht
vervat zit in Toelichting 17.
Op 31/12/2023 werd het renterisico voor 97% ingedekt door het
afsluiten van contracten aan een vaste rentevoet of door het
afsluiten van indekkingsinstrumenten zodoende dat een stijging/
daling van de rentevoeten een beperkte impact heeft op het
resultaat van de Vennootschap.
Een weergave van de verdeling van financiële schulden naar hun
aard kan als volgt weergegeven worden:
Een stijging van de korte-termijn interestvoeten met 100 basis-
punten, berekend op datum van 31 december 2023, zou een stijging
van de totale financiële kost met € 0,2 miljoen veroorzaken. Dit
negatieve effect wordt verklaard door een indekkingsgraad van 97%.
Verdeling financiële verplichtingen naar hun
aard van indekking
84%
80%
13%
16%
3%
4%
31/12/202331/12/2022
Fixed rate debt
Hedged floating rate debt
Unhedged floating rate debt
B. Kredietrisico
Het kredietrisico is het risico op financieel verlies van de
Vennootschap als een klant of een tegenpartij faalt in het voldoen
van haar contractuele verplichtingen. Het management beschikt
over een kredietbeleid en de blootstelling aan het kredietrisico
wordt op continue basis beheerd. Elke nieuwe huurder wordt
afzonderlijk onderzocht op kredietwaardigheid vooraleer de
Vennootschap een huurovereenkomst aanbiedt, rekening houdend
met een huurwaarborg van minstens drie maanden.
C. Wisselkoersrisico
De vastgoedportefeuille van de Vennootschap bestaat uitsluitend
uit gebouwen in België, Frankrijk, Nederland en Duitsland en alle
huurcontracten zijn in EURO. De onderneming is bijgevolg niet
blootgesteld aan enig wisselkoersrisico.
D. Liquiditeitsrisico
In Toelichting 34 vindt u een overzicht van de financiële
schulden met hun respectieve looptijden. De onderneming
beheerst haar liquiditeitsrisico door over voldoende beschikbare
kredietfaciliteiten
1
te beschikken en door de ontvangsten en
betalingen zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen.
Toelichting 42: Transacties tussen verbonden ondernemingen
De transacties met verbonden ondernemingen beperken zich
tot de management fee tussen de Enige Bestuurder Montea
Management NV en Montea NV. Verder bevestigt Montea dat er
geen transacties zijn aan niet-marktconforme voorwaarden met
verbonden partijen.
Op het einde van het boekjaar 2023 werden volgende posten
opgenomen in de jaarrekening:
Operationeel resultaat - Vergoedingen Enige Bestuurder:
€ 1.061 K
Schulden – Rekening courant Montea Management NV:
€ 0
In sectie 10.1.1 is de groepsstructuur van Montea op datum van 31
december 2023 terug te vinden.
Toelichting 43: Buitenbalansverplichtingen
Voor het boekjaar 2023 zijn er enkele buitenbalansverplichtingen:
een bankgarantie ten belope van € 333.673,23, ten
gunste van De Scheepvaart NV, in het kader van de
concessieovereenkomst te Bilzen die met De Scheepvaart
NV werd afgesloten. Deze bankgarantie is geldig tot
30/12/2042;
een bankgarantie ten belope van € 4.211,25, ten gunste
van het Vlaams energie- en klimaatagentschap. Deze
bankgarantie is geldig tot 31/12/2999;
een borgstellingskrediet ten belope van € 145.780,34, ten
gunste van Havenbedrijf Gent GAB, dewelke een einddatum
heeft op 31/12/2999;
een borgstellingskrediet ten belope van € 129.409,00, ten
gunste van De Haven Brussel, dewelke een einddatum heeft
op 31/10/2051;
een bankgarantie ten belope van € 13.000,00, ten gunste van
Henton NV;
een bankgarantie ten belope van € 8.025,00, ten gunste van
Société Coopérative Intercommunale;
een bankgarantie ten belope van € 7.778,45, ten gunste
van het Vlaams energie- en klimaatagentschap. Deze
bankgarantie is geldig tot 31/12/2999.
Toelichting 44: Gebeurtenissen na 31 december 2023
Voor een bespreking van de gebeurtenissen na 31 december 2023
verwijzen we naar sectie 4.3.
(1) Montea beschikt op 31/12/2023 over € 327,5 miljoen aan kredietlijnen, waarvan € 137,3 miljoen reeds is opgenomen. Dit betekent dat Montea nog over € 190,2 miljoen kan beschikken.
256 257
8.3 Enkelvoudige jaarrekening
8.3.1 Enkelvoudige jaarrekening
onder verkorte vorm van Montea per
31 december 2023
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 3:17 WVV wordt de
jaarrekening van Montea NV voorgesteld volgens het verkorte-
termijn schema. De enkelvoudige jaarrekening werd nog niet
neergelegd bij de Nationale Bank van België. De commissaris
heeft een verklaring zonder voorbehoud afgeleverd met
betrekking tot de enkelvoudige jaarrekening.
Enkelvoudige balans per 31 december 2023
BALANS (in EUR x 1.000)
IFRS
31/12/2023
12 maanden
IFRS
31/12/2022
12 maanden
IFRS
31/12/2021
12 maanden
ACTIVA
VASTE ACTIVA 2.360.333 1.698.308 1.348.953
A. Goodwill 0 0 0
B. Immateriële vaste activa 548 567 727
C. Vastgoedbeleggingen 1.066.868 987.359 832.169
D. Andere materiële vaste activa 46.777 33.020 26.766
E. Financiële vaste activa 1.245.925 677.150 489.080
F. Vorderingen financiële leasing 0 0 0
G. Handelsvorderingen en andere vaste activa 214 213 211
H. Uitgestelde belastingen - activa 0 0 0
VLOTTENDE ACTIVA 121.351 555.281 351.517
A. Activa bestemd voor verkoop 0 0 0
B. Financiële vlottende activa 0 0 0
C. Vorderingen financiële leasing 0 0 0
D. Handelsvorderingen 14.290 16.575 11.708
E. Belastingvorderingen en andere vlottende activa 20.040 468.529 323.905
F. Kas en kasequivalenten 86.242 67.318 11.997
G. Overlopende rekeningen 780 2.859 3.907
TOTAAL ACTIVA 2.481.684 2.253.589 1.700.470
BALANS (in EUR x 1.000)
IFRS
31/12/2023
12 maanden
IFRS
31/12/2022
12 maanden
IFRS
31/12/2021
12 maanden
PASSIVA
EIGEN VERMOGEN 1.518.263 1.298.831 1.015.315
Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders
van de moedervennootschap
1.518.263 1.298.831 1.015.315
A. Kapitaal 394.914 353.244 323.777
B. Uitgiftepremies 423.586 319.277 234.693
C. Reserves 580.953 420.874 229.160
D. Nettoresultaat van het boekjaar 118.810 205.436 227.685
Minderheidsbelangen 0 0 0
VERPLICHTINGEN 963.421 954.758 685.155
Langlopende verplichtingen 809.283 866.147 574.719
A. Voorzieningen 0 0 0
B. Langlopende financiële schulden 808.788 866.153 555.589
C. Andere langlopende financiële verplichtingen 495 -7 19.130
D. Handelsschulden en andere langlopende schulden 0 0 0
E. Andere langlopende verplichtingen 0 0 0
F. Uitgestelde belastingen - verplichtingen 0 0 0
Kortlopende verplichtingen 154.138 88.611 110.436
A. Voorzieningen 0 0 0
B. Kortlopende financiële schulden 35.638 59.447 92.851
C. Andere kortlopende financiële verplichtingen 0 0 0
D. Handelsschulden en andere kortlopende schulden 9.647 12.577 5.668
E. Andere kortlopende verplichtingen 86.568 2.175 342
F. Overlopende rekeningen 22.285 14.412 11.574
TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN 2.481.684 2.253.589 1.700.470
258 259
Enkelvoudige resultatenrekening per 31 december 2023 Enkelvoudig globaal resultaat voor winstverdeling per 31 december 2023
RESULTATENREKENING (in EUR x 1.000)
IFRS
31/12/2023
12 maanden
IFRS
31/12/2022
12 maanden
IFRS
31/12/2021
12 maanden
I. Huurinkomsten (+) 50.245 42.647 41.022
II. Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren (+) 0 0 0
III. Met verhuur verbonden kosten (+/-) -290 218 -701
NETTO HUURRESULTAAT 49.955 42.865 40.321
IV. Recuperatie van vastgoedkosten (+) 0 0 0
V.
Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de
huurder op verhuurde gebouwen (+)
8.766 6.525 6.530
VI.
Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en
wedersamenstelling op het einde van de huur (-)
0 0 0
VII.
Huurlasten en belastingen normaal gedragen door huurders op verhuurde
gebouwen (-)
-9.447 -6.940 -6.695
VIII. Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven (+/-) 22.100 12.994 8.833
VASTGOEDRESULTAAT 71.374 55.444 48.989
IX. Technische kosten (-) -49 0 0
X. Commerciële kosten (-) -52 -70 -72
XI. Kosten en taksen van niet verhuurde goederen (-) -93 -330 -227
XII. Beheerskosten vastgoed (-) -1.886 -1.459 -1.985
XIII. Andere vastgoedkosten (-) -71 -38 -52
VASTGOEDKOSTEN -2.150 -1.897 -2.335
OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT 69.223 53.547 46.654
XIV. Algemene kosten van de vennootschap (-) -10.681 -6.645 -4.565
XV. Andere operationele opbrengsten en kosten (+/-) 1.354 2.368 -194
OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE 59.896 49.270 41.895
XVI. Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen (+/-) 0 19 453
XVII. Resultaat verkoop andere niet-financiële activa (+/-) 0 0 0
XVIII. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen (+/-) -17.909 71.016 89.363
XIX. Ander portefeuilleresultaat (+/-) 0 0 0
OPERATIONEEL RESULTAAT 41.988 120.304 131.711
XX. Financiële inkomsten (+) 29.915 11.460 6.726
XXI. Netto interestkosten (-) -20.481 -17.965 -12.274
XXII. Andere financiële kosten (-) -82 -182 -77
XXIII. Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (+/-) 68.816 91.938 103.360
FINANCIEEL RESULTAAT 78.168 85.252 97.736
RESULTAAT VOOR BELASTINGEN 120.156 205.557 229.448
XXV. Vennootschapsbelasting (-) -1.346 -121 -1.762
XXVI. Exit taks (-) 0 0 0
BELASTINGEN -1.346 -121 -1.762
NETTO RESULTAAT 118.810 205.436 227.685
Aantal gewogen gemiddelde aantal aandelen voor de periode (in ‘000) 18.388 16.538 16.131
NETTO RESULTAAT PER AANDEEL (gewoon/verwaterd) (in EUR) 6,46 12,42 14,11
VERKORT STATUTAIR GLOBAAL RESULTAAT (in EUR x 1.000)
31/12/2023
12 maanden
31/12/2022
12 maanden
31/12/2021
12 maanden
Netto resultaat 118.810 205.436 227.685
Andere elementen van het globaal resultaat 15.428 14.928 227
Items die in het resultaat zullen worden opgenomen 0 0 0
Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij
hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen
0 0 0
Variaties in het effectieve deel van de reële waarde van toegelaten
indekkingsinstrumenten in een kasstroomindekking
0 0 0
Items die niet in het resultaat zullen worden opgenomen 15.428 14.928 227
Impact van de variatie in de reële waarde van de zonnepanelen 15.428 14.928 227
GLOBAAL RESULTAAT 134.238 220.364 227.912
Toerekenbaar aan
Aandeelhouders van de moedermaatschappij 134.238 220.364 227.912
Minderheidsbelangen 0 0 0
260 261
Resultatenverwerking per 31 december 2023
Uitkeringsplicht per 31 december 2023
Volgens artikel 13 van het GVV KB moet Montea, ten belope
van het bedrag van het positief nettoresultaat van het boekjaar
en na aanzuivering van de overgedragen verliezen en na de
toevoegingen/onttrekkingen aan/van de reserves zoals bedoeld in
“Punt B. Toevoeging/onttrekking reserves” zoals omschreven in
TE VERWERKEN RESULTAAT (in EUR x 1.000)
IFRS
31/12/2023
12 maanden
IFRS
31/12/2022
12 maanden
IFRS
31/12/2021
12 maanden
A. NETTO RESULTAAT 118.810 205.436 227.685
B. TOEVOEGING/ONTTREKKING RESERVES (-/+) -43.843 -146.226 -178.590
1.
Toevoeging aan/onttrekking van de reserve voor het positieve of negatieve
saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed (-/+)
-11.870 -92.864 -175.392
1a. Boekjaar -11.870 -92.864 -175.392
1b. Vorige boekjaren 0 0 0
1c. Realisatie vastgoed 0 0 0
2.
Toevoeging aan/onttrekking van de reserve van geschatte mutatierechten en
-kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen (-/+)
0 0 0
3.
Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde
van toegelaten indekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een
indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (-)
0 0 0
3a. Boekjaar 0 0 0
3b. Vorige boekjaren 0 0 0
4.
Onttrekking aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële
waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan
een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+)
0 0 0
4a. Boekjaar
4b. Vorige boekjaren 0 0 0
5.
Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde
van toegelaten indekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een
indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (-)
14.043 -58.408 -12.967
5a. Boekjaar 14.043 -58.408 -12.967
5b. Vorige boekjaren 0 0 0
6.
Onttrekking aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële
waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn
aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+)
0 0 0
6a. Boekjaar 0 0 0
6b. Vorige boekjaren 0 0 0
7.
Toevoeging aan/ontrekking van de reserve voor het saldo van de
wisselkoersverschillen op monetaire activa en passiva (-/+)
0 0 0
8.
Toevoeging aan/onttrekking van de reserve fiscale latenties met betrekking
tot vastgoed gelegen in het buitenland (-/+)
0 0 0
9.
Toevoeging aan/onttrekking van de reserve voor de ontvangen dividenden
bestemd voor de terugbetaling van financiële schulden (-/+)
0 0 0
10. Toevoeging aan/onttrekking van andere reserves (-/+) -46.017 5.046 9.769
11.
Toevoeging aan/onttrekking van overgedragen resultaten van vorige
boekjaren (-/+)
0 0 0
C. VERGOEDING VOOR HET KAPITAAL OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 13 72.545 55.190 48.704
D. VERGOEDING VOOR HET KAPITAAL (ANDERE DAN C) 2.422 4.020 391
Volgens deze berekening is Montea verplicht tot het uitkeren van
een dividend. Rekening houdend met het aantal eigen aandelen op
datum van dit jaarlijks financieel verslag, stelt de raad van bestuur
van Montea Management NV voor een totaal uit te keren van
€ 74.967 K wat overeenkomt met een bruto dividend van € 3,74
per aandeel.
Afdeling 4 van Deel 1 van Hoofdstuk 1 van de Bijlage C van het GVV
KB, tenminste het positieve verschil tussen de volgende bedragen
uitkeren als vergoeding van het kapitaal: 80% van het bedrag
bepaald volgens het in Hoofdstuk III van Bijlage C opgenomen
schema; en de netto vermindering, tijdens het boekjaar, van de
schuldenlast van de openbare GVV.
IFRS ARTIKEL 13 UITKERINGSPLICHT (in EUR x 1.000)31/12/202312 maandenPOSITIEVE VERSCHIL (1)-(2) 72.54580 % van het bedrag bepaald volgens het in Hoofdstuk III van Bijlage C opgenomen schema (1) 72.545Gecorrigeerd resultaat (A) + netto meerwaarden (B) 90.681Gecorrigeerd resultaat + netto meerwaarden bij realisatie van vastgoed 90.681die niet van de verplichte uitkering zijn vrijgesteld (A)Netto resultaat 118.810+ Afschrijvingen 336+ Waardeverminderingen 699- Terugnemingen van waardeverminderingen -364- Terugneming overgedragen en verdisconteerde huren 0+/- Andere niet-monetaire bestanddelen -46.527+/- Resultaat verkoop vastgoed 0+/- Variaties in de reële waarde van vastgoed 17.909+/- Uitgestelde belastingen -182- Minderheidsbelang 0Netto meerwaarden bij realisatie van vastgoed die niet van de verplichte 0uitkering zijn vrijgesteld (B)+/- gedurende het boekjaar gerealiseerde meer-en minderwaarden 0- gedurende het boekjaar gerealiseerde meerwaarden op vastgoed vrijgesteld van de verplichte 0uitkering onder voorbehoud van hun herbelegging binnen een termijn van 4 jaar+ gerealiseerde meerwaarden op vastgoed voorheen vrijgesteld van de 0verplichte uitkering en die niet werden herbelegd binnen een periode van 4 jaarNettovermindering van de schuldenlast (2) 0Variatie in de schuldenlast in functie van de berekening van de schuldgraad 288Totaal van de verplichtingen 8.663Langlopende verplichtingen - toegelaten indekkingsinstrumenten 502Langlopende verplichtingen - voorzieningen 0Langlopende verplichtingen - uitgestelde belastingen 0Kortlopende verplichtingen - toegelaten indekkingsinstrumenten 0Kortlopende verplichtingen - voorzieningen 0Kortlopende verplichtingen - overlopende rekeningen 7.873
262 263
ARTIKEL 7:212 VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN EN VERENIGINGEN
(in EUR x 1.000)
IFRS
31/12/2023
12 maanden
IFRS
31/12/2022
12 maanden
IFRS
31/12/2021
12 maanden
Gestort kapitaal of, als deze hoger ligt, opgevraagd kapitaal (+) 394.914 353.244 323.777
Volgens de statuten niet-uitkeerbare uitgiftepremies (+) 423.586 319.277 234.693
Reserves voor het positieve saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed (+) 463.459 451.589 358.726
Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en kosten
bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen
0 0 0
Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten
indekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding zoals
gedefinieerd in IFRS (+/-)
0 0 0
Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten
indekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding
zoals gedefinieerd in IFRS (+/-)
29.360 43.404 -15.004
Reserve voor het saldo van de wisselkoersverschillen op monetaire activa en passiva (+) 0 0 0
Reserve voor de omrekeningsverschillen die voortvloeien uit de omrekening van een
buitenlandse activiteit (+/-)
0 0 0
Reserve voor eigen aandelen 0 0 0
Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van financiële activa
beschikbaar voor verkoop (+/-)
0 0 0
Reserve voor actuariële winsten en verliezen van toegezegde pensioenregelingen (+) 0 0 0
Reserve voor fiscale latenties met betrekking tot vastgoed gelegen in het buitenland (+) 0 0 0
Reserve voor de ontvangen dividenden bestemd voor de terugbetaling van financiële
schulden (+)
0 0 0
Andere reserves (+) 0 0 0
Onbeschikbare reserve omwille van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (+) 33.913 18.485 3.557
Wettelijke reserve (+) 835 835 835
Niet-uitkeerbaar eigen vermogen volgens Artikel 7:212 van het Wetboek van
Vennootschappen en Verenigingen
1.346.069 1.186.834 906.583
Netto Activa vóór dividenduitkering 1.518.263 1.298.831 1.015.315
Vooropgestelde dividenduitkering 74.967 59.210 49.095
Netto Activa na dividenduitkering 1.443.296 1.239.621 966.220
Resterende marge na dividenduitkering 97.227 52.787 59.636
Art. 7:212 WVV
Als vennootschap moet Montea zich ook houden aan artikel 7:212
WVV waarbij het netto actief door middel van dividenduitkering,
niet mag dalen onder het bedrag van het kapitaal en de
onbeschikbare reserves.
De bedragen aangeduid in grijs in voorgaande tabel werden
geactualiseerd naar aanleiding van de opsplitsing van een reserve
onbeschikbaar door herwaarderingen van zonnepanelen die lopen
via niet-gerealiseerde resultaten. Dit heeft tot gevolg dat bepaalde
bedragen uit de tabel niet overeenstemmen met het gepubliceerde
bedrag in het jaarverslag over het boekjaar met afsluiting
31/12/2022 en 31/12/2021.
We merken op dat dit in geen geval een invloed heeft op het
uitgekeerde dividend. Het gaat louter om de resterende marge na
dividenduitkering.
De resterende marge, na dividenduitkering, bedraagt op het einde
van 2023 € 97.227K doordat het netto actief van de GVV relatief
meer gestegen is dan het bedrag van het niet uitkeerbaar eigen
vermogen (beide berekend conform artikel 7:212 WVV).
MUTATIE IN EIGEN VERMOGEN (in EUR x 1.000) Kapitaal
Uitgifte-
premies
Reserves Resultaat
Eigen
vermogen
OP 31/12/2021 323.777 234.693 229.160 227.685 1.015.315
Elementen onmiddellijk erkend als EV 29.467 84.584 13.092 0 127.143
Kapitaalsverhoging 35.627 84.584 0 0 120.211
Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten
en -kosten bij hypothetische vervreemding van
vastgoedbeleggingen
0 0 0 0 0
Positieve variatie van de waarde van de zonnepanelen (IAS 16) 0 0 14.928 0 14.928
Eigen aandelen -14.649 0 0 0 -14.649
Aandeelkapitaal opties personeel 8.489 0 -1.695 0 6.794
Rechtzettingen 0 0 -141 0 -141
Subtotaal 353.244 319.276 242.252 227.685 1.142.458
Dividenden 0 0 -49.109 0 -49.109
Overgedragen resultaat 0 0 227.685 -227.685 0
Resultaat van het boekjaar 0 0 46 205.436 205.482
OP 31/12/2022 353.244 319.276 420.874 205.436 1.298.831
Elementen onmiddellijk erkend als EV 41.670 104.310 15.180 0 161.160
Kapitaalsverhoging 40.907 104.310 0 0 145.217
Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten
en -kosten bij hypothetische vervreemding van
vastgoedbeleggingen
0 0 0 0 0
Positieve variatie van de waarde van de zonnepanelen (IAS 16) 0 0 15.428 0 15.428
Eigen aandelen 0 0 0 0 0
Aandeelkapitaal opties personeel 763 0 -248 0 515
Rechtzettingen 0 0 0 0 0
Subtotaal 394.914 423.586 436.054 205.436 1.459.990
Dividenden 0 0 -59.230 0 -59.230
Overgedragen resultaat 0 0 205.436 -205.436 0
Resultaat van het boekjaar 0 0 -1.307 118.810 117.502
OP 31/12/2023 394.914 423.586 580.953 118.810 1.518.263
Volgens onderstaande tabel heeft Montea nog een buffer van
€ 97.227K, na uitkering van het vooropgesteld dividend van € 3,74
per aandeel.
Overzicht van de variaties in het statutair eigen vermogen en
reserves per 31 december 2023
264 265
Toewijzing van het resultaat aan het eigen vermogen
MUTATIE EIGEN VERMOGEN (in EUR x 1.000) 31/12/2023
Toewijzing
resultaat
Eigen vermogen voor
dividenduitkering maar na
resultaatsverwerking
A. Gestort Kapitaal of, als deze hoger ligt, opgevraagd kapitaal (+) 394.914 394.914
B. Volgens de statuten niet-uitkeerbare uitgiftepremies (+) 423.586 423.586
C. Reserves 580.953 43.843 624.796
Wettelijke reserve (+) 835 835
Reserves voor het positieve saldo van de variaties in de reële
waarde van vastgoed (+) (*)
451.589 11.870 463.459
Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte
mutatierechten en kosten bij hypothetische vervreemding van
vastgoedbeleggingen
0 0 0
Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van
toegelaten indekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een
indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+/-)
0 0 0
Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van
toegelaten indekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn
aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+/-)
43.404 -14.043 29.360
Reserve voor het saldo van de wisselkoersverschillen op
monetaire activa en passiva (+)
0 0 0
Reserve voor de omrekeningsverschillen die voortvloeien uit de
omrekening van een buitenlandse activiteit (+/-)
0 0 0
Reserve voor eigen aandelen 0 0 0
Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van
financiële activa beschikbaar voor verkoop (+/-)
0 0 0
Reserve voor actuariële winsten en verliezen van toegezegde
pensioenregelingen (+)
0 0 0
Reserve voor fiscale latenties met betrekking tot vastgoed
gelegen in het buitenland (+)
0 0 0
Reserve voor de ontvangen dividenden bestemd voor de
terugbetaling van financiële schulden (+)
0 0 0
Andere reserves (+) 258.711 46.017 304.728
Onbeschikbare reserve omwille van gerealiseerde en niet-
gerealiseerde resultaten (+)
33.913 0 33.913
Overgedragen resultaten van vorige boekjaren (+/-) -207.501 0 -207.501
Voorgestelde vergoeding aan het kapitaal 74.967 74.967
TOTAAL 118.810 1.518.263
TIJDENS HET BOEKJAAR Codes Totaal 1. Mannen 2. Vrouwen
Gemiddeld aantal werknemers
Voltijds 1001 20,8 9,8 11,0
Deeltijds 1002 2,0 1,0 1,0
Totaal in voltijdse equivalenten (VTE) 1003 22,5 10,6 11,9
Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren
Voltijds 1011 33.557,5 16.009,0 17.548,5
Deeltijds 1012 2.912,0 1.341,5 1.570,5
Totaal 1013 36.469,5 17.350,5 19.119,0
Personeelskosten
Voltijds 1021 3.387.226 ................. .................
Deeltijds 1022 293.931 ................. .................
Totaal 1023 3.681.158 1.751.324 1.929.833
Betaling van de voordelen bovenop het loon 1033 38.427 18.039 20.387
TIJDENS HET VORIGE BOEKJAAR Codes Totaal 1. Mannen 2. Vrouwen
Gemiddeld aantal werknemers in VTE 1003 20,5 8,5 12,0
Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren 1013 35.180,0 14.707,5 20.472,5
Personeelskosten 1023 2.798.119 1.169.794 1.628.326
Bedrag van de voordelen bovenop het loon 1033 36.163 15.322 20.840
Staat van de tewerkgestelde personen
Werknemers waarvoor de onderneming een Dimona-verklaring
heeft ingediend of die zijn ingeschreven in het algemeen
personeelsregister
266 267
OP DE AFSLUITINGSDATUM VAN HET BOEKJAAR Codes 1. Voltijds 2. Deeltijds
3. Totaal
in voltijdse
equivalenten
Aantal werknemers 105 23 2 24,7
Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst
Overeenkomst voor een onbepaalde tijd 110 23 2 24,7
Overeenkomst voor een bepaalde tijd 111 ................. ................. .................
Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk 112 ................. ................. .................
Vervangingsovereenkomst 113 ................. ................. .................
Volgens het geslacht en studieniveau
Mannen: 120 12 1 12,8
lager onderwijs 1200 ................. ................. .................
secundair onderwijs 1201 3 ................. 3,0
hoger niet-universitair onderwijs 1202 2 ................. 2,0
universitair onderwijs 1203 7 1 7,8
Vrouwen: 121 11 1 11,9
lager onderwijs 1210 ................. ................. .................
secundair onderwijs 1211 3 1 3,9
hoger niet-universitair onderwijs 1212 5 ................. 5,0
universitair onderwijs 1213 3 ................. 3,0
Volgens de beroepscategorie
Directiepersoneel 130 ................. ................. .................
Bedienden 134 23 2 24,7
Arbeiders 132 ................. ................. .................
Andere 133 ................. ................. .................
INGETREDEN Codes 1. Voltijds 2. Deeltijds
3. Totaal
in voltijdse
equivalenten
Aantal werknemers met een in de Dimona-verklaring aangegeven of
een in het algemeen personeelsregister opgetekende datum waarop
hun overeenkomst tijdens het boekjaar een einde nam
205 6 ................. 6,0
Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst
Overeenkomst voor een onbepaalde tijd 210 6 ................. 6,0
Overeenkomst voor een bepaalde tijd 211 ................. ................. .................
Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk 212 ................. ................. .................
Vervangingsovereenkomst 213 ................. ................. .................
UITGETREDEN Codes 1. Voltijds 2. Deeltijds
3. Totaal
in voltijdse
equivalenten
Aantal werknemers met een in de Dimona-verklaring aangegeven of
een in het algemeen personeelsregister opgetekende datum waarop
hun overeenkomst tijdens het boekjaar een einde nam
305 3 ................. 3,0
Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst
Overeenkomst voor een onbepaalde tijd 310 3 ................. 3,0
Overeenkomst voor een bepaalde tijd 311 ................. ................. .................
Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk 312 ................. ................. .................
Vervangingsovereenkomst 313 ................. ................. .................
Volgens de reden van beëindiging van de overeenkomst
Pensioen 340 ................. ................. .................
Werkloosheid met bedrijfstoeslag 341 ................. ................. .................
Afdanking 342 1 ................. 1,0
Andere reden 343 2 ................. 2,0
waarvan: het aantal werknemers dat als zelfstandige ten minste op
halftijdse basis diensten blijft verlenen aan de onderneming
350 ................. ................. .................
TIJDENS HET BOEKJAAR Codes
1. Uitzend-
krachten
2. Ter beschikking van de
onderneming gestelde
personen
Gemiddeld aantal tewerkgestelde personen 150 ................. .................
Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren 151 ................. .................
Kosten voor de onderneming 152 ................. .................
Werknemers waarvoor de onderneming een Dimona-verklaring
heeft indiend of die zijn ingeschreven in het algemeen
personeelsregister (vervolg)
Uitzendkrachten en ter beschikking van de onderneming gestelde
personen
Tabel van het personeelsverloop tijdens het boekjaar
268 269
8.3.2 Tussentijdse en andere
financiële informatie
Voor de tussentijdse financiële informatie van de Vennootschap
wordt verwezen naar de tussentijdse verslagen van 31 maart 2023,
30 juni 2023 en 30 september 2023 die door verwijzing worden
opgenomen in dit jaarlijks financieel verslag.
8.3.3 Accountantscontrole van
historische jaarlijkse financiële
informatie
Voor de accountantscontrole van de historische jaarlijkse
financiële informatie van de Vennootschap wordt verwezen
naar de jaarlijkse financiële verslagen (met name Verslag van
de commissaris aan de algemene vergadering van Montea)
van Montea voor de boekjaren 2021 en 2022 die door verwijzing
worden opgenomen in dit jaarlijks financieel verslag.
8.3.4 Pro forma financiële informatie
Er is geen bruto wijziging van betekenis geweest in boekjaar
2023. Er dient dus geen pro forma financiële informatie te worden
opgenomen.
8.3.5 Dividendbeleid
Volgens artikel 13 van het GVV KB moet Montea, ten belope
van het bedrag van het positief nettoresultaat van het boekjaar
en na aanzuivering van de overgedragen verliezen en na de
toevoegingen/onttrekkingen aan/van de reserves zoals bedoeld in
“Punt B. Toevoeging/onttrekking reserves” zoals omschreven in
Afdeling 4 van Deel 1 van Hoofdstuk 1 van de Bijlage C van het GVV
KB, tenminste het positieve verschil tussen de volgende bedragen
uitkeren als vergoeding van het kapitaal:
80% van het bedrag bepaald volgens het in Hoofdstuk III van
Bijlage C opgenomen schema; en
de nettovermindering, tijdens het boekjaar, van de
schuldenlast van de openbare GVV.
8.3.6 Rechtszaken en arbitrages
De raad van bestuur van Montea Management NV verklaart dat er
met betrekking tot de periode van 12 maanden voorafgaand aan
de datum van dit jaarlijks financieel verslag geen tussenkomst van
overheidswege, geen enkel rechtsgeding of scheidsrechterlijke
procedure bestaat, die een relevante materiële invloed zouden
kunnen hebben op de financiële toestand of op de rendabiliteit
van Montea en dat er, bij haar weten, geen situaties of feiten
zijn die aanleiding zouden kunnen geven tot dergelijke
overheidstussenkomsten, rechtsgedingen of scheidsrechterlijke
procedures.
8.3.7 Wijziging van betekenis in
de financiële of handelspositie van
Montea
De financiële of handelspositie van Montea is niet significant
gewijzigd op 31 december 2023.
KERNRATIO’S (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022
EPRA-resultaat per aandeel
1
4,90
4,10
Resultaat op de portefeuille per aandeel
1
2,33
4,74
Variaties in de reële waarde van de financiële instrumenten per aandeel
1
-0,76
3,53
Netto resultaat (IFRS) per aandeel
1
6,46
12,36
EPRA-resultaat per aandeel
2
4,47
3,76
Voorgestelde uitkering
Bruto dividend per aandeel
3,74
3,30
Netto dividend per aandeel
2,62
2,31
Gewogen gemiddeld aantal aandelen
18.387.740
16.538.273
Aantal aandelen in omloop per periode einde
20.121.491
18.025.220
Op basis van de resultaten per 31 december 2023 stelt de raad
van bestuur van Montea Management NV aan de algemene
vergadering van aandeelhouders van 21 mei 2024 voor, een bruto
dividend uit te keren van € 3,74 per aandeel. Dit komt overeen
met een netto dividend van € 2,62 per aandeel. Dit betekent een
stijging van het bruto dividend per aandeel met 13% in vergelijking
met 2022 (€ 3,30 bruto per aandeel).
Voor de prognose van het dividend van het boekjaar 2024 wordt
verwezen naar sectie 4.4.8 “Prognose van het dividend” van dit
jaarlijks verslag.
(1) Obv gewogen gemiddeld aantal aandelen.
(2) Obv aantal aandelen in omloop op balansdatum.
pagina
JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2021
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van de vennootschap Montea NV over het boekjaar afgesloten
op 31 december 2021.
223
JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2022
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van de vennootschap Montea NV over het boekjaar afgesloten
op 31 december 2022.
390
JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2023
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van de vennootschap Montea NV over het boekjaar afgesloten
op 31 december 2023.
336
270 271
Datapakket
HOOFDSTUK NEGEN HOOFDSTUK NEGEN HOOFDSTUK NEGEN HOOFDSTUK NEGEN HOOFDSTUK ACHT
HOOFDSTUK ACHT HOOFDSTUK NEGEN HOOFDSTUK NEGEN HOOFDSTUK ACHT HOOFDSTUK ACHT
9.1 EPRA
1
272
9.2 Alternative Performance Measures - detail van de berekening 316
9.3 Vastgoedverslag 320
9.4 Deskundigenverslagen 330
9.5 GRI Content index 346
9.6 Aanpak & scope 348
272 273
9.1 EPRA
1
EPRA (“European Public Real Estate Association”) is de stem
van de beursgenoteerde Europese vastgoedsector die meer dan
290 leden telt en meer dan € 840 miljard aan vastgoedactiva
vertegenwoordigd. De EPRA-indexen zijn een wereldwijde
benchmark en de meest gebruikte investeringsindex voor
beursgenoteerd vastgoed. De indexen zijn samengesteld uit
meer dan 100 vennootschappen. De criteria om opgenomen
te worden in de indexen staan gepubliceerd op de website
van EPRA (www.epra.com). Montea is sinds september 2018
opgenomen in de Europese en in de Belgische EPRA-index.
Aanbevelingen voor wat betreft de rapportering en
de definiëring van de belangrijkste financiële en
duurzaamheidsprestatiemaatstaven voor beursgenoteerde
vastgoedvennootschappen worden eveneens weergegeven
op de website van EPRA ((sustainability) Best Practices
Recommendations Guidelines). Montea stelt het merendeel
van de door EPRA aanbevolen prestatiemaatstaven
ter beschikking van de investeerders met als doel de
rapportering te standaardiseren met het oog op een
betere kwaliteit en vergelijkbaarheid van informatie.
9.1.1 Financial reporting: EPRA BPR
tabellen
Samenvattende tabel van de EPRA Performance measures:
31/12/2023 31/12/2022
EPRA-resultaat €/aandeel 4,90 4,10
EPRA Net Tangible Assets €/aandeel 74,38 71,72
EPRA Net Reinstatement Value €/aandeel 81,50 79,33
EPRA Net Disposal Value
€/aandeel 72,22 66,75
EPRA Loan to value % 33,5 39,7
EPRA Net Initial Yield % 5,06 4,83
EPRA ‘Topped-up’ Net Initial Yield % 5,06 4,85
EPRA-huurleegstand % 0,0 0,8
EPRA kost ratio (incl. leegstandskosten) % 11,8 8,8
EPRA kost ratio (excl. leegstandskosten) % 11,7 8,5
(in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022
Netto resultaat (IFRS) 118.810 204.458
Aanpassingen voor de berekening van het EPRA-resultaat
Uit te sluiten:
Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen en vastgoed bestemd voor verkoop -11.571 -91.602
Resultaat op verkoop van vastgoedbeleggingen - -19
Variaties in de reële waarde van nanciële activa en passiva 14.043 -58.408
Uitgestelde belastingen met betrekking tot EPRA-wijzigingen -30.974 14.570
Minderheidsbelangen met betrekking tot de aanpassingen hierboven -298 -1.262
EPRA-resultaat 90.010 67.738
Gewogen gemiddelde aantal aandelen 18.387.740 16.538.273
EPRA-resultaat per aandeel (€/aandeel) 4,90 4,10
EPRA-resultaat – EPRA-resultaat per aandeel
Definitie:
Het EPRA-resultaat betreft het netto resultaat (na verwerking
van het operationeel resultaat voor het resultaat op de
portefeuille, verminderd met de financiële resultaten
en de vennootschapsbelasting, exclusief de uitgestelde
belastingen), verminderd met de variaties in de reële
waarde van vastgoedbeleggingen en vastgoed bestemd
voor verkoop, verminderd met het resultaat op verkoop van
vastgoedbeleggingen en vermeerderd met de variaties in
de reële waarde van financiële activa en passiva. Het EPRA-
resultaat per aandeel is het EPRA-resultaat gedeeld door
het gewogen gemiddeld aantal aandelen van het boekjaar.
Doelstelling:
Het EPRA-resultaat meet de operationele rentabiliteit van de
vennootschap na het financiële resultaat en na belastingen
over het operationeel resultaat. Het is een belangrijke
maatstaf van de onderliggende operationele resultaten van
een bedrijf uit het verhuren van onroerend goed. Het geeft
aan in welke mate de huidige dividendbetalingen worden
ondersteund door de winst. Het EPRA-resultaat per aandeel
meet het nettoresultaat uit de kernactiviteiten per aandeel.
Berekening:
Datapakket
(1) De auditor heeft een beoordeling (ISRE 2410) uitgevoerd van de maatstaven opgenomen in deze sectie. De publicatie van de gegevens
is niet verplicht volgens de GVV-regelgeving en zijn niet onderworpen aan een nazicht door publieke instanties.
274 275
EPRA NAVs – EPRA NAVs per aandeel
De EPRA NAV indicatoren worden bekomen door de IFRS NAV
op een dergelijke manier te corrigeren zodat stakeholders de
meest relevante informatie krijgen over de reële waarde van
de activa en passiva. De EPRA NAV indicatoren per aandeel
worden berekend op basis van het aantal aandelen in omloop
op balansdatum. De drie verschillende EPRA NAV indicatoren
worden berekend op basis van de volgende scenario’s:
Net Reinstatement Value
Gaat ervan uit dat entiteiten nooit activa verkopen en streeft ernaar
de waarde weer te geven die nodig is om de entiteit opnieuw op
te bouwen. Het doel van deze indicator is om weer te geven wat
nodig zou zijn om de vennootschap opnieuw samen te stellen
via de investeringsmarkten op basis van de huidige kapitaal- en
financieringsstructuur, inclusief Real Estate Transfer Taxes.
Net Reinstatement Value (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022
IFRS Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 1.518.263 1.297.636
NAV per aandeel (€/aandeel) 75,74 72,32
I. Hybride instrumenten
Verwaterde netto actiefwaarde tegen reële waarde 1.518.263 1.297.636
Uit te sluiten:
V. Uitgestelde belastingen met betrekking tot herwaarderingsmeerwaarden van vastgoed 5.175 36.149
VI. Reële waarde van nanciële instrumenten -26.330 -40.374
Toe te voegen:
XI. Vastgoed transfer tax 142.708 136.604
NRV 1.639.817 1.430.015
Aantal aandelen in omloop per einde periode 20.121.491 18.025.220
NRV per aandeel (€/aandeel) 81,50 79,33
Net Disposal Value (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022
IFRS Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 1.518.263 1.297.636
NAV per aandeel (€/aandeel) 75,74 72,32
I. Hybride instrumenten
Verwaterde netto actiefwaarde tegen reële waarde 1.518.263 1.297.636
Toe te voegen:
IX. Herwaarderingen van de reële waarde van nancieringen met vaste rentevoet -65.075 -94.400
NDV 1.453.188 1.203.236
Aantal aandelen in omloop per einde periode 20.121.491 18.025.220
NDV per aandeel (€/aandeel) 72,22 66,75
Net Tangible Assets (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022
IFRS Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 1.518.263 1.297.636
NAV per aandeel (€/aandeel) 75,74 72,32
I. Hybride instrumenten
Verwaterde netto actiefwaarde tegen reële waarde 1.518.263 1.297.636
Uit te sluiten:
V. Uitgestelde belastingen met betrekking tot herwaarderingsmeerwaarden van vastgoed 5.175 36.149
VI. Reële waarde van nanciële instrumenten -26.330 -40.374
VIII.b) Immateriële vaste activa volgens de IFRS balans -548 -567
NTA 1.496.560 1.292.845
Aantal aandelen in omloop per einde periode 20.121.491 18.025.220
NTA per aandeel (€/aandeel) 74,38 71,72
Net Tangible Assets
Gaat ervan uit dat entiteiten activa kopen en verkopen, waardoor
bepaalde niveaus van uitgestelde belastingen gerealiseerd
worden. Het betreft de NAV die werd aangepast zodat ze ook
vastgoed en overige investeringen op lange termijn tegen reële
waarde omvat en waarbij bepaalde posten uitgesloten worden
waarvan verwacht wordt dat ze geen vaste vorm zullen krijgen in
een bedrijfsmodel met vastgoedbeleggingen op lange termijn.
Net Disposal Value
Voorziet de lezer in een scenario van verkoop van de activa
van de vennootschap wat leidt tot de realisatie van uitgestelde
belastingen, de liquidatie van schulden en financiële
instrumenten en bepaalde andere aanpassingen voor de
volledige omvang van hun verplichting. Deze NAV moet niet
aanzien worden als een liquidatie-NAV vermits in vele gevallen
de reële waarde niet gelijk is aan de liquidatie-waarde.
276 277
EPRA NIY & EPRA ‘topped-up’ NIY
Definitie:
De EPRA NIY is de op jaarbasis berekende huurinkomsten
op basis van de constante huur die op de balansdatum wordt
geïnd, min de niet-recupereerbare werkingskosten voor
vastgoed, gedeeld door de marktwaarde van het vastgoed,
plus de (geraamde) aankoopkosten. De EPRA ‘topped-up’ NIY
integreert een aanpassing van het EPRA NIY voor de afloop
van huurvrije periodes (of andere niet-vervallen huurstimuli
zoals een huurperiode met korting of getrapte huurprijzen).
Doelstelling:
Een vergelijkbare maatstaf voor portefeuillewaarderingen
binnen Europa introduceren.
EPRA-huurleegstand
Definitie:
De EPRA-huurleegstand stemt overeen met het compliment
van de rubriek ‘Bezettingsgraad’ met dat verschil dat de door
Montea gehanteerde bezettingsgraad berekend wordt op
basis van vierkante meters terwijl de EPRA-huurleegstand
berekend wordt op basis van de geschatte huurwaarde.
Doelstelling:
De EPRA-huurleegstand meet het leegstandspercentage
in functie van de geschatte huurwaarde zonder daarbij
rekening te houden met de niet-verhuurbare m²,
bedoeld voor herontwikkeling en met de landbank.
EPRA NIY (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022
Vastgoedbeleggingen - volle eigendom 2.200.841 2.086.512
Vastgoedbeleggingen - aandeel van JV & Fondsen
Activa bestemd voor verkoop
Verminderd met projectontwikkelingen -113.707 -102.338
Afgewerkte vastgoedportefeuille 2.087.134 1.984.174
Toelage voor geraamde aankoopkosten 134.908 131.561
Investeringswaarde afgewerkte vastgoedportefeuille B 2.222.043 2.115.735
Geannualiseerde contant geïnde huurinkomsten 118.416 107.318
Vastgoedkosten (incl. concessies) -6.088 -5.181
Geannualiseerde nettohuurgelden B 112.328 102.136
Huurvrije periodes of lease incentives 102 555
‘Topped-up’ geannualiseerde nettohuurgelden C 112.430 102.691
EPRA NIY A/B 5,06% 4,83%
EPRA ‘topped-up’ NIY C/B 5,06% 4,85%
Berekening:
31/12/2023 31/12/2022
(in EUR x 1.000)
(A)
Geraamde
huurwaarde (ERV)
voor de leegstand
(B)
Geraamde
huurwaarde
portfolio (ERV)
(A/B)
EPRA
Leegstands-
graad (%)
(A)
Geraamde
huurwaarde (ERV)
voor de leegstand
(B)
Geraamde
huurwaarde
portfolio (ERV)
(A/B)
EPRA
Leegstands-
graad (%)
België - 52.669 0,0 - 45.629 0,0
Frankrijk - 13.884 0,0 118 12.215 1,0
Nederland - 44.987 0,0 714 47.696 1,5
Duitsland - - 0,0 - - 0,0
Totaal - 111.540 0,0 831 105.540 0,8
Berekening:
Hoge bezettingsgraad van 100% gedurende heel het jaar 2023,
een mooie realisatie boven op de historisch hoge bezettingsgraad
die, sinds 2018, consistent meer dan 99% bedraagt. Deze hoge
bezettingsgraad is een maatstaf voor de kwaliteit en goede
locaties van de gebouwen in de portefeuille van Montea.
In alle markten waarin Montea opereert, is er sprake van
schaarste, vooral wat betreft hoogwaardige activa op toplocaties,
waar onze volledige portefeuille aan voldoet. De verwachting is dat
de bezettingsgraad op alle geografische locaties hoog zal blijven,
en eventuele leegstand zal van voorbijgaande aard zijn.
278 279
EPRA LTV
Definitie:
De EPRA LTV ratio wordt berekend door de netto schuld te delen
door de totale vastgoedwaarde.
Doelstelling:
De EPRA LTV is een belangrijke maatstaf om het percentage
van de schuld ten opzichte van de geschatte waarde van de
eigendommen te bepalen.
EPRA LTV (in EUR x 1.000)
31/12/2023 31/12/2022
PROPORTIONELE CONSOLIDATIE PROPORTIONELE CONSOLIDATIE
Groep
(gerapporteerd)
Aandeel in joint
ventures
Aandeel in
materiële
geassocieerde
vennootschappen
Minderheids-
belangen
Gecombineerd
Groep
(gerapporteerd)
Aandeel in joint
ventures
Aandeel in
materiële
geassocieerde
vennootschappen
Minderheids-
belangen
Gecombineerd
Inclusief
Leningen van nanciële instellingen 138.008 138.008 217.719 217.719
Commercial paper 0 0 0 0
Hybride schuldinstrumenten
(zoals convertibles, preferente
aandelen, opties, perpetuals)
0 0 0 0
Obligaties 662.739 662.739 662.450 662.450
Derivaten voor vreemde valuta 0 0 0 0
Netto (handels)schulden 21.998 -341 21.657 13.518 -799 12.719
Vastgoed voor eigen gebruik (schuld) 813 813 885 885
Rekeningen courant (eigen
vermogenskenmerken)
0 0 0 0
Exclusief
Kas- en kasequivalenten -87.604 2 -87.602 -67.766 8 -67.758
Netto schulden A 735.955 0 0 -340 735.616 826.805 0 0 -791 826.014
Inclusief
Vastgoed voor eigen gebruik 2.122 2.122 1.996 1.996
Vastgoedbeleggingen tegen
reële waarde
2.087.875 -4.795 2.083.080 1.984.914 -4.029 1.980.885
Vastgoedbeleggingen bestemd
voor verkoop
0 0 0 0
Vastgoedbeleggingen in uitvoering 113.707 -1.348 112.359 102.338 -4.387 97.951
Immateriële activa 548 548 567 567
Netto (handels)vorderingen 0 0 0 0
Financiële activa 0 0 0 0
Totale portefeuillewaarde B 2.204.252 0 0 -6.143 2.198.109 2.089.815 0 0 -8.416 2.081.399
LTV A/B 33,4% - - - 33,5% 39,6% - - - 39,7%
Berekening:
280 281
EPRA-kostratio
Definitie:
De EPRA-kostratio wordt berekend door de administratieve
en operationele kosten (inclusief of exclusief directe
leegstandskosten), te delen door de brutohuurinkomsten.
Doelstelling:
De EPRA-kostratio’s zijn bedoeld om een consistente basis te
bieden van waaruit bedrijven waar nodig meer informatie over de
kosten kunnen verstrekken. Het is een belangrijke maatstaf om
een zinvolle meting van de veranderingen in de bedrijfskosten van
een bedrijf mogelijk te maken.
EPRA KOST RATIO (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022
I. Operationele & Administratieve kosten (IFRS) 14.276 9.230
III. Beheersvergoeding exclusief werkelijk/ingeschat winstelement -527 -430
EPRA-kosten (inclusief directe leegstandskosten) A 13.749 8.799
IX. Directe leegstandskosten -137 -349
EPRA-kosten (exclusief directe leegstandskosten) B 13.612 8.450
X. Brutohuurinkomsten min te betalen huur op gehuurde grond - IFRS 116.328 99.640
Brutohuurinkomsten C 116.328 99.640
EPRA-kostratio (inclusief directe leegstandskosten) A/C 11,8% 8,8%
EPRA-kostratio (exclusief directe leegstandskosten) B/C 11,7% 8,5%
Huurder Business Sector (in EUR x 1.000) BE FR NL DE 31/12/2023
Logistiek 24.947 3.224 17.558 0 45.730
Bouw/Industrie 5.080 3.777 10.210 1.998 21.064
Voeding & dranken 1.227 1.588 7.346 0 10.162
Automobielsector 4.450 1.038 2.206 0 7.693
Farma & medische sector 3.174 395 3.937 0 7.506
Retail 5.961 552 530 0 7.043
Andere 4.297 1.940 4.214 0 10.451
Leegstand 0 0 0 0 0
Totaal huidige huur 49.136 12.514 46.002 1.998 109.650
BE FR NL DE 31/12/2023
Verhuurbare oppervlakte m
2
900.967 214.513 815.179 35.965 1.966.624
Gem. huurgelden/m² €/m
2
54,5 58,3 56,4 55,6 55,8
Geannualiseerde contractuele huurgelden K€ 49.136 12.514 46.002 1.998 109.650
Geraamde huurwaarde (ERV) K€ 52.669 13.884 44.987 NVT 111.540
Nettohuurgelden K€ 45.010 12.165 46.329 2.000 105.504
Marktwaarde vastgoedbeleggingen K€ 871.037 241.304 862.445 30.972 2.005.758
Marktwaarde zonnepanelen K€ 46.842 3.258 31.276 0 81.376
EPRA-huurleegstand (gebaseerd op ERV) % 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Gem. duur contracten (tot 1
ste
opzeg) Y 5,3 2,6 8,9 5,0 6,5
Gem. duur contracten (tot einde) Y 6,8 5,5 8,9 5,0 7,5
Vastgoedbeleggingen – huurgegevens
en marktwaarde
Overzicht van de belangrijkste operationele indicatoren
van de vastgoedportefeuille, per land:
Overzicht van de huurgelden, opgesplitst per
land en per activiteit van de huurder:
Huurder Business Sector (%) BE FR NL DE 31/12/2023
Logistiek 51% 26% 38% 0% 42%
Bouw/Industrie 10% 30% 22% 100% 19%
Voeding & dranken 3% 13% 16% 0% 9%
Automobielsector 9% 8% 5% 0% 7%
Farma & medische sector 6% 3% 9% 0% 7%
Retail 12% 4% 1% 0% 6%
Andere 9% 16% 9% 0% 10%
Leegstand 0% 0% 0% 0% 0%
Totaal huidige huur 100% 100% 100% 100% 100%
Overzicht van de grootste huurders binnen de portefeuille,
inclusief het aandeel in het totaal van de huurgelden:
Huurder Huidige huur op jaarbasis
1 Amazon [>4,5 mio€]
2 A-WARE Group [4 - 4,5 mio€]
3 DHL aviation [3,5 - 4 mio€]
4 Doc Morris [3 - 3,5 mio€]
5 Recycling REKO [3 - 3,5 mio€]
6 PostNL Real Estate [3 - 3,5 mio€]
7 GVT [3 - 3,5 mio€]
8 HBM Machines [2,5 - 3 mio€]
9 DHL Global Forwarding [2 - 2,5 mio€]
10 Decathlon [2 - 2,5 mio€]
11 Koopman [2 - 2,5 mio€]
12 BELRON - Carglass [2 - 2,5 mio€]
Huurders > 2 mio€ 37.280 34%
Huurders < 2 mio€ 72.369 66%
TOTAAL 109.650 100%
Berekening:
De EPRA-kostratio weerspiegelt de operationele kosten na aftrek
van administratieve en operationele kosten geactiveerd conform
IFRS voor een bedrag van € 3,3 miljoen. De geactiveerde kosten
hebben voornamelijk betrekking op interne personeelskosten van
werknemers die direct betrokken zijn bij de ontwikkeling van de
vastgoedportefeuille.
282 283
Overzicht van de grootste (in marktwaarde)
investeringspanden binnen de investeringsportefeuille:
Locatie Huurders
Range
marktwaarde
Verhuurbare
oppervlakte (m²)
Type gebouw Sector Eigendom Vorm van eigendom Jaar van aankoop
Jaar van oplevering /
herontwikkeling
1 NL
Aalsmeer
Japanlaan & Thailandlaan
Borgesius Aalsmeer B.V.
Dobbe Transport
> 50 mio€ 42.487 Multi tenant Logistiek 100% Full ownership 2017 2016 - 2017
2 BE
Willebroek
De Hulst
Decathlon > 50 mio€ 67.480 Single tenant Logistiek 100% Full ownership 2017 2017
3 NL
Heerlen
Business park Aventis
Doc Morris > 50 mio€ 42.451 Single tenant Logistiek 100% Full ownership 2015 2019
4 NL
Waddinxveen
Logistiek Park A12
HBM Machines B.V. > 50 mio€ 48.703 Single tenant Logistiek 100% Full ownership 2022 2022
5 BE
Antwerpen
Blue Gate
Amazon Transport Belgium NV > 50 mio€ 19.247 Single tenant Logistiek 100% Full ownership 2022 2022
6 BE
Tongeren III
Mammoetstraat
C-Living
Baywa
30 - 50 mio€ 57.199 Multi tenant Logistiek 100% Full ownership 2022 2023
7 FR
Camphin
Chemin des Blatiers
DSM
Danone
GBX
XPO
30 - 50 mio€ 43.432 Multi tenant Logistiek 100% Full ownership 2018 2018
8 BE
Zaventem
Brucargo
DHL Aviation 30 - 50 mio€ 66.735 Single tenant Logistiek 100% Long Term supercies 2017 2016
9 NL
Tiel
Panovenweg
NVT 30 - 50 mio€ NVT Land Land 100% Full ownership 2018 NVT
10 BE
Tongeren II
Mammoetstraat
GXO
Tailormade Logistics
30 - 50 mio€ 47.405 Multi tenant Logistiek 100% Full ownership 2021 2022
284 285
Projectontwikkelingen
Overzicht van de belangrijkste operationele indicatoren van de
Projectontwikkelingen, per land en per individueel project:
Land Site & Locatie
Ontwikkelings-
kosten tot
31/12/2023
(K€)
Herwaardering
(K€)
31/12/2023
(K€)
Geschatte
kosten tot
oplevering
(K€)
Waarde bij
oplevering
(K€)
Verwachte
datum van
oplevering
Status Type gebouw Eigendom (%) Voor-verhuurd (%) Totaal (m²)
Onbebouwde
grond (m²)
ERV bij
oplevering (K€)
BE Lummen 9.570 -1.536 8.035 20.711 28.746 2025 Commersialisering Logistiek 100% 31.985 54.576 1.750 - 2.000
BE Lembeek 11.685 -663 11.022 Onbekend 11.022 Onbekend Vergunning in aanvraag Logistiek 100% 30.803 56.054 Onbekend
BE Vorst 13.307 155 13.463 24.626 38.089 Q3 2024 In ontwikkeling Logistiek 100% 100% 21.164 54.600 2.250 - 2.500
BE
Tongeren
land phase 2
11.796 -395 11.401 31.969 43.369 2025 Commersialisering Logistiek 100% 58.008 95.344 2.750 - 3.250
BE
Tongeren
construction phase 3
13.183 -1.921 11.262 33.520 44.781 2025 Commersialisering Logistiek 100% 53.098 88.906 2.750 - 3.250
BE Grimbergen 4.194 4.114 8.308 23.429 31.736 2025 Commersialisering Logistiek 50% 29.313 57.458 1.750 - 2.250
BE
Antwerpen
Blue Gate phase 2
5.599 1.288 6.887 14.467 21.353 Q3 2024 In ontwikkeling Logistiek 100% 100% 15.664 25.602 1.250 - 1.500
BE Solar Panels 2.403 2.403 2.598 5.001 2024 In ontwikkeling NVT 100% NVT NVT NVT
BE 71.737 1.043 72.780 151.319 224.098 240.035 432.540 12.500 - 14.750
NL
Waddinxveen
fase 2
20.783 8.589 29.372 25.842 55.214 Q3 2024 In ontwikkeling Logistiek 100% 100% 48.728 59.896 3.000 - 3.500
NL Solar Panels 25 25 13.280 13.305 2024 In ontwikkeling NVT 100% NVT NVT NVT
NL 20.808 8.589 29.397 39.123 68.520 48.728 59.896 3.000 - 3.500
FR Senlis 4.593 -204 4.389 Onbekend 4.389 Onbekend Vergunning in aanvraag Logistiek 100% Onbekend 170.000 Onbekend
FR Saint Priest 7.525 -384 7.142 Onbekend 7.142 Onbekend Vergunning in aanvraag Logistiek 100% Onbekend 70.000 Onbekend
FR Solar Panels 0 0 NVT NVT NVT 100% NVT NVT NVT
FR 12.118 -588 11.531 0 4.389 0 240.000 Onbekend
TOTAAL 104.663 9.044 113.707 190.441 297.007 288.763 732.436 15.500 - 18.250
286 287
Vastgoedbeleggingen - ‘Like-for-Like’
groei van de IFRS-huurgelden
LIKE FOR LIKE NON COMPARABLE
(in EUR x 1.000)
Huur
31/12/2022
(Verhuur van)
leegstand
Nieuwe
leegstand
Heronder-
handeling
Indexatie Andere Nieuwe sites Indexatie Verkochte sites Andere
HUUR
31/12/2023
België 36.678 91 -228 448 1.793 -282 38.500
Frankrijk 10.872 890 -47 19 488 0 12.222
Nederland 28.681 306 0 0 1.868 -181 30.673
Duitsland 1.860 0 0 0 138 0 1.998
LIKE FOR LIKE 78.090 1.287 -275 467 4.287 -463 83.393
België 2.623 4.491 132 0 -346 6.901
Frankrijk 244 326 19 0 -112 477
Nederland 8.894 3.904 602 0 0 13.401
Duitsland 0 0 0 0 0 0
NON COMPARABLE 11.761 8.721 754 0 -458 20.778
TOTAAL 89.851 1.287 -275 467 4.287 -463 8.721 754 0 -458 104.170
Like for Like variatie van het jaar 5.303
België 47,0% 0,1% -0,3% 0,6% 2,3% -0,4% 49,3%
Frankrijk 13,9% 1,1% -0,1% 0,0% 0,6% 0,0% 15,7%
Nederland 36,7% 0,4% 0,0% 0,0% 2,4% -0,2% 39,3%
Duitsland 2,4% 0,0% 0,0% 0,0% 0,2% 0,0% 2,6%
LIKE FOR LIKE 100% 1,6% -0,4% 0,6% 5,5% -0,6% 106,8%
Like for Like variatie van het jaar 6,8%
Noteer:
Een gebouw dat gedurende de laatste 2 volledige jaren (i.e. van
01/01/2022 t.e.m. 31/12/2023) in de investeringsportefeuille
heeft gezeten, wordt aanzien als een gebouw dat volledig
vergelijkbaar is tussen deze 2 jaren. De verzameling
van gebouwen die aan deze voorwaarde voldoen wordt
opgenomen in de ‘Like-for-Like’ analyse. Alle andere
gebouwen zijn niet vergelijkbaar (‘non comparable’).
De gebruikte scope is dezelfde als deze bij de Roll
Forward van de Investeringsassets (zie volgende).
288 289
LIKE FOR LIKE NON COMPARABLE
(in EUR x 1.000)
Investment assets
31/12/2022
CAPEX Herwaardering Aankopen Verkopen
Transfer van /
naar Project-
ontwikkeling
CAPEX Herwaardering
Investment assets
31/12/2023
België 666.512 3.837 -3.925 666.424
Frankrijk 225.424 2.986 3.157 231.567
Nederland 468.987 263 -4.953 464.298
Duitsland 35.511 158 -4.697 30.972
LIKE FOR LIKE 1.396.434 7.244 -10.418 1.393.261
België 144.861 7.352 0 45.354 -2.467 9.512 204.612
Frankrijk 10.022 0 0 0 187 -471 9.738
Nederland 383.660 28 0 0 6.456 8.003 398.147
Duitsland 0 0 0 0 0 0 0
NON COMPARABLE 538.543 7.380 0 45.354 4.176 17.044 612.496
TOTAAL 1.934.977 7.244 -10.418 7.380 0 45.354 4.176 17.044 2.005.757
Like for Like variatie van het jaar -3.174
België 34,4% 0,2% -0,2% 34,4%
Frankrijk 11,6% 0,2% 0,2% 12,0%
Nederland 24,2% 0,0% -0,3% 24,0%
Duitsland 1,8% 0,0% -0,2% 1,6%
LIKE FOR LIKE 72,2% 0,4% -0,5% 72,0%
België 7,5% 0,4% 0,0% 2,3% -0,1% 0,5% 10,6%
Frankrijk 0,5% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,5%
Nederland 19,8% 0,0% 0,0% 0,0% 0,3% 0,4% 20,6%
Duitsland 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%
NON COMPARABLE 27,8% 0,4% 0,0% 2,3% 0,2% 0,9% 31,7%
TOTAAL 100,0% 0,4% -0,5% 0,4% 0,0% 2,3% 0,2% 0,9% 103,7%
Like for Like variatie van het jaar -0,2%
Vastgoedbeleggingen - Roll Forward
van de Investeringsassets
Noteer:
Een gebouw dat gedurende de laatste 2 volledige jaren (i.e. van
01/01/2022 t.e.m. 31/12/2023) in de investeringsportefeuille heeft
gezeten, wordt aanzien als een gebouw dat volledig vergelijkbaar
is tussen deze 2 jaren. De verzameling van gebouwen die aan
deze voorwaarde voldoen wordt opgenomen in de ‘Like-for-Like’
analyse. Alle andere gebouwen zijn niet vergelijkbaar (‘non
comparable’). We vestigen bovendien ook de aandacht op het feit
dat enkel de ‘standing investments’ in deze tabel zijn opgenomen,
terwijl de CAPEX-tabel (cf. Infra) naast de ‘standing investments
ook de concessies, zonnepanelen en ontwikkelingen omvat.
290 291
Vastgoedbeleggingen – Waarderingsgegevens
Meer achtergrond in verband met de waardebepaling
van vastgoedbeleggingen is opgenomen in
Toelichting 39 Reële waarde hiërarchie.
Analyse resterende duurtijd tot 1
ste
opzegmogelijkheid
Analyse resterende duurtijd tot einde contract
ANALYSE RESTERENDE DUURTIJD TOT 1
STE
OPZEG BE FR NL DE TOTAAL
Gemiddelde Duur tot 1ste opzeg (jaren) 5,3 2,6 8,9 5,0 6,5
Current Rent die verloopt binnen het jaar 4.123 3.487 0 0 7.609
Current Rent die verloopt in het 2de jaar 7.970 3.753 2.160 0 13.883
Current Rent die verloopt tussen het 3de & 5de jaar 18.630 3.786 5.824 630 28.870
Current Rent die verloopt na het 5de jaar 18.413 1.488 38.018 1.368 59.287
TOTAAL 49.136 12.514 46.002 1.998 109.650
Current Rent die verloopt binnen het jaar 3,8% 3,2% 0,0% 0,0% 6,9%
Current Rent die verloopt in het 2de jaar 7,3% 3,4% 2,0% 0,0% 12,7%
Current Rent die verloopt tussen het 3de & 5de jaar 17,0% 3,5% 5,3% 0,6% 26,3%
Current Rent die verloopt na het 5de jaar 16,8% 1,4% 34,7% 1,2% 54,1%
TOTAAL 44,8% 11,4% 42,0% 1,8% 100,0%
ANALYSE RESTERENDE DUURTIJD TOT EINDE CONTRACT BE FR NL DE TOTAAL
Gemiddelde Duur tot einde contract (jaren) 6,8 5,5 8,9 5,0 7,5
Current Rent die verloopt binnen het jaar 1.446 1.360 0 0 2.806
Current Rent die verloopt in het 2de jaar 2.996 1.574 2.160 0 6.731
Current Rent die verloopt tussen het 3de & 5de jaar 13.185 4.081 4.932 630 22.828
Current Rent die verloopt na het 5de jaar 31.509 5.498 38.910 1.368 77.285
TOTAAL 49.136 12.514 46.002 1.998 109.650
Current Rent die verloopt binnen het jaar 1,3% 1,2% 0,0% 0,0% 2,6%
Current Rent die verloopt in het 2de jaar 2,7% 1,4% 2,0% 0,0% 6,1%
Current Rent die verloopt tussen het 3de & 5de jaar 12,0% 3,7% 4,5% 0,6% 20,8%
Current Rent die verloopt na het 5de jaar 28,7% 5,0% 35,5% 1,2% 70,5%
TOTAAL 44,8% 11,4% 42,0% 1,8% 100,0%
Current Rent tot 1e opzegCurrent Rent tot einde contract
31/12/2023
Vastgoedbeleggingen Waarderingsgegevens
(in EUR x 1.000)
Reële waarde
Stijging/(daling) van de
reële waarde
EPRA NIY (%)
Segment
België 871.037 59.664 5,4%
Frankrijk 241.305 5.859 4,8%
Nederland 862.445 9.798 4,8%
Duitsland 30.972 -4.539 6,0%
Totaal Vastgoedbeleggingen
beschikbaar voor verhuring
2.005.758 70.782 5,06%
Aansluiting met de geconsolideerde IFRS-balans
Projectontwikkelingen 113.707
Gebruiksrecht concessie 79.430
Vastgoedeigendommen 2.862
Totaal vastgoedbeleggingen in de
geconsolideerde IFRS-balans
2.201.758
292 293
EPRA CAPEX-analyse
Montea investeerde in 2023 € 79,6 miljoen in de
vastgoedportefeuille. De tabel hierboven omvat de investeringen
in i) verwerving van nieuwe terreinen en gebouwen, ii)
verdere ontwikkelingen van terreinen en gebouwen, iii)
desinvesteringen, iv) de bestaande vastgoedinvesteringen
en v) geactiveerde interesten. De investeringen in de
bestaande vastgoedportefeuille worden verder uitgesplitst
in iv.a) uitgaven met als doel de verhuurbare oppervlakte te
vergroten, iv.b) het verbeteren van de bestaande verhuurbare
oppervlakte zonder deze te willen uitbreiden en iv.c)
uitgaven die dienen als incentive voor de huurders.
We vestigen bovendien ook de aandacht op het feit dat deze
tabel naast de ‘standing investments’ ook de concessies,
zonnepanelen en ontwikkelingen omvat. In toelichting 20
Vastgoedbeleggingen kan een overzicht waargenomen
worden waaruit deze investeringen bestaan. De
projectontwikkelingen en investeringen (excl. oplevering van
projectontwikkelingen) sommeren daar tot € 79,6 miljoen.
(in EUR x 1.000)
31/12/2023 31/12/2022
Groep (excl. joint ventures)
Joint ventures
(proportionate
share)
Totaal groep
Groep (excl. joint ventures)
Joint ventures
(proportionate
share)
Totaal groep
BE FR NL DE BE FR NL DE
I. Investeringen 7.606 28 7.634 17.017 13.986 175.856 206.859
II. Ontwikkeling 42.278 507 9.088 51.872 103.325 5.286 21.102 129.713
III. Desinvesteringen
IV. Vastgoedbeleggingen 1.448 3.681 10.523 158 15.809 7.425 2.696 13.478 1.339 24.938
IV.a) Incrementele verhuurbare ruimte 517 517
IV.b) Geen incrementele verhuurbare ruimte 1.448 3.681 10.523 158 15.809 6.638 2.696 13.478 1.339 24.151
IV.c) Huurder incentives 270 270
IV.d) Overige materiële niettoegerekende
soorten uitgaven
V. Intercalaire interesten 3.268 486 571 4.325 321 418 740
TOTAAL CAPEX 54.599 4.674 20.210 158 79.641 128.088 21.968 210.854 1.339 362.249
294 295
Xpo Logistics, Saint-Symphorien, Frankrijk
Bestaande portefeuille
296 297
ENVIRONMENTAL MONTEA PORTFOLIO
Impact
area
Unit of measure
Absolute performance (Abs) Like-for-Like property type (LfL)
Indicator EPRA code 2022 2023 2022 2023 Evolution Notes
ENERGY
Electricity
Elec-Abs,
Elec-LfL
kWh Total landlord-obtained electricity 11.205.098 9.179.641 6.364.837 5.457.046 -14%
kWh of which GREY electricity from external suppliers 0 817.472 0 578.958 - *4
kWh of which GREEN electricity (renewable sources) from external suppliers 6.332.069 4.618.190 3.898.717 2.635.690 -32% *2, *4
kWh of which GREEN electricity produced locally (renewable; solar) 4.873.029 3.743.979 2.466.121 2.242.399 -9% *2
kWh Total tenant-obtained electricity 72.289.309 67.668.174 45.241.460 40.656.545 -10%
kWh of which GREY electricity from external suppliers 41.757.283 23.019.144 28.122.456 16.400.263 -42% *3
kWh of which GREEN electricity (renewable sources) from external suppliers 14.675.966 28.021.262 5.055.997 13.610.668 +169% *1, *2, *3
kWh of which GREEN electricity produced locally (renewable; solar) 15.856.059 16.627.768 12.063.007 10.645.614 -12% *6
kWh Total electricity consumption 83.494.407 76.847.815 51.606.297 46.113.591 -11%
kWh of which GREY electricity from external suppliers 41.757.283 23.836.615 28.122.456 16.979.221 -40% *3
kWh of which GREEN electricity (renewable sources) from external suppliers 21.008.035 32.639.452 8.954.714 16.246.358 +81% *1, *2, *3, *4
kWh of which GREEN electricity produced locally (renewable; solar) 20.729.088 20.371.747 14.529.128 12.888.013 -11% *2, *6
% Green electricity from renewable sources/Total electricity 50% 69% 46% 63% -
% Landlord Controlled 13% 12% 12% 12% -
% Tenant Controlled 87% 88% 88% 88% -
% Electricity disclosure coverage 100% 100% 61% -
% Proportion of electricity estimated 18% 10% 0% 0% -
District
heating and
cooling
DH&C-Abs,
DH&C-LfL
kWh Total landlord-obtained district heating and cooling 0 0 0 0 -
kWh of which from renewable resources 0 0 0 0 -
kWh Total tenant-obtained district heating and cooling 943.421 924.149 597.973 562.165 -6%
kWh of which from renewable resources 357.912 300.287 357.912 300.287 -16% *13
kWh Total district heating and cooling 943.421 924.149 597.973 562.165 -6%
kWh of which from renewable resources 357.912 300.287 357.912 300.287 -16% *13
% Proportion of dh&c from renewable resources 38% 32% 60% 53% -
% District heating and cooling disclosure coverage 100% 100% 75% -
% Proportion of district heating and cooling estimated 0% 0% 0% 0% -
Fuels
Fuels-Abs,
Fuels-LfL
kWh Total direct landlord-obtained fuels 6.211.413 7.281.707 4.838.272 5.161.262 +7% *1, *2
kWh of which from renewable resources 0 0 0 0 -
kWh Total tenant-obtained fuels 27.635.201 17.890.962 16.008.279 13.235.602 -17% *1
kWh of which from renewable resources 0 0 0 0 -
kWh Total fuels 33.846.613 25.172.669 20.846.551 18.396.863 -12% *1
kWh of which from renewable resources 0 0 0 0 -
% Proportion fuel from renewable resources 0% 0% 0% 0% -
% Fuels disclosure coverage 100% 100% 57% -
% Proportion of fuels estimated 19% 9% 0% 0% -
Energy
Intensity
Energy-Int
kWh / (m². year) Building energy intensity* 75,10 66,80 79,1 70,4 -11% *1, *2, *3, *4, *6
% Building energy intensity disclosure coverage 100% 100% 34% -
% Proportion of Building energy intensity estimated 19% 15% 0% 0% -
9.1.2 Sustainability reporting:
EPRA sBPR tabellen
298 299
ENVIRONMENTAL MONTEA PORTFOLIO
Impact
area
Unit of measure
Absolute performance (Abs) Like-for-Like property type (LfL)
Indicator EPRA code 2022 2023 2022 2023 Evolution Notes
GREENHOUSE GAS
EMISSIONS
Direct GHG-Dir-Abs tonnes CO
2
e GHG-Dir-ABS Location based 7.240 6.168 2.181 2.419 +11% *7
Indirect
GHG-Indir-
Abs
tonnes CO
2
e GHG-Indir-ABS Location based 15.582 6.525 2.917 675 -77% *5, *8
GHG
emissions
intensity
GHG-Int
kg CO
2
e /
(m². year)
GHG intensity* 14,5 8,2 9,8 6,0 -39% *5,*7,*8
% Energy and associated GHG disclosure coverage 100% 100% 34% -
% Proportion of energy and associated GHG estimated 18% 9% 0% 0% -
WATER USE
Water
Water-Abs,
Water-LfL
Total Water consumption 221.040 363.909 72.862 69.767 -4% *1
of which municipal water 213.715 265.452 70.294 66.673 - *1
of which rain water reuse 7.326 98.457 2.568 3.094 - *1
Water-Int
m³/m² Building water intensity 0,14 0,24 0,17 0,17 -4% *1
% Municipal Water disclosure coverage 100% 100% 27% -
% Rain Water disclosure coverage 100% 100% 27% -
% Proportion of municipal water estimated 45% 32% 0% -
% Proportion of rain water estimated 30% 17% 0% -
WASTE
Waste
Waste-Abs,
Waste-LfL
Tonnes Hazardous waste 81 112 14 37 +177% *1
Tonnes Non-Hazardous waste 50.984 79.183 1.100 3.030 +175% *1
Tonnes Total waste created 51.065 79.295 1.114 3.068 +175% *1
Tonnes to Reuse facility 0 0 0 0 -
Tonnes to Recycling facility 27.505 35.662 855 2.162 -
Tonnes to Incineration (with or without energy recovery) 1.592 3.909 101 285 -
Tonnes to Landfill (with of without energy recovery) 20.126 763 31 319 -
Tonnes to Biodiesel production 0 0 0 0 -
Tonnes to other/unkown 1.835 38.849 120 264 -
% Waste disclosure coverage 42% 56% 19% -
% Proportion of waste estimated 0% 0% 0% -
Disposal
routes
proportion by
disposal route
(%)
to Reuse facility 0% 0% 0% 0% -
to Recycling facility 54% 45% 77% 70% -
to Incineration (with or without energy recovery) 3% 5% 9% 9% -
to Landfill (with of without energy recovery) 39% 1% 3% 10% -
to Biodiesel production 0% 0% 0% 0% -
to other/unkown 4% 49% 11% 9% -
Waste disposal route disclosure coverage 42% 56% 19% -
300 301
ENVIRONMENTAL MONTEA PORTFOLIO
Impact
area
Unit of measure
Absolute performance (Abs) Like-for-Like property type (LfL)
Indicator EPRA code 2022 2023 2022 2023 Evolution Notes
CERTIFICATION
Level of
certification
Cert-Tot
Number of
assets
Mandatory Certifications (EPC, …) 42 71 41 71 +73%
EU EPC - A+++ 5 8 5 8 - *1, *9
EU EPC - A++ 2 2 2 2 -
EU EPC - A+ 1 1 1 1 -
EU EPC - A 12 15 11 15 -
EU EPC B and lower 22 45 22 45 -
Voluntary Certifications (BREEAM,LEED,HQSE,...) 6 6 6 6 0%
BREEAM Excellent 2 2 2 2 -
BREEAM Very Good 1 1 1 1 -
BREEAM Good 1 1 1 1 -
BREEAM NL ** 2 2 2 2 -
Total Certificated 48 77 47 77 +64% *1, *9
%
Proportion Mandatory 44% 84% 48% 84% -
Proportion Voluntary 6% 7% 7% 7% -
Coverage 100% 100% 100% 100% 0%
NR = Niet relevant
De hoofdzetel van Montea is opgenomen in de totale portefeuille aangezien Montea hiervan eigenaar is.
De dekkingsgraad wordt berekend op basis van aantal vierkante meter.
*1 Verschillen als gevolg van verbeteringen in de kwaliteit van de gegevensverzameling
*2 Daling als gevolg van verandering in eigendomspercentage van sites vergeleken met 2022
*3 Wijziging energiecontracten van grijze naar groene stroom
*4 Wijziging energiecontracten van groene naar grijze stroom
*5 Door PV-panelen opgewekte energie voor lokaal gebruik werd
uitgesloten van de berekening van de broeikasgasemissies
*6 Lager zonneschijnniveau
*7 Verhoging van de emissiefactor voor stookgas
*8 Verlaging van de emissiefactor voor groene stroom
*9 Er werd een energieaudit uitgevoerd voor alle gebouwen in Frankrijk
*10 Toename van het aantal medewerkers
*11 Verbetering van de energie-efficiëntie van het kantoorgebouw in Frankrijk
*12 Verhoging van de m² voor het kantoorgebouw in België
*13 Daling van het aandeel hernieuwbare hulpbronnen
Aangezien controle over de energie-aankoop essentieel is bij het verminderen van de
uitstoot van broeikasgassen, passen we de operationele controlebenadering toe bij het
definiëren van onze organisatorische grenzen voor rapportering van de EPRA sBPR’s.
De gegevens worden verzameld door een combinatie van energiemonitoringsystemen,
extractie van contractgegevens en huurdersenquêtes. Montea erkent dat de
nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de gegevens die zij gebruikt om de
milieuprestaties van haar portefeuille op te volgen, rechtstreeks verband houdt met de
kwaliteit van de ontvangen informatie, eventuele meetonnauwkeurigheden en andere
factoren die de gegevenskwaliteit mogelijk kunnen verminderen. Niettemin streeft Montea
naar een continue verbetering van deze datakwaliteit door automatisering, het gebruik
van meerdere bronnen ter verificatie en het optimaliseren van de monitoringsystemen.
De informatie in dit sectiehoofdstuk is onderworpen aan een beperkt nazicht
in overeenstemming met ISAE 3000 door EY Bedrijfsrevisoren.
302 303
ENVIRONMENTAL COMPANY OFFICES
Impact
area
Unit of measure
Absolute performance (Abs) Like-for-Like property type (LfL)
Indicator EPRA code 2022 2023 2022 2023 Evolution Notes
ENERGY
Electricity
Elec-Abs,
Elec-LfL
kWh Total landlord-obtained electricity 38.335 28.231 38.335 28.231 -26%
kWh of which GREY electricity from external suppliers 0 0 0 0 0%
kWh of which GREEN electricity (renewable sources) from external suppliers 38.335 28.231 38.335 28.231 -26% *11
kWh of which GREEN electricity produced locally (renewable; solar) 0 0 0 0 0%
kWh Total tenant-obtained electricity 59.260 61.544 59.260 61.544 +4%
kWh of which GREY electricity from external suppliers 0 0 0 0 0%
kWh of which GREEN electricity (renewable sources) from external suppliers 42.306 45.683 42.306 45.683 +8% *10
kWh of which GREEN electricity produced locally (renewable; solar) 16.954 15.861 16.954 15.861 -6% *6
kWh Total electricity consumption 97.595 89.775 97.595 89.775 -8% *11
kWh of which GREY electricity from external suppliers 0 0 0 0 0%
kWh of which GREEN electricity (renewable sources) from external suppliers 80.641 73.914 80.641 73.914 -8% *11, *10
kWh of which GREEN electricity produced locally (renewable; solar) 16.954 15.861 16.954 15.861 -6% *6
% Green electricity from renewable sources/Total electricity 100% 100% 100% 100% -
% Landlord Controlled 39% 31% 39% 31% -
% Tenant Controlled 61% 69% 61% 69% -
% Electricity disclosure coverage 100% 98% 98% -
% Proportion of electricity estimated 0% 0% 0% 0% -
District
heating and
cooling
DH&C-Abs,
DH&C-LfL
kWh Total landlord-obtained district heating and cooling 0 0 0 0 - *11
kWh of which from renewable resources 0% 0% 0% 0% -
kWh Total tenant-obtained district heating and cooling 13.972 3.849 13.972 3.849 -72% *11
kWh of which from renewable resources 0 0 0 0 -
kWh Total district heating and cooling 13.972 3.849 13.972 3.849 -72%
kWh of which from renewable resources 0 0 0 0 -
% Proportion of dh&c from renewable resources 0% 0% 0% 0% -
% District heating and cooling disclosure coverage 100% 98% 98% -
% Proportion of district heating and cooling estimated 0% 0% 0% 0% -
Fuels
Fuels-Abs,
Fuels-LfL
kWh Total direct landlord-obtained fuels 18.726 22.131 18.726 22.131 +18% *1
kWh of which from renewable resources 0 0 0 0 -
kWh Total tenant-obtained fuels 81.800 91.847 81.800 91.847 +12% *10
kWh of which from renewable resources 0 0 0 0 -
kWh Total fuels 100.526 113.978 100.526 113.978 +13% *10
kWh of which from renewable resources 0 0 0 0 -
% Proportion fuel from renewable resources 0% 0% 0% 0% -
% Fuels disclosure coverage 100% 98% 98% -
% Proportion of fuels estimated 0% 0% 0% 0% -
Energy
Intensity
Energy-Int
kWh / (m². year) Building energy intensity* 200 153 200 153 -23% *12
% Building energy intensity disclosure coverage 100% 98% 98% -
% Proportion of Building energy intensity estimated 0% 0% 0% 0% -
304 305
ENVIRONMENTAL COMPANY OFFICES
Impact
area
Unit of measure
Absolute performance (Abs) Like-for-Like property type (LfL)
Indicator EPRA code 2022 2023 2022 2023 Evolution Notes
GREENHOUSE GAS
EMISSIONS
Direct GHG-Dir-Abs tonnes CO
2
e GHG-Dir-ABS Location based 21,5 27,8 21,5 27,8 +29% *7
Indirect
GHG-Indir-
Abs
tonnes CO
2
e GHG-Indir-ABS Location based 4,9 2,4 4,9 2,4 -52% *5, *8
GHG
emissions
intensity
GHG-Int
kg CO
2
e /
(m². year)
GHG intensity* 24,9 22,2 24,9 22,2 -11% *5,*7,*8
% Energy and associated GHG disclosure coverage 100% 98% 98% -
% Proportion of energy and associated GHG estimated 0% 0% 0% 0% -
WATER USE
Water
Water-Abs,
Water-LfL
Total Water consumption 290 716 290 404 +39% *1
of which municipal water 290 716 290 404 - *1
of which rain water reuse 0 0 0 0 - *1
Water-Int
m³/m² Building water intensity 0,45 0,57 0,45 0,43 -5% *1
% Municipal Water disclosure coverage 61% 90% 68% -
% Rain Water disclosure coverage 100% 100% 100% -
% Proportion of municipal water estimated 0% 0% 0% 0% -
% Proportion of rain water estimated 0% 0% 0% 0% -
WASTE
Waste
Waste-Abs,
Waste-LfL
Tonnes Hazardous waste 0,00 0,00 0,00 0,00 - *1
Tonnes Non-Hazardous waste 6,44 3,12 4,41 3,12 -29% *1
Tonnes Total waste created 6,44 3,12 4,41 3,12 -29% *1
Tonnes to Reuse facility 0,00 0,00 0,00 0,00 -
Tonnes to Recycling facility 6,44 1,23 4,41 1,23 -
Tonnes to Incineration (with or without energy recovery) 0,00 0,00 0,00 0,00 -
Tonnes to Landfill (with of without energy recovery) 0,00 1,88 0,00 1,88 -
Tonnes to Biodiesel production 0,00 0,00 0,00 0,00 -
Tonnes to other/unkown 0,00 0,00 0,00 0,00 -
% Waste disclosure coverage 100% 90% 90% -
% Proportion of waste estimated 0% 0% 0% 0,00 -
Disposal
routes
proportion by
disposal route
(%)
to Reuse facility 0% 0% 0% 0% -
to Recycling facility 100% 40% 100% 40% -
to Incineration (with or without energy recovery) 0% 0% 0% 0% -
to Landfill (with of without energy recovery) 0% 60% 0% 60% -
to Biodiesel production 0% 0% 0% 0% -
to other/unkown 0% 0% 0% 0% -
Waste disposal route disclosure coverage 100% 90% 90% -
306 307
ENVIRONMENTAL COMPANY OFFICES
Impact
area
Unit of measure
Absolute performance (Abs) Like-for-Like property type (LfL)
Indicator EPRA code 2022 2023 2022 2023 Evolution Notes
CERTIFICATION
Level of
certification
Cert-Tot
Number of
assets
Mandatory Certifications (EPC, …) NR NR NR NR -
EU EPC - A+++ NR NR NR NR -
EU EPC - A++ NR NR NR NR -
EU EPC - A+ NR NR NR NR -
EU EPC - A NR NR NR NR -
EU EPC B and lower NR NR NR NR -
Voluntary Certifications (BREEAM,LEED,HQSE,...) NR NR NR NR -
BREEAM Excellent NR NR NR NR -
BREEAM Very Good NR NR NR NR -
BREEAM Good NR NR NR NR -
BREEAM NL ** NR NR NR NR -
Total Certificated NR NR NR NR -
%
Proportion Mandatory NR NR NR NR -
Proportion Voluntary NR NR NR NR -
Coverage NR NR NR NR -
NR = Niet relevant
De hoofdzetel van Montea is opgenomen in de totale portefeuille aangezien Montea hiervan eigenaar is.
De dekkingsgraad wordt berekend op basis van aantal vierkante meter.
*1 Verschillen als gevolg van verbeteringen in de kwaliteit van de gegevensverzameling
*2 Daling als gevolg van verandering in eigendomspercentage van sites vergeleken met 2022
*3 Wijziging energiecontracten van grijze naar groene stroom
*4 Wijziging energiecontracten van groene naar grijze stroom
*5 Door PV-panelen opgewekte energie voor lokaal gebruik werd
uitgesloten van de berekening van de broeikasgasemissies
*6 Lager zonneschijnniveau
*7 Verhoging van de emissiefactor voor stookgas
*8 Verlaging van de emissiefactor voor groene stroom
*9 Er werd een energieaudit uitgevoerd voor alle gebouwen in Frankrijk
*10 Toename van het aantal medewerkers
*11 Verbetering van de energie-efficiëntie van het kantoorgebouw in Frankrijk
*12 Verhoging van de m² voor het kantoorgebouw in België
*13 Daling van het aandeel hernieuwbare hulpbronnen
Aangezien controle over de energie-aankoop essentieel is bij het verminderen van de
uitstoot van broeikasgassen, passen we de operationele controlebenadering toe bij het
definiëren van onze organisatorische grenzen voor rapportering van de EPRA sBPR’s.
De gegevens worden verzameld door een combinatie van energiemonitoringsystemen,
extractie van contractgegevens en huurdersenquêtes. Montea erkent dat de
nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de gegevens die zij gebruikt om de
milieuprestaties van haar portefeuille op te volgen, rechtstreeks verband houdt met de
kwaliteit van de ontvangen informatie, eventuele meetonnauwkeurigheden en andere
factoren die de gegevenskwaliteit mogelijk kunnen verminderen. Niettemin streeft Montea
naar een continue verbetering van deze datakwaliteit door automatisering, het gebruik
van meerdere bronnen ter verificatie en het optimaliseren van de monitoringsystemen.
De informatie in dit sectiehoofdstuk is onderworpen aan een beperkt nazicht
in overeenstemming met ISAE 3000 door EY Bedrijfsrevisoren.
308 309
SOCIAL
2023 2022
Impact area Indicator EPRA code Unit of measure Notes Women Men Total Women Men Total
DIVERSITY
Gender diversity Diversity-Emp
# of professionals at the end of the reporting period (Headcount EOP
2
)
*1 Employees 16 36% 29 64% 45 15 47% 17 53% 32
*1, *2 Management 3 23% 10 77% 13 1 11% 8 89% 9
*1 Board of Directors 2 29% 5 71% 7 2 29% 5 71% 7
*1, *3 Total 21 33% 43 67% 64 18 38% 29 62% 47
Average of Full Time Equivalents (FTE) during the reporting period
(Avg FTE
1
)
*1 Employees 15,2 41% 22,0 59% 37,1 13,5 49% 14,0 51% 27,5
*1, *2 Management 1,8 16% 9,5 84% 11,3 1,0 12% 7,5 88% 8,5
*1 Board of Directors 2,0 29% 5,0 71% 7,0 2,0 29% 5,0 71% 7,0
*1, *3 Total 18,9 35% 35,4 65% 54,4 16,5 40% 24,5 60% 41,0
Gender pay ratio Diversity-Pay
Ratio average salary of women expressed as a percentage of men
within the same category (Avg FTE
1
)
*1 Employees 72% 70%
*1, *2 Management 104% 135%
*1 Board of Directors 123% 148%
*1, *4 Total 64% 60%
EMPLOYEE TRAINING AND DEVELOPMENT
Training and
development
Emp-Training
Total number of Montea professionals (in FTE) who followed training +
Rate as a percentage of total Avg FTE's (Avg FTE
1
)
*1 Employees 13,1 87% 20,9 95% 34,1 92% 12,7 94% 13,5 96% 26,1 95%
*1, *2 Management 1,3 76% 9,5 100% 10,9 96% 1,0 100% 7,5 100% 8,5 100%
*1 Total (excl. BoD) 14,5 85% 30,5 97% 44,9 93% 13,7 94% 20,9 97% 34,6 96%
Average hours of training and development (external & internal training,
webinars, seminars, online, ...) (Avg FTE
1
)
*1 Employees 52,4 57,4 55,4 43,1 39,4 41,2
*1, *2 Management 63,2 55,1 56,1 73,0 46,7 49,8
*1 Total (excl. BoD) 53,4 56,7 55,6 45,3 42,0 43,3
Performance
appraisals
Emp-Dev
% of employees who receive performance and career development reviews
(Headcount EOP
1
)
Total (excl. BoD) 100% 100% 100% 100% 100% 100%
New hires
Emp-Turnover
Total number of professionals (Headcount
3
) Total (excl. BoD) 5 16 21 6 8 14
As a % (Headcount EOP
2
) Total (excl. BoD) 8% 25% 33% 13% 17% 30%
Turnover
Total number of professionals (Headcount
3
) Total (excl. BoD) 2 2 4 2 4 6
As a % (Headcount EOP
2
) Total (excl. BoD) 3% 3% 6% 4% 6% 11%
(1) Avg FTE: Gemiddeld aantal voltijdse equivalenten
(2) Headcount EOP: Aantal werknemers op het einde van de periode (op balansdatum)
(3) Headcount: Aantal werknemers die gedurende het jaar voor Montea hebben gewerkt
310 311
NR = Niet relevant
*1 Werknemers met een vast dienstverband of als zelfstandige dienstverlener
*2 Management bestaat uit zowel Executive als Country management
*3 Jo De Wolf (CEO) neemt zowel een operationele als een bestuurdersrol op.
*4 De ratio is over de hele lijn gunstig verbeterd, vooral binnen het luik van de medewerkers, waarbij
we nog steeds sterke cijfers kunnen voorleggen op zowel management- als bestuursniveau.
*5 Twee arbeidsongevallen in de loop van 2022, geen in 2023
*6 Montea had twee werknemers die langdurig afwezig waren in de loop van 2023
*7 Meer gebouwen onder beheerscontrole waardoor het aantal incidenten licht is
toegenomen. Er worden regelmatig veiligheidsaudits uitgevoerd waarbij de meeste resterende
actiepunten voornamelijk onder de verantwoordelijkheid van de huurder vallen.
*8 Hoewel er doorgaans vrijwillige veiligheidsinspecties op sites plaatsvinden, houden we in
bovenstaande tabel enkel rekening met de verplichte brandinspecties en ICPE (FR) audits waar
Montea managementcontrole heeft, wat een lichte daling van de dekking veroorzaakt.
*9 Rekening houdend met het feit dat wij actief zijn in de logistieke vastgoedsector, waarvan de
locaties zich in afgebakende zones bevinden. Bovendien wordt het welzijn van lokale gemeenschappen
door de relevante autoriteiten in overweging genomen bij het verlenen van onze vergunningen,
zowel bouw- als milieuvergunningen. Toch blijven we bezorgd over deze belanghebbenden.
SOCIAL
2023 2022
Impact area Indicator EPRA code Unit of measure Notes Women Men Total Women Men Total
HEALTH AND SAFETY
Injury rate H&S-Emp Frequency of work related injuries (per 100 000 hours worked) *5 NR 0 0 0 0 5 3
Lost day rate
The impact of occupational accidents and diseases as
reflected in time of work (per 100 000 hours worked)
*6 NR 2.431 772
Work-related
fatality
Deaths occuring in the reporting period arising from
a disease or injury while performing work
NR 0 0 0 0 0 0
Number of
incidents
H&S-Comp
Total number Incidents of non-compliance with H&S
impacts for landlord controlled assets
*7 NR 375 337
% of assets H&S-Asset
% of landlord controlled assets for which H8S impacts
are assessed or reviewed for compliance
*8 NR 88% 100%
COMMUNITY
ENGAGEMENT
Compty-Eng Narrative *9 NR
We specify our social engagement on a
corporate level on page 94.
From an asset point of view, we are involved
in the park management of several business
parks, for example Park De Hulst and Blue
Gate, where regular meetings are held with
stakeholders concerning issues such as
sustainability and safety. This also involves
close contact with municipal services and public
transport companies. For other initiatives in the
Netherlands and France, please refer to page 92.
Annual report 2022: 2.3 What we do,
who we are, who we do it for, more
specifically “2.3.3. Who we do it for”
312 313
Aangezien controle over de aankoop van energie essentieel is voor de
vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, passen wij de benadering
van operationele controle toe bij het bepalen van onze organisatorische
grenzen voor de rapportage tegen de EPRA sBPR’s (zie sectie 9.6.2).
Data van de bevoorradingsgegevens werden verzameld door een combinatie van energie-
monitoringssystemen, extractie van contractgegevens en bevragingen bij huurders. Montea
erkent dat de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de gegevens die ze gebruikt in het
kader van het toezicht op de milieuprestatie van haar portefeuille, rechtstreeks gekoppeld is
aan de kwaliteit van de ontvangen informatie, mogelijke meetonnauwkeurigheden en andere
factoren die de datakwaliteit mogelijk kunnen verminderen. Desondanks streeft Montea
naar een voortdurende verbetering van deze datakwaliteit door automatisering, het gebruik
van meerdere bronnen als verificatie en de optimalisatie van de monitoringssystemen.
Informatie opgenomen in dit hoofdstuk werd onderworpen aan een beperkt
nazicht in overeenstemming met ISAE 3000 door EY Bedrijfsrevisoren.
GOVERNANCE
CORPORATE PERFORMANCE
Impact area Indicator EPRA code Unit of measure 2023 2022
GOVERNANCE
Governance
structure and
composition
Gov-Board
Composition of highest governance body Annual Report: See 6.3.2.1 Composition Annual report: see 7.3.2.1 Composition
# Total number of board members 7 7
% % of independent directors in the highest governance body 57% 57%
% % of woman in the highest governance body 29% 29%
Tenure on the governance body
Board members are appointed for a (renewable) period of
maximum four years, to guarantee sufficient rotation
Board members are appointed for a (renewable) period of
maximum four years, to guarantee sufficient rotation
Number of independent/non-executive board members with competencies
relating to environmental & social topics
Annual report: see 6.3.2.1 Qualification requirements Annual report: see 7.3.2.1 Composition
Nomination and
selection process
Gov-Selec Process for nominating and selecting the highest governance body Annual report: see 6.3.2.1 Nomination Annual report: see 7.3.2.1 Composition
Conflicts of interest Gov-Col Procedure for managing conflicts of interest Annual report: see 6.4 Conflicts of interests Annual report: see 7.4 Conflicts of interests
314 315
DocMorris, Heerlen, Nederland
Bestaande portefeuille
316 317
9.2 Alternative Performance
Measures - detail van de
berekening
Resultaat op de portefeuille
Definitie:
Dit betreft de gerealiseerde en niet-gerealiseerde negatieve en/of
positieve variaties in de reële waarde van de vastgoedportefeuille,
naast de latente belastingen en de eventuele min- of meerwaarde
naar aanleiding van de realisatie van vastgoed.
Doelstelling:
Deze APM geeft de negatieve en/of positieve variaties in de reële
waarde van de vastgoedportefeuille, alsook de latente belastingen
en de eventuele min- of meerwaarde naar aanleiding van de
realisatie van vastgoed.
Financieel resultaat exclusief variaties in reële
waarde van nanciële instrumenten
Definitie:
Dit is het financiële resultaat conform het KB van 13 juli 2014 met
betrekking tot de gereglementeerde vastgoedvennootschappen
exclusief de variatie in de reële waarde van de financiële
instrumenten.
Doelstelling:
Deze APM geeft de werkelijke financieringskost van de
vennootschap weer.
FINANCIEEL RESULTAAT EXCL. VARIATIES IN REËLE
WAARDE VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN (in EUR x 1.000)
31/12/2023 31/12/2022
Financiële resultaat -32.038 40.460
Uit te sluiten:
Variaties in de reële waarde van nanciële activa & passiva 14.043 -58.408
FINANCIEEL RESULTAAT EXCL. VARIATIES IN REËLE WAARDE VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN -17.995 -17.948
RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022
Resultaat op verkoop van vastgoedbeleggingen - 19
Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen 11.870 92.864
Latente belastingen op portefeuilleresultaat 30.974 -14.570
RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE 42.843 78.312
Berekening:
Berekening:
Operationele marge
Definitie:
Dit is het operationeel resultaat vóór het resultaat op de
vastgoedportefeuille gedeeld door het vastgoedresultaat.
Doelstelling:
Deze APM meet de operationele rentabiliteit van de vennootschap
als een percentage van het vastgoedresultaat.
OPERATIONELE MARGE (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022
Vastgoedresultaat 116.139 99.913
Operationeel resultaat (voor het resultaat op de portefeuille) 102.769 91.020
OPERATIONELE MARGE 88,5% 91,1%
Berekening:
Gemiddelde kost van de schuld
Definitie:
Gemiddelde financiële kost over het lopende jaar berekend op
basis van het totale financiële resultaat t.o.v. het gemiddelde
van het beginsaldo en eindsaldo van de financiële schuldenlast
zonder daarbij rekening te houden met de waardering van de
indekkingsinstrumenten en interestkosten gerelateerd aan
leasingverplichtingen geboekt conform IFRS 16.
Doelstelling:
De vennootschap financiert zich gedeeltelijk via
schuldfinanciering. Deze APM meet de kostprijs van deze
financieringsbron en de mogelijke impact op de resultaten.
GEMIDDELDE KOST VAN DE SCHULD (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022
Financiële resultaat -32.038 40.460
Uit te sluiten:
Overige nanciële kosten en opbrengsten -759 136
Variaties in de reële waarde van nanciële activa en passiva 14.043 -58.408
Interestkosten gerelateerd aan leasingverplichtingen (IFRS 16) 2.286 2.180
Intercalaire intresten -4.325 -740
TOTALE FINANCIËLE LASTEN A -20.793 -16.372
GEMIDDELDE UITSTAANDE FINANCIËLE SCHULDEN B 919.652 865.603
GEMIDDELDE KOST VAN DE SCHULD A/B 2,3% 1,9%
Berekening:
318 319
(Adjusted) Net debt/EBITDA
Definitie:
De net debt/EBITDA wordt berekend door de netto financiële
schulden, i.e. de langlopende en kortlopende financiële schulden
minus kas en kasequivalenten (teller) te delen door de EBITDA van
de afgelopen twaalf maanden (TTM
1
) (noemer). Als EBITDA wordt
beschouwd het operationeel resultaat vóór het resultaat op de
portefeuille vermeerderd met de afschrijvingen.
Om de Adjusted net debt/EBITDA te berekenen, worden in de
teller de netto financiële schulden gecorrigeerd voor de lopende
projecten in uitvoering vermenigvuldigd met de schuldgraad,
omdat deze projecten nog geen operationeel resultaat opleveren,
maar wel reeds inbegrepen zijn in de financiële schulden.
Daarnaast is er ook een correctie in de noemer voor de
geannualiseerde impact van externe groei.
Doelstelling:
Deze APM geeft een indicatie van hoe lang een bedrijf op het
huidige niveau zou moeten opereren om al zijn schulden af te
betalen.
(ADJUSTED) NET DEBT / EBITDA (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022
Langlopende en kortlopende nanciële schulden (IFRS) 851.490 932.886
- Kas en kasequivalenten (IFRS) -87.604 -67.766
Net debt (IFRS) 763.886 865.120
- Projecten in uitvoering x schuldgraad -42.375 -41.621
Net debt (adjusted) 721.511 823.499
Operationeel resultaat (voor het resultaat op de portefeuille) (IFRS) 102.769 91.020
+ Afschrijvingen 336 432
Aanpassing naar genormaliseerde EBITDA 2.513 6.752
EBITDA (adjusted) 105.618 98.204
Net debt / EBITDA (adjusted) 6,8 8,4
NET DEBT / EBITDA (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022
Langlopende en kortlopende nanciële schulden (IFRS) 851.490 932.886
- Kas en kasequivalenten (IFRS) -87.604 -67.766
Net debt (IFRS) A 763.886 865.120
Operationeel resultaat (voor het resultaat op de portefeuille) (IFRS) (TTM
1
) B 102.769 91.020
+ Afschrijvingen 336 432
EBITDA (IFRS) C 103.105 91.452
Net debt / EBITDA A/C 7,4 9,5
Berekening:
Interest coverage ratio
Definitie:
De interest coverage ratio wordt berekend door de som van het
operationeel resultaat voor het resultaat op de portefeuille,
samen met de financiële inkomsten, te delen door de netto-
interestkosten.
Doelstelling:
Deze APM geeft aan hoeveel maal de vennootschap haar
interestlasten verdient.
INTEREST COVERAGE RATIO (in EUR x 1.000) 31/12/2023 31/12/2022
Operationeel resultaat voor resultaat op portefeuille 102.769 91.020
Financiële inkomsten (+) 866 171
TOTAAL A 103.635 91.192
Netto nanciële kosten (-) 23.079 18.670
2
TOTAAL B 23.079 18.670
INTEREST COVERAGE RATIO A/B 4,5 4,9
Berekening:
(1) TTM staat voor trailing 12 months en wil zeggen dat de berekening gebaseerd is op cijfers van de afgelopen 12 maanden. (2) Het bedrag voor netto financiële kosten voor 2022 werd gecorrigeerd met de intercalaire interesten.
320 321
9.3 Vastgoedverslag
Via onze onafhankelijke waarderingsdeskundige JLL delen we
commentaar over de markten op vlak van logistiek vastgoed. Het
onderzoeksmateriaal betreft de landen en deelmarkten waar het
te waarderen vastgoed gelokaliseerd is, namelijk de Belgische
industriële markt, de Nederlandse industriële markt, de Franse
industriële markt en de Duitse industriële markt.
9.3.1 Belgische marktcommentaar
9.3.1.1 Gebruikersmarkt
Take-up
Na jaren van hoogconjunctuur is de industriële
vastgoedmarkt op weg naar een nieuw evenwicht. 2023 was
een moeilijk jaar, niet alleen vanuit geopolitiek oogpunt,
maar ook voor de vastgoedmarkt. Met name de stijgende
rentevoeten, de aanhoudend hoge bouwkosten en de lagere
economische groei speelden de sectoren parten. Toch
bleven de solide fundamenten van industrieel vastgoed
de sector ondersteunen waardoor zowel de industriële
units als logistiek vastgoed goed presteerden in 2023.
Het in gebruik genomen volume in m² lag zelfs iets hoger
dan het vijfjarig gemiddelde. Het opnamevolume is vrijwel
gelijk verdeeld tussen semi-industriële units en logistieke
ruimten. Onze belangrijkste vaststelling is dat logistieke
ruimten op de as Antwerpen-Luik (E313) in 2023 duidelijk
in trek waren, vermits zij bijna de helft van het logistieke
opnamevolume van het volledige jaar vertegenwoordigden.
In 2023 werd in België 1.086.000 m² logistieke ruimte
verhuurd en verkocht aan eindgebruikers, een kleine stijging
van 4% ten opzichte van 2022 maar wel nog een solide 19%
boven het vijfjarig gemiddelde (periode 2018-2022).
De vertraging van de vraag is zichtbaar in het aantal gerealiseerde
transacties : in 2023 werden 59 transacties ondertekend,
tegenover 71 in 2022, een daling van 17% op jaarbasis. De
gemiddelde transactie was wel groter dan in 2022, ongeveer
18.000 m² in 2023, in vergelijking met 14.000 m² in 2022, het
gevolg van grote transacties op de as E313. Door het gebrek
aan beschikbare grond op de as Brussel-Antwerpen verschuift
de vraag naar de as Antwerpen – Limburg - Luik (E313), die
het voordeel heeft centraal gelegen te zijn voor transport naar
Centraal-Europa en tevens beschikt over een waterverbinding via
het Albertkanaal en toegang tot de cargoluchthaven van Luik.
De Waalse as daarentegen, die in 2022 sterk was
gegroeid, liet in 2023 een lager opnamevolume optekenen,
voornamelijk door de schaarste aan bouwrijpe grond.
De huurprijzen stegen op de meeste logistieke assen
in 2023, als gevolg van aanbodschaarste, hogere
bouwkosten en de aanhoudende vraag.
9.3.1.2 Investeringsmarkt
De vastgoedbeleggingsmarkt kreeg in 2023 te maken met sterke
tegenwind als gevolg van een moeilijke macro-economische
context die grote onzekerheden op de markten en op de beurs
creëerde, waardoor beleggers een voorzichtigere afwachtende
houding aannamen. Net als bij alle andere activaklassen zijn de
investeringen in industrieel vastgoed in 2023 sterk gedaald. De
Belgische investeringsmarkt voor industrieel vastgoed pauzeerde
in 2023.
Het jaarvolume halveerde ten opzichte van 2022 en bleef ook ver
onder het vijfjaarsgemiddelde. Het investeringsvolume van 2023
klokte af op 435 miljoen euro, tegen meer dan 1 miljard euro in
2022.
Toch ligt het aantal transacties in 2023 met een jaartotaal
van 33 nog net boven het vijfjaarlijkse gemiddelde. De meest
opvallende vaststelling is de afwezigheid van “Core” transacties,
transacties aan de laagste rendementen voor nieuwe gebouwen
op de beste locaties. In plaats daarvan focusten investeerders
op transacties met een hogere risicofactor, bij voorbeeld met
herontwikkelingspotentieel, die hogere rendementen opleveren.
Ondanks het stabiele aantal transacties daalde de omvang van de
transacties op jaarbasis in 2023 doordat geen enkele transactie
werd geregistreerd in de categorie boven 50 miljoen euro. Er
waren ook minder portfoliodeals op Europees niveau.
Vlaanderen trok meer dan twee derden van het beleggingsvolume
aan, 71% van het totale beleggingsvolume, gevolgd door Wallonië
met 18% en Brussel met 11%.
Belgische beleggers blijven actief
Belgische beleggers zijn de afgelopen 5 jaar het meest
actief geweest. In 2023 was deze trend nog duidelijker:
Belgische beleggers realiseerden twee derden (68%) van het
beleggingsvolume. Buitenlandse investeerders namen een
afwachtende houding aan.
Aan verkoperszijde werden grote transacties gerealiseerd
door GreenOak Real Estate en ILWS. Vooral Belgische partijen
verkochten. Aan de koperskant waren Tristan Capital Partners,
Whitewood en Intervest actief.
In 2023 presteerde semi-industrieel duidelijk beter dan logistiek,
dat de afgelopen vijf jaar de leiding had genomen door tussen de
50% en 80% van het totale investeringsvolume te genereren.
JLL registreerde slechts 7 logistieke transacties voor een totaal
van 203.440 m², wat neerkomt op een geïnvesteerde waarde van
115 miljoen euro, terwijl er 24 transacties werden gesloten voor
semi-industriële transacties voor een totaal van 462.745 m² en
een geïnvesteerde waarde van 309 miljoen euro.
“Last-mile delivery” of stadslogistiek komt steeds meer op in
België, wat in 2023 heeft geresulteerd in twee nieuwe “Urban”
logistieke transacties in Brussel.
De prime rendementen evolueren naar een nieuw evenwicht
De vele renteverhogingen door de Europese Centrale Bank hebben
de investeringskosten aanzienlijk verhoogd. Als gevolg hiervan
eisen beleggers hogere rendementen in alle activaklassen.
Eind 2023 bedroeg de prime yield op logistiek vastgoed 5,0%, 75
basispunten hoger dan een jaar geleden. Voor semi-industrieel
vastgoed bleef de verhoging beperkt tot 40 basispunten met een
prime yield van 6,2%.
De belangstelling van beleggers voor deze activaklasse blijft intact
en JLL verwacht een herstel zodra de markt stabiliseert, naar
schatting tegen het najaar van 2024.
9.3.1.3 Vooruitzichten
Voor 2024 wordt een verdere stijging van de leegstand voorspeld.
Hoewel de vraag naar verwachting stabiel zal blijven in 2024,
of eventueel licht zal afnemen, zullen nieuw opgeleverde
speculatieve ontwikkelingen en vrijkomende oppervlakten in
bestaande gebouwen de leegstand hoger stuwen. De trend van
grote gebruikers om oppervlakten die ze niet nodig hebben
– eventueel tijdelijk – onder te verhuren zal zich ook in 2024
doorzetten.
De vooruitzichten voor investeringen worden rooskleuriger
in 2024. Nu de inflatie geleidelijk terugkeert naar een lager
niveau, wordt een eerste renteverlaging tegen de zomer steeds
plausibeler. Dit is goed nieuws voor de vastgoedinvesteringsmarkt.
Als gevolg daarvan denkt JLL dat de rendementen in de tweede
helft van 2024 zullen stabiliseren en eventueel zelfs licht kunnen
dalen. Dit hervonden evenwicht in de markt zal het aandeel
van Core-producten in het investeringsvolume opnieuw doen
toenemen.
Prime huurprijzen (€/m
2
/jaar)
Brussel 67 +3% YoY
Antwerpen 65 +18% YoY
Gent 55 +15% YoY
Luik 55 = YoY
E313 52 +8%YoY
Prime rendementenTake-up
5,00 %1,09 miljoen m
2
4,25 % 1,05 miljoen m
2
2023
2023
2022
2022
322 323
9.3.2 Nederlandse marktcommentaar
Prime huurprijzen (€/m
2
/jaar)
Rotterdam 105 +5% YoY
Amsterdam (haven) 100 +5% YoY
Amsterdam (Schiphol) 100 +8% YoY
Tilburg 90 +20% YoY
Utrecht 85 +6% YoY
Waalwijk 82,5 +4% YoY
Eindhoven 80 +1% YoY
Venlo 80 +7% YoY
Moerdijk 80 +14% YoY
Venray 75 +15% YoY
Prime rendementenTake-up
4,75 %2,00 miljoen m
2
4,25 % 3,10 miljoen m
2
2023
2023
2022
2022
9.3.2.1 Gebruikersmarkt
Take-up
Na twee recordjaren vertraagde de Nederlandse logistieke
vastgoedmarkt in lijn met de zwakkere wereldwijde vraag.
Kenmerkend hiervoor is de daling van het gerapporteerde
goederenoverslagvolume in de haven van Rotterdam, de grootste
zeehaven van Europa. De Nederlandse logistieke sector, net als de
Europese, werd gekenmerkt door economische onzekerheid en
onvoorspelbaarheid.
De gedaalde vraag heeft in 2023 geleid tot een daling van het
opnamevolume met 40% tot 2 miljoen m². Hiermee bleef de
verhuuractiviteit ook net onder het langjarig gemiddelde.
Bedrijven die op zoek zijn naar (nieuwe) ruimte doen dat vooral
omwille van nood aan verhuizing/consolidatie, upgrades van
gebouwen of 3PL-bedrijven die willen uitbreiden. De belangrijkste
drijfveer achter magazijnupgrades is de behoefte aan een betere
gebouwefficiëntie; dit komt tot uiting in gebouwspecificaties,
waaronder de hoogte van het gebouw, het laadvermogen van de
vloer, het aantal laadkaden en in mindere mate ESG-gerelateerde
drijfveren. Door het toenemende aanbod begint de keuze van de
gebruiker echter te vergroten.
Leegstand en toekomstig aanbod
In lijn met de daling van de vraag van gebruikers, zagen we in 2023
een toename van de beschikbaarheid van magazijnen na jaren van
afnemend aanbod (2020-2022). De leegstand steeg in 2023 naar
2,3% na een daling tot een laagterecord van 1,1% in 2022.
De beschikbaarheid nam toe in alle klassen. Met name is er voor
het eerst sinds 2020 een aanzienlijke toename van het aandeel
van beschikbare ruimte van klasse A, de nieuwste gebouwen. Een
groot deel hiervan betreft nieuwe speculatieve ontwikkelingen die
in de tweede helft van 2023 opgeleverd werden en die nog niet, of
niet volledig, verhuurd waren.
De toegenomen beschikbaarheid zorgt voor enige verlichting
van de markt, die voorheen werd beïnvloed door beperkte
transactieactiviteit omwille van de lage beschikbaarheid. De keuze
voor gebruikers is nu verruimd.
Huurprijzen
De tophuren stegen opnieuw in 2023, hoewel de dubbelcijferige
groei van 2022 niet meer voorkwam. De tophuren in de haven
van Rotterdam bereikten vorig jaar € 105 per vierkante meter
per jaar (+5% ten opzichte van 2022), en € 100 per vierkante
meter per jaar (+8% ten opzichte van 2022) in de distributiehub
Amsterdam. Verwacht wordt dat de huurgroei in de toekomst
gematigder zal blijven in lijn met de economische groei en de
consumentenbestedingen.
9.3.2.2 Investeringsmarkt
Net zoals elders in Europa stegen de rendementen in 2023 als
gevolg van de hogere rente en de economische onzekerheid. De
prime yield (het aanvangsrendement) voor Nederland lag eind
december 2023 op circa 4,75%, 50 basispunten hoger dan één jaar
voordien. De beleggingsmarkt past zich verder aan.
De focus is de afgelopen jaren verschoven van grote portfoliodeals
naar kleinere Core-plus en Value-Add transacties. Met de focus op
kleinere deals daalde het totale geïnvesteerde volume ten opzichte
van 2022. Het investeringsvolume in de logistieke sector bedroeg
circa € 1,2 miljard in 2023, een daling van 75% op jaarbasis.
Beleggers wachten tot de rendementen zich stabiliseren op
een nieuw marktevenwicht. De stijgende kapitaalkosten en
de conservatieve acceptatie hebben het afgelopen jaar een
aanzienlijke impact gehad op de beleggingsvolumes.
De opwaartse beweging van de aanvangsrendementen vertraagde
in de laatste maanden van 2023, wat erop kan duiden dat de
verwachtingen van kopers en verkopers steeds dichter bij
elkaar komen, zodat een stabilisatie van de rendementen steeds
dichterbij komt.
9.3.2.3 Vooruitzichten
In de komende kwartalen wordt een lichte verdere toename van
de leegstand verwacht. De ruimte die nu in aanbouw is, en nog
steeds leegstaat, zal leiden tot een toename van de leegstand.
Desondanks verwachten we aanhoudende druk op de huurprijzen,
aangezien de markt gunstig blijft voor verhuurders, zij het niet in
de mate van voorgaande jaren.
In de toekomst zal de markt naar verwachting worden gedreven
door de vraag naar duurzamere locaties en gebouwen om te
voldoen aan de ESG-verplichtingen van gebruikers en beleggers.
Bovendien wordt verwacht dat de trend van re-shoring zich
zal voortzetten naarmate de realiteit van verstoringen van de
toeleveringsketen zich bevestigt. Industriële hubs in Europa en
Nederland zullen waarschijnlijk profiteren van de heroriëntatie
van de toeleveringsketens door binnenlandse producenten die zich
dichter bij de eindconsument vestigen.
324 325
9.3.3 Franse marktcommentaar
Prime huurprijzen (€/m
2
/jaar)
Parijs 75 +14% YoY
Lyon 69 +15% YoY
Marseille 65 +8% YoY
Rijsel 54 +17% YoY
Prime rendementenTake-up
4,75 %3,53 miljoen m
2
4,15 % 3,39 miljoen m
2
2023
2023
2022
2022
9.3.3.1 Gebruikersmarkt
Take-up
Na een dynamisch jaar in 2022 daalde het opnamevolume in 2023
met 24% op jaarbasis, tot 3,53 miljoen m². Dit niveau is in lijn met
het tienjaarsgemiddelde. Vooral in het eerste kwartaal werd een
hoog opnamevolume geregistreerd van meer dan 1 miljoen m²,
terwijl dat in het laatste kwartaal terugviel tot drie kwart daarvan.
Ook wat het aantal transacties betreft, viel 2023 24% terug ten
opzichte van 2022 maar opnieuw lag het niveau in lijn met het
tienjaarsgemiddelde.
Het segment van de XXL magazijnen (distributiecentra >40.000 m²)
presteerde goed in 2023. Er waren 16 transacties in dit segment
in 2023, waaronder twee van 80.000 m² of meer. Dit marksegment
vertegenwoordigde een kwart van het jaarvolume in het hele land.
Daarnaast kende het segment tussen 10.000 m² en 20.000 m²
een zekere dynamiek. Deze categorie was goed voor 31% van het
jaarvolume in 75 transacties. Transacties tussen 20.000 m² en
40.000 m² hielden goed stand : zij vertegenwoordigden een kwart
van het take-up volume en 15% van het aantal transacties.
In het segment tussen 5.000 m² en 10.000 m² werd in 2023 een
terugval geregistreerd, met een volume van 660.000 m² in slechts
98 transacties, tegen 128 in 2022.
In 2023 maakten de 4 grootste regionale markten, de zogenaamde
“La Dorsale” (Parijs-Rijsel-Lyon-Marseille) slechts 41% uit van het
jaarvolume, een uitzonderlijk laag marktaandeel. Dit is vooral te
wijten aan een gebrek aan aanbod, vooral in het Zuid-Oosten van
het land, in Lyon en in Marseille, veroorzaakt door de schaarste
aan grond voor nieuwe logistieke platformen.
Naast “La Dorsale” verschoof een deel van de vraag in 2023
naar regionale markten zoals de regio Centre Val-de-Loire.
In deze regio werd een jaarvolume van meer dan 400.000 m²
opgetekend, wat overeenkomt met 12% van het totale volume.
Deze prestatie werd gestuwd door de commercialisering van een
XXL distributieplatform van meer dan 86.000 m² in Autrèche.
De Normandische markt was eveneens actief in 2023, met een
take-up volume van 292.000 m², goed voor 9% van het totale
nationale transactievolume. De top 3 bleef echter ongewijzigd
in 2023, ook al moest de Parijse markt wat terrein prijsgeven
aan de omliggende zones : naast de regio rond Ile-de-France en
Parijs vervolledigt de Rijselse logistieke markt de top 3, gevolgd
door Val-de-Loire en Normandië, die plaats 4 en 5 innamen, voor
Marseille en Lyon.
Aanbodschaarste in Lyon en Marseille
De leegstand nam toe in Parijs en in Rijsel, waar respectievelijk
6,5% en 12% van de stock beschikbaar was eind 2023. In contrast
hiermee daalde het aanbod sterk zowel in Lyon als in Marseille.
De leegstand bedraagt daar nu respectievelijk 1,3% en 0,6%, wat
de lage marktactiviteit in deze regio’s verklaart.
Prime huurprijzen
De hoge vraag naar logistieke ruimten op toplocaties, de stijgende
grondprijzen en interestvoeten zorgen voor opwaartse druk op de
huurprijzen in de belangrijkste deelmarkten van “La Dorsale”.
Het gebrek aan beschikbare ruimten in het zuidelijke deel van
Frankrijk (Lyon-Marseille) versterkt deze tendens. De tophuren
in de regio Parijs stegen met 14% op jaarbasis, tot 75 euro/m²/
jaar. In de andere deelmarkten bedragen de tophuurprijzen
respectievelijk 69 euro per m² per jaar in de regio Lyon, 65 euro in
Marseille en 54 euro in de regio Rijsel.
9.3.3.2 Investeringsmarkt
In lijn met de daling in andere activaklassen doorheen 2023,
zette de logistieke markt zijn tragere momentum voort in het
laatste kwartaal van 2023. Er werd 779 miljoen euro geïnvesteerd
in het vierde kwartaal. Dat blijft een relatief laag trimestrieel
volume, maar het was wel een stijging ten opzichte van de 354
miljoen euro die gemiddeld geïnvesteerd werden in de vorige
drie kwartalen van het jaar. In totaal werd in Frankrijk in 2023 1,8
miljard euro geïnvesteerd in de sector. Het investeringsvolume lag
62% lager dan in 2022 toen 4,8 miljard euro werd gehaald.
Deze grote daling op jaarbasis is grotendeels toe te schrijven
aan het ontbreken van grote transacties. Vooral transacties
met grote portefeuilles waren beperkt. Het logistieke segment
vertegenwoordigde 15% van de markt in 2023, vergeleken met
17,5% in 2022.
De krimp van de logistieke markt wordt ook verklaard door de
daling van het aantal transacties, 66 in 2023, hetzij aanzienlijk
minder dan de 98 transacties die in 2022 gerealiseerd werden
en ook minder dan het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar (86
transacties). In totaal werden in 2023 4 transacties geregistreerd
van meer dan 100 miljoen euro, wat neerkomt op 27% van het
totale volume geïnvesteerd in de logistieke markt. De grootste
transactie van het jaar was de verkoop van de Olympe portefeuille
door CBRE IM/Virtuo aan Axa IM, bestaande uit 6 magazijnen met
een waarde van bijna 187 miljoen euro.
Internationale investeerders waren minder actief in de markt in
2023, ook al vertegenwoordigden ze net iets meer dan de helft
van het geïnvesteerde volume (52%). In 2022 waren zij actief aan
koperszijde ten belope van 73% van het jaarvolume. Wereldwijde
fondsen en Noord-Amerikaanse investeerders (VS en Canada)
namen een derde van het transactievolume voor hun rekening.
Prime rendementen
Net als andere activaklassen zijn de prime rendementen in
magazijnen verder gestegen. Het prime rendement in de logistiek
stond zo eind 2023 op 4,75%. Dit betekent een stijging met 60
basispunten op jaarbasis.
9.3.3.3 Vooruitzichten
De wereldeconomie zal in 2024 verder worden beïnvloed door een
moeilijke geopolitieke context met, naast aanhoudende conflicten,
aanstaande grote verkiezingen en hoge inflatie: volgens prognoses
van het IMF zal de wereldwijde inflatie in 2024 5,8% bedragen,
na 8,7% in 2022 en 6,9% in 2023. De wereldeconomie zal naar
verwachting ook de effecten voelen van de monetaire verkrapping
en de zwakker dan verwachte groei in China. Het BBP zal naar
verwachting internationaal met slechts +2,7% groeien, vergeleken
met +2,9% in 2023.
Voor de eurozone wordt in recente projecties van de ECB, die
uitgaan van de daling van de inflatie (2,7% tegen 5,4% in 2023),
een verbetering van de buitenlandse vraag, een aanhoudende
loongroei en een aanhoudend lage werkloosheid, een groei
voorspeld van +0,8% in 2024 (-0,2 punt ten opzichte van de laatste
prognose).
Wat Frankrijk betreft, zal de groei volgens INSEE in de 1e helft
van 2024 traag zijn, met een verwachte stijging van het BBP
van +0,2% in het 1e en 2e kwartaal. Voor het hele jaar wordt
een groei verwacht van +0,8%, met name dankzij een herstel
van de consumptie van huishoudens als gevolg van een lagere
inflatie (2,5% in 2024 tegenover 5,7% in 2023) en lonen die eind
2023 sneller stegen dan de inflatie. Nog volgens INSEE zal de
koopkracht die in 2023 0,8% steeg, verder herstellen in de eerste
helft van 2024.
Wat de arbeidsmarkt betreft, verwacht de Banque de France
een gematigde verslechtering. Volgens de instelling zou het
werkloosheidspercentage geleidelijk stijgen tot 7,8% in 2025, een
niveau dat toch nog lager ligt dan vóór de COVID-crisis.
Deze prognoses zullen echter afhangen van mogelijke schokken
en het verloop van het monetaire beleid. Terwijl de markten
anticiperen op een verlaging van de beleidsrente in 2024, hebben
de belangrijkste centrale banken herhaald dat ze alert moeten
blijven voor de inflatie.
Op de vastgoedmarkten zou 2024 de terugkeer moeten betekenen
van een betere zichtbaarheid, waardoor investeerders en bedrijven
hun vastgoedstrategie kunnen uitvoeren.
326 327
Gebruikersmarkt
Gebruikers, of het nu gaat om verladers of logistieke
dienstverleners, ondervinden nog steeds de impact van stijgende
kosten (energie, grond of bouw) en zijn op zoek naar manieren
om hun vastgoedkosten te optimaliseren. Dit is de reden waarom
ze bezig zijn zichzelf te transformeren, zowel wat betreft hun
bedrijfsmodel als hun organisatie.
Op basis van de pijplijn van deals die we hebben geïdentificeerd en
het transactiemomentum in 2023, verwachten we een iets hogere
opname in 2024.
Wat het aanbod betreft, verwachten we een zeer lichte toename
van de beschikbaarheid voor begin 2024, gedreven door het
aanzienlijke volume van opleveringen dat in de eerste 3 maanden
van het jaar wordt verwacht met mogelijk meer dan 525.000 m²
extra ruimte boven op de opleveringen van de 2e helft van 2023. De
leegstand blijft echter binnen de perken.
In de komende maanden zullen de huurwaarden naar verwachting
contrasterende trends laten zien, afhankelijk van de markten en
hun niveaus van beschikbaarheid van grond.
Investeringsmarkt
De verwachte stabilisatie van de belangrijkste rentetarieven en
de daling van de obligatierendementen aan het einde van 2023
zouden de terugkeer van enige voorspelbaarheid in termen van
activawaardering mogelijk moeten maken en de marktactiviteit
moeten bevorderen dankzij de reconstructie van de risicopremie
voor onroerend goed. Deze duidelijkere voorwaarden zullen
geleidelijk de overeenstemming tussen verkopers en kopers
bevorderen.
De stabilisatie van de financieringskosten zal ook de
desinvesteringen van grotere activa vergemakkelijken. Verwacht
wordt dat de mechanismen van de logistieke markt zich de
komende maanden zullen stabiliseren, met de stijging van
marktactiviteit in de vorm van portefeuilles en grotere transacties
die al in het 4e kwartaal van 2023 aan de gang was.
9.3.4 Duitse marktcommentaar
Prime huurprijzen (€/m
2
/jaar)
München 128 +2% YoY
Düsseldorf 105 +13% YoY
Hamburg 99 +3% YoY
Berlijn 96 +7% YoY
Frankfurt 91 +4% YoY
Prime rendementenTake-up
4,41 %6,25 miljoen m
2
3,93 % 8,50 miljoen m
2
2023
2023
2022
2022
9.3.4.1 Gebruikersmarkt
Take-up
Met ongeveer 6,25 miljoen m² werd in 2023 op de Duitse
industriële en logistieke vastgoedmarkt 27% minder ruimte
ingenomen voor verhuur- en kooptransacties door eindgebruikers
dan in 2022, een daling van respectievelijk 18% en 8% ten opzichte
van het vijf- en tienjaarsgemiddelde. Een sterk derde kwartaal
met een opname van ruim 2 miljoen m² werd gevolgd door een
gemiddeld laatste kwartaal van 1,46 miljoen m². Op jaarbasis was
er echter slechts een daling van 12% in het aantal gesloten deals,
tot 690. Ongeveer een kwart van het opnamevolume was toe te
schrijven aan aankopen voor eigen gebruik, drie vierden waren
verhuurtransacties.
Deze daling van de opname kan worden toegeschreven aan
een aantal factoren. De huidige economische omstandigheden
en geopolitieke crises en spanningen zijn uitdagend voor alle
marktspelers, waarbij de onzekerheid die dit met zich meebrengt
voor hun eigen economische situatie ertoe leidt dat veel bedrijven
hun verhuisplannen tijdelijk uitstellen. Het tekort aan beschikbare
ruimte is ook een groot probleem in veel regio’s, met een gebrek
aan zowel moderne ruimte die op korte termijn kan worden
verhuurd als grond die kan worden bebouwd voor logistieke
doeleinden. Veel bedrijven kiezen er daarom voor om hun huidige
huurcontracten te verlengen, ondanks hun voorkeur om te
verhuizen.
Ongeveer 1,55 miljoen m² ruimte werd verhuurd en verkocht in de
Big-5 agglomeraties Berlijn, Düsseldorf, Frankfurt, Hamburg en
München. Dit volume lag 34% onder dat van 2022 en bleef ook ver
onder het vijfjaarsgemiddelde (-26%). De regio Frankfurt noteerde
de hoogste opname met 438.800 m² en een stijging van meer dan
een derde op jaarbasis. In de regio Düsseldorf werd eveneens een
– weliswaar lichtere - stijging geregistreerd van 3% op jaarbasis,
tot een jaarvolume van 250.000 m². Er waren dubbelcijferige
dalingen in alle andere regio’s. Zo bleef Berlijn zijn 2e plaats
behouden met een transactievolume van 405.000 m², ondanks een
daling van 64% op jaarbasis. Hierbij merken we op dat in Berlijn
2022 een recordvolume van 1,1 miljoen m² werd geregistreerd.
Met 280.400 m² was de opname in Hamburg 41% lager dan in
2022, terwijl München een daling van 14% op jaarbasis noteerde
tot 170.400 m². Als we hun recente prestaties vergelijken met het
vijfjarig gemiddelde, laten alle regio’s behalve Düsseldorf een
aanzienlijke daling zien.
De daling is voornamelijk te wijten aan het kleinere aantal
gesloten grote deals, met slechts 37 ondertekende contracten
in de categorie > 10.000 m² , 20 minder dan in 2022. De sterkste
vraag kwam van bedrijven uit de distributie/logistieke sector
die verantwoordelijk waren voor 38% van de totale opname.
328 329
De verwerkende industrie en de detailhandel waren goed voor
respectievelijk 28% en 21%. De vier grootste contracten werden
ondertekend door logistieke bedrijven, met verhuurtransacties van
38.700 m² en 33.200 m² in het Magna Park in Werder bij Berlijn,
ongeveer 34.200 m² in Dormagen bij Düsseldorf en ongeveer
31.400 m² in Ludwigsfelde bij Berlijn.
In 2023 werd in totaal ongeveer 667.000 m² nieuwe opslagruimte
gebouwd in de Big 5, de helft van het landelijke volume en slechts
20% van deze ruimte was op het moment van voltooiing nog
beschikbaar voor de markt. Er is momenteel ongeveer 792.000
m² ruimte in aanbouw, waarvan 46% nog beschikbaar is voor de
markt. De meeste speculatieve bouwactiviteiten vinden plaats in
de regio Berlijn (ongeveer 165.000 m²).
Buiten de Big 5 regio’s werd in 2023 een opnamevolume van
ongeveer 4,7 miljoen m² opgetekend. Dit vertegenwoordigt
een daling met 24% ten opzichte van 2022. Het niveau ligt ook
14% onder het vijfjaarsgemiddelde. Aankooptransacties gingen
slechts licht achteruit (-6%) ten opzichte van 2022, de daling in
verhuurtransacties was echter groter (-30%).
Prime huurprijzen
Op jaarbasis zijn de tophuurprijzen voor opslagruimte in de
categorie boven 5.000 m² gestegen in alle Big 5-regio’s, met de
hoogste stijgingen in Düsseldorf (+12,9%) en Berlijn (+6,7%). In
Frankfurt is de prime rent met 4,1% gestegen tot 91 euro/m²/
jaar en in Hamburg met 3,1% tot 99 euro/m²/jaar. De hoogste
huurprijzen van 10,70 euro/m²/maand of 128 euro/m²/jaar gelden
in München. Zij stegen evenwel slechts 2% ten opzichte van
2022. Als we kijken naar de afgelopen vijf jaar, varieerden de
huurstijgingen van 27% in Frankfurt tot 62% in Düsseldorf.
9.3.4.2 Investeringsmarkt
In 2023 bedroeg het transactievolume in Duitsland voor alle
activaklassen samen 31,7 miljard euro, een daling van 52
procent ten opzichte van 2022, waarmee 2023 het slechtste
investeringsjaar sinds 2011 is. Het resultaat lag ook 58 procent
onder het tienjaarsgemiddelde. Hoewel er in december
verschillende transacties werden afgerond en JLL weer
iets meer activiteit registreerde naarmate de rentetarieven
zich stabiliseerden, was er geen teken van een klassieke
eindejaarsrally. Dit wordt bevestigd door de cijfers. Met een
transactievolume van net geen 8,8 miljard euro in het vierde en
traditioneel sterkste kwartaal van het jaar, droegen de afgelopen
drie maanden slechts 28 procent bij aan het totale jaarresultaat.
Ter vergelijking: in de afgelopen tien jaar vertegenwoordigde het
vierde kwartaal gemiddeld 33% van het jaarvolume.
Nieuw optimisme over rentevoeten
Zal het nieuwe jaar ook het begin zijn van een nieuwe cyclus? Een
blik op de financiële markten en de renteontwikkeling in de laatste
weken van 2023 zou erop kunnen wijzen dat er een keerpunt is
bereikt. Zo lagen de financieringsvoorwaarden, gemeten aan
de hand van de vijfjaars swaprente, op 29 december iets boven
de 2,4 procent, een daling van meer dan 100 basispunten in
twee maanden en het laagste niveau sinds september 2022. De
huidige rente op Duitse staatsobligaties laat een vergelijkbaar
beeld zien. Dit renteoptimisme is gebaseerd op de verwachting
van marktspelers dat de door de centrale banken opgelegde
renteverhogingen niet alleen voorbij zijn, maar dat de rente
in de loop van 2024 zelfs zou kunnen dalen, ondanks de zeer
uiteenlopende meningen over de exacte timing van de eerste
renteverlaging.
Met name de Europese Centrale Bank is nog steeds uitgesproken
voorzichtig in haar retoriek, waarbij de verdere ontwikkeling van
de inflatie de maatstaf blijft voor het toekomstige rentebeleid.
JLL zelf verwacht de eerste renteverlaging niet voor juni. Wat
de exacte ontwikkeling ook zal zijn, de huidige en verwachte
renteverschuivingen zouden de markten, en de schuldafhankelijke
vastgoedsector in het bijzonder, iets meer voorspelbaarheid en
zekerheid moeten geven in 2024.
Gezien de heersende economische en geopolitieke onzekerheden
zijn dergelijke stimulansen van vitaal belang. Voorspelbaarheid
en zekerheid van handelen zijn van het grootste belang voor
institutionele en langetermijnbeleggers. Vastgoed blijft een
belangrijk onderdeel van een evenwichtige beleggingsportefeuille
en een hernieuwde belangstelling wordt weerspiegeld in
de instroom van middelen van internationale fondsen en
investeringsmaatschappijen. De producten die op de markt
beschikbaar zijn, kunnen een knelpunt blijken te zijn, maar niet
alle portefeuillehouders zullen het zich kunnen veroorloven om
de marktfase gewoon ‘uit te zitten’. Meer aanbod in de nabije
toekomst behoort hierdoor tot de mogelijkheden.
Hernieuwde activiteit van institutionele investeerders
Afhankelijk van hoe centrale banken hun rentebeleid positioneren,
zou zich in de loop van 2024 snel een dynamische opwaartse trend
kunnen voordoen. Op basis van de huidige marktomstandigheden
zou een toename van het aantal transacties met 20-30 procent
in 2024 ten opzichte van 2023 als realistisch kunnen worden
beschouwd. Dit voorziet in de terugkeer van institutionele
beleggers die het grootste deel van 2023 in observatiemodus
hebben geopereerd. Er zijn al tekenen dat dergelijke investeerders
langzaam actiever worden en hun focus weer op vastgoed richten.
Een belangrijke drijfveer voor deze trend is de scherpe daling van
de obligatierendementen, die na correctie voor inflatie in reële
termen weer negatief zijn geworden.
Grote transacties bleven het afgelopen jaar een zeldzaamheid.
De lijst van de grootste deals in 2023 wordt aangevoerd door drie
transacties in de orde van grootte van € 1 miljard, waaronder twee
in het segment Living en één in Retail. Er waren 49 transacties in
het driecijferige miljoenenbereik in 2023, een aanzienlijke daling
ten opzichte van het voorgaande jaar (121 transacties). Hiervan
was het segment Logistiek & Industrieel goed voor iets minder
dan een derde (16), gevolgd door de segmenten Living en Kantoor,
elk met tien transacties.
Logistiek blijft in het vizier van investeerders
Het aandeel van Logistiek en Industrie in het totale
investeringsvolume steeg in 2023 naar 23%, tegen 15% in
2022. Dit percentage is een nieuw record sinds de start van de
nationale rapportering van JLL in 2006. In totaal 7,3 miljard euro
werd geïnvesteerd in logistiek vastgoed in Duitsland in 2023.
Logistiek komt hiermee op de tweede plaats na Living en voor
het kantorensegment dat slechts 17% van het volume uitmaakt.
Geografisch gezien waren er vooral investeringen in logistiek
in Frankfurt, dat meer dan het dubbele van het volume van
respectievelijk Stuttgart, München, Düsseldorf en Hamburg liet
optekenen.
Prime rendementen
De scherpe daling van de obligatierente zal de druk op de
vastgoedprijzen en de rendementen in het nieuwe jaar zeker
verlichten. Er mag echter niet worden vergeten dat vastgoed
een achterblijvende activaklasse is en dat de effecten van
rentestijgingen uit het verleden nog niet volledig doorgerekend
werden in de waarderingen en prijzen van onroerend goed.
Daarom wordt er weinig beweging in de rendementen verwacht in
2024, waardoor er ruimte is voor een daling van de rendementen
op zijn vroegst in 2025. Omgekeerd betekent dit dat er in 2024
opnieuw interessante instapmogelijkheden moeten zijn voor
beleggers in bepaalde segmenten van de markt.
Logistiek vastgoed, dat de afgelopen maanden kortstondig
duurder was dan kantoren, levert momenteel 4,41
procent op, 48 basispunten hoger dan eind 2022.
9.3.4.3 Vooruitzichten
Hoewel 2023 een zware test was voor de vastgoedsector, wordt
volgend jaar weer een moeilijk jaar, maar deze keer met een
duidelijker perspectief. Aangezien de rentetarieven op zijn
minst stabiel zouden moeten blijven, is er optimisme dat de
crisis in 2024 haar dieptepunt zal bereiken en het herstel van de
vastgoedsector zal beginnen. Desondanks is er een algemene
consensus dat de industrie de komende jaren hard zal moeten
werken om weer op de weg naar succes te komen. Gezien de vele
uitdagingen, van rentetarieven tot geopolitieke conflicten en het
‘wereldwijde superverkiezingsjaar 2024’, valt nog te bezien of het
herstel traag zal verlopen of dat er voldoende momentum zal zijn
om een snelle opleving te stimuleren.
330 331
Montea NV 31 12 23
Page 1
Aan de bestuurders
Montea NV
Industriezone III Zuid
Industrielaan 27 bus 6
9320 Erembodegem
Antwerpen, 31 januari 2024
Geachte Mevrouw, Geachte Heer,
In overeenstemming met het artikel 47 van de wet van 12 mei 2014 voor gereglementeerde
vastgoedvennootschappen heeft u aan Jones Lang LaSalle (JLL) en Stadim gevraagd een waardering uit
te voeren voor de panden gelegen in België, Nederland, Frankrijk en Duitsland welke deel uitmaken van
de GVV.
Onze opdracht werd volledig onafhankelijk uitgevoerd.
Zoals gebruikelijk werd deze opdracht uitgevoerd op basis van de informatie gecommuniceerd door
Montea NV wat betreft de huursituatie, de kosten en belastingen gedragen door de verhuurder, de te
realiseren werken, alsook alle andere factoren welke een impact kunnen hebben op de waarde van de
panden. We beschouwen deze informatie als juist en compleet. Zoals expliciet vermeld in onze
waarderingsrapporten werd de structurele en technische kwaliteit van de panden, alsook de eventuele
aanwezigheid van schadelijke stoffen niet in rekening genomen. Deze elementen zijn gekend door
Montea NV, die zijn erfgoed op een professionele manier beheert en die de nodige technische en
juridische zorgvuldigheid in acht neemt bij de aankoop van elk pand.
Alle panden zijn gekend door de experten. De experten werken met verschillende programma’s, zoals
Argus Enterprise of Microsoft Office Excel.
Investeringswaarde wordt gedefinieerd als het geschatte bedrag waarvoor een actief of passief op de
waarderingsdatum zou moeten worden verhandeld tussen een bereidwillige koper en een bereidwillige
verkoper in een zakelijke, objectieve transactie, na behoorlijke marketing en waarbij de partijen
handelen met kennis van zaken, met voorzichtigheid en zonder dwang. Investeringswaarde is een
geschikte basis voor het vaststellen van reële waarde volgens internationale standaarden voor financiële
verslaggeving (IFRS). In de IFRS definieert de IASB reële waarde als:
"De prijs die zou worden ontvangen om een actief te verkopen of betaald om een verplichting over te
dragen in een ordelijke transactie tussen marktdeelnemers op de waarderingsdatum."
DocuSign Envelope ID: BE80D33D-0CAA-4FAA-A14E-F4AA3B894D28
Montea NV 31 12 23
Page 2
De experten hebben verschillende methodes gebruikt.
JLL heeft de « Term and Reversion » en de « Hardcore » methode gebruikt. Daarenboven hebben ze een
controle uitgevoerd in termen van prijs per m².
Bij de « Term and Reversion » methode, zal voor de kapitalisatie van de inkomsten rekening gehouden
worden met de actuele inkomsten tot het einde van het lopende contract waarna de geschatte
huurwaarde in perpetuïteit behouden wordt. Bij de « Hardcore » methode wordt de geschatte
huurwaarde gekapitaliseerd in perpetuïteit alvorens rekening te houden met oppervlaktes die onder- of
over verhuurd worden, huurleegstand, etc.
De door Stadim gehanteerde methode is gebaseerd op Discounted Cash Flow (DCF), eventueel in
combinatie met de kapitalisatiemethode. De Stadim-aanpak kenmerkt zich enerzijds door
referentieprijzen en anderzijds door het in rekening brengen van toekomstige inkomsten.
Het rendement, gebruikt in deze methodes vertegenwoordigt het verwachte rendement voor de
investeerders voor dit soort pand. Het reflecteert het intrinsieke risico van het goed en van de sector
(toekomstige huurleegstand, kredietrisico, onderhoudsverplichtingen, etc.). Om dit rendement te
bepalen hebben de experten zich gebaseerd op lopende en recente vergelijkbare transacties in hun
investeringsafdeling.
Indien er factoren optreden die ongewoon zijn of eigen aan het goed zal een correctie toegepast worden
(belangrijke renovaties, niet-recupereerbare kosten…).
De verkoop van een gebouw is in theorie onderworpen aan overdrachtskosten. Dit bedrag hangt onder
meer af van de verkoopmethode, het type van koper en de geografische ligging van het goed. Dit bedrag
is slechts gekend eens de verkoop afgerond is. Op basis van een representatieve steekproef van
vastgoedtransacties tussen 2002 en 2005 (en onlangs herzien voor de periode 2013 - 2016), kunnen wij
als onafhankelijke vastgoedexperts in België, een gewogen gemiddelde van de kosten (gemiddelde van
de overdrachtskosten) van 2,5% vaststellen (voor de gebouwen met een waarde kosten koper boven de
2.500.000 EUR). Belgische panden worden beschouwd als een portefeuille. De overdrachtskosten van
de panden gewaardeerd in Frankrijk is over het algemeen 1.8% wanneer het gebouw jonger is dan 5 jaar
en tussen 6,9% en 7,5%, afhankelijk van het departement, in alle andere gevallen. De overdrachtskosten
voor de panden gewaardeerd in Nederland bedraagt 10,4%. De overdrachtskosten in Duitsland zijn
afhankelijk van exacte locatie en de marktwaarde van het gebouw.
DocuSign Envelope ID: BE80D33D-0CAA-4FAA-A14E-F4AA3B894D28
9.4 Deskundigenverslagen
9.4.1 Conclusies van de vastgoeddeskundigen
332 333
Montea NV 31 12 23
Rekening houdend met de opmerkingen in vorige paragrafen bevestigen wij dat de vastgoedportefeuille
van Montea NV op 31 december 2023 een investeringswaarde heeft van:
2.422.978.986 EUR
(Twee miljard vierhonderdtweeëntwintig miljoen negenhonderdachtenzeventig duizend
negenhonderdzesentachtig EUR)
Dit bedrag is de som van de geschatte waardes toegekend door Jones Lang LaSalle en Stadim in de
vier landen waar Montea NV aanwezig is.
Na aftrek van overdrachtskosten van respectievelijk 2,5% (gemiddeld tarief voor overdrachtskosten,
vastgelegd door de experten van de gereglementeerde vastgoedvennootschappen) voor de panden
gelegen in België, 1,8%/6,9%/7,5% voor de panden in Frankrijk en 10,4% voor de panden in Nederland,
brengt ons dit tot een de reële waarde van het onroerend goed van Montea NV op 31 december 2023
op:
2.280.271.420 EUR
(Twee miljard tweehonderdtachtig miljoen tweehonderdeenenzeventig duizend vierhonderdtwintig
EUR)
Dit bedrag is de som van de geschatte waardes toegekend door Jones Lang LaSalle en Stadim in de
vier landen waar Montea NV aanwezig is.
We staan ter uwer beschikking voor verdere vragen over het rapport.
Met hoogachting,
Greet Hex MRICS Christophe Adam MRICS Patrick Metzger
Director Director Lead Director
JLL Belgium JLL Expertises JLL Germany
Nicolas Janssens
Partner
Stadim
DocuSign Envelope ID: BE80D33D-0CAA-4FAA-A14E-F4AA3B894D28
Montea NV 31 12 23
Page 4
Opinie van Jones Lang LaSalle
Jones Lang LaSalle schat, voor het deel van het onroerend goed van Montea NV dat zij op 31 december
2023 waardeert, de investeringswaarde op 815.473.662 Euro en de reële waarde (transactiekosten in
mindering gebracht) op 785.707.724 Euro.
Greet Hex MRICS Christophe Adam MRICS Patrick Metzger
Director Director Lead Director
JLL Belgium JLL Expertises JLL Germany
Opinie van Stadim
Stadim schat, voor het deel van het onroerend goed van Montea NV dat zij op 31 december 2023
waardeert, de investeringswaarde op 1.607.505.324 Euro en de reële waarde (transactiekosten in
mindering gebracht) op 1.494.563.696 Euro.
Nicolas Janssens
Partner
Stadim
DocuSign Envelope ID: BE80D33D-0CAA-4FAA-A14E-F4AA3B894D28
334 335
9.4.2 Verslag commissaris over de
vooruitzichten 2024
Besloten Vennootschap
Société à responsabilité limitée
RPR Brussel - RPM BruxellesBTWTVA BE 0446.334.711 IBAN N° BE71 2100 9059 0069
* handelend in naam van een vennootschap/agissant au nom d’une socié
A member firm of Ernst & Young Global Limited
EY Bedrijfsrevisoren
EY Réviseurs d’Entreprises
Kouterveldstraat 7B 001
B
-1831 Diegem
Tel: +32 (0)2 774 91 11
ey.com
Verslag van de commissaris over de winstprognoses of -ramingen van
Montea nv
In onze hoedanigheid als commissaris van Montea nv (de “Vennootschap”), hebben we, op vraag van de
raad van bestuur, het huidig verslag opgemaakt over de raming van het EPRA-resultaat per aandeel
(zoals gedefinieerd in het rapport EPRA Best Practices Recommendations (BPR) Guidelines van
februari 2022 van de European Public Real Estate Association) voor de periode van 12 maanden
eindigend op 31 december 2024 (de “Prognose”) van Montea nv vervat in het hoofdstuk 4.4
Winstprognoses of -ramingen” van het jaarlijks financieel verslag per 31 december 2023 zoals
vastgesteld op 27 maart 2024 door de raad van bestuur van de Vennootschap.
De assumpties vervat in het hoofdstuk 4.4 Winstprognoses of -ramingenleiden tot de volgende
geconsolideerde financiële raming voor het boekjaar 2024:
EPRA-resultaat per aandeel: € 4,55.
Verantwoordelijkheid van de raad van bestuur
De geconsolideerde financiële ramingen en de belangrijke hypothesen die aan de grondslag liggen van
de financiële ramingen, zijn opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur van de
Vennootschap.
Verantwoordelijkheid van de commissaris
Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel tot uitdrukking te brengen over of de geconsolideerde
financiële ramingen naar behoren opgesteld werden op basis van de bovenvermelde assumpties . We
zijn niet vereist, noch geven we een opinie over de mate waarin het resultaat behaald kan worden of
over de onderliggende hypothesen van de ramingen.
Wij hebben onze werkzaamheden uitgevoerd volgens de in België geldende auditnormen zoals
uitgevaardigd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren inclusief gerelateerde richtlijnen van haar
onderzoeksinstituut en op basis van de norm “International Standard on Assurance Engagements
3400” met betrekking tot de controle van prospectieve financiële informatie. Onze werkzaamheden
omvatten een beoordeling van de door de raad van bestuur uitgevoerde procedures in het kader van de
opmaak van de financiële ramingen en van de conformiteit van de ramingen met de boekhoudprincipes
zoals normaal door Montea nv toegepast.
We hebben onze werkzaamheden dusdanig gepland en uitgevoerd met als doel om alle informatie en
verduidelijkingen te verkrijgen die noodzakelijk zijn om ons in staat te stellen redelijke zekerheid te
verkrijgen dat de ramingen opgemaakt werden op basis van de vermelde hypothesen.
Statutory auditor’s report of 17 April 2024 on the consolidated
financial forecasts of Montea nv
2
Opinion
We have examined the EPRA result per share of Montea nv for the 12 months periods ending
31 December 2024 in accordance with the International Standard on Assurance Engagements
applicable to the examination of prospective financial information. The board of directors is
responsible for the consolidated financial forecasts including the assumptions referenced above. In our
opinion the consolidated financial forecasts are properly prepared on the basis of the assumptions and
presented in accordance with the accounting policies applied by Montea nv for the consolidated
financial statements of 2023.
Since the forecasts and the assumptions on which they are based relate to the future and may
therefore be affected by unforeseen events, we can express no opinion as to whether the actual
results reported will correspond to those shown in the forecasts. These differences may be material.
Brussels, 17 April 2024
EY Bedrijfsrevisoren bv
Statutory auditor
Represented by
Christophe Boschmans*
Partner
* Acting on behalf of a bv
24CBO0154
Digitally signed by Christophe
Boschmans (Signature)
DN: cn=Christophe Boschmans
(Signature), c=BE
Date: 2024.04.17 09:45:18
+02'00'
Christophe
Boschmans
(Signature)
336 337
Besloten vennootschap
Société à responsabilité limitée
RPR Brussel
- RPM Bruxelles - BTW-TVA BE0446.334.711-IBAN N° BE71 2100 9059 0069
*handelend in naam van een vennootschap:/agissant au nom d'une société
A member firm of Ernst &
Young Global Limited
EY Bedrijfsrevisoren
EY Réviseurs d’Entreprises
Kouterveldstraat 7B 001
B
-1831 Diegem
Tel: +32 (0)2 774 91 11
ey.com
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van
Montea nv over het boekjaar afgesloten op 31 december 2023
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Montea nv (de
“Vennootschap”) en haar dochterondernemingen (samen “de Groep”), brengen wij u verslag uit in het
kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde balans
op 31 december 2023, het geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde
resultaten vóór winstverdeling, het geconsolideerd resultaat vóór winstverdeling, het geconsolideerd
kasstroomoverzicht en het overzicht van de variaties in het geconsolideerde eigen vermogen en
reserves van het boekjaar afgesloten op 31 december 2023 en over de toelichting, met informatie van
materieel belang over de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving
(alle stukken gezamenlijk de “Geconsolideerde Jaarrekening”) en omvat tevens ons verslag betreffende
overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar.
Wij werden als commissaris benoemd door de algemene vergadering op 17 mei 2022, overeenkomstig
het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat
loopt af op de datum van de algemene vergadering die zal beraadslagen over de Geconsolideerde
Jaarrekening afgesloten op 31 december 2024. We hebben de wettelijke controle van de
Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep uitgevoerd gedurende 14 opeenvolgende boekjaren.
Verslag over de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening
Oordeel zonder voorbehoud
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van
de Geconsolideerde Jaarrekening van Montea nv,
die de geconsolideerde balans op
31 december 2023 omvat, alsook het
geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en
niet-gerealiseerde resultaten vóór winstverdeling,
het geconsolideerd resultaat vóór winstverdeling,
het geconsolideerd kasstroomoverzicht en het
overzicht van de variaties in het geconsolideerde
eigen vermogen en reserves over het boekjaar
afgesloten op die datum en de toelichting met
informatie van materieel belang over de
gehanteerde grondslagen voor financiële
verslaggeving, met een geconsolideerd
balanstotaal van 2.433.934 duizend en
waarvan de geconsolideerde resultatenrekening
afsluit met een netto resultaat van
118.810 duizend.
Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde
Jaarrekening een getrouw beeld van het
geconsolideerde eigen vermogen en van de
geconsolideerde financiële positie van de Groep
op 31 december 2023, alsook van de
geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde
kasstromen voor het boekjaar dat op die datum is
afgesloten, in overeenstemming met de
International Financial Reporting Standards zoals
goedgekeurd door de Europese Unie (“IFRS”) en
met de in België van toepassing zijnde wettelijke
en reglementaire voorschriften.
Basis voor ons oordeel zonder voorbehoud
We hebben onze controle uitgevoerd in
overeenstemming met de International Standards
on Auditing (“ISA’s”) die van toepassing zijn in
België. Wij hebben bovendien de door
International Auditing and Assurance Standards
Board (“IAASB”) goedgekeurde ISA’s toegepast
die van toepassing zijn op huidige
afsluitingsdatum en nog niet goedgekeurd zijn op
nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden uit
hoofde van die standaarden zijn nader beschreven
in het gedeelte “Onze verantwoordelijkheden voor
de controle van de Geconsolideerde
Jaarrekeningvan ons verslag.
9.4.3 Verslag van de commissaris
aan de algemene vergadering van de
vennootschap Montea NV over het
boekjaar afgesloten op 31 december
2023
Verslag van de commissaris van 17 april 2024 over de Geconsolideerde
Jaarrekening van Montea nv over het boekjaar
afgesloten op 31 december 2023 (vervolg)
2
Wij hebben alle deontologische vereisten die
relevant zijn voor de controle van de
Geconsolideerde Jaarrekening in België
nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking
tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de
aangestelden van de Vennootschap de voor onze
controle vereiste ophelderingen en inlichtingen
verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen
controle-informatie voldoende en geschikt is als
basis voor ons oordeel.
Kernpunten van de controle
De kernpunten van onze controle betreffen die
aangelegenheden die volgens ons professioneel
oordeel het meest significant waren bij onze
controle van de Geconsolideerde Jaarrekening
van de huidige verslagperiode.
Deze aangelegenheden werden behandeld in de
context van onze controle van de Geconsolideerde
Jaarrekening als een geheel en bij het vormen van
ons oordeel hieromtrent en derhalve formuleren
wij geen afzonderlijk oordeel over deze
aangelegenheden.
Waardering van de vastgoedbeleggingen
Beschrijving van het punt en het auditrisico
De vastgoedbeleggingen vertegenwoordigen 90%
van de activa van de Groep. Op
31 december 2023 zijn deze terug te vinden
onder de rubriek ‘vastgoedbeleggingen’ van het
actief van de balans voor een totaalbedrag van
€ 2.201.758 duizend.
Overeenkomstig de waarderingsregels en de
IAS 40 norm “Vastgoedbeleggingen” worden deze
vastgoedbeleggingen gewaardeerd tegen de reële
waarde, en worden de reële waarde-wijzigingen
opgenomen in de resultatenrekening.
De reële waarde van deze vastgoedbeleggingen
wordt geclassificeerd onder niveau 3 van de reële
waarde hiërarchie zoals gedefinieerd onder de
IFRS 13 norm “De waardering tegen reële
waarde. Bepaalde hypotheses die gebruikt
worden voor de waardering zijn gebaseerd op data
die slechts beperkt waarneembaar zijn
(verdisconteringsvoet, toekomstige
bezettingsgraad,..) en vereisen daarom een
inschatting vanwege het management.
Het auditrisico ligt in de waardering van deze
vastgoedbeleggingen en is daarom een kernpunt
van onze controle.
Samenvatting van de uitgevoerde
controleprocedures
De Groep maakt gebruik van externe deskundigen
om de reële waarde van zijn gebouwen te
schatten. We hebben (met de hulp van onze eigen
interne waarderingsdeskundigen) de
waarderingsverslagen van deze externe
deskundigen geëvalueerd.
Specifiek hebben we:
- de objectiviteit, onafhankelijkheid en
competentie van de externe deskundigen
geanalyseerd;
- de integriteit van de belangrijkste
brongegevens (contractuele huurprijs, duur
van de huurovereenkomsten, ...) die gebruikt
worden in hun berekeningen nagegaan en
afgestemd met onderliggende contracten
voor een steekproef;
- en de modellen en hypotheses beoordeeld die
in hun verslagen zijn gebruikt
(verdisconteringsvoet, toekomstige
bezettingsgraden, …) voor een steekproef.
Tenslotte hebben we de geschiktheid van de
informatie over de reële waarde van de
vastgoedbeleggingen in toelichting 20 van de
Geconsolideerde Jaarrekening beoordeeld.
Verantwoordelijkheden van het
bestuursorgaan voor het opstellen van de
Geconsolideerde Jaarrekening
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het
opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening
die een getrouw beeld geeft in overeenstemming
met IFRS en met de in België van toepassing
zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften,
alsook voor een systeem van interne beheersing
die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het
opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening
die geen afwijking van materieel belang bevat die
het gevolg is van fraude of van fouten.
338 339
Verslag van de commissaris van 17 april 2024 over de Geconsolideerde
Jaarrekening van Montea nv over het boekjaar
afgesloten op 31 december 2023 (vervolg)
3
In het kader van de opstelling van de
Geconsolideerde Jaarrekening is het
bestuursorgaan verantwoordelijk voor het
inschatten van de mogelijkheid van de
Vennootschap om haar continuïteit te handhaven,
het toelichten, indien van toepassing, van
aangelegenheden die met continuïteit verband
houden en het gebruiken van de
continuïteitsveronderstelling tenzij het
bestuursorgaan het voornemen heeft om de
Vennootschap te vereffenen of om de
bedrijfsactiviteiten stop te zetten of geen
realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze verantwoordelijkheden voor de
controle over de Geconsolideerde
Jaarrekening
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een
redelijke mate van zekerheid over de vraag of de
Geconsolideerde Jaarrekening als geheel geen
afwijking van materieel belang bevat die het
gevolg is van fraude of van fouten en het
uitbrengen van een commissarisverslag waarin
ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van
zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar
is geen garantie dat een controle die
overeenkomstig de ISAs is uitgevoerd altijd een
afwijking van materieel belang ontdekt wanneer
die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als
gevolg van fraude of fouten en worden als van
materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs
kan worden verwacht dat zij, individueel of
gezamenlijk, de economische beslissingen
genomen door gebruikers op basis van de
Geconsolideerde Jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het
wettelijk, reglementair en normatief kader dat
van toepassing is op de controle van de
Geconsolideerde Jaarrekening in België na. De
wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent
de toekomstige levensvatbaarheid van de
Vennootschap en van de Groep, noch omtrent de
efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het
bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de
Vennootschap en van de Groep ter hand heeft
genomen of zal nemen. Onze
verantwoordelijkheden inzake de door het
bestuursorgaan gehanteerde
continuïteitsveronderstelling staan hieronder
beschreven.
Als deel van een controle uitgevoerd
overeenkomstig de ISAs, passen wij professionele
oordeelsvorming toe en handhaven wij een
professioneel-kritische instelling gedurende de
controle. We voeren tevens de volgende
werkzaamheden uit:
het identificeren en inschatten van de risico’s
dat de Geconsolideerde Jaarrekening een
afwijking van materieel belang bevat die het
gevolg is van fraude of fouten, het bepalen en
uitvoeren van controlewerkzaamheden die op
deze risico’s inspelen en het verkrijgen van
controle-informatie die voldoende en geschikt
is als basis voor ons oordeel. Het risico van
het niet detecteren van een van materieel
belang zijnde afwijking is groter indien die
afwijking het gevolg is van fraude dan indien
zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude
sprake kan zijn van samenspanning, valsheid
in geschrifte, het opzettelijk nalaten om
transacties vast te leggen, het opzettelijk
verkeerd voorstellen van zaken of het
doorbreken van het systeem van interne
beheersing;
het verkrijgen van inzicht in het systeem van
interne beheersing dat relevant is voor de
controle, met als doel
controlewerkzaamheden op te zetten die in de
gegeven omstandigheden geschikt zijn maar
die niet zijn gericht op het geven van een
oordeel over de effectiviteit van het systeem
van interne beheersing van de Vennootschap
en van de Groep;
het evalueren van de geschiktheid van de
gehanteerde grondslagen voor financiële
verslaggeving en het evalueren van de
redelijkheid van de door het bestuursorgaan
gemaakte schattingen en van de daarop
betrekking hebbende toelichtingen;
het concluderen van de aanvaardbaarheid van
de door het bestuursorgaan gehanteerde
continuïteitsveronderstelling, en op basis van
de verkregen controle-informatie,
concluderen of er een onzekerheid van
materieel belang bestaat met betrekking tot
gebeurtenissen of omstandigheden die
significante twijfel kunnen doen ontstaan over
de mogelijkheid van de Vennootschap en de
Groep om de continuïteit te handhaven. Als
Verslag van de commissaris van 17 april 2024 over de Geconsolideerde
Jaarrekening van Montea nv over het boekjaar
afgesloten op 31 december 2023 (vervolg)
4
we besluiten dat er sprake is van een
onzekerheid van materieel belang, zijn wij
ertoe gehouden om de aandacht in ons
commissarisverslag te vestigen op de daarop
betrekking hebbende toelichtingen in de
Geconsolideerde Jaarrekening of, indien deze
toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel
aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd
op de controle-informatie die verkregen is tot
op de datum van ons commissarisverslag.
Toekomstige gebeurtenissen of
omstandigheden kunnen er echter toe leiden
dat de continuïteit van de Vennootschap of
van de Groep niet langer gehandhaafd kan
worden;
het evalueren van de algehele presentatie,
structuur en inhoud van de Geconsolideerde
Jaarrekening, en of deze Geconsolideerde
Jaarrekening de onderliggende transacties en
gebeurtenissen weergeeft op een wijze die
leidt tot een getrouw beeld.
Wij communiceren met het auditcomité binnen het
bestuursorgaan, onder andere over de geplande
reikwijdte en timing van de controle en over de
significante controlebevindingen, waaronder
eventuele significante tekortkomingen in de
interne beheersing die we identificeren gedurende
onze controle.
Omdat we de eindverantwoordelijkheid voor ons
oordeel dragen, zijn we ook verantwoordelijk voor
het organiseren, het toezicht en het uitvoeren van
de controle van de dochterondernemingen van de
Groep. In die zin hebben wij de aard en omvang
van de controleprocedures voor deze entiteiten
van de Groep bepaald.
We verstrekken aan het auditcomité binnen het
bestuursorgaan een verklaring dat we de
relevante deontologische vereisten inzake
onafhankelijkheid naleven en we melden hierin
alle relaties en andere aangelegenheden die
redelijkerwijs onze onafhankelijkheid zouden
kunnen beïnvloeden, alsook, voor zover van
toepassing, de bijbehorende maatregelen die we
getroffen hebben om onze onafhankelijkheid te
waarborgen.
Aan de hand van de aangelegenheden die met het
auditcomité binnen het bestuursorgaan besproken
worden, bepalen we de aangelegenheden die het
meest significant waren bij de controle van de
Geconsolideerde Jaarrekening over de huidige
periode en die daarom de kernpunten van onze
controle uitmaken. We beschrijven deze
aangelegenheden in ons verslag, tenzij het
openbaar maken van deze aangelegenheden is
verboden door wet- of regelgeving.
Verslag betreffende de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen
Verantwoordelijkheden van het
bestuursorgaan
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het
opstellen en de inhoud van het jaarverslag over
de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere
informatie opgenomen in het jaarrapport.
Verantwoordelijkheden van de commissaris
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig
de Belgische bijkomende norm (Herzien) bij de in
België van toepassing zijnde ISAs, is het onze
verantwoordelijkheid om, in alle van materieel
belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de
Geconsolideerde Jaarrekening, de andere
informatie opgenomen in het jaarrapport te
verifiëren, alsook verslag over deze
aangelegenheden uit te brengen.
Aspecten betreffende het jaarverslag over
de Geconsolideerde Jaarrekening en andere
informatie opgenomen in het jaarrapport
Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke
werkzaamheden op het jaarverslag over de
Geconsolideerde Jaarrekening, stemt dit
jaarverslag over de Geconsolideerde
Jaarrekening overeen met de Geconsolideerde
Jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, enerzijds,
en is dit jaarverslag over de Geconsolideerde
Jaarrekening opgesteld overeenkomstig
artikel 3:32 van het Wetboek van
vennootschappen en verenigingen, anderzijds.
340 341
Verslag van de commissaris van 17 april 2024 over de Geconsolideerde
Jaarrekening van Montea nv over het boekjaar
afgesloten op 31 december 2023 (vervolg)
5
In de context van onze controle van de
Geconsolideerde Jaarrekening zijn wij tevens
verantwoordelijk voor het overwegen, op basis
van de kennis verkregen in de controle, of het
jaarverslag over de Geconsolideerde
Jaarrekening en de andere informatie opgenomen
in het jaarrapport, zijnde:
Groepsresultaten deel 4.1
Financial reporting: EPRA BPR tabellendeel
9.1.1
Alternative Performance Measures - detail
van de berekening deel 9.2
een afwijking van materieel belang bevatten,
hetzij informatie die onjuist vermeld is of
anderszins misleidend is. In het licht van de
werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd,
hebben wij geen afwijking van materieel belang te
melden.
Vermeldingen betreffende de
onafhankelijkheid
Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk
hebben geen opdrachten verricht die
onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van
de Geconsolideerde Jaarrekening en zijn in de
loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven
tegenover de Vennootschap.
De honoraria voor de bijkomende opdrachten die
verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de
Geconsolideerde Jaarrekening bedoeld in
artikel 3:65 van het Wetboek van
vennootschappen en verenigingen werden correct
vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de
Geconsolideerde Jaarrekening.
Europees uniform elektronisch formaat
(“ESEF”)
Wij hebben, overeenkomstig de norm inzake de
controle van de overeenstemming van de
financiële overzichten met het Europees uniform
elektronisch formaat (hierna “ESEF”), de controle
uitgevoerd van de overeenstemming van het
ESEF-formaat met de technische
reguleringsnormen vastgelegd door de Europese
Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van
17 december 2018 (hierna: “Gedelegeerde
Verordening”).
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het
opstellen, in overeenstemming met de ESEF-
vereisten, van de geconsolideerde financiële
overzichten in de vorm van een elektronisch
bestand in ESEF-formaat (hierna “de digitale
geconsolideerde financiële overzichten”)
opgenomen in het jaarlijks financieel verslag
beschikbaar op het portaal van de FSMA
(https://www.fsma.be/en/stori).
Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en
geschikte onderbouwende informatie te
verkrijgen om te concluderen dat het formaat en
de markeertaal van de digitale geconsolideerde
financiële overzichten in alle van materieel belang
zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten
krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Op basis van de door ons uitgevoerde
werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat
en de markering van informatie in de digitale
geconsolideerde financiële overzichten van Montea
nv per 31 december 2023 opgenomen in het jaarlijks
financieel verslag beschikbaar op het portaal van de
FSMA (https://www.fsma.be/en/stori) in alle van
materieel belang zijnde opzichten in
overeenstemming zijn met de ESEF-vereisten
krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Vanwege de technische beperkingen die inherent
zijn aan de tagging van geconsolideerde
jaarrekening volgens het ESEF-formaat, is het
mogelijk dat de inhoud van bepaalde tags in de
toelichtingen niet op identieke wijze wordt
weergegeven als de geconsolideerde jaarrekening
die bij dit rapport is gevoegd.
Andere vermeldingen
Huidig verslag is consistent met onze
aanvullende verklaring aan het auditcomité
bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU)
nr. 537/2014.
Brussel, 17 april 2024
EY Bedrijfsrevisoren bv
Commissaris
Vertegenwoordigd door
Christophe Boschmans*
Partner
* Handelend in naam van een bv
24CBO0155
Digitally signed by Christophe
Boschmans (Signature)
DN: cn=Christophe Boschmans
(Signature), c=BE
Date: 2024.04.17 09:50:38
+02'00'
Christophe
Boschmans
(Signature)
342 343
9.4.4 Beoordelingsverslag van
de auditor omtrent duurzaamheid
(ISAE 3000)
Besloten Vennootschap
Société à responsabilité limitée
RPR Brussel - RPM Bruxelles BTWTVA BE 0446.334.711 IBAN N° BE71 2100 9059 0069
* handelend in naam van een vennootschap/agissant au nom d’une société
A member firm of Ernst & Young Global Limited
EY Bedrijfsrevisoren
EY Réviseurs d’Entreprises
Kouterveldstraat 7B 001
B
-1831 Diegem
Tel: +32 (0)2 774 91 11
ey.com
Beoordeelingsverslag van de onafhankelijke auditor
Toepassingsgebied
We werden door Montea nv aangesteld om een assurance opdracht met beperkte mate van zekerheid
uit te voeren in overeenstemming met de International Standard on Assurance Engagements Other
Than Audits or Reviews of Historical Financial Information (“ISAE 3000 herzien”), hierna “de Opdracht”
genoemd, om te rapporteren over geselecteerde duurzaamheidsindicatoren zoals opgenomen in
hoofdstuk 9.5 “GRI content index” zoals opgesomd in bijlage 1 (“Voorwerp 1”), en de
duurzaamheidsmetrieken zoals opgenomen in hoofdstuk 9.1.2 “Sustainability Reporting: EPRA sBPR
tabellen” (“Voorwerp 2”) zoals gepresenteerd in het Jaarverslag van Montea nv (het “Verslag”) voor de
periode van 1 januari 2023 tot 31 december 2023. Samen worden de voorwerpen 1 en 2 in dit rapport
aangeduid als “Voorwerpen”.
Met uitzondering van wat werd beschreven in voorgaande paragraaf, die de scope van onze opdracht
samenvat, hebben we geen assurance werkzaamheden uitgevoerd met betrekking tot de overige
duurzaamheidsindicatoren of andere duurzaamheidsgerelateerde informatie die in het Verslag is
opgenomen, en bijgevolg drukken we geen conclusie uit over deze informatie
Criteria toegepast door Montea nv
Voor het opstellen van de geselecteerde duurzaamheidsindicatoren zoals opgesomd in Bijlage 1 en
opgenomen in het Verslag (“Voorwerp 1”), heeft Montea nv de “Guidelines for the Preparation of the
Sustainability Report of the Global Reporting Initiative (GRI) Standards” toegepast, in alle materiële
opzichten.
Voor het opstellen van de EPRA sBPR tabellen (“Voorwerp 2”) heeft Montea nv de EPRA Sustainability
Best Practice Recommendations (“sBPR”) toegepast, in alle materiële opzichten. Tesamen worden de
“Guidelines fort he Preparation of the Sustainability Report of the Global Reporting Initiative (GRI)
Standards” en de EPRA Sustainability Best Practice Recommendations (“sBPR”) in dit verslag “de
Criteria” genoemd.
Verantwoordelijkheden van Montea nv
Het management van Montea is verantwoordelijk voor het selecteren van de Criteria alsook voor het
opstellen van de Voorwerpen in overeenstemming met de Criteria, in alle materiële opzichten. Deze
verantwoordelijkheid omvat het opzetten en onderhouden van interne controles, het bijhouden van
adequate gegevens en het maken van schattingen die relevant zijn voor de voorbereiding van de
Onderwerpen, zodanig dat het geen afwijkingen van materieel belang bevat, ongeacht of deze het
gevolg zijn van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheden van EY
Het is onze verantwoordelijkheid om een conclusie met beperkte mate van zekerheid te formuleren over
de Voorwerpen, op basis van het bewijsmateriaal dat we hebben verkregen. Wij hebben onze assurance-
opdracht uitgevoerd in overeenstemming met de International Standard for Assurance Engagements
Other Than Audits or Reviews of Historical Financial Information ("ISAE 3000 herzien"), uitgegeven
door de International Auditing and Assurance Standards Board.
Beoordelingsverslag van de onafhankelijke auditor
Montea nv
2
Een assurance opdracht met beperkte mate van zekerheid die wordt aangegaan in overeenstemming
met ISAE 3000 (herzien), omvat het beoordelen van de geschiktheid van het gebruik van de Criteria
door de Vennootschap als basis voor de voorbereiding van het Voorwerp, het beoordelen van de risico's
op een afwijking van materieel belang, hetzij als gevolg van fraude of van fouten, het formuleren van
antwoorden op de beoordeelde risico's in de gegeven omstandigheden, en het evalueren van de
algehele presentatie van het Voorwerp.
Een assurance opdracht met beperkte mate van zekerheid is beperkter in scope dan een assurance
opdracht met een redelijke mate van zekerheid met betrekking tot de risicobeoordelingsprocedures,
met inbegrip van inzicht in de interne controle, en de procedures die worden uitgevoerd als reactie op
de beoordeelde risico's.
Een opdracht met een beperkte mate van zekerheid bestaat uit het stellen van vragen, voornamelijk bij
personen die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van het Voorwerp en de bijbehorende informatie,
en het toepassen van analytische en andere passende procedures. Voor een hogere mate van
zekerheid, met name een opdracht met een redelijke mate van zekerheid, zouden meer uitgebreide
procedures nodig zijn geweest.
Onze conclusie met beperkte mate van zekerheid heeft enkel betrekking tot de Voorwerpen.
Onze onafhankelijkheid en kwaliteitscontrole
We hebben onze onafhankelijkheid behouden en bevestigen dat we hebben voldaan aan de vereisten
van de Code of Ethics for Professional Accountants van de International Ethics Standards Board for
Accountants, en dat we over de vereiste competenties en ervaring beschikken om deze assurance
opdracht uit te voeren.
Ons kantoor past de norm “International Standard on Quality Management 1” toe, die ons verplicht om
een systeem van kwaliteitsmanagement op te zetten, te implementeren, en uit te voeren, inclusief met
betrekking tot beleidslijnen of procedures tot naleving van ethische vereisten, professionele normen, en
toepasselijke wettelijke en regelgevende vereisten.
Beschrijving van de uitgevoerde procedures
De werkzaamheden die bij een opdracht met een beperkte mate van zekerheid worden uitgevoerd, zijn
verschillend in aard en timing en geringer van omvang dan bij opdrachten voor het verkrijgen van een
redelijke mate van zekerheid. Bijgevolg is het niveau van zekerheid dat wordt verkregen bij een
opdracht met een beperkte mate van zekerheid aanzienlijk lager dan wanneer een opdracht met een
redelijke mate van zekerheid zou zijn uitgevoerd.
Een opdracht met een beperkte mate van zekerheid bestaat uit het inwinnen van inlichtingen,
voornamelijk bij personen die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van het Voorwerp en de
bijbehorende informatie, en het toepassen van analytische en andere passende procedures.
Procedures die werden uitgevoerd omvatten onder meer:
Het verkrijgen van inzicht in de rapportageprocessen voor het Voorwerp;
Het interviewen van het management en relevante medewerkers op bedrijfsniveau die
verantwoordelijk zijn voor het consolideren en uitvoeren van interne controleprocedures met
betrekking tot het Voorwerp;
344 345
Beoordelingsverslag van de onafhankelijke auditor
Montea nv
3
Het interviewen van relevante medewerkers die verantwoordelijk zijn voor het rapporteren van het
Voorwerp aan de relevante medewerkers op bedrijfsniveau;
Het verkrijgen van interne en externe documentatie die reconciliëren met het Voorwerp;
Het uitvoeren van een analytische beoordeling van de gegevens en trends in het Voorwerp op
geconsolideerd niveau en, indien dit in de gegeven omstandigheden passend werd geacht, op een
meer gedetailleerd niveau;
Het uitvoeren van beperkte detailtests en het herleiden van de inputinformatie tot ondersteunende
facturen of ander bewijsmateriaal;
Evalueren van de algemene presentatie van het Voorwerp.
Voor beide Voorwerpen zijn wij van mening dat het verkregen bewijs voldoende en geschikt is om een
basis te vormen voor onze conclusie met beperkte mate van zekerheid.
Conclusie
Op basis van onze beoordeling is ons niets onder onze aandacht gekomen dat ons laat vermoeden dat
de Voorwerpen, opgenomen in het jaarverslag van Montea nv voor de periode van 1 januari 2023 tot
31 december 2023, niet zijn opgesteld, in alle van materieel belang zijnde opzichten, in
overeenstemming met de Criteria.
Brussel, 17 april 2024
EY Bedrijfsrevisoren BV
Vertegenwoordigd door
Christophe Boschmans*
Partner
* Handelend in naam van een BV
24CBO0157
Geselecteerde Duurzaamheidsindicatoren (Voorwerp 1):
Hoofdstuk 9.5 “GRI content index”:
2-7
2-9
2-10
2-15
302-1
302-2
302-3
305-1
305-2
305-3
305-4
305-5
401-1
404-1
405-1
CRE1
CRE3
Digitally signed by Christophe
Boschmans (Signature)
DN: cn=Christophe Boschmans
(Signature), c=BE
Date: 2024.04.17 15:02:34
+02'00'
Christophe
Boschmans
(Signature)
346 347
GRI CONTENT INDEX
GRI 2 — ALGEMENE STANDAARDEN 2021 PAGINA
2-1 Detail van de organisatie 352 ev.
2-2 Entiteiten opgenomen in het duurzaamheidsverslag 348
2-3 Rapporteringsperiode, -frequentie en contactpersoon 348
2-4 Herformuleringen van informatie 60
2-5 Externe verificatie 330-344
2-6 Activiteiten, waardeketen en andere zakenrelaties 24-35
2-7 Werknemers 34, 84-91
2-9 Bestuursstructuur en samenstelling 137 ev.
2-10 Benoemings- en selectieproces van het hoogste bestuursorgaan 137-138
2-11 Voorzitter van het hoogste bestuursorgaan 138
2-12 Rol van het hoogste bestuursorgaan in de supervisie van impactmanagement 137-147
2-13 Het delegeren van de verantwoordelijkheid over impactmanagement 153-155
2-14 Rol van het hoogste bestuursorgaan in rapportering over duurzaamheid 141-147, 168-171
2-15 Belangenconflicten 156-160
2-16 Communicatie van 'kritieke zorgen' 146
2-17 Gezamenlijke kennis van het bestuursorgaan 138-141
2-18 Evaluatie van het hoogste bestuursorgaan 147
2-19 Remuneratiebeleid 163-177
2-20 Proces voor het bepalen van remuneratie 163-177
2-21 Jaarlijkse totale compensatieratio 176
2-22 Statement over de duurzaamheidsstrategie 4
2-23 Policy commitments 146
2-25 Processen om negatieve impacten aan te pakken 38-97
2-26 Mechanismen voor advies en bekommernissen 134
2-27 Naleving van wetten en regelgeving 134, 155, 196
2-28 Lidmaatschap van verenigingen 84-95
2-30 Aanpak van het engagement van de stakeholders 84-95
GRI 3 — MATERIALITEITEN 2021
3-1 Proces om de materialiteiten te bepalen 29
3-2 Lijst van materialiteiten 29
3-3 Management van materialiteiten 38-97
GRI 200 — INDIRECTE ECONOMISCHE IMPACT
203-1 Investeringen in infrastructuur en ondersteunende diensten 38-97
GRI 300 — MILIEU-ONDERWERPEN PAGINA
GRI 302 — ENERGIE 2016
302-1 Energieverbruik in de organisatie 50-57, 302-307
302-2 Energieverbruik buiten de organisatie 50-53, 58-69, 296-301
302-3 Energie-intensiteit 50-69, 296-307
302-4 Vermindering van het energieverbruik 50-69, 296-307
302-5 Vermindering van vereiste energie van producten en diensten 50-69, 296-307
GRI 305 — EMISSIES 2016
305-1 Directe (Scope 1) broeikasgasemissies 50-69, 296-307
305-2 Energie indirecte (Scope 2) broeikasgasemissies 50-69, 296-307
305-3 Andere indirecte (Scope 3) broeikasgasemissies 50-69, 296-307
305-4 Broeikasgasintensiteit 50-69, 296-307
305-5 Vermindering van broeikasgassen 50-69, 296-307
GRI 401 — TEWERKSTELLING 2016
401-1 Aanwervingen en personeelsverloop 84-91, 308-311
GRI 403 — GEZONDHEID EN VEILIGHEID OP HET WERK 2018
403-1 Managementsysteem voor gezondheid en veiligheid op het werk 90-91
403-3 Services wat betreft gezondheid en veiligheid op het werk 90-91
403-6 De gezondheid van medewerkers verbeteren 90-91
403-9 Werkgerelateerde blessures 310-311
403-10 Werkgerelateerde slechte gezondheid 310-311
GRI 404 — TRAINING EN OPLEIDING 2016
404-1 Gemiddeld aantal opleidingsuren per jaar, per werknemer 91, 308-309
404-2 Programma’s om de skills van medewerkers naar een hoger niveau te tillen 91, 308-309
404-3 Percentage medewerkers dat periodieke evaluatiegesprekken en loopbaanontwikkeling krijgt 91, 308-309
GRI 405 — DIVERSITEIT EN GELIJKE KANSEN 2016
405-1 Diversiteit binnen het bestuursorgaan en bij de medewerkers 29, 35, 84, 150, 154
405-2 Ratio van het basissalaris en remuneratie van vrouwen ten opzichte van mannen 176, 308-309
GRI 413 — LOKALE GEMEENSCHAPPEN 2016
413-1 Lokaal community engagement, impact assessments en ontwikkelingsprogramma’s 94, 310-311
CRE — BOUW EN VASTGOED
CRE1 Energie-intensiteit gebouwen 50-69, 296-307
CRE3 Broeikasgasintensiteit gebouwen 50-69, 296-307
9.5 GRI Content index
348 349
9.6 Aanpak & scope
Montea rapporteert over haar inspanningen inzake ESG in
overeenstemming met de EPRA Sustainability Best Practice
Recommendations (sBPR).
9.6.1 Rapporteringsperiode
De rapporteringsperiode van dit verslag is het boekjaar 2023
(1 januari 2023-31 december 2023). Montea publiceert jaarlijks
een update van haar duurzaamheidsinspanningen.
9.6.2 Meetscope en coverage
In 2023 behoorde 100% van de Montea kantoren in België,
Nederland, Frankrijk en Duitsland tot de meetscope.
Wij passen de benadering van operationele controle toe bij het
bepalen van onze organisatorische grenzen voor de rapportage
tegen de EPRA sBPR’s (zie sectie 9.1.2).
Voor de bestaande portefeuille is de dekking weergegeven in
onderstaande tabel.
Data van de bevoorradingsgegevens wordt verzameld door een
combinatie van energiemonitoringssystemen, extractie van
contractgegevens en bevragingen bij huurders. Montea erkent
dat de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de gegevens die
ze gebruikt in het kader van het toezicht op de milieuprestatie
van haar portefeuille, rechtstreeks gekoppeld is aan de kwaliteit
van de ontvangen informatie, mogelijke meetonnauwkeurigheden
en andere factoren die de datakwaliteit mogelijk kunnen
verminderen. Desondanks streeft Montea naar een voortdurende
verbetering van deze datakwaliteit door automatisering, het
gebruik van meerdere bronnen als verificatie en de optimalisatie
van de monitoringssystemen.
Er werd data geschat. Voor verbruiken en bepaling van de totale
emissies van Montea werd data geëxtrapoleerd. Het percentage
van de geëxtrapoleerde data werd aangegeven in de EPRA sBPR
tabellen.
9.6.3 Meetmethodologie
De CO
2
-emissies werden berekend volgens het Greenhouse
Gas (GHG) Protocol. Dat protocol laat bedrijven toe om op een
consequente manier hun klimaatimpact te berekenen.
Coverage
2023 2022
Elec-Abs
100% 100%
DH&C-Abs 100% 100%
Fuels-Abs 100% 100%
Energy-Int 100% 100%
GHG-Int 100% 100%
Municipal Water 100% 100%
Rain Water 100% 100%
Cert-Tot 100% 100%
Waste-Abs 57% 42%
Waste - proportion by disposal route 57% 42%
H&S-Asset 100% 100%
350 351
Aanvullende
informatie
HOOFDSTUK TIEN HOOFDSTUK TIEN HOOFDSTUK TIEN HOOFDSTUK TIEN HOOFDSTUK TIEN
HOOFDSTUK ELF HOOFDSTUK TIEN HOOFDSTUK TIEN HOOFDSTUK ELF HOOFDSTUK ELF
10.1 Gegevens over Montea 352
10.2 Met de wettelijke controle belaste accountants 357
10.3 Vastgoeddeskundigen 357
10.4 Activiteiten op gebied van onderzoek en ontwikkeling 358
10.5 Regelgeving 358
10.6 Transacties met verbonden partijen 360
10.7 Ter inzage beschikbare documenten 361
10.8 Verklaringen 361
10.9 Statuten 364
10.10 Concordantietabel van het universeel registratiedocument 376
10.11 Woordenlijst 390
352 353
10.1.1 Groep
10.1.1.1 Algemeen
Montea heeft dochtervennootschappen in België, Nederland,
Frankrijk en Duitsland. De structuur van de groep Montea is
opgebouwd uit verscheidene vennootschappen in de verschillende
landen waar Montea actief is.
De aandelen in de Belgische dochtervennootschappen
worden rechtstreeks aangehouden door Montea. Al het
vastgoed in België is in het bezit van, hetzij Montea,
hetzij een Belgische dochtervennootschap.
Voor wat betreft Frankrijk werd, sinds 1 oktober 2010, een
bijkantoor opgericht: Montea SA, gevestigd te 75008 Paris,
18-20 Place de la Madeleine. Sinds 24 april 2007 heeft dit
bijkantoor het SIIC (Société d’investissement immobilier
cotée) statuut verworven. Voor meer informatie over het
SIIC-statuut wordt verwezen naar sectie 10.5. Via dit bijkantoor
houdt Montea aandelen in de Franse vennootschappen.
Het telefoonnummer van dit bijkantoor is
+33 (0) 1 83 92 25 00. Al het vastgoed in Frankrijk is in
het bezit van een Franse dochtervennootschap.
Via Montea Nederland N.V. en Montea Amsterdam Holding N.V.
houdt Montea de aandelen in de Nederlandse vennootschappen.
De officiële zetel van Montea Nederland N.V. en Montea
Amsterdam Holding N.V. is gevestigd te 5032 MD Tilburg,
EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c. Het telefoonnummer van de
officiële zetel in Nederland is +31 (0) 88 2053 88. De Nederlandse
vennootschappen hebben ook een vestiging te Weesperzijde
33, 1091 ED Amsterdam. Al het vastgoed in Nederland is in
het bezit van een Nederlandse dochtervennootschap.
Daarnaast heeft Montea twee dochtervennootschappen
in Duitsland: Montea GTE 2 GmbH en
Montea Services Germany GmbH.
Op 31 december 2023 omvatte de groep volgende ondernemingen:
10.1 Gegevens over Montea
Naam
Montea
Rechtsvorm
Naamloze vennootschap opgericht als openbare gereglementeerde vennootschap
naar Belgisch recht. Vergund als GVV sinds 30 september 2014 (voorheen actief
als zgn. vastgoedbevak, sinds 1 oktober 2006)
Zetel
Industrielaan 27, bus 6, 9320 Erembodegem (Aalst), België
Ondernemingsnummer
0417.186.211
BTW-nr.
BE0417.186.211
Bevoegd rechtspersonenregister
Rechtspersonenregister Gent, afdeling Dendermonde
LEI
5493006K5LQDD0GK1T60
Oprichtingsdatum
26 februari 1977
Startdatum notering gereglementeerde markt
Euronext Brussel sinds oktober 2006 en Euronext Parijs
sinds december 2006 (ISIN-code: BE0003853703)
Datum laatste statutenwijziging
25 januari 2024 (statuten te consulteren op website)
Telefoonnr.
+32 (0) 53 82 62 62
E-mailadres
info@montea.be
Website
www.montea.be
De informatie op de website vormt geen deel van dit jaarlijks verslag tenzij die informatie
uitdrukkelijk via verwijzing in dit jaarlijks verslag is opgenomen.
MONTEA MANAGEMENT NV
MONTEA NV
Montea Nederland
N.V. 100%
Montea GTE 2 GmbH 100%
Montea GTE 1 NV 100%
Immo Fractal NV GVBF
100%
Montea SA SIIC
(Branch office) 100%
F.C.B. NV GVBF 100%
Challenge Office Park NV
100%
SFG B.V. 100%
Montea Amsterdam
Holding B.V. 100%
SCI Montea France 100%
Montea Almere N.V. 100%
SCI 3R 100%
Montea Rotterdam N.V.
100%
SCI Sagittaire 100%
Montea Oss N.V. 100%
SCI Saxo 100%
Montea Beuningen N.V.
100%
SCI Sevigné 100%
Montea ‘s Heerenberg N.V.
100%
SCI Socrate 100%
Montea Holtum I
B.V. 100%
Montea Panoven II
B.V. 100%
Corhoe NV 90%
Montea Services BV 100%
Montea Services Germany
GmbH 100%
Montea Tiel N.V. 100%
SCI APJ 100%
Montea Holtum II
B.V. 100%
Montea Panoven III
B.V. 100%
Montea Panoven V
B.V. 100%
Europand Eindhoven B.V.
100%
SCI Montea
Mesnil 1 100%
Montea Panoven I
B.V. 100%
Montea Panoven IV
B.V. 100%
Montea Panoven VI
B.V. 100%
Montea Waddinxveen B.V.
100%
Montea Amsterdam
Amstel B.V. 100%
Montea Logistics I B.V.
100%
Montea Green Energy
France 100%
Montea Logistics II B.V.
100%
Montea Logistics III B.V.
100%
354 355
10.1.1.2 Gegevens groepsvennootschappen
De gegevens van de Montea groepsvennootschappen
op 31 december 2023 zijn als volgt:
Naam Adres Land BTW-nummer Aandeelhouderschap (%)
Montea NV Industrielaan 27, bus 6, 9320 Erembodegem (Aalst) BE BE0417186211 n.v.t.
1
Montea Management NV Industrielaan 27, bus 6, 9320 Erembodegem (Aalst) BE BE0882872026 n.v.t.
2
Montea Services BV Industrielaan 27, bus 6, 9320 Erembodegem (Aalst) BE BE0742845794 100%
Montea GTE 1 NV Industrielaan 27, bus 6, 9320 Erembodegem (Aalst) BE BE0757964037 100%
Challenge Office Park NV Industrielaan 27, bus 6, 9320 Erembodegem (Aalst) BE BE0473589929 100%
Corhoe NV Industrielaan 27, bus 6, 9320 Erembodegem (Aalst) BE BE0736839417 90%
3
F.C.B. NV GVBF Industrielaan 27, bus 6, 9320 Erembodegem (Aalst) BE BE0440810659 100%
Immo Fractal NV GVBF
Industrielaan 27, bus 6, 9320 Erembodegem (Aalst) BE BE0826871847 100%
SFG B.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL NL853810151B01 100%
Montea Nederland N.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL NL853208785B01 100%
4
Weesperzijde 33, 1091 ED Amsterdam
Montea Almere N.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL NL853209625B01 100%
Montea Rotterdam N.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL NL853631712B01 100%
Montea Oss N.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL NL854488522B01 100%
Montea Beuningen N.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL NL854488339B01 100%
Montea ‘s Heerenberg N.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL NL854800232B01 100%
Montea Tiel N.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL NL859569238B01 100%
5
Europand Eindhoven B.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL NL814882651B01 100%
Montea Logistics I B.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL NL861408470B01 100%
Montea Logistics II B.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL NL863491546B01 100%
Montea Logistics III B.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL NL863501874B01 100%
Montea Amsterdam Holding B.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL NL 8645 3315 9B01 100%
Montea Holtum I B.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL NL 8645 3603 3B01 100%
Montea Holtum II B.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL NL 8645 3589 2B01 100%
Montea Panoven I B.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL NL 8645 6826 5B01 100%
Montea Panoven II B.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL NL 8645 6818 6B01 100%
Montea Panoven III B.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL NL 8645 6822 8B01 100%
Montea Panoven IV B.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL NL 8645 6838 1B01 100%
Montea Panoven V B.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL NL 8645 3709 8B01 100%
Montea Panoven VI B.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL NL 8645 3660 4B01 100%
(1) Voor overzicht aandeelhoudersstructuur van Montea, zie sectie 5.2.2.
(2) Enige Bestuurder van Montea, houdt 1 aandeel in Montea.
(3) Op 30 januari 2024 heeft Montea de resterende 10% van de aandelen verworven in Corhoe NV.
(4) Deze vennootschap werd begin 2024 omgevormd naar een B.V.
(5) Deze vennootschap werd begin 2024 omgevormd naar een B.V.
356 357
overeenkomstig dit lid (c) zijn uitgevoerd over een periode
van twaalf maanden, niet meer dan 10% bedraagt van het
bedrag van het kapitaal op het ogenblik van de beslissing tot
kapitaalverhoging;
(d) éénenveertig miljoen zevenduizend vierhonderdtachtig
euro achtenzeventig eurocent (€ 41.007.480,78) voor een
(i) een kapitaalverhoging via een inbreng in natura anders
dan bedoeld onder lid (b) hierboven, of (ii) enige andere
vorm van kapitaalverhoging niet vervat onder lid (a) t.e.m.
(c) hierboven; met dien verstande dat het bestuursorgaan
in elk geval het kapitaal nooit zal kunnen verhogen met
meer dan het maximumbedrag van vierhonderd en tien
miljoen vierenzeventigduizend achthonderd en zeven euro
zevenenzeventig eurocent (€ 410.074.807,77).
Deze machtiging werd verleend voor een periode van vijf jaar vanaf
de bekendmaking van het proces-verbaal van de buitengewone
algemene vergadering, zijnde tot datum13 februari 2029. Tot
op heden is nog geen gebruik gemaakt van deze machtiging.
10.2 Met de wettelijke
controle belaste accountants
De commissaris wordt aangesteld door de algemene vergadering
van aandeelhouders en wordt gekozen uit de lijst van door de
FSMA erkende commissarissen.
De commissaris van Montea is EY Bedrijfsrevisoren BV, met zetel
te 1831 Diegem, Kouterveldstraat 7B 001, vertegenwoordigd
door de heer Christophe Boschmans (handelend in naam van
een BV). Het commissarismandaat van EY Bedrijfsrevisoren
loopt tot de jaarlijkse algemene vergadering van 2025 en heeft
betrekking op de audit van de boekjaren 2022 t.e.m. 2024.
Het mandaat van de commissaris bestaat uit de controle van de
geconsolideerde en van de enkelvoudige jaarrekening van Montea,
alsook van de overige Belgische dochtervennootschappen van de
Montea groep. Daarenboven voert de commissaris de opdrachten
uit zoals voorgeschreven door het WVV, de GVV Wet en het GVV KB.
Montea bevestigt dat de commissaris heeft ingestemd met
de opname van zijn verslag in dit jaarlijks verslag en met
de vorm of context waarin dit verslag is opgenomen.
De berekeningsbasis voor het ereloon van de commissaris-
revisor is een vaste jaarlijkse vergoeding. Voor het boekjaar
dat werd afgesloten op 31 december 2023 bedraagt het
vaste ereloon van de commissaris EY Bedrijfsrevisoren BV,
voor het onderzoek en de controle van de enkelvoudige en
geconsolideerde rekeningen van de groep Montea € 72.830
(excl. btw). Naast het vermelde ereloon werden volgende andere
controlewerkzaamheden door de commissaris uitgevoerd:
Wettelijke en FSMA-opdrachten: € 27.550
Andere: € 31.375
Dochtervennootschappen: € 40.250
10.3 Vastgoeddeskundigen
Artikel 24 van de GVV Wet bepaalt dat de GVV haar vastgoed
moet laten waarderen door één of meerdere onafhankelijke
vastgoeddeskundigen. De deskundige treedt op in volle
onafhankelijkheid, bezit de voor vastgoedwaardering vereiste
professionele betrouwbaarheid en passende ervaring en
beschikt over een geschikte organisatie voor zijn opdrachten.
De deskundige wordt aangeduid voor een hernieuwbare termijn
van drie jaar. Hij mag slechts gedurende maximaal drie jaar
met de waardering van een bepaald vastgoed worden belast.
Montea heeft twee vastgoeddeskundigen:
Jones Lang LaSalle BV (met zetel te Marnixlaan 23, 1000
Brussel) voor de waardering van de activa in België, Frankrijk
en Duitsland (m.u.v. van de activa die door Stadim BV worden
gewaardeerd) en de zonnepanelen. Het mandaat van Jones
Lang LaSalle BV, vertegenwoordigd door Greet Hex, werd in
2023 verlengd en heeft een looptijd t.e.m. 30/06/2025
Stadim (met zetel te Mechelsesteenweg 180, 2018
Antwerpen) voor de waardering van bepaalde activa in België
en de activa in Nederland. Het mandaat van Stadim BV,
vertegenwoordigd door Leander Asnong, heeft een looptijd
vanaf 01/09/2023 t.e.m. 30/06/2025.
Overeenkomstig artikel 47 van de GVV Wet waarderen
de vastgoeddeskundigen op het einde van elk
boekjaar de vastgoedportefeuille van de GVV en haar
perimetervennootschappen
3
. Bovendien actualiseert de
vastgoeddeskundige op het eind van elk van de eerste drie
kwartelen de totale waardering die op het einde van het
voorgaande jaar werd opgesteld, in functie van de marktevolutie
en de kenmerken van het betrokken vastgoed. Ten slotte wordt
elk vastgoed dat de GVV (of haar perimetervennootschappen)
10.1.1.3 Bijkantoren
Montea heeft één bijkantoor: Montea SA, met zetel te
75008 Parijs, 18-20 Place de la Madeleine, Frankrijk.
10.1.2 Kapitaalstructuur en
toegestane kapitaal
10.1.2.1 Kapitaalstructuur
Het geconsolideerde kapitaal van Montea op 31 december
2023 bedraagt € 410.074.807,77 inclusief de kosten van de
kapitaalverhoging en de variaties in waarde van de eigen aandelen.
Het kapitaal wordt vertegenwoordigd door 20.121.491 volledig
volstorte gewone aandelen zonder nominale waarde. Er zijn
geen bevoorrechte aandelen. Elk van deze aandelen verleent
één stemrecht op de algemene vergadering (met uitzondering
van de eigen aandelen van de Vennootschap waarvan het
stemrecht is geschorst). Deze aandelen vertegenwoordigen
de noemer voor doeleinden van kennisgevingen in
het kader van de Transparantiereglementering.
Het kapitaal kan verhoogd of verminderd worden conform de
wettelijke bepalingen en de statuten. De Enige Bestuurder heeft
tevens de bevoegdheid om het kapitaal te verhogen binnen
de verleende machtiging i.v.m. het toegestane kapitaal.
10.1.2.2 Toegestane kapitaal
De Enige Bestuurder is door de buitengewone algemene
vergadering van 25 januari 2024 gemachtigd om het kapitaal
in één of meerdere malen te verhogen op de data en
overeenkomstig de modaliteiten die hij zal bepalen conform
de toepasselijke wetgeving, met een maximumbedrag van:
(a) tweehonderdenvijf miljoen zevenendertigduizend
vierhonderdendrie euro negenentachtig eurocent
(€ 205.037.403,89) voor publieke kapitaalverhogingen
bij wijze van inbreng in geld waarbij wordt voorzien in de
mogelijkheid tot de uitoefening door de aandeelhouders van
de Vennootschap van het wettelijk voorkeurrecht of van het
onherleidbaar toewijzingsrecht;
(b) tweehonderden vijf miljoen zevenendertigduizend
vierhonderdendrie euro en negenentachtig eurocent
(€ 205.037.403,89), voor kapitaalverhogingen in het kader
van de uitkering van een keuzedividend;
(c) éénenveertig miljoen zevenduizend vierhonderdtachtig
euro achtenzeventig eurocent (€ 41.007.480,78), voor een
kapitaalverhoging door een inbreng in geld waarbij niet
wordt voorzien in de mogelijkheid tot uitoefening door de
aandeelhouders van de Vennootschap van het voorkeurrecht
of van het onherleidbaar toewijzingsrecht, met dien verstande
dat de raad van bestuur het kapitaal overeenkomstig dit lid
(c) enkel zal kunnen verhogen voor zover en in de mate dat
het gecumuleerde bedrag van de kapitaalverhogingen die
Naam Adres Land BTW-nummer Aandeelhouderschap (%)
Montea Waddinxveen B.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL NL 8654 7058 3B01 100%
Montea Amsterdam Amstel B.V. EnTrada, Ellen Pankhurstraat 1c, 5032 MD Tilburg NL NL 8656 4621 1B01 100%
Montea GTE 2 GmbH Beiertheimer Allee 72, 76137 Karlsruhe DE DE328815225 100%
Montea Services Germany GmbH Beiertheimer Allee 72, 76137 Karlsruhe DE DE358010932 100%
Montea SA SIIC (Bijkantoor) 75008 Parijs, 18-20 Place de la Madeleine FR FR06497673145 100%
SCI Montea France
1
75008 Parijs, 18-20 Place de la Madeleine FR FR33493288948 100%
2
SCI 3R 75008 Parijs, 18-20 Place de la Madeleine FR FR44400790366 100%
SCI Sagittaire 75008 Parijs, 18-20 Place de la Madeleine FR FR79433787967 100%
SCI Saxo 75008 Parijs, 18-20 Place de la Madeleine FR FR23485123129 100%
SCI Sévigné 75008 Parijs, 18-20 Place de la Madeleine FR FR48438357659 100%
SCI Socrate 75008 Parijs, 18-20 Place de la Madeleine FR FR16481979292 100%
SCI APJ 75008 Parijs, 18-20 Place de la Madeleine FR FR25435365945 100%
SCI MM1 75008 Parijs, 18-20 Place de la Madeleine FR FR82393856463 100%
SAS Montea Green Energy France 75008 Parijs, 18-20 Place de la Madeleine FR FR69889967162 100%
(1) Société Civile Immobilière of burgerlijke vastgoedvennootschap.
(2) De negen Franse groepsvennootsschappen worden voor 100% aangehouden door Montea SA (bijkantoor) die op haar beurt wordt gecontroleerd door Montea.
(3) Een ‘perimetervennootschap’ is een term die wordt gebruikt in de GVV Wet en het GVV KB en verwijst naar een vennootschap waarin een GVV rechtstreeks of onrechtstreeks meer dan
25% van het kapitaal aanhoudt, hieronder inbegrepen haar dochtervennootschappen in de zin van artikel 6, 2° van het WVV.
358 359
verwerft of verkoopt door de vastgoeddeskundige
gewaardeerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 47
van de GVV Wet, vooraleer de verrichting plaatsvindt.
Overeenkomstig artikel 24, lid 4 van de GVV Wet, mag
de vergoeding van de vastgoeddeskundige rechtstreeks
noch onrechtstreeks verband houden met de waarde
van het door hem gewaardeerde vastgoed. Het ereloon
van de vastgoeddeskundige wordt berekend op basis van
een vaste kost per site in België, Nederland, Frankrijk en
Duitsland. De vastgoeddeskundige kan daarnaast erelonen
ontvangen in het kader van specifieke opdrachten.
Voor het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december
2023 bedroeg het totaal aan erelonen dat werd betaald in
het kader van deze opdrachten € 255.510 (excl. btw).
Montea bevestigt dat de vastgoeddeskundigen hebben ingestemd
met de opname van hun verslag in dit jaarlijks verslag en met de
vorm of context waarin dit verslag is opgenomen.
10.4 Activiteiten op gebied
van onderzoek en ontwikkeling
Montea heeft in 2023 geen onderzoeks- en ontwikkelings-
activiteiten uitgeoefend zoals bedoeld in artikelen 3:6 en 3:32 WVV.
10.5 Regelgeving
Montea is een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap
(société immobilière réglementée publique) naar Belgisch
recht, genoteerd op Euronext Brussel en Euronext Parijs.
Als openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap
naar Belgisch recht is Montea onderworpen aan het
WVV, de GVV Wet en het GVV KB. Als beursgenoteerde
onderneming is zij tevens onderworpen aan alle relevante
wetgeving in dat verband (inclusief, maar niet beperkt tot,
de Transparantiereglementering). Gelet op haar rechtsvorm
staat Montea onder het toezicht van de FSMA.
Bepaalde vennootschappen van de Montea groep hebben
een specifiek juridische rechtsvorm aangenomen zodat
ook met de hierop toepasselijke bijzondere wet- en
regelgeving dient rekening te worden gehouden:
De vaste inrichting van Montea in Frankrijk (Montea
SA, opgericht als bijkantoor) is erkend als SIIC (Société
d’Investissements Immobiliers Cotée);
Sommige van de Belgische perimetervennootschappen
hebben de vorm aangenomen van een gespecialiseerd
vastgoedbeleggingsfonds (GVBF) in de zin van het
Koninklijk Besluit van 9 november 2016 met betrekking tot
gespecialiseerde vastgoedbeleggingsfondsen;
Voor het realiseren van haar vastgoedinvesteringen
in Nederland hebben Montea Nederland N.V. en haar
dochtervennootschappen het statuut van FBI voor
de boekjaren 2015 t.e.m. 2022 definitief verkregen.
Ondersteund door het Europese recht en de toekenning van
het statuut voor de jaren 2015 t.e.m. 2022, blijft de inzet van
Montea erop gericht om in Nederland ook vanaf 2023 het
FBI-statuut toe te kunnen passen. De belastingaangiften
zullen dan ook als FBI worden ingediend (tot en met 2024)
aangezien Montea van mening blijft dat ze nog steeds
voldoet aan alle voorwaarden om het FBI-statuut te kunnen
claimen.
1
De details van elk van die juridische rechtsvormen
worden hieronder toegelicht.
10.5.1 De gereglementeerde
vastgoedvennootschap in België
Het statuut van de gereglementeerde vastgoedvennootschap
(GVV), die door de GVV Wet werd ingevoerd, maakt de oprichting
in België mogelijk van vennootschappen voor de belegging
in vastgoed, zoals die in tal van andere landen bestaan: Real
Estate Investments Trusts (REITs) in de Verenigde Staten,
Fiscale Beleggingsinstellingen (FBI) in Nederland, G-REITs
in Duitsland, Sociétés d’Investissements Immobiliers Cotées
(SIIC) in Frankrijk en UK-REITs in het Verenigd Koninkrijk.
De belangrijkste kenmerken van de GVV zijn:
moet worden opgericht in de vorm van een naamloze
vennootschap;
notering op de beurs met een minimale “free float” van 30%;
onder het toezicht van de FSMA;
kan alle activiteiten uitoefenen die verband houden met de
oprichting, de verbouwing, de renovatie, de ontwikkeling, de
verwerving, de vervreemding, het beheer en de exploitatie
van onroerende goederen;
kan geen activiteiten uitoefenen als “bouwpromotor”;
verplichte risicospreiding: niet meer dan 20% van de
geconsolideerde activa van de vennootschap mag (i) in
vastgoed worden belegd dat één enkel vastgoedgeheel vormt
noch (ii) in “ander vastgoed” zoals gedefinieerd in artikel 2,
5°, vi tot xi van de GVV Wet;
de (enkelvoudige en geconsolideerde) schuldratio is beperkt
tot 65% van de (enkelvoudige en geconsolideerde) activa;
de toekenning van zekerheden en hypotheken is
beperkt tot 50% van de totale reële waarde van het
geconsolideerd geheel van het vastgoed van de GVV en haar
perimetervennootschappen en tot 75% van de waarde van
het betrokken bezwaard vastgoed;
strikte regels op het vlak van belangenconflicten;
trimestriële beoordeling van het vermogen door een
onafhankelijke vastgoeddeskundige;
boeking van de gebouwen tegen hun reële waarde, geen
afschrijvingen;
de resultaten (huurinkomsten en meerwaarden op verkoop
verminderd met de exploitatiekosten en financiële lasten)
zijn vrijgesteld van vennootschapsbelasting voor wat de GVV
betreft (niet voor haar perimetervennootschappen), wel
belastingen op de verworpen uitgaven en de abnormale en
goedgunstige voordelen;
verplichte uitkering van ten minste 80% van het bedrag
van het gecorrigeerd statutair resultaat en de netto
meerwaarden op de verkoop van vastgoed dat niet is
vrijgesteld van de uitkeringsverplichting, de eventuele daling
van de schuldratio in de loop van het boekjaar kan evenwel
worden afgetrokken van het verplicht uit te keren bedrag;
roerende voorheffing van 30% (behoudens bepaalde
uitzonderingen) op dividenden van gereglementeerde
vastgoedvennootschappen, bevrijdend voor de natuurlijke
personen die in België verblijven;
de vennootschappen die een vergunning als GVV verkrijgen
of die met een GVV fuseren, zijn onderworpen aan een
belasting van 15% op de latente meerwaarden en op de
vrijgestelde reserves (de zgn. “exit taks”).
10.5.2 Het gespecialiseerd
vastgoedbeleggingsfonds in België
De gespecialiseerde vastgoedbeleggingsfondsen (GVBF)
vallen onder het Koninklijk besluit van 9 november 2016 met
betrekking tot gespecialiseerde vastgoedbeleggingsfondsen
(GVBF KB). Per 31/12/2023 zijn er twee vennootschappen
van de Montea groep die het GVBF-statuut heeft
aangenomen, zijnde F.C.B. NV en Immo Fractal NV.
De belangrijkste kenmerken van het GVBF-statuut zijn:
een gesloten fonds met vast kapitaal en niet
beursgenoteerd;
een gelijkaardig fiscaal regime als een GVV;
duur is beperkt tot tien jaar met de mogelijkheid om deze
periode te verlengen met opeenvolgende periodes van
maximaal vijf jaar;
een licht regulerend regime zonder de goedkeuring en
zonder direct toezicht van de FSMA;
inschrijving op de GVBF-lijst aangehouden door het
Belgische Ministerie van Financiën;
effecten uitgegeven door een GVBF kunnen alleen worden
verworven door in aanmerking komende beleggers;
kan worden vrijgesteld van de AIFM Wet, indien aan
bepaalde criteria is voldaan;
moet vastgoed aanhouden voor een waarde van ten minste
10.000.000 EUR, dit uiterlijk aan het einde van het tweede
boekjaar volgend op de opname op de GVBF-lijst;
kan enkel beleggen in “vastgoed”, ruim omschreven, maar
zonder verplichte diversificatievereisten of beperkingen op
schuldgraad;
verbod om activiteiten uit te oefenen als “bouwpromotor”
(zoals gedefinieerd in het GVBF KB);
voert een boekhouding volgens IFRS;
onderworpen aan een jaarlijkse verplichte uitkering van 80
% van haar netto-resultaat.
10.5.3 De “Société d’investissements
immobiliers Cotée” (SIIC) in Frankrijk
Montea heeft eveneens een bijkantoor in Frankrijk met het statuut
van SIIC (Société d’Investissements Immobiliers Cotée).
De fiscale kenmerken van de GVV en de SIIC zijn vrij
gelijklopend. In het bijzonder zijn zij beiden vrijgesteld van
vennootschapsbelasting op de jaarlijkse inkomsten en op de
gerealiseerde meerwaarden, met dien verstande dat winsten uit
andere activiteiten dan de verhuur of verkoop van vastgoed wel
onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting.
De voornaamste kenmerken van het SIIC-statuut zijn:
vrijstelling van vennootschapsbelasting op het winstaandeel
dat afkomstig is uit (i) de verhuur van gebouwen, (ii) de
gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van gebouwen,
(iii) de gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van
effecten in dochtervennootschappen die voor het SIIC-
statuut hebben geopteerd of in personenvennootschappen
(1) Voor meer informatie over het FBI statuut m.b.t. de betrokken Montea vennootschappen, zie sectie 7.2.3.
360 361
met een zelfde doel, (iv) opbrengsten die worden uitgekeerd
door hun dochtervennootschappen die geopteerd hebben
voor het SIIC-statuut, en (v) het aandeel in de winst in
personenvennootschappen die een vast goedactiviteit
uitoefenen;
verplichte resultaatsuitkering ten belope van: (i) 95% van
de vrijgestelde winst afkomstig uit de huurinkomsten, (ii)
60% van de vrijgestelde winst afkomstig uit de verkoop van
gebouwen en van effecten van personenvennootschappen
en dochtervennootschappen die onderworpen zijn aan het
SIIC-stelsel, en (iii) 100% van de dividenden die aan hen
worden uitgekeerd door hun dochtervennootschappen die
onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting en die voor
het SIIC-stelsel gekozen hebben;
wanneer het SIIC-statuut wordt verkregen, is een
eenmalige bevrijdende belasting (“exit-taks”) verschuldigd.
Deze wordt berekend op basis van het verschil tussen
de investeringswaarde van de portefeuille en de fiscale
boekhoudwaarde van het vastgoed. De exit-taks die van
toepassing is op een SIIC bedraagt 19%. De betaling van
deze exit-taks is gespreid over vier jaar, met de storting van
een eerste schijf van 15% na afloop van het eerste jaar;
geen maximale schuldratio;
free float van minstens 40%.
10.5.4 De fiscale beleggingsinstelling
(FBI) in Nederland
Voor het realiseren van haar vastgoedinvesteringen in Nederland
hebben Montea Nederland N.V. en haar dochtervennootschappen
het statuut van FBI voor de boekjaren 2015 t.e.m. 2022 definitief
verkregen. Ondersteund door het Europese recht en de toekenning
van het statuut voor de jaren 2015 t.e.m. 2022, blijft de inzet van
Montea erop gericht om in Nederland ook vanaf 2023 het FBI-
statuut toe te kunnen passen. De belastingaangiften zullen dan
ook als FBI worden ingediend (tot en met 2024) aangezien Montea
van mening blijft dat ze nog steeds voldoet aan alle voorwaarden
om het FBI-statuut te kunnen claimen.
De aangekondigde vastgoedmaatregel werd via het
Belastingplan 2024 omgezet in wetgeving, waardoor FBI’s
vanaf 2025 niet langer rechtstreeks in Nederlands vastgoed
kunnen beleggen. Dit impliceert dat Montea Nederland N.V.
en haar dochtervennootschappen zouden daarom vanaf 2025
niet langer aanspraak kunnen maken op het FBI-statuut. De
Nederlandse Belastingdienst trof flankerende maatregelen
om het herstructureren van vastgoed-FBI’s te faciliteren, zoals
bijvoorbeeld vrijstelling van overdrachtsbelasting.
De belangrijkste kenmerken (wettelijke vereisten) van de FBI zijn:
winsten van de FBI zijn onderworpen aan het
vennootschapsbelastingtarief van 0%;
de rechtsvorm dient een B.V., N.V., een fonds voor gemene
rekening, of een daarmee vergelijkbaar lichaam opgericht
naar het recht van een lidstaat van de Europese Unie te zijn;
het doel en de feitelijke werkzaamheid van de vennootschap
bestaat (uitsluitend) uit het beleggen van vermogen;
de vennootschap moet voldoen aan twee
financieringslimieten:
vastgoedbeleggingen mogen voor maximaal 60% van
de fiscale boekwaarden gefinancierd zijn met vreemd
vermogen,
overige beleggingen mogen slechts voor 20% van de
fiscale boekwaarden gefinancierd zijn met vreemd
vermogen;
de vennootschap dient te voldoen aan een jaarlijkse
doorstootverplichting. Dat houdt in dat de vennootschap
haar volledige fiscale jaarwinst binnen acht maanden na
afloop van het boekjaar ter beschikking dient te stellen van
de aandeelhouders;
de door de vennootschap ter beschikking te stellen winst
dient gelijkmatig te worden verdeeld over alle aandelen.
10.6 Transacties met
verbonden partijen
Voor een overzicht van de transacties tussen Montea en met
haar verbonden partijen, wordt verwezen naar sectie 6.4 (met
betrekking tot belangenconflicten) en Sectie 8.2 Toelichting 42 van
dit jaarlijks verslag.
10.7 Ter inzage beschikbare
documenten
De statuten en akte van oprichting van Montea kunnen worden
geraadpleegd op de website, de statutendatabank en op de griffie
van de ondernemingsrechtbank van Gent, afdeling Dendermonde.
De statutaire en geconsolideerde rekeningen van Montea worden
neergelegd bij de Nationale Bank van België, in overeenstemming
met de wettelijke bepalingen ter zake. De beslissingen op het
vlak van benoeming en ontslag van leden van de raad van bestuur
worden gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.
De oproepingen van de algemene vergaderingen worden
gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad en in een
financieel dagblad.
Minstens gedurende de geldigheidsduur van dit jaarlijks verslag
kunnen de volgende documenten geraadpleegd worden op de
website:
de gecoördineerde statuten van Montea;
het Corporate Governance Charter;
oproepingen en alle documenten (inclusief verslagen,
briefwisseling, andere documenten, historische financiële
informatie) die betrekking hebben op de algemene
vergadering van Montea die zal beraadslagen over dit
jaarlijks verslag;
alle verslagen, brieven en andere documenten opgesteld
door een deskundige op verzoek van Montea, waarvan
een deel is opgenomen of waarnaar wordt verwezen in dit
jaarlijks verslag;
alle persberichten, jaarverslagen, halfjaarverslagen en
andere (historische) financiële informatie van de groep
Montea;
verslagen van de commissaris en van de
vastgoeddeskundigen;
de verplichtingen van Montea en de rechten van de
aandeelhouders in verband met algemene vergaderingen
van Montea.
Die informatie blijft toegankelijk op de website van Montea
gedurende een periode van minstens vijf jaar te rekenen vanaf de
datum van de algemene vergadering waarop zij betrekking heeft.
10.8 Verklaringen
10.8.1 Verantwoordelijke personen
De Enige Bestuurder van Montea is verantwoordelijk voor de in dit
jaarlijks verslag verstrekte informatie.
10.8.2 Universeel
registratiedocument
Als bevoegde autoriteit overeenkomstig de Prospectusverordening
keurde de FSMA het registratiedocument van Montea voor
twee opeenvolgende boekjaren goed. De laatste goedkeuring
dateert van 26 juli 2018. De FSMA keurt het registratiedocument
enkel goed wanneer voldaan is aan de in diezelfde Verordening
neergelegde normen inzake volledigheid, begrijpelijkheid en
consistentie. Deze goedkeuring mag niet worden beschouwd
als een goedkeuring van de uitgevende instelling waarop
dit registratiedocument betrekking heeft. Montea opteert
sinds 2019 om zonder voorafgaande goedkeuring haar
universeel registratiedocument te deponeren overeenkomstig
artikel 9 van de Prospectusverordening. Dit universeel
registratiedocument werd, zonder voorafgaande goedkeuring,
op [18 april 2024] gedeponeerd bij de FSMA. Overeenkomstig de
Prospectusverordening doet dit universeel registratiedocument
ook dienst als jaarlijks financieel verslag. Dit universeel
registratiedocument mag gebruikt worden in het kader van
een openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de
toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op
een gereglementeerde markt mits het, in voorkomend geval,
samen met eventuele wijzigingen en een overeenkomstig door
de Prospectusverordening goedgekeurde verrichtingsnota en
samenvatting door de FSMA is goedgekeurd.
De informatie die beschikbaar wordt gesteld via de website
vormt geen deel van dit universeel registratiedocument tenzij die
informatie uitdrukkelijk per verwijzing werd opgenomen.
362 363
10.8.3 Verklaring conform artikel 12
van het KB van 14 november 2007
De Enige Bestuurder verklaart in naam en voor rekening van
Montea dat, na het treffen van alle redelijke maatregelen om
zulks te garanderen, en voor zover haar bekend, de gegevens in
dit jaarverslag in overeenstemming zijn met de werkelijkheid en
dat geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de
strekking van dit jaarverslag zou wijzigen en dat, voor zover haar
bekend:
de jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig de
toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw
beeld geven van het vermogen, van de financiële toestand
en van de resultaten van Montea en de in de consolidatie
opgenomen ondernemingen;
het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de
ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de
positie van Montea en de in consolidatie opgenomen
ondernemingen, alsmede een beschrijving van de
voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee zij
geconfronteerd worden.
10.8.3.1 Verklaring met betrekking
tot informatie van derden
De Enige Bestuurder verklaart in naam en voor rekening van
Montea dat de inlichtingen verstrekt door de vastgoeddeskundigen
en de erkende commissaris getrouw werden overgenomen.
Voor zover de Enige Bestuurder op de hoogte is en in staat is om
dit te verzekeren in het licht van gegevens die door derde partijen
werden gepubliceerd, werd geen enkel feit weggelaten waardoor
de weergegeven informatie onjuist of misleidend zou worden.
10.8.3.2 Verklaringen met
betrekking tot de toekomst
Dit jaarlijks verslag omvat verklaringen die betrekking hebben
op de toekomst. Dergelijke verklaringen zijn gebaseerd
op schattingen en vooruitzichten van de Vennootschap en
bevatten van nature onbekende risico’s, onzekere elementen
en andere factoren die tot gevolg zouden kunnen hebben dat de
resultaten, de financiële toestand, de performantie en de huidige
verwezenlijkingen zullen verschillen van deze die uitgedrukt
of impliciet zijn meegedeeld in deze op de toekomstgerichte
verklaringen. Gelet op die onzekere factoren houden de op de
toekomstgerichte verklaringen geen enkele garantie in.
Pagina
JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2021
Kerncijfers Sectie 5 pag. 34
Vastgoedportefeuille Sectie 7.1.2.2 pag. 83
Kernratio’s Sectie 6.4.3 pag. 49
Verkorte geconsolideerde resultatenrekening Sectie 7.1.2.1 pag. 80
Verkorte geconsolideerde balans Sectie 7.1.2.2 pag. 83
Beursperformantie Sectie 15.1 pag. 156
Geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening Sectie 17 pag. 165 ev.
Verslag van de commissaris Sectie 17.9 pag. 223
JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2022
Kerncijfers Sectie 5.1.1 pag. 104
Vastgoedportefeuille Sectie 5.1.3.2 pag. 115
Kernratio’s Sectie 9.3.5 pag. 322
Verkorte geconsolideerde resultatenrekening Sectie 5.1.3.2 pag. 111
Verkorte geconsolideerde balans Sectie 5.1.3.3 pag. 114
Beursperformantie Sectie 6.1 pag. 149
Geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening Sectie 9 pag. 223
Verslag van de commissaris Sectie 10.4 pag. 391
JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2023
Kerncijfers Sectie 4.1.1 pag. 100
Vastgoedportefeuille Sectie 4.1.3 pag. 108-111
Kernratio’s Sectie 8.3.5 pag. 269
Verkorte geconsolideerde resultatenrekening Sectie 4.1.3 pag. 105
Verkorte geconsolideerde balans Sectie 4.1.3 pag. 108
Beursperformantie Sectie 5.1 pag. 128
Geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening Sectie 8 pag. 188 ev.
Verslag van de commissaris Sectie 9.4 pag. 336
10.8.3.3 Informatie met betrekking tot de
voorgaande jaren opgenomen via verwijzing
De jaarlijkse financiële verslagen van de voorbije vijf jaar, die de
statutaire en geconsolideerde jaarrekeningen en de verslagen
van de commissaris omvatten evenals de halfjaarlijkse financiële
verslagen kunnen geraadpleegd worden op de website.
In dit jaarlijks verslag wordt ook informatie opgenomen met
betrekking tot voorgaande jaren (2021 en 2022). Onderstaande
tabel geeft een overzicht weer van waar deze informatie in de
betrokken jaarlijkse financiële verslagen gevonden kan worden:
364 365
10.9 Statuten
De meest recente versie van de statuten van Montea dateert van
25 januari 2024 naar aanleiding van de statutenwijziging i.v.m.
de hernieuwing en vervanging van de machtiging inzake het
toegestane kapitaal. Elke wijziging van de statuten van Montea
dient te gebeuren conform de regels uiteengezet in het WVV, de
GVV Wet en het GVV KB.
TITEL I – AARD VAN DE VENNOOTSCHAP
Artikel 1 – Vorm en benaming
1.1. De Vennootschap heeft de vorm van een naamloze
vennootschap met de benaming: “Montea”.
1.2. De Vennootschap is een openbare gereglementeerde
vastgoedvennootschap (afgekort, “openbare GVV”) in de zin
van de wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde
vastgoedvennootschappen, zoals van tijd tot tijd gewijzigd (hierna
de “GVV wet” genoemd) waarvan de aandelen zijn toegelaten tot
de verhandeling op een gereglementeerde markt en die haar
financiële middelen in België of in het buitenland aantrekt via een
openbaar aanbod van aandelen.
De benaming van de Vennootschap wordt voorafgegaan of
gevolgd door de woorden “openbare gereglementeerde vastgoed-
vennootschap naar Belgisch recht” of “Openbare GVV naar
Belgisch recht” en alle documenten die van de Vennootschap
uitgaan bevatten dezelfde vermelding.
De Vennootschap is onderworpen aan de GVV wet en aan het
koninklijk besluit van 13 juli 2014 betreffende de gereglementeerde
vastgoed vennootschappen, zoals van tijd tot tijd gewijzigd (hierna
het “GVV koninklijk besluit” genoemd) (deze wet en dit koninklijk
besluit worden hierna samen “de GVV wetgeving” genoemd).
Artikel 2 – Zetel, e-mailadres en website
De zetel is gevestigd in het Vlaams Gewest.
Het bestuursorgaan is bevoegd de zetel van de Vennootschap
binnen België te verplaatsen voor zover die verplaatsing
overeenkomstig de toepasselijke taalwetgeving niet verplicht tot
een wijziging van de taal van de statuten. Dergelijke beslissing
vereist geen statutenwijziging, tenzij de zetel van de Vennootschap
wordt verplaatst naar een ander Gewest. In dat laatste geval is het
bestuursorgaan bevoegd om tot de statuten wijziging te beslissen.
Indien ten gevolge van de verplaatsing van de zetel de taal van
de statuten moet worden gewijzigd, kan enkel de algemene
vergadering deze beslissing nemen met inachtneming van
de vereisten voor een statutenwijziging.
De Vennootschap kan bij eenvoudig besluit van het bestuursorgaan
zowel in België als in het buitenland, administratieve zetels, filialen
of agentschappen oprichten.
Het e-mailadres van de Vennootschap is: info@montea.com.
De website van de Vennootschap is: www.montea.com
Het bestuursorgaan kan het e-mailadres en de website van de
Vennootschap wijzigen in overeenstemming met het Wetboek van
vennootschappen en verenigingen.
Artikel 3 – Voorwerp
3.1. De Vennootschap heeft als uitsluitend voorwerp:
(a) om, rechtstreeks of via een vennootschap waarin zij een
deelneming bezit overeenkomstig de bepalingen van de GVV wet
en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen,
onroerende goederen ter beschikking te stellen van gebruikers; en
(b) om, binnen de grenzen van de GVV wetgeving, vastgoed te
bezitten in de zin van de GVV wetgeving.
Als de GVV wetgeving in de toekomst zou wijzigen en andere
soorten activa zou aanduiden als vastgoed in de zin van de GVV
wetgeving, zal de Vennootschap ook in die bijkomende soorten
activa mogen investeren.
(c) het op lange termijn rechtstreeks, of via een vennootschap
waarin zij een deelneming bezit overeenkomstig de bepalingen van
de GVV wetgeving, desgevallend in samenwerking met derden, met
een publieke opdrachtgever afsluiten van of toetreden tot één of
meerdere:
(i) DBF-overeenkomsten, de zogenaamde “Design, Build, Finance”
overeenkomsten;
(ii) DB(F)M-overeenkomsten, de zogenaamde “Design, Build,
(Finance) and Maintain” overeenkomsten;
(iii) DBF(M)O-overeenkomsten, de zogenaamde “Design, Build,
Finance, (Maintain) and Operate” overeenkomsten; en/of
(iv) overeenkomsten voor concessie van openbare werken
met betrekking tot gebouwen en/of andere infrastructuur van
onroerende aard en daarop betrekking hebbende diensten,
en op basis waarvan:
(i) zij instaat voor de terbeschikkingstelling, het onderhoud en/
of de exploitatie ten behoeve van een publieke entiteit en/of
de burger als eindgebruiker, ten einde invulling te geven aan
een maatschappelijke behoefte en/of de voorziening van een
openbare dienst toe te laten; en (ii) het daarmee gepaard gaande
financierings-, beschikbaarheids-, vraag- en/of exploitatierisico,
bovenop het eventuele bouwrisico, geheel of gedeeltelijk door haar
kan worden gedragen, zonder daarbij noodzakelijkerwijze over
zakelijke rechten te beschikken; of
(d) het op lange termijn rechtstreeks, of via een vennootschap
waarin zij een deelneming bezit overeenkomstig de bepalingen
van de GVV wetgeving, desgevallend in samenwerking met derden,
ontwikkelen, laten ontwikkelen, oprichten, laten oprichten,
beheren, laten beheren, uitbaten, laten uitbaten of ter beschikking
stellen van:
(i) voorzieningen en opslagplaatsen voor vervoer, verdeling of
opslag van elektriciteit, gas, fossiele of niet-fossiele brandstof
en energie in het algemeen en de daarmee verband houdende
goederen;
(ii) nutsvoorzieningen voor vervoer, verdeling, opslag of zuivering
van water en de daarmee verband houdende goederen;
(iii) installaties voor opwekking, opslag en het transport van al
dan niet hernieuwbare energie en de daarmee verband houdende
goederen; of
(iv) afval- en verbrandingsinstallaties en de daarmee verband
houdende goederen;
(e) het initieel aanhouden van minder dan 25 % in het kapitaal
of, indien de betreffende vennootschap geen kapitaal heeft,
minder dan 25% van het eigen vermogen van een vennootschap
waarin de activiteiten bedoeld in art. 3.1, (c) hierboven worden
uitgeoefend, voor zover de genoemde deelneming binnen twee
jaar, of elke langere termijn die de publieke entiteit waarmee wordt
gecontracteerd in dit verband vereist, na afloop van de bouwfase
van het PPS-project (in de zin van de GVV wetgeving), als gevolg
van een overdracht van aandelen wordt omgezet in een deelneming
overeenkomstig de bepalingen van de GVV wetgeving.
Als de GVV wetgeving in de toekomst zou wijzigen en de uitoefening
van nieuwe activiteiten door de Vennootschap zou toestaan, zal de
Vennootschap ook die bijkomende activiteiten mogen uitoefenen.
In het kader van de terbeschikkingstelling van onroerende
goederen, kan de Vennootschap met name alle activiteiten
uitoefenen die verband houden met de oprichting, de verbouwing,
de renovatie, de ontwikkeling, de verwerving, de vervreemding, het
beheer en de exploitatie van onroerende goederen.
3.2. De Vennootschap kan bijkomend of tijdelijk beleggen in
effecten die geen vastgoed zijn in de zin van de GVV wetgeving. Deze
beleggingen zullen uitgevoerd worden in overeenstemming met het
risicobeheerbeleid aangenomen door de Vennootschap en zullen
gediversifieerd zijn, zodat zij een passende risico-diversificatie
verzekeren. De Vennootschap mag eveneens niet-toegewezen
liquide middelen aanhouden in alle munten in de vorm van zicht- of
termijndeposito’s of in de vorm van enig ander gemakkelijk
verhandelbaar monetair instrument. De Vennootschap mag
bovendien verrichtingen betreffende afdekkingsinstrumenten
aangaan, voor zover deze er uitsluitend toe strekken het rente- en
wisselkoersrisico te dekken in het kader van de financiering en het
beheer van de activiteiten van de Vennootschap bedoeld in de GVV
wet en met uitsluiting van elke verrichting van speculatieve aard.
3.3. De Vennootschap mag één of meer onroerende goederen in
leasing nemen of geven. De activiteit van het met aankoopoptie in
leasing geven van onroerende goederen mag alleen als bijkomstige
activiteit worden uitgeoefend, tenzij deze onroerende goederen
bestemd zijn voor een doel van algemeen belang met inbegrip van
sociale huisvesting en onderwijs (in dit geval mag de activiteit als
hoofdactiviteit worden uitgeoefend).
3.4. De Vennootschap kan zich door middel van een fusie of op
een andere wijze, interesseren in alle zaken, ondernemingen of
vennootschappen met een soortgelijk of aanvullend voorwerp en
die van dien aard zijn dat ze de ontwikkeling van haar bedrijf zullen
promoten en, in het algemeen, kan ze alle verrichtingen uitoefenen
die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op haar
voorwerp evenals alle voor de verwezenlijking van haar voorwerp
relevante of nodige daden.”
Artikel 4 – Verbodsbepalingen
De Vennootschap kan geenszins:
handelen als vastgoedpromotor in de zin van de GVV
wetgeving, met uitsluiting van occasionele verrichtingen;
deelnemen aan een vereniging voor vaste overname of
waarborg;
financiële instrumenten uit te lenen, met uitzondering
evenwel van leningen onder de voorwaarden en volgens de
bepalingen van het koninklijk besluit van 7 maart 2006;
financiële instrumenten verwerven die uitgegeven zijn door
een vennootschap of een privaatrechtelijke vereniging die
failliet verklaard werd, die een onderhands akkoord met haar
schuldeisers gesloten heeft, die het voorwerp uitmaakt van
een procedure van gerechtelijke reorganisatie, die uitstel van
betaling bekomen heeft of die in het buitenland het voorwerp
uitgemaakt heeft van een gelijkaardige maatregel.
contractuele afspraken maken of statutaire bedingen voorzien
met betrekking tot perimetervennootschappen, die afbreuk
zouden doen aan de stemkracht die hen overeenkomstig de
toepasselijke wet toekomt in functie van een deelneming van
25% plus één aandeel.
366 367
Artikel 5 - Duur
5.1.De Vennootschap wordt opgericht voor onbepaalde duur.
5.2.De Vennootschap zal geen einde nemen door de ontbinding,
de uitsluiting, de terugtrekking, het faillissement, de gerechtelijke
reorganisatie of elke andere reden van de stopzetting van de
functies van de enige bestuurder.
TITEL II - KAPITAAL – AANDELEN
Artikel 6 - Kapitaal
6.1. Inschrijving en storting van het kapitaal
Het kapitaal van de vennootschap bedraagt vierhonderdentien
miljoen vierenzeventigduizend achthonderdenzeven euro
zevenenzeventig cent (410.074.807,77 EUR) en is vertegenwoordigd
door twintig miljoen honderdeenentwintigduizend
vierhonderdeenennegentig (20.121.491) aandelen zonder
vermelding van nominale waarde, die elk één/twintig miljoen
honderdeenentwintigduizend vierhonderdeenennegentigste
(1/20.121.491ste) deel van het kapitaal vertegenwoordigen.
6.2. Kapitaalverhoging
Elke kapitaalverhoging zal gebeuren overeenkomstig het Wetboek
van vennootschappen en verenigingen en de GVV wetgeving.
Het is de Vennootschap verboden rechtstreeks of onrechtstreeks
in te schrijven op haar eigen kapitaalverhoging.
Ter gelegenheid van welke kapitaalverhoging ook bepaalt het
bestuursorgaan de prijs, de eventuele uitgiftepremie en de
voorwaarden van uitgifte van de nieuwe aandelen tenzij de
algemene vergadering die zelf zou bepalen.
Indien een uitgiftepremie wordt gevraagd, moet die worden
geboekt op één of meerdere afzonderlijke eigen vermogens-
rekeningen van het passief van de balans. Het bestuursorgaan
kan vrij beslissen om de eventuele uitgiftepremies, eventueel
na aftrek van een bedrag maximaal gelijk aan de kosten van de
kapitaalverhoging in de zin van de toepasselijke IFRS-regels, op
een onbeschikbare rekening te plaatsen die op dezelfde voet als
het kapitaal de waarborg van derden zal uitmaken en die in geen
geval zal kunnen verminderd of afgeschaft worden dan met een
beslissing van de algemene vergadering beslissend zoals inzake
statutenwijziging, behoudens de omzetting in kapitaal.
De inbrengen in natura kunnen ook betrekking hebben op het
dividendrecht in het kader van de uitkering van een keuzedividend,
met of zonder extra inbreng in Geld. ln geval van kapitaalverhoging
door inbreng in geld bij beslissing van de algemene vergadering
of in het kader van het toegestane kapitaal, kan het voorkeurrecht
van de aandeelhouders alleen beperkt of opgeheven worden
voor zover er, in de mate dat de GVV wetgeving dit vereist, aan de
bestaande aandeelhouders een onherleidbaar toewijzingsrecht
wordt verleend bij de toekenning van nieuwe effecten in
overeenstemming met de voorwaarden zoals voorzien in de GVV
wetgeving.
De kapitaalverhogingen door inbreng in natura zijn onderworpen
aan de voorschriften van het Wetboek van vennootschappen en
verenigingen en moeten uitgevoerd worden in overeen stemming
met de voorwaarden zoals voorzien in de GVV wetgeving.
6.3. Toegestane kapitaal
Het bestuursorgaan is gemachtigd om het kapitaal in één of
meerdere keren te verhogen op de data en overeenkomstig
de modaliteiten die hij zal bepalen, conform de toepasselijke
wetgeving, met een maximumbedrag van:
(a) tweehonderdenvijf miljoen zevenendertigduizend
vierhonderdendrie euro negenentachtig eurocent (€
205.037.403,89) voor publieke kapitaalverhogingen bij wijze van
inbreng in geld waarbij wordt voorzien in de mogelijkheid tot
de uitoefening door de aandeelhouders van de Vennootschap
van het wettelijk voorkeurrecht of van het onherleidbaar
toewijzingsrecht;
(b) tweehonderdenvijf miljoen zevenendertigduizend
vierhonderdendrie euro en negenentachtig eurocent (€
205.037.403,89), voor kapitaalverhogingen in het kader van de
uitkering van een keuzedividend;
(c) éénenveertig miljoen zevenduizend vierhonderdtachtig
euro achtenzeventig eurocent (€ 41.007.480,78), voor een
kapitaalverhoging door een inbreng in geld waarbij niet
wordt voorzien in de mogelijkheid tot uitoefening door de
aandeelhouders van de Vennootschap van het voorkeurrecht
of van het onherleidbaar toewijzingsrecht, met dien verstande
dat de raad van bestuur het kapitaal overeenkomstig dit lid
(c) enkel zal kunnen verhogen voor zover en in de mate dat
het gecumuleerde bedrag van de kapitaalverhogingen die
overeenkomstig dit lid (c) zijn uitgevoerd over een periode
van twaalf maanden, niet meer dan 10% bedraagt van het
bedrag van het kapitaal op het ogenblik van de beslissing tot
kapitaalverhoging;
(d) éénenveertig miljoen zevenduizend vierhonderdtachtig
euro achtenzeventig eurocent (€ 41.007.480,78) voor een
(i) een kapitaalverhoging via een inbreng in natura anders
dan bedoeld onder lid (b) hierboven, of (ii) enige andere
vorm van kapitaalverhoging niet vervat onder lid (a) t.e.m.
(c) hierboven; met dien verstande dat het bestuursorgaan
in elk geval het kapitaal nooit zal kunnen verhogen met
meer dan het maximumbedrag van vierhonderd en tien
miljoen vierenzeventigduizend achthonderd en zeven euro
zevenenzeventig eurocent (€ 410.074.807,77).
Deze machtiging wordt verleend voor een periode van vijf (5) jaar
te rekenen vanaf de bekendmaking van het proces-verbaal van de
buitengewone algemene vergadering van 25 januari 2024.
Bij een kapitaalverhoging die gepaard gaat met een storting
of een boeking van een uitgiftepremie, wordt enkel het bij het
kapitaal ingeschreven bedrag afgetrokken van het bruikbaar
blijvend bedrag van het toegestane kapitaal. Wanneer de
kapitaalverhogingen waartoe ingevolge deze machtigingen
werd beslist, een uitgiftepremie bevatten, moet het bedrag
ervan worden geboekt op één of meerdere afzonderlijke eigen
vermogensrekeningen op het passief van de balans.
De kapitaalverhogingen waartoe het bestuursorgaan aldus
heeft beslist, kunnen plaatsvinden door inschrijving tegen
contanten of door inbrengen in natura met naleving van de
wettelijke bepalingen, of door incorporatie van reserves of van
uitgiftepremies met of zonder creatie van nieuwe effecten. De
kapitaalverhogingen kunnen aanleiding geven tot de uitgifte van
aandelen met of zonder stemrecht. Deze kapitaalverhogingen
kunnen ook gebeuren door de uitgifte van converteerbare
obligaties of van inschrijvingsrechten - al dan niet aan een andere
roerende waarde gehecht - die aanleiding kunnen geven tot het
creëren van aandelen met of zonder stemrecht.
Kapitaalverhogingen door inbreng in natura worden verricht in
overeenstemming met de voorwaarden voorgeschreven door
de GVV wetgeving en in overeenstemming met de voorwaarden
opgenomen in de statuten. Dergelijke inbrengen kunnen ook
betrekking hebben op het dividendrecht in het kader van de
uitkering van een keuzedividend.
Het bestuursorgaan is gemachtigd om het voorkeurrecht
van de aandeelhouders op te heffen of te beperken, ook ten
gunste van welbepaalde personen die geen personeelsleden
van de Vennootschap of van haar dochtervennootschappen
zijn, voor zover er, in de mate dat de GVV wetgeving dit
vereist, aan de bestaande aandeelhouders een onherleidbaar
toewijzingsrecht wordt verleend bij de toekenning van nieuwe
effecten. In voorkomend geval, beantwoordt dit onherleidbaar
toewijzingsrecht aan de voorwaarden die de GVV wetgeving en
de statuten vastleggen. Onverminderd de toepassing van de
toepasselijke regelgeving, zijn voormelde beperkingen in het
kader van de opheffing of beperking van het voorkeurrecht niet
van toepassing bij een inbreng in geld met beperking of opheffing
van het voorkeurrecht, (i) in het kader van het toegestane kapitaal
waarbij het gecumuleerde bedrag van de kapitaalverhogingen die
overeenkomstig artikel 26, §1, derde lid GVV Wet zijn uitgevoerd
over een periode van twaalf (12) maanden, niet meer bedraagt dan
tien procent (10%) van het bedrag van het kapitaal op het ogenblik
van de beslissing tot kapitaalverhoging of (ii) in aanvulling op een
inbreng in natura in het kader van de
uitkering van een keuzedividend voor zover dit effectief voor alle
aandeelhouders betaalbaar wordt gesteld.
6.4. Verkrijging, inpandneming en vervreemding
van eigen aandelen
De Vennootschap mag onder de voorwaarden bepaald door de wet
haar eigen aandelen verwerven, in pand nemen of vervreemden.
Het bestuursorgaan is in het bijzonder gemachtigd voor een
periode van vijf (5) jaar te rekenen vanaf de publicatie in de
Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van de beslissing van de
buitengewone algemene vergadering van 9 november 2020, om
voor rekening van de Vennootschap, de eigen aandelen van de
Vennootschap te verwerven of in pand nemen (zelfs buiten de
beurs) met een maximum van tienprocent (10%) van het totale
aantal uitgegeven aandelen; aan een eenheidsprijs die niet lager
mag zijn dan vijfenzeventig procent (75%) van het gemiddelde van
de slotkoers van het aandeel Montea op de gereglementeerde
markt Euronext Brussels gedurende de laatste twintig (20)
beursdagen vóór de datum van de transactie (verwerving en in
pand nemen) en die niet hoger mag zijn dan honderdvijfentwintig
(125%) van het gemiddelde van de slotkoers van het aandeel
Montea op de gereglementeerde markt Euronext Brussels
gedurende de laatste twintig (20) beursdagen vóór de datum van
de transactie (verwerving en in pand nemen).
Het bestuursorgaan is tevens expliciet gemachtigd om eigen
aandelen van de Vennootschap te vervreemden aan onder meer
één of meerdere bepaalde personen andere dan de leden van het
personeel van de Vennootschap of haar dochtervennootschappen,
mits naleving van het Wetboek van vennootschappen en
verenigingen.
De hierboven bedoelde machtigingen doen geen afbreuk aan
de mogelijkheden, overeenkomstig de toepasselijke wettelijke
bepalingen, voor de raad van bestuur om aandelen van de
Vennootschap te verkrijgen, in pand te nemen of te vervreemden
indien daartoe geen statutaire machtiging of machtiging van de
algemene vergadering vereist is, of niet meer vereist is.
De hierboven bedoelde machtigingen strekken zich uit
tot de verkrijgingen en vervreemdingen van aandelen
van de Vennootschap door een of meer rechtstreekse
dochtervennootschappen van de Vennootschap, in de zin van de
wettelijke bepalingen betreffende de verkrijging van aandelen van
hun moedervennootschap door dochtervennootschappen.
Het bestuursorgaan is tevens expliciet gemachtigd om eigen
aandelen van de Vennootschap te vervreemden aan het personeel
van de Vennootschap of haar dochtervennootschappen, zelfs
indien de eigen aandelen meer dan twaalf maanden te rekenen
van hun verkrijging zouden worden vervreemd.
368 369
6.5. Kapitaalvermindering
De Vennootschap mag overgaan tot kapitaalverminderingen met
naleving van de wettelijke bepalingen ter zake.
6.6. Fusies, splitsingen en gelijkgestelde verrichtingen
De fusies, splitsingen en gelijkgestelde verrichtingen zoals
bedoeld in het Wetboek van vennootschappen en verenigingen,
moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de
voorwaarden zoals voorzien in de GVV wetgeving en het Wetboek
van vennootschappen en verenigingen.
Artikel 7 – Aard van de aandelen
De aandelen zijn zonder vermelding van nominale waarde.
De aandelen zijn op naam of gedematerialiseerd, en dit naar
keuze van hun eigenaar of houder (hierna de “Titularis”) en
volgens de beperkingen opgelegd door de wet. De Titularis
kan op elk moment en zonder kosten de omzetting vragen van
zijn aandelen op naam in gedematerialiseerde aandelen. Elk
gedematerialiseerd aandeel wordt vertegenwoordigd door een
boeking op een rekening op naam van zijn Titularis bij een erkende
rekeninghouder of bij een vereffeninginstelling. Er wordt op de
zetel van de Vennootschap een register van de aandelen op naam
bijgehouden dat, in voorkomend geval, onder elektronische vorm
kan bestaan. De Titularissen van aandelen op naam kunnen
kennisnemen van het volledige register van de aandelen op naam.
Artikel 8 – Andere effecten
De Vennootschap mag alle effecten uitgeven die niet door
of krachtens de wet zijn verboden, met uitzondering van
winstbewijzen en soortgelijke effecten en onder voorbehoud van
de specifieke bepalingen van de GVV wetgeving en de statuten.
Deze effecten kunnen de vormen aannemen waarin het Wetboek
van vennootschappen en verenigingen voorziet.
Artikel 9 – Notering op de beurs en openbaarheid van de
belangrijke deelnemingen
De aandelen van de Vennootschap moeten worden toegelaten
tot de verhandeling op een Belgische gereglementeerde markt,
overeenkomstig de GVV wetgeving.
De drempels waarvan de overschrijding aanleiding geeft tot een
kennisgevings verplichting ingevolge de wetgeving inzake de
openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten
waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een
gereglementeerde markt, worden bepaald op 3%, 5% en elk
veelvoud van 5% van het totaal aantal der bestaande stemrechten.
Behoudens de in de wet voorziene uitzonderingen, kan niemand
deelnemen aan de stemming in de algemene vergadering van de
Vennootschap met meer stemrechten dan diegene verbonden aan
de effecten waarvan hij, in overeenstemming met de wet, minstens
twintig (20) dagen voor de datum van de algemene vergadering
kennis heeft gegeven ze in bezit te hebben. De stemrechten
verbonden aan deze niet gemelde aandelen zijn geschorst.
Artikel 10 - Bestuur
10.1. De Vennootschap wordt bestuurd door een enige bestuurder,
aangeduid in de huidige statuten. De enige bestuurder van de
Vennootschap is een naamloze vennootschap, die voldoet aan de
wettelijke vereisten. De enige bestuurder is het bestuursorgaan
als bedoeld elders in deze statuten.
10.2. Is benoemd als enige bestuurder tot en met 30 september
2026: met name de naamloze vennootschap Montea Management,
met zetel te 9320 Erembodegem, Industrielaan 27, opgenomen
in het rechtspersonenregister bij de Kruispuntbank van Onder-
nemingen onder het nummer 0882.872.026 (RPR Gent, afdeling
Dendermonde).
10.3. De raad van bestuur van de enige bestuurder telt minstens
drie onafhankelijke bestuurders overeenkomstig de toepasselijke
wetgeving.
De leden van de bestuursorganen van de enige bestuurder moeten
natuurlijke personen zijn; zij moeten voldoen aan de eisen van
betrouwbaarheid en deskundigheid zoals voorzien in de GVV
wetgeving en mogen niet binnen de werkingssfeer van de in de
GVV wetgeving vastgelegde verbodsbepalingen vallen.
10.4. De benoeming van de enige bestuurder wordt voor-
afgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan de Autoriteit voor
Financiële Diensten en Markten (FSMA).
10.5. De enige bestuurder is niet hoofdelijk en onbeperkt
aansprakelijk voor de verbintenissen van de Vennootschap.
Artikel 11 – Einde van het mandaat van de enige bestuurder
11.1. De statutair benoemde enige bestuurder is vast benoemd
en zijn aanstelling is niet herroepbaar zonder zijn instemming,
behalve in de gevallen die bij wet niet kunnen worden uitgesloten.
11.2. De functies van de enige bestuurder nemen een einde in de
volgende gevallen:
het verstrijken van de duur van zijn mandaat;
het ontslag: de enige bestuurder kan enkel ontslag
nemen indien dit ontslag mogelijk is in het kader van
zijn verbintenissen die hij tegenover de Vennootschap
heeft genomen en in de mate hij de Vennootschap niet in
moeilijkheden brengt; zijn ontslag moet bekend gemaakt
worden door de oproeping van een algemene vergadering
met als agenda de vaststelling van het ontslag en de te
nemen maatregelen; deze algemene vergadering zal moeten
samenkomen minstens één maand voordat het ontslag
uitwerking heeft;
de ontbinding, de faillietverklaring of elke andere
gelijkaardige procedure met betrekking tot de enige
bestuurder;
het verlies, in hoofde van alle leden van de organen van
bestuur van de enige bestuurder, van de vereisten van
betrouwbaarheid, bekwaamheid en ervaring vereist door de
GVV wetgeving; in dit geval moet de enige bestuurder of de
commissaris een algemene vergadering bijeenroepen met
als agenda de eventuele vaststelling van het verlies van de
vereisten en de te nemen maatregelen; deze vergadering
moet binnen de zes (6) weken samenkomen; indien slechts
één of meerdere leden van de organen van bestuur van
de enige bestuurder niet meer aan de bovenvermelde
vereisten voldoen, dient de enige bestuurder hen binnen de
maand te vervangen; na deze termijn, zal de vergadering
van de Vennootschap zoals hierboven beschreven bijeen-
geroepen worden; dit alles in het één of ander geval,
onder voorbehoud van de maatregelen die de FSMA zou
treffen krachtens de bevoegdheden voorzien door de GVV
wetgeving;
het verbod in de zin van artikel 15 van de GVV wet die alle
leden van de organen van bestuur van de enige bestuurder
zou treffen; in dit geval moet de enige bestuurder of de
commissaris de algemene vergadering oproepen met als
agenda de vaststelling van het verlies van die vereisten en
de te nemen beslissingen; deze vergadering moet binnen de
maand plaatsvinden; indien slechts één of meerdere leden
van de organen van bestuur van de enige bestuurder niet
meer aan de bovenvermelde vereisten voldoen, dient de
enige bestuurder hem of hen binnen de maand te vervangen;
na deze termijn, zal de vergadering van de Vennootschap
zoals hierboven beschreven bijeengeroepen worden; dit
alles in het één of ander geval, onder voorbehoud van
de maatregelen die de FSMA zou treffen krachtens de
bevoegdheden voorzien door de GVV wetgeving.
11.3. In geval van beëindiging van de functies van de enige
bestuurder, wordt de Vennootschap niet ontbonden. Tenzij
reeds een opvolger werd benoemd in deze statuten, wordt deze
enige bestuurder door de algemene vergadering vervangen,
beraadslagend zoals voor een statutenwijziging, op oproeping
door de commissaris of bij gebreke hieraan door een op
verzoek van iedere belanghebbende door de voorzitter van de
ondernemingsrechtbank aangestelde voorlopig bewindvoerder.
Binnen vijftien (15) dagen na zijn aanstelling roept de voorlopig
bewindvoerder de algemene vergadering bijeen op de wijze door
de statuten bepaald. Hij is dan niet verder aansprakelijk voor de
uitvoering van zijn opdracht.
De voorlopig bewindvoerder verricht de dringende daden van
louter beheer tot aan de eerste algemene vergadering.
Artikel 12 – Notulen
De beslissingen van de enige bestuurder worden vastgelegd in
door hem ondertekende notulen.
Deze notulen worden opgenomen in een bijzonder register. De
delegaties, evenals adviezen en stemmen die schriftelijk worden
uitgebracht of andere documenten worden er aangehecht.
De afschriften of uittreksels in rechte of elders voor te leggen
worden ondertekend door de enige bestuurder.
Artikel 13 – Bezoldiging van de enige bestuurder
13.1. De enige bestuurder zal een vergoeding ontvangen,
vastgesteld conform de modaliteiten die hierna worden
gedefinieerd overeenkomstig de GVV wetgeving. Hij zal bovendien
recht hebben op de terugbetaling van de kosten verbonden aan
zijn opdracht.
13.2. Het vast gedeelte van de bezoldiging van de statutaire
enige bestuurder wordt jaarlijks vastgesteld door de algemene
vergadering van de Vennootschap. Deze bezoldiging zal op
jaarbasis niet minder dan vijftienduizend euro (€ 15.000,00)
bedragen. Het variabel statutair gedeelte is gelijk aan nul
komma vijfentwintig procent (0,25%) van het geconsolideerde
netto resultaat van de Vennootschap, met uitsluiting van alle
schommelingen van de reële waarde van de activa en de
afdekkingsinstrumenten.
13.3. De berekening van de vergoeding is onderworpen aan de
controle van de commissaris.
Artikel 14 - Bevoegdheden van de enige bestuurder
14.1. De enige bestuurder bezit de meest uitgebreide
bevoegdheden om alle handelingen te verrichten die noodzakelijk
of nuttig zijn voor de verwezenlijking van het voorwerp met
uitzondering van de handelingen die door de wet of door de
statuten voor de algemene vergadering zijn gereserveerd.
14.2. De enige bestuurder stelt de halfjaar verslagen op evenals
het jaarverslag.
14.3. De enige bestuurder stelt een of meerdere onafhankelijke
waarderingsdeskundige(n) aan in overeenstemming met de GVV
wetgeving en stelt desgevallend elke wijziging voor aan de lijst van
deskundigen die is opgenomen in het dossier dat bij de aanvraag
om erkenning als GVV is gevoegd.
370 371
14.4. De enige bestuurder kan aan elke lasthebber, zijn
bevoegdheden met betrekking tot bijzondere en specifieke
doeleinden geheel of gedeeltelijk overdragen.
De enige bestuurder kan in overeenstemming met de GVV
wetgeving, de vergoeding vaststellen van elke lasthebber aan wie
bijzondere bevoegdheden werden toegekend. De enige bestuurder
kan het mandaat van deze lasthebber(s) te allen tijde herroepen.
Artikel 15 – Adviserende en gespecialiseerde comités
De raad van bestuur van de enige bestuurder richt in zijn midden
een auditcomité alsook een benoemings- en remuneratiecomité
op, en omschrijft hun samenstelling, hun opdrachten en
bevoegdheden.
De raad van bestuur van de enige bestuurder kan onder zijn
verantwoordelijkheid één of meerdere consultatieve comités
oprichten, waarvan hij de samenstelling en de opdracht vaststelt.
Artikel 16 – Effectieve leiding
Onverminderd de overgangsbepalingen, wordt de effectieve leiding
van de Vennootschap toevertrouwd aan minstens twee natuurlijke
personen.
De met de effectieve leiding belaste personen moeten voldoen aan
de eisen van betrouw baarheid en deskundigheid zoals voorzien in
de GVV wetgeving en mogen niet binnen de werkingssfeer van de
in de GVV wetgeving vastgelegde verbodsbepalingen vallen.
De benoeming van de effectieve leiders wordt voorafgaandelijk ter
goedkeuring voorgelegd aan de FSMA.
Artikel 17 – Vertegenwoordiging van de Vennootschap en
ondertekening van akten
Behoudens bijzondere bevoegdheidsdelegatie door de enige
bestuurder, wordt de Vennootschap geldig vertegenwoordigd
in alle handelingen, met inbegrip van diegene waaraan een
openbaar of ministerieel ambtenaar zijn medewerking verleent,
evenals in rechte, hetzij als eiser hetzij als verweerder, door
de enige bestuurder, op zijn beurt vertegenwoordigd door zijn
vaste vertegenwoordiger. De Vennootschap is tevens geldig
vertegenwoordigd door bijzondere volmachthebbers van de
Vennootschap binnen de grenzen van het mandaat dat hen tot dien
einde is toevertrouwd door de enige bestuurder.
Artikel 18 – Revisoraal toezicht
De Vennootschap wijst één of meer commissarissen aan die
de functies uitoefenen waarmee ze worden belast krachtens
het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en de GVV
wetgeving.
De commissaris moet erkend zijn door de FSMA.
Artikel 19 – Bijeenkomst
De jaarlijkse algemene vergadering komt samen op de derde (3de)
dinsdag van de maand mei om tien (10) uur.
Indien deze dag een wettelijke feestdag is, wordt de vergadering
op de eerstvolgende werkdag gehouden op hetzelfde uur (een
zaterdag of een zondag zijn geen werkdagen).
De gewone of buitengewone algemene vergaderingen worden
gehouden op de plaats aangeduid in de oproeping.
De drempel vanaf wanneer één of meerdere aandeelhouders een
oproeping van een algemene vergadering mogen eisen om er
één of meerdere voorstellen voor te leggen, en dit conform het
Wetboek van vennootschappen en verenigingen, is vastgelegd op
maximum tien procent (10%) van het kapitaal.
Eén of meer aandeelhouders die samen ten minste drie procent
(3%) van het kapitaal van de Vennootschap bezitten, kunnen
in overeenstemming met de bepalingen van het Wetboek van
vennootschappen en verenigingen vragen dat te bespreken
onderwerpen worden opgenomen op de agenda van gelijk welke
algemene vergadering en kunnen voorstellen van beslissing
indienen met betrekking tot te bespreken onderwerpen die op de
agenda zijn of zullen worden ingeschreven.
Artikel 20 – Deelname aan de vergadering
Het recht om aan een algemene vergadering deel te nemen
en er het stemrecht uit te oefenen, is afhankelijk gemaakt
van de boekhoudkundige registratie van de aandelen op naam
van de aandeelhouder op de veertiende dag voorafgaand aan
de algemene vergadering om vierentwintig uur (Belgische
tijd) (hierna de ‘registratiedatum’ genoemd), hetzij door hun
inschrijving in het register van de aandelen op naam van de
Vennootschap, hetzij door hun inschrijving op de rekeningen van
een erkende rekeninghouder of van een vereffeningsinstelling,
ongeacht het aantal aandelen in het bezit van de aandeelhouder
op de dag van de algemene vergadering.
De eigenaars van gedematerialiseerde aandelen die aan de
vergadering wensen deel te nemen, moeten een attest overleggen
dat door hun erkende rekeninghouder of vereffeningsinstelling
werd afgegeven en waaruit blijkt hoeveel gedematerialiseerde
aandelen er op de registratiedatum in hun rekeningen
zijningeschreven op naam van de aandeelhouder, en waarvoor
de aandeelhouder heeft aangegeven te willen deelnemen aan
de algemene vergadering. Zij delen het attest mee aan de
Vennootschap of aan de persoon die de Vennootschap daartoe
heeft aangewezen, alsook hun wens om deel te nemen aan de
algemene vergadering, in voorkomend geval door het sturen
van een volmacht, ten laatste op de zesde dag voorafgaand aan
de datum van de algemene vergadering via het e-mailadres van
de Vennootschap of via het e- mailadres specifiek vermeld in de
oproeping.
De eigenaars van aandelen op naam die aan de vergadering
wensen deel te nemen, moeten de Vennootschap, of de persoon
die zij daartoe heeft aangewezen, uiterlijk de zesde (6de) dag
voorafgaand aan de datum van de vergadering op de hoogte
brengen van hun voornemen, via het e-mailadres van de
Vennootschap of via het e-mailadres specifiek vermeld in de
oproeping, of, in voorkomend geval, door het sturen van een
volmacht.
Artikel 21 – Stemming door volmacht
Elke eigenaar van effecten die recht geven op deelname aan
de vergadering, kan zich laten vertegenwoordigen door een
lasthebber, die al of niet een aandeelhouder kan zijn.
De aandeelhouder kan voor een bepaalde algemene vergadering
slechts één persoon als lasthebber aanwijzen, behoudens de in
het Wetboek van vennootschappen en verenigingen voorziene
afwijkingen.
De volmacht moet door de aandeelhouder worden ondertekend
en moet ten laatste de zesde dag voorafgaand aan de algemene
vergadering worden meegedeeld aan de Vennootschap via het
e-mailadres van de Vennootschap of via het e-mailadres specifiek
vermeld in de oproeping.
Het bestuursorgaan kan een volmachtformulier opmaken.
Indien meerdere personen zakelijke rechten bezitten op eenzelfde
aandeel, kan de Vennootschap de uitoefening van het stemrecht
verbonden aan dit aandeel schorsen tot één persoon als titularis is
aangeduid voor de uitoefening van het stemrecht.
Artikel 22 - Bureau
Alle algemene vergaderingen worden voor gezeten door de
voorzitter van de raad van bestuur van de enige bestuurder of
bij zijn ontstentenis door degene aangesteld door de aanwezige
bestuurders.
De Voorzitter wijst de secretaris en de stem opnemer aan, die geen
aandeelhouder moeten zijn. Die twee functies kunnen uitgeoefend
worden door één persoon.De voorzitter, de secretaris en de
stemopnemer vormen samen het bureau.
Artikel 23 - Aantal stemmen
De aandelen geven elk recht op één (1) stem, onder voorbehoud
van de gevallen van opschorting van het stemrecht voorzien in het
Wetboek van vennootschappen en verenigingen of enige andere
toepasselijke wet.
Artikel 24 - Beraadslaging
De algemene vergadering kan geldig beraadslagen en
stemmen, ongeacht het deel van het kapitaal dat aanwezig of
vertegenwoordigd is, behalve in de gevallen waarin het Wetboek
van vennootschappen en verenigingen een aanwezigheidsquorum
oplegt op voorwaarde dat de enige bestuurder aanwezig of
vertegen woordigd is. Indien de enige bestuurder niet aanwezig of
vertegenwoordigd is, dan moet de algemene vergadering opnieuw
worden bijeen geroepen en beraadslaagt en stemt de tweede
vergadering op geldige wijze ongeacht of de enige bestuurder
aanwezig of vertegenwoordigd is op deze tweede vergadering.
De algemene vergadering kan slechts geldig beraadslagen over
wijzigingen aan de statuten indien ten minste de helft van het
kapitaal aanwezig of vertegenwoordigd is.
Indien deze voorwaarde niet vervuld is, dan moet de algemene
vergadering opnieuw worden bijeengeroepen en beslist de
tweede vergadering op geldige wijze ongeacht het deel van het
kapitaal dat de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders
vertegenwoordigen.
De besluiten van de algemene vergadering met betrekking tot
een statutenwijziging, uitkeringen aan de aandeelhouders of het
ontslag van de enige bestuurder, worden slechts geldig genomen
mits instemming van de enige bestuurder.
De algemene vergadering kan niet beraadslagen over de punten
die niet op de agenda voorkomen.
Behoudens andersluidende wettelijke bepaling wordt elke
beslissing door de algemene vergadering genomen bij
gewone meerderheid van de stemmen, ongeacht het aantal
vertegenwoordigde aandelen. Blanco of ongeldige stemmen
kunnen niet worden toegevoegd aan het aantal uitgebrachte
stemmen.
Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.
Iedere wijziging van de statuten is slechts toegelaten indien ze
wordt goedgekeurd door ten minste drie vierde (3/4de) van de
stemmen of, indien het gaat om de wijziging van het voorwerp
of de doelen van de Vennootschap, door vier vijfde (4/5de) van de
uitgebrachte stemmen, waarbij onthoudingen noch in de teller
noch in de noemer worden meegerekend. Stemmen gebeurt door
372 373
handopsteking of naamafroeping, tenzij de algemene vergadering
een andere beslissing neemt bij gewone meerderheid van de
uitgebrachte stemmen.
Ieder ontwerp van statutenwijziging moet voorafgaandelijk worden
voorgelegd aan de FSMA.
Een aanwezigheidslijst met de namen van de aandeelhouders en
het aantal aandelen wordt ondertekend door elk van hen of door
een vertegenwoordiger, alvorens de zitting begint.
Artikel 25 – Stemming op afstand
De aandeelhouders zullen gemachtigd zijn om per brief te
stemmen op afstand, door middel van een formulier opgemaakt
en ter beschikking gesteld door de Vennootschap, indien
het bestuursorgaan hiertoe de toelating heeft gegeven in de
oproepingsbrief. Dit formulier moet verplicht de datum en de
plaats van de vergadering vermelden, de naam of benaming
van de aandeelhouder en zijn woonplaats of zetel, het aantal
stemmen waarmee de aandeelhouder wil stemmen op de
algemene vergadering, de vorm van de aandelen die hij bezit,
de agendapunten van de vergadering (inclusief de voorstellen
van beslissing), een ruimte die toelaat te stemmen voor of
tegen elke beslissing dan wel om zich te onthouden, evenals de
termijn waarbinnen het stemformulier bij de Vennootschap moet
toekomen. Het formulier moet uitdrukkelijk vermelden dat het
moet worden getekend en moet toekomen aan de Vennootschap
uiterlijk de zesde dag voorafgaand aan de datum van de
vergadering op de wijze zoals meegedeeld in de oproepingsbrief.
Overeenkomstig artikel 7:137 van het Wetboek van
vennootschappen en verenigingen, kan de het bestuursorgaan
voorzien dat elke aandeelhouder en elke andere effectenhouder
bedoeld in artikel 7:137 van het Wetboek van vennootschappen
en verenigingen eveneens op afstand kan deelnemen aan
de algemene vergadering via een door de vennootschap
ter beschikking gesteld elektronisch communicatiemiddel.
Aandeelhouders die op deze manier deelnemen aan de
algemene vergadering, worden voor de vervulling van de
voorwaarden inzake meerderheid en aanwezigheid geacht
aanwezig te zijn op de plaats waar de vergadering gehouden
wordt. Het elektronisch communicatiemiddel waarvan hiervoor
sprake moet de vennootschap toelaten de hoedanigheid en
de identiteit van de aandeelhouder te controleren volgens de
door het bestuursorgaan bepaalde modaliteiten. Deze kan
alle bijkomende voorwaarden stellen om de veiligheid van
het elektronische communicatiemiddel te waarborgen. Het
elektronische communicatiemiddel moet de in het eerste
lid bedoelde effectenhouders ten minste in staat stellen om
rechtstreeks, gelijktijdig en ononderbroken kennis te nemen
van de besprekingen tijdens de vergadering en, wat de
aandeelhouders betreft, om het stemrecht uit te oefenen met
betrekking tot alle punten waarover de vergadering zich dient uit
te spreken. Het bestuursorgaan kan voorzien dat het elektronische
communicatiemiddel bovendien in staat stelt om deel te nemen
aan de beraadslagingen en om vragen te stellen. Indien het
bestuursorgaan gebruik maakt van de mogelijkheid om op afstand
deel te nemen aan de algemene vergadering door middel van
een elektronisch communicatiemiddel, vermeldt de oproeping
tot de algemene vergadering de toepasselijke procedures en
modaliteiten.
Artikel 26 - Notulen
De notulen van de algemene vergadering worden ondertekend
door de leden van het bureau en door de aandeelhouders die erom
verzoeken. De afschriften of uittreksels van de notulen die moeten
dienen in rechte of anderzijds worden ondertekend door de enige
bestuurder.
TITEL V – BOEKJAAR – JAARREKENING - DIVIDENDEN –
JAARVERSLAG
Artikel 27 – Boekjaar - jaarrekening
Het boekjaar vangt aan op 1 januari en eindigt op 31 december
van elk jaar. Op het einde van elk boekjaar worden de boeken
en boekhoudkundige verrichtingen afgesloten en maakt het
bestuursorgaan een inventaris alsook de jaarrekening op.
Het bestuursorgaan stelt een verslag op (het jaarverslag), waarin
de raad van bestuur verantwoording aflegt voor zijn bestuur. De
commissaris stelt met het oog op de algemene jaarvergadering
een schriftelijk en omstandig verslag op (het controleverslag).
Artikel 28 – Dividenden
De Vennootschap moet aan haar aandeelhouders en binnen de
door het Wetboek van vennootschappen en de GVV wetgeving
bepaalde grenzen, een dividend uitkeren waarvan het
minimumbedrag is voorgeschreven door de GVV wetgeving.
Artikel 29 - Interimdividenden
Het bestuursorgaan kan onder zijn verantwoordelijkheid besluiten
tot de uitkering van interimdividenden, in de gevallen en binnen de
termijnen toegestaan door de wet.
Artikel 30 - Terbeschikkingstelling van de jaar – en
halfjaarverslagen
De jaar- en halfjaarverslagen van de Vennootschap, die de
statutaire en geconsolideerde jaarlijkse en halfjaarlijkse
rekeningen van de Vennootschap bevatten evenals het verslag van
de commissaris, worden ter beschikking van de aandeelhouders
gesteld in overeenstemming met de bepalingen die van toepassing
zijn op de emittenten van financiële instrumenten die toegelaten
zijn tot verhandeling op een gereglementeerde markt en met de
GVV wetgeving.
De jaar- en halfjaarverslagen van de Vennootschap worden op de
website van de Vennootschap gepubliceerd.
De aandeelhouders kunnen een gratis exemplaar van de jaar- en
halfjaarverslagen krijgen op de zetel van de Vennootschap.
TITEL VI – ONTBINDING – VEREFFENING
Artikel 31 – Verlies van kapitaal
In geval het kapitaal met de helft of drie vierde verminderd is,
moet het bestuursorgaan aan de algemene vergadering de vraag
tot ontbinding voorleggen ingevolge en volgens de voorwaarden
bepaald in het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
Artikel 32 – Benoeming en bevoegdheden van de vereffenaars
In geval van ontbinding van de Vennootschap, om welke reden ook
en op welk ogenblik ook, geschiedt de vereffening door de enige
bestuurder die een vergoeding zal ontvangen overeenkomstig deze
van artikel 13 van de statuten.
In het geval de enige bestuurder deze opdracht niet aanvaardt, zal
er tot de vereffening worden overgegaan door één of meerdere
vereffenaars, welke natuurlijke rechtspersonen kunnen zijn en
die benoemd zullen worden door de algemene vergadering van
aandeelhouders.
Indien uit de staat van activa en passiva opgemaakt
overeenkomstig het Wetboek van vennootschappen en
verenigingen, blijkt dat niet alle schuldeisers volledig kunnen
worden terugbetaald, moet de benoeming van de vereffenaars in
de statuten of door de algemene vergadering aan de voorzitter van
de rechtbank ter bevestiging worden voorgelegd. Deze bevestiging
is evenwel niet vereist indien uit die staat van activa en passiva
blijkt dat de Vennootschap enkel schulden heeft ten aanzien van
haar aandeelhouders en alle aandeel houders die schuldeiser zijn
van de Vennootschap schriftelijk bevestigen akkoord te gaan met
de benoeming.
Worden geen vereffenaars benoemd of aangewezen, dan wordt
de enige bestuurder, ten aanzien van derden als vereffenaar van
rechtswege beschouwd, evenwel zonder de bevoegd heden die
de wet en de statuten met betrekking tot de verrichtingen van de
vereffening toekennen aan de vereffenaar benoemd in de statuten,
door de algemene vergadering of door de rechtbank.
ln voorkomend geval bepaalt de algemene vergadering de
vergoeding van de vereffenaars.
De vereffening van de Vennootschap wordt afgesloten
overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van
vennootschappen en verenigingen.
Artikel 33 - Verdeling
De verdeling aan de aandeelhouders zal pas plaatsvinden na de
vergadering tot sluiting van de vereffening.
Tenzij in geval van een fusie, wordt het netto- actief van de
Vennootschap, na aanzuivering van alle schulden of een
consignatie van de hiervoor noodzakelijke sommen, eerst
aangewend om het volgestorte kapitaal terug te betalen en
het eventuele saldo wordt gelijkmatig verdeeld tussen alle
aandeelhouders van de Vennootschap, in verhouding met het
aantal aandelen dat ze bezitten.
TITEL VII – ALGEMENE EN OVERGANGS BEPALINGEN
Artikel 34 – Keuze van woonplaats
Voor de uitvoering van de statuten wordt de enige bestuurder en
elke aandeelhouder die gedomicilieerd is in het buitenland, elke
commissaris, directeur, vereffenaar, geacht woonplaats te kiezen
in België. Indien dit niet gebeurt, wordt hij geacht woonplaats
te hebben gekozen op de zetel van de Vennootschap waar alle
mededelingen, aanmaningen, dagvaardingen en betekeningen aan
hem geldig kunnen worden gedaan.
De houders van aandelen op naam moeten elke verandering
van woonplaats aan de Vennootschap melden. Indien dit niet
gebeurt, gebeuren alle mededelingen, oproepingen of officiële
kennisgevingen geldig op de laatst gekende woonplaats.
Artikel 35 – Rechtsbevoegdheid
Voor alle geschillen tussen de Vennootschap, haar
aandeelhouders, obligatiehouders, enige bestuurder,
commissarissen en vereffenaars met betrekking tot de
zaken van de Vennootschap en tot uitvoering van deze
statuten, wordt de uitsluitende bevoegdheid verleend aan de
ondernemingsrechtbanken van de zetel van de Vennootschap
tenzij de Vennootschap er uitdrukkelijk aan verzaakt.
Artikel 36 – Gemeen recht
De bepalingen van deze statuten die strijdig zouden zijn met de
dwingende bepalingen van de GVV wetgeving of enige andere
toepasselijke wetgeving, worden voor niet geschreven gehouden.
De nietigheid van één artikel of van een deel van een artikel van
deze statuten zal geen uitwerking hebben op de geldigheid van de
andere (delen van) statutaire clausules.”
374 375
ID Logistics, Alkmaar, Nederland
Bestaande portefeuille
376 377
10.10 Concordantietabel
van het universeel
registratiedocument
Deze concordantietabel bevat de rubrieken voorzien in de
BijlagenI en II van de Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/980
van de Commissie van 14.03.2019 en verwijst naar de bladzijden
van dit universeel registratiedocument waarin de informatie over
elk van deze rubrieken wordt vermeld.
AFDELING 1
VERANTWOORDELIJKE PERSONEN, INFORMATIE VAN
DERDEN, DESKUNDIGENVERSLAGEN EN GOEDKEURING
DOOR DE BEVOEGDE AUTORITEIT
BLZ.
Rubriek 1.1 Identificeer alle personen die verantwoordelijk zijn voor de in het
registratiedocument verstrekte informatie of bepaalde gedeelten
daarvan. In dat geval worden deze gedeelten vermeld. Ingeval het
natuurlijke personen betreft, met inbegrip van leden van de bestuurs-,
leidinggevende of toezichthoudende organen van de uitgevende instelling,
worden naam en functie van deze personen vermeld. Ingeval het
rechtspersonen betreft, worden naam en statutaire zetel vermeld.
Sectie 10.8 pag. 361
Rubriek 1.2 Verklaring van de voor het registratiedocument verantwoordelijke
personen dat, voor zover hun bekend, de informatie in het
registratiedocument in overeenstemming is met de werkelijkheid en dat
in het registratiedocument geen gegevens zijn weggelaten waarvan de
vermelding de strekking van het registratiedocument zou wijzigen.
In voorkomend geval, een verklaring van de voor bepaalde delen van het
registratiedocument verantwoordelijke personen dat, voor zover hun
bekend, de informatie in de delen van het registratiedocument waarvoor zij
verantwoordelijk zijn, in overeenstemming is met de werkelijkheid en dat
in die delen van het registratiedocument geen gegevens zijn weggelaten
waarvan de vermelding de strekking van die delen zou wijzigen.
Sectie 10.8 pag. 362
Rubriek 1.3 Ingeval in het registratiedocument een verklaring of verslag is
opgenomen afkomstig van een persoon handelend in de hoedanigheid
van een deskundige, worden voor die persoon de volgende gegevens
verstrekt: a) naam; b) kantooradres; c) kwalificaties; d) zijn
eventuele wezenlijke belangen in de uitgevende instelling.
Indien de verklaring of het verslag op verzoek van de uitgevende instelling
is opgesteld, moet worden vermeld dat die verklaring of dat verslag in het
registratiedocument is opgenomen met de toestemming van de persoon
die de inhoud van het desbetreffende gedeelte van het registratiedocument
voor de opneming in het prospectus heeft goedgekeurd.
Secties 10.2 en 10.3 p. 357
Rubriek 1.4 Wanneer van een derde afkomstige informatie is opgenomen, wordt
bevestigd dat deze informatie correct is weergegeven en dat, voor zover
de uitgevende instelling weet en heeft kunnen opmaken uit door de
betrokken derde gepubliceerde informatie, geen feiten zijn weggelaten
waardoor de weergegeven informatie onjuist of misleidend zou worden.
Tevens moet(en) de informatiebron(nen) worden vermeld.
Sectie 10.8.3 pag. 362
Rubriek 1.5 Een verklaring dat: a) het universele registratiedocument is gedeponeerd bij
[naam van de bevoegde autoriteit], als bevoegde autoriteit overeenkomstig
Verordening (EU) 2017/1129 zonder voorafgaande goedkeuring overeenkomstig
artikel 9 van Verordening (EU) 2017/1129; b) het universele registratiedocument
mag worden gebruikt met het oog op een aanbieding van effecten aan het
publiek of de toelating van effecten tot de handel op een gereglementeerde
markt, mits het, in voorkomend geval, samen met eventuele wijzigingen en een
overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1129 goedgekeurde verrichtingsnota
en samenvatting door [naam van de bevoegde autoriteit] is goedgekeurd.
Sectie 10.8.2 p. 360
AFDELING 2 MET DE WETTELIJKE CONTROLE BELASTE ACCOUNTANTS BLZ.
Rubriek 2.1 Naam en adres van de accountants van de uitgevende instelling gedurende
het tijdvak dat door de historische financiële informatie wordt bestreken
(met vermelding van hun lidmaatschap van een beroepsorganisatie).
Sectie 10.2 p. 357
Rubriek 2.2 Indien accountants tijdens het door de historische financiële
informatie bestreken tijdvak ontslag hebben genomen, dan wel
ontslagen of niet opnieuw benoemd zijn, moeten ter zake nadere
bijzonderheden worden verstrekt indien zulks van betekenis is.
Niet van toepassing
AFDELING 3 RISICOFACTOREN BLZ.
Rubriek 3.1 Een beschrijving van de belangrijke risico’s die specifiek zijn voor de uitgevende
instelling, in een beperkt aantal categorieën, in een afzonderlijke rubriek met
als titel „Risicofactoren”. In elke categorie worden eerst de belangrijkste risico’s
uiteengezet volgens de beoordeling van de uitgevende instelling, de aanbieder
of de aanvrager van een toelating tot de handel op een gereglementeerde
markt, waarbij rekening wordt gehouden met het negatieve effect op de
uitgevende instelling en de waarschijnlijkheid dat ze zich zullen voordoen.
De risico’s worden bevestigd door de inhoud van het registratiedocument.
Sectie 7 pag. 179 ev.
AFDELING 4 GEGEVENS OVER DE UITGEVENDE INSTELLING BLZ.
Rubriek 4.1 Officiële en handelsnaam van de uitgevende instelling. Sectie 10 pag. 352
Rubriek 4.2 De plaats van registratie van de uitgevende instelling, haar registratienummer
en identificatiecode voor juridische entiteiten (legal entity identifier — LEI).
Sectie 10 pag. 352
Rubriek 4.3 Datum van oprichting en duur van de uitgevende instelling
indien zij niet voor onbepaalde tijd is opgericht.
Sectie 10 pag. 352
Rubriek 4.4 De vestigingsplaats en rechtsvorm van de uitgevende instelling, de wetgeving
waaronder de uitgevende instelling werkt, het land van oprichting van de
uitgevende instelling, en adres en telefoonnummer van haar statutaire zetel
(of plaats van hoofdvestiging indien deze afwijkt van die van de statutaire
zetel) en in voorkomend geval website van de uitgevende instelling, met een
disclaimer dat de informatie op de website geen deel vormt van het prospectus
tenzij die informatie via verwijzingen in het prospectus is opgenomen.
Sectie 10 pag. 352
AFDELING 5 OVERZICHT VAN DE BEDRIJFSACTIVITEITEN BLZ.
Rubriek 5.1 Belangrijkste activiteiten Sectie 2 pag. 22 ev.
Rubriek 5.1.1 Beschrijving van (en voornaamste factoren die verband houden met)
de aard van de werkzaamheden en belangrijkste activiteiten van de
uitgevende instelling, met vermelding van de belangrijkste categorieën
verkochte producten en/of verrichte diensten voor elk boekjaar van het
tijdvak dat door de historische financiële informatie wordt bestreken;
Sectie 2 pag. 22 ev.
378 379
Rubriek 5.1.2 Vermelding van de van belang zijnde nieuwe producten en/of diensten die op
de markt zijn gebracht en, voor zover de ontwikkeling van nieuwe producten
of diensten openbaar is gemaakt, de stand van hun ontwikkeling.
Sectie 2 pag. 22 ev.
Rubriek 5.2 Belangrijkste markten: Beschrijving van de belangrijkste markten
waarop de uitgevende instelling concurreert, met inbegrip van een
uitsplitsing van de totale opbrengsten naar operationele segmenten
en naar geografische markten voor elk boekjaar van het tijdvak dat
door de historische financiële informatie wordt bestreken.
Sectie 4 pag. 100 - 101
en p. 108 - 111
Rubriek 5.3 De belangrijke gebeurtenissen in de ontwikkeling van de
bedrijfsactiviteiten van de uitgevende instelling.
Sectie 4 pag. 100 ev.
Rubriek 5.4 Strategie en doelstellingen: Een omschrijving van de bedrijfsstrategie en
-doelstellingen van de uitgevende instelling, zowel financieel als niet-financieel
(in voorkomend geval). In deze omschrijving wordt rekening gehouden met
toekomstige uitdagingen en vooruitzichten van de uitgevende instelling.
Sectie 4 pag. 100 ev.
Rubriek 5.5 Indien dit van betekenis is voor de bedrijfsactiviteiten of de rentabiliteit
van de uitgevende instelling, wordt beknopte informatie verstrekt over de
afhankelijkheid van de uitgevende instelling van octrooien en licenties, industriële,
commerciële en financiële overeenkomsten of nieuwe fabricageprocédés.
Niet van toepassing
Rubriek 5.6 Vermelding van de aan verklaringen van de uitgevende instelling ten aanzien
van haar concurrentiepositie ten grondslag liggende elementen.
Niet van toepassing
Rubriek 5.7 Investeringen Sectie 3.1 pag. 40 ev.
Rubriek 5.7.1 Beschrijving (met vermelding van het bedrag) van de essentiële
investeringen van de uitgevende instelling die zijn gerealiseerd
in elk boekjaar van het door de historische financiële informatie
bestreken tijdvak tot aan de datum van het registratiedocument.
Sectie 3.1 pag. 40 ev.
Rubriek 5.7.2 Beschrijving van alle essentiële investeringen van de uitgevende instelling die
in uitvoering zijn of waarvoor reeds vaste verbintenissen zijn aangegaan, met
inbegrip van de geografische verdeling van deze investeringsbedragen (binnen- en
buitenland) en van de wijze van financiering (al dan niet zelffinanciering).
Sectie 3.1 pag. 40 ev.
Rubriek 5.7.3 Informatie over de joint ventures en ondernemingen waarvan de
uitgevende instelling een deel van het kapitaal bezit, die een belangrijke
invloed kunnen hebben op de beoordeling van het vermogen, de
financiële positie of de resultaten van de uitgevende instelling.
Sectie 10.1 pag. 353 - 356
Rubriek 5.7.4 Beschrijving van eventuele milieuaspecten die van invloed kunnen zijn op
het gebruik van de materiële vaste activa door de uitgevende instelling.
Sectie 3 pag. 38 ev.
AFDELING 6 ORGANISATIESTRUCTUUR BLZ.
Rubriek 6.1
Indien de uitgevende instelling deel uitmaakt van een groep, beknopte
beschrijving van deze groep en van de plaats die zij daarin inneemt.
Dit kan in de vorm van, of vergezeld gaan van, een diagram van de
organisatiestructuur indien dit nuttig is om de structuur te verduidelijken.
Sectie 10 pag. 353 - 356
Rubriek 6.2 Lijst van belangrijke dochterondernemingen van de uitgevende instelling,
met vermelding van de naam, het land van oprichting of vestiging, het
percentage van de eigendomsbelangen en, indien dit verschillend is, het
percentage van de stemrechten waarover de uitgevende instelling beschikt.
Sectie 10 pag. 353 - 356
AFDELING 7 BEDRIJFSRESULTATEN EN FINANCIËLE TOESTAND BLZ.
Rubriek 7.1 Financiële toestand Sectie 4.1 pag. 100 e.v.
Rubriek 7.1.1 Voor zover dit niet elders in het registratiedocument aan de orde komt en voor
zover zulks noodzakelijk is voor een goed begrip van de bedrijfsactiviteiten van
de uitgevende instelling als geheel, wordt voor elk jaar en elke tussentijdse
verslagperiode waarvoor historische financiële informatie dient te worden
verstrekt, een eerlijke beoordeling van de ontwikkelingen en de prestaties van de
bedrijfsactiviteiten van de uitgevende instelling en van haar positie gegeven, met
vermelding van de oorzaken van essentiële wijzigingen. Het overzicht bevat een
evenwichtige en volledige analyse van de ontwikkeling en de resultaten van de
bedrijfsactiviteit en van de positie van de uitgevende instelling, in overeenstemming
met de omvang en de complexiteit van het bedrijf. In de mate waarin zulks
noodzakelijk is voor een goed begrip van de ontwikkeling, de resultaten of
de positie van de uitgevende instelling, omvat de analyse ook essentiële
financiële en, in voorkomend geval, niet-financiële kernprestatie-indicatoren die
betrekking hebben op het specifieke bedrijf van de vennootschap. De analyse
bevat in voorkomend geval ook verwijzingen naar en aanvullende toelichtingen
bij de in de jaarlijkse financiële overzichten gerapporteerde bedragen.
Sectie 4 pag. 100 e.v.
Rubriek 7.1.2 Voor zover dit niet elders in het registratiedocument aan de orde komt en
noodzakelijk is voor een goed begrip van de bedrijfsactiviteiten van de uitgevende
instelling als geheel, wordt in de financiële toestand tevens melding gemaakt van:
a) de verwachte toekomstige ontwikkeling van de uitgevende instelling; Sectie 4 pag. 120
b) de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling.
Aan de voorschriften van rubriek 7.1 kan worden voldaan door het
in de artikelen 19 en 29 van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees
Parlement en de Raad ( 1 ) bedoelde bestuursverslag op te nemen.
Sectie 6.3.6.5 pag. 156
Rubriek 7.2
Bedrijfsresultaten Sectie 4 pag. 100 ev.
Rubriek 7.2.1 Informatie over belangrijke factoren, met inbegrip van ongebruikelijke of
zelden voorkomende gebeurtenissen of nieuwe ontwikkelingen, welke een
wezenlijk effect sorteren op de bedrijfsopbrengsten van de uitgevende instelling,
met vermelding van de mate waarin de opbrengsten werden beïnvloed.
Sectie 4 pag. 100 ev.
Rubriek 7.2.2 Wanneer uit de historische financiële informatie blijkt dat zich wezenlijke
veranderingen in de netto- omzet of -opbrengsten hebben voorgedaan,
worden de redenen voor deze veranderingen omschreven.
Sectie 4 pag. 100 ev.
AFDELING 8 KAPITAALMIDDELEN BLZ.
Rubriek 8.1 Gegevens over de kapitaalmiddelen (zowel op korte termijn
als op lange termijn) van de uitgevende instelling.
Sectie 4.2 pag. 112
Rubriek 8.2 Een toelichting op de herkomst en de bedragen van de kasstromen van
de uitgevende instelling en een omschrijving van deze kasstromen.
Sectie 4.2 pag. 112
Rubriek 8.3 Gegevens over de financieringsbehoefte en -structuur van de uitgevende instelling. Sectie 4.2.3 en
4.2.4 pag. 115 - 118
Rubriek 8.4 Gegevens over eventuele beperkingen op het gebruik van kapitaalmiddelen
welke direct of indirect wezenlijke gevolgen hebben of kunnen
hebben voor de activiteiten van de uitgevende instelling.
Niet van toepassing
Rubriek 8.5 Gegevens over de financieringsmiddelen die naar verwachting nodig zullen
zijn om aan de in rubriek 5.7.2. bedoelde verplichtingen te voldoen.
Sectie 4.2.3 en
4.2.4 pag. 115 - 118
380 381
AFDELING 9 REGELGEVING BLZ.
Rubriek 9.1 Een beschrijving van de regelgeving onder welke de uitgevende instelling
werkt en die wezenlijke gevolgen kan hebben voor haar activiteiten, alsmede
informatie over administratieve, economische, budgettaire, monetaire of
politieke beleidslijnen of factoren die direct of indirect wezenlijke gevolgen
hebben of kunnen hebben voor de activiteiten van de uitgevende instelling.
Sectie 10.5 pag. 358 - 360
AFDELING 10 TENDENSEN BLZ.
Rubriek 10.1 Een beschrijving van: a) de belangrijkste recente tendensen in de ontwikkeling
van productie, verkoop en voorraden, alsmede in de ontwikkeling van kosten
en verkoopprijzen tussen het einde van het laatste boekjaar en de datum
van het registratiedocument; b) elke wijziging van betekenis in de financiële
prestaties van de groep welke zich heeft voorgedaan na het einde van de
laatste verslagperiode waarvoor op datum van het registratiedocument
financiële informatie is gepubliceerd, of een passende negatieve verklaring.
Sectie 3 pag. 39
Rubriek 10.2 Informatie over bekende tendensen, onzekerheden, eisen, verplichtingen
of gebeurtenissen waarvan redelijkerwijze mag worden aangenomen
dat zij ten minste in het lopende boekjaar wezenlijke gevolgen zullen
hebben voor de vooruitzichten van de uitgevende instelling.
Sectie 6 pag. 162 - 186
AFDELING 11 WINSTPROGNOSES OF -RAMINGEN BLZ.
Rubriek 11.1 Wanneer een uitgevende instelling een winstprognose of een winstraming heeft
bekendgemaakt (die nog steeds uitstaande en geldig is), wordt die prognose of
raming in het registratiedocument opgenomen. Indien een winstprognose of een
winstraming is bekendgemaakt en nog steeds uitstaande is, maar niet langer
geldig, wordt daarover een verklaring opgenomen en een toelichting waarom
deze prognose of raming niet meer geldig is. Voor dergelijk ongeldige prognoses
of ramingen gelden de voorschriften van de rubrieken 11.2 en 11.3 niet.
Sectie 4.4 pag. 120 ev.
Rubriek 11.2 Wanneer een uitgevende instelling een nieuwe winstprognose of een
nieuwe winstraming wenst op te nemen, of een eerder gepubliceerde
winstprognose of een eerder gepubliceerde winstraming krachtens rubriek
11.1, is de winstprognose of winstraming duidelijk en ondubbelzinnig
en bevat deze een verklaring met de voornaamste hypothesen waarop
de uitgevende instelling haar prognose of raming heeft gebaseerd.
Bij de prognose of raming moeten de volgende principes in acht worden genomen:
Niet van toepassing
a) er moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen, enerzijds,
hypothesen betreffende factoren die de leden van de bestuurs-, leidinggevende
of toezichthoudende organen kunnen beïnvloeden en, anderzijds, hypothesen
betreffende factoren waarop de leden van de bestuurs-, leidinggevende
of toezichthoudende organen totaal geen invloed kunnen uitoefenen;
Niet van toepassing
b) de hypothesen moeten voorts redelijk en door beleggers
gemakkelijk te begrijpen zijn, moeten specifiek en precies zijn en
mogen geen invloed hebben op de algemene nauwkeurigheid van
de ramingen die aan de prognose ten grondslag liggen;
Niet van toepassing
c) bij een prognose moet de belegger door de hypothesen
worden gewezen op de onzekere factoren waardoor de resultaten
van de prognoses aanzienlijk kunnen veranderen.
Niet van toepassing
Rubriek 11.3 Het prospectus omvat een verklaring dat de winstprognose of de
winstraming is opgesteld en voorbereid op een basis die zowel: a)
vergelijkbaar is met die van de historische financiële informatie; b) in
overeenstemming is met het boekhoudbeleid van de uitgevende instelling.
Sectie 4.4 pag. 122
AFDELING 12
BESTUURS-, LEIDINGGEVENDE EN TOEZICHTHOUDENDE
ORGANEN EN BEDRIJFSLEIDING
BLZ.
Rubriek 12.1 Naam, kantooradres en functie binnen de uitgevende instelling
van de volgende personen, met vermelding van de belangrijkste
door hen buiten de uitgevende instelling uitgeoefende activiteiten
wanneer deze van belang zijn voor de uitgevende instelling:
a) leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen; Sectie 6 pag. 162 - 186
b) beherende vennoten als het een commanditaire
vennootschap op aandelen betreft;
Niet van toepassing
c) oprichters indien de uitgevende instelling minder
dan vijf jaar tevoren is opgericht;
Niet van toepassing
d) elk lid van de bedrijfsleiding dat relevant is om aan te tonen dat
de uitgevende instelling beschikt over de nodige deskundigheid
en ervaring voor het beheer van haar bedrijfsactiviteit.
Sectie 6.3 pag. 140 - 141
en 153 - 156
Nadere bijzonderheden over de aard van eventuele familiebanden
tussen de onder a) tot en met d) bedoelde personen.
Sectie 6.5 pag. 160
Voor elk lid van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende
organen van de uitgevende instelling en voor elke in de eerste
alinea, onder b) en d), bedoelde persoon worden benevens nadere
bijzonderheden over de relevante managementexpertise en -ervaring
van deze personen ook de volgende inlichtingen verstrekt:
a) naam van alle vennootschappen en commanditaire vennootschappen
waarbij die personen in de voorgaande vijf jaar lid van de bestuurs-,
leidinggevende of toezichthoudende organen of vennoot zijn geweest,
waarbij wordt vermeld of de persoon al dan niet nog steeds lid van de
bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen of vennoot is. Er
behoeft geen melding te worden gemaakt van alle dochterondernemingen
van een uitgevende instelling waarbij de persoon eveneens lid is van
de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen;
Sectie 6.3 pag. 140 - 141
b) nadere bijzonderheden over alle veroordelingen in verband
met fraudemisdrijven in ten minste de voorgaande vijf jaar;
Sectie 6.7 pag. 163
c) nadere bijzonderheden over eventuele faillissementen, surséances
of liquidaties of over vennootschappen die onder bestuur stonden met
betrekking tot de in de eerste alinea, onder a) en d), bedoelde personen
die in ten minste de voorgaande vijf jaar daarbij handelden in het kader
van een van de in de eerste alinea, onder a) en d), bedoelde functies;
Sectie 6.7 pag. 163
382 383
d) nadere bijzonderheden over door wettelijke of toezichthoudende autoriteiten
(met inbegrip van erkende beroepsorganisaties) officieel en openbaar geuite
beschuldigingen en/of opgelegde sancties waarbij dergelijke personen
betrokken zijn geweest, en vermelding van het feit of zij in ten minste
de voorgaande vijf jaar ooit door een rechterlijke instantie onbekwaam
zijn verklaard om te handelen als lid van de bestuurs-, leidinggevende of
toezichthoudende organen van een uitgevende instelling of in het kader van
het beheer of de uitoefening van de activiteiten van een uitgevende instelling.
Sectie 6.7 pag. 163
Indien geen informatie in die zin hoeft te worden
bekendgemaakt, wordt daarvan melding gemaakt.
Rubriek 12.2 Belangenconflicten van de bestuurs-, leidinggevende en
toezichthoudende organen en de bedrijfsleiding
Potentiële belangenconflicten tussen de plichten jegens de uitgevende
instelling van de in rubriek 12.1 bedoelde personen en hun eigen belangen en/
of andere plichten moeten duidelijk worden vermeld. Ingeval er van dergelijke
conflicten geen sprake is, moet daarvan melding worden gemaakt.
Elke regeling of overeenkomst met belangrijke aandeelhouders, cliënten,
leveranciers of andere personen op grond waarvan een in rubriek 12.1
bedoelde persoon is geselecteerd als lid van de bestuurs-, leidinggevende
of toezichthoudende organen, dan wel als lid van de bedrijfsleiding.
Nadere bijzonderheden over eventuele beperkingen waarmee de in rubriek 12.1
bedoelde personen hebben ingestemd ten aanzien van de vervreemding binnen een
bepaalde periode van de in hun bezit zijnde effecten van de uitgevende instelling.
Sectie 6.4 - pag. 156 - 159
AFDELING 13 BEZOLDIGINGEN EN VOORDELEN BLZ.
Voor de in rubriek 12.1, eerste alinea, onder a) en d), bedoelde personen wordt
met betrekking tot het laatste volledige boekjaar het volgende vermeld:
Rubriek 13.1 Bedrag van de bezoldigingen (met inbegrip van voorwaardelijke of uitgestelde
betalingen) en de voordelen in natura die door de uitgevende instelling
en haar dochterondernemingen aan deze personen zijn toegekend voor
de diensten die elke persoon in al zijn hoedanigheden ten behoeve van de
uitgevende instelling en haar dochterondernemingen heeft verricht.
Deze informatie moet op individuele basis worden verstrekt, tenzij individuele
bekendmaking niet verplicht is in het land van herkomst van de uitgevende
instelling en de informatie niet anderszins door haar openbaar wordt gemaakt.
Sectie 6.8 pag. 163 - 177
Rubriek 13.2 Door de uitgevende instelling of haar dochterondernemingen
opzijgezette of toegerekende bedragen voor de betaling
van pensioenen of soortgelijke uitkeringen.
Sectie 6.8 pag. 163 - 177
AFDELING 14 WERKING VAN HET BESTUURSORGAAN BLZ.
Met betrekking tot het laatst afgesloten boekjaar van de uitgevende instelling
en, tenzij anders is aangegeven, met betrekking tot de in rubriek 12.1,
eerste alinea, onder a), bedoelde personen wordt het volgende vermeld:
Rubriek 14.1 Indien van toepassing, de datum waarop het lopende mandaat verstrijkt en de
periode gedurende welke de betrokken persoon het mandaat heeft uitgeoefend.
Sectie 6.3 pag. 138
Rubriek 14.2 Informatie over de tussen de leden van de bestuurs-, leidinggevende
en toezichthoudende organen en de uitgevende instelling of haar
dochterondernemingen gesloten arbeidsovereenkomsten die voorzien
in uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband, of een passende
verklaring dat er van dergelijke uitkeringen geen sprake is.
Sectie 6.7 pag. 162 - 163
Rubriek 14.3 Informatie over de auditcommissie en remuneratiecommissie van de
uitgevende instelling, met vermelding van de namen van de commissieleden
en een samenvatting van het mandaat van de commissie.
Auditcomité:
Sectie 6.3.3.1 pag. 147 - 149
Remuneratie- en
benoemingscomité:
Sectie 6.3.3.2 pag. 149 - 150
Rubriek 14.4 Een verklaring waarin wordt aangegeven of de uitgevende instelling zich al dan
niet houdt aan de corporate governance code(s) die op de uitgevende instelling
van toepassing is. Ingeval de uitgevende instelling deze code niet toepast,
moet daarvan melding worden gemaakt en worden uitgelegd waarom.
Sectie 6.1.1 pag. 134
Rubriek 14.5 Potentiële wezenlijke gevolgen voor de corporate governance, met
inbegrip van toekomstige wijzigingen van de samenstelling van de
bestuursraad en -commissies (voor zover de raad van bestuur en/
of de vergadering van aandeelhouders daarover al heeft beslist).
Sectie 6.3 pag. 138
AFDELING 15 WERKNEMERS BLZ.
Rubriek 15.1 Personeelsbestand aan het einde van de verslagperiode of gemiddeld
personeelsbestand voor elk boekjaar van het door de historische financiële
informatie bestreken tijdvak tot de datum van het registratiedocument (en
wijzigingen daarin indien deze van betekenis zijn) en, indien zulks mogelijk en van
belang is, een onderverdeling van het personeel naar voornaamste categorieën
bedrijfsactiviteiten en geografische locaties. Indien de uitgevende instelling
een groot aantal tijdelijke werknemers in dienst heeft, wordt het gemiddelde
aantal tijdelijke werknemers tijdens het meest recente boekjaar vermeld.
Sectie 9 pag. 308 - 309
Rubriek 15.2 Aandelenbezit en aandelenopties
Voor elke in rubriek 12.1., eerste alinea, onder a) en d), bedoelde persoon
worden zo recent mogelijke gegevens verstrekt over hun aandelenbezit en de
hun eventueel verleende opties op aandelen van de uitgevende instelling.
Sectie 6.8 pag. 173 - 175
Rubriek 15.3 Vermelding van eventuele regelingen uit hoofde waarvan werknemers
kunnen deelnemen in het kapitaal van de uitgevende instelling.
Sectie 6.8 pag. 173 - 175
AFDELING 16 BELANGRIJKSTE AANDEELHOUDERS BLZ.
Rubriek 16.1 Voor zover de uitgevende instelling daarvan op de hoogte is, de naam van alle
personen die geen lid zijn van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende
organen en die rechtstreeks of middellijk een belang in het kapitaal of de
stemrechten van de uitgevende instelling bezitten dat krachtens het nationale
recht van de uitgevende instelling moet worden aangemeld, met vermelding
van het bedrag van het belang van elk van deze personen op de datum van
het registratiedocument, of, indien er geen dergelijke personen zijn, een
passende verklaring dat er van dergelijke personen geen sprake is.
Sectie 5.2 pag. 129
384 385
Rubriek 16.2 Vermelding van afwijkende stemrechten van de voornaamste
aandeelhouders van de uitgevende instelling, of een passende verklaring
dat er van dergelijke afwijkende stemrechten geen sprake is.
Sectie 5.2 pag. 129
Rubriek 16.3 Voor zover zulks de uitgevende instelling bekend is, wordt vermeld of zij
rechtstreeks of middellijk eigendom is of onder de zeggenschap staat van anderen,
en zo ja van wie; tevens wordt een beschrijving gegeven van de aard van de
zeggenschap en van de getroffen maatregelen om misbruik daarvan te voorkomen.
Sectie 5.2 pag. 129
Rubriek 16.4 Beschrijving van alle aan de uitgevende instelling bekende regelingen
waarvan de inwerkingstelling op een latere datum kan resulteren in
een wijziging van de zeggenschap over de uitgevende instelling.
Sectie 6.6 pag. 162 - 163
AFDELING 17 TRANSACTIES MET VERBONDEN PARTIJEN BLZ.
Rubriek 17.1 Indien toepasselijk moeten overeenkomstig de desbetreffende standaard
die krachtens Verordening (EG) nr. 1606/2002 is goedgekeurd, nadere
bijzonderheden worden verstrekt betreffende transacties met verbonden
partijen (voor deze doeleinden transacties zoals bedoeld in de standaarden
die zijn goedgekeurd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002
van het Europees Parlement en de Raad) welke de uitgevende instelling
heeft gesloten gedurende het door de historische financiële informatie
bestreken tijdvak tot de datum van het registratiedocument.
Indien deze standaarden niet op de uitgevende instelling van toepassing
zijn, moeten de volgende inlichtingen worden verstrekt:
Sectie 10.6 pag. 360
a) aard en omvang van de transacties die, afzonderlijk of in hun geheel, van
wezenlijk belang zijn voor de uitgevende instelling. Wanneer transacties
tussen verbonden partijen niet op marktconforme wijze gesloten zijn,
wordt uitgelegd waarom. Voor uitstaande leningen, met inbegrip van
garanties van gelijk welke vorm, wordt het uitstaande bedrag vermeld;
b) bedrag of percentage dat transacties met verbonden partijen in
de omzet van de uitgevende instelling vertegenwoordigen.
AFDELING 18
FINANCIËLE GEGEVENS BETREFFENDE HET VERMOGEN, DE FINANCIËLE
POSITIE EN DE RESULTATEN VAN DE UITGEVENDE INSTELLING
BLZ.
Rubriek 18.1 Historische financiële informatie Sectie 8.1 pag. 190
Rubriek 18.1.1 Gecontroleerde historische financiële informatie over de laatste drie boekjaren
(of het tijdvak dat de uitgevende instelling activiteiten ontplooit indien zij
minder dan drie jaar actief is) en het accountantsverslag voor elk jaar.
Sectie 8.1 pag. 190
Rubriek 18.1.2 Wijziging van boekhoudkundige referentiedatum Indien de uitgevende instelling
de referentiedatum voor de verslaglegging heeft gewijzigd in de periode waarvoor
historische financiële informatie vereist is, omvat de gecontroleerde historische
informatie ten minste 36 maanden dan wel de volledige periode waarin de
uitgevende instelling actief is geweest, naargelang welke periode korter is.
Niet van toepassing
Rubriek 18.1.3 Standaarden voor jaarrekeningen
De financiële informatie moet worden opgesteld conform de
overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 goedgekeurde
internationale standaarden voor jaarrekeningen.
Indien Verordening (EG) nr. 1606/2002 niet van toepassing is,
moet de financiële informatie worden opgesteld conform:
De financiële informatie
opgenomen in sectie 8 (en in
algemeen, het gehele URD)
werd opgesteld conform deze
vereiste.
a) de nationale standaarden voor jaarrekeningen van een lidstaat voor
uitgevende instellingen uit de EER, zoals Richtlijn 2013/34/EU vereist;
b) de aan Verordening (EG) nr. 1606/2002 gelijkwaardige nationale standaarden
voor jaarrekeningen van een derde land voor uitgevende instellingen uit
derde landen. Indien de nationale standaarden voor jaarrekeningen van een
dergelijk derde land niet gelijkwaardig zijn aan Verordening (EG) nr. 1606/2002
moet de jaarrekening overeenkomstig die verordening worden aangepast.
Rubriek 18.1.4 Wijziging van het kader voor financiële verslaggeving
De meest recente gecontroleerde historische financiële informatie, met
inbegrip van vergelijkende informatie voor de voorgaande jaren, moet
worden opgesteld en gepresenteerd in een vorm die aansluit bij het kader
voor standaarden voor jaarrekeningen dat voor de volgende gepubliceerde
jaarrekening van de uitgevende instelling zal worden gebruikt, met
inachtneming van de standaarden voor jaarrekeningen, de grondslagen voor
financiële verslaggeving en de op jaarrekeningen toepasselijke wetgeving.
Bij wijzigingen in het kader voor financiële verslaggeving dat op een uitgevende
instelling van toepassing is, hoeven met het oog op het prospectus de
gecontroleerde jaarrekeningen niet te worden aangepast. Indien de uitgevende
instelling echter voornemens is voor de volgende gepubliceerde jaarrekening
een nieuw kader voor financiële verslaggeving te hanteren, wordt ten minste
een exemplaar van de jaarrekening (volgens de in Verordening (EG) nr.
1606/2002 opgenomen definitie van IAS 1 Presentatie van de jaarrekening),
met inbegrip van vergelijkende financiële overzichten, gepresenteerd in een
vorm die aansluit bij die welke voor de volgende gepubliceerde jaarrekening
van de uitgevende instelling zal worden gebruikt, met inachtneming van
de standaarden voor jaarrekeningen, de grondslagen voor financiële
verslaggeving en de op jaarrekeningen toepasselijke wetgeving.
De financiële informatie
opgenomen in sectie 8 (en in
algemeen, het gehele URD)
werd opgesteld conform
deze vereiste. Montea is
niet voornemens om een
nieuw kader voor financiële
verslaggeving te hanteren
Rubriek 18.1.5 Wanneer de gecontroleerde financiële informatie is opgesteld
overeenkomstig nationale standaarden voor jaarrekeningen,
moet deze ten minste het volgende omvatten:
Sectie 8 pag. 190 - 269
a) de balans;
b) de winst- en verliesrekening;
c) een overzicht van ofwel alle vermogensmutaties, ofwel
uitsluitend die vermogensmutaties die niet voortvloeien uit
kapitaaltransacties met eigenaars en uitkeringen aan eigenaars;
d) een kasstroomoverzicht; en
e) de grondslagen voor financiële verslaggeving en toelichtingen.
386 387
Rubriek 18.1.6 Geconsolideerde jaarrekening
Indien de uitgevende instelling zowel een enkelvoudige als een
geconsolideerde jaarrekening opstelt, moet ten minste de geconsolideerde
jaarrekening in het registratiedocument worden opgenomen.
Sectie 8.1 pag. 190 ev.
Rubriek 18.1.7 Datum van de financiële informatie
De balansdatum van het laatste jaar waarover gecontroleerde financiële
informatie wordt verstrekt, mag niet langer geleden zijn dan:
Balansdatum van het jaar
waarover financïele informatie
wordt verstrekt is 31 december
2023, publicatie van dit
verslag is 18 april 2024
a) ofwel 18 maanden te rekenen vanaf de datum van het registratiedocument
indien de uitgevende instelling gecontroleerde tussentijdse
financiële overzichten in het registratiedocument opneemt;
b) ofwel 16 maanden te rekenen vanaf de datum van het registratiedocument
indien de uitgevende instelling ongecontroleerde tussentijdse
financiële overzichten in het registratiedocument opneemt.
Rubriek 18.2 Tussentijdse en andere financiële informatie
Rubriek 18.2.1 Indien de uitgevende instelling na de datum van haar laatst gecontroleerde
jaarrekeningen driemaandelijkse of halfjaarlijkse financiële informatie heeft
gepubliceerd, moet deze in het registratiedocument worden opgenomen.
Indien de driemaandelijkse of halfjaarlijkse financiële informatie aan een
volledige of beperkte accountantscontrole is onderworpen, moet ook het
verslag over deze volledige of beperkte controle worden opgenomen. Indien de
driemaandelijkse of halfjaarlijkse financiële informatie niet gecontroleerd is,
of niet aan een beperkte controle is onderworpen, moet dit worden vermeld.
Indien het registratiedocument dateert van meer dan negen maanden na de datum
van de laatste gecontroleerde jaarrekeningen, moet het tussentijdse financiële
informatie bevatten die niet gecontroleerd behoeft te zijn (te vermelden) en
die betrekking heeft op ten minste de eerste zes maanden van het boekjaar.
Tussentijdse financiële informatie opgesteld overeenkomstig
de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1606/2002.
Voor uitgevende instellingen waarop Verordening (EG) nr. 1606/2002 niet
van toepassing is, moet de tussentijdse financiële informatie vergelijkende
overzichten voor dezelfde periode van het voorafgaande boekjaar omvatten,
met dien verstande dat aan het vereiste van verstrekking van vergelijkende
balansgegevens is voldaan wanneer de eindbalans van dat jaar wordt
verstrekt conform het toepasselijk kader voor jaarrekeningen.
Sectie 8.3.2 pag. 268
Rubriek 18.3 Accountantscontrole van historische jaarlijkse financiële informatie Sectie 8.3.3 pag. 268
Rubriek 18.3.1 De historische jaarlijkse informatie moet onafhankelijk gecontroleerd zijn.
Het auditverslag wordt opgesteld in overeenstemming met Richtlijn 2014/56/
EU van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ) en Verordening (EU) nr.
537/2014 van het Europees Parlement en de Raad. Wanneer Richtlijn
2014/56/EU en Verordening (EU) nr. 537/2014 niet van toepassing zijn:
Sectie 9.4.3 pag. 337
a) de historische jaarlijkse financiële informatie moet onderworpen
zijn aan een accountantscontrole of moet in een verslag voor de
doeleinden van het registratiedocument worden aangemerkt als gevende
een getrouw beeld, overeenkomstig de in een lidstaat toepasselijke
standaarden voor accountantscontrole of gelijkwaardige standaarden;
b) Indien afgifte van auditverslagen betreffende de historische financiële
informatie door de met de wettelijke controle belaste accountants is geweigerd
of indien de verslagen voorbehouden, wijzigingen van het auditoordeel,
oordeelsonthoudingen of toelichtende paragrafen bevatten, moeten die
voorbehouden, wijzigingen van het auditoordeel, oordeelsonthoudingen of
toelichtende paragrafen integraal worden opgenomen met opgave van redenen.
Rubriek 18.3.2 Vermelding van andere informatie in het registratiedocument
die door de accountants is gecontroleerd.
Sectie 9.4.2 pag. 334 - 345
Rubriek 18.3.3 Voor alle in het registratiedocument opgenomen financiële informatie
die niet uit gecontroleerde jaarrekeningen van de uitgevende instelling
overgenomen is, moet worden aangegeven uit welke bron de informatie
afkomstig is en dat deze informatie niet gecontroleerd is.
Dit is het geval doorheen het
URD
Rubriek 18.4 Pro forma financiële informatie
Rubriek 18.4.1 In geval van een brutowijziging van betekenis wordt een beschrijving
gegeven van de wijze waarop de transactie het vermogen en de winst van
de uitgevende instelling had kunnen beïnvloeden indien deze transactie
gesloten was aan het begin van de verslagperiode of op de verslagdatum.
Aan dit vereiste wordt normaliter voldaan door pro forma financiële
informatie op te nemen. Deze pro forma financiële informatie moet worden
gepresenteerd overeenkomstig bijlage 20, en moet de daarin beschreven
gegevens omvatten. De pro forma financiële informatie moet vergezeld
gaan van een door onafhankelijke accountants opgesteld verslag.
Sectie 8.3.4 pag. 268
Rubriek 18.5 Dividendbeleid
Rubriek 18.5.1 Beschrijving van het beleid van de uitgevende instelling ten
aanzien van dividenduitkeringen en daarop geldende beperkingen.
Indien de uitgevende instelling geen dergelijk beleid heeft, moet
een passende negatieve verklaring worden opgenomen.
Sectie 8.3.5 pag. 269
Rubriek 18.5.2 Bedrag van het dividend per aandeel voor elk boekjaar van het door
de historische financiële informatie bestreken tijdvak, in voorkomend
geval herleid wanneer het aantal aandelen van de uitgevende
instelling is gewijzigd, om het vergelijkbaar te maken.
Sectie 3
Sectie 8.3.5 pag. 269
Rubriek 18.6 Rechtszaken en arbitrages
388 389
Rubriek 18.6.1 Gegevens over eventuele overheidsingrepen, rechtszaken of arbitrages (met
inbegrip van dergelijke procedures die, naar weten van de uitgevende instelling,
hangende zijn of kunnen worden ingeleid) over een periode van ten minste de
voorafgaande twaalf maanden, welke een invloed van betekenis kunnen hebben
of in een recent verleden hebben gehad op de financiële positie of de rentabiliteit
van de uitgevende instelling en/of de groep, of een passende negatieve verklaring.
Sectie 8.3.6 pag. 269
Rubriek 18.7 Wijziging van betekenis in de financiële positie van de uitgevende instelling
Rubriek 18.7.1 Beschrijving van elke wijziging van betekenis in de financiële positie van de groep
welke zich heeft voorgedaan na het einde van de laatste verslagperiode waarvoor
ofwel gecontroleerde jaarrekeningen zijn gepubliceerd, ofwel tussentijdse
financiële informatie is gepubliceerd, of een passende negatieve verklaring.
Sectie 8.3.7 pag. 269
AFDELING 19 AANVULLENDE INFORMATIE BLZ.
Rubriek 19.1 Aandelenkapitaal
De informatie in de rubrieken 19.1.1 tot en met 19.1.7 in de historische
financiële informatie op de datum van de meest recente balans:
Sectie 5.2 pag. 129
Rubriek 19.1.1 Bedrag van het geplaatste kapitaal en voor elke categorie van aandelenkapitaal: Sectie 5.2 pag. 129
a) het totaal van het maatschappelijk kapitaal van de uitgevende instelling;
b) het aantal uitgegeven, volgestorte aandelen en het
aantal uitgegeven, niet-volgestorte aandelen;
c) nominale waarde per aandeel of vermelding dat de
aandelen geen nominale waarde hebben; en
d) een aansluiting tussen het aantal aandelen in omloop aan het begin en aan
het einde van het jaar. Indien in het door de historische financiële informatie
bestreken tijdvak meer dan 10 % van het kapitaal is gefinancierd met activa
die geen geldmiddelen zijn, moet daarvan melding worden gemaakt.
Rubriek 19.1.2 Wanneer er aandelen bestaan die geen deel uitmaken van het kapitaal,
vermelding van het aantal en de belangrijkste kenmerken ervan.
Niet van toepassing
Rubriek 19.1.3 Aantal, boekwaarde en nominale waarde van de aandelen van
de uitgevende instelling welke door of namens de uitgevende
instelling zelf of door dochterondernemingen van de uitgevende
instelling in portefeuille worden gehouden.
Sectie 5.2 pag. 129
Rubriek 19.1.4 Bedrag van de converteerbare en andere omwisselbare effecten of effecten met
warrant, met vermelding van de voorwaarden waaronder en de wijze waarop zij
worden geconverteerd, omgewisseld of de inschrijvingen ervoor geschieden.
Niet van toepassing
Rubriek 19.1.5 Informatie over en voorwaarden verbonden aan verwervingsrechten
en/of -verplichtingen met betrekking tot niet-geplaatst
kapitaal of een verplichting tot kapitaalsverhoging.
Niet van toepassing
Rubriek 19.1.6 Informatie over kapitaal van een lid van de groep waarop een optierecht is
verleend of ten aanzien waarvan een voorwaardelijke of onvoorwaardelijke
overeenkomst is bereikt dat daarop een optierecht zal worden verleend,
en nadere bijzonderheden over deze optierechten met vermelding
van de personen aan wie deze optierechten zijn verleend.
Niet van toepassing
Rubriek 19.1.7 Historische ontwikkeling van het aandelenkapitaal, met vermelding
van gegevens over eventuele wijzigingen, gedurende het tijdvak dat
door de historische financiële informatie wordt bestreken.
Sectie 5.2 pag. 129
Rubriek 19.2 Akte van oprichting en statuten
Rubriek 19.2.1 Vermelding van het register en nummer van inschrijving in dit register,
indien toepasselijk, en beknopte beschrijving van het doel van de
uitgevende instelling en van de plaats waar dit in de geactualiseerde
akte van oprichting en statuten wordt omschreven.
Sectie 10 pag. 364 ev.
Rubriek 19.2.2 Wanneer er meer dan een categorie van aandelen bestaat, een
beschrijving van de rechten, voorkeurrechten en beperkingen die
aan elke categorie bestaande aandelen verbonden zijn.
Niet van toepassing
Rubriek 19.2.3 Beknopte beschrijving van elke in de statuten van de uitgevende instelling vervatte
bepaling die tot gevolg zou kunnen hebben dat een wijziging in de zeggenschap
over de uitgevende instelling wordt vertraagd, uitgesteld of verhinderd.
Sectie 6.6 pag. 160 - 163
AFDELING 20 BELANGRIJKE OVEREENKOMSTEN BLZ.
Rubriek 20.1 Samenvatting van elke in de loop van de twee jaar onmiddellijk vóór de publicatie
van het registratiedocument gesloten belangrijke overeenkomst die niet in het
kader van de normale bedrijfsuitoefening is aangegaan en waarbij de uitgevende
instelling of een lid van de groep partij is. Samenvatting van enigerlei andere op de
datum van het registratiedocument bestaande (en niet in het kader van de normale
bedrijfsuitoefening aangegane) overeenkomst die door een lid van de groep is
gesloten en die een bepaling bevat uit hoofde waarvan een lid van de groep een
verplichting heeft die of een recht heeft dat van wezenlijk belang is voor de groep.
Sectie 6 pag. 160 ev.
AFDELING 21 BELANGRIJKE OVEREENKOMSTEN BLZ.
Rubriek 21.1 Een verklaring dat tijdens de geldigheidsduur van het registratiedocument
inzage mogelijk is van de volgende documenten, indien toepasselijk:
Sectie 10.7 pag. 361
a) de geactualiseerde akte van oprichting en statuten van de uitgevende
instelling;
b) alle verslagen, briefwisseling en andere documenten, alsmede door
deskundigen op verzoek van de uitgevende instelling opgestelde taxaties en
verklaringen wanneer het registratiedocument gedeelten daarvan bevat of
naar gedeelten daarvan verwijst. Een vermelding van de website waar de
documenten kunnen worden geraadpleegd.
390 391
10.11 Woordenlijst
Aanschaffingswaarde Totale kostprijs voor het aanschaffen van vastgoed inclusief transactiekosten.
Bezettingsgraad Bezettingsgraad gebaseerd op het aantal m². Bij de berekening van de
bezettingsgraad werd, noch in de noemer, noch in de teller, rekening gehouden met
de niet-verhuurbare m², bedoeld voor herontwikkeling en met de landbank.
Concentratierisico Concentratierisico volgens artikel 30, §1 t.e.m. 5 van de GVV Wet.
Corporate Governance Charter Het corporate governance charter van Montea zoals goedgekeurd
door de Enige Bestuurder op 28 oktober 2021.
Code 2020
De Belgische Corporate Governance Code 2020 uitgevaardigd door de
Commissie Corporate Governance en online beschikbaar.
Dividendrendement Bruto dividend gedeeld door de beurskoers op het einde van de periode.
Enige Bestuurder of Statutaire Bestuurder Montea Management NV, met zetel te Industrielaan 27, 9320
Erembodegem, ingeschreven in het Rechtspersonenregister (RPR) van
Gent, afdeling Dendermonde, onder het nummer 0882.872.026.
EPRA-resultaat Dit betreft het nettoresultaat (na verwerking van het operationeel resultaat voor
het resultaat op de portefeuille, verminderd met de financiële resultaten en de
vennootschapsbelasting, exclusief de uitgestelde belastingen), verminderd met de
variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen en vastgoed bestemd voor
verkoop, verminderd met het resultaat op verkoop van vastgoedbeleggingen en
vermeerderd met de variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva.
FBI Fiscale Beleggingsinstelling zoals bedoeld in artikel 28 van de
Nederlandse Wet op de Vennootschapsbelasting 1969.
FSMA Financial Services and Markets Authority.
Gecontracteerde jaarlijkse huurinkomsten De gecontracteerde jaarlijkse huurinkomsten zoals afgesloten in
de huurcontracten met de verschillende huurders.
Geconsolideerde en enkelvoudige schuldgraad Schuldgraad berekend volgens art. 13, §1 van het GVV KB.
Gemiddelde duurtijd van de huurcontracten Het gewogen gemiddelde van de duurtijd van de lopende
huurcontracten tot aan de eerst mogelijke break datum.
Gemiddelde financiële schuldenlast Het gemiddelde van alle financiële schulden over een welbepaalde periode,
exclusief de negatieve waarde van de indekkingsinstrumenten.
Geschatte huurwaarde Geschatte huurwaarde per m², zoals vastgesteld door de vastgoeddeskundige,
rekening houdend met de locatie, de kenmerken van het gebouw, de
bedrijfsactiviteit, enz. en dit vermenigvuldigd met het aantal m².
GVV Een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap opgericht
naar Belgisch recht, conform de GVV Wet en het GVV KB.
GVV KB Het Koninklijk Besluit van 13 juli 2014 met betrekking tot gereglementeerde
vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd.
GVV Wet De Wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde
vastgoedvennootschappen, zoals gewijzigd van tijd tot tijd.
IFRS International Financial Reporting Standards.
Investeringswaarde Waarde van de vastgoedportefeuille, zonder aftrek van de transactiekosten.
IRS Interest Rate Swap.
KB van 14 november 2007 Koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen
van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot
de verhandeling op een gereglementeerde markt.
Keuzedividend Een dividend waarbij de aandeelhouder de keuze heeft om het
dividend uit betaald te krijgen in cash of in aandelen.
Montea of Vennootschap Montea NV, een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap
opgericht naar Belgisch recht, met zetel te Industrielaan 27, bus 6, 9320
Aalst (Erembodegem), ingeschreven in het Rechtspersonenregister (RPR)
van Gent, afdeling Dendermonde onder het nummer 0417.186.211.
Netto aanvangsrendement De gecontracteerde jaarlijkse huurinkomsten, met inbegrip van concessie- en
opstalrechten, gedeeld door de aanschaffingswaarde van de vastgoedportefeuille.
Netto vastgoedrendement De gecontracteerde huurinkomsten, met inbegrip van concessie- en
opstalrechten, gedeeld door de reële waarde van de vastgoedportefeuille.
Operationele marge Operationeel resultaat vóór het resultaat op de vastgoedportefeuille,
gedeeld door het netto huurresultaat.
Premie/discount Verschil in % tussen de beurskoers en de nettowaarde per aandeel.
Prospectusverordening Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de
Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus.
Reële waarde Boekhoudkundige waarde volgens IAS/IFRS regels. Waarde van de
vastgoedportefeuille, inclusief aftrek van de transactiekosten met
betrekking tot de vastgoedportefeuille in Frankrijk en Nederland.
Resultaat op de vastgoedportefeuille Dit betreft de negatieve en/of positieve variaties in de reële waarde van
de vastgoedportefeuille + de eventuele min- of meerwaarde
naar aanleiding van de realisatie van vastgoed.
Resultaat op de financiële instrumenten Negatieve en/of positieve variaties in de reële waarde van de
rente/indekkingsinstrumenten volgens IAS39.
SIIC Sociétés d’Investissement Immobilières Cotées volgens artikel
208-C van de Franse Code Général des Impôts (CGI).
Transparantiereglementering De toepasselijke reglementering inzake de transparantie van belangrijke
deelnemingen binnen genoteerde vennootschappen zoals, in het bijzonder,
vervat in de Wet van 2 mei 2007 en het koninklijk besluit 14 februari
2008 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen.
Velocity Volume over een welbepaalde periode gedeeld door het aantal aandelen.
Verzekerde waarde De volledige nieuwbouwwaarde van de gebouwen inclusief de niet terugvorderbare BTW.
Wet van 2 mei 2007 Wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van de belangrijke deelnemingen
in emittenten waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op
een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen.
WVV Het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen
van 23 maart 2019, zoals van tijd tot tijd gewijzigd.
5493006K5LQDD0GK1T602023-12-315493006K5LQDD0GK1T602022-12-315493006K5LQDD0GK1T602023-01-012023-12-315493006K5LQDD0GK1T602022-01-012022-12-315493006K5LQDD0GK1T602021-12-315493006K5LQDD0GK1T602021-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember5493006K5LQDD0GK1T602022-01-012022-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember5493006K5LQDD0GK1T602022-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember5493006K5LQDD0GK1T602021-12-31ifrs-full:SharePremiumMember5493006K5LQDD0GK1T602022-01-012022-12-31ifrs-full:SharePremiumMember5493006K5LQDD0GK1T602022-12-31ifrs-full:SharePremiumMember5493006K5LQDD0GK1T602021-12-31MON:OtherReservesAndRetainedEarningsExcludingProfitLossForReportingPeriodMember5493006K5LQDD0GK1T602022-01-012022-12-31MON:OtherReservesAndRetainedEarningsExcludingProfitLossForReportingPeriodMember5493006K5LQDD0GK1T602022-12-31MON:OtherReservesAndRetainedEarningsExcludingProfitLossForReportingPeriodMember5493006K5LQDD0GK1T602021-12-31ifrs-full:RetainedEarningsProfitLossForReportingPeriodMember5493006K5LQDD0GK1T602022-01-012022-12-31ifrs-full:RetainedEarningsProfitLossForReportingPeriodMember5493006K5LQDD0GK1T602022-12-31ifrs-full:RetainedEarningsProfitLossForReportingPeriodMember5493006K5LQDD0GK1T602021-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember5493006K5LQDD0GK1T602022-01-012022-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember5493006K5LQDD0GK1T602022-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember5493006K5LQDD0GK1T602023-01-012023-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember5493006K5LQDD0GK1T602023-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember5493006K5LQDD0GK1T602023-01-012023-12-31ifrs-full:SharePremiumMember5493006K5LQDD0GK1T602023-12-31ifrs-full:SharePremiumMember5493006K5LQDD0GK1T602023-01-012023-12-31MON:OtherReservesAndRetainedEarningsExcludingProfitLossForReportingPeriodMember5493006K5LQDD0GK1T602023-12-31MON:OtherReservesAndRetainedEarningsExcludingProfitLossForReportingPeriodMember5493006K5LQDD0GK1T602023-01-012023-12-31ifrs-full:RetainedEarningsProfitLossForReportingPeriodMember5493006K5LQDD0GK1T602023-12-31ifrs-full:RetainedEarningsProfitLossForReportingPeriodMember5493006K5LQDD0GK1T602023-01-012023-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember5493006K5LQDD0GK1T602023-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMemberiso4217:EURxbrli:sharesiso4217:EURxbrli:shares