549300X72GEQB1X8K9112024-01-012024-12-31iso4217:EURiso4217:EURxbrli:shares549300X72GEQB1X8K9112023-01-012023-12-31549300X72GEQB1X8K9112024-12-31549300X72GEQB1X8K9112023-12-31549300X72GEQB1X8K9112022-12-31549300X72GEQB1X8K9112023-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember549300X72GEQB1X8K9112023-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300X72GEQB1X8K9112023-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMember549300X72GEQB1X8K9112023-12-31ifrs-full:OtherReservesMember549300X72GEQB1X8K9112023-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300X72GEQB1X8K9112023-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300X72GEQB1X8K9112024-01-012024-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember549300X72GEQB1X8K9112024-01-012024-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300X72GEQB1X8K9112024-01-012024-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMember549300X72GEQB1X8K9112024-01-012024-12-31ifrs-full:OtherReservesMember549300X72GEQB1X8K9112024-01-012024-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300X72GEQB1X8K9112024-01-012024-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300X72GEQB1X8K9112024-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember549300X72GEQB1X8K9112024-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300X72GEQB1X8K9112024-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMember549300X72GEQB1X8K9112024-12-31ifrs-full:OtherReservesMember549300X72GEQB1X8K9112024-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300X72GEQB1X8K9112024-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300X72GEQB1X8K9112022-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember549300X72GEQB1X8K9112022-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300X72GEQB1X8K9112022-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMember549300X72GEQB1X8K9112022-12-31ifrs-full:OtherReservesMember549300X72GEQB1X8K9112022-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300X72GEQB1X8K9112022-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300X72GEQB1X8K9112023-01-012023-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember549300X72GEQB1X8K9112023-01-012023-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300X72GEQB1X8K9112023-01-012023-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMember549300X72GEQB1X8K9112023-01-012023-12-31ifrs-full:OtherReservesMember549300X72GEQB1X8K9112023-01-012023-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300X72GEQB1X8K9112023-01-012023-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember
JAARVERSLAG 2024
WE
CREATE
MEDIA
WITH
IM
PACT
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
INHOUD
Colofon
ROULARTA MEDIA GROUP - JAARVERSLAG 2024
Concept Roularta Media Group • Barbara Spyckerelle (Directeur Corporate Marketing) • Art Directors Cindy Mahieu, Sven Vandamme, Tom van Noten •
Teksten interviews Bart Lombaerts • Foto’s Anneke D’Hollander, Leyla Hesna, Kristof Pattyn • Druk Roularta Printing • Verantwoordelijke uitgever Rik De Nolf
RECHTEN Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfi lm of op enige andere wijze, zonder
voorafgaand schriftelijk akkoord van de uitgever.
Visie van de voorzitter ................................................................... 6
Woord van de CEO ......................................................................... 8
WE CREATE MEDIA WITH IMPACT
Digitale abonnees: de doelstelling komt in zicht ......................................... 10
Employer brand zorgt voor 23% meer sollicitanten .................................... 16
Wat betekent AI op de redactievloer ............................................................. 22
Adverteren anno 2024: hechte samenwerkingen zijn de toekomst ....... 26
BeNe-beleggersplatform onderstreept doelstelling
om grootste business community te blijven ................................................ 32
Private 5g-netwerk broodnodige stap richting drukkerij
van de toekomst ................................................................................................. 40
Flow, of hoe papier een cadeautje is .............................................................. 44
Duurzaamheid, de combinatie van footprint en brainprint ..................... 50
Alternatieve distributie: we blijven in print geloven ................................. 56
De kracht van partnerships ............................................................................. 62
Missie, visie en waarden ............................................................. 68
Waardecreatie ................................................................................ 70
Resultaten 2024 ............................................................................ 74
Roularta brands ............................................................................. 76
Aandeel .......................................................................................... 84
Kerncijfers ..................................................................................... 86
Executive Management Committee en Raad van Bestuur .... 88
Jaarverslag Raad van Bestuur ..................................................... 90
Verklaring deugdelijk bestuur ................................................. 104
Groepsstructuur .......................................................................... 120
Geconsolideerde jaarrekening ................................................. 122
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening ...............131
Statutaire jaarrekening ............................................................... 162
Verslag van de commissaris geconsolideerde jaarrekening ....164
Duurzaamheidsverslag ............................................................... 168
Verslag van de commissaris duurzaamheidsinformatie .... 300
Vestigingen ................................................................................. 304
Financiële kalender .................................................................... 305
Dit jaarverslag werd gedrukt op papier afkomstig van duurzaam beheerde bossen en gecontroleerde bronnen.
Dit jaarverslag is beschikbaar in het Nederlands en het Engels. Bij eventuele afwijkingen is de tekst van het Nederlandstalige jaarverslag bindend.
JAARVERSLAG 2024
5
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
VISIE VAN DE VOORZITTER
GEEN UITDAGINGEN,
MAAR KANSEN
Voor een mediabedrijf is ter plaatse blijven trappelen vandaag geen optie.
Aan uitdagingen immers geen gebrek. Het is zaak om die passend om te
zetten in opportuniteiten en dat is precies wat Roularta Media Group in
2024 deed, vertelt voorzitter van de Raad van Bestuur Rik De Nolf.
“Het aanbod van Roularta Media Group
is groot en blijft constant evolueren. Des
te belangrijker om alles wat we in huis
hebben goed samen te brengen en te pre-
senteren aan de consument.
De Mijn Magazines-app is dan het ide-
ale instrument. Met dank aan de juiste
technische ingrepen groeit dat platform
uit tot dé plek om content thematisch te
bundelen of op andere manieren gebruiks-
vriendelijk tot bij de klant te brengen.
Wat de app tegelijk de geknipte hefboom
maakt om ons abonneebestand verder uit
te breiden.
Zonder GDPR-kader verliep die abonnee-
werving bijzonder vlot toen we vijftig jaar
geleden onze eerste tijdschriften lanceer-
den, maar nadien volgde – mede door de
regelgeving – een moeilijkere periode. Een
evolutie die we echter wisten om te keren
door opnieuw in te zetten op de partner-
shipdeals die ook in die beginfase al het
succesrecept waren geweest voor het aan-
trekken van nieuwe klanten.
Lezersinkomsten worden alleszins
steeds belangrijker. Waar het vroeger de
advertenties waren die instonden voor
twee derde van de omzet, is het nu de con-
sument die dat aandeel in de inkomsten
vertegenwoordigt. Dat realiseren we ove-
rigens niet enkel met de verkoop van bla-
den. Line extensions – op reis met Knack,
boeken, muziek – winnen duidelijk aan
belang.
Toch valt de reclame niet helemaal weg.
Het lagere volume aan advertenties dat er
tegenwoordig in te vinden is, maakt onze
magazines een goed medium om er echt
uit te springen als merk. Daarnaast bieden
branded content en andere nieuwe trends
kansen.
Over kansen gesproken: ook de lokale
adverteerder profiteert mee van onze
innovaties. Denk aan reclame via tv-scher-
men in intussen meer dan 800 verkoop-
punten in een zeventigtal steden van het
land en via digitale geolocalisatie op onze
websites en in onze nieuwsbrieven. Maar
denk evengoed aan onze dienstverlening
voor de adverteerder op sociale media. De
Zondag is met meer dan 1,3 miljoen le-
zers de grootste krant van het land die het
mogelijk maakt om lokaal te adverteren
via zestien regionale edities. De lezer pikt
de krant op in één van de meer dan 3.600
bakkerijen of andere winkels open op
zondag. In functie van de actualiteit maakt
De Zondag daarbovenop meer en meer
speciale lokale edities die opnieuw huis-
aan-huis bedeeld worden.
In het rijtje ontwikkelingen mogen we
tot slot Roularta Printing niet vergeten.
Daar blijven we investeren in de beste
en meest duurzame infrastructuur. Onze
eigen bladen nemen slechts de helft van
de drukcapaciteit in, de rest staat ter be-
schikking van klanten uit binnen- en bui-
tenland. Topkwaliteit in en een perfecte
distributie van print waarmaken over heel
Europa, dat is een echte specialiteit van
het huis geworden.
visie van de voorzitter
B
E
L
U
I
S
T
E
R
D
E
P
O
D
C
A
S
T
JAARVERSLAG 2024
7
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
WOORD VAN DE CEO
IMPACT OP
ALLE NIVEAUS
2024 was een goed jaar voor Roularta Media Group, weliswaar
geholpen door een aantal éénmalige effecten. Met de succesvolle uitrol
van onze nieuwe strategie en door tegelijk trouw te blijven aan ons
duurzaam, lokaal verankerd en gezond kritisch DNA, realiseerden we
een positieve impact op tal van niveaus. Een toekomstgerichte aanpak
met troeven voor al onze stakeholders, die we ook bevestigd zagen in de
financiële resultaten.
Onze nieuwe strategie hingen we op aan
drie pijlers. Multimediaal is een logische
eerste. We zetten volop in op goed sa-
menwerkende, multimediale redacties
en een optimale kijk-, lees- en luister-
ervaring op alle digitale platformen.
Binnen de tweede pijler deelden we
de RMG-titels op in vier groepen, met
een specifieke rol voor elk merk. Onze
grote merken zijn daarbij de motoren
van ons printbereik en de katalysatoren
van ons digitaal bereik. Door de focus en
door efficiënter te werken kunnen we
daarnaast de kleinere merken rendabel
houden. Pijler drie draait om partner-
ships waar alle betrokken partijen wel
bij varen.
Impact op partners is meteen een
eerste facet van de positieve invloed die
Roularta Media Group op haar omge-
ving uitoefent. Zo leveren de samenwer-
kingen partners nieuwe klanten op, die
ze via de Mijn Magazines-app boven-
dien extra meerwaarde kunnen bieden.
Maar ook de impact op de samenleving
is reëel. De rol van de media als hoek-
steen van de democratie is niet nieuw,
maar wint in tijden van polarisatie en
oprukkende extremen nog sterk aan
belang. Waar Facebook feiten en menin-
gen voortaan in elkaar laat overvloeien,
zetten wij onze factcheckingprogram-
ma’s plichtsbewust verder. In onze
optiek zijn media ook een hefboom van
duurzame impact. Duurzaamheid is al
decennialang een van de prioriteiten van
Roularta Media Group. De beleidskrijt-
lijnen op dat vlak die sinds 2021 officieel
op papier staan, vertalen zich elk jaar in
tal van concrete inspanningen. In 2024
kwam daar voor het eerst de op trans-
parantie gerichte CSRD-rapportering
bovenop. Een intensief proces, waarmee
we hopelijk ons steentje bijdragen aan
een duurzamere wereld.
Onze lokale impact tot slot valt even-
min te onderschatten. Zowel in België
als in Nederland staan we bekend als
een sterk lokaal verankerd bedrijf. In te-
genstelling tot de techgiganten investe-
ren wij ook in de lokale economie, door
plaatselijke initiatieven of goede doelen
te ondersteunen en bovenal door heel
wat werkgelegenheid in eigen streek te
creëren.
De winstcijfers die we in 2024 lieten
noteren, zetten de gekozen koers kracht
bij. Dankzij onze beslissing om proactief
in te spelen op de veranderende context
waarin dit mediabedrijf opereert, zien
we nu dat de nieuwe digitale inkomsten
bijna de dalende populariteit van tradi-
tionele mediaproducten mooi opvangen.
Dat maakt ons trots. Niet in het minst
omdat het ons in staat stelt om ook mor-
gen te mogen terugblikken op een veel-
zijdige positieve impact.
B
E
K
I
J
K
D
E
V
O
D
C
A
S
T
woord van de ceo
> De video’s en podcasts maken geen deel uit van het jaarlijks financieel verslag en vormen daarop enkel een aanvulling.
JAARVERSLAG 2024
9
deepdive - northstar
DEEP
Een mediagroep future-proof maken, dat betekent
aanpassen wat is, maar ook nieuwe, onbetreden paden
bewandelen. We focussen op enkele innovatieve
projecten die tonen hoe Roularta Media Group er in
de toekomst zal uitzien.
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
10 11
De groei van digitale abonnees zal de
daling in printabonnementen compen-
seren. Dat is het uitgangspunt van het
Northstar-project. Halfweg maken we
de eerste balans op.
75.000 nieuwe digitale abonnees tegen
eind 2026 in België, 50.000 in Neder-
land. Dat zijn de ambitieuze cijfers van
het Northstar-project. De naam geeft al
meteen aan hoe belangrijk dit initiatief
voor Roularta Media Group is. De digita-
le groei is immers nodig om de saturatie
of de daling van het abonneebestand
– afh ankelijk van het mediamerk – een
halt toe te roepen. Bovendien is de mar-
ge op een digitaal abonnement groter
dan die op een printabonnement. Er zijn
immers geen of minder distributie- en
portkosten.
Om die doelstelling te realiseren lan-
ceerde Roularta Media Group in 2023
de app Mijn Magazines. Eind 2024 is
het dus tijd voor een eerste evaluatie.
Ondertussen zijn we halfweg het traject
en daar blikken we graag op terug. “Niet
alleen het traject is halfweg, in België
zijn ook onze resultaten dat”, klinkt het
bij Margaux Vandamme, Brand Manager
van de vrouwentitels. “We hebben de
kaap van 37.500 digitale abonnees over-
schreden.
Elk mediamerk draagt bij
Achter dat cijfer schuilen natuurlijk
verschillende evoluties. “Het grootste
deel van de nieuwe abonnees komt op
conto van onze nieuwsmerken Knack en
Le Vif”, geeft Margaux Vandamme mee.
“En ook ons lokaal mediamerk De Krant
van West-Vlaanderen doet zeker haar
duit in het zakje. Maar ook Flair heeft
zijn target gehaald.
Dat vrouwentitels zo goed scoren heeft
ook diegenen die op het project werken
verbaasd. Margaux Vandamme: “Met
Flair zijn we pas in 2024 op de digitale
kar gesprongen. Bovendien gaat het om
content waarvan we verwacht hadden
dat mensen er minder voor zouden
willen betalen, in tegenstelling tot
nieuwscontent. Maar niets bleek minder
waar.”
Volgens Margaux gebeurt de conversie
vooral op onderwerpen die de kern van
een blad als Flair uitmaken, zoals rela-
ties en geldzaken. Actualiteit werkt min-
der om een lezer tot een digitaal abon-
nement te verleiden. Daarnaast helpt
natuurlijk het opzetten van partnerships
met andere bedrijven (zie p. 62) om
extra abonnees te werven. Vanaf 2025
zou deze instroom op kruissnelheid
moeten komen.
Inhaalbeweging Nederland
Hoewel de ambitie in Nederland ook
groot is, staat de ontwikkeling van Mijn
Magazines nog niet zo ver. “Wij startten
pas in het vierde kwartaal van 2024,
na de invoering van de nieuwe Roular-
ta-strategie (zie p. 8)”, vertelt Mar-
got de Wijn, Marketing Directeur van
Roularta in Nederland. “We lanceerden
12
JAARVERSLAG 2024
DIGITALE ABONNEES:
DE DOELSTELLING
KOMT IN ZICHT
EEN GESPREK MET: MARGAUX VANDAMME, Brand Manager Women Brands • MARGOT DE WIJN, Marketing Directeur Roularta Media Nederland •
HENDRIK BAETENS, Revenue Manager
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
enerzijds Mijn Magazines Premium,
met daarin onze Nederlandse week- en
maandbladen en ook Knack en Trends.
Anderzijds volgde later Mijn Magazines
Basic met enkel de content van de
maandbladen. Na een maand hadden
we al 100.000 registraties, wat 20% van
dit abonneebestand is. Daar zijn we dus
zeer tevreden over. Het multimagazine-
lezen stijgt sterk.” Opvallend: dat multi-
magazinelezen is in Nederland met ge-
middeld 3,2 titels hoger dan België (2,6).
Van bekendheid en gebruik naar con-
versie
Om nieuwe digitale abonnees te werven,
stelt Roularta Mijn Magazines in eerste
instantie dus open voor abonnees, die
er de content van ‘hun’ magazine, maar
ook van andere bladen terugvinden.
Die abonnees kunnen hun account ook
delen met familieleden. Zo verbetert
de bekendheid en het gebruik van de
app en komen ook niet-abonnees ermee
in contact. Het is dan dat de conversie
plaatsvindt.
Opmerkelijk daarbij is de focus op de
prijs. Die is immers niet gelijk voor elke
abonnee, of blijft niet hetzelfde. Reve-
nue Manager Hendrik Baetens legt uit:
“Ons principe is eenvoudig: het gaat om
een digitaal product met sterke content
en premium opties, die we naar zoveel
mogelijk mensen willen brengen. Naast
wervingsacties zijn de kosten per extra
abonnee beperkt, waardoor we op een
JAARVERSLAG 2024
13
JAARVERSLAG 2024
12
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
andere manier kunnen omgaan met
prijszetting. De prijs omvat de waarde
voor de abonnee, eerder dan dat het een
vast bedrag voor elke abonnee is.
Introductieprijs
Roularta werkt hiervoor vaak met het
principe van een introductieprijs. “Voor
1 euro per week kunnen mensen zich
abonneren”, zegt Hendrik Baetens. “Die
lage prijs zorgt voor de instroom van
abonnees. Vervolgens monitoren we
hoeveel content ze consumeren en op
basis daarvan bepalen we hun definitie-
ve abonnementsprijs.
Deze manier om prijs te zetten is dus op
waardeperceptie gebaseerd en is geen
vorm van dynamische prijszetting, waar-
bij de prijs evolueert in functie van vraag
en aanbod.
Twee testcases
Naast de conversie via Mijn Magazines
haalt Roularta ook inkomsten uit het ver-
hogen van de waarde van een abonnement
op een magazine. Die krijgen immers
steeds meer een digitaal verlengstuk,
waardoor de abonnementsprijs opgetrok-
ken kan worden.
Libelle en Femmes d’Aujourd’hui vorm-
den daarbij in 2024 een belangrijke
testcase. “In juli is de prijs voor een abon-
nement met 2 euro per maand gestegen”,
herinnert Margaux Vandamme zich. “Zij
kregen er immers de digitale lifestyle bun-
del via Mijn Magazines bij. Toch was de
redactie eerder terughoudend. Zat deze
doelgroep wel te wachten op een digitaal
verlengstuk?”
Volgens Margaux waren de reacties ech-
ter overweldigend positief. “Dat komt om-
dat we vanuit marketing op de voordelen
hebben ingespeeld, en nadien zijn ook de
“IN HET BEGIN WAREN MAR-
KETING EN DIGITAL DE TREK-
KERS, MAAR NU KOMEN DE
REDACTIES AANKLOPPEN OM-
DAT ZE DE VOORDELEN VAN
MIJN MAGAZINES INZIEN.”
redacties extra gaan investeren in exclu-
sieve digitale content. Onze lezeressen
waren verrassend snel mee, ook de oudere
doelgroep. We hebben dan ook nauwelijks
abonnementsopzeggingen binnengekre-
gen.
Enthousiasme
Halfweg is de balans van het
Northstar-project dus zeer positief. “Er
zijn merken waarvoor de investeringen
nu al zijn gecompenseerd door de extra
abonnementsinkomsten”, verklapt Hen-
drik Baetens. “En je voelt dat de redacties
ook helemaal overtuigd zijn”, vult Marg-
aux Vandamme aan. “Ik geef graag het
voorbeeld van Flair. Dat is onze speeltuin
om zaken uit te testen, waardoor de men-
sen op de redactie en op marketing er nu
volop met groei en innovatie bezig zijn.
Dat geeft energie.” “En je voelt dat alle
merken door deze aanpak belangrijk zijn”,
besluit Margot de Wijn. “We hebben ze
stuk voor stuk nodig voor de content en
om abonnees te activeren. Dat creëert een
fijn groepsgevoel.
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
JAARVERSLAG 2024
15
JAARVERSLAG 2024
14
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
JAARVERSLAG 2024
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
DOUBLE DATE
In een mediabedrijf werken, dat betekent
samenwerken. Samen projecten vanuit
andere invalshoeken bekijken. Benieuwd
hoe anders HR en marketing denken? Of
redactie en productie?
STEPHANIE SLABINCK
ANNELIES DEMUYT
doubleDate - EB
JAARVERSLAG 2024
16
Een gesprek met:
ANNELIES DEMUYT,
HR Communicator
STEPHANIE
SLABINCK, Corporate
Communication
Manager
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
EMPLOYER BRAND
ZORGT VOOR 23%
MEER SOLLICITANTEN
Roularta Media Group werkte in 2024 aan een employer brand, dat vertaald werd in cam-
pagnes. Stephanie Slabinck, Corporate Communication Manager, en HR Communicator
Annelies Demuyt vertellen.
Voelt Roularta Media Group de war for
talent?
Annelies Demuyt:Absoluut. Het is
voor elk bedrijf moeilijk om de juiste
profielen te vinden. Komt daar nog bij
dat wij middenin een digitale transfor-
matie zitten. Dat soort talent is schaars.
Tot slot speelt ook de naamsbekendheid.
In West-Vlaanderen is die historisch
heel hoog, maar in andere provincies
was dat minder het geval.
Stephanie Slabinck: “We hadden nood
aan een employer brand. Roularta Media
Group moest een merk worden voor
potentiële medewerkers. Vroeger deden
we af en toe een rekruteringscampagne
en uiteraard zijn er continu jobadver-
tenties, maar de rode draad is nu ster-
ker.”
Wat is er op vlak van employer bran-
ding in 2024 gebeurd?
Stephanie Slabinck: “In 2024 hebben
we een volledig traject afgelegd, van
onderzoek tot en met campagnes. We
werken vanuit onze bedrijfsstrategie en
begonnen met kwantitatief en kwali-
tatief onderzoek om te ontdekken of te
bevestigen wat onze sterktes zijn. Sterk-
tes die elke medewerker voelt, ongeacht
functie of afdeling. Zo kwamen we tot
een employee value proposition: wat
biedt Roularta Media Group zijn mede-
werkers – huidige en toekomstige?
Vervolgens vertaalden we dat naar een
employer brand: hoe willen we gezien
worden? Dat leidde tot twee campagne-
golven in 2024: eentje in het voorjaar en
eentje in augustus/september. Daarbij
werkten we met een aantal action lines
zoals ‘Play it, slay it’, ‘Dream it,
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
18 19
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
team it’ of ‘Tint it, print it’. Die laatste is
uiteraard gericht aan potentiële mede-
werkers in de drukkerij. Die action lines
laten ons toe om vacatures of andere
teksten meer op maat te schrijven. Onze
uitdaging is namelijk om enerzijds die
overkoepelende employer brand te laten
leven, maar anderzijds ook specifiek
genoeg rond bepaalde profielen te com-
municeren.
Annelies Demuyt: “Ik voeg hier nog
aan toe dat we de twee campagnegolven
eerst intern ontrolden en pas dan naar
de buitenwereld stapten. Dat was heel
belangrijk: we wilden immers dat in
eerste instantie onze eigen mensen mee
waren in het verhaal. Zij zijn onze beste
ambassadeurs om het verhaal extern uit
te dragen. En wat je buiten vertelt moet
overeenkomen met wat er binnen leeft.
Dat spreekt.
Wat is er dan veranderd in vergelijking
met eerdere campagnes?
Stephanie Slabinck: “We dragen nu
meer uit wat werken bij Roularta Media
Group betekent, we gaan verder dan
de pure jobs. Daarnaast is ook onze to-
ne-of-voice veranderd. Die is informeler,
dynamischer. Dat uit zich op het eerste
zicht in kleine dingen: we gebruiken
geen stockbeelden, maar tonen de eigen
medewerkers. En we gaan voor dyna-
mische foto’s, niet langer iemand die
statisch in de camera kijkt.
Welke gelijkenis is er tussen jullie cor-
porate merk en jullie employer brand?
Stephanie Slabinck: “Die moeten dich-
ter bij elkaar komen en op termijn één
worden. Je bedrijfsimago en je werkge-
versimago kan je vergelijken met twee
laagjes, die je zo juist mogelijk op elkaar
wil leggen.
We hebben op dat vlak trouwens al gro-
te stappen gezet. De tagline van onze
employer branding campagne is ‘Ready
to create media with impact?’. Op corpo-
rate vlak gebruiken we steeds vaker de
baseline ‘We create media with impact’.
Ze zijn niet identiek hetzelfde, maar je
voelt dat ze naar elkaar toegroeien.
Wat doen jullie los van employer bran-
ding om talent aan te trekken en te
behouden?
Annelies Demuyt: “Wij hebben het
geluk om mediamerken te maken en
zitten zo in een sector die mensen so-
wieso intrigeert. Maar daarnaast doen
we er alles aan om van onze kantoren
en productieruimtes een aantrekkelijke
werkplek te maken. We hebben poolta-
fels, een padelveld en een petanqueveld,
te lenen bedrijfsfietsen, investeerden in
leuke bedrijfsrestaurants, ... We orga-
niseren ook regelmatig drinks, thema-
avonden of we lanceren een wandelactie
of een volleybaltoernooi. Verder vinden
we het belangrijk dat de collega’s in een
groene omgeving kunnen werken. Tot
slot gaat het om zingeving. Mensen – en
zeker jongeren – willen bij een bedrijf
werken dat een positieve impact op de
maatschappij heeft en ze willen zelf im-
pact maken. We communiceren dan ook
over de focus die Roularta Media Group
op duurzaamheid heeft.
Employer branding is een werk van
lange adem. Zijn er al resultaten merk-
baar?
Annelies Demuyt: “Het meest tastba-
re resultaat is de instroom, en die is in
2024 met 23% toegenomen. Dat kunnen
we niet anders dan toeschrijven aan het
werk op vlak van employer branding.
Los daarvan voel je het ook: kandidaten
verwijzen naar onze campagne in hun
motivatiebrief of bij een sollicitatiege-
sprek.
Stephanie Slabinck: Ook de commu-
nicatieresultaten zijn goed. Er komen
meer mensen naar de vacaturesite Mijn-
toekomstbijroularta.be en het aantal
volgers op sociale media is toegenomen.
Ook inhoudelijk merken we dat onze
employer brand wordt opgemerkt. Er
wordt verwezen naar de campagnebeel-
den én naar de motivatie om ook zelf
media met impact te willen maken.
Bovendien was Roularta in 2024 de
achtste meest aantrekkelijke werkgever
in het land volgens de Employer Brand
Research van Randstad. We stegen maar
liefst 44 plaatsen.
De mooiste return? Je voelt dat er intern
een mindswitch is geweest. Mensen
durven meer initiatief te nemen. Dit
heeft voor ons heel wat in beweging
gezet.
“ONZE UITDAGING? DIE OVER-
KOEPELENDE EMPLOYER
BRAND LATEN LEVEN, MAAR
TEGELIJKERTIJD SPECIFIEK
ROND BEPAALDE PROFIELEN
COMMUNICEREN.”
JAARVERSLAG 2024
20
3 vragen. 3 (of net iets meer) antwoorden. Zo ben je
in korte tijd up-to-date over één van de innovaties
van Roularta Media Group in 2024. Al dan niet
doorlinkend naar de podcast voor wie het volledige
verhaal wil kennen.
KAROLIEN VAN DINTER
STIJN DESPIEGELAERE
DARE TO ASK
JAARVERSLAG 2024
23
DareToAsk - AI
JAARVERSLAG 2024
22
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
Nu de doembeelden wat gaan liggen
zijn: hoe evalueren de redacties de im-
pact van AI?
Stijn Despiegelaere:Journalisten zijn
pragmatische mensen. We kijken nu
vooral hoe die tools voor hen van nut
kunnen zijn. Dat doen we voor elke stap
van het creatieproces. Van researchen
en interviews afnemen tot een stuk uit-
schrijven en publiceren: waar kan AI hel-
pen in hun dagelijkse job?”
Karolien Van Dinter: “Tegelijk is ook
een tweede vraag relevant: waar kan AI
meerwaarde bieden voor de lezer? Daar-
om onderzoeken we welke extra services
we onze doelgroepen kunnen voorscho-
telen met behulp van AI. Een interessant
vertrekpunt is dan het archief, die grote
berg aan content waar wij en zeker onze
lezers niet altijd raad mee weten. Een
large language model zou al die content
efficiënt kunnen doorzoeken, bundelen
en op nieuwe manieren presenteren. De
drie pilootprojecten die we in dat licht
hebben opgezet in 2024, smaken alles-
zins naar meer.
Hoe kan AI de journalist precies bij-
staan?
Stijn Despiegelaere: “Ook voor journa-
listen is het erg waardevol om beter uit
dat rijke archief te kunnen puren. Als
je bepaalde informatie nodig hebt voor
research of gerelateerde artikels wil toe-
voegen aan een publicatie, is het handig
dat een tool die op een presenteerblaadje
aanreikt.
Maar er is nog veel meer mogelijk. Zo
maken we voor het transcriberen van
interviews, zowat de meest tijdsintensie-
ve taak voor een journalist, gebruik van
Limecraft. Zo’n eerste draft is misschien
niet perfect, maar wel een goede basis
die gigantisch veel tijd uitspaart. Ver-
der experimenteerden we in 2024 met
ChatGPT, bijvoorbeeld om elementen als
context en tone of voice mee te nemen in
een vertaling, en creëren onze Art Direc-
tors nu al verbluffende illustraties met
Midjourney.
Hoe past Roularta Media Group het
ruime aanbod aan tools in op de redac-
ties?
Stijn Despiegelaere: “Sommige toepas-
singen staan eerder naast onze bestaande
processen, andere integreren we idealiter
zo natuurlijk mogelijk in onze huidige
tools. De moeilijkheid zit in het inschat-
ten van de meerwaarde van zo’n tool,
want als iets niet in de workflow van een
journalist past, verliezen we vooral tijd.
In 2024 hebben we daarom een frame-
work opgezet dat ons in staat stelt een
tool eerst te valideren en dan pas te im-
plementeren. Zo beschikken we nu over
een longlist met toepassingen die we de
komende tijd willen testen.
Daarnaast proberen we iedereen mee op
deze kar te krijgen, qua mindset maar
zeker ook qua skills. De uitrol van een
trainingsprogramma met praktische op-
leidingen helpt daarbij.
Karolien Van Dinter: “Dat program-
ma slaat erg goed aan, met dank aan de
mensen die er tijd in investeren én aan de
beslissing om echt bottom-up te werken.
Projecten die op de werkvloer en bij de
creatieve noden die daar leven ontstaan,
scoren altijd het best.
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
Een gesprek met:
KAROLIEN VAN
DINTER, Adjunct
uitgever en STIJN
DESPIEGELAERE,
Product Manager
Contentcreatie
B
E
L
U
I
S
T
E
R
D
E
P
O
D
C
A
S
T
WAT BETEKENT AI OP DE REDACTIEVLOER?
Om een beter zicht te krijgen op de rol die artificiële intelligentie vandaag al speelt op de
redactievloer, spreken we met Adjunct-uitgever Karolien Van Dinter en Product Manager
Contentcreatie Stijn Despiegelaere.
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
24 25
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
Een mediagroep is gebouwd op een aantal fun-
damenten: zonder redacties, distributie en re-
clamewerving ook geen succesvolle media. Net
die fundamenten ondergaan grondige verande-
ringen. Mee veranderen is de boodschap.
EEN GESPREK MET: NATHALIE WILLEMS, Content Strateeg • STEVIE DOUMEN, Media Expert Finance & B2B • ELISABETH BUNGENEERS, Business
Development Manager Influencer Marketing • JOYCE LAMSENS , Directeur Roularta Local Media Midden en Zuid West-Vlaanderen
DARE TO M VE
27
DareToMove - Advertentiewerving
JAARVERSLAG 2024
27
JAARVERSLAG 2024
26
maar te zeggen dat innovatieve partner-
ships écht het verschil kunnen maken.
Ook maatschappelijk.
Nieuwe (lokale) advertentiemogelijk-
heden
Maar vergis je niet: Roularta Media
Group speelt de kracht van partner-
ships lang niet enkel uit in grootschalige
nationale campagnes. Ook lokaal reikt
de mediagroep merken nieuwe adver-
tentiemogelijkheden aan. “Met Mijn
Stad TV beschikken we nu over een
netwerk van 810 digitale schermen in
drukbezochte handelszaken”, vertelt
Joyce Lamsens, directeur Midden- en
Zuid-West-Vlaanderen bij Roularta Lo-
cal Media. “Lokale adverteerders kun-
nen inzetten op hun regio en de wacht-
momenten van hun doelgroep optimaal
benutten.
Dit kadert in een tweesporenplan om
de samenwerkingen met adverteerders
te verdiepen. “Ten eerste zetten we
dit soort nieuwe kanalen op om mer-
ken en doelgroepen te verbinden, ten
tweede organiseren we vanuit de titels
evenementen die adverteerders talloze
kansen bieden.” Denk maar aan Nieuw-
bouw-zondag, Renovatieweekend,
Tegenwoordig komen samenwerkingen
met adverteerders voor in alle soorten
en maten. En maar goed ook, want zo
wordt hun impact gemaximaliseerd.
“Het is onze taak als mediapartner om
na te denken over nieuwe mediavor-
men”, vindt Stevie Doumen, Media Ex-
pert Finance & B2B bij Roularta. “Zeker
omdat we zo ook nieuwe doelgroepen
kunnen aanboren.
Een mooi eerste voorbeeld is de veel-
zijdige campagne die Libelle en The-
ramex, een toonaangevende farmaceu-
tische speler, in 2024 voerden rond de
menopauze. Uit een grote kick-off en-
quête volgde een maandenlange stroom
aan waardevolle content, van expert-in-
terviews en persoonlijke getuigenissen
tot gezonde recepten en kledingtips. Het
fysieke event ‘Samen door de menopau-
ze’ was een treffend orgelpunt.
“En of we erin geslaagd zijn awareness
te creëren rond het topic”, blikt Content
Strateeg Nathalie Willems terug op de
resultaten van de campagne. “Theramex
zag de menopauzemarkt significant
groeien en merkte dat het bewustzijn
rond het thema fel toegenomen is.” Om
B
E
L
U
I
S
T
E
R
D
E
P
O
D
C
A
S
T
12
JAARVERSLAG 2024
ADVERTEREN ANNO
2024: “HECHTE
SAMENWERKINGEN
ZIJN DE TOEKOMST”
Events waar een specifieke doelgroep van smult, digitale out of home-communicatie voor
lokale adverteerders en zelfs een virtuele influencer: in 2024 tilde Roularta Media Group
haar samenwerkingen met adverteerders naar een nog hoger niveau.
JAARVERSLAG 2024
29
JAARVERSLAG 2024
28
Jobvillage en sinds 2024 ook Wegwijs in
Investeren.
Dagelijkse podcast mét native adver-
tising
In de categorie nieuwe kanalen met een
grote impact op het adverteerdersland-
schap kunnen we niet rond de lancering
van de dagelijkse podcast Z 7op7. Die
vloeide voort uit de fusie van de redac-
ties van Trends Kanaal Z en Tendances
Canal Z, waarmee ook heel wat exper-
tise gebundeld werd, en volgde op het
succes van de wekelijkse Trends Beleg-
gen Podcast.
Met Z 7op7 kan Roularta Media Group
z’n doelstelling om op elk moment
van de dag beschikbaar te zijn voor de
media consument ook op audiovlak uit-
spelen, maar dat is niet de enige troef.
“Onderzoek wijst uit dat een podcast het
ideale format is om jongeren tussen 20
en 35 jaar te bereiken”, geeft Stevie Dou-
men aan. “Een zeer interessante groei-
markt, voor ons én voor adverteerders.
Merken kunnen hierbij kiezen tussen
een klassiek postroll-reclamespotje van
dertig seconden en een niet-commer-
ciële bijdrage tot één minuut. Vooral
die native-boodschap is bijzonder inte-
ressant. “Daarmee creëer je echt meer-
waarde als adverteerder en vermijd je
dat luisteraars afhaken. Meer dan drie
vierde blijft luisteren naar het native
slotakkoord van de podcast.
Sassy Soeki
Het toppunt van de innovatieve stappen
die Roularta Media Group afgelopen
jaar zette voor haar adverteerders, luis-
tert naar de naam Sassy Soeki. Dat is de
eerste virtuele influencer die ons land
rijk is.
“We merkten dat de advertentie-uit-
gaven in sneltempo begonnen over te
hellen naar social media marketing“,
duidt Business Development Manager
Influencer Marketing Elisabeth Bun-
geneers de context van deze innovatie.
“Om daaraan tegemoet te komen, beslo-
ten we een eigen influencer agency op
te richten. We definieerden drie soorten
influencers: externe influencers, interne
influencers – de exclusieve gezichten
van de titels – en dus ook virtuele in-
fluencers.
Sassy Soeki was op een paar maanden
tijd geboren en speelt een dubbele rol.
Ze heeft eigen accounts op Instagram
en TikTok en is daarnaast de virtuele
stagiair van het online team van de
Flair-redactie. Uiteraard verschijnt ze
ook op de kanalen van Flair. “Ze doet het
erg goed”, aldus Bungeneers. “De 36.000
views van haar laatste post bewijzen
dat haar content gesmaakt wordt door
de jongste doelgroep. En dus kunnen
we haar nu inzetten als volwaardige in-
fluencer en zit de eerste samenwerking
met een merk al in de pijplijn.
Met zo’n virtuele influencer kan Rou-
larta Media Group oneindig veel kanten
uit, en daar varen ook adverteerders
wel bij. Want dat is waar het allemaal
om draait, vruchtbare samenwerkingen
met merken. “Partnerships zijn de toe-
komst”, besluit Nathalie Willems. “Ze-
ker als partners een gelijkaardig DNA
hebben en de kernwaarden van onze
titels delen, zijn er prachtige dingen
mogelijk.
ZEKER ALS PARTNERS EEN GE-
LIJKAARDIG DNA HEBBEN EN
DE KERNWAARDEN VAN ONZE
TITELS DELEN, ZIJN ER PRACH-
TIGE DINGEN MOGELIJK.
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
30 31
DEEP
Een mediagroep future-proof maken, dat betekent
aanpassen wat is, maar ook nieuwe, onbetreden paden
bewandelen. We focussen op enkele innovatieve
projecten, die tonen hoe Roularta Media Group er in
de toekomst zal uitzien.
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
DeepDive - beleggersplatform
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
32 33
“De grootste business community
worden. Dat was het doel van de toena-
dering tussen Trends en Trends-Ten-
dances, Kanaal Z en Canal Z en Trends
Business Information, die de afgelopen
jaren plaatsvond. En dat is gelukt. We
wilden daar vervolgens nog een extra
ambitie aan koppelen, namelijk de refe-
rentie worden op het vlak van beleggen.
Die willen we in 2025 waarmaken.
Aan het woord is Michael Neve-
jan, Brand Manager van Trends en
Trends-Tendances. Hij voegt er nog aan
toe dat het Trends-team daarbij niet
van nul vertrekt. “Met Danny Reweghs
hebben we al een beleggingsautoriteit in
ons midden, omringd door een team van
experts.
Norkon
“Die focus op beleggen is natuurlijk niet
toevallig”, vult Trends-hoofdredacteur
Stijn Fockedey aan. “Een abonnement
op Trends moet geld opbrengen. Daar-
naast zien we het ook steeds meer als
onze missie om de financiële geletterd-
heid van de Belg te verbeteren. Mensen
zijn er te weinig mee bezig. Denk maar
aan de 22 miljard die in 2023 naar de
staatsbon vloeide.
Deze noden en ambities leidden in
2024 tot de opstart van een exclusieve
samenwerking met Norkon, een Noorse
softwarespeler die een aantal SaaS-tools
ontwikkeld heeft, onder andere rond
beleggen. De missie? Een platform ont-
wikkelen waarbij Trends-lezers live de
situatie van hun beleggingen kunnen
volgen, of het nu aandelen, cryptomun-
ten, grondstoffen of ETF’s zijn. Norkon
had al eerder ervaring opgedaan bij on-
der andere Handelsblatt in Duitsland en
Børsen in Denemarken.
Opvallend hierbij: Trends bundelde de
krachten met zusterblad BeleggersBe-
langen in Nederland. “De situatie is in
Nederland natuurlijk wat anders”, klinkt
het bij Kirsten Andeweg, Project Ma-
nager van de uitrol van het beleggers-
12
JAARVERSLAG 2024
BENE-BELEGGERSPLAT-
FORM ONDERSTREEPT
DOELSTELLING OM
GROOTSTE BUSINESS
COMMUNITY TE BLIJVEN
In 2024 werden meer dan de fundamenten gelegd van een beleggersplatform, waarmee zowel Trends als
BeleggersBelangen een stevige voorsprong nemen op de concurrentie. Het was en is het grootste grens-
overschrijdende project van Roularta Media Group.
EEN GESPREK MET: KIRSTEN ANDEWEG, Project Manager • STIJN FOCKEDEY, Hoofdredacteur Trends •
MICHAEL NEVEJAN, Brand Manager Business Brands
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
JAARVERSLAG 2024
35
JAARVERSLAG 2024
34
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
platform op Trends, Trends-Tendances
en BeleggersBelangen. “BeleggersBelan-
gen is sowieso meer gespecialiseerd in
beleggen, maar ook zij misten nog een
eigen beleggingsplatform.
Cijfers en achtergrondinformatie
De samenwerking met Norkon mondde
net voor het jaareinde uit in de techni-
sche launch van Trends Beleggen Live,
dat zowel koersinformatie als diepgaan-
de financiële analyses over zowat elk
financieel product biedt. Het platform is
personaliseerbaar door beleggingspor-
tefeuilles aan te maken en te beheren
en persoonlijke alerts aan te maken.
Wanneer een financieel product boven
of onder een zelfingestelde drempel
gaat, wordt de belegger daarop attent
gemaakt.
De cijfers worden aangevuld met de ac-
tualiteit over de financiële markten.
De korte nieuwsberichten komen van
ABM Financial Media, de verdiepende
analyses en adviezen komen van Danny
Reweghs en zijn team.
Gamification
Trends Beleggen Live wil zowel door-
winterde beleggingsexperts als starters
ondersteunen bij het opvolgen van hun
portefeuille en het nemen van beslissin-
gen. “Naast ons beleggersplatform biedt
de Norkon-licentie ons de mogelijkheid
om een beursspel te lanceren”, weet
Michael Nevejan. “Je kan er virtuele
competities mee organiseren waarbij
deelnemers een portefeuille moeten
samenstellen om binnen een bepaalde pe-
riode het hoogst mogelijke rendement te
halen. Vanaf maart 2025 bieden we derge-
lijke competities aan.” “Later in het najaar
zal deze beleggersgame ook in Nederland
uitgerold worden”, vult Kirsten aan.
Het is geen toeval dat Trends en
Trends-Tendances dergelijke games wil-
len opzetten. Het is immers een manier
om nieuwe beleggers aan te trekken, voor-
al jongeren. En dat blijkt een belangrijke
doelstelling. De instroom van nieuwe
lezers is belangrijk. Dat gebeurt met een
dergelijke competitie, maar ook bijvoor-
beeld met de podcast Trends Beleggen,
die al een aantal jaar loopt. “Het voordeel
van een game is dat we ook aan datacapta-
tie kunnen doen”, zegt Michael Nevejan.
“We verzamelen gegevens van mensen die
geïnteresseerd zijn in beleggen. Zo kun-
nen we onze conversieflow verfijnen.
Tot slot biedt het platform ook adverten-
tiemogelijkheden, zowel naamsponsoring
van competities als klassieke adverten-
tieruimte. Stijn Fockedey: “Adverteerders
“TRENDS BELEGGEN LIVE ON-
DERSTEUNT ZOWEL DOOR-
WINTERDE BELEGGINGSEX-
PERTS ALS STARTERS BIJ HET
OPVOLGEN VAN HUN PORTE-
FEUILLE EN HET NEMEN VAN
BESLISSINGEN. OOK DE MO-
GELIJKHEID OM EEN BEURS-
SPEL TE ORGANISEREN HELPT
DAARBIJ.”
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
JAARVERSLAG 2024
37
JAARVERSLAG 2024
36
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
komen hier op een echte nichesite
terecht, wat heel interessant kan zijn
voor een specifieke groep van B2B-ad-
verteerders, zoals fondsenbeheerders of
financiële instellingen.
Grensoverschrijdend zorgt voor meer-
waarde
In Nederland is de start van Beleggers-
Belangen Live voor de zomer van 2025
voorzien. “Dat heeft te maken met het
feit dat eerst onze website dient aange-
past te worden”, geeft Kirsten Andeweg
mee. “Onze lezers krijgen dus een erva-
ring die op alle vlakken vernieuwd is.
Het is trouwens net de samenwerking
tussen België en Nederland die voor on-
ze gesprekspartners van dit project zo’n
succes maakt. “Dit is voor Roularta een
van de eerste grote grensoverschrijden-
de projecten”, klinkt het bij Stijn Foc-
kedey. “Met Kirsten als Project Manager
was het trouwens meteen een project
over de twee magazinemerken heen.
Het toont de voordelen van een groep
die aanwezig is in meerdere landen.
Het voegt een nieuwe laag toe aan de re-
dactionele samenwerking die er tussen
BeleggersBelangen en Trends al langer
is. “Danny Reweghs en BeleggersBelan-
gen-hoofdredacteur Johan Brinkman
werken sinds de overname van het blad
in Nederland al samen”, besluit Stijn
Fockedey. “Er wordt zeer veel informa-
tie uitgewisseld en de samenwerking
schakelde in 2024 nog een versnelling
hoger. De lancering van de respectieve-
lijke beleggingsplatformen zorgt ervoor
dat we nog meer verweven zijn.
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
38 39
3 vragen. 3 (of net iets meer) antwoorden. Zo ben je in korte
tijd up-to-date over één van de innovaties van Roularta Media
Group in 2024. Al dan niet doorlinkend naar de podcast voor
wie het volledige verhaal wil kennen.
JO DESPLENTER
DARE TO ASK
JAARVERSLAG 2024
41
DareToAsk- 5g
JAARVERSLAG 2024
40
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
Wat is een private 5G-netwerk?
Bedrijven hebben steeds vaker (draadlo-
ze) netwerkverbindingen nodig in hun
productie-omgeving. Om te monitoren of
alle machines goed werken bijvoorbeeld.
Of om vorkheftrucks automatisch te laten
rondrijden in een magazijn.
Vaak wordt hiervoor wifi-gebruikt, maar
bij heel grote productieomgevingen zijn
hier veel antennes en bekabeling voor
nodig.
Een alternatief is een private 5G-net-
werk. Daarbij word je je eigen provider
en moet je dus ook een eigen licentie aan-
vragen, weliswaar voor een heel beperkte
dekking. Momenteel wordt het vooral
door bedrijven met enorme productiesi-
tes gebruikt, zoals de Haven van Antwer-
pen of de Luchthaven in Zaventem.
Welke stap heeft Roularta Media Group
gezet?
In 2024 stelden we ons de vraag wat de
best mogelijke oplossing zou zijn om
onze drukkerij future-proof te maken
wat connectiviteit betreft. Ook wij had-
den de keuze tussen wifi en 5G. Eind
januari beslisten we uiteindelijk om voor
5G te gaan, ook al was de kostprijs hoger.
De eerste tests deden we tegen juni en
in januari 2025 kon het P5G-netwerk in
productie genomen worden.
Waarom 5G? Voor wifi hadden we een
complexe set-up nodig. We zouden meer
dan 140 antennes moeten installeren,
wat achteraf voor een moeilijk beheer
zou zorgen. Voor dezelfde oppervlakte
volstonden negen 5G-antennes. Wat onze
case speciaal maakte, is trouwens dat
je in een drukkerij met heel wat rollen
papier zit. Papier is heel isolerend en ook
dat maakte het moeilijk om een wifinet-
werk te implementeren.
Waarom is het belangrijk voor Roularta
Media Group om deze stap te zetten?
Dankzij deze ingreep is de drukkerij fu-
ture-proof. We hebben de fundamenten
gelegd en zijn klaar om er heel wat nieu-
we toepassingen op te bouwen.
We wilden het immers mogelijk maken
om de drukkerij uit te rusten met ge-
connecteerde vorkheftrucks of AGV’s
(automated guided vehicles). En we wil-
den meer zicht krijgen op de flows in de
drukkerij, zoals de papiervoorraad con-
stant kunnen monitoren. Daarnaast biedt
het ons de mogelijkheid om eenvoudig
extra toestellen te connecteren die onze
processen kunnen opvolgen of waar no-
dig bijsturen.
Daarnaast speelt ook het aspect veilig-
heid. Zowel bij wifi als bij 5G moet je je
eigen netwerk beveiligen, maar bij 5G
zit security meer ingebed. Je hebt er bij-
voorbeeld al een 5G-kaartje voor nodig
om toegang tot het netwerk te hebben,
bij wifi volstaat een simpel toestel om te
detecteren welke wifinetwerken er in de
buurt zijn.
Sowieso is beveiliging iets wat in de hui-
dige geopolitieke en economische situatie
van groot belang is voor een groot bedrijf
als Roularta Media Group. Het gevaar
van hacking of een andere cyberaanval
loert om de hoek.
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
Een gesprek met:
JO DESPLENTER,
Head of IT Operations
& Services
PRIVATE 5G-NETWERK BROODNODIGE STAP
RICHTING DRUKKERIJ VAN DE TOEKOMST
Een future-proof drukkerij. Dat heeft Roularta Media Group dankzij een private 5G-netwerk. Jo
Desplenter, Head of IT Operations & Services, legt uit wat mogelijk is en hoe het komt dat het
bedrijf zich in het selecte gezelschap van bedrijven zoals de Haven van Antwerpen bevindt.
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
42 43
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
JAARVERSLAG 2024
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
DOUBLE DATE
In een mediabedrijf werken, dat betekent
samenwerken. Samen projecten vanuit
andere invalshoeken bekijken. Benieuwd
hoe anders HR en marketing denken? Of
redactie en productie?
IRENE SMIT
BART GOOS
DoubleDate - flow
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
44 45
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
Een gesprek met:
IRENE SMIT,
Hoofdredacteur en
Creative Director
BART GOOS, Manager
Afwerking en Logistiek
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
Wat maakt Flow zo bijzonder?
Irene Smit: “Flow is meer dan een ma-
gazine. Voor ons is papier een cadeautje,
wij focussen dus sterk op de tactiele
ervaring. We zitten trouwens in een tijd
waarin er net meer nood is aan dat ca-
deautje. De wereld wordt steeds digitaler
en mensen hebben nood aan digitale de-
tox. Papier is het nieuwe yoga.
Onze focus op papier uit zich in ver-
schillende papiersoorten, zo’n negen per
nummer, elke katern heeft bijvoorbeeld
een eigen papiersoort. Zo zijn artikels
over psychosociale onderwerpen gedrukt
op wat ruwer papier. Dat mag wat schu-
ren. Onderwerpen over je goed voelen
komen dan weer op glossy papier.
Onze voorliefde voor papier uit zich ook
in het feit dat we bij elk nummer twee
– uiteraard papieren – cadeautjes meege-
ven. En dat tien keer per jaar. En tot slot
hebben we ook een aantal specials, waar-
onder ons winter- en zomerboek. En ook
het Flow Book for Paper Lovers. Dat is
een heel dik magazine bomvol verschil-
lende papieren cadeaus (enveloppen,
stickers, pakpapier, labels, …), zonder
tekst. Een exemplaar kost bijna 25 euro
en ondanks die prijs is het jaarlijks onze
beststeller.
FLOW, OF HOE
PAPIER EEN
CADEAUTJE IS
Meer dan een magazine. Dat is Flow in een zin samengevat. Het slow reading magazine is
een pareltje, dat ook in het buitenland in de smaak valt. Maar op druktechnisch vlak zijn er
uitdagingen. Een dubbelinterview met Hoofdredacteur en Creative Director Irene Smit en
Bart Goos, Manager Afwerking en Logistiek.
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
46 47
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
Bart Goos: “Het is die creativiteit en ver-
nieuwing die het voor ons bij de produc-
tie zo leuk maakt. Het is samen zoeken
hoe we alle ideeën kunnen realiseren.
Hoe verloopt het drukken van Flow?
Bart Goos: “De reguliere edities van
Flow worden bij Roularta Printing In
Roeselare gedrukt. De uitdaging zit ‘m
vooral in het feit dat er heel wat inleg-sta-
tions nodig zijn omdat het magazine uit
zoveel verschillende elementen bestaat.
Gelukkig hebben we een toestel van het
type Kolbus, waardoor we het blad moei-
teloos kunnen afwerken. Dat heeft twaalf
inlegstations en twee kleefstations. Die
laatste zijn belangrijk, omdat de redac-
tie van Flow ook graag wat zaken in het
magazine kleeft. Flow is zo de eerste re-
alisatie waarbij we deze machine voor de
volle 100% benutten. Meestal gebruiken
we maar 60 à 70% van het potentieel.
Hoe uitzonderlijk is Flow voor de druk-
kerij?
Bart Goos: Om je een idee te geven: we
zijn het gewoon om magazines met zes
à zeven katernen te drukken en dus met
verschillende inlegstations af te werken.
Hiervoor hebben we er dus heel wat
meer stations nodig. Het betekent ook dat
je goed het moment herkent in de druk-
kerij waarop Flow afgewerkt wordt. Het
is er een mierennest van operatoren om
alles goed op elkaar te laten aansluiten.
Maar dat gaat feilloos. We behandelen
een nummer van Flow ook met zachtheid
want het inleggen van de katernen ge-
beurt manueel en niet via printrolls.
Voor Roularta Printing is Flow een refe-
rentieproduct. Het toont aan waartoe we
in staat zijn. We hopen dan ook dat het
een motivatie is voor externe klanten.
We willen immers meer printbelievers
aantrekken.
Onze processen kunnen trouwens ook
de redactie op ideeën brengen. Het hoeft
niet enkel van de redactie te komen.
Irene Smit:Zo zien wij het ook. Het tot
stand komen van een nummer van Flow
is een echte wisselwerking. Een mooi
voorbeeld is dat we kleine inserts vroeger
altijd met nietjes afwerkten. Tot de men-
sen van Roularta Printing ons erop wezen
dat dat helemaal niet nodig was.
Wat leverde die samenwerking op busi-
nessvlak op in 2024?
Irene Smit: “2024 was een goed jaar
voor Flow. We werden in januari over-
genomen door Roularta Media Group
en dat bood ons veel nieuwe kansen. We
hebben al langer twee licenties, Flow
wordt in Frankrijk en Duitsland door
plaatselijke teams gemaakt, maar we
kregen nu de mogelijkheid onze Engelse
editie te herlanceren. Die maakten we
jarenlang op de redactie in Nederland en
werd over de hele wereld verspreid. Tij-
dens de coronapandemie moesten we dit
echter staken, omdat de papier- en distri-
butiekosten te hoog werden en wereld-
wijd winkels de deuren sloten. Omdat
we Flow nu in Roeselare drukken was de
drempel om weer op te starten een stuk
lager en konden we de Engelstalige Flow
terugbrengen. Vandaag is deze versie
opnieuw in twintig landen verkrijgbaar.
In Barnes & Noble in Amerika werd het
meteen een enorm succes, de nummers
vliegen de winkel uit en onze social me-
diakanalen staan bol van de positieve
reacties.
Je voelt alleszins dat onze onderwerpen
enorm populair zijn. Wat we doen klopt
meer dan ooit bij de tijdgeest. Mensen
hebben behoefte aan offline activiteiten
en slow life. Ze zijn zoekende naar ma-
nieren om bewuster te leven. Ook online
doen we het trouwens heel goed, met
zo’n miljoen page views per maand. Daar
focussen we op mentale gezondheid, cre-
ativiteit en goed nieuws. Je ziet dat onze
boodschap ook overeind blijft zonder ons
mooie papieren jasje.
Tot slot is er nog een groot voordeel van
bij Roularta Media Group horen: voor
het eerst zitten de mindstyle magazines
Flow, Psychologie Magazine, Happinez
en Yoga Magazine bij één uitgeverij, en
dat biedt veel kansen. Zo organiseerden
we gezamenlijk ‘Selfcare Season’, waar-
bij we via nieuwsbrieven lezers vroegen
deel te nemen aan een online challenge
van deze merken. Het leverde meer dan
22.000 inschrijvingen op en het leidde
uiteindelijk tot veel nieuwe abonnees
en verkochte online trainingen van deze
merken.
Wat willen jullie nog realiseren met
Flow?
Irene Smit: Momenteel is Flow een
tijdschrift met paper goodies. Wat zou
het fijn zijn om het ook af en toe om te
draaien en er een box met paper goodies
en een klein tijdschrift van te maken. Ben
je dan een tijdschrift met cadeautjes of
cadeautjes met een tijdschrift? Dat vind
ik wel een leuke denkoefening.
Bart Goos: “En verder ligt de wereld
open voor Flow. Momenteel is het blad al
in 20 landen te verkrijgen. Daar zit zeker
nog groei in. Wat met Azië bijvoorbeeld,
waar Flow ook in de smaak valt?”
“PAPIER IS HET
NIEUWE YOGA.”
JAARVERSLAG 2024
49
JAARVERSLAG 2024
48
DEEP
Een mediagroep future-proof maken, dat betekent
aanpassen wat is, maar ook nieuwe, onbetreden paden
bewandelen. We focussen op enkele innovatieve
projecten, die tonen hoe Roularta Media Group er in
de toekomst zal uitzien.
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
DeepDive - duurzaam
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
50 51
Januari 2024 was een belangrijk mo-
ment. Zowel zakenbladen Trends en
Trends-Tendances als abonneegigant
Libelle maakten in die maand de switch
naar een paper wrap, een papieren om-
hulsel rond het magazine om transport
en postgegevens mogelijk te maken.
Abonnees kregen vanaf dat moment dus
niet langer een plastic folie rond het
magazine.
“Het was voor Libelle een sprong in het
diepe, zelfs al was hij heel goed voor-
bereid”, geeft Lies Bresseel mee. Ze is
Loyalty & Project Manager bij het ma-
gazine. “Libelle heeft zo’n 90.000 abon-
nees en we wilden hen natuurlijk niet
ontgoochelen. We moesten zeker weten
dat alles goed kwam als het zou regenen
en dat elke wrap ook bij het bussen nog
altijd een exemplaar bevatte.
Ondanks het feit dat de eerste Libelle in
paper wrap verspreid werd in de week
van Blue Monday – “Daarom maakten
we van de wrap een gelukslijstje” – ver-
liep alles vlekkeloos. “Meer nog,” zegt
Lies Bresseel, “uit onderzoek bleek dat
89% van onze lezeressen het een fan-
tastisch idee vinden. Een groot deel van
hen had ook gezien wat we op de wrap
hadden gedrukt. En we kregen gewel-
dige persoonlijke reacties. Sommigen
stuurden ons een berichtje dat ze blij
waren dat hun schuldgevoel om plastic
weg was of dat ze er een gelukzalig ge-
voel van kregen.
30 kilometer plastic per nummer be-
spaard
Net dat goede gevoel was een van de
twee voornaamste redenen om voor een
paper wrap te kiezen. “We wilden fijn
binnenkomen bij onze trouwste lezers”,
verwoordt Lies Bresseel het.
De andere reden was natuurlijk om het
gebruik van plastic terug te dringen.
Lies Bresseel: “Eén nummer Libelle was
vroeger goed voor 30 kilometer plastic
folie. Op een jaar tijd besparen we 1,5
miljoen meter of 12 ton plastic.” De in
12
JAARVERSLAG 2024
DUURZAAMHEID,
DE COMBINATIE
VAN FOOTPRINT
EN BRAINPRINT
Voor Roularta Media Group staat duurzaamheid gelijk aan het
reduceren van de CO2-voetafdruk én aan het promoten van een
gezondere, betere levensstijl bij de mediagebruikers. Dat uitte
zich in 2024 in tal van initiatieven. Twee voorbeelden? De invoe-
ring van de paper wrap en Time 2 Read.
EEN GESPREK MET: LIES BRESSEEL, Loyalty & Project Manager • SAM SISK, Coördinator Knack Focus
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
JAARVERSLAG 2024
53
JAARVERSLAG 2024
52
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
voering van de paper wrap is dus een be-
langrijke stap in de reductie van plastic
binnen de mediagroep.
Libelle en Trends/Trends-Tendances
zijn trouwens niet de enige magazines
die de overgang maken. In de zomer
van 2025 volgen nog titels als Plus
Magazine, Knack en Le Vif, Femmes
d’Aujourd’hui en Libelle Lekker. In
2026 wordt de operatie afgerond met
de laatste titels. Vanaf dat jaar geldt
trouwens een verbod op het gebruik van
wegwerpplastic voor de verpakking van
magazines.
Leeshonger bij 62% van Belgen
Op de overstap naar de paper wrap van
het Knack-pakket is het dus nog even
wachten, maar dat betekent niet dat
de redactie en de marketingafdeling
stilzitten. “Jeroen De Preter, een van de
Knack-journalisten, kwam met de op-
merking dat mensen meer willen lezen
maar er niet toe komen. We zouden hen
daarbij kunnen helpen”, herinnert zich
chef Sam Sisk. “Dat triggerde ons om via
marktonderzoek meer te weten te ko-
men over het leesgedrag. Zo ontdekten
we dat maar liefst 62% van de Belgen
met leeshonger zit. Ze willen meer le-
zen, maar hebben te weinig tijd en zijn
snel afgeleid door hun smartphone.
Het was de aanzet voor het ‘Time to
Read’-initiatief om mensen aan te moe-
digen om minstens één boek per maand
te lezen.
Bijna 6.000 boeken verkocht
‘Time to Read’ groeide uit tot een ge-
weldige samenwerking tussen Knack,
Knack Focus, Knack Weekend en Le Vif
(onder het motto L’heure de lire), mar-
keting, events en de commerciële afde-
ling. Er waren verschillende elementen:
een lanceringscampagne, een stand op
Boektopia, heel wat redactionele stuk-
ken over lezen, maar ook een boeken-
pakket met drie fictie- en drie non-fictie
boeken. “We verkochten de boeken eerst
als pakket, maar daarna ook los”, weet
Sam Sisk. “Dat zorgde voor een verkoop
van bijna 6.000 stuks.” Onze top 50 bes-
te Nederlandstalige boeken zal nog lang
vele lezers helpen in hun zoektocht naar
een goed boek.
Waarom deze actie een mooi voorbeeld
is van de brainprint-impact die Roularta
Media Group wil hebben? Het gebruikt
de kracht van de media om lezers aan te
zetten om hun gedrag op een positieve
manier te wijzigen. Sam Sisk: “Wij wilden
onze lezers niet alleen informeren en in-
spireren, wat we dag in dag uit doen, maar
ook faciliteren. Het hen gemakkelijker
maken om terug aan het lezen te slaan.
Die missie is duidelijk geslaagd, zo blijkt
uit de talrijke positieve reacties. “Ook in
2025 blijven we op literatuur inzetten”,
besluit Sam Sisk. “Het is sinds 2024 nog
meer verankerd in ons DNA.
“SINDS DE INVOERING VAN
DE PAPER WRAP BESPAREN
WE MET LIBELLE OP EEN JAAR
TIJD 1,5 MILJOEN METER OF 12
TON PLASTIC.”
De twee voorbeelden uit dit artikel zijn
uiteraard niet toevallig gekozen. Ze
symboliseren de dubbele focus van Roularta
Media Group op footprint én brainprint om
de grootst mogelijke impact te hebben.
Benieuwd naar welke inspanningen op het
vlak van duurzaamheid nog werden geleverd?
Het allereerste CSRD-verslag bevat het
volledige overzicht.
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
JAARVERSLAG 2024
55
JAARVERSLAG 2024
54
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
DareToMove - distributie
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
Een mediagroep is gebouwd op een aantal fun-
damenten: zonder redacties, distributie en re-
clamewerving ook geen succesvolle media. Net
die fundamenten ondergaan grondige verande-
ringen. Mee veranderen is de boodschap.
EEN GESPREK MET: SOPHIE DOCX, Manager Retail • BART BOGAERT, Logistiek & Distributie
DARE TO M VE
57
JAARVERSLAG 2024
57
JAARVERSLAG 2024
56
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
58 59
Roularta Media Group is van oudsher
gekend als een abonnementenbastion,
maar daarnaast halen magazines ook
een flink deel van hun verkoop uit de
krantenwinkel en aanverwante distribu-
tiepunten zoals supermarkten en tank-
stations. Bovendien is de losse verkoop
een belangrijke manier om nieuwe le-
zers op een laagdrempelige manier ken-
nis te laten maken met een magazine.
Mensen die regelmatig een los nummer
kopen raken verslingerd en worden later
misschien een trouwe koper of abonnee.
“In de markt van de losse verkoop zien
we heel wat evolutie”, weet Sophie
Docx, Manager Retail bij Roularta. “Het
aantal persverkopers daalt, het shop-
gedrag van mensen verandert en ook
de supermarktsector beweegt en zoekt
naar kostenefficiëntie. Verschillende re-
tailers stelden ons zelf de vraag om meer
gebruik te maken van hun bestaande
processen, zoals centrale aanlevering in
één magazijn en niet langer op elk win-
kelpunt.
12
JAARVERSLAG 2024
DIT PROJECT GEEFT
AAN DAT WE OOK
STERK IN PRINT
BLIJVEN GELOVEN
Voor een mediagroep is het zaak om media op de juiste manier tot bij de mensen te bren-
gen. Wanneer er heel wat beweegt in het landschap van de losse verkoop van magazines,
is het zaak het heft in eigen handen te nemen. Dat leidde op nauwelijks een half jaar tijd
tot projecten die aantonen dat innovatie in klassieke magazineverkoop rendeert.
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
60 61
Losse verkoop blijft belangrijk
Als de markt verandert, dan spelen we
hierop in, dachten een aantal verant-
woordelijken bij Roularta. Er werd een
afdelingsoverschrijdende projectgroep
opgericht. “Binnen de projectgroep wer-
den alle aspecten van magazineverkoop
onder loep genomen om ze af te stem-
men op vragen vanuit de markt”, vertelt
Bart Bogaert. Hij is medewerker Logis-
tiek en Distributie en maakt deel uit van
de projectgroep. “We zochten niet enkel
optimalisaties op het vlak van logistiek
en samenwerkingsmodellen, maar ook
wat betreft assortiment en promotie-
mechanismen.
“De strategie van Roularta Media Group,
met daarin een pijler die focust op de
kernmerken past naadloos in dit ver-
haal”, gaat ze verder. “We wilden daarbij
namelijk focussen op een beperkt assor-
timent met de belangrijkste titels van
de groep die we via een vereenvoudigd
distributiemodel in de markt zetten.
“Bij Roularta innoveren we dus niet
alleen via digitale producten, maar ook
in de manier waarop we printproducten
verspreiden”, benadrukt Bart Bogaert.
Pilootprojecten
Hoewel het project pas midden 2024
het daglicht zag, werden in dat jaar ook
al de eerste proefprojecten opgestart.
“We gingen op zoek naar partners die
met ons wilden testen wat werkt”, aldus
Sophie Docx.
“Met een aantal kleinere retailpartners
werden testen opgezet”, vertelt Sophie
Docx. “Het was zoeken naar de juiste
manier om winkels te beleveren, naar
het meest ideale assortiment, naar de
plaatsing in de winkel, …
Learnings
Zo komen we bij de lessen die een klein
halfjaar aan tests hebben opgeleverd.
“De allerbelangrijkste les is dat innova-
tie werkt”, klinkt het bij Sophie Docx.
“Er is ruimte om onze magazines op een
intuïtieve manier in het assortiment van
een winkel te integreren. Libelle Lekker
kan liggen naast de verse voeding, een
Yoga Magazine mag naast de yogamat-
ten liggen. Roularta heeft een uniek
assortiment dat mooi in andere catego-
rieën kan geïntegreerd worden.
“We hebben al doende heel wat ge-
leerd”, vult Bart Bogaert aan. “We zagen
bijvoorbeeld bevestigd dat de levens-
duur van een magazine niet voorbij is op
het moment dat er een nieuw nummer
in de rekken ligt.
Colruyt innoveert met magazinever-
koop
Naast de lopende proefprojecten werd
ook in het supermarktkanaal geïnno-
veerd, onder andere met Colruyt. Deze
food retailer verkocht voorheen geen
magazines. We sloegen hiervoor de
handen in elkaar met de andere Belgi-
sche uitgevers. “We gingen samen met
Colruyt rond de tafel zitten en kregen
de goedkeuring voor een testproject van
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
twee maanden in twee winkels”, legt
Sophie Docx uit. “Hier gaat het niet om
een ruim magazineschap in de winkel,
maar om vaste posities aan de kassa met
een beperkt assortiment met enkel de
Belgische high runners.” En met succes:
begin 2025 is het project nationaal uit-
gerold naar alle Colruyt-winkels, met
een aanbod dat voor Roularta bestaat uit
Libelle en Libelle Lekker in Vlaanderen
en Femmes d’Aujourd’hui en Télépro in
Wallonië.
Intussen is het wel duidelijk: ook in
de verkoop van papieren magazines is
innovatie mogelijk. Samen met de colle-
ga’s van Nederland kijken de Belgische
teams dan ook hoe ze ook daar tot nieu-
we inzichten kunnen komen.
3 vragen. 3 (of net iets meer) antwoorden. Zo
ben je in korte tijd up-to-date over één van
de innovaties van Roularta Media Group in
2024. Al dan niet doorlinkend naar de podcast
voor wie het volledige verhaal wil kennen.
JACQUELINE AGEMA
ESTHER SEYS
DARE TO ASK
MIRJAM HAMMING
JAARVERSLAG 2024
63
DareToAsk - partnership
JAARVERSLAG 2024
62
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
Een gesprek met:
ESTHER SEYS,
Partnership Manager
België, MIRJAM
HAMMING, Senior
Productmanager
JACQUELINE AGEMA,
Event & marketing
Partnership Lead
ELKAARS DOELSTEL-
LINGEN HELPEN
REALISEREN:
DE KRACHT VAN
PARTNERSHIPS
Steeds vaker zet Roularta Media Group hechte partnerships op met bedrijven, organisaties
en instellingen. De topcases van 2024 bewijzen hoe belangrijk het is om daarbij win-win-
situaties te laten ontstaan. En dat data het ultieme bindmiddel zijn.
B
E
L
U
I
S
T
E
R
D
E
P
O
D
C
A
S
T
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
64 65
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
Weinig cases kunnen tippen aan het
partnership met Essent en Touch In-
centive. Wat maakte die samenwerking
zo waardevol?
Mirjam Hamming (Senior Product-
manager): “Energieleverancier Essent
werkt met een loyaliteitsprogramma.
Daarmee heeft het diverse kortingen en
af en toe een cadeautje in petto voor trou-
we klanten. Touch Incentive verzorgt dat
programma en nam al meermaals een
gratis tijdschrift uit ons portfolio mee in
de geschenkmand.
De klant heeft dan keuze uit een aantal
merken, waarmee we graag inspelen op
de context. Zo was er tijdens de mooie
sportzomer een actie met verschillende
sporttitels en konden de klanten van Es-
sent in het voorjaar een van de magazines
rond buitenleven selecteren.
In 2024 resulteerde dat in 90.000 aange-
vraagde tijdschriften. Zeer waardevol op
vlak van omzet, maar dat is niet de enige
troef. Het is een nieuw publiek met inte-
resse in magazines, nuttige leads die we
kunnen opvolgen met een abonnement-
aanbieding.
Dat Roularta vandaag een eigen wijn
heeft, dankt het eveneens aan een
straf partnership. Hoe kwam dat tot
stand?
Esther Sys (Partnership Manager
België): “Onze jarenlange samenwerking
met wijnbeurs.be tilden we in 2024 naar
een nóg hoger niveau. Wijnbeurs sprak
de intentie uit om komaf te maken met
het elitaire imago van wijn en wilde een
jonger, vrouwelijker publiek bereiken.
Die ambitie kwam mooi samen met onze
media-oplossingen, en met de droom
van onze uitgever Karen Hellemans: een
Libelle-wijn op de markt brengen. Met
Château Canet nabij Carcassonne vonden
we een idyllisch gelegen, door een vrouw
gerund wijndomein dat helemaal bij Li-
belle past.
Met de hulp van de vinologen van Wijn-
beurs creëerden we de unieke wijn Belle
Madam, waar via twee wijnacties al zo’n
25.000 flessen van over de toonbank
gingen. In 2025 schakelen we nog een
versnelling hoger en kunnen onze lezers
mee op reis naar het prachtige domein.
Ook interessant was de samenwerking
met ZorgverzekeringWijzer. Wat moe-
ten we daarover weten?
Jacqueline Agema (Event & Marketing
Partnership Lead): “Met deze website,
die mensen helpt om verzekeringspre-
mies te vergelijken, sloten we vanuit de
redacties van Plus Magazine en Gezond-
heidsnet een contentdeal. Daarbij leverde
ZorgverzekeringWijzer kwalitatieve
content aan, die we met onze SEO- en
CRO-specialisten optimaliseerden voor
onze platformen.
Met in totaal 640.000 lezers mogen we
spreken van een redactioneel succes. De
eerste conversiecijfers liggen wat lager
dan verwacht, maar dat neemt niet weg
dat we hiermee tal van inzichten en
learnings konden verzamelen. Nog meer
data inzetten om de funnel nog beter te
kunnen inrichten, is daar zeker een van.
Esther Sys (Partnership Manager
België): “Data vormen inderdaad een
essentiële bouwsteen van onze partner-
ships-strategie. Het is cruciaal dat beide
partijen zich engageren om hun inzich-
ten over medewerkers, klanten en pros-
pects te integreren in de samenwerking.
Zo ontstaan win-winsituaties waarin
ons portfolio en de Mijn Magazines-app
waarde toevoegen aan het aanbod van de
partner en die ons tegelijk helpt om onze
doelstellingen te verwezenlijken.
“HET IS CRUCIAAL DAT BEIDE
PARTIJEN ZICH ENGAGEREN
OM HUN INZICHTEN OVER
MEDEWERKERS, KLANTEN EN
PROSPECTS TE INTEGREREN IN
DE SAMENWERKING.”
JAARVERSLAG 2024
67
JAARVERSLAG 2024
66
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
MISSIE,
VISIE
EN
WAARDEN
Roularta Media Group wil de meest relevante mediapartner
voor de lange termijn blijven. De mediamerken van Roularta
Media Group zijn bakens van vertrouwen en kwaliteit. We
zijn aanwezig in elk gezin, altijd en overal.
Als multimediabedrijf creëert en verspreidt Roularta
Media Group kwaliteitsvolle, onafhankelijke en relevante
content voor het brede publiek en voor specifieke doel-
groepen. Daaraan koppelt zij geavanceerde marketing- en
reclameplatformen voor haar partners. Roularta Media
Group wil een duurzame meerwaarde scheppen voor al
haar stakeholders en voor de hele samenleving.
PASSIE VOOR DE
MEDIACONSUMENT
GA VOOR MERK
EN KWALITEIT
STREEF NAAR
DUURZAME WAARDE,
VERNIEUWING EN GROEI
BESCHOUW ELKE
UITDAGING ALS EEN
OPPORTUNITEIT
ONE TEAM,
ONE FAMILY,
ONE PLANET
1.
3.
5.
2.
4.
JAARVERSLAG 2024
69
missie
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
HOE ROULARTA
MEDIA GROUP
WAARDE
CREËERT
*Onderdeel Verklaring niet-fi nanciële informatie (p. 168)
Financieel kapitaal
85 M€ kapitaal
13.931.920 aandelen genoteerd
op Euronext Brussel
217 M€ eigen vermogen
65 M€ nettocashpositie
Natuurlijk kapitaal
39.497 ton papier, waarvan 86,3 % PEFC
en 2,3 % FSC
762 ton inkt
13.718 m³ water
66.000 m² groenzone naast het bedrijf,
in 2021 beplant met ca. 15.000 bomen
Menselijk kapitaal
1.268 personeelsleden
648 mannen
620 vrouwen
264 journalisten
Een netwerk van meer dan
1.600 freelancemedewerkers
Productiekapitaal
6 geavanceerde full-colour
offsetdrukpersen uitgerust
met state-of-the-art verza-
mel- en verpakkingsmachines
Intellectueel kapitaal
Sterk ingeburgerde kwaliteits-
volle mediamerken
• Verschillende lidmaatschappen zoals Raad voor de Journalistiek, Febelgra, Conseil de déontologie journalistique, JEP en
lid van EMMA (Europese magazine-uitgeversvereniging)
• Relaties met leveranciers en professionele organisaties
INPUT
waardecreatie
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
70 71
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
OUTPUT
Financieel kapitaal
320 M€ omzet
Productiekapitaal
366.602.933 omwentelingen
rotatiepersen
255.938.347 gedrukte
exemplaren magazines
23.505.202 gedrukte
exemplaren kranten
Natuurlijk kapitaal
CO
2
-uitstoot van 5.521,60 ton
*Scope 1 = 2.947,69 - Scope 2 = 2.573.91
Menselijk kapitaal
953.514 abonnees
1.483.398 lezers van De Zondag
en De Krant van West-Vlaanderen
1,5 M wekelijkse kijkers voor
Kanaal Z/Canal Z
Intellectueel kapitaal
70 kwalitatieve magazine- en
krantentitels
Meer dan 90 evenementen/beurzen
(Trends Manager van het Jaar, Trends
Summer/Winter University, Trends
Impact Awards, Happinez Festival,...)
* Scope 1: directe emissies = uitstoot door bronnen die eigendom zijn van of
beheerd door Roularta Media Group. Voornamelijk als gevolg van de verbran-
ding van fossiele brandstoffen voor verwarming of bedrijfsvoertuigen. Scope 2:
indirecte emissies = emissies door de productie van elektriciteit, warmte of
stoom geïmporteerd voor de activiteiten van Roularta Media Group.
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
72 73
RESULTATEN 2024
ROULARTA IN CIJFERS
WINST-EN-VERLIESREKENING
in miljoen euro
Omzet 320,3
EBITDA
(1)
27,1
EBIT
(2)
3,6
NETTORESULTAAT 6,1
NETTORESULTAAT TOEREKENBAAR
AAN AANDEELHOUDERS
6,1
BALANS - 31/12/24
in miljoen euro
Vaste activa 212,7
Vlottende activa 140,3
BALANSTOTAAL 353,0
Eigen vermogen - 216,8
aandeel van de Groep
Verplichtingen 136,4
Liquiditeit
(3)
1,2
Solvabiliteit
(4)
61,4%
NETTO FINANCIËLE CASHPOSITIE
(5)
61,6
Gearing
(6)
-28,4%
(1) EBITDA = EBIT + afschrijvingen op (im)materiële vaste activa en bijzondere waardeverminderingen.
(2) EBIT = bedrijfsresultaat (inclusief aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures).
(3) Liquiditeit = vlottende activa / kortlopende verplichtingen.
(4) Solvabiliteit = eigen vermogen (aandeel van de Groep + minderheidsbelangen) / balanstotaal.
(5) Netto financiële cash/(schuld) = vlottende geldmiddelen - financiële schulden.
(6) Gearing = - netto financiële cash/(schuld) / eigen vermogen (aandeel van de Groep + minderheidsbelangen).
88,5
M€
18,6
M€
3,3
M€
OMZET EBITDA
Investeringen
MEDIAFIN IN CIJFERS
Meer informatie over de geconsolideerde cijfers van Roularta Media Group vindt u op: www.roularta.be/nl/roularta-op-de-beurs
320,3
M€
15,3
M€
OMZET
Investeringen
EBITDA
KERNCIJFER
per aandeel
27,1
M€
2,16
Evolutie abonnementen
Evolutie abonnementen
+ 1,6% of + 2,0 M€
+ 6,7%
of + 3,0 M€
OMZETVERDELING
per type omzet
OMZETVERDELING
per business unit
Conform de IFRS-voorschriften, wordt er 50% van het nettoresultaat van Mediafin opgenomen (50% is 4,6 M€) minus
o.a. de jaarlijkse afschrijving voor merken De Tijd en L’Echo (50% van de totale aanpassingen is 1,0 M€).
Aldus bedraagt de bijdrage van Mediafin in de EBITDA van Roularta Media Group 3,6M€ voor 2024.
2,1%
Audiovisual Brands
3,6%
Newspaper Brands
11,6%
Local Media Brands
8,9%
Printing Services
73,8%
Magazine Brands
10,9%
Miscellaneous
(bvb. line extensions & rights)
10,5%
Printing for third parties
47,9%
Subscriptions & newsstand sales
30,7%
Advertising
De omzet daalt met 1% of -3,2 M€
EBITDA per aandeel
EBITDA stijgt met 25,3%
of + 5,5 M€
resultaten 2024
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
JAARVERSLAG 2024
75
JAARVERSLAG 2024
74
MERKEN
News / Business
DE AANVAL
OP EUROPA
€7,90
Jef Vermassen
Advocaat betrokken
bij een oplichtingszaak
Negen experts over Donald Trump,
Vladimir Poetin en Oekraïne
Whatsappitis
8 tips voor slimmer
smartphonegebruik
MR in Vlaanderen
Neemt Georges-Louis
Bouchez Open VLD over?
(débutants acceptés, diplôme facultatif…)
Ecole cherche
professeurs
désespérément
Trois ans de guerre en Ukraine
Le front uni occidental fracturé par Trump
NR.03 · €7,90 · 16 JANUARI 2025
XAVIER
VANNESTE
(DE HALVE MAAN)
‘De braindrain
is de grote
uitdaging’
10 FAVORIETE
AANDELEN
Volgens de
technische
analyse
FINANCIEEL-ECONOMISCH WEEKBLAD
… maar hun
aandeelhouders
zien daar weinig van
BEDRIJ VEN UIT
91 MILJARD EURO
KEREN ONZE
BEDRIJ VEN UIT
BEDRIJ VEN UIT
BEDRIJ VEN UIT
BEDRIJ VEN UIT
BEDRIJ VEN UIT
BEWERKTE
VOEDING
Ultra big
business
ACHTER DE
BALANSEN
De rendabiliteit van
onze industrie is weg
INDUSTRIËLE
TRANSFORMATIE
De belangrijkste
trends
20
25
LAGE BIJ TRENDS NR. 4
23 JANUARI 2025
ZIE PAGINA 27
INDUSTRIE
Gift
Nr. 10
The
Guide
84 pagina's
cadeau-inspiratie
ÉCONOMIE ET FINANCES
50
e
ANNÉE · N°03 · €7,90 · 16 JANVIER 2025
FINANCE
Quand le
numérique
accélère les
crises bancaires
BUSINESS
Sale temps
pour le foot
belge
LES 5 SHÉRIFS
DE LARIZONA
Vont-ils sauver l’économie
de la Belgique ?
. . . . . . .
665/ Editorial : Un été réglementaire pour les marchés des crypto-actifs :
MiCA - Relax, Take it Easy ? - Pauline Bégasse de Dhaem
. . . . . . .
667/ De langetermijnincentives in de remuneratie van CEO’s op de Brusselse beurs :
empirisch en rechtseconomisch onderzoek - Theo Monnens en Tom Vos
. . . . . . .
690/ La diversité de genre au sein des organes des sociétés cotées : le point sur les
quotas et sur les obligations d’information en la matière - Clarisse Lewalle
. . . . . . .
702/ Social reports in Belgian and British social enterprises : Sharing is caring -
Florence De Houwer
. . . . . . .
727/ Rechtspraak - Jurisprudence
. . . . . . .
757/ ’t Amendement : “You have mail” - over zetels en adressen - ook rechts-
personen moeten ergens in België fysiek bereikbaar zijn - Marieke Wyckaert
. . . . . . .
24/8
Afgiftekantoor
Bureau de dépôt
Antwerpen X
Verschijnt/Paraît
8 x per jaar/par an
P206288
tijdschrift
voor rechtspersoon
en vennootschap
31/12/2024
2OK TOBER 2 024 TWEEMAA NDELI JKS INFORMATICABLAD
AFGIF TEK ANTO OR: GEN T X P 309 8 72, ISS N 1374 -4283
WWW.DATA NEWS .BE
4
Hoe houdt u
uw kmo veilig?
Hoe houdt u
Kmo’s zijn vier keer vaker slachtoffer van malware
Hoe houdt u
uw kmo veilig?
Hoe houdt u
Kmo’s zijn vier keer vaker slachtoffer van malware
uw kmo veilig?
uw kmo veilig?
uw kmo veilig?
Kmo’s zijn vier keer vaker slachtoffer van malware
Kmo’s zijn vier keer vaker slachtoffer van malware
Hoe houdt u
Kmo’s zijn vier keer vaker slachtoffer van malware
Hoe houdt u
Kmo’s zijn vier keer vaker slachtoffer van malware
met: Interview CIO KBC Materialise Groene datacenters 100 jaar IFA
© GETT Y IMAGE S
29.01.2025 • 1867
www.fi scoloog.be
WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF JAARGANG 46 -ANTWERPEN X - P509537
Oppassen met sommige ‘vaste’
vergoedingen voor auteursrechten
Ongeveer twee jaar geleden verraste het hof van beroep te Luik vriend en vijand door te beslissen dat
een architect die een beroep deed op de fi scale auteursrechtenregeling zich in casu schuldig maakte
aan ‘misbruik’ (arrest van 8 maart 2023,
Fisc
. 2023, nr. 1788, 1). Volledig in lijn met dit arrest heeft de
rechtbank van eerste aanleg te Luik enkele maanden geleden een vonnis geveld, waarin het een archi-
tect ook ‘misbruik’ verwijt (vonnis van 26 september 2024;
Fisconetplus
). Bij nader inzien heeft – in bei-
de gevallen – alles te maken met de weinig doordachte manier waarop de architecten in kwestie het
gedeelte van hun inkomsten berekenden dat zij aan de fi scale regeling inzake auteursrechten wilden
onderwerpen. In hetzelfde vonnis bevestigt de rechtbank anderzijds, niet onverwacht, dat ook in geval
van ‘misbruik’ een belastingverhoging kan worden opgelegd van (in casu) 10 %.
Architect
Beginnen we met een belangrijk voorbehoud. De fei-
ten in de zaak die de rechtbank te Luik vorig jaar te
beoordelen kreeg, dateren nog van vóór de hervor-
ming van de fi scale auteursrechtenregeling zoals die
sinds begin 2023 van toepassing is. Zij vallen dus nog
onder toepassing van de ‘oude’ regeling. Zoals hierna
nog zal blijken, was de rechtbank van oordeel dat de
auteursrechten die de architect zich liet uitbetalen, in
principe aan de voorwaarden van deze ‘oude’ rege-
ling voldeden. Maar dat is dus niet noodzakelijk nog
het geval onder de ‘nieuwe’ regeling zoals die van-
daag van toepassing is (zie over de hervorming en de
‘nieuwe’ regeling, o.m.,
Fisc
. 2023, nr. 1774, 6).
De concrete feiten die aan de basis liggen van het vo
n -
nis, zijn eigenlijk van minder belang. Zeer beknopt
gesteld, gaat het om een architect die betrokken was
bij het ontwerpen van een project waarvan de verdere
uitvoering aan een architectenvennootschap overge-
laten werd, die hij samen met een collega-architect
had opgericht. Uit de feiten blijkt dat de architect in
kwestie ook nog een eigen professionele vennoot-
schap had. Hoe de vork juist aan de steel zat, is zoals
gezegd van minder belang. Feit is dat de architect in
kwestie de auteursrechten waarover hij meende te
beschikken wegens zijn persoonlijke betrokkenheid
bij het ontwerpen van het project, overdroeg aan één
van die vennootschappen en wegens die overdracht
meende recht te hebben op een niet onbelangrijk
bedrag aan auteursrechtenvergoedingen waarvoor hij
aanspraak maakte op de fi scale regeling inzake au -
teurs rechten. Niet onbelangrijk detail : van alle in -
koms ten die de architect ontving, kwalificeerde hij
een vast gedeelte als ‘auteursrecht’ dat blijkbaar niet
toevallig afgestemd was op het grensbedrag dat de
wetgever heeft ingevoerd als plafond voor de toepas-
sing van het wettelijk vermoeden dat de ontvangen
auteursrechten ‘roerende inkomsten’ zijn (cf. art. 37 WIB
1992; zie ook verder).
Om een lang verhaal kort te maken : de rechtbank
aan vaardt dat die auteursrechten ten gronde aan de
voorwaarden van de (oude) fi scale regeling voldoen;
het gaat om een auteursrechtelijk beschermd werk, er
is eff ectief sprake van een overdracht van auteurs-
rechten en de betaalde vergoedingen mogen geacht
worden de tegenprestatie van die overdracht te zijn.
En toch weigert de Administratie, daarin gevolgd door
de rechtbank, het voordeel van de fi scale auteurs-
rechtenregeling toe te staan. Waarom ? De architect
bezondigt zich, naar het oordeel van de Administratie
én de rechtbank, aan ‘misbruik’.
Kort gezegd : de wetgever heeft de fi scale auteurs-
rechtenregeling bijna twintig jaar geleden in het leven
geroepen om tegemoet te komen aan de bijzondere
“De steen des aanstoots blijkt de manier
te zijn waarop de architect in kwestie het
gedeelte had bepaald van zijn inkomsten
dat hij kwalifi ceerde als ‘auteursrecht’”
NIEUWSBRIEF OVER FISCALITEIT
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
76 77
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
MERKEN
Lifestyle / Women
WWW.LIBELLE.BE
BREI ZELF JE
LENTEVEST
Mooi op al je outfi ts!
BREIPAKKET
VANAF
€60,99
Kant-en-
klaar
“Geloven dat dik wél
mooi kan zijn,
was het grote begin
van mijn geluk”
VEERLE WORSTELDE
MET OVERGEWICHT
Alles in één potje of
elk z’n eigen rekening?
GELDKWESTIES
BIJ KOPPELS
Logeren in een
monument
VA N KERK TOT KA S TEEL
FAMILIETICKETS
VOOR DE
K3-MUSICAL
+ MEET & GREET!
WIN
20
X
KOKEN MET
DIEPVRIES
GROENTEN
MAKKELIJK, GEZOND ÉN SUPERLEKKER
PSYCHO
L'ART DE FAIRE
LES BONS CHOIX
Le féminin belge le plus lu
SEXO
Faire l'amour,
ça s'apprend!
11 DUOS GAGNANTS
&
SALADES
QUIZ
Gagnerez-vous l'Oscar....
des Oscars?
C'EST MON HISTOIRE
« Je n’ai pas fait le
deuil de mes enfants »
du printemps
SALADES
QUICHES
Le féminin belge le plus lu
DÉCODÉES POUR VOUS
LES 8 TENDANCES
MODE
BORDJES VOL
ENERGIE
60 recepten voor een gezonde start
BAKKEN
ZONDER
SUIKER
GRATIS
kook
boekje
Dé vegetarische
familietoppers
Votre magazine culinaire préféré
DESSERTS
SANS SUCRE
Un délice,
croyez-nous !
Reine ou princesse ?
11 IDÉES POUR
LE MATIN ET
LE MIDI
7 RECETTES
EN 30 MINUTES
Périodique n° 1 / janvier 2025, en vente avec le Femmes d’Aujourd’hui n° 3
d’ÉNERGIE
VÉGÉS et
PROTÉINÉS
LES PLATS PRÉFÉRÉS
DE LA RÉDAC
LES PURÉES
C’est double dose
de légumes
64
RECETTES
POUR GARDER
LA FORME
Le pLein
TOP 10 DES RESTOS
D’HIVER ÉPHÉMÈRES
6 IDÉES POUR
CUISINER THAÏ
JE OUTFIT TRENDY
MAKEN VOOR
GÉÉN GELD?
Check de
microtrends
van het moment
LAURA WERD ZWANGER
NA EEN ZWAAR IVF-TRAJECT
‘Elke maand opnieuw voelden
we teleurstelling én verdriet
als de test negatief was.’
BEAUTY-
REDACTRICE
CHARLOTTE TIPT
‘Deze foundation
egaliseert én is
supernaturel.’
ALS VRIJENALS VRIJEN
PIJN DOETPIJN DOET
LIANDRA
VAN FOUR REAL OVER
ONTSTRESSEN
‘DE GYM IS DE
ENIGE PLEK
WAAR IK EVEN
ECHT AAN
NIETS DENK.’
Marie (26): ‘De gynaecoloog zei dat ik
nog maar wat meer moest oefenen.’
BINNENKIJKEN
IN EEN FLAT IN
NEW YORK-STIJL
Grote ramen, bakstenen
muren en een loftgevoel
ADOPTEZ LE STYLE
DE VOTRE SÉRIE
PRÉFÉRÉE
Camille de Emily
in Paris, Louise
de Knokke Off...
Les nouvelles
tendances coiffure
De la frange droite
au carré court
POURQUOI ÉCOUTER
VRAIMENT LES AUTRES
VOUS REND PLUS
HEUREUX·SE
Sara: « Mon chirurgien
esthétique a ruiné mes seins »
ERREUR ERREUR
MÉDICALEMÉDICALE
EN COUPLE, MAIS
PAS VRAIMENT
« Aveuglée par l’amour,
je ne voyais pas
qu’il était avec
d’autres fi lles »
01
BLACK MODE
19 FEBRUARI
2025
‘WERKEN
IS MIJN
MEDICIJN’
N° 01
19 februari
2025
Hoort bij het weekblad Knack
nr. 08 van 19 tot 25 februari
2025. Knack Weekend, elke
week samen met Knack en Knack
Focus. ISSN 0772294x
DE NEDERLANDSE MODE BOOMT
HUP
HOLLAND
HUP
SCANDI MET KLEUR
THUIS BIJ HET DUO
ACHTER GANNI
#NOBUY2025
SHOPPEN IN JE
KLEERKAST
MODE
IN GESPREK MET
GIORGIO ARMANI
LES ADOS NE
RÉPONDENT PLUS
PHOBIE DU PHONE
UN PENTHOUSE
AVEC VUE
VISITE GUIDÉE
TOUS FOUS
DE DUMPLINGS
Régalade
STRASS & PAILLETTES
LE PARFAIT
GLAMOUR
N° 07
13 février
2025
www.levifweekend.be
2
e
cahier du Vif n° 07
du 13 au 19 février 2025
Le Vif Weekend (ISSN 0774-3491),
en vente chaque semaine
avec Le Vif et Focus Vif
ARTIFICIËLE INTELLIGENTIE
DAT IS KINDERSPEL
Zo haal je er alles uit!
PSYCHOLOGIE
Hoe rituelen ons helpen
op moeilijke momenten
Erven in het buitenland
NALATENSCHAP
Opereren of niet?
Hallux valgus,
hamertenen
GEZONDHEID
Liefde, seks en
depressie
Voeten
Voeten
7
vragen over je
hospitalisatie-
verzekering
vragen over je
hospitalisatie-
verzekering
7
GAEL GUEST
JULIE
MORELLE
INFO DE FER
& GANT DE VELOURS
GAEL NOVEMBRE 2024 N° 433 VOTRE MENSUEL 100 % BELGE
NOVEMBRE 2024
N° 433
100% BELGE
FINS, GRIS, SECS? COUPES ET SOINS FULL ÉCLAT
COIFFURES
WONDER
3 SPAS
MÉDICAUX
DINGUES
VRAIMENT HOT
LA FAUSSE FOURRURE
POUR TOUTES
LE DEUIL VIA L’IA
VOS DÉFUNTS
EN AVATARS
TESTÉS
PAR LA RÉDAC
MAMAN POP
CLARA LUCIANI
SHOPPING
À NAMUR
LES PÉPITES
DE L’HYPERCENTRE
NOVEMBRE
2024
SHOPPING
LES PÉPITES
JAARVERSLAG 2024
79
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
MERKEN
Mindstyle
MERKEN
Special Interest
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
80 81
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
MERKEN
Special Interest
MERKEN
Lokale Media
Feest
SPECIAL
Zondagskind
KIM VAN ONCEN
‘Vorige kerst
zaten we in het
ziekenhuis, dit
jaar vieren we
dubbel zo hard.’
Psycho
MINDE R MOETEN,
MEER GELUK
Shoppen
DE FIJNSTE CADEAUS
VOOR DE HELE FAMILIE
Gratis bijlage bij
De Zondag
Antwerpen / Mechelen
Maandblad
DECEMBER
2024
NUMMER
10
+ Ed : 116/ 1 Kleur : CMYK versch : 12-12-2024 User: gvolckae
STERCK AN TWERPEN nr 49 okt ober 2024
Christophe Suerickx
GROUP SUERICKX
focus
Marktsegmenten opgeven om te groeien
als industriële bouwspecialist.
ONDERHUIDSE R EVOLUTIE
Nieuw tijdperk o p
een nieuw plat form.
AUDI Q6 E-TRON QUAT TRO
Bij Cibor neemt de t weede
generatie sta p voor stap over.
FAMILIEBEDRIJVEN
Strijdvaardig gaan voor oplossingen.
Er zijn elk jaar
50.000 extra
woningen nodig.
SECTOR BOUW
LIER, LINT & D UFFEL
Op een steenworp van elkaar
samen ruimte voor onder-
nemen scheppen.
JAARVERSLAG 2024
83
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
84 85
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
HET AANDEEL
ROULARTA
MEDIA GROUP
Het aandeel bereikte op 9 januari
2024 met 13,80 euro zijn hoogste
slotkoers in het afgelopen jaar. De
laagste koers van 10,10 euro werd
genoteerd op 27 maart 2024. Op 5
augustus 2024 werd het grootste
dagvolume opgetekend met 132.899
verhandelde aandelen.
LIQUIDITEIT VAN HET AANDEEL
Door Roularta Media Group wordt
een proactieve investorrelationspo-
litiek gevoerd met de bedoeling het
aandeel in de kijker te plaatsen en zo
de liquiditeit van het aandeel mede
te ondersteunen.
DIVIDENDPOLITIEK
De algemene vergadering volgt op
voorstel van de Raad van Bestuur
inzake de resultaatbestemming een
beleid waarbij zij poogt een dividend
uit te keren, zonder hierbij het gezon-
de evenwicht tussen een dividenduit-
kering en het behoud van de inves-
teringsmogelijkheden uit het oog te
verliezen.
Op voordracht van de Raad van Be-
stuur zal aan de komende algemene
vergadering voorgesteld worden om
geen dividend uit te keren.
GEMIDDELDE SLOTKOERS - 2024
Mio €
Volume
VOLUMES EN BEDRAGEN IN MIO EURO - 2024
0
1
2
3
4
0
25.000
50.000
75.000
100.000
125.000
150.000
DecNovOktSepAugJulJunMeiAprMrtFebJan
BRUTODIVIDEND
0,00 0,00 0,00
0,50 0,50
0,00
5,50
0,00
1 1 11
0
1
2
3
4
5
6
20182012 2013 2014 2015 2016 2017 2019 2020 2021 2022 2023 2024
KAPITAAL EN AANDELEN
Het kapitaal van de NV Roularta
Media Group bedraagt 84.815.953,73
euro. Het wordt vertegenwoordigd
door 13.931.920 volstorte aandelen
zonder vermelding van nominale
waarde, die elk een gelijk deel van
het kapitaal vertegenwoordigen.
Alle aandelen die het kapitaal ver
-
tegenwoordigen, genieten van de-
zelfde maatschappelijke rechten.
In overeenstemming met artikel
7:53 van het Wetboek van Ven
-
nootschappen en Verenigingen en
artikel 34 van de statuten van de
vennootschap, verkrijgen de vol
-
gestorte aandelen die ten minste
twee jaar ononderbroken op naam
van dezelfde aandeelhouder in het
register van de aandelen op naam
zijn ingeschreven, een dubbel stem
-
recht.
INKOOP EIGEN AANDELEN
Eind september 2024 werd op basis van de statu-
taire machtiging 265.237 aandelen Roularta, die
in handen waren van de NV Shopinvest, ingekocht.
Per 31 december 2024 heeft de vennootschap
1.611.984 eigen aandelen in portefeuille, die
11,57% van het kapitaal vertegenwoordigen.
AANDEELHOUDERSSTRUCTUUR
Het aandeelhouderschap is als volgt verdeeld:
Aantal
aandelen
% tov
kapitaal
Stem-
rechten
% stem-
rechten
Koinon NV
(1)
10.072.436 72,30% 18.954.653 81,21%
S.A. West Investment
Holding
(1)
522.136 3,75% 1.044.272 4,47%
Eigen aandelen
(2)
1.611.984 11,57% 1.611.984 6,91%
Individuele en
institu tionele beleggers
1.725.364 12,38% 1.728.438 7,41%
TOTAAL
13.931.920 100,00% 23.339.347
100,00%
Van het totaal aantal uitstaande aandelen zijn er
10.599.933 aandelen op naam.
WET OP DE OPENBARE OVERNAMEBIEDING
In het kader van de wet van 1 april 2007 op de
openbare overnamebiedingen werd er door de
NV Koinon op 30/08/2018 als rechtstreekse hou-
der van meer dan 30% van de aandelen Roularta
Media Group, een actualisatie gedaan van de aan-
melding bij de FSMA overeenkomstig artikel 74 § 6
van voormelde wet.
BEURSEVOLUTIE
Het aandeel Roularta Media Group is genoteerd
op NYSE Euronext Brussels, onder de rubriek
Media - Publishing, met ISIN-code BE0003741551
en Mnemo ROU.
Het Roularta-aandeel is opgenomen in de BEL
Small Cap Index (BE0389857146).
SLOTKOERSEN EN VOLUMES IN 2024
Maand
Gemiddelde
slotkoers
Volumes in mio €
Jan 24 12,85 26.293 0,34
Feb 24 12,12 24.809 0,30
Mrt 24 11,04 58.384 0,64
Apr 24 10,38 50.248 0,52
Mei 24 11,03 58.759 0,65
Jun 24 10,83 27.075 0,29
Jul 24 10,66 23.327 0,25
Aug 24 10,94 33.500 0,36
Sep 24 11,34 33.865 0,38
Okt 24 11,64 19.713 0,23
Nov 24 11,33 19.568 0,22
Dec 24 11,17 23.958 0,27
399.499 4,45
DecNovOktSepAugJulJunMeiAprMrtFebJan
0
10
20
30
ANALISTEN DIE HET
AANDEEL ROULARTA VOLGEN:
KBC Securities Guy Sips
guy.sips@kbcsecurities.be
(1) De NV Koinon en de S.A. West Investment Holding hebben, in hun hoedanigheid van in overleg handelende personen die een akkoord
hebben afgesloten aangaande het bezit, de verwerving en de overdracht van effecten, een kennisgeving gedaan.
(2) Situatie per 31/12/2024.
Het stemrecht van de eigen aandelen die de vennootschap aanhoudt, wordt geschorst.
het aandeel
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
JAARVERSLAG 2024
86
GECONSOLIDEERDE
KERNCIJFERS
(*) Herwerkt voor nieuwe definitie EBITDA -
zie jaarverslag 2022 toelichting 1.
(1) EBITDA = EBIT + afschrijvingen op (im)materiële vaste activa
en bijzondere waardeverminderingen.
(2) EBIT = bedrijfsresultaat (inclusief aandeel in het resultaat van
geassocieerde ondernemingen en joint ventures).
(3) Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van RMG-
marge = Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van
RMG / omzet.
(4) Liquiditeit = vlottende activa / kortlopende verplichtingen.
(5) Solvabiliteit = eigen vermogen (aandeel van de Groep +
minderheidsbelangen) / balanstotaal.
(6) Netto financiële cash/(schuld) = kas en kasequivalenten -
financiële schulden.
(7) Gearing = - netto financiële cash/(schuld) / eigen vermogen
(aandeel van de Groep + minderheidsbelangen).
Voor de berekening van de ratio’s (4) tem (7) verwijzen we naar het
Jaarverslag Raad van Bestuur’ bij de ‘Belangrijkste financiële
gegevens’.
BALANS
IN DUIZEND EURO
Trend
2024-2023
2024 2023 2022 2021 2020
Vaste activa -4,7% 212.747 223.272 221.865 208.214 187.928
Vlottende activa 0,1% 140.260 140.184 159.189 174.476 149.644
Balanstotaal -2,9% 353.007 363.456 381.054 382.690 337.572
Eigen vermogen - aandeel van de Groep -0,1% 216.765 217.003 226.039 229.564 223.481
Eigen vermogen - minderheidsbelangen 21,9% -178 -228 -247 13.027 383
Verplichtingen -7,0% 136.420 146.681 155.262 140.099 113.708
Liquiditeit
(4)
6,1% 1,2 1,1 1,3 1,5 1,5
Solvabiliteit
(5)
2,9% 61,4% 59,6% 59,3% 63,4% 66,3%
Netto financiële cash/(schuld)
(6)
8,4% 61.590 56.794 73.015 100.994 85.920
Gearing
(7)
-8,5% -28,4% -26,2% -32,3% -41,6% -38,4%
WINST-EN-VERLIESREKENING
IN DUIZEND EURO
Trend
2024-2023
2024 2023 2022 2021* 2020*
Omzet -1,0% 320.307 323.526 343.140 300.205 256.269
EBITDA
(1)
25,3% 27.059 21.595 30.081 36.895 18.911
EBITDA - marge 8,4% 6,7% 8,8% 12,3% 7,4%
EBIT
(2)
12,7% 3.646 3.236 5.495 12.754 6.056
EBIT - marge 1,1% 1,0% 1,6% 4,2% 2,4%
Nettofinancieringskosten 1.147 392 -315 -183 -276
Bedrijfsresultaat na nettofinancieringskosten 32,1% 4.793 3.629 5.180 12.571 5.781
Belastingen 1.331 -1.261 -4.625 3.465 8
Nettoresultaat 158,6% 6.124 2.368 555 16.036 5.789
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 183,3% 51 18 -7.065 -557 -195
Toerekenbaar aan aandeelhouders RMG 158,4% 6.073 2.350 7.620 16.593 5.984
Toerekenbaar aan aandeelhouders RMG - marge
(3)
1,9% 0,7% 2,2% 5,5% 2,3%
KERNCIJFERS
PER AANDEEL
(1)
(*) Herwerkt voor nieuwe definitie EBITDA -
zie jaarverslag 2022 toelichting 1.
(1) Op basis van het gewogen gemiddeld
aantal uitstaande aandelen.
(2) Gebaseerd op de koers van 31 december
en het nettoresultaat toerekenbaar aan
aandeelhouders RMG.
OMSCHRIJVING
IN EURO
2024 2023 2022 2021* 2020*
Eigen vermogen - aandeel van de Groep 17,33 18,42 19,21 19,59 18,02
EBITDA 2,16 1,83 2,56 3,15 1,53
EBIT 0,29 0,27 0,47 1,09 0,49
Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders RMG 0,49 0,20 0,65 1,42 0,48
Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders RMG
na verwateringseffect
0,49 0,20 0,65 1,41 0,48
Brutodividend (uitgekeerd) 1,00 1,00 1,00 1,00 -
Koers/winst (P/E)
(2)
23,17 63,67 27,41 13,42 29,32
Aantal aandelen op 31/12 13.931.920 13.141.123 13.141.123 13.141.123 13.141.123
Gewogen gemiddeld aantal aandelen 12.510.872 11.781.577 11.766.209 11.719.515 12.399.598
Gewogen gemiddeld aantal aandelen na
verwateringseffect
12.510.872 11.794.665 11.797.911 11.736.202 12.409.631
Hoogste koers 13,80 18,50 21,50 19,10 17,00
Koers eind december 11,25 12,70 17,75 19,00 14,15
Beurskapitalisatie in miljoen euro op 31/12 156,7 166,9 233,3 249,7 186,0
Jaarlijks volume in miljoen euro 4,5 4,4 8,2 9,6 19,1
Jaarlijks volume in aantal 399.499 296.150 434.611 628.872 1.491.456
kerncijfers
JAARVERSLAG 2024
87
RAAD VAN BESTUUR RMG
1
2
3
6
5
4
8
9
7
10
EXECUTIVE
MANAGEMENT
COMMITTEE
RAAD
VAN
BESTUUR
1. RIK DE NOLF I Uitvoerend voorzitter
Raad van Bestuur (2026)
2. XAVIER BOUCKAERT I
Vaste vertegenwoordiger
van NV Koinon I Uitvoerend bestuurder I
Gedelegeerd bestuurder (2026)
3. LIEVE CLAEYS I
Niet-uitvoerend bestuurder (2026)
4. CORALIE CLAEYS I
Vaste vertegenwoordiger van
NV Verana I Niet-uitvoerend bestuurder (2024)
5. FRANCIS DE NOLF I
Vaste vertegenwoordiger
van NV Alauda I Niet-uitvoerend
bestuurder (2027)
6. KOEN DEJONCKHEERE I Vaste
vertegenwoordiger van NV Invest at Value I
Onafhankelijk bestuurder (2026) |
Lid Auditcomité | Lid Benoemings- en
Remuneratiecomité
7. PASCALE SIOEN
I
Vaste vertegenwoordiger van
BV P. Company | Onafhankelijk bestuurder (2026)
8. RIK VANPETEGHEM I Onafhankelijk bestuurder
(2026) I Voorzitter Auditcomité I Lid
Benoemings- en Remuneratiecomité
9. WILLIAM DE NOLF I Vaste vertegenwoordiger van
NV Cella I Niet-uitvoerend bestuurder (2027)
10. LOUIS DE NOLF I
Niet-uitvoerend bestuurder
(2028)
I Lid Auditcomité
1. XAVIER BOUCKAERT I CEO I
Vaste vertegenwoordiger van NV Koinon
2. RIK DE NOLF I Voorzitter Raad van Bestuur
3. KATRIEN DE NOLF I Directeur Human Resources I
Vaste vertegenwoordiger van NV Eridanus
4. STEVEN VANDENBOGAERDE I CFO I
Vaste vertegenwoordiger van BV VMCo
5. JEROEN MOUTON I COO I Vaste vertegenwoordiger
van de BV Waar
RvB
12
3
5
4
JAARVERSLAG 2024
88
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
VERKLARING MET
BETREKKING TOT DE
INFORMATIE GEGEVEN IN
DIT JAARVERSLAG 2024
ONDERGETEKENDEN VERKLAREN DAT,
VOOR ZOVER VOOR HEN BEKEND:
• de jaarrekeningen zijn opgesteld overeenkomstig
de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen,
een getrouw beeld geven van het vermogen, van de
financiële toestand en van de resultaten van Roularta
Media Group NV en de in de consolidatie opgenomen
ondernemingen;
het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de
ontwikkeling, de resultaten en de positie van Roularta
Media Group NV en de in de consolidatie opgenomen
ondernemingen, evenals een beschrijving van de
voornaamste risicos en onzekerheden waarmee zij
geconfronteerd worden.
XAVIER BOUCKAERT, CEO / STEVEN VANDENBOGAERDE, CFO
JAARVERSLAG
RAAD VAN BESTUUR
aan de gewone Algemene Vergadering van de aandeelhouders
van 20 mei 2025 betreffende de geconsolideerde jaarrekening
afgesloten op 31 december 2024.
Geachte aandeelhouders,
Dit jaarverslag dient samen met de geauditeerde jaarrekening
van NV Roularta Media Group, hierna de Groep genoemd,
en de bijbehorende toelichtingen te worden gelezen. Deze
geconsolideerde jaarrekening werd door de Raad van Bestuur van
4 april 2025 goedgekeurd. Roularta Media Group, met zetel te 8800
Roeselare, Meiboomlaan 33, is sinds 1998 genoteerd op Euronext
Brussel. Roularta Media Group was in 2024 actief in de media, meer
in het bijzonder als uitgever van magazines, kranten, lokale media,
televisie, internet, line extensions, beurzen en grafische productie.
COMMENTAAR OP DE GECONSOLIDEERDE
JAARREKENING
De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld in overeen-
stemming met de IFRS Accounting Standards (IFRSs) uitgegeven
door de International Accounting Standards Board (IASB), en met de
interpretaties uitgegeven door het International Financial Reporting
Interpretation Committee (IFRIC) van de IASB die door de Europese
Commissie zijn goedgekeurd. De niet-financiële informatie en met
name het ‘Duurzaamheidsverslag’ is opgemaakt volgens de richtlijnen
van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en de
EU Taxonomie. De geconsolideerde jaarrekening geeft een algemeen
overzicht van de activiteiten van de Groep en de behaalde resultaten.
Ze geeft een getrouw beeld van de financiële positie, de financiële
prestaties en de kasstromen van de entiteit, en is opgesteld in de
veronderstelling dat de continuïteit gewaarborgd is.
De algemene vergadering van 21 mei 2024
heeft beslist om Louis De Nolf te benoemen
tot niet-uitvoerend bestuurder voor een
periode van vier jaar, eindigend op de alge-
mene vergadering van 2028.
De algemene vergadering besliste even-
eens om Ernst & Young Bedrijfsrevisoren
BV, vertegenwoordigd door mevrouw Lieve
Cornelis, te benoemen tot commissaris en
dit voor een periode van drie jaar, die ingaat
op 1 januari 2024 en een einde neemt na
de goedkeuring van de jaarrekeningen met
betrekking tot het boekjaar eindigend per 31
december 2026.
Vanaf 3 juni 2024 werd het uitvoerend
management (Executive Committee) van
de Groep uitgebreid met Jeroen Mouton, die
werd benoemd tot COO.
In het kader van het toegestaan kapitaal
werd op 12 juni 2024 het kapitaal van de ven-
nootschap en dit naar aanleiding van een
inbreng in natura gezien het keuzedividend
verhoogd naar € 84.815.953,73 vertegen-
woordigd door 13.931.920 aandelen.
Roularta Media Group heeft op 4 juli 2024
een akkoord bereikt met Professional Media
Group (PMG) rond de overname van de
vakbladen Grafisch Nieuws, Verpakking &
Label en Media & Communication.
Eind september 2024 kocht de Groep alle
265.237 aandelen Roularta over van de
NV Shopinvest tegen een prijs van 9,1125
euro per aandeel.
Op 1 november 2024 verkocht de Groep
haar Duitse magazines G-Geschichte, Plus
Magazin en Frau im Leben aan Herder Ver-
lag en Agentur2. Naar aanleiding van de
activa transactie bestaat de Duitse vaste
inrichting van Roularta Media Group nog
op 31 december 2024. Deze vaste inrichting
zal in de loop van 2025 worden stopgezet.
Eind december 2024 nam de NV Mediafin
het Gentse marktonderzoekbureau Profacts
over die vier vennootschappen bevat. De
omzet van de verworven ondernemingen
bedraagt samen circa € 12 miljoen met een
positieve ebitda. Er zijn 50 voltijdse equi-
valenten in dienst. In januari 2025 werden
intussen enkele fusies uitgevoerd waardoor
nog twee vennootschappen overblijven.
De vennootschappen zullen bij RMG via
Mediafin vanaf 2025 onder de vermogens-
mutatiemethode geconsolideerd worden.
Begin januari 2025 versterkte Marjolein
Denekamp het management van Roularta
Media Group (RMG) als nieuwe CEO van de
BV Roularta Media Nederland.
De Groep is voornemens om in het eerste
kwartaal van 2025 de BV Roularta Media
Nederland en de BV Mindstyle met terug-
werkende kracht vanaf 1 januari 2025 te
fusioneren.
De Groep heeft haar duurzaamheidsver-
slag opgesteld in overeenstemming met de
richtlijnen van de Corporate Sustainability
Reporting Directive (CSRD).
BELANGRIJKSTE GEBEURTENISSEN EN WIJZIGINGEN
IN DE GROEP GEDURENDE HET BOEKJAAR 2024
jaarverslag Raad van Bestuur
JAARVERSLAG 2024
91
JAARVERSLAG 2024
90
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
KERNCIJFERS
PER AANDEEL
(1)
WINST-EN-VERLIESREKENING
IN DUIZEND EURO
31/12/2024 31/12/2023 Trend (%)
Omzet 320.307 323.526 -1,0%
Gecorrigeerde omzet
(1)
311.728 323.526
-3,6%
EBITDA
(2)
27.059 21.595 25,3%
EBITDA - marge
8,4% 6,7%
EBIT
(3)
3.646 3.236 12,7%
EBIT - marge
1,1% 1,0%
Nettofinancieringskosten
1.147 392
192,6%
Belastingen 1.331 -1.261 205,6%
Nettoresultaat 6.124 2.368 158,6%
Nettoresultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen 51 18 183,3%
Nettoresultaat toerekenbaar aan
aandeelhouders van RMG
6.073 2.350 158,4%
Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van
RMG - marge
(4)
1,9% 0,7%
BALANS
IN DUIZEND EURO
31/12/2024 31/12/2023 Trend (%)
Vaste activa 212.747 223.272 -4,7%
Vlottende activa 140.260 140.184 0,1%
Balanstotaal 353.007 363.456 -2,9%
Eigen vermogen - aandeel van de Groep 216.765 217.003 -0,1%
Eigen vermogen - minderheidsbelangen -178 -228 21,9%
Verplichtingen 136.420 146.681 -7,0%
Liquiditeit
(4)
1,2 1,1 6,1%
Solvabiliteit
(5)
61,4% 59,6% 2,9%
Netto financiële cash/(schuld)
(6)
61.590 56.794 8,4%
Gearing
(7)
-28,4% -26,2% -8,5%
BELANGRIJKSTE
FINANCIËLE
GEGEVENS
De brutomarge ten opzichte van omzet is met
84,0% 2,7 procentpunten beter dan vorig jaar
o.a. door een daling van de papierprijzen.
De EBITDA per 31 december 2024 bedraagt
€ 27,1 miljoen of 8,4% van de omzet versus €
21,6 miljoen of 6,7% t.o.v. de omzet per eind
2023. De kosten voor diensten en diverse goe-
deren stegen hoofdzakelijk door de overname
van de Mindfulness merken eind 2023. Zonder
die extra kosten verbonden aan de overname
van voormelde merken is er een daling van
de kosten voor diensten en diverse goederen,
onder andere door lagere energiekosten ge-
combineerd met een verder beleid van strikte
kostencontrole waardoor ook de personeels-
kosten jaar over jaar dalen. De hogere distri-
butiekosten hebben dan weer een negatieve
impact. Met betrekking tot de andere posten
in EBITDA, zijn de andere bedrijfsopbreng-
sten niet vergelijkbaar jaar over jaar gezien
deze in 2024 volgende bedragen bevatten: (1)
de meerwaarde op de verkoop van twee ge-
bouwen voor een bedrag van € 2,2 miljoen
dit terwijl er in 2023 door de verkoop van een
ander gebouw een meerwaarde van € 1,1 mil-
joen mee werd opgenomen in de EBITDA; (2)
de meerwaarde op de verkoop van de Duitse
magazines voor € 2,6 miljoen. In de provisies
per eind 2023 was er een terugname van de
Infobase provisie van € 3,4 miljoen.
Roularta Media Group realiseerde in 2024 een
omzet van € 320,3 miljoen en een EBITDA van
€ 27,1 miljoen dankzij een relatief stabiele om-
zet en een continue kostenbeheersing.
De gerealiseerde omzet van €320,3 miljoen
betekent in vergelijking met 2023 een da-
ling van € 3,2 miljoen. Deze daling vindt in
hoofdorde haar oorzaak in een lagere omzet
van het segment Printing Services en in min-
dere mate het terugvallen van de advertentie-
omzet. De lezersmarkt
1
doet het daarentegen
beter dan vorig jaar.
De geconsolideerde gecorrigeerde omzet
2
,
die vergelijkbaar is met de geconsolideerde
omzet van 2023 eindigt op € 311,7 miljoen wat
een absolute daling is van € 11,8 miljoen (of
-3,6%). Het verschil tussen de geconsolideer-
de en de gecorrigeerde cijfers is te verklaren
door: 1/ de RMN Mindstyle BV cijfers (mind-
fulness merken Happinez, Yoga en Psycholo-
gie), die slechts voor twee maanden in 2024
meetellen gezien de overname pas begin no-
vember 2023 plaatsvond; 2/ de Duitse maga-
zines die in 2024 voor een volledig jaar opge-
nomen worden en dit terwijl de verkoop van
die magazines aan Herder Verlag en Agentur2
begin november 2024 is gebeurd. We verwij-
zen naar ‘Geconsolideerde resultaten 2024
per segment’.
GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING
(1) Gecorrigeerde omzet = de vergelijkbare omzet met vorig jaar, i.e.
exclusief wijzigingen ten gevolge van overname en verkoop van
merken.
(2) EBITDA is gelijk aan EBIT+ afschrijvingen op (im)materiële vaste
activa en bijzondere waardeverminderingen.
(3) EBIT is gelijk aan het bedrijfsresultaat, inclusief het aandeel
in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint
ventures.
(4) Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van RMG-
marge = nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van
RMG ten opzichte van omzet.
(5) Liquiditeit = vlottende activa / kortlopende verplichtingen.
(6) Solvabiliteit = eigen vermogen (aandeel van de Groep +
minderheidsbelangen) / balanstotaal.
(7) Netto financiële cash/(schuld) = kas en kasequivalenten -
financiële schulden.
(8) Gearing = - netto financiële cash/(schuld) / eigen vermogen
(aandeel van de Groep + minderheidsbelangen).
Management acht deze ratio’s als prestatiemaatstaf relevant om
de financiële positie te evalueren (jaar over jaar).
4) Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van
RMG-marge op 31/12/2024 = 6.073 K€ / 320.307 K€ = 1,9%
Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van
RMG-marge op 31/12/2023 = 2.350 K€ / 323.526 K€ = 0,7%
(5) Liquiditeit op 31/12/2024 = 140.260 K€ / 115.640 K€ = 1,2
Liquiditeit op 31/12/2023 = 140.184 K€ / 122.642 K€ = 1,1
(6) Solvabiliteit op 31/12/2024 = 216.588 K€ / 353.007 K€ = 61,4%
Solvabiliteit op 31/12/2023 = 216.774 K€ / 363.456 K€ = 59,6%
(7) Netto financiële cash/(schuld) op 31/12/2024 = 70.048 K€ -
4.973 K€ - 3.486 K€ = 61.590 K€
Netto financiële cash/(schuld) op 31/12/2023 = 68.267 K€ -
6.029 K€ - 5.444 K€ = 56.794 K€
(8) Gearing op 31/12/2024 = -61.590 K€ / 216.588 K€ = -28,4%
Gearing op 31/12/2023 = -56.794 K€ / 216.774 K€ = -26,2%
(1) Lezersmarkt = de omzet die de Groep realiseert uit verkoop van abonnementen en uit losse verkoop van haar magazines.
(2) Gecorrigeerde omzet = de vergelijkbare omzet met vorig jaar, i.e. exclusief wijzigingen ten gevolge van overname en verkoop van mer-
ken. Het management beschouwt deze prestatiemaatstaf als relevant omdat de externe lezer hierdoor de inherente omzet-evoluties
jaar over jaar kan vergelijken.
JAARVERSLAG 2024
93
JAARVERSLAG 2024
92
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
De 50% joint-venture Mediafin (De
Tijd/L’Echo) heeft in 2024 een mooie
omzetgroei gerealiseerd. In combi-
natie met een kostencontrole zorgt
dit voor een groei in EBITDA. De om-
zet van Mediafin (voor 100%) steeg
met 5,8% t.o.v. vorig jaar tot € 88,5
miljoen. De EBITDA klopte af op €
18,6 miljoen (€ +2,0 miljoen vs. vo-
rig jaar) en Mediafin zette een net-
toresultaat neer van € 7,3 miljoen
(+22,8% vs. vorig jaar) nà afschrijving
van de merken De Tijd/L’Echo. Dit
resulteert voor de 50% participatie
in een bijdrage voor Roularta van €
3,6 miljoen (+ € 0,7 miljoen vs. vorig
jaar) volgens de vermogensmutatie-
methode.
In totaal werd € 25,3 miljoen EBIT-
DA gerealiseerd door de volledig ge-
consolideerde ondernemingen van
de Groep versus € 18,9 miljoen in
2023; met daarnaast € 1,8 miljoen
door de geassocieerde ondernemin-
gen en joint ventures (hun resultaat
via vermogensmutatie) vs. € 2,7 mil-
joen vorig jaar. Het lagere resultaat
van de geassocieerde ondernemin-
gen en joint ventures is louter het
gevolg van een waardevermindering
van € -1,3 miljoen die de Groep ge-
boekt heeft op haar geconsolideerde
deelneming onder vermogensmuta-
tiemethode in de BV Immovlan.
De EBIT evolueerde van € 3,2 miljoen in 2023
naar € 3,6 miljoen in 2024 of 1,1 % van de om-
zet versus 1,0 % in 2023. 2024 bevat een bij-
zondere waardevermindering van € 2,6 miljoen
op het merk 50+Beurs & Festival en de gere-
lateerde consolidatiegoodwill na tegenvallende
resultaten en moeilijke toekomstperspectieven.
De belastingen (€ + 1,3 miljoen) omvatten in
2024 hoofdzakelijk hogere actuele belasting-
opbrengsten in Nederland. In 2023 (€ -1,3 mil-
joen) waren dit voornamelijk actuele belasting-
kosten.
Het minderheidsbelang is net zoals in 2023 ni-
hil.
Het geconsolideerd nettoresultaat van de
Groep eindigt op € 6,1 miljoen (€ + 3,8 miljoen
versus vorig jaar), waarvan eenzelfde bedrag
toewijsbaar is aan de aandeelhouders van
Roularta Media Group.
De Raad van Bestuur zal aan de Algemene Ver-
gadering voorstellen om over het volledige jaar
2024 geen dividend uit te keren.
GECONSOLIDEERDE RESULTATEN 2024
PER SEGMENT
De twee segmenten in RMG bestaan uit Media Brands
en Printing Services. Het segment Media Brands staat
voor alle merken die door RMG en haar participaties
worden geëxploiteerd. Het segment Printing Servi-
ces staat voor de premedia- en drukkerij activiteiten
voor interne merken en externe klanten. De (gecorri-
geerde) omzet die op segment niveau getoond wordt,
omvat zowel externe (i.e. naar externe klanten) als
interne omzet (i.e. naar het andere segment). In de
geconsolideerde cijfers wordt over beide segmenten
gerapporteerd tot op brutomargeniveau. Tussen beide
segmenten is er immers een intense verwevenheid en
worden ondersteunende diensten intens gedeeld.
Geconsolideerde omzet per segment
in duizend euro 31/12/2024 31/12/2023 Trend (%)
Media Brands 291.902 290.158 0,6%
Printing Services 63.289 72.650 -12,9%
Intersegment omzet -34.885 -39.282 11,2%
Geconsolideerde omzet 320.307 323.526 -1,0%
Geconsolideerde omzet 31/12/2024 regionaal
Geconsolideerde omzet 31/12/2024 volgens de verschillende categorieën bedrijfsactiviteiten
8,9%
Printing Services
3,6%
Newspaper Brands
73,8%
Magazines Brands
76,2%
België
22,0%
Nederland
1,8%
Duitsland
11,6%
Local Media Brands
2,1%
Audiovisual Brands
JAARVERSLAG 2024
95
JAARVERSLAG 2024
94
Media Brands
in duizend euro 31/12/2024 31/12/2023 Trend Trend (%)
Omzet 291.902 290.158 1.744 0,6%
Gecorrigeerde
omzet
(1)
283.323 290.158 -6.835 -2,4%
Brutomarge 231.998 226.748 5.250 2,3%
Brutomarge
op omzet
79,5% 78,1%
(1) Gecorrigeerde omzet = de vergelijkbare omzet met vorig jaar, i.e. exclusief
wijzigingen ten gevolge van overname en verkoop van merken.
De omzet van het segment Media Brands stijgt met € 1,7 mil-
joen tot € 291,9 miljoen. De vergelijkbare omzet met vorig
jaar daalt met € 6,8 miljoen.
De stijging is hoofdzakelijk te danken aan de extra omzet die
uit de lezersmarkt (abonnementen en losse verkoop) gege-
nereerd werd. Deze stijgt met 2,7% ten opzichte van het jaar
ervoor en dit dankzij de acquisitie van de Mindstyle merken
(Happinez, Yoga, Psychologie en Flow) einde 2023. Zonder
deze externe groei daalt de lezersmarkt met 1,6%. Deze daling
is beperkt doordat meer een meer abonnees digitaal gewor-
ven worden.
Ook de overige omzet
3
stijgt lichtjes met 1,0%, maar daalt
met 4,5% op vergelijkbare basis.
De publiciteitsmarkt kent een daling van 2,0% (2,1% op ver-
gelijkbare basis), maar deze is veel minder uitgesproken
dan vorig jaar (-10,4%).
De brutomarge op omzet stijgt van 78,1 % naar 79,5 % door
lagere papierprijzen, lagere energiekosten, maar wel hogere
arbeidskosten. Samen met de hogere omzet stijgt de bruto-
marge hierdoor met € 5,3 miljoen.
Printing Services
in duizend euro 31/12/2024 31/12/2023 Trend Trend (%)
Omzet 63.289 72.650 -9.361 -12,9%
Gecorrigeerde
omzet
(1)
61.997 72.650 -10.653 -14,7%
Brutomarge 37.126 37.403 -277 -0,7%
Brutomarge
op omzet
58,7% 51,5%
(1) Gecorrigeerde omzet = de vergelijkbare omzet met vorig jaar, i.e. exclu-
sief wijzigingen ten gevolge van overname en verkoop van merken.
De omzet van het segment Printing Services daalt met €
9,4 miljoen naar € 63,3 miljoen en € 10,7 miljoen op verge
-
lijkbare basis (omdat de overgenomen mindstyle magazines
intern in Printing Services gedrukt worden).
De daling is hoofdzakelijk te verklaren door een lager volu
-
me aan drukwerk voor magazines, folders en catalogi voor
buitenlandse klanten, maar ook in een lagere doorrekening
naar het segment Media Brands ten gevolge van lagere
papierprijzen en energiekosten. Meer dan de helft van de
omzet van Printing Services is intragroepsomzet naar het
segment Media Brands.
De brutomarge op omzet stijgt van 51,5% naar 58,7% omwil
-
le van dezelfde redenen zoals bij het Media Brands segment.
Reconciliatie van de totale segmentomzet met de gecorrigeerde segmentomzet
in duizend euro
2024 Media
Brands
Printing
Services
Eliminaties
tussen
segmenten
Gecon-
solideerd
totaal
Omzet van het segment 291.902 63.289 -34.885 320.307
Omzet externe klanten 291.811 28.495 - 320.307
Omzet uit transacties met andere
segmenten
91 34.794 -34.885 -
Wijzigingen omwille van overname of
afstoting van merken
-8.579 -1.293 1.293 -8.579
Wijzigingen in externe klanten -8.579 - - -8.579
Wijzigingen in transacties met andere
segmenten
- -1.293 1.293 -
Gecorrigeerde omzet 283.323 61.997 -33.591 311.728
KASSTROOMOVERZICHT
in duizend euro 31/12/2024 31/12/2023
Nettocashflow uit operationele activiteiten (A) 25.630 13.787
Nettocashflow met betrekking tot investeringen (B) -11.392 -15.455
Nettocashflow uit financieringsactiviteiten (C) -12.456 -14.545
Totaal mutatie geldmiddelen en kasequivalenten (A+B+C) 1.781 -16.213
Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans 68.267 84.480
Geldmiddelen en kasequivalenten, eindbalans 70.048 68.267
Het kasstroomoverzicht toont een kasinstroom van € 1,8 miljoen ten opzichte van een
kasuitstroom van € -16,2 miljoen vorig jaar.
De kasstroom uit operationele activiteiten
stijgt met € 11,8 miljoen naar € 25,6 miljoen
in 2024. Deze kasstroom is vooral gedreven
door een positieve EBITDA (€ 24,1 miljoen
- i.e. exclusief het resultaat van de joint
ventures, provisies en waardeverminderin-
gen op voorraden en vorderingen) en het
ontvangen dividend van € 5,6 miljoen van
Roularta’s geassocieerde ondernemingen en
joint ventures. Anderzijds zit in EBITDA een
meerwaarde van € 2,2 miljoen uit de ver-
koop van twee gebouwen en € 2,6 miljoen
uit de verkoop van de Duitse magazines die
nog in mindering gebracht wordt.
Vorig jaar bedroeg deze kasstroom € 13,8
miljoen, opgebouwd als volgt: een positieve
EBITDA van € 16,1 miljoen (i.e. exclusief het
resultaat van de joint ventures, provisies
en waardeverminderingen op voorraden en
vorderingen), maar in EBITDA zat een meer-
waarde van € 1,1 miljoen komende van de
verkoop van een gebouw die nog in minde-
ring gebracht werd. Het ontvangen dividend
van € 4,0 miljoen van Roularta’s geassoci-
eerde ondernemingen en joint ventures werd
per eind 2023 volledig tenietgedaan door
een stijgend werkkapitaal van € 4,7 miljoen.
De kasstroom met betrekking tot inves-
teringen bedraagt € -11,4 miljoen in 2024.
Dit is voor een groot stuk toe te schrijven
aan investeringen in nieuwe materiële (
-8,3 miljoen) en immateriële (€ -7,0 miljoen)
vaste activa. Voor meer uitleg, verwijzen
we naar het hoofdstuk Investeringen. Daar-
naast werden ook twee gebouwen verkocht
(3) Overige omzet = alle omzet die geen publiciteits-, abonnementen-, losse verkoop of omzet uit printing activiteiten is.
Het omvat onder meer, maar niet limitatief, omzet uit line extensions, evenementen, etc.
Line extensions = specieke categorie van omzet onder de ‘overige omzet’. Het is omzet uit o.a. de aan-en verkoop van handels-
goederen (bvb. boeken, selfcare producten, sieraden, reizen, etc), omzet uit ticket-deals of omzet uit licensing overeenkomsten.
JAARVERSLAG 2024
96
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
JAARVERSLAG 2024
97
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
voor € 2,3 miljoen en werden de Duitse maga-
zines verkocht aan Herder Verlag en Agentur2
voor € 1,3 miljoen.
Vorig jaar bedroeg deze kasstroom € -15,5
miljoen, samengesteld uit investeringen in
nieuwe materiële (€ -8,5 miljoen) en immate-
riële (€ -7,6 miljoen) vaste activa. Daarnaast
werd ook nog geïnvesteerd in de overname
van de BV RMN Mindstyle voor € 1,2 miljoen
en werd een gebouw verkocht voor € 1,5 mil-
joen.
De kasstroom uit financieringsactiviteiten
bedraagt € -12,5 miljoen in 2024. Dit laatste
bedrag is de som van het uitbetaalde keuze-
dividend van € 4,6 miljoen, de aankoop van
eigen aandelen voor € 2,4 miljoen, de aflos-
sing van de overblijvende schuld ten opzichte
van Mediafin NV ter waarde van € 2,5 miljoen
en tot slot de aflossing van de IFRS16 leasing
schulden (€ 3,0 miljoen).
Vorig jaar bedroeg deze kasstroom € -14,5
miljoen, bestaande uit het uitbetaalde divi-
dend van € 11,8 miljoen en de aflossing van de
IFRS16 leasing schulden (€ 2,5 miljoen).
BALANS
Op 31 december 2024 bedraagt het eigen ver-
mogen – aandeel van de Groep € 216,8 miljoen
tegenover € 217,0 miljoen op 31 december
2023. De beweging op het eigen vermogen
bestaat hoofdzakelijk uit het resultaat over
2024 (+ € 6,1 miljoen), het deel van het keu-
zedividend dat uitbetaald werd voor € 4,6
miljoen en de inkoop van eigen aandelen voor
€ 2,4 miljoen. Het eigen vermogen
– minderheidsbelangen blijft sta-
biel op € -0,2 miljoen.
Per 31 december 2024 bedraagt de
geconsolideerde netto financiële
cashpositie (= vlottende geldmid-
delen min financiële schulden) €
61,6 miljoen vs. € 56,8 miljoen het
jaar ervoor. RMG blijft vrij van enige
bankschulden.
Per 31 december 2024, beschikt de
Groep over 1.611.984 eigen aande-
len nadat de Groep eind september
265.237 aandelen Roularta van de
NV Shopinvest heeft overgekocht.
INVESTERINGEN
De totale geconsolideerde inves-
teringen in 2024 bedragen € 15,3
miljoen ten opzichte van € 16,1
miljoen in 2023. In de immate-
riële vaste activa (€ 7,0 miljoen)
werd terug vooral in software
(€ 6,9 miljoen) geïnvesteerd. De
MijnMagazines app wordt continu
geoptimaliseerd en er wordt o.a.
verder geïnvesteerd in het nieuwe
productiebeheersysteem voor de
drukkerij.
In 2023 werd er op vlak van imma-
teriële vaste activa naast enkele
nieuwe merken (€ 2,6 miljoen) ook
vooral in software (€ 4,9 miljoen)
geïnvesteerd.
De investeringen in materiële vaste activa
(€ 8,3 miljoen) blijven hoog door nieuwe
hardware in onze IT-afdeling (€ 3,5 mil-
joen), de renovatie en inrichting van de
kantoren in Brussel (€ 1,5 miljoen), de
nieuwe paper wrap blistermachine (€ 1,1
miljoen), nieuwe printers in de drukkerij (
0,5 miljoen) en de laatste betaling voor de
nieuwe ovens voor de drukkerij (€ 0,4 mil-
joen), etc.
In het boekjaar 2023 (€ 8,5 miljoen) werd er
hoofdzakelijk geïnvesteerd in de duurzame
eco-efficiënte ovens in de drukkerij (€ 4,2
miljoen), de nieuwe Kanaal Z-TV studio (
0,9 miljoen), nieuwe PC’s en computer-
schermen (€ 0,9 miljoen) en verbouwing
en inrichting van de kantoren in Brussel en
het gebouw in Roeselare (€ 0,9 miljoen).
BELANGRIJKE GEBEURTENISSEN
NA HET EINDE VAN HET
BOEKJAAR
Op 14 maart 2025 heeft de FSMA aan-
gekondigd dat Koinon NV een vrijwillig en
voorwaardelijk openbaar overnamebod
uitbrengt op alle aandelen in Roularta
Media Group NV die niet reeds door haar
of de met haar verbonden personen wor
-
den gehouden. Het bod gebeurt in cash
tegen een prijs van 15,50 EUR per aandeel.
Er hebben zich anders geen belangrijke
gebeurtenissen voorgedaan die de resul
-
taten en de financiële positie van de
onderneming op belangrijke wijze beïn
-
vloeden.
INLICHTINGEN OVER DE
OMSTANDIGHEDEN DIE
DE ONTWIKKELING VAN
DE VENNOOTSCHAP
AANMERKELIJK
KUNNEN BEÏNVLOEDEN
Op basis van de tendens van de eerste
drie maanden van 2025, ziet de Groep
geen groei in de reclame-inkomsten. De
Groep houdt rekening met het feit dat het
gedrag van adverteerders
vrij volatiel en
weinig voorspelbaar is. Een negatieve
ontwikkeling van het economisch klimaat
kan een negatieve impact hebben op de
bestedingen van onze adverteerders.
De digitale strategie van de Groep werpt
zijn vruchten af, waardoor er met succes
langs digitale weg meer abonnementen
geworven worden. Roularta blijft ook in
2025 verder inzetten op het werven van
meer print, digitale en family abonne
-
menten en het sluiten van partnerships
met strategische partners om te zorgen
voor een stabiele en duurzame groei van
de omzet.
De losse verkoop evolueert in lijn met
de tendens binnen de markt, die verder
dalend is in zowel België als Nederland.
De omzet uit line extensions en evene
-
menten zal ongeveer stabiel blijven.
In het segment Printing Services ver
-
wacht de Groep ook dat de omzet
ongeveer stabiel zal blijven.
De distributiekosten zullen, met uitzondering
van een indexatie voor 2025 in lijn blijven met
de tweede jaarhelft van 2024. Ten opzichte van
de eerste jaarhelft van 2024 verwachten we wel
een stijging van de distributiekosten. Een aantal
interne aanpassingen aan het bedelingsstramien
gecombineerd met het belastingskrediet, kunnen
de gestegen kosten wel gedeeltelijk compenseren.
We verwachten stabiele tot licht stijgende kosten
van energie en grondstoffen. Niettemin blijft de
Groep verder inzetten op efficiëntiemaatregelen om
rekening te houden met de aanhoudende inflatie,
waaronder de uniformisering van de Nederlandse
en Belgische processen en systemen.
ONDERZOEK EN ONTWIKKELING
Als multimediabedrijf is Roularta Media Group
actief in verschillende hoogtechnologische secto-
ren. Binnen die sectoren onderzoekt Roularta Media
Group voortdurend nieuwe mogelijkheden, waarbij
ze de reputatie geniet een belangrijke innovator te
zijn. Roularta Media Group hecht zeer veel belang
aan onderzoek en ontwikkeling. Die inspanningen
komen uiteraard de interne werkprocessen van de
Groep zelf ten goede, maar niet zelden fungeren ze
tevens als motor achter ingrijpende marktontwik-
kelingen.
De focus van de Groep is vooral de digitale trans-
formatie van zowel haar klantenbasis als haar
magazine-en nieuwsaanbod, en dit zowel in België
als in Nederland. De Groep doet veel onderzoek-en
ontwikkelingswerk om te zorgen dat de print lezer
gemakkelijk de weg vindt naar haar digitale aan-
bod van nieuws en magazines en er ook optimaal
toegang tot krijgt. Ze doet hiervoor o.a. enquêtes
JAARVERSLAG 2024
99
JAARVERSLAG 2024
98
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
bij haar lezers en investeert hiervoor beduidende
bedragen in de werking van haar websites en in de
‘Mijn Magazines App’. Via die Mijn Magazines App
heeft de lezer direct toegang tot het volledige aan-
bod artikels, video’s en columns van onder meer
Knack, Trends, Libelle en andere magazines.
Ze onderzoekt daarnaast ook hoe AI-toepassingen
kunnen gebruikt worden om haar redactionele wer-
king te optimaliseren.
MEDEDELING NOPENS HET GEBRUIK
DOOR DE VENNOOTSCHAP VAN
FINANCIËLE INSTRUMENTEN, VOOR
ZOVER ZULKS VAN BETEKENIS IS VOOR
DE BEOORDELING VAN HAAR ACTIVA,
PASSIVA, FINANCIËLE POSITIE EN
RESULTAAT
De voornaamste financiële instrumenten van de ven-
nootschap zijn banksaldo’s en termijndepositos. De
belangrijkste doelstelling van deze financiële instru-
menten is het verschaffen van financiering van de
activiteiten van de onderneming.
De beleggingen van cash-overschotten in termijn-
rekeningen worden gedaan op basis van richtlijnen
vastgelegd door de Raad van Bestuur met betrek-
king tot liquiditeit en kredietrating. Er dient te
worden opgemerkt dat de onderneming niet toe-
staat dat financiële instrumenten met speculatieve
doeleinden worden verhandeld. Daarnaast heeft de
onderneming eveneens verschillende andere financi-
ele activa en passiva zoals vorderingen en schulden,
die rechtstreeks afkomstig zijn uit haar activiteiten.
De Groep heeft in het afgelopen boekjaar geen
gebruik gemaakt van andere financiële instrumen-
ten zoals bedoeld in artikel 3:6, 8° van het Wetboek
van Vennootschappen en Verenigingen.
PERSONEELSAANGELEGEN-
HEDEN
Per 31 december 2024 telt de Groep
in voltijdse equivalenten, exclusief
de joint ventures, 1.185 werknemers
tegenover 1.214 werknemers in 2023.
VOORNAAMSTE RISICO’S
EN ONZEKERHEDEN
Economische en geopolitieke om-
standigheden
Wijzigingen in algemene, globale of
regionale en/of geopolitieke omstan-
digheden of van omstandigheden in
gebieden waar de Groep actief is en
die een impact kunnen hebben op het
consumptiepatroon van de consu-
menten, kunnen een negatieve invloed
uitoefenen op de bedrijfsresultaten
van de Groep. De Groep en in het
bijzonder haar bedrijfsresultaten kun-
nen eveneens negatief geïmpacteerd
worden door opgelegde overheids-
maatregelen (zoals o.m. doch niet
beperkt tot verplichte lockdowns in
het kader van pandemieën).
Risico’s verbonden aan de marktont-
wikkelingen
De mediamarkt is voortdurend in
beweging. Het resultaat van de Groep
wordt in grote mate bepaald door de
advertentiemarkt, de lezersmarkt en
de kijkcijfers.
De Groep volgt de marktontwikke-
lingen binnen de mediawereld op de
voet, zodat zij te allen tijde kan inspelen op wij-
zigingen en nieuwe trends binnen de omgeving
waarin de onderneming opereert. Door het mul-
timedia-aanbod waarover de Groep beschikt,
kan zij gepast reageren op aandachtsver-
schuivingen van de reclamewereld en van het
lezerspubliek van de ene naar de andere vorm
van media.
Strategisch risico in verband met markt en
groei
De Groep kan mogelijk te maken krijgen met een
ongunstige marktsituatie of concurrentie die
zich ongunstig ontwikkelt.
Risico’s verbonden aan leveranciers
De kosten die in belangrijke mate de totale kost-
prijs van de divisies Printing Services en Media
Brands bepalen, zoals druk-, distributie- en per-
soneelskosten kunnen fluctueren in functie van
de economische conjunctuur. De evolutie van de
internationale papier- en energieprijzen is onze-
ker en kan een nadelige invloed hebben op de
activiteiten, bedrijfsresultaten en/of financiële
positie van de Groep indien de prijsstijgingen
niet tijdig doorgerekend kunnen worden aan
haar klanten. Om het prijsrisico van papier te
beheersen, worden er periodieke contracten
afgesloten voor dagbladen magazinepapier. Om
het risico op prijsstijgingen inzake energie af te
vlakken en pieken te vermijden, wordt voor een
deel van de afname van energie gewerkt met
click-contracten waarbij de prijs op voorhand
wordt vastgeklikt, ongeacht de marktomstan-
digheden. Om het risico op prijsstijgingen
inzake distributiekosten te beheersen, worden
er intern aanpassingen gedaan aan het bede-
lingsstramien, goede contracten onderhandeld en
alternatieve wijzen van distributie onderzocht.
Storingen of onderbrekingen in het
informatica systeem
De Groep is blootgesteld aan mogelijke storingen
of onderbrekingen in haar informaticasystemen.
Informaticasystemen vormen een centraal onder-
deel van de bedrijfsactiviteiten van de Groep.
Indien er een storing optreedt in de informa-
ticasystemen van de Groep, door een defect,
kwaadwillige aanvallen, virussen of andere facto-
ren, zou dit een ernstige impact kunnen hebben
op verschillende aspecten van de activiteiten,
inclusief, maar niet beperkt tot de verkoop, de
klantenservice en de administratie. Storingen in
de werking van de informaticasystemen kunnen
een nadelig effect hebben op de activiteiten of
de bedrijfsresultaten van de Groep. Tot op heden
heeft de Groep geen wezenlijke problemen met
haar informaticasystemen gekend.
De Groep investeert jaar na jaar belangrijke mid-
delen om haar IT-systemen te optimaliseren en
het risico op storingen te beperken. De Groep is
zich eveneens bewust van het groeiende gevaar
van cybercriminaliteit en zet dan ook zeer sterk in
op ‘cybersecurity’.
Risico’s in verband met intellectuele
eigendom
Het behoeden van intellectuele eigendomsrechten
is kostbaar en onzeker. De Groep kan niet garan-
deren dat ze succesvol zal zijn in het voorkomen
van misbruik van haar intellectuele eigendoms-
rechten.
JAARVERSLAG 2024
101
JAARVERSLAG 2024
100
Risico van verminderde merkherkenning
of negatief merkimago
De positie van de Groep kan op een aanzien-
lijk negatieve wijze worden beïnvloed, indien de
merkherkenning aanzienlijk zou verminderen of
indien de toonaangevende merken, publicaties
en producten van de Groep reputatieschade
oplopen.
Risico van niet-hernieuwing van licenties voor
tv-activiteiten
De Groep beschikt over de nodige erkenningen
voor het uitvoeren van haar televisieactivitei-
ten op het Belgische grondgebied. Indien de
Groep er niet in zou slagen deze te verlengen,
kan dit mogelijks een negatieve impact hebben
op de financiële positie en/of bedrijfsresultaten
van de Groep.
Risico’s verbonden aan huidige en toekomsti-
ge overnames
Wanneer de Groep entiteiten overneemt, staat
zij bloot aan risico’s verbonden aan de integra-
tie van deze entiteiten.
Innovatierisico
Het is van belang dat de Groep op permanente
basis nieuwe toepassingen ontwikkelt. Indien
de Groep hierin niet zou slagen, loopt zij het
risico een niet in te halen achterstand op te
lopen op haar concurrenten, wat mogelijks een
negatieve impact zou kunnen hebben op haar
financiële positie en/of bedrijfsresultaten.
Valutarisico
De Groep is minimaal onderhevig aan een
valutarisico gezien zowel aankopen als verko-
pen hoofdzakelijk in euro gebeuren.
Renterisico
De Groep heeft per 31 december 2024 geen
openstaande schulden bij kredietinstellingen
waardoor dit risico minimaal is.
Kredietrisico
De Groep is blootgesteld aan het kredietri-
sico op haar klanten, wat zou kunnen leiden
tot kredietverliezen. Om het kredietrisico te
beheersen, worden kredietwaardigheids-
onderzoeken uitgevoerd met betrekking tot
klanten die belangrijke kredietfaciliteiten
wensen en, indien deze onderzoeken negatief
zijn, wordt de kredietverstrekking geweigerd
of beperkt.
Er is geen concentratie van belangrijke kre-
diet- risico’s.
Ondanks de intentie van de Groep om haar
kredietrisico te beperken, kan ze geconfron-
teerd worden met een achteruitgang van de
kredietwaardigheid van haar klanten. Het
eventuele onvermogen om een kredietver-
zekeringspolis met betrekking tot bepaalde
klanten af te sluiten, kan een wezenlijk
nadelige invloed hebben op de activiteiten,
financiële positie en/of bedrijfsresultaten
van de Groep.
Liquiditeits- en kasstroomrisico
De Groep verwacht aan haar verplichtin-
gen te kunnen voldoen door de operationele
kasstromen en huidige liquide middelen.
Roularta is schuldenvrij en heeft eind 2024
een cashpositie van 70 miljoen €.
Vermogensstructuur
De Groep tracht constant haar vermogens-
structuur (combinatie van schulden en eigen
vermogen) te optimaliseren. Het belangrijk-
ste objectief van de vermogensstructuur is
de maximalisatie van de aandeelhouders-
waarde terwijl tegelijkertijd de gewenste
financiële flexibiliteit blijft behouden om
strategische projecten uit te voeren.
Risico’s verbonden aan de beoordeling van
de gebruiksduur van de merken en klanten-
portefeuilles
Tot en met 30 juni 2018 hadden verschillende
merken een onbepaalde gebruiksduur. Per 1
juli 2018 werd beslist om de gebruiksduur
van de merken in portefeuille te wijzigen
naar een bepaalde gebruiksduur. Vanaf 1
juli 2018 wordt de waarde van de merken
afgeschreven in functie van de ingeschatte
bepaalde gebruiksduur. Op basis van een
individueel assessment per merk en inschat-
tingen gemaakt door het management wordt
ieder merk ondergebracht in een groep van
merken; i.e. ‘super’merken, ‘groei’merken,
‘mature’ merken en ‘jonge’/‘kleine’ merken.
Deze opdeling van merken in functie van hun
gebruiksduur is een algemene leidraad die
door het management werd uitgewerkt en
dit op basis van enerzijds hun inzichten in de
mediasector en anderzijds de toets van deze
inzichten aan de realiteit.
Deze inschattingen van het management
kunnen echter negatief beïnvloed wor-
den door enerzijds algemeen ongunstige
marktontwikkelingen, opgelegde overheids-
maatregelen (o.m. doch niet beperkt tot
overheidsmaatregelen in het kader van
pandemieën) en/of anderzijds tegenval-
lende prestaties van één of meerdere merken.
Hierdoor kan het management genoodzaakt
worden om de gemaakte inschattingen inzake
de levens/gebruiksduur van een merk of een
klantenportefeuille bij te sturen en het merk
onder te brengen in een andere groep van mer-
ken.
Op het einde van huidig verslagperiode zijn er
geen indicaties dat er aanpassingen zouden
moeten gebeuren aan de indeling van de mer-
ken in de verschillende merkengroepen, noch
dat de levens/gebruiksduur van een merk of een
klantenportefeuille sterker zou zijn gedaald ten
opzichte van de initieel ingeschatte gebruiks-
duur ervan.
Risico’s verbonden aan mogelijke
waardeverminderingen van goodwill,
immateriële activa of materiële vaste activa
Een bijzondere waardevermindering wordt
opgenomen indien de boekwaarde van een
actief, of de kasstroomgenererende eenheid
waartoe het actief behoort, hoger is dan de
realiseerbare waarde.
Deze realiseerbare waarde wordt bepaald aan
de hand van businessplannen opgesteld door
het management en gevalideerd door de Raad
van Bestuur. De Groep wijst op de sensitivi-
teit van deze businessplannen. In voorkomend
geval de premissen vervat in voormelde busi-
nessplannen door marktomstandigheden niet
kunnen worden gerealiseerd, worden bijzondere
waardeverminderingen opgenomen in de winst-
en-verliesrekening en hebben deze een effect
op het nettoresultaat en op het eigen vermogen
van de Groep.
Risico’s in verband met regelgeving
De Groep streeft ernaar om steeds bin-
nen het wettelijk kader op te treden.
Bijkomende of wijzigende wetgeving,
inclusief fiscale wetgeving of beslis-
singen van administratieve overheden,
zouden ertoe kunnen leiden dat de
Groep beperkt wordt in haar groei of
geconfronteerd wordt met bijkomende
kosten en/of belastingen.
Op het gebied van fiscale regelge-
ving maakt de Groep gebruik van de
mogelijkheden die de fiscale wet- en
regelgeving biedt, zonder hierbij onno-
dige risico’s te lopen. De Groep heeft
hierbij ondersteuning van externe fis-
cale adviseurs.
Risico’s inzake rechtszaken
en arbitrages
De Groep is betrokken bij een aantal
hangende geschillen waarvoor veelal
provisies werden aangelegd. De Groep
kan niet garanderen dat er in de toe-
komst geen materiële geschillen door
derden zullen worden ingesteld met
betrekking tot gepubliceerde artikels,
inbreuken op het auteursrecht en meer
in het algemeen verband houdend de
media- activiteiten van de Groep.
Opgemaakt te Roeselare op 4 april 2025.
De Raad van Bestuur
JAARVERSLAG 2024
102
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
JAARVERSLAG 2024
103
VERKLARING
INZAKE
DEUGDELIJK
BESTUUR
[*]
[*] Onderdeel van het jaarverslag van de Raad van Bestuur.
AANDUIDING VAN DE CODE INZAKE
DEUGDELIJK BESTUUR
Als multimediabedrijf creëert en verspreidt
Roularta Media Group kwaliteitsvolle, onaf-
hankelijke en relevante content voor het brede
publiek en voor specifieke doelgroepen. Daar-
aan koppelt zij geavanceerde marketing- en
reclameplatformen voor haar partners. Roular-
ta Media Group wil een duurzame meerwaarde
scheppen voor al haar stakeholders en voor de
hele samenleving.
Het deugdelijk bestuur dat Roularta Media
Group hanteert, werd uitgeschreven in het Cor-
porate Governance Charter, dat u terugvindt op
de website van de vennootschap (www.roularta.
be onder Roularta op de beurs – het bestuur).
Het Corporate Governance Charter, dat op
exhaustieve en transparante wijze uiteenzet
hoe Roularta Media Group wordt bestuurd en
hoe er over dit bestuur verantwoording wordt
afgelegd, vervolledigt de corporate governance-
bepalingen uit het Wetboek van Vennootschap-
pen en Verenigingen en de statuten van de NV
Roularta Media Group.
De Raad van Bestuur is van oordeel dat het
naleven van de principes uiteengezet in het
Corporate Governance Charter leidt tot een
efficiënter, transparanter bestuur en een beter
risico- en controlebeheer van de vennootschap.
Hierbij heeft Roularta Media Group waarde-
maximalisatie als doel voor ogen en dit zowel
voor de aandeelhouders, stakeholders als de
institutionele beleggers.
Principe 9.1: de raad evalueert minstens
om de drie jaar zijn eigen prestaties als-
ook zijn interactie met het uitvoerend
management, evenals zijn omvang, sa-
menstelling en werking, alsook die van
de comités. De evaluatie verloopt via een
formele procedure, al dan niet extern ge-
faciliteerd, in overeenstemming met een
door de raad goedgekeurde methodologie.
BESCHRIJVING VAN DE
BELANGRIJKSTE KENMERKEN
VAN DE INTERNE CONTROLE- EN
RISICOBEHEERSYSTEMEN
Algemeen
Roularta Media Group heeft een intern con-
trole- en risicobeheersysteem opgezet in
lijn met de voorschriften van de Belgische
Corporate Governance Code van 2020.
Het interne controle- en risicobeheer-
systeem van Roularta Media Group is
gebaseerd op het COSO framework en
beoogt redelijke zekerheid te verschaffen
m.b.t. het behalen van de doelstellingen
van de onderneming. Dit impliceert onder
meer het herkennen en beheersen van
zowel operationele als financiële risico’s,
effectiviteit en efficiëntie van de bedrijfs-
processen, het naleven van wetten en
regels en het toezicht op de rapportering.
In overeenstemming met artikel 3:6 §
2 van het Wetboek van Vennootschap-
pen en Verenigingen hanteert Roularta
Media Group de Corporate Governan-
ce Code 2020 voor beursgenoteerde
bedrijven (zie https:// www.corporate-
governancecommittee.be/sites/default/
files/generated/files/page/belgische_
corporate_governance_code_2020.
pdf) als haar referentiecode. Roularta
Media Group NV wijkt weliswaar af van
de principes 4.3, 4.4, 7.6, 7.9, 7.12 en 9.1
vastgelegd in deze referentiecode.
Principe 4.3: het benoemings- en
remuneratiecomité bestaat uit min-
stens drie bestuurders.
• Principe 4.4: de raad ziet erop toe dat
voor elk comité een voorzitter wordt
aangesteld.
Principe 7.6: de Raad van Bestuur
heeft beslist om geen aandelen toe te
kennen aan de niet-uitvoerende be-
stuurders als onderdeel van hun re-
muneratie.
Principe 7.9: er werd evenmin een
minimumdrempel van aandelen
bepaald die moet worden aange-
houden door de leden van het uit-
voerend management.
Principe 7.12: in de contracten met de
CEO en de andere leden van het uit-
voerend management zijn geen bepa-
lingen ingevoerd die de vennootschap
in staat stellen om betaalde variabele
remuneratie terug te vorderen.
deugdelijk bestuur
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
104 105
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
Controle- en risicobeheer
Beheersomgeving
De organisatiecultuur binnen
Roularta Media Group laat ruimte
voor een decentrale werking. Direc-
tieleden en leidinggevenden worden
in verregaande mate geresponsabili-
seerd om te voorzien in operationele
aansturing. De decentrale aansturing
houdt onder meer het continu waken
over risicobeheersing in.
De beheersomgeving omvat volgen-
de elementen:
de missie, visie en waarden, die
veelvuldig worden gecommuni-
ceerd en de voornaamste pijlers
vormen voor onze bedrijfscultuur;
organigrammen en rapporterings-
lijnen;
procedures en richtlijnen die via
het intranet worden gecommuni-
ceerd;
voorbeeldfunctie van het manage-
ment;
deskundigheid en juiste mindset
van onze medewerkers. Deze wor-
den onder meer verzekerd door
duidelijk geformuleerde functieom-
schrijvingen, het selectieproces en
competentiebeheer (incl. continue
opleidingen en verbeteracties).
Risicobeheerproces
Het risicobeheersysteem van
Roularta Media Group is gebaseerd
op het COSO ERM framework. De
voornaamste doelstellingen zijn het in kaart bren-
gen van de risicos waaraan Roularta Media Group
wordt blootgesteld en deze te beheersen.
Het risicobeheerproces omvat volgende stappen:
• Risico-identificatie
• Risicoanalyse
• Risico-evaluatie
• Risicorespons
• Monitoring en bijsturing
Risico’s worden geïdentificeerd door middel van
audits en jaarlijkse interviews met het manage-
ment. De resultaten van de audits en de interviews
worden geconsolideerd en besproken met de leden
van het executive management committee.
Risico’s worden opgedeeld in vier categorieën:
• Operationele risicos
• Financiële risico’s
• Compliancerisico’s
• Strategische risicos
Ieder risico wordt geëvalueerd op basis van ener-
zijds de kans dat het risico zich voordoet en ander-
zijds de impact ervan:
KANS
Heel hoog
Hoog
Medium
Laag
Heel laag
Heel laag Laag Medium Hoog Heel hoog
IMPACT
Op basis van de risico-evaluatie beslist het
management over de gepaste acties.
Controleactiviteiten
Veel processen binnen Roularta Media Group zijn
geautomatiseerd. Een belangrijk onderdeel van de
automatisatie is risicobeheer met aandacht voor
correctheid, volledigheid, consistentie, tijdigheid
en valorisatie/autorisatie van de informatie.
Een continue bewaking, voornamelijk via inge-
bouwde controles in een sterk geautomatiseerde
operationele omgeving, bewerkstelligt het voor-
komen of het tijdig detecteren van mogelijke de-
viaties. De beveiliging van de IT-systemen is hier
cruciaal. Bijzondere aandacht wordt daarbij ge-
schonken aan:
• de ontdubbeling van systemen;
• toegangsbeveiliging;
• de scheiding van test- en productieomgeving;
• stroomgroepen;
• back-upprocedures;
• cybersecurity.
Informatie en communicatie
Dankzij de ruime interne rapportering en commu-
nicatiestromen hebben zowel medewerkers als
management toegang tot de voor hen relevante
informatie: medewerkers tot de informatie die zij
nodig hebben bij de uitvoering van hun takenpak-
ket, management tot de informatie die nodig is
voor de aansturing van hun businessunit. Deze
laatste bestaat hoofdzakelijk uit de belangrijkste
financiële en operationele KPI’s.
Monitoring
De Raad van Bestuur houdt via het auditcomité
toezicht op het risicobeheersysteem. Het auditco-
mité steunt hierbij op de informatie die het ontvangt
van de externe auditor. Roularta Media Group heeft
op vandaag geen interne auditor meer in dienst.
De openstaande vacature voor een interne auditor
wordt bij gebrek aan een instroom van geschikte
kandidaten niet ingevuld. In samenspraak met
het auditcomité werd dan ook beslist om voor-
lopig niet verder in te zetten op de invulling van
de openstaande vacature van interne auditor. In
samenspraak met het management wordt er door
het auditcomité beslist om wanneer de noodzaak
of de behoefte zich voordoet, een beroep te doen
op externe partijen om bepaalde interne audits uit
te voeren of bepaalde interne bedrijfsprocessen
door te lichten, aan te passen of te optimaliseren.
Inmiddels werd medio 2024 een COO aangeworven
Een van de kerntaken van de COO is de evaluatie,
monitoring en optimalisatie van de operationele
processen binnen de groep. Gezien de invulling van
COO-functie en zijn opdracht om te zorgen voor
procesoptimalisatie, wordt de zoektocht naar een
interne auditor voorlopig niet heropgestart. Deze
beslissing wordt op regelmatige basis geëvalueerd
door het auditcomité.
Controle- en risicobeheer inzake financiële
verslaggeving
De risicobeheersing inzake de financiële verslag-
geving wordt voornamelijk gekenmerkt door:
de boekhoudkundige regels die dagelijks van
toepassing zijn;
de uniformiteit die wordt nagestreefd binnen de
diverse vennootschappen van de Groep zowel
op het vlak van de toepassing van de IFRS-re-
gels alsook op het vlak van gestandaardiseerde
rapportering;
• de controle op de gerapporteerde cijfers van
verbonden ondernemingen door de centrale
afdeling controlling;
het nazicht, monitoring van de financiële rappor-
tering door het auditcomité.
OPENBAARMAKING BELANGRIJKE
DEELNEMINGEN EN TOELICHTING
BIJ DE ELEMENTEN OPGESOMD IN
ARTIKEL 34 VAN HET KB VAN 14/11/2007,
VOOR ZOVER DIE ELEMENTEN VAN
AARD ZOUDEN ZIJN EEN GEVOLG TE
HEBBEN IN GEVAL VAN EEN OPENBARE
OVERNAMEBIEDING
Het kapitaal van de vennootschap bedraagt
84.815.953,73 euro en wordt vertegenwoordigd door
13.931.920 aandelen die elk een gelijk deel van het
kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen.
Het aandeelhouderschap is per 31 december 2024
als volgt verdeeld:
Aantal
aandelen
% tov
kapitaal
Stem-
rechten
% Stem-
rechten
Koinon NV
(1)
10.072.436 72,30% 18.954.653 81,21%
S.A. West Investment
Holding
(1)
522.136 3,75% 1.044.272 4,47%
Eigen aandelen
(2)
1.611.984 11,57% 1.611.984 6,91%
Individuele en
institu tionele beleggers
1.725.364 12,38% 1.728.438 7,41%
TOTAAL
13.931.920 100,00% 23.339.347
100,00%
(1) De NV Koinon en de S.A. West Investment Holding hebben, in
hun hoedanigheid van in overleg handelende personen die een
akkoord hebben afgesloten aangaande het bezit, de verwerving
en de overdracht van effecten, een kennisgeving gedaan.
(2) De stemrechten verbonden aan eigen aandelen zijn geschorst.
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
106 107
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
Alle eigen aandelen die de vennoot-
schap in portefeuille heeft, hebben geen
stemrecht zolang ze in eigen portefeuil-
le zijn.
Ieder aandeel geeft recht op één stem.
In overeenstemming met artikel 7:53
van het Wetboek van Vennootschap-
pen en Verenigingen en artikel 34 van
de statuten van Roularta Media Group,
hebben de volgestorte aandelen die
ten minste twee jaar ononderbroken op
naam van dezelfde aandeelhouder in
het register van de aandelen op naam
zijn ingeschreven, echter een dubbel
stemrecht.
Tussen de aandeelhouders, de NV Koi-
non en de S.A. West Investment Holding,
werd een aandeelhoudersovereenkomst
afgesloten die aanleiding geeft tot een
beperking van de overdracht van de ef-
fecten.
Er bestaat geen ‘relationship agree-
ment’ tussen de vennootschap en haar
referentieaandeelhouders. De Raad van
Bestuur heeft na evaluatie beslist dat
de vennootschap geen baat heeft bij
een relationship agreement.
De statuten en het Corporate Gover-
nance Charter van Roularta Media
Group bevatten specifieke bepalingen
betreffende de (her)benoeming, vor-
ming en evaluatie van bestuurders. De
bestuurders worden voor een maximale
duur van vier jaar door de algemene vergade-
ring van aandeelhouders benoemd, die hen ook
te allen tijde kan ontslaan.
Een besluit tot benoeming of ontslag behoeft
de gewone meerderheid van de stemmen. Wan-
neer een plaats van een bestuurder vroegtijdig
openvalt, kunnen de overblijvende bestuurders
zelf een nieuwe bestuurder benoemen (coöpte-
ren). In dat geval zal de eerstvolgende algeme-
ne vergadering de definitieve benoeming doen.
De statuten van de NV Roularta Media Group
voorzien in een bindend voordrachtrecht ten
voordele van de NV Koinon. Op grond van dit
voordrachtrecht wordt de meerderheid van de
bestuurders benoemd uit de kandidaten voor-
gedragen door de NV Koinon zolang deze laat-
ste rechtstreeks of onrechtstreeks ten minste
35% van de aandelen van de vennootschap
bezit.
Beslissingen tot wijziging van de statuten zijn
onderworpen aan een bijzonder aanwezig-
heidsquorum en meerderheidsvereiste. Elke
beslissing tot wijziging van de statuten vereist
de aanwezigheid, in persoon of bij volmacht,
van aandeelhouders die samen minstens de
helft van het kapitaal vertegenwoordigen en
de goedkeuring van minstens drie vierden van
het op de vergadering aanwezige of vertegen-
woordigde kapitaal. Indien het aanwezigheids-
quorum niet gehaald is, dan moet een tweede
vergadering worden samengeroepen. Tijdens
de tweede vergadering geldt het aanwezig-
heidsquorum niet. De vereiste van een bijzon-
dere meerderheid blijft echter bestaan.
De Raad van Bestuur is uitdrukkelijk gemach-
tigd om, in het geval van openbare overname-
biedingen op effecten van de vennootschap,
het kapitaal te verhogen binnen de grenzen
voorzien in artikel 7:202 van het Wetboek van
Vennootschappen en Verenigingen door aan-
delen uit te geven die niet meer dan 10% verte-
genwoordigen van de bestaande aandelen ten
tijde van een dergelijk openbaar overnamebod.
Deze machtiging werd verleend door de bui-
tengewone algemene vergadering van 16 mei
2023 voor een termijn van drie jaar.
De vennootschap kan haar eigen aandelen,
winstbewijzen of andere certificaten verwer-
ven, vervreemden of verpanden voor zover de
relevante wettelijke bepalingen worden nage-
leefd. De Raad van Bestuur is uitdrukkelijk ge-
machtigd om, zonder besluit van de algeme-
ne vergadering, eigen aandelen te verwerven
en aan te houden indien dat nodig is om een
dreigend ernstig nadeel voor de vennootschap
te voorkomen. Deze machtiging werd verleend
door de buitengewone algemene vergadering
van 16 mei 2023 voor een termijn van drie jaar.
In het kader van de Wet van 1 april 2007 op
de openbare overnamebiedingen werd er door
de NV Koinon op 30/08/2018 als rechtstreek-
se houder van meer dan 30% van de aandelen
Roularta Media Group een actualisatie gedaan
van de aanmelding bij de FSMA overeenkom-
stig artikel 74 § 6 van voormelde wet. De NV
Koinon is een dochteronderneming van de
Stichting Administratiekantoor Cerveteri, die
gecontroleerd wordt door de heer Rik De Nolf
en mevrouw Lieve Claeys.
SAMENSTELLING EN
ACTIVITEITENVERSLAG VAN
DE RAAD VAN BESTUUR
EN COMITÉS EN DE AAN-
WEZIGHEIDSGRAAD VAN
HUN LEDEN
De vennootschap heeft naar
aanleiding van de aanpassin-
gen van haar statuten naar de
nieuwe bepaling van het Wet-
boek van Vennootschappen en
Verenigingen duidelijk de keuze
gemaakt voor een monistische
structuur.
Raad van Bestuur
Tijdens het boekjaar 2024 was de
Raad van Bestuur van de NV Rou-
larta Media Group samengesteld uit
tien leden:
• Zeven bestuurders die de referen-
tieaandeelhouder vertegenwoor-
digen en dit overeenkomstig het
statutair voordrachtsrecht:
• De heer Rik De Nolf, uitvoerend be-
stuurder en voorzitter van de Raad
van Bestuur (mandaat tot de alge-
mene vergadering in 2026).
• De heer Xavier Bouckaert, vas-
te vertegenwoordiger van de NV
Koinon (mandaat tot de algemene
vergadering in 2026),
• Mevrouw Coralie Claeys, vaste ver-
tegenwoordiger van de NV Verana
(mandaat tot de algemene verga-
dering in 2028)
• Mevrouw Lieve Claeys (mandaat tot de algemene
vergadering in 2026)
• De heer Francis De Nolf, vaste vertegenwoordi-
ger van de NV Alauda (mandaat tot de algemene
vergadering in 2027)
• De heer William De Nolf, vaste vertegenwoordiger
van de NV Cella (mandaat tot de algemene ver-
gadering in 2027).
• De heer Louis De Nolf (mandaat tot de algemene
vergadering van 2028)
Drie onafhankelijke bestuurders die allen een lei-
dinggevende maatschappelijke functie bekleden:
» De heer Koen Dejonckheere, vaste vertegen-
woordiger van de NV Invest at Value (man-
daat tot de algemene vergadering in 2026):
De heer Koen Dejonckheere is sinds 2008 CEO
van de Gimv. Voordien was hij managing di-
rector en hoofd van Corporate Finance bij
KBC Securities. Eerder werkte de heer Koen De-
jonckheere bij Nesbic, Halder, Price Waterhouse
Corporate Finance Europe en de Bank Brussel
Lambert. De heer Koen Dejonckheere kan bogen
op een uitgebreide ervaring als dealmaker in in-
vestment banking en private equity in België en
internationaal.
» De heer Rik Vanpeteghem (mandaat tot de alge-
mene vergadering in 2026): De heer Rik Vanpe-
teghem studeerde rechten en business manage-
ment aan de KU Leuven en fiscaal recht aan de
Fiscale Hogeschool. Hij begon zijn carrière bij
Deloitte Belgium in 1985. Hij is gespecialiseerd
in internationale taxplanning. Vooraleer hij CEO
werd van Deloitte Belgium (2008-2016) was
hij er de managing partner Tax & Legal (2004-
2008). Van 2015 tot zijn uittreding als vennoot
in 2021 was hij de Regional Managing Director
van EMEA (Europe, Middle East en Africa) en lid
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
108 109
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
van het Global Executive Committee van De-
loitte. De heer Rik Vanpeteghem is in de loop
der jaren een actief lid en bestuurder geweest
van businessfederaties zoals VBO, Voka en
AmCham. Hij was lid van de steunraad Koning
Boudewijnstichting West-Vlaanderen en lid
van het bestuurscomité van de Kulak.
» Mevrouw Pascale Sioen, vaste vertegenwoor-
diger van de BV P. Company (mandaat tot de
algemene vergadering in 2026): Pascale Si-
oen is CEO van de Chemicals-divisie van de
Sioen Industries Groep die basisgrondstoffen
verwerkt tot hoogkwalitatieve halffabricaten
voor tal van toepassingen. Zij is master in de
Economie en volgde verschillende postuniver-
sitaire opleidingen en stages in het buitenland.
Pascale Sioen is uitvoerend bestuurder van
Sioen Industries (sinds 1990) maar heeft ook
aanzienlijke ervaring als bestuurder en mana-
ger in tal van andere ondernemingen in diverse
sectoren. Daarnaast zorgt zij voor de begelei-
ding van een aantal veelbelovende start-ups.
De Raad van Bestuur wordt voorgezeten door de
heer Rik De Nolf. Als voorzitter neemt de heer Rik
De Nolf de verbindende rol op tussen de referen-
tieaandeelhouders, de Raad van Bestuur en het
uitvoerend management.
Als uitvoerend bestuurder blijft de heer Rik De
Nolf ook actief binnen het uitvoerend manage-
ment van de Groep. Als lid van het executive
management committee neemt de heer Rik De
Nolf deel aan de wekelijkse vergaderingen van
het executive management committee, woont
hij managementteamvergaderingen bij en is hij
aanwezig op de maandelijkse cijfer meetings
met de verschillende verantwoorde-
lijken van de onderscheiden business
units van de groep. Met zijn bedrijf-
servaring treedt hij op als klankbord
en adviseur voor het uitvoerend ma-
nagement. De heer Rik De Nolf is als
voorzitter en uitvoerend bestuurder
ook verantwoordelijk voor de exter-
ne communicatie en de ‘investor re-
lations’ van de Groep. Deze actieve
uitvoerende rol die aan de voorzitter
van de Raad van Bestuur werd toebe-
deeld, zorgt voor een betere commu-
nicatie en doorstroming van informa-
tie tussen de Raad van Bestuur en het
uitvoerend management en draagt in
het algemeen bij tot een goede wer-
king van de vennootschap. Dit alles in
lijn met de aanbeveling 3.16 van de
Corporate Governance Code 2020.
De Raad van Bestuur is in 2024 zes
keer samengekomen (waaronder één
Raad van Bestuur via videoconfe-
rentie). Op de agenda van de raden
van bestuur staat steevast de opvol-
ging van de financiële resultaten van
de Groep genoteerd. Ook bijzondere
topics zoals bv. overnamedossiers,
nieuwe reglementeringen, de strate-
gie van de Groep en de bespreking
van het jaarlijkse budget komen uit-
gebreid aan bod.
In het afgelopen jaar werd er door
de Raad van Bestuur bijzondere
aandacht besteed aan de uitgevoer-
de dubbele materialiteitsoefening en
de voorbereiding van de rapportering
door de vennootschap conform de CS-
RD-richtlijn. De leden van de Raad van
Bestuur beschikken over de nodige com-
petentie en expertise inzake duurzaam-
heidtopics om deze materie te beoorde-
len en op te volgen.
De secretaris van de Raad van Bestuur,
Sophie Van Iseghem staat in voor de ver-
slaggeving van de raden van bestuur en
van de comités opgericht door de Raad
van Bestuur.
Overzicht aanwezigheden raden van
bestuur in 2024:
Rik De Nolf, voorzitter 6
Xavier Bouckaert, CEO 6
Lieve Claeys 6
Coralie Claeys 6
Francis De Nolf 6
William De Nolf
6
Louis De Nolf
(1)
3
Koen Dejonckheere 6
Pascale Sioen 6
Rik Vanpeteghem 6
In het afgelopen jaar vond er ook een
samenkomst plaats van de onafhan-
kelijke bestuurders. Voor 2025 staan er
opnieuw zes raden van bestuur op het
programma.
Auditcomité
Het auditcomité is samengesteld uit
drie bestuursleden waarvan twee on-
afhankelijke bestuurders. De leden
van het auditcomité beschikken over
een collectieve deskundigheid op het
gebied van de activiteiten van Rou-
larta Media Group cfr. artikel 7:99
van het Wetboek van Vennootschap-
pen en Verenigingen.
De voorzitter van het auditcomité, de
heer Rik Vanpeteghem beschikt over
de nodige expertise inzake materies
die tot de bevoegdheid van het audit-
comité behoren. Dit blijkt onder meer
uit de professionele ervaring die de
heer Vanpeteghem heeft opgedaan
tijdens zijn actieve loopbaan binnen
Deloitte Belgium.
Het auditcomité is in 2024 vier keer
bijeengekomen. Tijdens deze bijeen-
komsten heeft het auditcomité con-
trole uitgeoefend op de integriteit
van de financiële informatie van de
vennootschap, heeft het de activitei-
ten van de externe auditor van nabij
opgevolgd en heeft het indien het dit
nodig achtte hierover aanbevelingen
gedaan aan de Raad van Bestuur.
Op uitnodiging van de voorzitter
wordt het auditcomité bijgewoond
door de commissaris, de gedele-
geerd bestuurder, de voorzitter van
de Raad van Bestuur en de financieel
directeur. De commissaris was aanwezig op twee
vergaderingen van het auditcomité in 2024.
De voorzitter van het auditcomité brengt telkens
na het auditcomité verslag uit aan de Raad van
Bestuur omtrent de behandelde topics binnen het
auditcomité.
Overzicht aanwezigheden
vergaderingen auditcomité in 2023:
Rik Vanpeteghem 4
Koen Dejonckheere 3
Louis De Nolf 2
Benoemings- en remuneratiecomité
De Raad van Bestuur heeft zoals voorzien in de
Corporate Governance Code gebruikgemaakt van
de mogelijkheid om één gezamenlijk comité op te
richten, namelijk het benoemings- en remunera-
tiecomité. Het benoemings- en remuneratiecomité
is samengesteld uit een meerderheid van onaf-
hankelijke, niet-uitvoerende bestuurders.
Roularta Media Group wijkt af van het principe
4.3 van de Corporate Governance Code dat voor-
schrijft dat het benoemings- en remuneratiecomi-
té bestaat uit minstens drie bestuurders. De Raad
van Bestuur is van mening dat de rol en bevoegd-
heden van het benoemings- en remuneratiecomi-
té op een afdoende wijze kunnen worden ingevuld
door twee bestuurders. De Raad van Bestuur heeft
(in afwijking van het principe 4.4 van de Corpo-
rate Governance Code 2020) ook beslist om geen
voorzitter aan te stellen voor dit comité, aangezien
dit comité slechts tweemaal per jaar samenkomt
en de rol van de voorzitter van een dergelijk comi-
(1) Benoemd door de algemene vergadering van 21 mei 2024.
té geen toegevoegde waarde heeft. Het benoe-
mings- en remuneratiecomité beschikt cfr. arti-
kel 7:100 van het Wetboek van Vennootschappen
en Verenigingen over de nodige deskundigheid
op het gebied van remuneratiebeleid.
De voorzitter en de CEO nemen met raadge-
vende stem deel aan de vergaderingen van het
benoemings- en remuneratiecomité cfr. artikel
7:100 § 7 van het Wetboek van Vennootschap-
pen en Verenigingen, tenzij wanneer het benoe-
mings- en remuneratiecomité beraadslaagt over
de vergoedingen van de CEO. Ook de HR-direc-
teur wordt uitgenodigd op het benoemings- en
remuneratiecomité.
Het benoemings- en remuneratiecomité kwam
twee keer samen in de loop van 2024 met als
belangrijkste agendapunten: het opstellen van
het remuneratieverslag, de evaluatie van de re-
muneratie- en bonuspolitiek van het uitvoerend
management.
Overzicht aanwezigheden vergaderingen
benoemings- en remuneratiecomité in 2024:
Koen Dejonckheere 2
Rik Vanpeteghem 2
EVALUATIE RAAD VAN BESTUUR EN
COMITÉS
De Raad van Bestuur voert om de vier jaar, onder
leiding van de voorzitter en bijgestaan door het
benoemings- en remuneratiecomité, een evalu-
atie uit van zijn omvang, samenstelling, werking
en interactie met het uitvoerend management.
Deze evaluatie beoogt vier doelstellingen: (i) de
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
110 111
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
GENDERDIVERSITEIT
De Raad van Bestuur telt drie (30%) vrouwe-
lijke en zeven mannelijke (70%) bestuursle-
den. Hiermee voldoet Roularta Media Group
aan de wettelijke quota cfr. artikel 7:86 van
het Wetboek van Vennootschappen en Ver-
enigingen inzake genderdiversiteit binnen de
Raad van Bestuur.
Los van de genderdiversiteit, houdt de Raad
van Bestuur bij zijn samenstelling nog ande-
re diversiteitsperspectieven voor ogen, zoals
onafhankelijkheid, leeftijd, opleiding, profes-
sionele ervaring en nationaliteit.
De Raad van Bestuur is van mening dat de
diversiteit in zijn samenstelling zorgt voor
een gevarieerde input van meningen en vi-
sies. De daaruit volgende interactie leidt tot
een kwaliteitsvollere beraadslaging en be-
sluitvorming.
Rekening houdend met de ‘war for talent’ is
het voor de Groep belangrijk om als werkge-
ver/opdrachtgever onze ambities inzake ver-
antwoord en duurzaam ondernemen duidelijk
in de verf te zetten en dit om nieuwe mede-
werkers aan te trekken en te behouden. Enkel
met geëngageerde werknemers en zelfstan-
dige medewerkers kunnen wij onze ambitieu-
ze duurzame doelstellingen realiseren.
Roularta Media Group hanteert hiervoor een
inclusief personeelsbeleid met als doel ta-
lentvolle werknemers en zelfstandige mede-
werkers aan te trekken en aan boord te hou-
den.
Roularta Media Group is ervan overtuigd
dat een weerspiegeling van de diversi-
teit in de samenleving binnen haar per-
soneelsbestand, haar het beste wapent
tegen de uitdagingen waarmee wij bin-
nen een zeer competitieve mediawereld
worden geconfronteerd.
Daarnaast wordt ook ten volle aandacht
besteed aan het principe van inclusie
met als doel al onze personeelsleden/
medewerkers op een efficiënte wijze on-
danks hun persoonlijke verschillen te la-
ten samenwerken en elkaar vanuit een
‘open spirit & mind’ te versterken.
Deze basisfilosofie hanteren wij niet en-
kel bij de instroom van nieuwe perso-
neelsleden/medewerkers, maar ook bij
een verdere doorstroom, groei en ontwik-
keling van onze huidige personeelsleden
en medewerkers.
In het kader van het selectieproces voor
een openstaande vacature, een promo-
tie, opleiding of andere HR-gerelateerde
materies (zoals o.m. een loonsverhoging),
wordt een beleid gevoerd gebaseerd op
eerlijkheid, billijkheid en inclusief voor al-
le medewerkers, ongeacht leeftijd, ach-
tergrond, voorkeuren of sekse.
De afweging om in aanmerking te komen
voor een vacature, promotie, opleiding of
een andere HR-gerelateerde beslissing
wordt steeds in alle onafhankelijkheid
en transparantie gemaakt op basis van
eigen verdiensten van de (kandidaat-) mede-
werker, namelijk op basis van zijn/haar eigen
geschiktheid/bekwaamheid en desgevallend
andere objectieve criteria (zoals loopbaange-
sprekken, reflectiegesprekken, mutatiedocu-
menten, enz.).
Voor meer informatie ivm het diversiteitsbe-
leid wordt er verwezen naar het duurzaam-
heidsverslag. (Scan de QR-code op blz. 130)
SAMENSTELLING
UITVOEREND MANAGEMENT
De operationele bevoegdheden werden door
de Raad van Bestuur gedelegeerd aan het
executive management committee. Dit comité
onder leiding van de gedelegeerd bestuurder
(CEO) staat binnen de krijtlijnen uitgezet door
de Raad van Bestuur in voor de leiding van de
Groep. In de loop van het boekjaar 2024 werd
het executive committee uitgebreid met een
Chief Operation Officer (COO).
Op vandaag zetelen binnen het executive
management committee: de CEO, de uitvoe-
rend voorzitter van de Raad van Bestuur, de
HR-directeur, de CFO en de COO (zie samen-
stelling blz. 88).
Het executive management committee is
divers samengesteld zowel qua gender, ken-
nis, expertise, achtergrond als leeftijd.
Overeenkomstig principe 2.10 van de Corpo-
rate Governance Code heeft de vennootschap
een opvolgingsplan voor de CEO en de andere
leden van het uitvoerend management. Bij
het uitvallen van de CEO worden de taken van de
CEO in eerste instantie op tijdelijke wijze ingevuld
door de voorzitter van de Raad van Bestuur en wordt
onmiddellijk een benoemings- en remuneratieco-
mité bijeengeroepen.
Bij het uitvallen van een ander lid van het uitvoe-
rend management worden in eerste instantie de
taken van het uitgevallen lid verdeeld over de ove-
rige leden van het uitvoerend management en wordt
er onmiddellijk een benoemings- en remuneratieco-
mité samengeroepen.
TEGENSTRIJDIG BELANG
Er waren in de loop van het boekjaar geen tegen-
strijdige belangen van vermogensrechtelijke aard
die aanleiding gaven tot toepassing van de artikels
7:96 en 7:97 van het Wetboek van Vennootschap-
pen en Verenigingen.
BELEID BETREFFENDE DE TRANSACTIES
EN ANDERE CONTRACTUELE BANDEN
TUSSEN DE VENNOOTSCHAP, INCLUSIEF
VERBONDEN VENNOOTSCHAPPEN, EN
HAAR BESTUURDERS EN LEDEN VAN
HET UITVOEREND MANAGEMENT DIE
NIET ONDER DE BELANGENCONFLICTEN-
REGELING VALLEN
Rekening houdend met de principes en richtlij-
nen vervat in de Belgische Corporate Governance
Code, heeft de vennootschap in haar Corporate Go-
vernance Charter een beleid uitgewerkt inzake de
transacties en andere contractuele banden tussen
de vennootschap, inclusief verbonden vennoot-
schappen, en haar bestuurders en leden van het
uitvoerend management die niet onder de wettelijke
belangenconflictenregeling ressorteren.
Er is sprake van een transactie of eni-
ge andere contractuele band tussen
de vennootschap en haar bestuurders
en/of de leden van haar uitvoerend
management wanneer:
een bestuurder of een lid van het uit-
voerend management een significant
persoonlijk financieel belang heeft in
de rechtspersoon waarmee Roularta
Media Group een transactie wenst af
te sluiten;
een bestuurder of een lid van het uit-
voerend management, zijn of haar
echtgenoot, samenwonende partner,
kind of bloed- of aanverwant tot in de
tweede graad deel uitmaakt van de
Raad van Bestuur of het uitvoerend
management van de rechtspersoon
waarmee Roularta Media Group een
belangrijke transactie wenst aan te
gaan;
de Raad van Bestuur oordeelt dat een
dergelijk conflict met betrekking tot de
voorgenomen transactie bestaat.
De betrokken bestuurder of het lid van
het uitvoerend management verschaft
de Raad van Bestuur alle mogelijke rele-
vante informatie met betrekking tot het
belangenconflict. De betrokken bestuur-
der of het lid van het uitvoerend ma-
nagement onthoudt zich van deelname
aan de beraadslaging en besluitvorming
over dit agendapunt.
In voorkomend geval de Raad van Be-
stuur beslist om de voorgenomen ver-
werking van de Raad van Bestuur en zijn co-
mités beoordelen; (ii) nagaan of de belangrij-
ke onderwerpen grondig worden voorbereid en
besproken; (iii) de daadwerkelijke bijdrage van
elke bestuurder aan de werkzaamheden van
de Raad van Bestuur nagaan, aan de hand
van zijn of haar aanwezigheid bij de raads-
en comitévergaderingen en zijn of haar con-
structieve betrokkenheid bij de besprekingen
en de besluitvorming beoordelen; (iv) een ver-
gelijking tot stand brengen tussen de huidige
samenstelling van de Raad van Bestuur en
zijn comités en de vooropgestelde gewenste
samenstelling.
Hiermee wijkt Roularta Media Group af van
principe 9.1 van de Corporate Governan-
ce Code 2020 dat aanbeveelt om minstens
om de drie jaar een evaluatie door te sturen.
Naar aanleiding van de laatste evaluatie van
de Raad van Bestuur en zijn comités in 2023
werden de bestuurders en de leden van de co-
mités ook bevraagd naar de ideale frequentie
van deze evaluatie. De bevraagde bestuursle-
den en leden van de onderscheiden comités
waren van mening dat een evaluatie om de
vier jaar een ideale frequentie is. Een evalua-
tie om de vier jaar ligt in lijn met de duurtijd
van het mandaat van bestuurder, waarop er
sowieso al een evaluatie gebeurt met het oog
op de (her)benoeming van een bestuurder.
Eveneens om de vier jaar beoordelen de niet-
uitvoerende bestuurders hun interactie met
het senior management en, indien toepasse-
lijk, maken zij voorstellen over aan de voorzit-
ter van de Raad van Bestuur ter verbetering
van deze interactie.
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
112 113
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
richting te laten doorgaan, zal deze
transactie minstens moeten plaatsvin-
den onder de voorwaarden en tegen de
zekerheden die op de markt gewoonlijk
gelden voor soortgelijke verrichtingen.
De Raad van Bestuur omschrijft in de
notulen de aard van de in het eerste lid
bedoelde beslissing of verrichting en de
vermogensrechtelijke gevolgen ervan
voor de vennootschap en verantwoordt
het genomen besluit. Dit deel van de no-
tulen wordt in zijn geheel opgenomen in
het jaarverslag of in een stuk dat samen
met de jaarrekening wordt neergelegd.
De notulen van de vergadering worden
ook aan de commissaris van de vennoot-
schap meegedeeld. In zijn verslag bij de
jaarrekening beoordeelt de commissa-
ris, in een afzonderlijke sectie, de ver-
mogensrechtelijke gevolgen voor de ven-
nootschap van de besluiten van de Raad
van Bestuur, zoals door hem omschreven,
waarvoor een strijdig belang als bedoeld
in het eerste lid bestaat.
De Raad van Bestuur bevestigt dat er
in het afgelopen boekjaar geen derge-
lijke transacties tot stand zijn gekomen
of situaties zijn geweest, die aanleiding
hebben gegeven tot toepassing van de
hierboven vermelde procedure.
PROTOCOL TER VOORKOMING
VAN MARKTMISBRUIK
Het protocol ter voorkoming van markt-
misbruik dat onderdeel vormt van het
Corporate Governance Charter van Roularta
Media Group legt aan bestuurders, leden
van het uitvoerend management en andere
personeelsleden of (externe) medewerkers
die door de aard van hun functie met ver-
trouwelijke en/of koersgevoelige informatie
in contact komen, het verbod op om recht-
streeks, dan wel onrechtstreeks op basis van
voorwetenschap te handelen in financiële
instrumenten uitgegeven door Roularta Media
Group. Dit protocol is opgesteld in de lijn van
de beginselen vastgelegd in de Europese ver-
ordening n°596/2014 inzake marktmisbruik
en de wetten van 27 juni 2016 en 31 juli 2014
tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002
betreffende het toezicht op de financiële sec-
tor en de financiële diensten. Het voormelde
protocol bevat ook regels betreffende de
openbaarmaking van uitgevoerde transacties
door leidinggevende managers en hun nauw
verwante personen via een kennisgeving aan
de vennootschap en aan de Belgische Auto-
riteit voor Financiële Diensten en Markten
(FSMA).
REMUNERATIEVERSLAG
Algemeen
Door de wet van 28 april 2020 werden nieuwe
regels ingevoerd in het Belgische vennoot-
schapsrecht, ter uitvoering van de EU-richtlijn
2017/828 met betrekking tot het aanmoedigen
van langetermijnbetrokkenheid van aandeel-
houders. Deze nieuwe regels vereisen onder
meer dat de vennootschap een remuneratie-
beleid heeft, waarover de aandeelhouders het
recht hebben te stemmen op de algemene
vergadering.
De Raad van Bestuur heeft zijn uitgewerkte remu-
neratiebeleid voor zijn bestuurders en de leden
van het uitvoerend management ter goedkeuring
voorgelegd aan de algemene vergadering van 18
mei 2021.
U vindt het remuneratiebeleid zoals uitgewerkt
door de Raad van Bestuur en goedgekeurd door
de algemene vergadering terug op de website
van de vennootschap via de link www.roularta.be/
nl/roularta-op-de-beurs/corporate-governance/
remuneratiebeleid.
Het uitgestippelde remuneratiebeleid voor de
bestuurders en de leden van het uitvoerend
management heeft als doel gekwalificeerde
bestuurders, managers met de vereiste ach-
tergrond en ervaring op het gebied van de
verschillende elementen van het ondernemings-
beleid aan te trekken en te behouden.
Om dit doel te bereiken, wordt een marktconform
remuneratiebeleid gehanteerd rekening houdend
met de omvang en de complexiteit van de onder-
neming en waar mogelijk, gebruikmakend van
referentiegegevens.
Bij iedere materiële wijziging en ten minste om
de vier jaar wordt het remuneratiebeleid in over-
eenstemming met de bepalingen van de wet van
28 april 2020 opnieuw ter goedkeuring voorgelegd
aan de algemene vergadering.
De Raad van Bestuur bevestigt dat er geen
materiële wijzigingen werden doorgevoerd aan
het uitgewerkte remuneratiebeleid en is niet
van voornemens dit remuneratiebeleid in 2025
materieel te wijzigen. Het remuneratiebe-
leid wordt op de algemene vergadering van
20 mei 2025 opnieuw ter goedkeuring voorge-
legd.
In onderstaand remuneratieverslag over het
boekjaar 2024 vindt u uitleg en duiding bij de
vergoeding van:
(I) de niet-uitvoerende leden van de Raad
van Bestuur;
(II) de Chief Executive Officer (CEO), die ook
lid is van de Raad van Bestuur en dus
ook uitvoerend bestuurder is;
(III) de uitvoerende bestuurders;
(IV) en van de andere leden van het uit-
voerend management die geen deel
uitmaken van de Raad van Bestuur.
Het remuneratieverslag over het boekjaar
2024 zal ter goedkeuring worden voorgelegd
aan de algemene vergadering van 20 mei
2025.
Remuneratie van de niet-uitvoerende
bestuurders op jaarbasis
De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen
een vaste remuneratie ter vergoeding van
hun lidmaatschap van de Raad van Bestuur
en zitpenningen in functie van hun aanwezig-
heid op de raden van bestuur en de comités
waarvan zij lid zijn. De hoogte van de bestuur-
dersbezoldiging wordt bepaald rekening
houdend met hun rol als gewoon bestuurder,
hun specifieke rollen, zoals voorzitter van de
Raad van Bestuur, voorzitter of lid van een
comité, alsook met de daaruit voortvloeiende
verantwoordelijk-heden en tijdsbesteding.
Aan de niet-uitvoerende leden van de Raad
van Bestuur wordt een vaste vergoeding
van 10.000 euro toegekend, aangevuld met
een vergoeding per zitting van de Raad van
Bestuur van 2.500 euro.
Voor telefonische of digitale raden van
bestuur wordt geen vergoeding toegekend.
Aan de leden van de comités van de Raad
van Bestuur (het auditcomité en het benoe-
mings- en remuneratiecomité) wordt
aanvullend een vergoeding per zitting toe-
gekend van 2.500 euro. Aan de voorzitter
van het auditcomité wordt per zitting van
dit comité een aanvullende vergoeding van
5.000 euro toegekend.
De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen
geen prestatiegebonden remuneratie zoals
bonussen, langetermijn-incentiveprogram-
ma’s, voordelen in natura of pensioenplannen.
Er zijn ook geen bijdragen voor pensioenen
of soortgelijke vergoedingen voor bestuur-
ders.
Evenmin worden aan de niet-uitvoerende
bestuurders opties of warrants toege-
kend. Hiermee wijkt Roularta Media Group
af van het principe 7.6 van de Corporate
Governance Code dat aanbeveelt dat de
niet-uitvoerende bestuurders voor een deel
van hun remuneratie vergoed worden in de
vorm van aandelen. De Raad van Bestuur
heeft beslist om af te wijken van dit prin-
cipe om volgende redenen: vooreerst zijn
een aantal niet-uitvoerende leden van de
Raad van Bestuur voorgedragen door en/of
hebben zij een nauwe relatie met de referen-
tieaandeelhouder, die al over een substantieel
aandelenpakket beschikt. Voor de overige
niet-uitvoerende/onafhankelijke bestuurders
is de Raad van Bestuur van mening dat een
vergoeding van het bestuurdersmandaat
voor een deel onder de vorm van aandelen,
tegenstrijdig is met enerzijds het onafhanke-
lijkheidsprincipe en anderzijds ook met het
langetermijnperspectief voor de Groep, dat
de Raad van Bestuur voor ogen heeft.
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
114 115
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
Remuneratie van de uitvoerende
bestuurders op jaarbasis
De Raad van Bestuur heeft in zijn midden,
naast de gedelegeerd bestuurder/CEO, nog
één uitvoerende bestuurder, de heer Rik De
Nolf.
Aan de voorzitter van de Raad van Be-
stuur en aan de gedelegeerd bestuurder
wordt een vaste vergoeding toegekend
van 100.000 euro. Omdat zowel de voor-
zitter als de gedelegeerd bestuurder meer
tijd besteedt aan de permanente opvolging
van de ontwikkelingen van de Groep in het
algemeen en in het bijzonder aan de voor-
bereiding van de raden van bestuur en hun
afgeleide comités wordt er aan hen een re-
muneratiepakket toegekend dat louter be-
staat uit een vaste vergoeding. Dit remune-
ratiepakket wordt afzonderlijk bepaald door
het benoemings- en remuneratiecomité en
wordt goedgekeurd door de Raad van Be-
stuur.
Daarnaast wordt aan de uitvoerend voor-
zitter van de Raad van Bestuur als lid van
het executive management committee en
ter vergoeding van zijn rol als verantwoor-
delijke voor de externe communicatie en de
‘investor relations’ van de Groep een afzon-
derlijke vergoeding toegekend van 187.122
euro.
De uitvoerende bestuurders ontvangen
geen prestatiegebonden remuneratie zo-
als bonussen, lange- termijn-incentive-
programma’s, voordelen in natura of pen-
sioenplannen. Evenmin worden aan de
OVERZICHTSTABEL VERGOEDINGEN LEDEN RAAD VAN BESTUUR
Vaste
vergoeding in €
Zitpenningen
raad van
bestuur
(1)
Zitpenningen
auditcomité
Zitpenningen
benoemings- en
remuneratie comité
Vergoeding uitvoerend
bestuurder/lid uitvoer-
end management
Totaal
Rik De Nolf
voorzitter Raad van Bestuur
Uitvoerend
bestuurder
100.000 0 0 187.122 287.122
Xavier Bouckaert
vaste vertegenwoordiger van
NV Koinon – gedelegeerd bestuurder
Uitvoerend
bestuurder
100.000 0 0 779.601 879.601
Coralie Claeys
vaste vertegenwoordiger van
NV Verana
Niet-uitvoerend
bestuurder
10.000 12.500 0 0 0 22.500
Lieve Claeys Niet-uitvoerend
bestuurder
10.000 12.500 0 0 22.500
Koen Dejonckheere
vaste vertegenwoordiger van NV
Invest at Value
lid auditcomité
lid
benoemings- en remuneratiecomité
Onafhankelijk
bestuurder
10.000 12.500 7.500 5.000 35.000
Francis De Nolf
vaste vertegenwoor diger van
NV Alauda
Niet-uitvoerend
bestuurder
10.000 12.500 0 0 0 22.500
Louis De Nolf
(2)
lid auditcomité
Niet-uitvoerend
bestuurder
5.000 7.500 5.000 17.500
William De Nolf
vaste vertegenwoordiger van
NV Cella
Niet-uitvoerend
bestuurder
10.000 12.500 0 0 0 22.500
Pascale Sioen
vaste vertegenwoordiger van
BV P. Company
Onafhankelijk
bestuurder
10.000 12.500 0 0 0 22.500
Rik Vanpeteghem
voorzitter auditcomité – lid
benoemings- en remuneratiecomité
Onafhankelijk
bestuurder
10.000 12.500 20.000 5.000 0 47.500
uitvoerende bestuurders opties of warrants
toegekend, noch pensioenbijdragen of soort-
gelijke vergoedingen.
Remuneratie leden van het uitvoerend
management – vergoeding CEO
De vergoeding van de leden van het uitvoe-
rend management wordt bepaald door de
Raad van Bestuur op basis van de aanbeve-
lingen van het benoemings- en remuneratie-
comité.
Het niveau en de structuur van de remunera-
tie van het uitvoerend management moeten
de vennootschap toelaten gekwalificeerde
en deskundige managers aan te trekken, te
behouden en blijvend te motiveren, rekening
houdend met de aard en de draagwijdte van
hun individuele verantwoordelijkheden.
De hoogte en structuur van de basisvergoe-
ding van het uitvoerend management worden
op regelmatige basis getoetst op hun markt-
conformiteit door een (internationaal) con-
sulting- & adviesbureau gespecialiseerd op
het gebied van bezoldigingen en voordelen.
Er werd door de Raad van Bestuur in afwij-
king van principe 7.9 van de Corporate Go-
vernance Code 2020 geen minimumdrempel
bepaald van aandelen die moeten worden
aangehouden door de leden van het uitvoe-
rend management. Door de geregelde basis
waarop er door de Raad van Bestuur (op
advies van het benoemings- en remunera-
tiecomité) aandelenoptieplannen worden
uitgeschreven, waarop door de leden van het
uitvoerend management kan worden ingete-
(1) Er worden geen zitpenningen toegekend voor telefonische of digitale raden van bestuur.
(2) benoemd op de algemene vergadering van 21 mei 2024.
kend, is de Raad van Bestuur van oordeel dat het
bepalen van een dergelijke minimumdrempel niet
opportuun is.
De vennootschap gaat ervan uit dat het uitge-
stippelde remuneratiebeleid voor de leden van het
uitvoerend management voor de komende twee
boekjaren zal worden aangehouden, tenzij uit de
toets met de markt blijkt dat er zich aanpassingen
opdringen.
De remuneratie van de leden van het
uitvoerend management bestaat uit:
een basisvergoeding conform de opleiding,
functie-inhoud, ervaring en anciënniteit;
een prestatiegebonden bonus van maximaal
30% van de basis jaarvergoeding.
Deze bonus is voor 50% gekoppeld aan de ge-
consolideerde resultaten van de Groep, zijnde
de gebudgetteerde EBITDA en voor de ove-
rige 50% aan de individuele doelstellingen
gelinkt aan de verantwoordelijkheden van het
betrokken lid van het executive management
committee.
Bij het bepalen van de individuele kwalitatieve
targets voor de overige leden van het uitvoe-
rend management wordt er een evenwichtige
mix nagestreefd tussen korte- en langeter-
mijndoelstellingen, met ook aandacht voor
‘targets’ gelinkt aan het duurzaamheidsbeleid
van de vennootschap.
Na afloop van het boekjaar wordt er door het
benoemings- en remuneratiecomité op basis
van de vastgelegde kwantitative en kwalita-
tieve prestatiecriteria, bepaald of en in welke
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
116 117
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
mate de bonus werd gehaald.
Voor wat betreft de prestatiegebonden bonus
(zijnde 50% van het totale bonusbedrag) gekop-
peld aan de gebudgetteerde EBITDA wordt er
voorzien dat bij het niet behalen van deze finan-
ciële target, de bonus als volgt in minus wordt
aangepast.
afwijking ≤ 5% tov de gebudgetteerde EBITDA =
-20% op de bonus;
afwijking ≤ 10% tov de gebudgetteerde EBITDA =
-40% op de bonus;
afwijking ≤ 15% tov de gebudgetteerde EBITDA =
-60% op de bonus;
afwijking ≤ 20% tov de gebudgetteerde EBITDA =
-80% op de bonus;
afwijking ≥ 20% tov de gebudgetteerde EBITDA =
-100% op de bonus;
Er is geen accelator voorzien, in voorkomend geval
de gebudgetteerde EBITDA wordt overschreden.
De overige 50% van de te behalen bonus, is ge-
koppeld aan meerdere individuele kwa-
litatieve prestatiecriteria, die elk een
eigen wegingsfactor krijgen. Op basis
van een evaluatie en score, die wordt
geven aan deze individuele kwalitatie-
ve prestatiecriteria, wordt bepaald of
en in welke mate het lid van het uitvoe-
rend management recht heeft op zijn/
haar bonus.
De bonus wordt in cash uitbetaald. Er
werd niet voorzien in een terugvor-
deringsrecht ten gunste van de ven-
nootschap in voorkomend geval de
variabele remuneratie zou zijn toege-
kend op basis van onjuiste financië-
le gegevens (claw back in de zin van
artikel 3:6 § 3,11° van het Wetboek
van Vennootschappen en Verenigin-
gen). De toekenning van de bonus-
sen gebeurt pas na de afsluiting van
het boekjaar en het uitvoeren door
de commissarissen van de nodige contro-
le op de cijfers, zodat de kans op de uitbe-
taling van een bonus op basis van onjuis-
te financiële gegevens te verwaarlozen is.
Hiermee wijkt Roularta Media Group af van
het principe 7.12 van de Corporate Gover-
nance Code 2020
een langetermijnincentive bestaande uit
rechten om aandelen van Roularta Media
Group te verwerven. Deze langetermijn-
incentive is niet prestatiegebonden. De
door de vennootschap uitgegeven optie-
plannen hebben telkens een looptijd van
tien jaar, waarbij de eerste uitoefening ten
vroegste kan plaatsvinden tijdens het derde
kalenderjaar ná het jaar waarop werd inge-
tekend op de opties.
Aan de CEO en de uitvoerend voorzitter
van de Raad van Bestuur die tevens lid zijn
van het executive management committee
wordt geen bonus, noch een langetermijn-
incentive toegekend.
EVOLUTIE VAN DE VERGOEDING (LEDEN RAAD VAN BESTUUR EN
UITVOEREND MANAGEMENT) IN VERGELIJKING MET DE PRESTATIES VAN
DE VENNOOTSCHAP EN DE GEMIDDELDE VERLONING PER FTE
EVOLUTIE
IN K EURO
2024 2023 2022 2021 2020
Remuneratie RvB 412 385 375 365 335
Aantal leden RvB (op 31/12) 10 9 8 8 8
Remuneratie CEO inclusief
bestuurdersvergoeding gedelegeerd
bestuurder
880 850 824 793 789
Remuneratie uitvoerend management
excl. CEO (inclusief bonussen)
1.174
(
1
)
844 794
(
2
)
768 588
(
3
)
Aantal leden uitvoerend management
excl. CEO (op 31/12)
4 3 3 3 3
Omzet 320.307 323.526 343.140 300.205 256.269
EBITDA 27.059 21.595 30.081 36.895 18.911
Personeelskosten 112.600 114.658 110.538 98.117 87.225
Aantal FTE's 1.185 1.214 1.293 1.243 1.182
Gemiddelde personeelskost per FTE 95 94 85 79 74
(1) vanaf juni 2024 werd het uitvoerend management uitgebreid met de COO, de heer Jeroen Mouton.
(2) De remuneratie van de CFO omvat de vergoeding van de heer Jeroen Mouton t.e.m. 14 november 2022, de vergoeding voor de nieuwe
CFO Steven Vandenbogaerde vanaf 1 december 2022 en de vergoeding voor de CFO ad interim tussen 18 oktober 2022 en 9 december 2022.
(3) Geen bonussen uitgekeerd wegens COVID-19.
Zoals voorzien in de wet van 28 april 2020 geeft Roularta Media Group voor 2024 hierbij de ratio mee tussen
de vergoeding van de CEO (exclusief bestuurdersvergoeding) en de laagste verloning (uitgedrukt in voltijds equivalent).
Deze ratio bedraagt 22,77.
De totale brutovergoeding die in 2024 aan de leden van het executive management committee en de CEO werd toegekend, bedraagt:
Leden executive management committee (excl. CEO + incl. vergoeding uitvoerend voorzitter) CEO (NV Koinon)
Basisvergoeding 1.019.252 euro 779.601 euro
Prestatiegebonden bonus 154.709 euro -
Pensioenen of andere voordelen in natura - -
Overzicht opties executive management committee
Op vandaag zijn er nog twee optieplannen lopende. Een optieplan van 2015 aan een uitoefenprijs van 11,73 euro en een optieplan van 2019
aan een uitoefenprijs van 14,39 euro.
De leden van het executive management committee hebben geen aandelenopties in het kader van deze twee nog lopende optieplannen.
De heer Jeroen Mouton, die sinds begin juni 2024 de functie van COO invult binnen de groep, heeft een aandelenpakket van 8.772
aandelen Roularta verworven.
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
118 119
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
14%
PROXISTORE NV
≤ 5%
S.T.M. SA
≤ 5%
ARTLEAD CV
INCOFIN CV
KANAAL 127 CV
TILL ALWAYS BV
90%
PULSAR IT BV
17,1%
VLAAMSE
NIEUWSMEDIA CV
16,1%
LICENSE2PUBLISH CV
100%
PROFACTS HOLDING BV
100%
PROFACTS BV
100%
B2SENSE BV
ROULARTA MEDIA
DEUTSCHLAND
(vaste inrichting)
(1)
100%
PITE MEDIA BV
20%
FIND YOUR BIKE BV
50%
MOTOR.NL BV
35%
IMMOVLAN BV
100%
BELGIAN BUSINESS
TELEVISION NV
75%
STUDIO APERI
NEGOTIUM NV
50%
MEDIAFIN NV
100%
ROULARTA MEDIA
NEDERLAND BV
100%
RMN MINDSTYLE BV
(1) Vaste inrichting/Zweigniederlassung ingeschreven in het handelsregister te Augsburg Duitsland onder nummer HRB 36615.
De BV RMN MINDSTYLE wordt gefusioneerd met de BV Roularta Media Nederland in Q1 2025 met terugwerkende kracht tot 01/01/2025.
Begin januari 2025 werden Profacts Holding BV en B2Sense BV gefusioneerd met hun respectievelijke moedervennootschappen.
BELGIË NEDERLAND DUITSLAND FRANKRIJK
50%
CTR MEDIA SA
35%
YELLOWBRICK NV
ROULARTA
MEDIA
GROUP NV
100%
PROVEC BV
groepsstructuur
*
ONDERDEEL VERKLARING NIET-FINANCIËLE INFORMATIE (P. 130)
GROEPSSTRUCTUUR
ROULARTA MEDIA GROUP
PER 31/12/2024
*
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
120 121
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
JAARVERSLAG 2024
122
GECONSOLIDEERDE
JAARREKENING
Het management beschouwt EBITDA als een
relevante prestatiemaatstaf om de resultaten
te beoordelen, gezien het – in tegenstelling
tot EBIT – afschrijvingen en bijzondere
waardeverminderingen buiten beschouwing laat.
1. GECONSOLIDEERDE WINST-EN-VERLIESREKENING
IN DUIZEND EURO
Toelichting
31/12/2024
31/12/2023
Omzet
4
320.307
323.526
Geproduceerde vaste activa
1.330
1.865
Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen
-52.491
-62.249
Diensten en diverse goederen
5
-137 .804
-135.533
Personeelskosten
6
-112.600
-114.658
Andere bedrijfsopbrengsten
8
8.580
5.282
Andere bedrijfskosten
8
-3.210
-2.178
Waardeverminderingen op voorraden en vorderingen
7
-371
-846
Voorzieningen
24
1.523
3.707
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen
16
1.793
2.678
en joint ventures
EBITDA
27 .059
21.595
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
-23.413
-18.359
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
14 & 15
-20.862
-18.359
Bijzondere waardeverminderingen
14
-2.551
-
Bedrijfsresultaat - EBIT
3.646
3.236
Financieringsopbrengsten
9
1.849
853
Financieringskosten
9
-702
-461
Bedrijfsresultaat na nettofinancieringskosten
4.793
3.629
Belastingen op het resultaat
10
1.331
-1.261
Nettoresultaat
6.124
2.368
Nettoresultaat van de geconsolideerde ondernemingen
6.124
2.368
Toerekenbaar aan:
Minderheidsbelangen
22
51
18
Aandeelhouders van Roularta Media Group
6.073
2.350
WINST PER AANDEEL
Toelichting
31/12/2024
31/12/2023
IN EURO
Gewone winst per aandeel
11
0,49
0,20
Verwaterde winst per aandeel
11
0,49
0,20
2. GECONSOLIDEERD OVERZICHT VAN GEREALISEERDE EN
NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN
IN DUIZEND EURO
Toelichting
31/12/2024
31/12/2023
Nettoresultaat van de geconsolideerde ondernemingen
6.124
2.368
Niet-gerealiseerde resultaten van de periode
Niet-gerealiseerde resultaten van de periode die later niet geherklasseerd kunnen worden naar winst-en-verlies rekening
Langetermijnpersoneelsbeloningen - actuariële winsten / verliezen
1.240
447
Uitgestelde belastingen m.b.t. niet-gerealiseerde perioderesultaten
-310
-112
Aandeel in niet-herklasseerbare andere elementen van het resultaat
-219
-189
van joint ventures en geassocieerde ondernemingen
Niet-gerealiseerde perioderesultaten
711
146
Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
6.835
2.514
Toerekenbaar aan:
Minderheidsbelangen
51
18
Aandeelhouders van Roularta Media Group
6.784
2.496
De geconsolideerde jaarrekening geeft de
cijfers weer voor de boekjaren afgesloten op
31 december 2024 en 31 december 2023. De
bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel
uit van deze onderdelen van de jaarrekening.
Geconsolideerdejaarrekening
JAARVERSLAG 2024
123
WE
MEDIA
IM
PACT
3. GECONSOLIDEERDE BALANS
ACTIVA
Toelichting
31/12/2024
31/12/2023
IN DUIZEND EURO
Vaste activa
212.7 47
223.272
Goodwill
13
7 .975
9.852
Immateriële activa
14
79.7 65
85.686
Materiële vaste activa
15
72.357
70.830
Deelnemingen gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode
16
49.622
53.511
Investeringen in financiële activa, leningen en waarborgen
17
440
494
Uitgestelde belastingvorderingen
19
2.589
2.899
Vlottende activa
140.260
140.184
Voorraden
20
8.637
10.889
Handelsvorderingen en overige vorderingen
18
52.718
52.777
Belastingvorderingen
3.208
1.949
Geldmiddelen en kasequivalenten
21
70.048
68.267
Over te dragen kosten en verkregen opbrengsten
5.649
6.301
Totaal activa
353.007
363.456
PASSIVA
Toelichting
31/12/2024
31/12/2023
IN DUIZEND EURO
Eigen vermogen
216.587
216.775
Eigen vermogen - aandeel van de Groep
216.765
217 .003
Geplaatst kapitaal
22
84.816
80.000
Eigen aandelen
22
-31.801
-30.020
Overgedragen winsten
160.030
166.366
Overige reserves
22
3.720
657
Minderheidsbelangen
22
-178
-228
Langlopende verplichtingen
20.779
24.038
Voorzieningen
24
3.080
2.901
Personeelsbeloningen
25
3.866
5.887
Uitgestelde belastingschulden
19
8.860
9.208
Financiële schulden
26
4.973
6.029
Overige schulden
27
-
13
Kortlopende verplichtingen
115.641
122.643
Financiële schulden
26
3.486
5.444
Handelsschulden
27
40.975
43.82 4
Ontvangen vooruitbetalingen
27
40.098
41.732
Personeelsbeloningen
27
16.969
18.728
Belastingschulden
27
1.137
1.422
Overige schulden
27
5.295
5.091
Toe te rekenen kosten en over te dragen opbrengsten
27
7 .681
6.402
Totaal passiva
353.007
363.456
124
125
JAARVERSLAG 2024
JAARVERSLAG 2024
CREATE
WITH
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
JAARVERSLAG 2024
126
4. GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT
IN DUIZEND EURO
Toelichting
31/12/2024
31/12/2023
Cashflow uit operationele activiteiten
Nettoresultaat van de geconsolideerde ondernemingen
6.124
2.368
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen
16
-1.793
-2.678
en joint ventures
Dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen
16
5.590
4.000
en joint ventures
Belastingen op het resultaat
10
-1.331
1.261
Intrestkosten
9
702
461
Intrestopbrengsten (-)
9
-1.849
-853
Meer- (-) / minderwaarde (+) op realisatie immateriële en
-2.446
-1.222
materiële vaste activa
Niet-monetaire posten
19.863
15.528
Afschrijving op (im)materiële activa
14&15
20.862
18.359
Bijzondere waardeverminderingen
14
2.551
-
Kosten m.b.t. op aandelen gebaseerde betalingen
6
-29
30
Toevoeging (+) / terugname (-) op provisies
24
-1.523
-3.707
Andere niet-monetaire posten
8
-1.997
845
Nettocashflow uit operationele activiteiten voor mutatie van het
24.861
18.863
werkkapitaal
Mutatie van de handelsvorderingen
-1.164
3.611
Mutatie van de voorraden
1.911
2.158
Mutatie van de handelsschulden
-2.831
-7 .508
Overige mutaties van het werkkapitaal (a)
2.062
-2.934
Mutatie van het werkkapitaal
-22
-4.673
Betaalde belastingen op het resultaat
-533
-645
Betaalde intresten
-440
-461
Ontvangen intresten
1.764
702
NETTOCASHFLOW UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN (A)
25.630
13.787
(a) Mutatie in kortlopende overige vorderingen, over te dragen kosten en verkregen opbrengsten, voorzieningen, personeelsbeloningen,
overige schulden, ontvangen vooruitbetalingen en toe te rekenen kosten en over te dragen opbrengsten.
We verwijzen naar toelichting 21 – Geldmiddelen en kasequivalenten voor verdere uitleg bij de bewegingen in het kasstroomoverzicht.
IN DUIZEND EURO
Toelichting
31/12/2024
31/12/2023
Cashflow met betrekking tot investeringen
Immateriële activa - aanschaffingen
14
-7 .018
-7 .57 4
Materiële activa - aanschaffingen
15
-8.288
-8.480
Immateriële activa - verkopen
200
-
Materiële activa - verkopen
2.369
1.624
Nettokasstroom met betrekking tot overnames en aankoop bedrijfstak
30
-
-1.231
Nettokasstroom met betrekking tot afstotingen en verkoop bedrijfstak
30
1.310
-
Investeringen in financiële activa, leningen en waarborgen -
andere mutaties
35
206
NETTOCASHFLOW MET BETREKKING TOT INVESTERINGEN (B)
-11.392
-15.455
Cashflow uit financieringsactiviteiten
Betaalde dividenden
-4.589
-11.783
Eigen aandelen
-2.404
221
Terugbetaling van kortlopende financiële schulden
-2.500
-
Terugbetaling van langlopende financiële schulden
-
-500
Aflossing leasingschuld
-2.963
-2.484
NETTOCASHFLOW UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN (C)
-12.456
-14.545
TOTAAL MUTATIE GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN (A+B+C)
1.781
-16.213
Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans
68.267
84.480
Geldmiddelen en kasequivalenten, eindbalans
70.048
68.267
NETTOMUTATIE GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN
21
1.781
-16.213
JAARVERSLAG 2024
127
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
JAARVERSLAG 2024
128
5. GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT VAN HET EIGEN VERMOGEN
Over- Eigen Minder-Totaal
2024Geplaatst Eigen gedragen Overige vermogen heids-eigen
IN DUIZEND EUROkapitaalaandelenwinstenreserves- aandeel belangenvermogen
Groep
Balans per 01/01/2024
80.000
-30.020
166.366
657
217 .003
-228
216.775
Nettoresultaat
-
-
6.073
-
6.073
51
6.124
Niet-gerealiseerde perioderesultaten, na aftrek van belastingen
-
-
-
711
711
-
711
Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde perioderesultaten
-
-
6.073
711
6.784
51
6.835
Kapitaalverhoging nav keuzedividend
4.816
-
-
2.380
7 .196
-
7 .196
Inkoop eigen aandelen
-
-2.417
-
-
-2.417
-
-2.417
Uitoefening van opties
-
13
-
-
13
-
13
Toegekende dividenden
-
-
-11.786
-
-11.786
-
-11.786
Waardering van op aandelen gebaseerde betalingen
-
-
-
-29
-29
-
-29
Overige toename / afname
-
623
-623
-
-
-
-
Balans per 31/12/2024
84.816
-31.801
160.030
3.720
216.765
-178
216.587
Over- Eigen Minder-Totaal
2023Geplaatst Eigen gedragen Overige vermogen heids-eigen
IN DUIZEND EUROkapitaalaandelenwinstenreserves- aandeel belangenvermogen
Groep
Balans per 01/01/2023
80.000
-31.109
175.307
1.841
226.039
-247
225.792
Nettoresultaat
-
-
2.350
-
2.350
18
2.368
Niet-gerealiseerde perioderesultaten, na aftrek van belastingen
-
-
-
146
146
-
146
Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde perioderesultaten
-
-
2.350
146
2.496
18
2.514
Uitoefening van opties
-
221
-
-
221
-
221
Toegekende dividenden
-
-
-11.783
-
-11.783
-
-11.783
Waardering van op aandelen gebaseerde betalingen
-
-
-
30
30
-
30
Overige toename / afname
-
868
491
-1.359
-
-
-
Balans per 31/12/2023
80.000
-30.020
166.366
657
217 .003
-228
216.775
We verwijzen naar toelichting 22 – Eigen Vermogen voor verdere uitleg bij de bewegingen in het eigen vermogen.
JAARVERSLAG 2024
129
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
130 131
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
TOELICHTINGEN BIJ DE
GECONSOLIDEERDE
JAARREKENING
Toelichting 1 - Belangrijkste gehanteerde grondslagen voor fi nanciële verslaggeving
Toelichting 2 - Groepsstructuur
Toelichting 3 - Gesegmenteerde informatie
Toelichting 4 - Omzet
Toelichting 5 - Diensten en diverse goederen
Toelichting 6 - Personeelskosten
Toelichting 7 - Waardeverminderingen op voorraden en vorderingen
Toelichting 8 - Andere bedrijfsopbrengsten en –kosten
Toelichting 9 - Financieringsopbrengsten en -kosten
Toelichting 10 - Belastingen op het resultaat
Toelichting 11 - Winst per aandeel
Toelichting 12 - Dividenden
Toelichting 13 - Goodwill
Toelichting 14 - Immateriële activa
Toelichting 15 - Materiële vaste activa
Toelichting 16 - Deelnemingen gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode
Toelichting 17 - Investeringen in nanciële activa, leningen en waarborgen
Toelichting 18 - Handels- en overige vorderingen
Toelichting 19 - Uitgestelde belastingvorderingen en –verplichtingen
Toelichting 20 - Voorraden
Toelichting 21 - Geldmiddelen en kasequivalenten
Toelichting 22 - Eigen vermogen
Toelichting 23 - Op aandelen gebaseerde betalingen
Toelichting 24 - Voorzieningen
Toelichting 25 - Langlopende verplichtingen met betrekking tot personeelsbeloningen
Toelichting 26 - Financiële schulden
Toelichting 27 - Overige toelichtingen met betrekking tot passiva
Toelichting 28 - Voorwaardelijke verplichtingen en contractuele verbintenissen
voor de verwerving van materiële vaste activa
Toelichting 29 – Financiële instrumenten – risico’s en reële waarde
Toelichting 30 - Kasstromen met betrekking tot overnames en afstotingen
Toelichting 31 - Erelonen van de commissaris en met hem verbonden personen
Toelichting 32 - Informatieverschaf ng over verbonden partijen
Toelichting 33 - Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum
Statutaire jaarrekening
Verslag van de commissaris
131
136
137
139
140
140
141
141
141
141
142
142
143
144
146
147
150
150
151
152
152
153
154
154
155
157
158
159
159
160
161
161
162
162
164
INHOUDSTAFEL
In overeenstemming met de IFRS Accounting Standards
is dit fi nancieel jaarverslag opgesteld in het European
Single Electronic Format (ESEF). In geval van tegenstri-
jdigheden of conflicten tussen de ESEF versie en andere
gepubliceerde versies van dit verslag, heeft de ESEF-versie
voorrang. Dit elektronische formaat voldoet aan de eisen
van de European Securities and Markets Authority (ESMA)
en zorgt voor consistentie en transparantie in de fi nanciële
verslaggeving binnen de Europese Unie.
Toelichting bij de geconsolideerde
jaarrekening
TOELICHTING 1 - BELANGRIJKSTE
G
EHANTEERDE GRONDSLAGEN VOOR
F
INANCIËLE VERSLAGGEVING
1.1 Presentatiebasis
De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld in
overeenstemming met de IFRS Accounting Standards
uitgegeven door de International Accounting
Standards Board (IASB), en met de interpretaties
uitgegeven door het International Financial Reporting
Interpretation Committee (IFRIC) van de IASB die door
de Europese Commissie zijn goedgekeurd.
De geconsolideerde jaarrekening geeft een algemeen
overzicht van de activiteiten van de Groep en de
behaalde resultaten. Ze geeft een getrouw beeld van
de financiële positie, de financiële prestaties en de
kasstromen van de Groep, en is opgesteld in de
veronderstelling dat de continuïteit gewaarborgd is.
Ze is opgesteld in duizend euro.
De geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar
2024 werd door de raad van bestuur op 4 april 2025
goedgekeurd en kan gewijzigd worden tot de
algemene vergadering van 20 mei 2025.
1.2 Nieuwe en herziene IFRS-standaarden en
i
nterpretaties
Volgende standaarden en interpretaties werden
t
oepasbaar voor boekjaar beginnend op of na 1 januari
2
024:
Aanpassingen aan IAS 1 Presentatie van de
Jaarrekening: classificatie van verplichtingen als
kortlopend of langlopend en Langlopende
Verplichtingen met Convenanten
Aanpassingen aan IFRS 16:
Leaseovereenkomsten: Leaseverplichting in een
Sale and Leaseback
Aanpassingen aan IAS 7 Het Kasstroomoverzicht
en IFRS 7 Financiële Instrumenten:
Toelichtingen:
R
egelingen
v
oor
Leveranciersfinancieringen
De toepassing van deze IFRS-normen had geen
significante invloed op de geconsolideerde
jaarrekening van de Groep.
V
olgende standaarden en interpretaties zijn
g
epubliceerd, maar nog niet van toepassing voor
h
et boekjaar beginnend op 1 januari 2024:
Aanpassingen aan IAS 21 De gevolgen van
wisselkoerswijzigingen: Gebrek aan
inwisselbaarheid (toepasbaar voor boekjaren
vanaf 1 januari 2025)
IFRS 18 Presentatie en toelichting in de
jaarrekening (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1
januari 2027 maar nog niet goedgekeurd binnen
de Europese Unie)
IFRS 19 Dochterondernemingen zonder publieke
verantwoordingsplicht – Toelichtingen
(toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2027
maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese
Unie)
Aanpassingen aan IFRS 9 en IFRS 7 Classificatie
en waardering van financiële instrumenten
(toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2026
maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese
Unie)
Jaarlijkse Verbeteringen – Volume
11
(
toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2026
maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese
Unie)
Aanpassingen aan IFRS 9 en IFRS 7 Contracten
met betrekking tot natuurafhankelijke
elektriciteit (toepasbaar voor boekjaren vanaf
1
j
anuari 2026 maar nog niet goedgekeurd binnen
de Europese Unie)
De Groep verwacht dat de toepassing van deze IFRS-
normen geen significante invloed zal hebben op de
geconsolideerde jaarrekening, met uitzondering van
IFRS 18 die IAS 1 vervangt. IFRS 18 zal geen invloed
hebben op de opname of waardering van posten in de
jaarrekening maar wel op de presentatie en de
informatieverschaffing ervan. IFRS 18 introduceert
namelijk onder andere nieuwe (sub)totalen
("bedrijfsresultaat" en "winst of verlies vóór
financiering en inkomstenbelasting") die verplicht
zijn, samen met een vereiste om deze te classificeren
(in één van de vijf categorieën: operationeel, beleggen,
financiering, inkomstenbelasting en beëindigde
activiteiten, waarvan de eerste drie nieuw zijn) en
presenteren (op basis van het "meest bruikbare
gestructureerde samenvatting"-principe). Daarnaast
zijn er ook aanvullende vereisten voor de door het
management gedefinieerde prestatiemaatstaven en
voor de aggregatie en dessaggregatie van informatie.
De Groep zal de impact van IFRS 18 op zijn
geconsolideerde financiële overzichten (en de impact
die dit zal hebben op de gerapporteerde lijnen in de
financiële overzichten) verder analyseren.
1.3 Consolidatieprincipes
De geconsolideerde jaarrekening consolideert de
financiële gegevens van Roularta Media Group NV,
haar dochterondernemingen en joint ventures, na de
eliminatie van alle materiële transacties binnen de
Groep.
D
ochterondernemingen zijn entiteiten waarover
Roularta Media Group NV een beslissende invloed
(‘zeggenschap’) uitoefent. Ze consolideert deze onder
de integrale consolidatiemethode.
De jaarrekeningen van de dochterondernemingen
w
orden opgesteld voor hetzelfde boekjaar als dat van
de moedermaatschappij en op basis van uniforme
grondslagen voor financiële verslaggeving voor
vergelijkbare transacties en andere gebeurtenissen in
soortgelijke omstandigheden.
G
ezamenlijke overeenkomsten en geassocieerde
o
ndernemingen
Er is sprake van een
gezamenlijke overeenkomst
wanneer Roularta Media Group NV contractueel
overeengekomen is om de zeggenschap te delen met
een of meerdere partijen, wat enkel het geval is
wanneer beslissingen over de relevante activiteiten de
unanieme goedkeuring vereisen van de partijen die
gezamenlijke zeggenschap hebben.
Geassocieerde ondernemingen
zijn ondernemingen
waarin Roularta Media Group NV, rechtstreeks of
onrechtstreeks, een invloed van betekenis heeft en die
geen dochterondernemingen of gezamenlijke
overeenkomsten zijn. Dit is verondersteld het geval te
zijn indien de Groep ten minste 20% van de
stemrechten verbonden aan de aandelen bezit.
De opgenomen financiële informatie met betrekking
tot deze ondernemingen is opgesteld volgens de
grondslagen voor financiële verslaggeving van de
Groep en verwerkt volgens de
vermogensmutatiemethode.
Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van
een joint venture of geassocieerde onderneming
groter wordt dan de boekwaarde van de deelneming,
wordt de boekwaarde op nul gezet en worden
bijkomende verliezen enkel nog opgenomen in de
mate dat de Groep bijkomende verplichtingen op zich
genomen heeft. In dit geval wordt het gecumuleerde
verlies opgenomen onder de rubriek voorzieningen
voor overige risico’s en kosten.
De nettoboekwaarde van deelnemingen in joint
v
entures en geassocieerde ondernemingen wordt
opnieuw geëvalueerd indien er indicaties zijn van een
bijzondere waardevermindering, of indicaties dat
eerder opgenomen bijzondere waardeverminderingen
niet langer gerechtvaardigd zijn. De deelnemingen in
joint ventures en geassocieerde ondernemingen in de
balans omvatten ook de boekwaarde van gerelateerde
goodwill.
Goodwill verworven bij acquisitie van joint ventures of
geassocieerde deelnemingen wordt opgenomen in de
boekwaarde van de betreffende participatie en niet
apart op waardeverminderingen getest, de volledige
boekwaarde van de investering wordt getest als één
enkel actief volgens de bepalingen van IAS 36
Bijzondere waardevermindering van activa.
Het aandeel in het resultaat van geassocieerde
ondernemingen en joint ventures wordt opgenomen in
het bedrijfsresultaat van de Groep.
1.4 Goodwill
Goodwill wordt bij verwerving van
dochterondernemingen vanaf overnamedatum
opgenomen voor het surplus van enerzijds het totaal
van de reële waarde van de overgedragen vergoeding,
het bedrag van eventuele minderheidsbelangen en (in
een bedrijfscombinatie die in verschillende fasen
wordt gerealiseerd) de reële waarde van het voorheen
aangehouden aandelenbelang over anderzijds het
nettosaldo van de verworven identificeerbare activa en
de overgenomen verplichtingen.
Conform IAS 36 wordt goodwill niet afgeschreven
maar minstens één keer per jaar onderworpen aan
een test op bijzondere waardevermindering, alsook
telkens er een aanwijzing bestaat dat een kasstroom
genererende entiteit mogelijk een
waardevermindering heeft ondergaan. Elk merk wordt
als een afzonderlijke kasstroomgenererende eenheid
beschouwd.
1.5 Immateriële activa andere dan goodwill
Immateriële activa omvatten de van derden verworven
of door inbreng verkregen merken,
klantenportefeuilles, software, concessies,
eigendomsrechten en gelijkaardige rechten, alsook
intern gegenereerde software.
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
132 133
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
het financiële actief wordt aangehouden
binnen een bedrijfsmodel dat erop gericht is
financiële activa aan te houden om
contractuele kasstromen te ontvangen, en
de contractvoorwaarden van het financiële
actief geven op bepaalde data aanleiding tot
kasstromen die uitsluitend aflossingen en
rentebetalingen op het uitstaande
hoofdsombedrag betreffen.
Na de eerste waardering worden ze gewaardeerd
tegen geamortiseerde kostprijs volgens de effectieve
rentemethode.
Wanneer het effect van discontering immaterieel is,
wordt er niet verdisconteerd.
De handels- en overige vorderingen, geldmiddelen en
kasequivalenten en leningen en waarborgen van de
Groep worden geclassificeerd en gewaardeerd tegen
geamortiseerde kostprijs.
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met
verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-
verliesrekening
Financiële activa die worden aangehouden in een
bedrijfsmodel anders dan ‘om contractuele
kasstromen te ontvangen’ of ‘om contractuele
kasstromen te ontvangen of om financiële activa te
verkopen’ worden gecategoriseerd als gewaardeerd
tegen reële waarde via winst en verlies.
Een winst of verlies voortvloeiend uit de verandering
van de reële waarde van het financieel actief wordt in
de winst-en-verliesrekening opgenomen onder de
financiële opbrengsten en kosten.
De financiële activa (niet-beursgenoteerde
aandelenbeleggingen) die zijn geclassificeerd in de
rubriek ‘Investeringen in financiële activa’, worden
aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde via
winst-en-verliesrekening, net zoals de geschreven put
optie op minderheidsbelangen.
B
ijzondere waardevermindering van financle
a
ctiva
De Groep bepaalt op elke verslagdatum de waarde van
de voorziening voor verliezen (bijzondere
waardevermindering).
Concreet zijn de volgende activa opgenomen in de
beoordeling van de bijzondere waardevermindering
van de Groep: handelsvorderingen, overige
vorderingen, leningen en waarborgen en geldmiddelen
en kasequivalenten.
Voor handelsvorderingen die geen significante
financieringscomponent bevatten (d.w.z. vrijwel alle
handelsvorderingen), biedt IFRS 9 een vereenvoudigde
methode voor het meten van de verliescompensatie
tegen een bedrag dat gelijk is aan de verwachte
kredietverliezen aan de hand van een voorzieningen-
matrix, die rekening houdt met historische informatie
over wanbetalingen aangevuld met toekomstgerichte
informatie per klant. De Groep past deze methode toe
voor al haar handelsvorderingen.
De Groep beschouwt een financieel actief in
wanbetaling wanneer de vorderingen meer dan 120
dagen vervallen zijn of het voorwerp vormen van een
invorderingsprocedure. Niettemin beschouwt de Groep
een financieel actief evenzeer in wanbetaling wanneer
interne of externe informatie aangeeft dat het
onwaarschijnlijk is dat de Groep de uitstaande
contractuele bedragen volledig zal ontvangen .
1
.8 Voorraden
Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs
(inkoopkosten of conversiekosten) volgens de FIFO
methode (first-in, first-out) of tegen de
opbrengstwaarde indien deze lager is.
De conversiekost omvat alle directe en indirecte
kosten die nodig zijn om de voorraden op hun huidige
locatie en in de huidige staat te brengen.
De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs in
het kader van de normale bedrijfsvoering, verminderd
met de geschatte kosten van voltooiing en de geschatte
kosten die nodig zijn om de verkoop te realiseren.
Verouderde en traag roterende voorraden worden
systematisch afgeschreven.
1.9 Geldmiddelen en kasequivalenten
Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contante
en direct opvraagbare deposito’s, beleggingen op korte
termijn (< 3 maanden), kortlopende zeer liquide
beleggingen (looptijd van maximum 3 of 6 maanden)
die onmiddellijk kunnen worden omgezet in
geldmiddelen waarvan het bedrag bekend is en die
geen materieel risico van waardeverandering in zich
dragen.
1.10 Eigen aandelen
Eigen aandelen worden in mindering gebracht van het
eigen vermogen en gerapporteerd in het
mutatieoverzicht van het eigen vermogen. Er wordt
geen winst of verlies opgenomen op de inkoop en
verkoop van eigen aandelen.
1.11 Voorzieningen
Voorzieningen worden aangelegd wanneer de Groep
een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke)
verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in
het verleden, wanneer het waarschijnlijk is dat een
uitstroom van middelen die economische voordelen in
zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te
wikkelen, en als het bedrag van de verplichting op
betrouwbare wijze kan worden geschat .
R
eorganisatie
Een voorziening voor reorganisatie werd einde 2024
aangelegd bij de verkoop van de Duitse
bedrijfsactiviteit en de sluiting van de bedrijfslocatie.
1.12 Personeelsvoordelen
Pensioenverplichtingen
Binnen de Groep bestaan een aantal ‘toegezegde-
bijdragenregelingen’. Deze plannen zijn in België
echter wettelijk onderworpen aan minimale
gegarandeerde rendementen. Door deze
gegarandeerde minimumrendementen worden alle
Belgische toegezegde-bijdragenregelingen onder
IFRS beschouwd als een toegezegd-
pensioenregeling. Deze regelingen die gefinancierd
zijn door groepsverzekeringen, worden
gekwalificeerd als toegezegd-pensioenregelingen. De
contante waarde van de brutoverplichting wordt
berekend volgens de projected unit credit-methode,
met actuariële berekening die op elk jaareinde
gebeurt. Op basis van deze methode worden de
verplichtingen met betrekking tot de voorbije
diensttijd en de opgebouwde fondsbeleggingen
berekend. Het verschil tussen de verplichting en de
reële waarde van de fondsbeleggingen wordt door de
Groep in de balans opgenomen als
personeelsbeloning.
Voor de toegezegd-pensioenregelingen worden de
voorzieningen gevormd door de actuariële huidige
waarde te berekenen van toekomstige tussenkomsten
aan de betrokken werknemers. Toegezegd-
pensioenkosten worden onderverdeeld in twee
categorieën:
aan het dienstjaar en vorige dienstjaren
toegerekende pensioenkosten, winsten en
verliezen op inperkingen en afwikkelingen;
nettorentekosten of –inkomsten
De kosten van verstreken diensttijd, de
nettointrestkosten, de herwaardering van overige
personeelsvergoedingen op lange termijn,
administratiekosten en belasting voor het jaar zijn
opgenomen onder personeelskosten in de
geconsolideerde winst- en verliesrekening. De
herwaardering van de netto-toegezegd-
pensioenverplichting is opgenomen in het
geconsolideerd overzicht van de niet-gerealiseerde
resultaten van de periode die later niet geherklasseerd
kunnen worden naar winst-en-verliesrekening.
De Groep neemt tevens een voorziening op voor
brugpensioen. Het bedrag van deze voorzieningen is
gelijk aan de contante waarde van toekomstige
vergoedingen beloofd aan de betrokken werknemers.
O
p aandelen gebaseerde betalingstransacties
Verschillende warrant- en aandelenoptieplannen laten
directie en kaderleden toe aandelen van de
onderneming te verwerven. IFRS 2 wordt toegepast op
alle op aandelen gebaseerde betalingstransacties,
toegekend na 7 november 2002 en welke op 1 januari
2005 nog niet onvoorwaardelijk waren geworden. De
uitoefenprijs van een optie wordt bepaald op basis van
de gemiddelde slotkoers van het aandeel tijdens de
dertig dagen die aan de datum van het aanbod van de
opties voorafgaan of de laatste slotkoers die
voorafgaat aan de dag van het aanbod. De reële waarde
van de optie wordt berekend op basis van de Black and
Scholes-formule. Wanneer de opties worden
uitgeoefend, wordt het eigen vermogen verhoogd met
het bedrag van de ontvangen uitoefenprijs. In het kader
van de op aandelen gebaseerde transacties, hanteert
de onderneming een vestingperiode, waarbij rechten
op aandelen geleidelijk worden verworven .
Andere langetermijnpersoneelsbeloningen
Dit betreft voornamelijk de tariefvoordelen op
abonnementen en jubileumuitkeringen. Het bedrag
van deze voorziening is gelijk aan de contante waarde
van deze toekomstige vergoedingen.
1
.13 Financle schulden
Financiële schulden, behalve derivaten, worden
initieel opgenomen tegen reële waarde van de
ontvangen geldmiddelen, na aftrek van
transactiekosten. Na de eerste verwerking worden
leningen en overige financieringsverplichtingen
gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op
basis van de effectieve rentemethode.
D
e waardering van een verplichting op een putoptie
v
an een deelneming gewaardeerd volgens de
v
ermogensmutatiemethode of van een
m
inderheidsbelang
Een financiële verplichting wordt opgenomen voor de
reële waarde van de put optie. De reële waarde is de
contante waarde van het geschatte aflossingsbedrag
en afhankelijk van een management-raming op basis
van een aantal assumpties (i.e. de verwachte
marktwaarde, de geraamde waarschijnlijkheid van
uitoefening van de putoptie in de verschillende jaren en
de verwachte WACC). De verplichting zal vervolgens
aangepast worden in de winst-en verliesrekening in
geval van waardeveranderingen, waaronder het effect
van het afwikkelen van de verdiscontering en andere
veranderingen in het geschatte aflossingsbedrag als
gevolg van veranderingen in assumpties van het
management.
1.14 Handelsschulden
Handelsschulden worden opgenomen aan kostprijs.
Deze schulden worden geclassificeerd als financiële
verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde
kostprijs op basis van de effectieve rentemethode.
1.15 Belastingen
Belasting op het resultaat van het boekjaar is het totale
bedrag dat is opgenomen in de winst of het verlies over
de periode met betrekking tot actuele belasting en
Immateriële activa die afzonderlijk worden verworven,
worden gewaardeerd tegen kostprijs terwijl de
immateriële activa die worden verworven via een
bedrijfscombinatie, tegen reële waarde worden
gewaardeerd.
Indien de voorwaarden voldaan zijn uit IAS 38.18, omvat
het geactiveerde bedrag bij intern gegenereerde
software de kosten van materialen, directe loonkosten
en een evenredig deel van de overheadkosten.
De Groep doet voor softwareoplossingen vaak beroep
op SaaS-oplossingen waarvoor de agenda-
beslissingen van het IFRIC (IFRS Interpretations
Committee) over cloud computing-overeenkomsten
(gepubliceerd in maart 2019) en de gerelateerde
implementatie- en configuratiekosten (gepubliceerd in
2021) in overweging worden genomen. De contracten
voor de SaaS-overeenkomsten (en bijhorende
implementatiekosten) worden onderzocht op
transactiebasis. Indien er wordt geoordeeld dat de
Groep enkel toegang verkrijgt tot de cloud-diensten en
geen controle verwerft over een onderliggend
immaterieel actief worden de licentie- en
implementatiekosten niet weerhouden als
immateriële activa maar worden ze opgenomen in de
kosten op het moment dat de diensten worden
ontvangen.
Elk merk en/of klantenportefeuille wordt als een
afzonderlijke kasstroomgenererende eenheid
beschouwd.
A
fschrijvingen
Immateriële activa worden afgeschreven volgens de
lineaire methode vanaf de datum waarop het actief
beschikbaar is en dit over de verwachte gebruiksduur.
Volgende gebruiksduren worden toegepast:
Immaterle activa Totale gebruiksduur
Ontwikkelingskosten 3
Software 3 tot 5
Concessies, Volgens de verwachte
eigendomsrechten en gebruiksduur
verwante rechten
Klantenportefeuille 20 / 15 / 5
Merken* 40 / 20 / 10 / 5
* zie ook belangrijkste
bronnen van
schattingsonzekerheden
In onderstaande tabel wordt de initiële gebruiksduur
weergegeven van de merken, tenzij specifiek
aangeduid dat het om een ander immaterieel vast
actief gaat.
Totale
gebruiksduur
De Tijd/L'Echo 40
Landleven 20
Libelle/Femmes d'Aujourd'hui 20
Plus Magazine België 20
Plus Magazine Nederland 20
EW 20
EW (klantenportefeuille) 15
Top Uitgaves 10
Fiscaal-juridisch 10
Feeling/Gael 10
BePublic-BeReal 10
lépro 10
Truckstar 10
Beleggers Belangen 10
Fiets 10
Happinez 10
Flow 10
Plus Magazine Nederland 5
(klantenportefeuille)
Black Tiger (klantenportefeuille) 5
Gezondheid 5
Beleggers Belangen, Truckstar, Fiets 5
(klantenportefeuille)
Helden 5
Yoga 5
Psychologie 5
Conform IAS 36 wordt op elke balansdatum beoordeeld
of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een
bijzondere waardevermindering onderhevig is. Indien
dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de
realiseerbare waarde van het actief geschat als de de
hoogste waarde van de reële waarde minus de
verkoopkosten en zijn bedrijfswaarde. Een bijzondere
waardevermindering wordt opgenomen indien de
boekwaarde van een actief, of de
kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief
behoort, hoger is dan de realiseerbare waarde. Deze
bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen
in de winst- en verliesrekening.
Het bepalen van de bedrijfswaarde is gebaseerd op het
discounted cashflowmodel, met name de
verdiscontering van de toekomstige kasstromen
voortvloeiend uit de voortgezette exploitatie van de
eenheid, waarbij door het management uitgegaan is
van een kasstroomprognose op basis van een
businessplan op vijf jaar. De toekomstige kasstromen
worden verdisconteerd op basis van een gewogen
gemiddelde vermogenskostenvoet. Om de
kasstroomprognoses te bepalen na de laatste
budgetperiode worden ze geëxtrapoleerd op basis van
een groeivoet.
Bij het bepalen van de gewogen gemiddelde
vermogenskostenvoet wordt er rekening gehouden
met een verschillend rentepercentage, risicoprofiel en
belastingvoet in België versus Nederland. De
langetermijngroeivoet reflecteert de verwachtingen
binnen de mediawereld.
Het bepalen van de reële waarde min verkoopkosten
is gebaseerd ofwel op een empirische methode,
waarbij een transactiemultiple, verkregen uit
vergelijkbare transacties in de mediasector en uit
ervaringsgegevens, werd toegepast op het criterium
omzet, ofwel op een marktwaarde gebaseerd op
gelijkaardige transacties in de markt.
1.6 Materiële vaste activa
Materiële vaste activa worden gewaardeerd aan
kostprijs verminderd met eventuele cumulatieve
afschrijvingen en eventuele cumulatieve bijzondere
waardeverminderingsverliezen (conform IAS 36). De
kostprijs omvat de initiële aankoopprijs vermeerderd
met alle rechtstreeks toerekenbare kosten (zoals niet-
terugvorderbare belastingen, transport). De kostprijs
van een zelf vervaardigd actief omvat de kostprijs van
de materialen, directe loonkosten en een evenredig
deel van de productieoverhead.
L
easeovereenkomsten
De Groep heeft vooral leasingovereenkomsten met
betrekking tot gebouwen en wagens.
A
fschrijvingen
Het af te schrijven bedrag van een actief (zijnde
kostprijs verminderd met de restwaarde) wordt
opgenomen in de winst- en verliesrekening volgens de
lineaire methode vanaf de datum waarop het actief
beschikbaar is voor gebruik over de verwachte
gebruiksduur.
Volgende gebruiksduren worden toegepast:
Gebouwen
» standaard 33 jaar
» gebouwen op terreinen duur van de
in erfpacht erfpacht
» herinrichting met
waardevolle meerwaarde 10 jaar
Installaties, machines en uitrusting
» standaard 5 tot 15 jaar
» drukpersen, droogovens en
warmtewisselaars mbt de drukpersen model
Lithoman 23 jaar
Meubilair en kantooruitrusting 5 tot 10 jaar
Elektronisch materiaal 3 tot 5 jaar
Rollend materieel 4 tot 5 jaar
Overige materiële vaste activa 5 tot 10 jaar
Activa in aanbouw geen afschrijvingen
Leaseovereenkomsten en soortgelijke
rechten
» standaard 2 tot 9 jaar
» erfpacht kantoor Brussel 26 jaar
Terreinen worden niet afgeschreven aangezien
aangenomen wordt dat zij een onbepaalde
gebruiksduur hebben.
1.7 Financiële activa
Criteria voor de eerste opname en het niet meer
o
pnemen van financle activa
Financiële activa worden geboekt als de Groep partij
wordt bij de contractuele bepalingen van het
instrument.
Financiële activa worden niet langer opgenomen als de
contractuele rechten op de kasstromen van het
financiële actief aflopen of als de Groep het financiële
actief en de risico’s en de voordelen ervan overdraagt.
C
lassificatie en eerste waardering van financiële
a
ctiva
Bij de eerste verwerking wordt een financieel vast
actief mogelijks geclassificeerd in één van de drie
waarderingscategorieën:
(a) Financiële activa gewaardeerd tegen
geamortiseerde kostprijs.
(b) Financiële activa gewaardeerd tegen reële
waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de winst-en-
verliesrekening
(c) Financiële activa gewaardeerd tegen reële
waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de overige
gerealiseerde en niet-gerealiseerde
resultaten
Enkel (a) en (b) zijn van toepassing op de Groep.
Financiële activa worden initieel gewaardeerd aan
reële waarde, behalve handelsvorderingen die geen
significante financieringscomponent hebben. Deze
worden bij eerste opname gewaardeerd tegen hun
transactieprijs. De transactiekosten die rechtstreeks
toe te rekenen zijn aan de verwerving van financiële
activa worden toegevoegd aan de reële waarde van de
financiële activa bij de eerste erkenning, met
uitzondering van de categorie financiële activa
gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van
de waardeveranderingen in de winst-en
verliesrekening, waar de transactie kosten direct in de
winst-en-verliesrekening worden opgenomen.
W
aardering van financiële activa na eerste opname
Financiële activa gewaardeerd tegen geamortiseerde
kostprijs
Financiële activa worden gewaardeerd tegen
geamortiseerde kostprijs indien ze aan volgende
voorwaarden voldoen (en niet zijn aangewezen als
gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening):
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
134 135
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
De in IFRS 15 gebruikte terminologie ‘contractactiva
en ‘contractpassiva’ worden niet gebruikt in de
balans, maar worden wel beschreven in de toelichting
met betrekking tot de omzet. De contractactiva
worden mee opgenomen in de geconsolideerde
balans als ‘handelsvorderingen en overige
vorderingen’. De contractpassiva worden opgenomen
in de geconsolideerde balans als ‘handelsschulden’
en ‘ontvangen vooruitbetalingen’.
1.18 Financieringskosten
Financieringskosten worden als last opgenomen in de
periode waarin ze zijn gemaakt .
1.19 Cruciale beoordelingen en belangrijkste
b
ronnen van schattingsonzekerheden
De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming
met IFRS vereist dat het management oordelen vormt,
schattingen en veronderstellingen maakt die van
invloed kunnen zijn op de in de jaarrekening
opgenomen bedragen. De veronderstellingen en
hiermee verbonden schattingen zijn gebaseerd op
ervaringen uit het verleden en verschillende andere
factoren die, gegeven de omstandigheden, als redelijk
kunnen worden beschouwd. De uitkomsten hiervan
vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde
van activa en de verplichtingen die niet op eenvoudige
wijze uit andere bronnen blijken. De daadwerkelijke
uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De
schattingen en onderliggende veronderstellingen
worden periodiek beoordeeld.
Belangrijkste bronnen van beoordelingen en
schattingsonzekerheden:
Marktkapitalisatie en waardering van het netto-actief
De Groep heeft beoordeeld of het verschil tussen de
marktkapitalisatie van Roularta Media Group (156,7
miljoen euro op 31 december 2024) en de boekwaarde
van het netto-actief (216,6 miljoen euro op 31
december 2024) moet worden beschouwd als een
indicator voor bijzondere waardevermindering. De
aandelenkoers daalde van € 17,8 op 2 januari 2023 tot
€ 11,25 op 31 december 2024; de gemiddelde
aandelenkoers over het ganse jaar 2024 bedroeg €
11,28. Het bedrijf heeft nagedacht over de relevantie
van deze daling en over de periode dat het aandeel
onder zijn nettoboekwaarde noteerde.
De Groep stelt vast dat het aandeel een beperkte free
float (12%) heeft wat bijdraagt aan lagere
handelsvolumes (399.499 aandelen verhandeld
gedurende 2024 van de in totaal 13.931.920 aandelen).
Een beperkte free float beïnvloedt de liquiditeit van de
aandelen en leidt mogelijk tot afwijkingen tussen de
marktprijs en de nettoboekwaarde. Als gevolg daarvan
is de dekking van analisten verminderd en is de
investeringsbereidheid van institutionele beleggers
beperkt vanwege de impact die een toe- of uittreding
kan hebben op de aandelenprijs.
Gelet op de gevolgen van deze beperkte free float,
oordeelt de Groep dat de beurskoers van het aandeel
niet relevant is als indicator voor waardevermindering.
Los hiervan onderzoekt de Groep haar netto-actief
sowieso op mogelijke indicaties van bijzondere
waardevermindering. Een groot deel van het netto-
actief bestaat uit goodwill en immateriële activa waar
er voor beide een indicatie op bijzondere
waardevermindering was in boekjaar 2024. We
verwijzen onder andere naar de
schattingsonzekerheden hierover in de paragraaf
‘Bijzondere waardeverminderingen op goodwill en
immateriële activa zoals inbegrepen in toelichting 13
en 14’ en de toelichtingen zelf. Voor de deelnemingen
gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode
was er enkel een indicatie met betrekking tot de BV
Immovlan, wat uiteindelijk ook tot een bijzondere
waardevermindering heeft geleid. Voor de materiële
vaste activa was er een indicatie op één recht-op-
gebruik actief (huur gebouw) wat uiteindelijk ook in
een bijzondere waardevermindering heeft
geresulteerd.
In het geval dat het management oordeelt dat er
indicaties zijn op bijzondere waardeverminderingen
voor gelijk welk actief, maakt het inschattingen over
een heel aantal parameters. Een eventuele wijziging
in deze beoordeling of in één of meerdere van deze
parameters, kan een significante invloed hebben op
de realiseerbare waarde.
Bijzondere waardeverminderingen op goodwill en
immateriële activa zoals inbegrepen in toelichting 13
en 14
Voor de immateriële activa waarvoor er een indicator
van bijzondere waardevermindering is, wordt een
specifieke test uitgevoerd. Het testen of er bijzondere
waardeverminderingen op immateriële activa en
goodwill zijn, vergt het maken van significante
schattingen over o.a. volgende parameters:
verdisconteringsvoet, groeivoet van de
publiciteitsinkomsten, groeivoet van het aantal
abonnees, losse verkoop en de abonnementsprijzen,
evolutie van de druk- en papierkosten en de indirecte
kosten. Bij het uitvoeren van een test op bijzondere
waardeverminderingen zal het management gebruik
maken van de historiek van deze parameters en de
verwachting over hoe deze parameters zullen
evolueren in een periode over 5 jaar zoals deze op het
moment van de test bekend zijn. Daarnaast maakt het
management een inschatting van de groeivoet na deze
periode.
Een eventuele wijziging van één of meerdere
parameters kan tot een significante wijziging van de
realiseerbare waarde leiden. We verwijzen naar
Toelichting 14 met betrekking tot immateriële activa.
Beoordeling gebruiksduur van de merken
De waarde van de merken wordt afgeschreven in
functie van de ingeschatte bepaalde gebruiksduur.
Elk merk wordt als een aparte
kasstroomgenererende eenheid (KGE) aanzien omdat
elk merk een identiteit op zich vormt, met een eigen
strategische positionering, eigen doelgroep, eigen
waarden, eigen marketing- en salesaanpak die
individueel aangestuurd worden om zo de hoogste
waarde per merk te verkrijgen.
Onderstaande opdeling van merken in functie van hun
gebruiksduur is een algemene leidraad die door het
management werd uitgewerkt en dit op basis van
enerzijds hun inzichten in de mediasector en
anderzijds de toets van deze inzichten aan de realiteit.
Er worden vier groepen geïdentificeerd voor de
initiële bepaling van de gebruiksduur.
Een 40 jaar economische gebruiksduur is voor
‘super’merken, die reeds een heel uitgesproken
naambekendheid hebben en nog groeien qua
omzet en/of EBITDA en een boekwaarde hebben
die kleiner is dan 10 keer de EBITDA van het
merk. Deze ‘super’merken worden ook buiten de
mediasector (naast andere grote merken)
erkend.
Een 20 jaar economische gebruiksduur is voor
merken die reeds een naambekendheid hebben
of nog kunnen groeien qua omzet en/of EBITDA
en een boekwaarde hebben die kleiner is dan 10
keer de EBITDA van het merk. Deze
‘groei’merken worden ook buiten de sector (naast
andere grote merken) herkend.
Een 10 jaar economische gebruiksduur is voor
‘mature’ merken waar omzet/EBITDA stabiel is of
licht dalend over de laatste 5 jaar maar met een
initiële boekwaarde groter of gelijk aan € 1
miljoen. Dit zijn merken met een relatief
belangrijke naams- en waardenherkenning in de
sector waarin ze opereren.
Een 5 jaar economische gebruiksduur is voor
jonge (enkele jaren oud) of kleine merken, die nog
veel te bewijzen hebben maar met potentieel en
een beperkte initiële boekwaarde (< € 1 miljoen).
De gebruiksduur is hier beperkt maar zo’n merk
kan verder uitgebouwd worden in de komende
jaren.
Op basis van een individueel assessment per merk en
inschattingen gemaakt door het management wordt
ieder merk ondergebracht in één van bovenvermelde
groepen van merken (i.e. ‘super’merken,
‘groei’merken, ‘mature’ merken en ‘jonge’/’kleine’
merken). Deze inschattingen van het management
kunnen echter negatief beïnvloed worden door
enerzijds algemeen ongunstige marktontwikkelingen,
opgelegde overheidsmaatregelen (onder meer doch
niet beperkt tot overheidsmaatregelen in het kader van
pandemieën) en/of tegenvallende prestaties van een of
meerdere merken. Hierdoor kan het management
genoodzaakt worden om de gemaakte inschattingen
inzake de levens/gebruiksduur van een merk bij te
sturen en het merk onder te brengen in een andere
groep van merken.
Op het einde van de huidige verslagperiode zijn er geen
indicaties dat er aanpassingen zouden moeten
gebeuren aan de indeling van de merken in de
verschillende merkengroepen, noch dat de
levens/gebruiksduur van een merk sterker zou zijn
gedaald ten opzichte van de initieel ingeschatte
gebruiksduur ervan.
We verwijzen naar toelichting 14 en 16 voor een
sensitiviteitsanalyse uitgevoerd in 2024 op de
gebruiksduur van de verschillende merken.
Toegezegd-pensioenregelingen
De kosten van de toegezegd-pensioenregeling (zie
toelichting 25) en de contante waarde van de
pensioenverplichting worden bepaald door middel van
actuariële waarderingen. Een actuariële waardering
houdt in dat verschillende veronderstellingen worden
gemaakt die kunnen afwijken van de werkelijke
ontwikkelingen in de toekomst. Deze omvatten de
bepaling van de disconteringsvoet, toekomstige
salarisverhogingen, toekomstige inflatie,
personeelsverloop en sterftecijfers. Wegens de
complexiteit de waardering en het
langetermijnkarakter ervan, is een toegezegd-
pensioenverplichting zeer gevoelig voor wijzigingen in
deze veronderstellingen. Alle veronderstellingen
worden op balansdatum herzien.
Uitgestelde belastingvorderingen
Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen
voor fiscaal overdraagbare verliezen en fiscaal
verrekenbare tegoeden voor zover het waarschijnlijk is
dat er toekomstige belastbare winst beschikbaar zal
zijn waarmee de fiscaal overdraagbare verliezen en
fiscaal verrekenbare tegoeden kunnen worden
verrekend. Bij deze beoordeling houdt het
management rekening met elementen zoals de
bedrijfsstrategie op lange termijn en de lokale
belastingwetgeving die van kracht is op de
verslagdatum.
Rechtszaken en geschillen
De Groep is betrokken bij een aantal hangende
geschillen waarvoor provisies worden aangelegd
indien het waarschijnlijk is dat er een kasuitstroom zal
zijn van middelen en wanneer het bedrag betrouwbaar
kan ingeschat worden.
1.20 Extra toelichting met betrekking tot impact
e
n risicobeheersing van algemene
b
edrijfsrisicos
In 2024 daalden de energie-en papierprijzen ten
opzichte van 2023, maar ze blijven wel op een hoog
uitgestelde belastingen. De belastingkost wordt
opgenomen in de winst- en verliesrekening over de
periode, tenzij de belasting voortvloeit uit een
transactie of gebeurtenis die direct in het eigen
vermogen is opgenomen. In dat geval worden de
belastingen rechtstreeks ten laste van het eigen
vermogen genomen.
Actuele belastingen
voor lopende en voorgaande
perioden worden, in zoverre ze nog niet zijn betaald,
opgenomen als verplichting. Als het bedrag dat al is
betaald met betrekking tot de lopende en voorgaande
perioden groter is dan het bedrag dat over deze
periode verschuldigd is, wordt het saldo opgenomen
als een actief. Voor de berekening worden de
belastingtarieven gebruikt waarvan het
wetgevingsproces materieel is afgesloten op de
balansdatum.
Uitgestelde belastingen
worden opgenomen op basis
van de ‘liability’-methode, voor alle tijdelijke
verschillen tussen de belastbare basis en de
boekwaarde voor financiële verslaggevingsdoeleinden
en dit zowel voor activa als verplichtingen. Voor de
berekening worden de belastingtarieven gebruikt
waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten
op de balansdatum.
Volgens deze methode moet de Groep bij een
bedrijfscombinatie onder meer uitgestelde
belastingen opnemen als gevolg van het verschil
tussen de reële waarde van de verworven activa,
verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen en
hun belastingbasis ten gevolge van de
bedrijfscombinatie.
Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel
opgenomen indien het waarschijnlijk is dat er
voldoende toekomstige belastbare winsten zullen zijn
om het belastingvoordeel te kunnen genieten.
Uitgestelde belastingvorderingen worden
teruggenomen indien het niet langer waarschijnlijk is
dat het gerelateerde belastingvoordeel zal
gerealiseerd worden.
1
.16 Overheidssubsidies
Overheidssubsidies ter compensatie van door de Groep
gemaakte kosten worden systematisch erkend als
baten onder de andere bedrijfsopbrengsten in dezelfde
periode waarin deze kosten worden gemaakt.
1
.17 Opbrengsten
De Groep past het vijfstappenmodel toe beschreven in
IFRS 15 voor de opname van opbrengsten die
voortvloeien uit contracten met klanten. Opbrengsten
worden opgenomen voor het bedrag van de vergoeding
waarop de Groep verwacht recht te hebben in ruil voor
de overdracht van goederen of diensten aan een klant.
De belangrijkste activiteiten waaruit Roularta Media
Group haar opbrengsten genereert, worden hierna
beschreven, per segment. Er zijn bij de Groep twee
operationele segmenten: ‘Media Brands’ en ‘Printing
Services’.
Binnen het segment ‘Media Brands’ (de merken die
door RMG en haar participaties worden geëxploiteerd)
worden de opbrengsten in de eerste plaats
gegenereerd uit magazines, gratis pers, kranten, tv,
evenementen en websitediensten. De typische duur
van klantcontracten bedraagt 12 maanden of minder.
De opbrengsten omvatten in hoofdzaak
abonnementsinkomsten, inkomsten uit losse verkoop,
advertentie-inkomsten en inkomsten van line
extensions van de merken.
De erkenning van opbrengsten valt over het algemeen
samen met de overdracht van de geleverde goederen.
Voor de abonnementen wordt, ofwel bij aanvang, ofwel
periodiek, een bedrag ontvangen voor de periode
waarin de magazines geleverd worden. De omzet van
de magazines wordt over de tijd heen verspreid en aan
de juiste periode toegekend, d.w.z. bij de
verschijningsdatum van de magazines. Bij
vooruitbetalingen van bijvoorbeeld een abonnement
wordt een ‘contract passiva’ teruggedraaid gedurende
de abonnementsperiode.. Deze contract passiva staan
gepresenteerd onder ‘Ontvangen vooruitbetalingen’.
De opbrengsten uit losse verkoop worden opgenomen
volgens de verschijningsdatum van het nummer. De
erkenning van omzet publiciteit gebeurt bij het
verschijnen van de publiciteit.
Daarnaast is er het segment ‘Printing Services’, dat de
prepress- en drukkerijactiviteiten voor interne merken
en externe klanten omvat. Prepressactiviteiten staan
voor het samenstellen van de magazines voordat ze
van de drukpersen rollen of op de website
gepubliceerd worden.
De erkenning van omzet prepress of drukwerk valt
samen met het leveren van de dienst/de goederen,
d.w.z. bij het leveren van de afgewerkte prepressdienst
of het leveren van het drukwerk.
Daarnaast zijn er ook opbrengsten uit
ruilovereenkomsten waarvoor een niet-geldelijke
vergoeding ontvangen wordt. De Groep sluit namelijk
ruiltransacties af waarbij voornamelijk publiciteit in
een magazine of krant van de Groep geruild wordt voor
publiciteit op TV, radio of in een magazine bij een
andere mediapartner. De Groep heeft bepaald dat deze
transacties binnen het toepassingsgebied van IFRS 15
vallen. Bijgevolg worden deze transacties
gewaardeerd tegen hun transactieprijs. De
voornaamste inschatting die hierbij gemaakt wordt, is
de waarde van de kortingen die gegeven worden in
gelijkaardige transacties. In de winst-en-
verliesrekening worden de opbrengsten als omzet
geboekt en de kosten als diensten en diverse
goederen.
niveau. De distributiekosten stegen vanaf de tweede
jaarhelft van 2024 omwille van een nieuw
bedelingscontract waarbij bepaalde parameters
zwaarder doorwegen in de prijs van de bedeling.
Om de winstgevendheid onder controle te houden,
werden prijsstijgingen doorgevoerd samen met een
beleid van strikte kostencontrole. De Groep zal blijven
inzetten op een strikte kostenbewaking en op
efficiëntiemaatregelen door de uniformisering van de
Nederlandse en Belgische processen en systemen.
In 2025 verwacht de Groep verder druk door hogere
kosten voor personeel en stabiele tot licht stijgende
kosten van energie en grondstoffen. Om het prijsrisico
van het papier te beheersen, worden er periodieke
contracten afgesloten voor dagblad- en
magazinepapier. Om het risico op prijsstijgingen
inzake energie af te vlakken en pieken te vermijden,
wordt voor een deel van de afname van energie
gewerkt met ‘click-contracten’, waarbij de prijs op
voorhand wordt vastgeklikt, ongeacht de
marktomstandigheden.
De distributiekosten worden verwacht (met
uitzondering van een indexatie voor 2025) in lijn te
blijven met de tweede jaarhelft van 2024. De Groep
probeert deze kosten onder controle te houden door
interne aanpassingen te doen aan het
bedelingsstramien, goede contracten te
onderhandelen en in te zetten op alternatieve wijzen
van distributie.
Onderbrekingen van levering van energie,
grondstoffen en/of goederen worden momenteel niet
verwacht, maar kunnen eventueel wel volgen indien de
geopolitieke situatie negatief evolueert. Onderbreking
van grondstoffen en distributie kan voor veel producten
van de Groep ondervangen worden door lezers en
adverteerders enkel de digitale versie aan te bieden.
Een onderbreking van energie betekent dat zowel
digitale als fysieke producten niet meer kunnen
geleverd worden en zou aldus aanleiding kunnen geven
tot een tijdelijk verlies aan omzet.
1.21 Klimaatverandering en het effect op de
f
inanciële rapportering
De EU en haar lidstaten hebben de Overeenkomst van
Parijs ondertekend en geratificeerd met als doel om
de eerste klimaat neutrale economie en samenleving
te creëren. In het kader van deze klimaatambities
heeft de Groep zich ook geëngageerd om klimaat
neutraal te worden voor scope 1 en scope 2 emissies
tegen 2040 en voor scope 3 emissies tegen 2050. Om
deze klimaat ambitie te verwezenlijken worden er
gerichte acties ondernomen, waaronder
investeringen in gebouwen en machines om de
ecologische voetafdruk te verkleinen. Voor meer
informatie hierover verwijzen we in dit jaarverslag
naar het ‘Duurzaamheidsverslag 2024’ waar de
duurzaamheidsdoelstellingen en status opgenomen
zijn.
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
136 137
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
Hieronder volgt wat meer info over de wijzigingen in de consolidatiekring:
Bayard Media Verwaltungs GmbH en Senior Publications Verwaltungs GmbH waren voorheen volledig
geconsolideerd maar sinds 2023 waren er hier geen activiteiten meer. De vereffeningen hebben geen impact
veroorzaakt.
Bij de uittreding uit Repropress CV werd 10K€ cash ontvangen.
Bij de overname door de NV Mediafin van het onafhankelijke Gentse marktonderzoekbureau Profacts op 19
december 2024, heeft de NV Mediafin 100% van de aandelen in Provec BV gekocht. Provec BV is op zijn beurt
100% aandeelhouder in Profacts Holding BV die 100% aandeelhouder is in Profacts BV. De laatste houdt 100%
van de aandelen aan in B2SENSE BV.
De reden voor de overname is dat Profacts over een massa interessante analyses, data en inzichten beschikt en
Mediafin heeft toegang tot een uiterst interessante community van lezers en adverteerders. Beide sterktes
worden met de overname gekoppeld. De voltrekking (closing) van deze aandelentransactie vond ook plaats op
19 december 2024, waardoor de resultaten voor deze entiteiten vanaf 1 januari 2025 zullen opgenomen worden.
De omzet van de verworven ondernemingen bedraagt samen circa € 12 miljoen met een positieve ebitda. Er zijn
50 voltijdse equivalenten in dienst.
Doordat de NV Mediafin een joint venture is, zullen ook de bovengenoemde dochters in de geconsolideerde
resultatenrekening opgenomen worden als ‘aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint
ventures’. In de geconsolideerde balans zullen deze naar voor komen in de deelnemingen gewaardeerd volgens
de vermogensmutatiemethode.
De Groep zal IFRS 3 Bedrijfscombinaties toepassen voor de verwerking van deze overname en zal de toerekening
van de overnameprijs afwerken binnen het jaar na overname. Gezien de recente overnamedatum is de eerste
adminstratieve verwerking van de bedrijfscombinatie nog niet voltooid op moment van de publicatie van dit
jaarverslag. In januari 2025 werden intussen enkele fusies uitgevoerd waardoor nog twee van de vier entiteiten
overblijven: Provec BV en Profacts BV.
Verkoop van de Duitse magazines, zonder wijziging in de consolidatiekring
Op 1 november 2024 verkocht de Groep haar Duitse magazines G-Geschichte, Plus Magazin en Frau im Leben aan
de vennootschappen Herder Verlag en Agentur2. De Duitse vaste inrichting van Roularta Media Group, Roularta
Media Deutschland, bestaat naar aanleiding van deze activa transactie nog op 31 december 2024, maar zal in de loop
van 2025 worden stopgezet. Op 31 december 2024 is er dus nog geen wijziging in de consolidatiekring.
Voorts had IFRS 5 ‘Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten’ geen impact op dit
jaarverslag. De verkochte Duitse merken voldoen immers niet aan de definitie van een beëindigde bedrijfsactiviteit
omdat deze geen afzonderlijke belangrijke bedrijfsactiviteit of belangrijk geografisch gebied vertegenwoordigen. De
Duitse merken hebben immers samen geen significante omvang (zie toelichting 3 Segment informatie) en hadden
ook geen dominante marktpositie in Duitsland. Daarnaast wordt een zelfde soort activiteit (uitgeven van (eenzelfde
soort) magazines) in België en Nederland uitgeoefend.
De verkoop ter waarde van € 1,3 miljoen resulteerde in een meerwaarde van € 2,6 miljoen die in de geconsolideerde
winst-en verliesrekening onder de andere bedrijfsopbrengsten werd opgenomen. Deze meerwaarde werd in het
kasstroomoverzicht bij de operationele activiteiten geëlimineerd onder de ‘Andere monetaire posten’. De kasstroom
van € 1,3 miljoen werd in het kasstroomoverzicht geboekt als nettokasstroom met betrekking tot afstotingen en
verkoop bedrijfstak’. Voor verdere uitleg met betrekking tot de activa en passiva die werden verkocht, verwijzen we
naar toelichting 30.
Wijzigingen in de consolidatiekring gedurende 2023:
In het kader van een vereenvoudiging van de Nederlandse groepsstructuur werden alle 100% Nederlandse
dochtervennootschappen, meer bepaald New Skool Exploitatie BV, One Business BV, New Skool Media BV en
50+ Beurs & Festival BV met juridische ingangsdatum op 20 januari 2023 gefusioneerd met Roularta Media
Nederland BV.
Begin november 2023 nam de Groep via zijn (100%) Nederlandse dochteronderneming, Roularta Media
Nederland BV, alle aandelen over van WPG Media, de magazine-afdeling van (en 100% dochteronderneming van)
WPG Uitgevers BV.
R
MN Mindstyle BV
Op 22 september 2023 nam Roularta Media Nederland BV alle aandelen over van WPG Media, de magazine-afdeling
van (en 100% dochteronderneming van) WPG Uitgevers BV. Met deze overname werd Roularta Media Group eigenaar
van drie toonaangevende magazinemerken in het mindfullness-segment in Nederland, namelijlk de magazines
Happinez, Yoga (by Happinez) en Psychologie Magazine. De voltrekking (closing) van de transactie vond plaats op 3
november 2023. De resultaten werden vanaf overnamedatum opgenomen in de geconsolideerde resultaten van de
Groep. De verworven onderneming heeft in het jaar 2024 € 12,7 miljoen omzet gegenereerd met een netto resultaat
van € 1,5 miljoen. Op 31 december 2024 hadden ze 31 werknemers in voltijdse equivalenten (FTE) in dienst.
IFRS 3 Bedrijfscombinaties (herziene versie) werd toegepast en binnen de limiet van de éénjarige
waarderingsperiode werd nog een aanpassing van 178K€ in 2024 geboekt waardoor de drie merken, Happinez, Yoga
(by Happinez) en Psychologie voor samen 3.518 K€ werden opgenomen. Het merk Happinez (2.700 K€) werd
opgenomen als een ‘matuur’ merk waar de omzet/EBITDA stabiel of lichtdalend was de afgelopen jaren. Als gevolg
wordt er over de geschatte levensduur van 10 jaar lineair afgeschreven. Zowel het merk Yoga (waar nog een
aanpassing van 309 K€ naar 131 K€ werd geboekt in 2024) als het merk Psychologie (686 K€) werden opgenomen
als ‘jonge/kleine’ merken die nog veel te bewijzen hebben maar met potentieel. Als gevolg wordt er over de geschatte
levensduur van 5 jaar lineair afgeschreven. De latente belastingschuld is gewijzigd van 954 K€ in 2023 naar 908 K€
in 2024 in de finale overnamebalans.
De totale jaarlijkse afschrijvingslast van de bovenstaande vermelde immateriële vaste activa bedraagt € 0,4 miljoen
(exclusief belastinglatenties).
De finale reële waardes van de geïdentificeerde activa en verplichtingen op datum van overname zijn dus als volgt:
In duizend euro Boekwaarde Reële waarde- Reële waarde
aanpassingen
Immateriële vaste activa 10 3.518 3.528
Materiële vaste activa 132 - 132
Totale vaste activa 142 3.518 3.660
Handelsvorderingen en overige vorderingen 2.080 - 2.080
Overige vlottende activa 351 - 351
Totale vlottende activa 2.431 - 2.431
Uitgestelde belastingschulden - 908 908
Totaal langlopende verplichtingen - 908 908
Handelsschulden 2.150 - 2.150
Ontvangen vooruitbetalingen 1.268 - 1.268
Overige kortlopende verplichtingen 534 - 534
Totaal kortlopende verplichtingen 3.952 - 3.952
Cash 842 - 842
Totaal overgenomen netto-activa -537 2.610 2.073
Op de transactie werd in 2023 een netto uitgaande kasstroom van 1.231 K€ gerealiseerd. Die omvatte enerzijds de
betaalde prijs van 2.073 K€ en anderzijds de cash die aanwezig was in WPG.
Netto uitgaande kasstroom met betrekking tot de aankoop van 100% van de aandelen van WPG Media:
In duizend euro
Betaalde overnameprijs (in cash) 2.073
Overgenomen cash 842
Netto uitgaande kasstroom 1.231
TOELICHTING 2 - GROEPSSTRUCTUUR
2.1. Lijst van ondernemingen
De moedermaatschappij van de Groep is Roularta Media Group NV, Roeselare, België. Per 31 december 2024 en 31
december 2023 werden volgende dochtervennootschappen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen
opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening. Voor de dochtervennootschappen zijn er geen restricties om activa
en passiva te realiseren. Voor de joint ventures en geassocieerde ondernemingen verwijzen we naar toelichting 16.
Naam van de onderneming Locatie Deelnemingspercentage
1. Integraal geconsolideerde ondernemingen
2024
2023
ROULARTA MEDIA GROUP NV Roeselare, Belg
100.00%
100.00%
BELGIAN BUSINESS TELEVISION NV Brussel, België
100.00%
100.00%
ROULARTA MEDIA NEDERLAND BV ² Amsterdam, Nederland
100.00%
100.00%
ROULARTA MEDIA DEUTSCHLAND
1
Augsburg, Duitsland
100.00%
100.00%
BAYARD MEDIA VERWALTUNGS GMBH Augsburg, Duitsland
-
100.00%
SENIOR PUBLICATIONS VERWALTUNGS GMBH Keulen, Duitsland
-
100.00%
RMN MINDSTYLE BV ² Amsterdam, Nederland
100.00%
100.00%
STUDIO APERI NEGOTIUM NV Roeselare, Belg
75.00%
75.00%
2. Joint ventures opgenomen onder
2024
2023
v
ermogensmutatiemethode
CTR MEDIA SA Brussel, België
50.00%
50.00%
MEDIAFIN NV Brussel, België
50.00%
50.00%
PROVEC BV Gent, Belg
50.00%
-
PROFACTS BV Gent, Belg
50.00%
-
PROFACTS HOLDING BV Gent, Belg
50.00%
-
B2SENSE BV Gent, Belg
50.00%
-
MOTOR.NL BV ² Amsterdam, Nederland
50.00%
50.00%
PITE MEDIA BV ² Amsterdam, Nederland
50.00%
50.00%
3. Geassocieerde ondernemingen opgenomen onder
2024
2023
v
ermogensmutatiemethode
PULSAR-IT BV Brussel, België
45.00%
45.00%
IMMOVLAN BV Brussel, België
35.00%
35.00%
YELLOWBRICK NV Schaarbeek, België
35.00%
35.00%
REPROPRESS CV Brussel, België
-
33.83%
1
Vaste inrichting van Roularta Media Group NV
² Vrijstelling van het publiceren van financiële jaarrekeningen en verslag volgens artikel 403 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek:
deze dochterondernemingen zijn vrijgesteld van publicatie van hun jaarrekening en jaarverslag 2024. Deze vennootschappen zijn
opgenomen in de consolidatiekring van Roularta Media Group 2024 zoals hierboven vermeld.
De vennootschap Find your Bike BV waar Roularta Media Nederland BV een 20% deelneming in heeft, wordt
opgenomen als een investering in financiële activa (en niet als geassocieerde onderneming) gezien er geen
significante invloed is.
2.2 Wijzigingen in de consolidatiekring
Wijzigingen in de consolidatiekring gedurende 2024:
Vereffening Bayard Media Verwaltungs GmbH op 28 februari 2024.
Vereffening Senior Publications Verwaltungs GmbH op 16 april 2024.
Uittreding Repropress CV op 30 juni 2024.
Overname door de NV Mediafin van Provec BV, Profacts BV, Profacts Holding BV en B2Sense BV op 19 december
2024 .
TOELICHTING 3 - GESEGMENTEERDE INFORMATIE
I. Segmentinformatie
Overeenkomstig IFRS 8 Operationele segmenten, wordt de managementbenadering voor financiële rapportering van
gesegmenteerde informatie toegepast. Volgens deze standaard dient de te rapporteren gesegmenteerde informatie
aan te sluiten op de interne rapporten, gebruikt door de belangrijkste operationele besluitvormende functionarissen,
op basis waarvan de interne prestaties van Roularta’s operationele segmenten worden beoordeeld en middelen
worden toegekend aan de verschillende segmenten.
Roularta Media Group bestaat uit twee segmenten: ‘Media Brands’ en ‘Printing Services’ waarvan de Raad van
Bestuur de resultaten van de twee segmenten afzonderlijk evalueert.
Het segment ‘Media Brands’ staat voor alle merken die door RMG en haar participaties worden geëxploiteerd. Het
omvat alle verkopen van publiciteit, abonnementen, losse verkoop en overige (o.a. line extensions) van de merken.
Omzet uit de verkoop van abonnementen en losse verkoop van magazines wordt ook samen benoemd als
‘lezersmarkt’ omzet. Overige omzet is alle omzet die geen publiciteits-, abonnementen-of losse verkoop omzet is.
Het omvat bij de Media Brands onder meer, maar niet limitatief omzet uit line extensions en evenementen. Line
extensions is een specifieke categorie van omzet onder de ‘overige omzet’. Het is omzet o.a. uit de aan-en verkoop
van handelgoederen (bvb. boeken, selfcare producten, sieraden, reizen, etc), omzet uit ticket-deals of omzet uit
licensing overeenkomsten.
Het segment ‘Printing Services’ staat voor de prepress- en drukkerijactiviteiten voor interne merken en externe
klanten. Prepress-activiteiten staan voor het samenstellen van de magazines voordat ze van de drukpersen rollen
of op de website gepubliceerd worden. Omzet uit printing activiteiten wordt ook opgenomen onder het type ‘overige
omzet’.
Verder wordt de segmentrapportering tot op brutomarge gepubliceerd gezien dat de Raad van Bestuur deze
informatie tot op dit niveau analyseert. Er is immers tussen de twee segmenten een intense verwevenheid en de
ondersteunende diensten tussen beide segmenten worden erg gedeeld. Een verandering van allocatie van deze
kosten betekent een belangrijke fluctuatie op EBITDA, waardoor niet consistent zou kunnen gerapporteerd worden.
De waarderingsregels van de operationele segmenten zijn dezelfde als de waarderingsregels van de Groep zoals
deze beschreven zijn in Toelichting 1.
De prijsgrondslagen voor overdrachten tussen segmenten zijn bepaald volgens het ‘at arm’s length’-principe.
De balansposten die kunnen opgesplitst worden, worden weergegeven langs de actief-en passiefzijde. Wat niet
toewijsbaar is aan één van de segmenten wordt op niet-gealloceerde activa en passiva geplaatst.
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
138 139
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
in duizend euro
Printing Eliminaties Geconsolideerd
2023
Media Brands
S
ervices
t
ussen
totaal
s
egmenten
Omzet van het segment
290.158
72.650 -39.281 323.526
Omzet externe klanten
290.157
33.369 - 323.526
Omzet uit transacties met andere segmenten
1
39.280 -39.281 -
Brutomarge (*)
226.748
37.403 -1.009 263.142
Aandeel in het resultaat van geassocieerde 2.678 - - 2.678
ondernemingen en joint ventures
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste -15.536 -2.823 - -18.359
activa
Niet-gealloceerd resultaat (**) -245.093
Nettoresultaat 2.368
Activa
Goodwill
9.852
- 9.852
Immateriële vaste activa
85.241
446 85.687
Materiële vaste activa
29.710
41.120 70.830
Deelnemingen gewaardeerd volgens de
vermogensmutatiemethode 53.511 - 53.511
Voorraden
1.651
9.238 10.889
Handelsvorderingen en overige vorderingen, vlottend
- Handelsvorderingen, bruto
49.578
3.304 52.882
- Niet-gealloceerde handels- en overige vorderingen -105
Niet-gealloceerde vaste activa 3.392
Niet-gealloceerde vlottende activa 76.519
Totaal activa 363.456
Passiva
Voorzieningen
2.901
- 2.901
Financiële schulden, langlopend
2.437
194 2.631
Financiële schulden, kortlopend
1.162
107 1.269
Ontvangen vooruitbetalingen
41.732
- 41.732
Niet-gealloceerde passiva 314.923
Totaal passiva 363.456
(*) Brutomarge is de omzet plus de geproduceerde vaste activa min de handelsgoederen, grond- en hulpstoffen.
(**) Diensten en diverse goederen, personeelskosten, andere bedrijfsopbrengsten en -kosten, waardeverminderingen op voorraden en vorderingen, voorzieningen,
financieringsopbrengsten en -kosten.
A
lgemene bedrijfsactiva
In het segment Media Brands bevinden er zich € 31,3 miljoen (€ 29,7 miljoen in 2023) algemene bedrijfsactiva
(materiële vaste activa) naast de niet-gealloceerde vaste activa. Deze niet aan kasstroomgenererende eenheden
toegewezen activa betreffen grotendeels terreinen en (geleasde) kantoorgebouwen, die worden ingezet voor onze
redactionele activiteiten. Er was geen indicatie op een bijzondere waardevermindering van deze activa.
II. Segment informatie gecorrigeerde omzet
Gecorrigeerde omzet is de vergelijkbare omzet met vorig jaar, i.e. exclusief wijzigingen ten gevolge van overname
en verkoop van merken. Management acht deze prestatiemaatstaf relevant omdat de externe lezer hierdoor de
inherente omzetevoluties jaar over jaar kan vergelijken.
In onderstaande tabel wordt de reconciliatie van de totale segmentomzet met de gecorrigeerde
segmentomzet
weergegeven. Voor meer uitleg bij de wijziging omwille van overname of afstoting van merken verwijzen we naar
toelichting 4 – Omzet, waar ook de
geconsolideerde
gecorrigeerde omzet per type omzet weergegeven wordt.
in duizend euro
Printing Eliminaties Geconsolideerd
2024
Media Brands
S
ervices
t
ussen
totaal
s
egmenten
Omzet van het segment
291.902
63.289 -34.885 320.307
Omzet externe klanten
291.811
28.495 - 320.307
Omzet uit transacties met andere segmenten
91
34.794 -34.885 -
Wijzigingen omwille van overname of afstoting van
m
erken
-8.579
-1.293 1.293 -8.579
Wijzigingen in externe klanten
-8.579
- - -8.579
Wijzigingen in transacties met andere segmenten - -1.293 1.293 -
Gecorrigeerde omzet
283.323
61.997 -33.591 311.728
III. Geografische informatie
De groep haalt inkomsten uit de overdracht van goederen en diensten in de volgende geografische regio's: België,
Nederland en Duitsland.
De volgende overzichten geven een detail van de omzet en de vaste activa opgedeeld op basis van de geografische
locatie van de dochteronderneming (op basis van de zetel van de dochteronderneming).
in duizend euro
2024
België
Nederland Duitsland Geconsolideerd
totaal
Omzet
244.066
70.486 5.755 320.307
Vaste activa (*)
104.270
47.851 - 152.121
in duizend euro
2023
België
Nederland Duitsland Geconsolideerd
totaal
Omzet
254.120
61.934 7.472 323.526
Vaste activa (*)
103.151
53.078 287 156.516
(*) Enkel immateriële en materiële vaste activa
De omzet in België is jaar over jaar gedaald door het lagere externe drukwerk en lagere advertentie-inkomsten. We
verwijzen naar toelichting 4 voor meer informatie. De omzet in Nederland is jaar over jaar gestegen door de overname van
de BV Mindstyle einde vorig jaar. De omzet in Duitsland is kleiner in 2024 dan in 2023 door de verkoop van de Duitse
magazines begin november 2024. We verwijzen voor beide transacties naar toelichting 2 – Groepsstructuur.
IV. Informatie over belangrijke klanten
Gezien de diverse activiteiten van de Groep en daarmee ook gepaard gaande diversiteit van haar klantenportefeuilles,
is er geen enkele externe klant met wie opbrengsten uit transacties gerealiseerd werden, die meer bedragen dan 10
procent van de opbrengsten van de Groep. Daarnaast is er geen concentratie van omzet bij bepaalde klanten of een
klantengroep.
in duizend euro
Printing Eliminaties Geconsolideerd
2024
Media Brands
S
ervices
t
ussen
totaal
s
egmenten
Omzet van het segment
291.902
63.289 -34.885 320.307
Omzet externe klanten
291.811
28.495 - 320.307
Omzet uit transacties met andere segmenten
91
34.794 -34.885 -
Brutomarge (*)
231.998
37.126 22 269.146
Aandeel in het resultaat van geassocieerde 1.793 - - 1.793
ondernemingen en joint ventures
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste -18.061 -2.801 - -20.862
activa
Bijzondere waardeverminderingen
-2.551
- - -2.551
Niet-gealloceerd resultaat (**) -241.402
Nettoresultaat 6.124
Activa
Goodwill
7.975
- 7.975
Immateriële vaste activa
78.827
938 79.765
Materiële vaste activa
31.324
41.033 72.357
Deelnemingen gewaardeerd volgens de
vermogensmutatiemethode 49.622 - 49.622
Voorraden
1.500
7.150 8.650
Handelsvorderingen en overige vorderingen, vlottend
- Handelsvorderingen, bruto
50.220
3.592 53.812
- Niet-gealloceerde handels- en overige vorderingen -1.095
Niet-gealloceerde vaste activa 3.028
Niet-gealloceerde vlottende activa 78.894
Totaal activa 353.007
Passiva
Voorzieningen
2.597
- 2.597
Financiële schulden, langlopend
3.154
251 3.405
Financiële schulden, kortlopend
1.458
108 1.566
Ontvangen vooruitbetalingen
40.098
- 40.098
Niet-gealloceerde passiva (inclusief eigen vermogen) 305.341
Totaal passiva 353.007
TOELICHTING 4 - OMZET
I
. Opsplitsing van omzet uit contracten met klanten
De omzet van de Groep uitgesplitst naar de verschillende types omzet bestaat uit:
in duizend euro 2024 2023 Trend
Publiciteit 98.393 100.427 -2.034
Abonnementen en losse verkoop 153.724 149.637 4.087
Drukwerk voor derden 33.532 39.160 -5.628
Overige omzet (o.a. line extensions) 34.659 34.302 357
Totale omzet 320.307 323.526 -3.219
De geconsolideerde omzet van 2024 kent een daling van 1 %, van € 323,5 miljoen naar € 320,3 miljoen. Deze daling
vindt in hoofdorde haar oorzaak in een lagere omzet van drukwerk voor derden door een lager volume aan drukwerk
voor magazines, folders en catalogi voor buitenlandse klanten. In mindere mate valt de advertentieomzet terug. De
abonnementen en losse verkoop (= ‘de lezersmarkt’) doen het daarentegen beter dan vorig jaar.
Voor de definitie van line extensions, verwijzen we naar toelichting 3.
De omzet erkend op een bepaald tijdstip bedraagt € 197,8 miljoen in 2024 (€ 203,0 miljoen in 2023). De omzet erkend
over een periode bedraagt € 122,5 miljoen (€ 120,6 miljoen in 2023) en bevat de abonnementenverkopen die gespreid
erkend worden in omzet over de periode dat het abonnement loopt.
De omzet van de Groep uitgesplitst naar de verschillende categorieën bedrijfsactiviteiten bestaat uit:
in duizend euro 2024 2023 Trend
Local Media Brands 37.213 38.380 -1.167
Magazines Brands 236.376 233.931 2.445
Drukwerk voor derden (door het 28.495 33.369 -4.874
segment Printing Services)
Kranten Brands 11.487 11.196 291
Audiovisueel Brands 6.736 6.650 86
Totale omzet 320.307 323.526 -3.219
Merk op dat de 2023 cijfers voor de verschillende categorieën aangepast werden (2023 cijfers waren vorig jaar
respectievelijk 35.352 K€, 231.414 K€, 39.160 K€, 11.061 K€ en 6.539 K€); het totaal is gelijk gebleven. Het is immers
sinds huidig boekjaar mogelijk om het drukwerk voor derden af te zonderen tussen de bedrijfsactiviteit Printing
Services en de rest van de bedrijfsactiviteiten.
De omzet uit ruilovereenkomsten bedraagt € 24,1 miljoen (2023: € 23,6 miljoen).
II. Gecorrigeerde omzet
Gecorrigeerde omzet is de vergelijkbare omzet met vorig jaar, i.e. exclusief wijzigingen ten gevolge van overname
en verkoop van merken. Management acht deze prestatiemaatstaf relevant omdat de externe lezer hierdoor de
inherente omzetevoluties jaar over jaar kan vergelijken.
In onderstaande tabel wordt de
geconsolideerde
gecorrigeerde omzet per type voor het jaar 2024 vergeleken met
2023.
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
140 141
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
overige vorderingen.
De contractpassiva worden opgenomen in de geconsolideerde balans als ‘handelsschulden’ en ‘ontvangen
vooruitbetalingen’. Verplichtingen tot retour, terugbetaling en andere vergelijkbare verplichtingen hebben
betrekking op losse verkopen via persverdeling. Er wordt hiervoor een provisie voor de onverkochte nummers
geboekt. Deze is gebaseerd op gegevens m.b.t. de historische retours.
TOELICHTING 5 - DIENSTEN EN DIVERSE GOEDEREN
De diensten en diverse goederen van de Groep bestaan uit:
in duizend euro 2024 2023
Transport- en distributiekosten -19.610 -19.053
Marketing- en promotiekosten -33.066 -32.980
Commissielonen -4.891 -5.969
Erelonen -52.542 -49.956
Huur -1.816 -1.701
Energiekosten -2.751 -3.836
Onderaannemers en diverse leveringen -16.017 -15.636
Bestuurdersbezoldigingen -597 -575
Uitzendkrachten -3.130 -2.785
Verplaatsings- en onthaalkosten -1.526 -1.430
Verzekeringen -794 -729
Diverse diensten en diverse goederen -1.065 -882
Totale diensten en diverse goederen -137.804 -135.533
Diensten en diverse goederen zijn met € 2,3 miljoen of 1,7 % gestegen t.o.v. vorig jaar. De stijging komt
hoofdzakelijk uit de diensten en diverse goederen in de overgenomen entiteit RMN Mindstyle BV, die in 2024 voor
een volledig jaar meetelt terwijl dit vorig jaar maar voor twee maanden was.
Transport-en distributiekosten zijn jaar over jaar gestegen in België en Nederland. De distributietarieven zijn in
België in de tweede jaarhelft van 2024 aangepast naar aanleiding van de beslissing van de federale regering om de
overheidsconcessie
voor
de
bedeling
van
kranten
en
tijdschriften
te
wijzigen.
Er
gelden
in
het
nieuwe
bedelingscontract met bpost andere criteria met betrekking tot gewicht en dag van levering die een impact hebben
op de distributiekost.
Erelonen omvatten erelonen redactie en foto’s en algemene erelonen. De rubriek onderaannemers en diverse
leveringen omvat voornamelijk onderhouds- en herstellingskosten, telecommunicatiekosten en brandstofkosten.
Commissielonen betreffen door derden gefactureerde commissies (commissie publiciteit, commissie losse verkoop
en commissie abonnementen).
TOELICHTING 6 - PERSONEELSKOSTEN
in duizend euro 2024 2023
Lonen en wedden -79.131 -81.677
Socialezekerheidsbijdragen -20.575 -20.883
Op aandelen gebaseerde betalingen 29 -30
Kosten uit hoofde van vergoedingen na -3.694 -3.927
uitdiensttreding
Overige personeelskosten -9.229 -8.141
Totaal personeelskosten -112.600 -114.658
De daling van de personeelskosten in 2024 met € 2,0 miljoen is voornamelijk te wijten aan een lagere
personeelsbezetting (-29 FTE’s), ondanks de overname van de BV RMN Mindstyle einde vorig jaar.
De kosten uit hoofde van vergoedingen na uitdiensttreding hebben voornamelijk betrekking op lasten voor
toegezegde-bijdragenregelingen. Dit betreft voornamelijk Belgische regelingen gefinancierd door
groepsverzekeringen die als een toegezegd-pensioenregeling beschouwd worden, zie Toelichting 25.
Tewerkstelling in voltijdse equivalenten 2024 2023
Aantal voltijds equivalente werknemers op het einde 1.185 1.214
van het boekjaar
De split tussen het aantal voltijds equivalente arbeiders en bedienden is als volgt: 237 arbeiders (254 in 2023) en 948
bedienden (960 in 2023).
TOELICHTING 7 - WAARDEVERMINDERINGEN OP VOORRADEN EN VORDERINGEN
in duizend euro 2024 2023
Waardevermindering & terugname waardevermindering op -74 -94
voorraden
Waardevermindering & terugname waardevermindering op -297 -752
handelsvorderingen
Totaal waardeverminderingen op voorraden en vorderingen -371 -846
Waardeverminderingen op voorraden worden geboekt op papiervoorraad met weinig verbruik.
We verwijzen naar toelichting 18 voor uitleg bij de waardevermindering op handelsvorderingen .
TOELICHTING 8 - ANDERE BEDRIJFSOPBRENGSTEN ENKOSTEN
in duizend euro 2024 2023
Bedrijfssubsidies 2.142 2.718
Meerwaarde bij realisatie van (im)materieel vast actief 2.468 1.227
Meerwaarde bij de verkoop van de Duitse merken 2.559 -
Betalingsverschillen-en kortingen 878 854
Diverse verrekeningen - 10
Overige bedrijfsopbrengsten 533 473
Totaal andere bedrijfsopbrengsten 8.580 5.282
in duizend euro 2024 2023
Overige belastingen -733 -728
Verlies bij realisatie van (im)materieel vast actief -22 -5
Verlies op handelsvorderingen -764 -865
Verlies op overige vorderingen -785 13
Schadevergoeding -125 -59
Omrekeningsverschillen -14 -13
Betalingsverschillen, bankkosten -581 -500
Overige bedrijfskosten -186 -21
Totaal andere bedrijfskosten -3.210 -2.178
Subsidies worden ontvangen voor ploegenarbeid in de drukkerij en voor innovatieve projecten doorheen de
in duizend euro 2024 2023 Trend
Publiciteit 98.344 100.427 -2.083
Abonnementen en losse verkoop 147.192 149.637 -2.445
Drukwerk voor derden 33.446 39.160 -5.714
Overige omzet (o.a. line extensions) 32.746 34.302 -1.556
Gecorrigeerde omzet 311.728 323.526 -11.798
Wijzigingen omwille van overname of
afstoting van merken
8.579 - 8.579
Totale omzet 320.307 323.526 -3.219
Wijzigingen omwille van overname of afstoting van merken omvat volgende wijzigingen (we verwijzen ook naar
toelichting 2 – Groepsstructuur voor meer informatie rond deze transacties) :
- In november 2023 werd de BV RMN Mindstyle overgenomen waardoor de resultaten opgenomen werden
vanaf die datum. Voor de vergelijkbaarheid werd in 2024 ook slechts de omzet van de maanden november
en december opgenomen.
- In november 2024 werden de Duitste magazines verkocht. In het jaar 2023 waren deze nog voor een volledig
jaar opgenomen. Voor de vergelijkbaarheid werd ook geschatte omzet van november en december 2024
opgenomen in bovenstaande voorstelling.
III. Activa en verplichtingen met betrekking tot contracten met klanten
Na toepassing van IFRS 15
Omzet uit contracten met klanten
, heeft de groep de volgende activa en passiva met
betrekking tot contracten met klanten opgenomen:
De waarderingsregels van de Groep met betrekking tot de omzet zijn terug te vinden in Toelichting 1.
Toelichting 2024 2023 Trend
Vorderingen
Handelsvorderingen, bruto
18
53.812 52.997 815
Waardevermindering op dubieuze vorderingen,
vlottend (-)
18 -4.782 -4.511 -271
Contractactiva
Te factureren
18
1.873 2.151 -278
Contractpassiva
Ontvangen vooruitbetalingen
27
40.098 41.732 -1.634
Op te stellen creditnota's
27
1.372 1.792 -420
Creditsaldi klanten
27
703 753 -50
Over te dragen opbrengsten
27
7.411 6.172 1.239
Verplichtingen tot retour, terugbetaling en andere
v
ergelijkbare verplichtingen
Op te stellen creditnota's: provisie voor onverkochte 27 6.830 5.856 974
nummers
Contractactiva en -passiva hebben betrekking op klantcontracten die in het algemeen worden afgerekend binnen
twaalf maanden na aanvang van het contract. Roularta Media Group heeft geen contractkosten, m.a.w. geen kosten
die enkel specifiek aan één klant/contract gelinkt zijn.
De contractactiva worden mee opgenomen in de geconsolideerde balans als ‘handelsvorderingen en overige
vorderingen’. Ze hebben voornamelijk betrekking op prestatieverplichtingen die zijn vervuld, maar waarvoor er nog
geen facturatie gebeurd is. Bij facturatie worden deze contractactiva overgedragen naar vorderingen en worden deze
dus onvoorwaardelijk. Informatie over handelsvorderingen wordt verder toegelicht in Toelichting 18 Handels- en
onderneming.
In 2024 bedragen de andere bedrijfsopbrengsten €8,6 miljoen (2023: opbrengst van €5,3 miljoen ) of een stijging van
3,3 miljoen.
Deze is voornamelijk te wijten aan 1/ een grotere meerwaarde dan vorig jaar op de verkoop van gebouwen en een
merk (+ € 1,2 miljoen) en 2/ een meerwaarde van € 2,6 miljoen op de verkoop van de Duitse magazines Plus Magazin,
Frau im Leben en G-Geschichte. Met betrekking tot de eerste reden, kwam er in 2024 € 2,1 miljoen voort uit de
meerwaarde van de verkoop van gebouwen in Zellik en Roeselare en daarnaast nog een meerwaarde van 0,2
miljoen op de verkoop van de vakbladen Grafisch Nieuws, Verpakking & Label en Media & Communication. Met
betrekking tot de tweede reden verwijzen we naar toelichting 2 – Groepsstructuur.
De andere bedrijfskosten zijn met € 1,0 miljoen gestegen. De grootste oorzaak is een minderwaarde op een overige
vordering die definitief oninbaar geworden is.
TOELICHTING 9 - FINANCIERINGSOPBRENGSTEN EN -KOSTEN
in duizend euro 2024 2023
Intrestopbrengsten 1.849 853
Financieringsopbrengsten 1.849 853
Intrestkosten -702 -461
Financieringskosten -702 -461
Totaal nettofinancieringskosten 1.147 393
De intrestopbrengsten zijn in 2024 voornamelijk gestegen omwille van de termijndeposito’s die over een langere periode
in 2024 uitstonden dan in 2023. Ook de gemiddelde intrestvoet was wat hoger. We verwijzen hiervoor naar toelichting 21.
De intrestkosten in zowel 2024 als 2023 bestaan uit de interestlast afkomstig van de leaseverplichtingen erkend onder
IFRS 16, alsook overige interesten.
TOELICHTING 10 - BELASTINGEN OP HET RESULTAAT
I. Actuele en uitgestelde belastingen
in duizend euro 2024 2023
A. Actuele belastingen
Belastingen op het resultaat van het boekjaar -196 -1.106
Aanpassingen aan belastingen van voorgaande 1.225 -98
perioden
Totaal actuele belastingen 1.029 -1.204
B. Uitgestelde belastingen
Opname en terugboeken van tijdelijke verschillen 126 -1.158
Uitgestelde belastingen uit terugname van
afschrijving (+) of afschrijving (-) van uitgestelde 176 1.101
belastingvordering
Totaal uitgestelde belastingen 302 -57
Totaal actuele en uitgestelde belastingen 1.331 -1.261
De actuele belastingopbrengst is volledig afkomstig van Nederland door een terugname van vroegere geraamde
belastingen op statutaire afschrijvingen. In België en Duitsland zijn er wel actuele belastingkosten. In België betreft
het vooral roerende voorheffing op de ontvangen intresten uit de termijnrekeningen. In Duitsland betreft het een
geraamde belasting op de meerwaarde op de verkoop van de Duitse magazines (zie toelichting 2 en 8).
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
142 143
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
TOELICHTING 11 - WINST PER AANDEEL
2024 2023
I. Beweging in het aantal aandelen (gewone
a
andelen)
Aantal aandelen, beginsaldo 13.141.123 13.141.123
Kapitaalverhoging na keuzedividend 790.797 -
Aantal aandelen, eindsaldo 13.931.920 13.141.123
- aandelen uitgegeven en volledig betaald 13.931.920 13.141.123
II. Overige informatie
Aantal aandelen in bezit van de onderneming of
verbonden partijen
1.611.984 1.356.619
Waarvan aandelen gereserveerd voor uitgifte onder 78.540 93.440
opties
III. Berekening van de winst per aandeel
1. Aantal aandelen
1.1 Gewoon gewogen gemiddeld aantal aandelen 12.510.872 11.781.577
1.2. Aanpassingen om het gewogen gemiddeld
aantal aandelen na verwateringseffect te -13.088
berekenen
optieplannen-13.088
1.3. Gewogen gemiddeld aantal aandelen na 12.510.872 11.794.665
verwateringseffect
2. Berekening
De stijging in het aantal aandelen (790.797 aandelen) komt van de kapitaalsverhoging naar aanleiding van het
keuzedividend over het boekjaar 2023. De stijging in het aantal eigen aandelen komt van de aankoop van 265.237
aandelen Roularta van de NV Shopinvest. Voor beide transacties verwijzen we naar toelichting 22 – Eigen vermogen.
De berekening van de gewone winst en de verwaterde winst per aandeel is gebaseerd op volgende parameters:
Nettoresultaat toerekenbaar aan de aandeelhouders van RMG
Gewoon gewogen gemiddeld aantal aandelen
=
6.073 K€
12.510.872
= 0,49 euro per aandeel
Nettoresultaat toerekenbaar aan de aandeelhouders van RMG
Gewogen gemiddeld aantal aandelen na verwateringseffect
=
6.073 K€
12.510.872
= 0,49 euro per aandeel
TOELICHTING 12 - DIVIDENDEN
2024 2023
Bedrag aan dividenden toegekend na balansdatum,
maar vóór de goedkeuring van de geconsolideerde - 11.786
jaarrekening (in duizend euro)
Brutodividend per aandeel (in euro) - 1,0
Aantal aandelen op 31/12 13.141.123 13.141.123
Aantal eigen aandelen op 31/12 -1.611.984 -1.356.619
Wijziging eigen aandelen (vóór Algemene 500 1.100
Vergadering)
Nieuwe aandelen wegens kapitaalverhoging 790.797 -
Aantal dividendgerechtigde aandelen op 31/12 12.320.436 11.785.604
We verwijzen naar voorgaande toelichting en toelichting 22 voor de wijziging in het aantal (eigen) aandelen.
De Raad van Bestuur zal aan de Algemene Vergadering voorstellen om over het boekjaar 2024 geen brutodividend uit te
keren. De 2023 cijfers geven de goedgekeurde dividenden weer.
In het geval dat optiehouders nog opties uitoefenen tussen het moment van publicatie van dit jaarverslag en de algemene
vergadering, kan het aantal dividendgerechtigde aandelen nog wijzigen.
TOELICHTING 13 - GOODWILL
in duizend euro
2024
AAN KOSTPRIJS
Saldo op 1 januari
10.849
Mutaties tijdens het boekjaar
Saldo op 31 december
10.849
AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN
Saldo op 1 januari
997
Mutaties tijdens het boekjaar:
Bijzondere waardeverminderingen
1.877
Saldo op 31 december
2.874
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar
7.975
in duizend euro
2023
AAN KOSTPRIJS
Saldo op 1 januari
10.849
Mutaties tijdens het boekjaar
Saldo op 31 december
10.849
AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN
Saldo op 1 januari
997
Mutaties tijdens het boekjaar
Saldo op 31 december
997
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar
9.852
In onderstaande tabel wordt weergegeven welke goodwill op de balans staat in het huidige en vorige boekjaar. EW (New
Skool Media) is een Nederlands magazine; 50+Beurs & Gezondheidsbeurs zijn twee Nederlandse beurzen.
in duizend euro 2024 2023
Goodwill EW (New Skool Media) 7.975 7.975
Goodwill 50+ Beurs & Gezondheidsheidsbeurs - 1.877
Totale Goodwill 7.975 9.852
Conform IAS 36 werd een goodwill impairment test uitgevoerd. Voor deze jaarlijkse test werd de realiseerbare waarde
bij zowel EW als 50+ bekomen via de methode van de bedrijfswaarde in een verdisconteerd kasstroommodel. Deze gaat
uit van kasstroomprognoses voor de komende vijf jaar (2025-2029). Het eerste jaar, 2025, is de meest recente
budgetinschatting van het management waar verwacht wordt dat omzet voor EW ongeveer 5% hoger ligt dan 2024; voor
50+ is dit 49%. De EBITDA marge (i.e. ten opzichte van omzet) wordt verwacht rond de 13% te bedragen vanaf 2025 (9%
in 2024) voor EW; voor 50+ wordt verwacht dat deze negatief blijft. De inschattingen voor de jaren 2025-2029 zijn
gebaseerd op ervaringen uit het verleden waarbij o.a. kostenstijgingen steeds gecompenseerd worden met
kostenefficiënties en prijsstijgingen. Daarnaast zijn ze ook gebaseerd op interne inschattingen rond volumes en prijzen
en voor 50+ specifiek ook op lange termijn marktevoluties. De gebruikte discontovoet is over alle jaren heen dezelfde.
De terminale waarde werd bepaald op basis van een perpetuïteitsformule waarbij uitgegaan werd van ee n
langetermijngroeivoet van 0% en een discontovoet na belastingen van 8,2% voor EW (vorig jaar 8,0%) en 8,7% voor 50+
(vorig jaar 9,4%). Deze werd apart berekend voor Nederlandse magazines versus Nederlandse beurzen en is gebaseerd
Vorig jaar waren de actuele belastingkosten voornamelijk geraamde belastingen in Nederland.
II. Aansluiting tussen toepasselijk en effectief belastingtarief
in duizend euro 2024 2023
Bedrijfsresultaat na nettofinancieringskosten 4.793 3.629
Aandeel in het resultaat van geassocieerde 1.793 2.678
ondernemingen en joint ventures
Resultaat vóór belastingen, exclusief aandeel in het
resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint 3.000 951
ventures
Toepasselijk belastingtarief -25,0% -25,0%
Belasting op basis van het toepasselijk -750 -238
b
elastingtarief
Aanpassingen aan belastingen van voorgaande 868 -1
perioden (+/-)
Impact van niet-aftrekbare kosten (-) -753 -511
Impact van niet-belastbare inkomsten (+) - 74
Impact van investeringsaftrek en notionele intresten 518 102
(terugdraaiing (-))
Impact van het niet erkennen van uitgestelde
belastingen op fiscale verliezen van het huidige - -116
boekjaar (-)
Impact van opgezette / (aangewende) uitgestelde 2.126 737
belastingen op vorige boekjaren
Impact van het erkennen / (niet erkennen) van -112 -288
uitgestelde belastingen op vroegere fiscale verliezen
Impact van belastingtarief in andere rechtsgebieden -198 -43
Overige toename / afname (+/-) 251 -66
Impact van niet-aftrekbare goodwill -619 -911
Belasting op basis van het effectief belastingtarief 1.331 -1.261
Resultaat vóór belastingen 4.793 3.629
Aandeel in het resultaat van geassocieerde 1.793 2.678
ondernemingen en joint ventures
Resultaat vóór belastingen, exclusief aandeel in het
resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint 3.000 951
ventures
Effectief belastingtarief 44,4% -132,6%
Belasting op basis van het effectief belastingtarief 1.331 -1.261
Het effectief belastingtarief bedraagt in 2024 44,4 % (opbrengst), voornamelijk door hogervermelde
belastingopbrengst in Nederland, ten opzichte van -132,6 % in 2023.
De impact van opgezette/(aangewende) uitgestelde belastingen op vorige boekjaren komt zowel uit België als
Duitsland waar huidige winsten (in Duitsland voor de gerealiseerde meerwaarde op de verkoop van de magazines –
zie toelichting 2 en 8) kunnen gecompenseerd worden met fiscale verliezen uit het verleden.
Er zijn noch in 2024, noch in 2023 uitgestelde belastingen m.b.t. kosten en opbrengsten rechtstreeks opgenomen in
het eigen vermogen.
III. Belastingen opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten
Uitgestelde belastingen m.b.t. kosten en opbrengsten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten:
in duizend euro 2024 2023
Langetermijnpersoneelsbeloningen - actuariële winsten / verliezen -310 -112
Belastingen opgenomen in de niet-gerealiseerde -310 -112
r
esultaten
op een WACC-model waarbij de risicopremie en gearingratio gebaseerd zijn op het profiel van een groep van
vergelijkbare bedrijven. De langetermijngroeivoet reflecteert de verwachtingen binnen de mediawereld.
De test op bijzondere waardevermindering van goodwill met betrekking tot EW (NewSkoolMedia) heeft net zoals vorig
jaar niet tot een bijzondere waardevermindering geleid. Het bedrag waarmee de realiseerbare waarde van de eenheid
de boekwaarde overstijgt, is € 3,3 miljoen (vorig jaar € 3,4 miljoen). In die boekwaarde is ook het merk voor een bedrag
van € 13,0 miljoen en de klantenportefeuille voor € 1,2 miljoen opgenomen die voor EW op de balans staan onder de
immateriële activa. We verwijzen naar Toelichting 14 voor een overzicht van deze saldi. Bijgevolg is er ook geen
bijzondere waardevermindering nodig van deze immateriële activa.
Voor de goodwill (zie ook toelichting 14) met betrekking tot 50+Beurs en Gezondheidsbeurs (€ 1,9 miljoen) en het merk
50+Beurs en Festival (€ 0,7 miljoen) resulteerde de test echter wel in een bijzondere waardevermindering van de totale
openstaande nettoboekwaarde (dus € 2,6 miljoen). Deze kost bevindt zich in de geconsolideerde winst-en verliesrekening
onder de ‘bijzondere waardeverminderingen’ onder de post ‘Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen’. Vorig
jaar was het bedrag waarmee de realiseerbare waarde van de eenheid de totale boekwaarden oversteeg € 0,4 miljoen.
Voorts werd een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd op de belangrijkste veronderstellingen van de impairment test. De
analyse is gebaseerd op een verandering in een belangrijke veronderstelling, waarbij alle andere veronderstellingen
constant blijven. Mogelijks is dit niet representatief voor een werkelijke wijziging, aangezien het onwaarschijnlijk is dat
veranderingen in veronderstellingen geïsoleerd plaatsvinden. Onderstaande tabel geeft de wijziging in het percentage in
de assumptie weer (procentpunten) waardoor de headroom op nul valt voor huidig en vorig boekjaar. Dit zijn daarom niet
de redelijkerwijs mogelijke wijzigingen.
Voor de eerste assumptie met betrekking tot de disconteringsvoet, is een daling of stijging van maximum 2% een
redelijkerwijs mogelijke wijziging. Voor de langetermijngroeivoet van de kasstromen na de vijf jaar periode is een daling
of stijging van maximum 5% een redelijkerwijs mogelijke wijziging. Voor de kasstroom die dient voor de perpetuïteit is
een daling of stijging van maximum 20% een redelijkerwijs mogelijke wijziging. Voor het EBITDA % van omzet is een
daling of stijging van maximum 6% een redelijkerwijs mogelijke wijziging. Voor 50+ werd geen sensitiviteitsanalyse meer
uitgevoerd gezien de bijzondere waardevermindering op 31 december 2024.
EW
50+
Veronderstelling 2024 2023 2024 2023
Disconteringsvoet 1,5% 1,5% - 1,1%
Langetermijngroeivoet kasstromen na -2,3% -2,3% - -1,8%
de vijf jaar periode
Kasstroom die dient voor de -22,0% -22,0% - -16,0%
perpetuïteit
EBITDA % van omzet -2,0% -2,6% - -2,0%
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
144 145
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
in duizend euro
Concessie,
Klanten-
e
igendoms-
Totaal
2023 Merken portefeuille Software en gelijk- immaterle
aardige activa
r
echten
AAN KOSTPRIJS
Saldo op 1 januari 162.311 4.251 46.786 15.428 228.776
Mutaties tijdens het boekjaar
- Aanschaffingen 2.636 - 4.938 - 7.574
- Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties en 3.696 - 271 - 3.967
aankoop bedrijfstak
- Verkopen en buitengebruikstellingen -7.681 -990 -245 -6.173 -15.089
- Andere wijzigingen - - 42 - 42
Saldo op 31 december 160.962 3.261 51.792 9.255 225.270
AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE
W
AARDEVERMINDERINGEN
Saldo op 1 januari 89.641 995 37.682 15.332 143.650
Mutaties tijdens het boekjaar
- Afschrijvingen 5.680 615 4.473 15 10.783
- Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties - - 239 - 239
- Verkopen en buitengebruikstellingen -7.681 -990 -242 -6.173 -15.086
Saldo op 31 december 87.640 620 42.152 9.174 139.586
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar 73.322 2.641 9.640 81 85.686
De ‘aanschaffing’ op merken van 119K€ betreft een aanpassing op de overnamebalans van het merk Flow. De Groep
heeft daarnaast veel aanschaffingen binnen software (€ 6,9 miljoen versus € 4,9 miljoen vorig jaar) omdat ze sterk inzet
op proces-en productinnovaties, onder meer op innovaties die de digitale leeservaring verbeteren. De MijnMagazines
app wordt continu geoptimaliseerd en er wordt o.a. verder geïnvesteerd in het nieuwe productiebeheer-systeem voor
de drukkerij. Binnen de software aanschaffingen zijn er zowel intern gegenereerde ontwikkelingen ter waarde van €
1,3 miljoen (zie winst-en verliesrekening ‘geproduceerde vaste activa’) als afzonderlijk verworven software (€ 5,6
miljoen).
De -179K€ ‘verwerving door middel van bedrijfscombinaties en aankoop bedrijfstak’ betreft een aanpassing op de
overnamebalans van de acquisitie RMN Mindstyle BV binnen de éénjarige waarderingsperiode. We verwijzen hiervoor
naar toelichting 2 - Groepsstructuur.
De € -5,1 miljoen op de post ‘verkopen en buitengebruikstellingen’ (zowel in het bedrag aan kostprijs als in de
afschrijvingen en waardeverminderingen) betreft de verkoop van de vakbladen Grafisch Nieuws, Verpakking & Label en
Media & Communication die een merk-nettoboekwaarde van nul hadden. Er werd een meerwaarde van € 0,2 miljoen
gerealiseerd op de verkoop. De verkoop van de Duitse magazines (zie toelichting 2 – Groepsstructuur) heeft geen
beweging veroorzaakt in bovenstaande tabel gezien er geen waarde toegewezen was aan deze merken ten tijde van de
overname ervan. We verwijzen hiervoor naar toelichting 8 - Andere bedrijfsopbrengsten en –kosten. De € -1,2 miljoen
en € -1,7 miljoen op ‘verkopen en buitengebruikstellingen’ van respectievelijk software en concessies,
eigendomsrechten en gelijkaardige rechten hebben te maken met immateriële vaste activa die niet langer
gecommercialiseerd worden door de Groep en reeds volledig afgeschreven waren.
De bijzondere waardevermindering van € 0,7 miljoen in 2024 heeft betrekking op het merk 50+ Beurs & Festival. We
verwijzen hiervoor naar de bijzondere waardeverminderingstest in toelichting 13 - Goodwill.
In 2023 werden de merken ‘Helden’ en ‘Flow’ overgenomen in Nederland voor samen een bedrag van € 2,6 miljoen
(beide onder ‘aanschaffing merken’). ‘Helden’ heeft een verwachte gebruiksduur van 5 jaar, ‘Flow’ van 10 jaar.
Ook nog in 2023 betrof de ‘verwervingen door middel van bedrijfscombinaties en aankoop bedrijfstak’ de acquisitie van
RMN Mindstyle BV die in toelichting 2 beschreven werd en waarbij de merken Happinez, Yoga en Psychologie werden
opgeboekt.
De ‘verkopen en buitengebruikstellingen’ van in totaal € 15,1 miljoen hadden te maken met immateriële vaste activa
die niet langer gecommercialiseerd worden door de Groep en reeds volledig afgeschreven waren.
Onderstaande tabel toont de netto boekwaarde van de merken, klantenportefeuilles en software op 31 december 2024
en 31 december 2023 en de resterende gebruiksduur per 31 december 2024.
in duizend euro
Totale
In duizend euro Immaterle Immaterle resterende
activa - 2024
a
ctiva - 2023
gebruiksduur
(in jaren)
Libelle/Femmes d'Aujourd'hui 17.885 19.212 13,5
Plus magazine Nederland 13.514 14.345 16,3
EW 13.029 13.787 17,2
Landleven 5.421 5.860 13,5
Télépro 2.595 3.010 6,3
Happinez 2.385 2.653 8,8
Flow 2.165 2.286 9,0
Truckstar 1.814 2.067 7,2
Beleggers Belangen 1.436 1.636 7,2
Top Uitgaves 1.215 1.562 3,5
Fiscaal-juridisch 1.119 1.529 3,5
Fiets 1.118 1.274 7,2
Plus magazine België 1.014 1.081 15,2
Psychologie 526 663 3,8
Feeling/Gael 408 524 3,5
Gezondheid 311 449 2,2
Helden 245 315 3,5
Yoga 100 299 3,8
50+ Beurs & Festival - 770 -
Totaal merkwaarde 66.300 73.322
Klantenporteuille (EW) 1.198 1.297 12,2
Klantenportefeuille Plus Magazine NL 349 628 1,3
Klantenportefeuille Black Tiger 268 408 2,0
Klantenporteuille (Beleggers Belangen, Truckstar, Fiets) 211 308 2,2
Totaal waarde klanteportefeuilles 2.026 2.641 -
Totale software 11.440 9.641 3 tot 5
Totaal andere - 82 -
Totaal immaterieel vast actief 79.765 85.686
I
mpairment test merken in 2024
Eén van de belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden is de beoordeling van de gebruiksduur van de merken.
Alle merken op zich zijn een kasstroomgenererende eenheid (KGE). Reden hiervoor is dat elk merk een identiteit op
zich vormt, met een eigen strategische positionering, eigen doelgroep, eigen waarden, eigen marketing- en
salesaanpak die individueel aangestuurd worden om zo de hoogste waarde per merk te verkrijgen.
Op 31 december 2024 verwacht de Groep geen afwijking ten opzichte van de verwachte levensduur die bepaald werd op
het einde van de vorige verslagperiode.
Daarnaast werd er bekeken of er voor sommige merken een indicatie op bijzondere waardevermindering bestaat door
de omzetten en winstmarges te vergelijken met de originele business plannen. Hieruit bleek dat een aantal merken
qua winstmarges beter presteren dan verwacht, maar voor Télépro, Happinez, Flow, Beleggers Belangen, Fiets, 50+
Beurs & Festival en bij enkele minder materiële merken (nettoboekwaarde van minder dan één miljoen euro zoals
Psychologie, Feeling/Gael, Gezondheid en Helden) wordt echter een lagere winstgevendheid verwacht waardoor een
TOELICHTING 14 - IMMATERIËLE ACTIVA
in duizend euro
Concessie,
Klanten-
e
igendoms
Totaal
2024 Merken portefeuille Software -en gelijk- immateriële
aardige activa
r
echten
AAN KOSTPRIJS
Saldo op 1 januari 160.962 3.261 51.792 9.255 225.270
Mutaties tijdens het boekjaar
- Aanschaffingen 119 - 6.899 - 7.018
- Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties en -179 - - - -179
aankoop bedrijfstak
- Verkopen en buitengebruikstellingen -5.093 - -1.195 -1.746 -8.034
- Desinvestering van dochterondernemingen -1 - -62 - -63
Saldo op 31 december 155.809 3.261 57.435 7.509 224.014
AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE
W
AARDEVERMINDERINGEN
Saldo op 1 januari 87.640 620 42.152 9.174 139.586
Mutaties tijdens het boekjaar
- Afschrijvingen 6.291 615 5.082 81 12.069
- Bijzondere waardeverminderingen 674 - - - 674
- Verkopen en buitengebruikstellingen -5.093 - -1.177 -1.746 -8.016
- Desinvestering van dochterondernemingen -1 - -62 - -63
Saldo op 31 december 89.510 1.235 45.995 7.509 144.249
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar 66.300 2.026 11.440 - 79.765
impairment test werd uitgevoerd. Voor 50+ Beurs & Festival verwijzen we naar toelichting 13 waar de goodwill
impairment test besproken wordt.
In de test op bijzondere waardevermindering werd de realiseerbare waarde voor elk van de kasstroomgenererende
eenheden bepaald op basis van een bedrijfswaarde-berekening in een verdisconteerd kasstroommodel. Deze gaat uit
van kasstroomprognoses voor de komende vijf jaar (2025-2029). Het eerste jaar, 2025, is de meest recente
budgetinschatting van het management waar omzet voorspellingen gemiddeld ongeveer 4% hoger liggen dan in 2024.
De inschattingen voor de jaren 2025-2029 zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden waarbij o.a. kostenstijgingen
steeds gecompenseerd worden met kostenefficiënties en prijsstijgingen. Daarnaast zijn ze ook gebaseerd op interne
inschattingen rond volumes en prijzen. De gebruikte discontovoet is over alle jaren heen dezelfde.
De terminale waarde werd bepaald op basis van een perpetuïteitsformule waarbij uitgegaan werd van een
langetermijngroeivoet van 0% en een WACC van 9,1% voor de Belgische magazines (vorig jaar 8,8%) en 8,2% voor de
Nederlandse magazines (vorig jaar 8,0%). De discontofactor na belastingen is gebaseerd op een WACC-model waarbij
de risicopremie en gearingratio gebaseerd zijn op een groep van vergelijkbare bedrijven. Daarbovenop werd rekening
gehouden met een andere risicovrije rentevoet, risicopremie en belastingvoet in België versus Nederland. De
langetermijngroeivoet reflecteert de verwachtingen binnen de mediawereld.
De test heeft voor geen van de merken tot een bijzondere waardevermindering geleid. Het bedrag waarmee de
realiseerbare waarde de boekwaarde overstijgt voor Télépro is € 2,9 miljoen, voor Happinez € 0,9 miljoen, voor Flow €
1,2 miljoen en voor de minder materiële merken samen € 0,9 miljoen. Voor Beleggers Belangen, Fiets en Helden is de
headroom quasi breakeven.
Voorts werd een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd op de belangrijkste veronderstellingen van de impairment test. De
analyse is gebaseerd op een verandering in een belangrijke veronderstelling, waarbij alle andere veronderstellingen
constant blijven. Mogelijks is dit niet representatief voor een werkelijke wijziging, aangezien het onwaarschijnlijk is dat
veranderingen in veronderstellingen geïsoleerd plaatsvinden. De onderstaande tabellen geven de wijziging in het
percentage in de assumptie weer waardoor de headroom op nul valt voor huidig en vorig boekjaar. Voor Beleggers
Belangen, Fiets en Helden resulteert elke negatieve wijziging in een bijzondere waardevermindering.
Voor de assumptie met betrekking tot disconteringsvoet kan een daling of stijging van maximum 2% als redelijkerwijs
mogelijke wijziging aanzien worden. Voor de langetermijngroeivoet van de kasstromen na de vijf jaar periode, is een
daling of stijging van maximum 5% een redelijkerwijs mogelijke wijziging. Voor de kasstroom die dient voor de
perpetuïteit is een een daling of stijging van maximum van 20% een redelijkerwijs mogelijke wijziging.
pro
Happinez
Flow
Veronderstelling
2024
2023 2024 2023 2024 2023
Disconteringsvoet
15,0%
6,6% 3,0% (a) 4,0% (a)
Langetermijngroeivoet kasstromen -100,0% -15,0% -4,5% (a) -6,5% (a)
na de vijf jaar periode
Kasstroom die dient voor de -95,0% -60,0% -35,0% (a) -45,0% (a)
perpetuïteit
Psychologie
Feeling
Gezondheid
Veronderstelling
2024
2023 2024 2023 2024 2023
Disconteringsvoet
7,0%
(a) 2,0% 1,1% 6,0% 2,8%
Langetermijngroeivoet kasstromen -15,0% (a) -3,5% -1,6% -12,0% -4,7%
na de vijf jaar periode
Kasstroom die dient voor de -65,0% (a) -25,0% -15,0% -60,0% -35,0%
perpetuïteit
(a) Op dit merk is er geen test op bijzondere waardevermindering geweest in 2023.
Daarnaast heeft de Groep ook een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd op de gebruiksduur voor de merken die op 31
december 2024 een nettoboekwaarde hadden van € 4,0 miljoen of hoger. Hieronder worden deze resultaten opgenomen
voor de volledig geconsolideerde ondernemingen. We verwijzen naar toelichting 16 voor eenzelfde analyse op de
merken van joint ventures.
Indien de resterende gebruiksduur van 13,5 jaar voor het merk ‘Libelle/Femmes d’Aujourd’hui’, naar 10 jaar zou
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
146 147
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
TOELICHTING 15 - MATERIËLE VASTE ACTIVA
in duizend euro
T
erreinen
Installaties, Meubilair en Recht- Overige Activa
2024
e
n
m
achines en
r
ollend
op-
m
ateriële
i
n aan-
Totaal
gebouwen
u
itrusting
m
aterieel
gebruik
v
aste
bouw
a
ctiva
a
ctiva
AAN KOSTPRIJS
Saldo op 1 januari
92.126
51.996 11.241 14.962 977 2.735 174.037
Mutaties tijdens het boekjaar
- Aanschaffingen
1.908
4.435 375 4.039 123 1.447 12.327
- Verkopen en -8.049 -4.553 -1.335 -3.772 - - -17.709
buitengebruikstellingen
- Verkoop van - - -39 -969 - - -1.008
dochterondernemingen
- Overige toename / afname
366
2.367 - 82 - -2.734 81
- Transfer
-268
- - - 268 - -
Saldo op 31 december
86.083
54.245 10.242 14.342 1.368 1.448 167.728
AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN
Saldo op 1 januari
57.701
28.196 9.750 6.895 665 - 103.207
Mutaties tijdens het boekjaar
- Afschrijvingen
1.515
3.597 375 3.003 463 - 8.953
- Bijzondere - - - - -160 - -160
waardeverminderingen
- Verkopen en -7.893 -4.540 -1.332 -2.125 - - -15.890
buitengebruikstellingen
- Verkoop van - - -24 -802 - - -826
dochterondernemingen
- Overige toename / afname
-
- - 85 - - 85
- Transfer
-70
- - - 70 - -
Saldo op 31 december
51.323
27.253 8.769 7.056 968 - 95.369
Nettoboekwaarde per einde van
3
4.760
26.992 1.473 7.284 400 1.448 72.357
h
et boekjaar
Activa gesteld als zekerheid
in duizend euro
2024
Terreinen en gebouwen gesteld als zekerheid voor verplichtingen (hypotheek inbegrepen)
-
in duizend euro
Terreinen Installaties, Meubilair Recht-op- Overige
2023
e
n
m
achines en
e
n rollend
gebruik
m
aterle
Activa in Totaal
gebouwen
u
itrusting
m
aterieel
a
ctiva
v
aste
a
anbouw
a
ctiva
AAN KOSTPRIJS
Saldo op 1 januari
91.574
48.435 11.161 14.223 895 1.070 167.356
Mutaties tijdens het boekjaar
- Aanschaffingen
1.312
3.816 526 2.790 92 2.734 11.270
- Verkopen en -1.345 -696 -458 -2.086 -10 - -4.595
buitengebruikstellingen
- Overige toename / afname
585
441 12 35 - -1.069 4
Saldo op 31 december
92.126
51.996 11.241 14.962 977 2.735 174.037
AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN
Saldo op 1 januari
57.342
26.100 9.653 6.387 338 - 99.822
Mutaties tijdens het boekjaar
- Afschrijvingen
1.385
2.773 543 2.538 177 - 7.416
- Bijzondere - - - - 160 - 160
waardeverminderingen
- Verkopen en -1.026 -686 -457 -2.034 -10 - -4.213
buitengebruikstellingen
- Overige toename / afname
-
9 11 4 - - 24
Saldo op 31 december
57.701
28.196 9.750 6.895 665 - 103.207
Nettoboekwaarde per einde van
3
4.425
23.800 1.491 8.067 312 2.735 70.830
h
et boekjaar
Activa gesteld als zekerheid
in duizend euro
2023
Terreinen en gebouwen gesteld als zekerheid voor verplichtingen (hypotheek inbegrepen)
-
De aanschaffingen in bovenstaande tabel hebben zowel betrekking op materiële vaste activa die een kasuitstroom
vertegenwoordigen (€ 8,3 miljoen, vorig jaar € 8,5 miljoen) als deze die geen kasuitstroom veroorzaken (€ 4,0 miljoen TOELICHTING 16 - DEELNEMINGEN GEWAARDEERD VOLGENS DE VERMOGENSMUTATIE-
METHODE
I. Overzicht van significante joint ventures en geassocieerde ondernemingen
In 2024 hebben deze voornamelijk betrekking op 1/ ‘Terreinen en gebouwen’ : de renovatie van het kantoor in Brussel
recht-op-gebruik activa, vorig jaar € 2,8 miljoen).
Materiële vaste activa met een kasuitstroom
(€ 1,5 miljoen); 2/ ‘Installaties, machines en uitrusting’ : nieuwe hardware systemen in onze IT-afdeling (€ 3,5 miljoen),
nieuwe printers in de drukkerij (€ 0,5 miljoen waarvan € 0,2 miljoen nog in activa in aanbouw), de laatste betaling voor
de nieuwe ovens voor de drukkerij (€ 0,4 miljoen) en 3/ ‘Activa in aanbouw’ : de nieuwe paperwrap blistermachine (€
1,1 miljoen).
In het boekjaar 2023 werd hoofdzakelijk geïnvesteerd in de duurzame eco-efficiënte ovens in de drukkerij (€ 4,2 miljoen
waarvan € 2,3 miljoen onder ‘Activa in aanbouw’ en € 1,9 miljoen onder ‘Installaties, machines en uitrusting’), de nieuwe
Kanaal Z-TV studio (€ 0,9 miljoen waarvan € 0,5 miljoen onder ‘Terreinen en gebouwen’ en € 0,4 miljoen onder
‘Installaties, machines en uitrusting’), nieuwe PC’s en computerschermen (€ 0,9 miljoen onder ‘Installaties, machines
en uitrusting’) en verbouwing en inrichting van de kantoren in Brussel en het gebouw in Roeselare (€ 1,0 miljoen
waarvan € 0,6 miljoen onder ‘Terreinen en gebouwen’ en € 0,4 miljoen onder ‘Activa in aanbouw’).
De verkopen en buitengebruikstellingen op ‘Terreinen en gebouwen’ zijn in 2024 volledig te wijten aan de verkoop van
twee gebouwen waarvan o.a. het kantoorgebouw in Zellik. De meerwaarde die hierop gerealiseerd werd (€ 2,2 miljoen)
wordt gerapporteerd onder de ‘Andere bedrijfsopbrengsten’ – zie toelichting 8. De verkopen en buitengebruikstellingen
op ‘Installaties, machines en uitrusting’ zijn buitengebruikstellingen van productiemachines in de drukkerij.
Ook nog in 2024 zijn de activa in aanbouw van einde vorig boekjaar ter waarde van € 2,7 miljoen (zie vorige paragraaf)
teruggebracht worden, dan zou de impact 0,5 M€ bijkomende jaarlijkse afschrijving zijn. Indien de resterende
gebruiksduur zou teruggebracht worden naar 5 jaar, dan zou de bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast 2,3 M€
bedragen.
Indien de resterende gebruiksduur van 16,3 jaar voor het merk Plus Magazine NL’ naar 10 jaar zou teruggebracht
worden, dan zou de impact 0,5 M€ aan bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast zijn. Indien de resterende gebruiksduur
zou teruggebracht worden naar 5 jaar, dan zou de bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast 1,9 M€ bedragen.
Indien de resterende gebruiksduur van 17,2 jaar voor het merk ‘EW’ naar 10 jaar zou teruggebracht worden, dan zou de
impact 0,5 M€ aan bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast zijn. Indien de resterende gebruiksduur zou teruggebracht
worden naar 5 jaar, dan zou de bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast 1,8 M€ bedragen.
Indien de resterende gebruiksduur van 13,5 jaar voor het merk ‘Landleven’ naar 10 jaar zou teruggebracht worden, dan
zou de impact 0,1 M€ aan bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast zijn. Indien de resterende gebruiksduur zou
teruggebracht worden naar 5 jaar, dan zou de bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast 0,7 M€ bedragen.
I
mpairment test merken in 2023
In 2023 werden de merken Plus Magazine BE, Télépro, Beleggers Belangen, Feeling en Gezondheid op bijzondere
waardevermindering getest. De test leidde voor geen van de merken tot een bijzondere waardevermindering.
overgeboekt naar voornamelijk ’Installaties, machines en uitrusting’ en ‘Terreinen en gebouwen’.
Materiële vaste activa zonder kasuitstroom
De aanschaffingen in de erkende recht-op-gebruik activa (in overeenstemming met de IFRS16-regelgeving)
(€ 4,0 miljoen) hebben zowel betrekking op gebouwen als op rollend materieel. Op het einde van de verslagperiode
bestaan de activa uit volgende categorieën met onderstaande nettoboekwaarden:
in duizend euro 31/12/2024 31/12/2023
Gebouwen 1.892 3.838
Rollend materieel 5.194 4.114
Overige 198 115
Totale recht-op-gebruik activa 7.284 8.067
De Groep huurt verschillende kantoren, voertuigen en sommige machines. Huurcontracten worden meestal gemaakt
voor een vaste periode van 3 tot 9 jaar, mogelijk met uitbreidingsopties; één heeft een leasetermijn van meer dan 20
jaar. Huurtermijnen worden op individuele basis onderhandeld en bevatten een reeks verschillende algemene
voorwaarden. De huurovereenkomsten leggen geen enkele convenant op, maar geleasede activa mogen niet worden
gebruikt als borg voor financieringsdoeleinden.
De recht-op-gebruik activa die buitengebruik gesteld zijn, betreffen enerzijds de erfpacht op het gebouw in Zellik
waar nog een nettoboekwaarde van € 1,1 miljoen open stond. Ongeveer een zelfde bedrag werd afgeboekt in de
leaseverplichting (zie toelichting 26 – Financiële schulden). Daarnaast is een gehuurd gebouw in Nederland ook
buiten gebruikgesteld gezien dat het gebouw niet meer langer zal gehuurd worden. Tevens werden een heel aantal
leasingwagens in de loop van 2024 buiten gebruik gesteld omdat hun vijfjarige contract ten einde liep. In alle gevallen
zijn er elektrische leasingwagens in de plaats gekomen.
Onder de ‘verkoop van dochterondernemingen’ staan de uitboekingen van voornamelijk de recht-op-gebruik activa
en het meubilair en rollend matereel binnen Roularta Media Duitsland. Naar aanleiding van de verkoop van de
magazines, zal ook het gebouw niet meer verder gehuurd worden. Voor meer informatie met betrekking tot deze
verkoop, verwijzen we naar toelichting 2 – Groepsstructuur.
De kosten met betrekking tot kortlopende huurovereenkomsten bedragen 640 K€ (328 K€ in 2023); de kosten met
betrekking tot leasing van activa met een lage waarde (die niet worden weergegeven als leasing op korte termijn)
bedragen 176 K€ (426 K€ in 2023).
De volgende deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen hebben een significante impact op de
financiële positie en resultaten van de Groep.
Naam joint venture
H
oofd-
Hoofdzetel
P
ercentage van deelneming
a
ctiviteit
e
n stemrecht van de Groep
2024 2023
Mediafin NV
Media Brands
Brussel, België
50,0%
50,0%
Immovlan BV
Media Brands
Brussel, Belg 35,0% 35,0%
Deze deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen worden gewaardeerd volgens de
vermogensmutatiemethode. Voor een overzicht van alle joint ventures verwijzen we naar toelichting 2
Groepsstructuur. Samengevatte financiële informatie in verband met significante joint ventures en geassocieerde
ondernemingen van de Groep wordt hierna weergegeven. Deze financiële informatie komt overeen met de financiële
rapportering van de joint ventures en geassocieerde ondernemingen volgens IFRS.
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
148 149
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
in duizend euro
2024
2023
Nettoactiva van de joint venture / geassocieerde onderneming
98.452
102.383
Minus Mediafins deelneming in Pulsar-IT BV
-876
-876
Deelnemingspercentage van de Groep in Mediafin
50,0%
50,0%
Nettoboekwaarde van de deelneming in Mediafin
48.788
50.754
Op 31 december 2024 waren er geen indicatoren op bijzondere waardevermindering van de investering, waardoor
geen impairment test werd uitgevoerd.
De belangrijkste post onder de vaste activa betreft de immateriële vaste activa.
Onderstaande tabel geeft de goodwill en immateriële vaste activa aan in Mediafin en haar dochter Pulsar-IT (beide
aan 100%) op 31 december 2024 en 31 december 2023. De resterende netto boekwaarden en levensduur worden
weergegeven:
Totale
in duizend euro Immaterle Immaterle resterende
activa 2024
a
ctiva 2023
levensduur (in
jaren)
Merk - De Tijd/ L'Echo 68.432 70.495 33,2
Merk - BePublic - BeReal 1.138 1.497 3,2
Klantenrelaties 19.459 20.937 13,2
Goodwill - De Tijd/L'Echo 24.675 24.675 Onbeperkt
Goodwill Luxury Leads 2.368 2.368 Onbeperkt
Goodwill Pulsar-IT (OpenTheBox) 690 690 Onbeperkt
Totaal 116.762 120.662
Er is nog geen toerekening van de aankoopprijs gebeurd in kader van de Profacts overname waardoor hiervoor nog
geen immateriële activa opgenomen zijn (zie toelichting 2).
De totale jaarlijkse afschrijvingslast van de bovenstaande weergegeven immateriële vaste activa binnen Mediafin
bedraagt € 3,9 miljoen (exclusief belastinglatenties). De jaarlijkse impact op de EBITDA van Roularta Media Group
van deze afschrijvingen inclusief belastinglatentie, bedroeg € 1,5 miljoen.
De Groep heeft daarnaast op eind december 2024 terug een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd op de gebruiksduur van
de klantenrelaties en merken De Tijd/L’Echo. Hieronder volgen de conclusies:
Indien de resterende gebruiksduur van De Tijd/L’Echo van 33,2 jaar als ‘super’merk naar respectievelijk 20 jaar of
10 jaar zou teruggebracht worden, dan zou de bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast respectievelijk € 1,4 miljoen of
€ 4,8 miljoen bedragen. Het aandeel in de winst van de joint venture Mediafin (na uitgestelde belastingen) zou dan
dalen met respectievelijk € 0,5 miljoen of € 1,8 miljoen.
Indien de resterende gebruiksduur van 13,2 jaar van de klantenrelaties binnen Mediafin zou teruggebracht worden
naar 10 jaar, dan zou de bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast € 0,5 miljoen bedragen. Indien de resterende
gebruiksduur naar 5 jaar zou worden teruggebracht, dan zou de bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast € 2,4 miljoen
bedragen. Het aandeel in de winst van de joint venture Mediafin zou dan met respectievelijk € 0,2 miljoen of € 0,9
miljoen dalen.
Roularta Media Group heeft geen nettoschuld meer openstaan ten opzichte van Mediafin (einde vorig boekjaar 2,5
miljoen). Voorts zijn er geen voorwaardelijke of andere verplichtingen tegenover Mediafin op 31 december 2024.
Mediafin heeft gezamenlijke toestemming nodig van Roularta Media Group en de andere aandeelhouder, Groupe
Rossel, om de winst te verdelen en eventuele leningen aan te gaan.
Immovlan
Op 6 januari 2021 werd de entiteit Immovlan BV opgericht door de Roularta Media Group (35%), de Groupe Rossel
(35%) en Belfius (30%). De entiteit omvat de activiteiten van Immovlan en Vacancesweb die voordien deel uitmaakten
van CTR Media SA (50% RMG/50% Rossel). De participatie kaderde in een strategische samenwerkingsovereenkomst
tussen Belfius en Immovlan, waarbij ze hun digitale expertise combineren en hun service aanbod inzake residentieel
vastgoed verder diversifiëren. Waar de entiteit van bij de start volledig geconsolideerd was, wordt ze sinds de
deconsolidatie (eind september 2022) opgenomen onder de vermogensmutatiemethode.
Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de belangrijkse posten van de balans en resultatenrekening van
Immovlan BV zoals opgenomen in haar eigen jaarrekening, aangepast voor reële waarde aanpassingen en verschillen
in waarderingsgrondslagen.
in duizend euro
2024
2023
Samenvattende financiële informatie op balansdatum
Vaste activa
6.454
7.506
Vlottende activa
2.430
2.048
- waarvan geldmiddelen en kasequivalenten
414
276
Kortlopende verplichtingen
-2.720
-1.868
Nettoactiva
6.163
7.685
Omzet
7.119
6.305
Afschrijvingen
-1.119
-979
Belastingen op het resultaat
-204
-221
Nettoresultaat van de periode, gerealiseerd en niet-gerealiseerd
-2.815
-877
Reconciliatie van de hiervoor vermelde financiële informatie met de nettoboekwaarde van de deelneming van
Immovlan in de geconsolideerde jaarrekening:
in duizend euro
2024
2023
Nettoactiva van de joint venture / geassocieerde onderneming
6.163
7.685
Deelnemingspercentage van de Groep in Immovlan
35,0%
35,0%
(Theoretische) nettoboekwaarde van de deelneming in Immovlan
2.157
2.690
Eliminatie resterende latente meerwaarde op klantenportefeuille nav deconsolidatie (na -864 -864
belastingen)
Bijzondere waardevermindering van de geconsolideerde deelneming in Immovlan
-1.293
-
Nettoboekwaarde van de deelneming in Immovlan
0
1.825
Door de tegenvallende resultaten van de entiteit Immovlan ten opzichte van de inschatting van het management met
betrekking tot het jaar 2024, was er op 31 december 2024 een indicatie op bijzondere waardevermindering van de
investering waardoor er een impairment test werd uitgevoerd.
Hierbij werd de realiseerbare waarde bepaald op basis van de verwachte verdisconteerde kasstromen. Deze gaat uit
van kasstroomprognoses voor de komende vijf jaar (2025-2029). Voor 2025 werden de budgetcijfers aangehouden
waarbij er geschat wordt dat omzet 10% lager zal liggen dan het jaar ervoor. Er werd een discontovoet na belastingen
van 10,3% gebruikt, wat hoger is dan de 9,1% voor de merken van RMG en dit gezien het hogere risicoprofiel van de
online publiciteitsomzetstromen dan deze van de merken van de Groep die naast print publiciteitsomzet ook
omzetten halen uit de lezersmarkt. De residuele waarde werd bepaald op basis van een perpetuïteitsformule waarbij
uitgegaan werd van een langetermijngroeivoet van 0% en dezelfde discontovoet van 10,3%.
Uit de test bleek dat een bijzondere waardevermindering nodig was van de volledige deelneming, oftewel € 1,4
miljoen. Dit resultaat werd integraal in de geconsolideerde resultatenrekening geboekt onder ‘Aandeel in het
resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures’ waardoor deze impact volledig ten laste komt van de
EBITDA van de Groep.
Daarnaast heeft Roularta Media Group NV in haar ‘Deelnemingen gewaardeerd volgens de
vermogensmutatiemethode’ nog een put optie in het voordeel van Belfius staan van 394Kom mogelijks het belang
in de entiteit Immovlan te verhogen indien Belfius de optie uitoefent. Langs de passiefkant staat hiervoor onder de
‘Financiële schulden op korte termijn’ een verplichting op van 629K€. We verwijzen hiervoor naar toelichting 26 .
II. Samenvattende financiële informatie
Mediafin
Op 12 maart 2018 verwierf Roularta Media Group 50% van de aandelen in Mediafin NV. Mediafin is de Belgische
uitgever van kwaliteitsvolle media zoals De Tijd en L’Echo die topjournalistiek hoog in het vaandel hebben, wat een
goede match is met de Roularta groep die ook op hogere doelgroepen mikt. De andere 50% van Mediafin bleef in
handen van Groupe Rossel.
Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de belangrijkste posten van Mediafin’s balans en resultatenrekening
zoals opgenomen in haar eigen jaarrekening, aangepast voor reële waarde aanpassingen bij acquisitie en verschillen
in waarderingsgrondslagen.
in duizend euro
2024
2023
Samenvattende financiële informatie op balansdatum
Vaste activa
134.341
122.153
Vlottende activa
22.524
32.928
- waarvan geldmiddelen en kasequivalenten
5.673
5.380
Langlopende verplichtingen
-29.704
-26.153
- waarvan financiële schulden
-5.005
-482
Kortlopende verplichtingen
-28.709
-26.545
- waarvan financiële schulden
-1.349
-776
Nettoactiva
98.452
102.383
Omzet
88.503
83.615
Afschrijvingen
-8.536
-8.195
Intrestopbrengsten
195
207
Intrestkosten
-319
-178
Belastingen op het resultaat
-2.279
-2.531
Nettoresultaat van de periode
7.288
5.935
Niet-gerealiseerde resultaten van de periode
-219
-189
Nettoresultaat van de periode, gerealiseerd en niet-gerealiseerd
7.069
5.746
Dividenden uitgekeerd aan Roularta Media Groep tijdens de periode
5.390
4.000
De vaste activa zijn op 31 december 2024 met € 12,2 miljoen gestegen en dit voornamelijk omwille van de overname
van 100% van de aandelen van het marktonderzoekbureau Profacts (zie toelichting 2) en een nieuw recht-op-gebruik
gebouw (zie verder).
De geldmiddelen en kasequivalenten zijn in 2024 met 0,3 miljoen gestegen ten opzichte van 2023, en dit na een
dividenduitkering van € 5,4 miljoen in 2024 naar RMG (en eenzelfde bedrag naar de andere aandeelhouder Rossel).
De financiële schulden zijn met € 5,4 miljoen gestegen, voornamelijk omwille van de start van een nieuwe
huurcontract voor de Mediafin gebouwen waardoor een nieuwe IFRS16 leaseverplichting werd opgeboekt. Eenzelfde
bedrag werd ook in de materiële vaste activa opgeboekt als recht-op-gebruik activa.
De niet-gerealiseerde resultaten van 2024 (en 2023) bevatten de langlopende verplichtingen met betrekking tot
personeelsbeloningen.
Reconciliatie van de hiervoor vermelde financiële informatie met de nettoboekwaarde van de deelneming van
Mediafin in de geconsolideerde jaarrekening:
De belangrijkste post onder de vaste activa betreft de immateriële vaste activa.
Onderstaande tabel geeft de immateriële vaste activa aan in Immovlan (aan 100%) op 31 december 2024 en 31
december 2023. De resterende netto boekwaarden en levensduur worden weergegeven:
Totale
in duizend euro Immaterle Immaterle resterende
activa 2024
a
ctiva 2023
levensduur (in
jaren)
Merk - Immovlan 601 701 6,0
Klantenportefeuille Immovlan 4.988 5.442 11,0
Totaal 5.589 6.143
De totale overblijvende jaarlijkse afschrijvingslast van de bovenstaande weergegeven immateriële vaste activa binnen
Immovlan bedraagt € 0,6 miljoen (exclusief belastinglatenties). De jaarlijkse impact op de EBITDA van Roularta Media
Group van deze afschrijvingen inclusief belastinglatentie, bedraagt € -0,1 miljoen.
Na de bijzondere waardevermindering is het belang van de Groep tot nul afgeboekt en zal ze haar aandeel in verdere
verliezen van Immovlan niet langer opnemen.
III. Samenvattende nanciële informatie van geassocieerde ondernemingen en joint ventures die
i
ndividueel niet significant zijn
Deze categorie omvat de ondernemingen CTR Media SA, Yellowbrick NV, Repropress CVBA, Pulsar-IT BV, Motor.NL
BV en Pite Media BV.
in duizend euro 2024 2023
Aandeel van de Groep in het nettoresultaat, gerealiseerd en niet-gerealiseerd -25 17
Totale nettoboekwaarde van de overige deelnemingen aangehouden door de Groep 439 538
Er werd 200K€ dividend uitgekeerd van Pite Media BV naar Roularta Media Nederland (en eenzelfde bedrag naar de
andere aandeelhouder). De aandelen in de entiteit Repropress CVBA werden in de loop van 2024 volledig verkocht.
Roularta Media Group heeft geen contractuele verplichtingen tegenover deze geassocieerde ondernemingen en joint
ventures op 31 december 2024 en 2023.
I
V. Evolutie nettoboekwaarde van de deelnemingen volgens de vermogensmutatiemethode
in duizend euro 2024 2023
Saldo op het einde van het vorige boekjaar 53.511 55.051
Wijzigingen tijdens het boekjaar:
- Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 1.793 2.678
- Aandeel in de niet-gerealiseerde resultaten van joint ventures en geassocieerde -219 -189
ondernemingen
- Dividenduitkering -5.590 -4.000
- Voorziening voor bijkomende verliezen 137 -29
- Effect wijziging groep -10 -
Saldo op het einde van het boekjaar (deelnemingen, exclusief vorderingen) 49.622 53.511
Het aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures is lager dan vorig jaar door de
bovengenoemde bijzondere waardevermindering van € 1,4 miljoen.
Het hogere dividend in 2024 ten opzichte van 2023 (€ +1,6 miljoen) komt enerzijds van Mediafin die naast het gewone
dividend van € 4,0 miljoen ook een interim dividend van € 1,4 miljoen heeft uitgekeerd aan RMG; anderzijds is er ook
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
150 151
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
TOELICHTING 18 - HANDELS- EN OVERIGE VORDERINGEN
I. Handels- en overige vorderingen vast
Er zijn geen vaste handels-of overige vorderingen.
II. Handels- en overige vorderingen vlottend
in duizend euro 2024 2023
Handelsvorderingen, bruto 53.812 52.997
Waardevermindering op dubieuze vorderingen,
vlottend
-4.782 -4.511
Te factureren en te ontvangen creditnota's (*) 2.568 2.589
Te innen bedragen en debetsaldi leveranciers 679 308
Terug te vorderen BTW (*) 44 13
Overige vorderingen, bruto 731 1.497
Waardevermindering op overige vorderingen -333 -116
Totaal handels- en overige vorderingen - vlottend 52.718 52.777
(*) Geen financiële activa zoals gedefinieerd in IAS32
De openstaande saldi zijn verspreid over een groot aantal klanten en er is geen klant met een openstaand saldo dat
meer dan 10% van het totale klantensaldo uitmaakt.
De handelsvorderingen stijgen ondanks een lichtjes lagere omzet. De reden van de stijging is de hogere DSO (van 50
dagen in 2023 naar 53 dagen in 2024). DSO (= aantal dagen klantenkrediet) wordt gedefinieerd als totale vlottende
handelsvorderingen, gedeeld door totale omzet van de laatste 3 maanden/90. Dit is 52.276 K€/(89.398 K€/90) = 53
dagen. Management acht deze prestatiemaatstaf relevant om op te volgen om te evalueren of en welke klanten
(on)voldoende snel betalen.
In de tabel hieronder wordt de ouderdomsanalyse van de handelsvorderingen op korte termijn weergegeven:
in duizend euro 2024 2023
Nominale waarde per einde boekjaar 53.812 52.997
- waarvan:
* niet vervallen en minder dan 30 dagen 41.873 40.296
vervallen
* vervallen 30 - 60 dagen 3.482 4.295
* vervallen 61 - 90 dagen 2.002 2.246
* meer dan 90 dagen vervallen 6.455 6.160
Op 31/12/2024 werd een bijzondere waardeverminderingsanalyse conform de vereenvoudigde benadering (IFRS 9)
uitgevoerd om de verwachte kredietverliezen van de Groep op al haar handelsvorderingen te meten. De Groep gebruikt
hiervoor een voorzieningenmatrix om de verwachte kredietverliezen te berekenen op basis van historische informatie.
De invloed van toekomstgerichte informatie wordt niet significant geacht. De Groep classificeert de klanten en hun
gerelateerde vorderingen in verschillende ouderdomsklassen, gebaseerd op de bovenstaande ouderdomsanalyse van
de vorderingen. Daarnaast houdt de Groep rekening met klantspecifieke indicaties wanneer betaling onwaarschijnlijk
is. Dit is het geval wanneer vorderingen meer dan 120 dagen achterstallig zijn en/of wanneer er een interne of externe
indicatie is voor risico op wanbetaling.
Voor alle vorderingen die minder dan vier maanden achterstallig zijn, neemt de Groep percentages tussen 0,18% en
1,56% in aanmerking (zie onderstaande tabel kolom “ECL %” (ECL = expected credit loss)). De klantspecifieke
dubieuze vorderingen, die voor een groot stuk gerelateerd zijn aan vorderingen die meer dan 120 dagen achterstallig
zijn, bedragen samen € 4,6 miljoen. Dit brengt de totale voorziening voor dubieuze debiteuren op € 4,8 miljoen (vorig
jaar € 4,5 miljoen) .
in duizend euro ECL % Provisie
3
1/12/2024
Verwachte kredietverliezen per ouderdomsbalans
* niet vervallen en minder dan 30 dagen vervallen -0,18% -74
* vervallen 30 - 60 dagen -0,89% -31
* vervallen 61 - 90 dagen -1,24% -25
* meer dan 90 dagen vervallen -1,56% -28
Klantspecifieke vorderingen -4.624
Totaal voorziening dubieuze debiteuren -4.782
In onderstaande tabel wordt de evolutie van de voorziening voor dubieuze debiteuren getoond:
in duizend euro 2024 2023
Nettoboekwaarde op 1 januari -4.511 -3.459
- In boekjaar geboekte waardeverminderingen -1.487 -1.822
- In boekjaar geboekte terugname 1.190 1.070
waardeverminderingen
- Verwerving door middel van bedrijfscombinatie - -178
- Overige bewegingen 26 -122
Nettoboekwaarde op 31 december -4.782 -4.511
De gerealiseerde minwaarden op vorderingen zijn terug te vinden in Toelichting 8 – Andere bedrijfsopbrengsten en-
kosten.
Onderstaande tabel geeft de evolutie van de voorziening voor overige vorderingen weer.
in duizend euro 2024 2023
Nettoboekwaarde per einde vorig boekjaar -116 -116
- In boekjaar geboekte waardeverminderingen -217 -
Nettoboekwaarde per einde boekjaar -333 -116
De stijging komt in 2024 hoofdzakelijk van een Franse klant in faling.
het dividend van € 0,2 miljoen van Pite zoals hierboven vermeld .
TOELICHTING 17 - INVESTERINGEN IN FINANCIËLE ACTIVA, LENINGEN EN WAARBORGEN
I. Overzicht rubriek
in duizend euro 2024 2023
Investeringen in financiële activa - reële waarde met
verwerking van waardeveranderingen in de winst-
en-verliesrekening
128 148
Leningen en waarborgen - geamortiseerde kostprijs 311 346
Totaal investeringen in financiële activa, leningen 440 494
e
n waarborgen
I
I. Investeringen in financle activa evolutie tijdens het boekjaar
in duizend euro 2024 2023
AAN RLE WAARDE MET VERWERKING VAN
W
AARDEVERANDERINGEN IN WINST-EN-
VERLIESREKENING
Saldo op 1 januari 3.839 3.839
Mutaties tijdens het boekjaar
- Overdrachten en buitengebruikstellingen -20 -
Saldo op 31 december 3.819 3.839
BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN (-)
Saldo op 1 januari -3.691 -3.670
Mutaties tijdens het boekjaar
- Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) - -21
Saldo op 31 december -3.691 -3.691
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar 128 148
Het management heeft vastgesteld dat de kostprijs minus de bijzondere waardevermindering een juiste schatting is
van de reële waarde voor de niet-beursgenoteerde aandelenbeleggingen van de integraal geconsolideerde
ondernemingen omdat er onvoldoende recente informatie beschikbaar is om de reële waarde te meten.
III. Leningen en waarborgen evolutie tijdens het boekjaar
in duizend euro 2024 2023
AAN GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS
Saldo op 1 januari 346 996
Mutaties tijdens het boekjaar
- Toevoegingen 32 91
- Bedrag aan gebruikte betalingen -55 -443
- Terugbetalingen -12 -298
Saldo op 31 december 311 346
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar 311 346
De daling in de waarborgen in 2023 kwam van een kantonnering met betrekking tot het Infobase geschil (zie
Toelichting 24 – Voorzieningen) die in 2024 is vrijgevallen. Het werd in 2023 overgeboekt naar de overige vorderingen
op korte termijn.
TOELICHTING 19 - UITGESTELDE BELASTINGVORDERINGEN EN –VERPLICHTINGEN
I. Overzicht uitgestelde belastingvorderingen en –verplichtingen
De uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen opgenomen in de balans zijn toe te wijzen aan:
in duizend euro
2024
2023
Uitgestelde Uitgestelde Uitgestelde Uitgestelde
belasting- belasting-
b
elasting-
b
elasting-
vorderingen verplichtingen vorderingen verplichtingen
Immateriële activa
884
12.355 1.399 12.943
Materiële vaste activa
64
5.400 63 5.406
Investeringen in financiële activa, leningen - 2.738 - 2.738
en waarborgen
Overgedragen winsten
-
367 - 367
Voorzieningen
488
- 61 -
Langlopende personeelsvoordelen
528
- 1.161 -
Toe te rekenen kosten en over te dragen 75 - 88 -
opbrengsten
Totaal uitgestelde belastingen op tijdelijke 2.039 20.859 2.773 21.455
v
erschillen
Fiscale verliezen
299
- 299 -
Fiscaal verrekenbare tegoeden
12.249
- 12.074 -
Compensatie van belastingvorderingen en -
verplichtingen
-11.999 -11.999 -12.245 -12.245
Netto uitgestelde belastingvorderingen en 2.589 8.860 2.899 9.208
-
verplichtingen
De Groep heeft geen uitgestelde belastingvorderingen erkend op fiscale verliezen ten bedrage van 59.277 K€ (2023:
60.741 K€) enerzijds en op tijdelijke verschillen ten bedrage van 4 K€ (2023: 5 K€) anderzijds, aangezien het niet
waarschijnlijk is dat er in de nabije toekomst fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee deze kunnen verrekend
worden.
Roularta Media Group heeft uitgestelde belastingvorderingen erkend voor een totaal van 303 K€ (2023: 304 K€) voor
dochterondernemingen die verliezen hebben geleden in de huidige of de vorige periode. De budgetten van de
dochterondernemingen tonen aan dat er in de nabije toekomst voldoende fiscale winsten zullen beschikbaar zijn
waarmee deze uitgestelde belastingvorderingen kunnen verrekend worden.
II. Uitgestelde belastingvorderingen op fiscale verliezen en fiscaal verrekenbare tegoeden
in duizend euro
2024
2023
Fiscale Fiscaal Fiscale Fiscaal
verliezen verrekenbare
v
erliezen
v
errekenbare
tegoeden tegoeden
Vervaldatum
Huidig boekjaar - - - -
Geen vervaldatum 299 12.250 299 12.074
Totaal uitgestelde belastingvorderingen 299 12.250 299 12.074
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
152 153
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
verkoop van twee gebouwen en € 2,6 miljoen uit de verkoop van de Duitse magazines die nog in mindering gebracht
worden.
Vorig jaar bedroeg deze kasstroom € 13,8 miljoen, opgebouwd als volgt: een positieve EBITDA van € 16,1 miljoen (i.e.
exclusief het resultaat van de joint ventures, provisies en waardeverminderingen op voorraden en vorderingen), maar
in EBITDA zat een meerwaarde van € 1,1 miljoen komende van de verkoop van een gebouw die nog in mindering
gebracht werd. Het ontvangen dividend van € 4,0 miljoen van Roularta’s geassocieerde ondernemingen en joint
ventures werd per eind 2023 volledig tenietgedaan door een stijgend werkkapitaal van € 4,7 miljoen.
De kasstroom met betrekking tot investeringen bedraagt € -11,4 miljoen in 2024. Dit is voor een groot stuk toe te
schrijven aan investeringen in nieuwe materiële (€ -8,3 miljoen) en immateriële (€ -7,0 miljoen) vaste activa. Voor
meer uitleg, verwijzen we naar toelichting 14 en 15. Daarnaast werden ook twee gebouwen verkocht voor € 2,3 miljoen
en werden de Duitse magazines verkocht aan Herder Verlag en Agentur2 voor € 1,3 miljoen.
Vorig jaar bedroeg deze kasstroom € -15,5 miljoen, samengesteld uit investeringen in nieuwe materiële (€ -8,5
miljoen) en immateriële (€ -7,6 miljoen) vaste activa. Daarnaast werd ook nog geïnvesteerd in de overname van de BV
RMN Mindstyle voor € 1,2 miljoen en werd een gebouw verkocht voor € 1,5 miljoen.
De kasstroom uit financieringsactiviteiten bedraagt € -12,5 miljoen in 2024. Dit laatste bedrag is de som van het
uitbetaalde keuzedividend van € 4,6 miljoen, de aankoop van eigen aandelen voor € 2,4 miljoen, de aflossing van de
overblijvende schuld ten opzichte van Mediafin NV ter waarde van € 2,5 miljoen en tot slot de aflossing van de IFRS16
leasing schulden (€ 3,0 miljoen). Voor de eerste twee transacties verwijzen we naar toelichting 22.
Vorig jaar bedroeg deze kasstroom € -14,5 miljoen, bestaande uit het uitbetaalde dividend van € 11,8 miljoen en de
aflossing van de IFRS16 leasing schulden (€ 2,5 miljoen).
TOELICHTING 22 - EIGEN VERMOGEN
Geplaatst kapitaal
Per 31 december 2024 bedraagt het geplaatste kapitaal 84 816 K€ (2023: 80 000 K€) vertegenwoordigd door
13.931.920 (2023: 13.141.123 ) volledig volgestorte gewone aandelen. Deze aandelen hebben geen nominale waarde.
In onderstaande tabel worden de bewegingen weergegeven voor huidig en vorig boekjaar.
Jaar
Maand
Verrichting
Aantal Kaptitaal BEF/
a
andelen
EUR
1988
mei
Oprichting onder de naam Roularta Financieringsmaatschappij
12.510
381.000.000 BEF
1993
juli
Fusie - verhoging kapitaal
13.009
392.344.000 BEF
1997
december
Splitsing - verhoging kapitaal
18.137
546.964.924 BEF
1997
december
Fusie - verhoging kapitaal
22.389
675.254.924 BEF
1997
december
Verhoging kapitaal
24.341
734.074.465 BEF
1997
december
Wijziging naam in Roularta Media Group
1998
juni
Uitgifte 300.000 warrants - wijziging statuten
2.434.100
734.074.465 BEF
1998
juni
Fusie - verhoging kapitaal
2.690.400
1.545.457.541 BEF
1998
juni
Inbreng schuldvordering - verhoging kapitaal
8.277.700
2.496.457.541 BEF
1998
december
Inbreng schuldvordering - verhoging kapitaal
9.611.034
4.479.791.791 BEF
2001 juni Omzetting kapitaal in euro - verhoging kapitaal door de conversie van 9.672.984 111.743.000 EUR
61.950 warrants
2001
oktober
Vernietiging 119.305 eigen aandelen
9.553.679
111.743.000 EUR
2002
juni
Verhoging van het kapitaal door de conversie van 35.350 warrants
9.589.029
112.138.000 EUR
2003
juni
Verhoging van het kapitaal door de conversie van 43.475 warrants
9.632.504
112.623.000 EUR
2003
juli
Verhoging van het kapitaal door een inbreng in natura
9.884.986
118.463.000 EUR
2004
juni
Verhoging van het kapitaal door de conversie van 43.625 warrants
9.928.611
118.950.000 EUR
2005
juni
Verhoging van het kapitaal door de conversie van 28.350 warrants
9.956.961
119.267.000 EUR
2006
januari
Verhoging van het kapitaal door de conversie van 39.090 warrants
9.996.051
120.054.000 EUR
2006
februari
Verhoging van het kapitaal door een inbreng in geld
10.985.660
131.939.204 EUR
2006
mei
Incorporatie uitgiftepremie
10.985.660
170.029.300 EUR
2006
juni
Verhoging van het kapitaal door de conversie van 19.825 warrants
11.005.485
170.250.500 EUR
2007
januari
Verhoging van het kapitaal door de conversie van 9.340 warrants
11.014.825
170.439.000 EUR
2007
juni
Verhoging van het kapitaal door de conversie van 22.225 warrants
11.037.050
170.687.000 EUR
2008
januari
Verhoging van het kapitaal door de conversie van 7.864 warrants
11.044.914
170.846.000 EUR
2008
mei
Verhoging van het kapitaal door de conversie van 17.375 warrants
11.062.289
171.040.000 EUR
2008
december
Verhoging van het kapitaal door een inbreng in geld
13.131.940
203.040.000 EUR
2011
januari
Verhoging van het kapitaal door de conversie van 9.183 warrants
13.141.123
203.225.000 EUR
2015
mei
Vermindering van het kapitaal
13.141.123
80.000.000 EUR
2015 juni Fusie - Roularta Media Group NV met Roularta Printing NV, Biblo NV, 13.141.123 80.000.000 EUR
De Streekkrant - De Weekkrantgroep NV, Euro DB NV, Le Vif Magazine
SA, New Bizz Partners NV, Press News NV, Regie De Weekkrant NV,
Roularta Business Leads NV, Roularta IT-Solutions NV, Roularta
Publishing NV en West-Vlaamse Media Groep NV
2019
juni
Fusie Roularta Media Group NV met Bright Communications BVBA
13.141.123
80.000.000 EUR
2020
juni
Fusie Roularta Media Group NV met Senior Publications NV
13.141.123
80.000.000 EUR
2021
juli
Fusie Roularta Media Group NV met Belgomedia SA
13.141.123
80.000.000 EUR
2022
juli
Fusie Roularta Media Group NV met Gezondheid NV
13.141.123
80.000.000 EUR
2024 mei Verhoging van het kapitaal door de uitgifte van 790.797 nieuwe gewone 13.931.920 84.815.954 EUR
aandelen (keuzedividend)
Wijziging in 2024 van geplaatst kapitaal en uitgiftepremie
De algemene vergadering van Roularta Media Group NV van 21 mei 2024 keurde de uitkering goed van een
brutodividend van € 1 per aandeel (netto € 0,7) over het boekjaar 2023. Daarnaast bood de Groep de aandeelhouders
TOELICHTING 20 - VOORRADEN
in duizend euro 2024 2023
Brutoboekwaarde
Grond- en hulpstoffen 7.434 9.103
Goederen in bewerking en bestellingen in uitvoering 954 1.096
Gereed product 169 280
Handelsgoederen 1.098 1.354
Totaal brutoboekwaarde (A) 9.655 11.834
Waardeverminderingen (-)
Grond- en hulpstoffen -800 -678
Gereed product -25 -26
Handelsgoederen -193 -241
Totaal afschrijvingen en waardeverminderingen -1.018 -945
(
B)
Nettoboekwaarde
Grond- en hulpstoffen 6.634 8.425
Goederen in bewerking en bestellingen in uitvoering 954 1.096
Gereed product 144 254
Handelsgoederen 905 1.113
Totale nettoboekwaarde aan kostprijs (A+B) 8.637 10.889
In 2024 is de voorraad gedaald, dit vooral in de grond- en hulpstoffen omwille van de lagere papierprijzen.
Voor de waardeverminderingen verwijzen we naar toelichting 7.
Er zijn geen panden of andere zekerheden van toepassing op de voorraden.
TOELICHTING 21 - GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN
in duizend euro 2024 2023
Banksaldi 44.932 38.251
Kortetermijndeposito's 25.116 30.016
Kassaldi 1 1
Totaal geldmiddelen en kasequivalenten 70.048 68.267
De kortetermijndeposito’s zijn zeer liquide beleggingen die gemakkelijk kunnen worden omgezet in een geldbedrag
dat vooraf bekend is. Ze hebben een looptijd van zes maanden en hebben geen materieel risico dat hun waardering
zou wijzigen. De gemiddelde bruto intrestvoet in 2024 bedroeg 3,37% (3,32% in 2023). Deze middelen zijn beschikbaar
om verplichtingen te voldoen die binnen de 12 maanden na balansdatum verschuldigd zijn.
Er waren geen geldbeleggingen in 2024, noch in 2023.
De totale geldmiddelen en kasequivalenten stijgen met € 1,8 miljoen in 2024 terwijl dit vorig boekjaar een daling was
van € 16,2 miljoen.
Het geconsolideerd kasstroomoverzicht toont van welke activiteiten deze kasstromen afkomstig zijn :
De kasstroom uit operationele activiteiten bedraagt 25,6 miljoen in 2024. Deze kasstroom is vooral gedreven door
een positieve EBITDA (€ 24,1 miljoen - i.e. exclusief het resultaat van de joint ventures, provisies en
waardeverminderingen op voorraden en vorderingen) en het ontvangen dividend van € 5,6 miljoen van Roularta’s
geassocieerde ondernemingen en joint ventures. Anderzijds zit in EBITDA een meerwaarde van € 2,2 miljoen uit de
de mogelijkheid om (i) hun dividendrechten in te brengen in het kapitaal van de vennootschap tegen een
inbrengverhouding van 13 netto dividendrechten voor één nieuw aandeel (uitgifteprijs van € 9,10), (ii) het dividend in
cash te laten uitbetalen of (iii) een combinatie van beide. In totaal werden 10.280.361 dividendrechten over het
boekjaar 2023 ingebracht in ruil voor 790.797 nieuwe gewone aandelen, voor een totale uitgifteprijs van € 7,2 miljoen.
Het geplaatst kapitaal van de vennootschap werd naar aanleiding van het keuzedividend verhoogd met € 4,8 miljoen.
Het saldo van de totale uitgifteprijs, hetzij € 2,4 miljoen werd geboekt op de onbeschikbare rekening uitgiftepremies.
Het saldo van het dividend werd op 12 juni uitgekeerd in contanten, voor een totaal bruto bedrag van € 4,6 miljoen.
Het participatiepercentage van de NV Koinon, de referentieaandeelhouder van Roularta Media Group NV wijzigt van
71,17% eind vorige verslagperiode naar 72,30% omdat de NV Koinon in het kader van het keuzedividend geopteerd
heeft om 100% van het aan haar gealloceerde dividend in nieuwe aandelen op te nemen.
In onderstaande tabel wordt de status van het geplaatst kapitaal en uitgiftepremie weergegeven op 31 december
2024 en 31 december 2023.
in euro 2024 2023
Geplaatst kapitaal bij begin van de periode 80.000.000 80.000.000
Wijzigingen gedurende de periode 4.815.954 -
Geplaatst kapitaal op einde van de periode 84.815.954 80.000.000
Uitgiftepremie bij begin van de periode 303.617 303.617
Wijzigingen gedurende de periode 2.380.299 -
Uitgiftepremie op einde van de periode 2.683.916 303.617
Eigen aandelen
Op 31 december 2024 heeft de Groep 1.611.984 eigen aandelen in portefeuille (2023: 1.356.619 ), met een waarde van
€ 31,8 miljoen, of € 19,73 per aandeel. Eind september 2024 kocht de Groep alle 265.237 aandelen Roularta over van
de NV Shopinvest tegen een prijs van 9,1125 euro per aandeel.
Bij de uitoefening van hun opties werden tijdens het boekjaar 1.100 (2023: 16.970 ) eigen aandelen toegekend aan de
houders van de opties.
O
verige reserves
in duizend euro 2024 2023
Uitgiftepremies 2.684 304
Kosten van uitgifte en kapitaalverhoging (netto na -1.275 -1.275
uitgestelde belasting)
Reserves m.b.t. op aandelen gebaseerde betalingen 554 582
Reserves m.b.t. actuariële wijziging 1.758 1.047
personeelsbeloningen
Totaal overige reserves 3.720 657
De stijging van de uitgiftepremies met € 2,4 miljoen heeft, zoals hierboven vermeld, betrekking op de
kapitaalverhoging nav het keuzedividend.
De reserves m.b.t. op aandelen gebaseerde betalingen hebben betrekking op de toegekende aandelenopties zoals
beschreven in Toelichting 23.
Minderheidsbelangen
Op balansdatum is het eigenvermogensbelang aangehouden door minderheidsaandeelhouders als volgt:
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
154 155
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
Voorzieningen’ in de geconsolideerde winst-en verliesrekening.
Tenzij anders aangegeven, zijn alle onderliggende bewegingen via de geconsolideerde winst-en verliesrekening in
de post ‘Voorzieningen’ opgenomen.
2024
in duizend euro
V
oorzieningen
Voorzieningen Overige
v
oor hangende
v
oor her-
v
oorzie-
Totaal
g
eschillen
structurering ningen
Saldo op 1 januari
1.143
- 1.757 2.901
Mutaties tijdens het boekjaar
- Additionele voorzieningen (+)
233
- 919 1.152
- Additionele voorzieningen via deelneming (*)
-
- 137 137
- Toename door verkoop Duitse magazines (**)
-
784 - 784
- Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-)
-836
-300 -679 -1.815
- Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-)
-
- -77 -77
Saldo op 31 december
540
484 2.057 3.080
(*) Bewegingen die niet via de geconsolideerde winst-en verliesrekening gaan.
(**) Beweging die via de post ‘Andere Bedrijfsopbrengsten’ is gegaan in de geconsolideerde winst-en verliesrekening.
2023
in duizend euro Voorzieningen Voorzieningen Overige
v
oor hangende
v
oor her-
v
oorzie-
Totaal
g
eschillen
structurering ningen
Saldo op 1 januari 4.509 - 1.818 6.327
Mutaties tijdens het boekjaar
- Additionele voorzieningen via deelneming (*)
-
- -29 -29
- Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-)
-
- -31 -31
- Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-)
-3.366
- - -3.366
Saldo op 31 december 1.143 - 1.757 2.901
(*) Bewegingen die niet via de geconsolideerde winst-en verliesrekening gaan.
In totaal werd € 1,5 miljoen in opbrengst (2023: € 3,7 miljoen opbrengst) geboekt op de lijn voorzieningen in de
geconsolideerde winst-en verliesrekening. € 0,7 miljoen opbrengst (2023 : € 3,4 miljoen opbrengst) is afkomstig van
bovenstaande provisies en € 0,8 miljoen opbrengst (2023 : € 0,3 miljoen opbrengst) van de langlopende
personeelsbeloningen. Voor de laatste verwijzen we naar toelichting 25.
In 2023 werd onder de hangende geschillen de provisie met betrekking tot Infobase teruggenomen voor € 3,4 miljoen.
Begin 2024 werd door een afstand van geding ook het laatste geschil hangende voor de beslagrechter te Brussel
finaal in het voordeel van Roularta Media Group beslecht en werd de resterende 90K€ ook in opbrengst genomen .
TOELICHTING 25 - LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN MET BETREKKING TOT
P
ERSONEELSBELONINGEN
I. Algemeen
in duizend euro 2024 2023
Toegezegd-pensioenregelingen 1.045 2.110
Opzeggingsvergoedingen 731 1.229
Andere langetermijnpersoneelsbeloningen 2.090 2.548
Toekomstig tariefvoordeel abonnementen8971.231
Jubileumuitkeringen1.1931.317
Totaal langlopende personeelsbeloningen 3.866 5.887
In onderstaande tabel kunnen de bewegingen van de bovenstaande langlopende personeelsbeloningen gevonden
worden. Alle gaan door de geconsolideerde winst-en verliesrekening via de lijn ‘Voorzieningen’, tenzij anders
aangegeven. De toegezegd-pensioenregelingen worden in volgende paragraaf nog meer uitgelicht.
2024
in duizend euro Voorziening- Voorziening- Voorziening- Totaal
en voor en voor en andere
t
oegezegd-
o
pzegver-
l
angetermijns-
pensioen- goedingen beloningen
regelingen
Saldo op 1 januari 2.110 1.229 2.548 5.887
Mutaties tijdens het boekjaar
- Additionele voorzieningen (+) - 1.015 - 1.015
- Herwaarderingen via gerealiseerde perioderesultaten -229 - -55 -284
- Herwaarderingen via niet-gerealiseerde perioderesultaten (*) -836 - -403 -1.239
- Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) - -1.472 - -1.472
- Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-) - -41 - -41
Saldo op 31 december 1.045 731 2.090 3.866
(*) Bewegingen die niet via de geconsolideerde winst-en verliesrekening gaan.
2023
in duizend euro Voorziening- Voorzie- Voorziening- Totaal
en voor ningen en andere
t
oegezegd-
v
oor
l
angetermijns-
pensioen-
o
pzegver-
beloningen
regelingen goedingen
Saldo op 1 januari 2.776 984 2.841 6.601
Mutaties tijdens het boekjaar
- Additionele voorzieningen (+) - 1.186 - 1.106
- Herwaarderingen via gerealiseerde perioderesultaten -121 - -274 -395
- Herwaarderingen via niet-gerealiseerde perioderesultaten (*) -545 - 98 -447
- Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) - -941 -117 -1.058
Saldo op 31 december 2.110 1.229 2.548 5.887
(*) Bewegingen die niet via de geconsolideerde winst-en verliesrekening gaan .
Land van
Naam
o
prichting en
2024 2023
w
erking
Studio Aperi Negotium NV
België
25,00%
25,00%
De reconciliatie van het minderheidsbelang op de balans en het nettoresultaat toerekenbaar aan
minderheidsbelangen kan in onderstaande tabel gevonden worden voor 2024 en 2023.
in duizend euro 2024 2023
Langlopende activa 190 209
Kortlopende activa 656 541
Langlopende schulden 33 39
Kortlopende schulden 1.523 1.626
Eigen vermogen -710 -915
Minderheidsbelang % 25,00% 25,00%
Minderheidsbelangen -177 -228
Omzet 2.052 2.100
Nettoresultaat 203 72
Minderheidsbelang % 25,00% 25,00%
Nettoresultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen 51 18
TOELICHTING 23 - OP AANDELEN GEBASEERDE BETALINGEN
Verschillende aandelenoptieplannen werden door de NV Roularta Media Group uitgegeven met de bedoeling de
directie en kaderleden te laten genieten van de groei van het bedrijf en de evolutie van het Roularta aandeel. Om aan
mogelijke verplichtingen van aandelenopties tegemoet te komen, is in het verleden een programma van aankoop
eigen aandelen opgezet om het bedrijf toe te laten te voldoen aan deze toekomstige opties. Alle
aandelenoptieplannen worden in eigenvermogeninstrumenten afgewikkeld, waarbij elk van de plannen voorziet dat
één optie recht geeft op één aandeel Roularta tegen betaling van de uitoefenprijs. De opties worden onvoorwaardelijk
als de arbeidsovereenkomst of het bestuursmandaat niet beëindigd is op het ogenblik van de eerstvolgende
uitoefenperiode. Hierna volgt een overzicht van de bestaande aandelenoptieplannen.
A
andelenopties
Het benoemings- en remuneratiecomité beslist over de toekenning van de optieplannen in functie van de door
directie en kaderleden geleverde prestaties, hun bijdrage in het realiseren van de groepsobjectieven en hun
engagement in de langetermijnontwikkeling van de groepsstrategie.
Aandelenopties zijn uit te oefenen aan de prijs die overeenkomt met de gemiddelde slotkoers van het aandeel tijdens
de dertig dagen die aan de datum van het aanbod van de opties voorafgaan of de laatste slotkoers die voorafgaat aan
de dag van het aanbod. De maximale looptijd van toegekende opties wordt in volgende tabel toegelicht. Als de optie
niet uitgeoefend wordt na de laatste uitoefenperiode, vervalt deze. De nog niet uitoefenbare opties worden opgegeven
indien een lid van de directie of het kaderpersoneel de onderneming verlaat vóór de laatste uitoefenperiode, behalve
in geval van pensionering of overlijden.
In 2024 noch in 2023 zijn er nieuwe optieplannen uitgegeven.
Overzicht van de nog lopende aandelenoptieplannen aangeboden aan de directie en het kaderpersoneel op 31
december 2024:
Jaar van Aantal Aantal Uit te Uitoefen- Eerste uit- Laatste uit-
a
anbod
a
angeboden
a
anvaarde
oefenen prijs in oefenperiode oefenperiode
o
pties
o
pties
opties
2015 203.750 117.700 31.540 11,73 01/01 - 31/12/2019 01/01 - 31/12/2025
2019 370.000 102.250 47.000 14,39 01/01 - 31/12/2023 01/01 - 31/12/2029
573.750 219.950 78.540
Overzicht van de aandelenopties uitstaand gedurende het boekjaar:
2024
2023
Aantal opties Gemiddelde Aantal opties Gemiddelde
uitoefenprijs
in
u
itoefenprijs
in
Uitstaand op 1 januari
93.440
13,42 216.710 26,38
Opgegeven gedurende de periode
-13.800
- -350 -
Uitgeoefend gedurende de periode
-1.100
11,73 -16.970 13,02
Vervallen gedurende de periode
-
- -105.950 40,00
Uitstaand op 31 december
78.540
13,32 93.440 13,42
Uitoefenbaar op 31 december
68.685
73.470
Tijdens het huidige boekjaar werden er 1.100 aandelenopties uitgeoefend (16.970 in 2023). Tijdens het huidige
boekjaar zijn er geen opties vervallen, maar wel 13.800 geschrapt.
Er werd in 2024 in totaal 29 K€ opbrengsten (2023: 30 K€ kosten) erkend in de personeelskosten met betrekking tot
in eigenvermogeninstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingstransacties. De opname in de winst-
en verliesrekening gebeurt vanaf 2015 voor alle optieplannen toegekend vanaf 7 november 2002.
De aandelenopties die aan het einde van de periode uitstaan, hebben een gewogen gemiddelde resterende looptijd
van 3,4 jaar (4,6 jaar in 2023). In 2024 was de gewogen gemiddelde aandelenkoers op de uitoefendatum € 12,0 (2023:
€ 17,68).
A
andelen
Eén van de leden van het executive management committee heeft in 2024 een aandelenpakket van 8.772 Roularta
aandelen verworven.
TOELICHTING 24 - VOORZIENINGEN
Op het einde van de verslagperiode bedragen de voorzieningen € 3,1 miljoen ten opzichte van €2,9 miljoen vorig jaar.
Ze bestaan uit overige voorzieningen (€ 2,1 miljoen ), hangende geschillen (€ 0,5 miljoen ) en een
herstructureringsprovisie (€ 0,5 miljoen).
De overige voorzieningen betreffen allerhande voorzieningen die netto met € 0,3 miljoen stijgen. Een deel (€ 0,1
miljoen) betreft nog voorzieningen voor participaties opgenomen via de vermogensmutatiemethode waarvan de
verliezen de boekwaarde van de participatie overstijgen, zie ook toelichting 16 – Deelnemingen in geassocieerde
ondernemingen en joint ventures. Als gevolg gaat deze beweging niet via de geconsolideerde winst-en
verliesrekening.
Naar aanleiding van de verkoop van de Duitse magazines (zie toelichting 2 – Groepsstructuur) werd op moment van
verkoop een herstructureringsprovisie opgezet (€ 0,8 miljoen) omwille van de verkoop van de bedrijfsactiviteit (het
uitgeven van de Duitse magazines) en de sluiting van de bedrijfslocatie. De provisie omvat kosten die zich vanaf
verkoopdatum in 2024 en 2025 voordoen, totdat de vaste inrichting Roularta Media Duitsland wordt stopgezet. De
voorziening voor de herstructurering van € 0,8 miljoen werd in de geconsolideerde winst-en verliesrekening
afgetrokken van de gerealiseerde meerwaarde op de verkoop van de Duitse magazines (in totaal € 2,6 miljoen
opbrengst – zie toelichting 8 – Andere bedrijfsopbrengsten-en kosten) en is dus niet opgenomen in de lijn
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
156 157
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
in duizend euro
2024
Disconteringsvoet
Daling van 0,75% -4.941
Stijging van 0,75% 4.353
Verwacht percentage van loonsverhogingen
Daling van 0,25% 245
Stijging van 0,25% -250
Toekomstige wijziging in inflatie
Daling van 0,25% 127
Stijging van 0,25% -132
Toekomstige wijzigingen in verloop
Daling van 5% -1.148
Stijging van 5% 752
Toekomstige wijzigingen in minimum gegarandeerd rendement
Daling van 0,25% 27
Stijging van 0,25% -170
De bovenstaande sensitiviteitsanalyses zijn gebaseerd op een wijziging in een veronderstelling terwijl alle andere
veronderstellingen constant worden gehouden. In de praktijk is het onwaarschijnlijk dat dit gebeurt en kunnen
veranderingen in sommige van de veronderstellingen worden gecorreleerd. Bij de berekening van de gevoeligheid van
de toegezegd-pensioenverplichting voor significante actuariële veronderstellingen is ook de projected unit credit-
methode gebruikt. Impact op de netto-pensioenverplichting zal significant lager liggen dan bovenstaande waarden en
effect zal via niet-gerealiseerde perioderesultaten gaan.
Voor de toegezegd-pensioenplannen wordt in de verzekeringscontracten een defensieve beleggingsstrategie
gehanteerd waarbij hoofdzakelijk belegd wordt in vastrentende effecten, om zodoende de veiligheid, het rendement
en de liquiditeit van de beleggingen te waarborgen. Hierbij wordt rekening gehouden met de oordeelkundige
diversificatie en de spreiding van de beleggingen. De belangrijkste categorieën van fondsbeleggingen en het aandeel
van iedere belangrijke categorie in de reële waarde van de fondsbeleggingen zijn: 62,2% overheidsobligaties (62,2%
in 2023), 7,8% bedrijfsobligaties (7,8% in 2023), 9,0% leningen (9,0% in 2023), 8,0% aandelen (8,0% in 2023), 13,0%
vastgoed (13,0% in 2023).
De verwachte voordelen die zullen betaald worden uit de fondsbeleggingen op de groepsverzekeringen zijn als volgt:
in duizend euro 2024
Binnen de volgende 12 maanden 670
Tussen de 2 en 5 jaar 11.054
Tussen de 6 en 10 jaar 20.093
Totaal verwachte betalingen 31.817
De Groep verwacht dat er in 2025 € 2,7 miljoen werkgeversbijdragen zullen betaald worden met betrekking tot de
toegezegd-pensioenregelingen (€ 2,8 miljoen in 2024); de werknemersbijdragen zouden naar verwachting € 0,4
miljoen bedragen (idem 2024).
De gemiddelde looptijd van de pensioenverplichtingen aan het einde van de verslagperiode is 11,9 jaar.
Informatie in verband met aandelenopties wordt toegelicht onder toelichting 23 – Op aandelen gebaseerde betalingen .
TOELICHTING 26 - FINANCIËLE SCHULDEN
Op de balans staan er lange termijn (verdisconteerde) financiële schulden van € 5,0 miljoen en korte termijn
financiële schulden ter waarde van € 3,5 miljoen.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de overblijvende contractuele maturiteit van deze financiële
verplichtingen (dit zijn niet-verdisconteerde kasstromen).
in duizend euro Kortlopend Langlopend
2024
Financiële schulden Max. 1 jaar 2 jaar 3 tot 5 jaar >5 jaar Totaal
Schuld verbonden aan putoptie op deelneming 629 - - - 629
opgenomen onder vermogensmutatiemethode
Leasingverplichtingen 2.607 2.469 2.601 96 7.773
Overige leningen 250 - - - 250
Totale financle schulden volgens de vervaldag 3.486 2.469 2.601 96 8.652
(
onverdisconteerd)
in duizend euro Kortlopend Langlopend
2023
Financiële schulden
Max. 1 jaar
2 jaar
3 tot 5 jaar
>5 jaar
Totaal
Schuld verbonden ondernemingen
2.500
- - - 2.500
Schuld verbonden aan putoptie op deelneming 368 - - - 368
opgenomen onder vermogensmutatiemethode
Leasingverplichtingen 2.327 2.073 3.104 1.622 9.126
Overige leningen 250 - - - 250
Totale financle schulden volgens de vervaldag 5.444 2.073 3.104 1.622 12.244
(
onverdisconteerd)
In 2024 werd de schuld aan verbonden ondernemingen ten aanzien van Mediafin NV (€ 2,5 miljoen) – joint venture
van Roularta Media Group – terugbetaald. Deze stond in 2023 nog op korte termijn.
Ten gevolge van de toepassing van IFRS 16 Leaseovereenkomsten, worden er financiële leasingschulden opgenomen
vanaf 1 januari 2019. Gedurende 2024 werden er voor € 4,0 miljoen aan nieuwe leaseverplichtingen erkend.
Anderzijds daalden ze ook omdat de erfpacht van het gebouw in Zellik stopgezet werd na de verkoop van het gebouw
(€ 1,1 miljoen) en omdat twee gehuurde gebouwen (in Nederland € 0,3 miljoen en Duitsland € 0,2 miljoen) niet verder
gehuurd worden.
Per 31 december 2024 staan geen gewaarborgde schulden open bij kredietverstrekkers.
Voor verdere informatie betreffende de blootstelling van de Groep aan intrest- en wisselkoersrisico’s, zie Toelichting
29 - Financiële instrumenten - risico’s en reële waarde.
Onderstaande tabel geeft de financiële schulden weer zoals deze in de balans opgenomen zijn (i.e. verdisconteerd),
inclusief de bewegingen gedurende het boekjaar.
II. Toegezegd-pensioenregelingen
Er bestaan verschillende pensioenplannen, waarbij de vergoeding afhankelijk is van het aantal dienstjaren en het
loon. Voor de Belgische plannen worden activa aangehouden in fondsen conform de lokale wettelijke bepalingen.
De Belgische toegezegde-bijdragenregelingen voor pensioenen zijn bij wet onderworpen aan gewaarborgde
minimumrendementen. Voor nieuwe stortingen vanaf 2025 is het wettelijke minimumrendement gekoppeld aan het
rendement op Belgische lineaire obligaties met een duurtijd van 10 jaar, met een minimum van 2,50% en een
maximum van 3,75%. Het wettelijk minimumrendement was voordien (vanaf 2016) 1,75%. Deze
minimumrendementsvereiste wordt berekend als een gemiddelde over de volledige loopbaan van de aangeslotene.
De Groep heeft verondersteld dat de minimumrendementsvereiste 3,00% (vorig jaar 2,50%) is voor de plannen waar
de premies stijgen in functie van leeftijd/anciënniteit gezien de hogere rente op OLO’s met 10 jaar looptijd; de andere
plannen zijn berekend met de 2,50% (vorig jaar 1,75%). Door deze gegarandeerde minimumrendementen worden
alle Belgische toegezegde-bijdragenregelingen onder IFRS beschouwd als een toegezegd-pensioenregeling.
IAS 19 verplicht een entiteit een voorziening aan te leggen wanneer een werknemer diensten heeft verricht in ruil
voor toekomstige te betalen voordelen. Voor elk plan afzonderlijk worden de pensioenkosten door een actuaris
berekend op basis van de projected unit credit-methode. Op basis van deze methode worden de verplichtingen met
betrekking tot de voorbije diensttijd en de opgebouwde fondsbeleggingen berekend. Het verschil tussen de
verplichting en de reële waarde van de fondsbeleggingen wordt door de Groep in de balans opgenomen als
personeelsbeloning.
In de tabel hieronder wordt het overzicht gegeven van de 2024 en 2023 brutoverplichting uit hoofde van toegezegd-
pensioenregelingen en de reële waarde van de fondsbeleggingen en de wijzigingen hierin. Ze omvatten meerdere
Belgische plannen die geaggregeerd worden weergegeven omdat ze niet materieel verschillen in karakteristieken,
geografische locatie, rapporteringssegment of financieringsregeling. De plannen zijn gefinancierd op basis van
verzekeringscontracten met een gegarandeerde rentevoet (tak 21), waarbij de reële waarde van de plan assets
vastgesteld is op basis van IAS 19.115. De netto-pensioenverplichting is met € 1.065 K gedaald ten opzichte van vorig
jaar.
in duizend euro
Reële
2024
Reële
2023
waarde Netto- waarde Netto-
Pensioen- fonds- pensioen- Pensioen- fonds- pensioen-
verplichting beleggingen verplichting verplichting beleggingen verplichting
Saldo op 1 januari
52.148
50.038 2.110 51.164 48.388 2.776
Pensioenkosten opgenomen in de winst-
en-verliesrekening
Aan het dienstjaar toegerekende
pensioenkosten 2.510 - 2.510 2.552 - 2.552
Intrestkosten, netto
1.894
1.876 18 1.918 1.873 45
Subtotaal opgenomen in de winst-en-
verliesrekening
4.404
1.876 2.528 4.470 1.873 2.597
Betaalde voordelen
-2.539
-2.539 - -3.236 -3.236 -
Afwikkeling van betaalde voordelen
-
- - -198 -198 -
Herwaarderingen opgenomen in de niet-
gerealiseerde perioderesultaten
Stijging als gevolg van transfers
2.187
2.187 - - - -
Rendement op fondsbeleggingen,
uitgezonderd bedragen in netto
intrestkosten - 903 -903 - 88 -88
Actuariële wijzigingen als gevolg van
wijziging in demografische assumpties -203 - -203 -410 - -410
Actuariële wijzigingen als gevolg van
wijziging in financiële assumpties 1.082 - 1.082 811 - 811
Actuariële wijzigingen als gevolg van
ervaringsaanpassingen -812 - -812 -858 - -858
Subtotaal opgenomen in de niet-
gerealiseerde perioderesultaten
2.254
3.090 -836 -457 88 -546
-
Bijdragen van de werkgever
-
2.757 -2.757 - 2.718 -2.718
Bijdragen van de deelnemers van het plan
416
416 - 405 405 -
Saldo op 31 december
56.683
55.638 1.045 52.148 50.038 2.110
De belangrijkste actuariële veronderstellingen zijn als volgt:
Actuariële veronderstellingen 2024 2023
1. Disconteringsvoet 3,44% 3,67%
2. Verwacht rendement op fondsbeleggingen 3,44% 3,67%
3. Verwacht percentage van loonsverhogingen 2,50% 2,60%
4. Onderliggende toekomstige inflatie 2,00% 2,10%
5. Minimumrendementsvereiste 3,00%/2,50% 2,50%/1,75%
Er is een sensitiviteitsanalyse gebeurd op bovenstaande parameters op 31 december 2024. De cijfers hieronder tonen
de impact op de bruto pensioenverplichting (een negatief bedrag betekent een stijging van de absolute verplichting).
De sensitiviteiten zijn volgens de Groep de zo redelijkerwijs mogelijke wijzigingen gezien de evoluties van deze
veronderstellingen de afgelopen jaren.
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
158 159
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
in duizend euro 2024 2023
Contractpassiva
Ontvangen vooruitbetalingen 40.097 41.673
Op te stellen creditnota's 1.372 1.792
Creditsaldi klanten 703 753
Over te dragen opbrengsten 7.411 6.172
Verplichtingen tot retour, terugbetaling en andere
v
ergelijkbare verplichtingen
Op te stellen creditnota's: provisie voor onverkochte 7.031 5.856
nummers
Over het algemeen hebben de ontvangen vooruitbetalingen een looptijd van ten hoogste één jaar .
TOELICHTING 28 - VOORWAARDELIJKE VERPLICHTINGEN EN CONTRACTUELE
V
ERBINTENISSEN VOOR DE VERWERVING VAN MATERIËLE VASTE ACTIVA
De Groep stelt zich geen borg voor verplichtingen, noch heeft ze panden op handelsfondsen (idem in 2023).
De contractuele verbintenissen voor de aankoop van papier bij derden door de Groep bedragen 831 K€ (2023: 3.352
K€). Er zijn geen bankgaranties.
TOELICHTING 29 - FINANCIËLE INSTRUMENTEN RISICO’S EN REËLE WAARDE
Bij de uitoefening van de bedrijfsactiviteit wordt de Groep blootgesteld aan valuta-, rente-, krediet- en marktrisico’s.
Derivaten worden desgevallend gebruikt om het risico verbonden aan de schommelingen van wisselkoersen en rente
te verminderen.
A
. Valutarisico
Operationele activiteiten
De Groep is minimaal onderhevig aan een valutarisico gezien zowel aankopen als verkopen bijna altijd in euro
gebeuren.
F
inancieringsactiviteiten
Op 31 december 2024 zijn er, net zoals per 31 december 2023, geen financieringsactiviteiten met een potentieel
valutarisico.
Geschatte gevoeligheid voor valutarisico
Het management is van oordeel dat gezien de hiervoor vermelde beperkte valutarisico’s, de risico’s op
schommelingen in de reële waarde of in de toekomstige kasstromen van financiële instrumenten met impact op het
resultaat of het eigen vermogen als gevolg van wisselkoersveranderingen, niet materieel zijn.
B. Renterisico
De vervaltermijnen van de financiële schulden en verplichtingen zijn terug te vinden in Toelichting 26 – Financiële
schulden.
De Groep heeft per 31 december 2024 geen rekening-courant saldo ten opzichte van kredietinstellingen (2023: 0 K€).
G
eschatte gevoeligheid voor intrestschommelingen
Aangezien er in 2024 geen uitstaande leningen zijn met variabele intrestvoet, is de Groep niet onderhevig aan
gevoeligheid voor intrestschommelingen per 31 december 2024.
C
. Kredietrisico
De Groep is blootgesteld aan het kredietrisico op haar klanten, wat zou kunnen leiden tot kredietverliezen.
Om het kredietrisico te beheersen, worden kredietwaardigheidsonderzoeken uitgevoerd met betrekking tot klanten
die belangrijke kredietfaciliteiten wensen en, indien deze onderzoeken negatief zijn, wordt de kredietverstrekking
geweigerd of beperkt.
Er was geen belangrijke concentratie van kredietrisico’s met één enkele tegenpartij per 31 december 2024.
Ondanks de intentie van RMG om haar kredietrisico te beperken, kan zij geconfronteerd worden met een
achteruitgang van de kredietwaardigheid van haar klanten. Dit kan een wezenlijk nadelige invloed hebben op de
activiteiten, financiële positie en/of bedrijfsresultaten van RMG.
De boekwaarde van de financiële activa stelt de maximale blootstelling aan kredietrisico van de Groep voor. De
boekwaarde wordt gerapporteerd inclusief waardeverminderingen. Een overzicht van deze boekwaarde is terug te
vinden in punt F. hierna, de waardeverminderingen worden in Toelichting 18 – Handels -en overige vorderingen
gedetailleerd.
D. Liquiditeitsrisico
De analyse van de looptijd van de financiële verplichtingen kan teruggevonden worden in Toelichting 26 – Financiële
schulden.
De Groep verwacht aan haar verplichtingen te kunnen voldoen door de verwachte operationele kasstromen en de
huidige liquide middelen. Roularta heeft einde 2024 een nettokaspositie van € 61,6 miljoen . De Groep heeft geen
kredietlijnen op korte termijn. Het liquiditeitsrisico is dus minimaal.
RMG beheert de kas- en financieringsstromen en de hieruit voortvloeiende risico’s middels een thesauriebeleid op
groepsniveau. Om de vermogensposities te optimaliseren en de daaraan gerelateerde rentelasten tot een minimum
te beperken, worden de kasstromen van de dochterondernemingen binnen de Groep waar nodig gecentraliseerd in
een cash pool.
E. Vermogensstructuur
Op 31 december 2024 was de gearing ratio (i.e. -netto financiële kaspositie/totaal eigen vermogen) -28,4% ten
opzichte van -26,20% het jaar ervoor. Gezien de nettokaspositie waarin de groep zich bevindt, is de ratio negatief.
Roularta Media Group tracht constant om haar vermogensstructuur (combinatie van schulden en eigen vermogen)
te optimaliseren. Het belangrijkste objectief van de vermogensstructuur is de maximalisatie van de
aandeelhouderswaarde terwijl tegelijkertijd de gewenste financiële flexibiliteit blijft behouden om strategische
projecten uit te voeren. De Groep beschikt vrij over de bovenvermelde nettokaspositie en kan op deze manier steeds
ingaan op opportuniteiten in de markt. Gezien de sterk bewegende mediasector waar de Groep zich in bevindt, wordt
er heel omzichtig met schuld omgesprongen.
De Raad van Bestuur van Roularta Media Group heeft in 2019 haar akkoord gegeven om eventuele cashreserves van
de Groep te beleggen via de tussenkomst van financiële instellingen om zo toch enig rendement te behalen op deze
cash. De beleggingsstrategie die door de Raad van Bestuur werd uitgetekend, wordt gekenmerkt door volgende
principes: (i) het bewaken van een gezond evenwicht tussen liquide middelen en het bedrag aan beleggingen; (ii) het
in acht nemen van de nodige voorzichtigheid bij het intekenen op een belegging; (iii) bij voorkeur beleggen in
duurzame ondernemingen. In 2024 zijn er geen geldbeleggingen geweest, maar werd wel een groot stuk van de cash
aangehouden in kortetermijndeposito’s met positief evoluerende intrestvoeten. We verwijzen hiervoor naar
toelichting 21 – Geldmiddelen en Kasequivalenten.
De vermogensstructuur van de Groep bestaat hoofdzakelijk uit kapitaal (zie detail in Toelichting 22 – Eigen
Vermogen) op het einde van 2024. Toelichting 26 toont details van de beperkte financiële schulden. Toelichting 21
toont de geldbeleggingen, liquide middelen en kasequivalenten.
De Groep is niet onderhevig aan enige extern opgelegde kapitaalverplichtingen. Het auditcomité ziet halfjaarlijks de
kapitaalstructuur van de Groep na. Als onderdeel van dit nazicht worden de kost van kapitaal en het risico van ieder
soort kapitaal (vreemd of eigen) bekeken.
F. Rle waarde
Hieronder wordt een overzicht gegeven van de boekwaardes van de financiële instrumenten die de groep gebruikt in
de geconsolideerde jaarrekening. De boekwaardes zijn een goede inschatting van de reële waarde.
in duizend Balans
Kasstromen
Niet-kasstromen
Balans
e
uro
1
januari
Reclass IFRS16 Overige Lening 31 december
2
024
Aflossing
L
T-KT
b
ewegingen
Put optie
l
eningen
v
erbonden
2
024
o
nderneming
Financiële
schulden -
korte termijn
5.444 -5.463 2.963 280 262 - - 3.486
Financiële
schulden -
lange termijn
6.029 - -2.963 1.906 - - - 4.973
Totale
f
inanciële
11.473 -5.463 - 2.186 262 - - 8.459
s
chulden
in duizend Balans
Kasstromen
Niet-kasstromen
Balans
e
uro
1 januari Reclass IFRS16 Overige Lening 31 december
2
023
Aflossing
L
T-KT
b
ewegingen
Put optie
l
eningen
v
erbonden
2
023
o
nderneming
Financiële
schulden -
korte termijn
2.620 -2.984 2.484 96 -21 250 3.000 5.444
Financiële
schulden -
lange termijn
8.846 - -2.484 2.667 - - -3.000 6.029
Totale
f
inanciële
11.466 -2.984 - 2.763 -21 250 - 11.473
s
chulden
TOELICHTING 27 - OVERIGE TOELICHTINGEN MET BETREKKING TOT PASSIVA
in duizend euro Kortlopend Langlopend
2024
Handels- en overige schulden Max. 1 jaar 2 jaar 3 tot 5 jaar > 5 jaar Totaa l
Handelsschulden
40.975
- - - 40.975
Leveranciers22.292---22.292
Te ontvangen facturen / op te stellen creditnota's (*)17.980---17.980
Creditsaldi klanten703---703
Ontvangen vooruitbetalingen
40.098
- - - 40.098
Personeelsbeloningen
16.969
- - - 16.969
Schulden aan werknemers14.088---14.088
Schulden aan openbare besturen2.881---2.881
Belastingschulden
1.137
- - - 1.137
Overige schulden
5.295
- - - 5.295
Te betalen indirecte belastingen (*)5.051---5.051
Overige schulden244---244
Toe te rekenen kosten en over te dragen opbrengsten
7.681
- - - 7.681
Totaal aan schulden volgens de vervaldag 112.155 - - - 112.155
(*) Geen financiële verplichting zoals gedefinieerd in IFRS 9
i
n duizend euro
Kortlopend Langlopend
2023
Handels- en overige schulden Max. 1 jaar 2 jaar 3 tot 5 jaar > 5 jaar Totaa l
Handelsschulden
43.824
- - - 43.824
Leveranciers24.217---24.217
Te ontvangen facturen / op te stellen creditnota's (*)18.854---18.854
Creditsaldi klanten753---753
Ontvangen vooruitbetalingen
41.732
- - - 41.732
Personeelsbeloningen
18.728
- - - 18.728
Schulden aan werknemers14.683---14.683
Schulden aan openbare besturen4.045---4.045
Belastingschulden
1.422
- - - 1.422
Overige schulden
5.091
- - 13 5.104
Te betalen indirecte belastingen (*)4.796---4.796
Overige schulden295--13308
Toe te rekenen kosten en over te dragen opbrengsten
6.402
- - - 6.402
Totaal aan schulden volgens de vervaldag 117.199 - - 13 117.212
(*) Geen financiële verplichting zoals gedefinieerd in IFRS 9
De indirecte belastingen betreffen voornamelijk bedrijfsvoorheffing, te betalen BTW en provincie- en
gemeentebelastingen.
De contractsaldi uit hoofde van contracten met klanten inbegrepen in deze saldi betreffen :
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
160 161
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PASSIVA Acquisities Acquisities Verkopen Verkopen
Langlopende verplichtingen - 996 -616 -
Voorzieningen - - -784 -
Personeelsbeloningen - 42 - -
Uitgestelde belastingschulden - 954 - -
Financiële schulden - - 168 -
Kortlopende verplichtingen - 3.911 2.320 -
Handelsschulden - 2.150 - -
Ontvangen vooruitbetalingen - 1.268 2.249 -
Sociale schulden - 331 71 -
Overige schulden - 162 - -
Totaal passiva - 4.907 1.704 -
Totaal overgenomen/verkocht nettoactief - 2.073 -1.249 -
Overgenomen/verkocht/gedeconsolideerd - 2.073 -1.249 -
nettoactief
Meer (+) / minwaarde (-) op verkoop - - 2.559 -
Betaalde / ontvangen overnameprijs - 2.073 1.310 -
Verworven geldbeleggingen en -middelen en - -842 - -
kasequivalenten
Netto kasstroom (- uitgaande; + inkomende) - -1.231 1.310 -
De term ‘Verkopen’ in de tabel kan de betekenis hebben van een verkoop, een deconsolidatie zonder verkoop van
een belang of de ontbinding van een vennootschap.
In 2024 zijn er geen acquisities geweest. De bedragen in de kolom ‘Verkopen’ komen van de verkoop van de Duitse
magazines voor 1.300 K€ en de verkoop van het belang in Repropress BV (10K€). Na de opname van een
herstructureringsprovisie van 784K€ (zie toelichting 24), werd een meerwaarde van 2.559k€ gerealiseerd die in de
‘Andere bedrijfsopbrengsten’ opgenomen is in de geconsolideerde winst-en verliesrekening.
De netto uitgaande kasstroom van acquisities in 2023 -1.231 K€ komt volledig van de overname van de BV RMN
Mindstyle. Er zijn in 2023 geen verkopen geweest. We verwijzen ook naar toelichting 2 – Groepsstructuur voor meer
duiding bij deze transacties.
TOELICHTING 31 - ERELONEN VAN DE COMMISSARIS EN MET HEM VERBONDEN PERSONEN
Het ereloon van de commissaris bedraagt 162 K€ (in 2023: 181 K€). Het ereloon van de commissaris voor bijkomende
controleopdrachten bedraagt 89 K€ (in 2023: 22 K€). Deze laatste omvat ook de beperkte controle werkzaamheden
op het duurzaamheidsverslag volgens de CSRD-richtlijnen.
TOELICHTING 32 - INFORMATIEVERSCHAFFING OVER VERBONDEN PARTIJEN
in duizend euro
Geassocieerde Overige
2024
o
ndernemingen
v
erbonden
Totaal
e
n joint ventures
p
artijen
I. Activa jegens verbonden partijen 99 15 114
Vorderingen (vlottende activa) 99 15 114
Handelsvorderingen 99 15 114
II. Verplichtingen jegens verbonden partijen 404 92 496
Kortlopende verplichtingen 404 92 496
Handelsschulden 404 92 496
III. Transacties tussen verbonden partijen 141 -403 -262
Verrichting van diensten 2.827 262 3.089
Aankoop van diensten (-) -2.612 -665 -3.277
Transfers m.b.t. financieringsovereenkomsten -74 - -74
IV. Vergoedingen aan het key management (Executive 1.954
M
anagement Committee)
- waarvan kortetermijnpersoneelsbeloningen 1.954
V. Vergoedingen bestuurders voor de uitoefening van hun 413
b
estuurdersmandaat
in duizend euro Geassocieerde Overige
2023
o
ndernemingen
v
erbonden
Totaal
e
n joint ventures
p
artijen
I. Activa jegens verbonden partijen 232 3 235
Vorderingen (vlottende activa) 232 3 235
Handelsvorderingen 232 3 235
II. Verplichtingen jegens verbonden partijen 2.915 340 3.255
Kortlopende verplichtingen 2.915 340 3.255
Financiële schulden 2.500 - 2.500
Handelsschulden 415 340 755
III. Transacties tussen verbonden partijen 462 -383 79
Verrichting van diensten 3.631 264 3.895
Aankoop van diensten (-) -3.072 -647 -3.719
Transfers m.b.t. financieringsovereenkomsten -97 - -97
IV. Vergoedingen aan het key management (Executive 1.593
M
anagement Committee)
- waarvan kortetermijnpersoneelsbeloningen 1.593
V. Vergoedingen bestuurders voor de uitoefening van hun 385
b
estuurdersmandaat
De daling in de kortlopende verplichtingen jegens geassocieerde ondernemingen en joint ventures is hoofdzakelijk
te wijten aan de aflossing van de lening tussen de verbonden ondernemingen Roularta Media Group NV en Mediafin
NV.
De vergoedingen aan het key management en de bestuurders zijn beide gestegen omwille van één extra (ander) lid
in beide vertegenwoordigingen. We verwijzen hiervoor naar het ‘Remuneratieverslag’ in de ‘Verklaring inzake
2024 2023
in duizend euro Toelichting
Categorie volgens
Boekwaarde Boekwaarde
IFRS 9
Vaste activa
Investeringen in financiële activa 17 RW-W&V 128 148
Leningen en waarborgen 17 GK 311 346
Vlottende activa
Handelsvorderingen en overige 18 GK 52.718 52.777
vorderingen
Geldmiddelen en kasequivalenten 21 GK 70.048 68.267
Langlopende verplichtingen
Financiële schulden 26 GK -4.973 -6.029
Overige schulden 27 GK - -13
Kortlopende verplichtingen
Financiële schulden 26 GK -2.857 -5.077
Geschreven putoptie op 26 RW-W&V -629 -368
minderheidsbelangen
Handelsschulden 27 GK -40.975 -43.824
Ontvangen vooruitbetalingen 27 GK -40.098 -41.732
Overige schulden 27 GK -5.295 -5.091
-
-
C
ategorie volgens IFRS 9
GK Financiële activa en financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs
RW-W&V Financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via winst of verlies
Hieronder worden de belangrijkste methoden en veronderstellingen vermeld die worden gebruikt bij het schatten
van de reële waarden van financiële instrumenten die in het overzicht zijn opgenomen.
Investeringen in financiële activa
Zoals vermeld in Toelichting 17 heeft het management vastgesteld dat de kostprijs minus bijzondere
waardeverminderingen een juiste schatting is van de reële waarde voor de niet-beursgenoteerde
aandelenbeleggingen van de integraal geconsolideerde ondernemingen omdat er onvoldoende recentere informatie
beschikbaar is om de reële waarde te meten.
Leningen, waarborgen, handels- en overige vorderingen, handels- en overige schulden
Voor de vorderingen en schulden met een oorspronkelijke looptijd van minder dan één jaar wordt de nominale waarde
geacht een afspiegeling te zijn van de reële waarde gezien de korte vervaltermijn. Voor de vorderingen op meer dan
één jaar werd vastgesteld dat de boekwaarde een afspiegeling is van de reële waarde.
Financiële schulden
De reële waarde van de leningen en leasingschulden is berekend op basis van de contante waarde van de verwachte
toekomstige kasstromen uit hoofde van aflossingen en rentebetalingen.
Overige verplichtingen
Voor de kortlopende verplichtingen wordt de nominale waarde geacht een afspiegeling te zijn van de reële waarde
gezien de korte vervaltermijn. Voor de financiële derivaten is de reële waarde bepaald op basis van marktwaardering
op balansdatum.
Reële waarde hiërarchie
De investeringen in financiële activa (128 K€ per 31 december 2024 en 148 K€ op 31 december 2023) zijn
gewaardeerd aan reële waarde en betreffen niveau 3 investeringen .
De geschreven putoptie op minderheidsbelangen is gewaardeerd aan reële waarde en bevindt zich ook in de reële
waarde hiërarchie niveau 3. Voor meer informatie hierover verwijzen we naar toelichting 26 – Financiële schulden.
in duizend euro
31/12/2024
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
Activa gewaardeerd aan rle waarde
Investeringen in financiële activa
128
- - 128
Passiva gewaardeerd aan rle waarde
Geschreven putoptie op deelneming opgenomen onder -629 - - -629
vermogensmutatiemethode
in duizend euro
31/12/2023
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
Activa gewaardeerd aan rle waarde
Investeringen in financiële activa
148
- - 148
Passiva gewaardeerd aan rle waarde
Geschreven putoptie op deelneming opgenomen onder -368 - - -368
vermogensmutatiemethode
De volgende hiërarchie wordt gebruikt voor het bepalen en toelichten van de reële waarde van een financieel
instrument:
niveau 1: marktprijzen in actieve markten voor identieke activa of verplichtingen
niveau 2: andere gegevens dan deze uit niveau 1, die observeerbaar zijn voor het actief of de verplichting, hetzij
direct (via prijzen), hetzij indirect (afgeleid van prijzen)
niveau 3: gegevens die niet gebaseerd zijn op observeerbare marktcijfers
Tijdens het boekjaar waren er geen transfers tussen de verschillende niveaus .
TOELICHTING 30 - KASSTROMEN MET BETREKKING TOT OVERNAMES EN AFSTOTINGEN
De tabel hierna geeft een samenvatting van de nettokasstromen met betrekkingen tot overnames/aankopen van
bedrijfstakken en afstotingen/verkopen van bedrijfstakken.
in duizend euro 2024 2023 2024 2023
Acquisities Acquisities Verkopen Verkopen
ACTIVA
Vaste Activa - 3.838 213 -
Immateriële activa - 3.706 - -
Materiële vaste activa - 132 183 -
Investeringen in financiële activa, leningen en - - 30 -
waarborgen
Vlottende Activa - 3.142 242 -
Handelsvorderingen en overige vorderingen - 1.949 -25 -
Over te dragen kosten en verkregen opbrengsten - 11 - -
Geldmiddelen en kasequivalenten - 842 - -
Voorraden - 340 267 -
Belastingvorderingen - - - -
Totaal activa - 6.980 455 -
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
162 163
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
VERKORTE STATUTAIRE RESULTATENREKENING
in duizend euro
2024
2023
Verkorte statutaire resultatenrekening
Bedrijfsopbrengsten
284.769
285.296
Bedrijfskosten
-282.344
-291.221
Bedrijfswinst/Bedrijfsverlies
2.424
-5.925
Financiële opbrengsten
9.617
7.976
Financiële kosten
-6.036
-3.309
Winst (verlies) van het boekjaar vóór belasting
6.005
-1.257
Belastingen op het resultaat
-492
-166
Winst (verlies) van het boekjaar
5.514
-1.424
Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar
5.514
-1.424
in duizend euro
2024
2023
Resultaatverwerking
Te bestemmen winst (verlies)
5.538
-1.400
Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar
5.514
-1.424
Overgedragen winst (verlies) van het vorige boekjaar
24
24
Onttrekking aan het eigen vermogen
-
13.210
Aan de reserves
-
13.210
Toevoegingen aan het eigen vermogen
-5.482
-
Aan de wettelijke reserve
482
-
Aan de overige reserves
5.000
-
Over te dragen resultaat
-57
-24
Over te dragen winst (verlies)
57
24
Uit te keren winst
-
-11.786
Vergoeding van het kapitaal
-
11.786
VERKORTE STATUTAIRE BALANS NA WINSTVERDELING
in duizend euro
2024
2023
ACTIVA
Vaste activa
155.445
162.324
Immateriële vaste activa
25.946
30.912
Materiële vaste activa
43.246
40.718
Financiële vaste activa
86.253
90.694
Vlottende activa
140.895
141.138
Voorraden en bestellingen in uitvoering
8.133
10.209
Vorderingen op ten hoogste één jaar
45.064
47.077
Geldbeleggingen
42.684
46.937
Liquide middelen
39.980
31.317
Overlopende rekeningen
5.034
5.599
Totaal der activa
296.340
303.463
in duizend euro
2024
2023
PASSIVA
Eigen vermogen
208.163
195.453
Kapitaal
84.816
80.000
Uitgiftepremies
2.684
304
Wettelijke reserve
8.482
8.000
Onbeschikbare reserves
17.568
16.921
Belastingvrije reserves
1.207
1.207
Beschikbare reserves
93.350
88.997
Overgedragen winst (verlies)
57
24
Voorzieningen en uitgestelde belastingen
5.739
7.721
Schulden
82.439
100.289
Schulden op ten hoogste één jaar
75.559
94.623
Overlopende rekeningen
6.880
5.666
Totaal der passiva
296.340
303.463
deugdelijk bestuur’.
De Groep heeft geen activa, verplichtingen noch transacties met haar belangrijkste aandeelhouders NV Koinon (met
uitzondering van de uitvoering van de managementovereenkomst met de NV Koinon en de betaling van de vaste
bestuurdersvergoeding aan de NV Koinon), SA West Investment Holding en Capfi Delen Asset Management NV.
Activa, verplichtingen en transacties met dochterondernemingen worden in de consolidatie volledig geëlimineerd en
zijn bijgevolg niet in deze rubriek opgenomen. Activa, verplichtingen en transacties met geassocieerde
ondernemingen en joint ventures worden in de consolidatie niet geëlimineerd, behalve up-en downstream
transacties met deze ondernemingen die dan wel geëlimineerd worden.
De lijst met dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen is te vinden in Toelichting 2.
De overige verbonden partijen zijn ondernemingen die door het Executive Management Committee van de Groep en
hun nauwe verwanten worden gecontroleerd, of waarin deze personen een significante invloed hebben. Er zijn geen
zekerheden verbonden aan de activa en verplichtingen jegens de verbonden partijen. Er werden geen
waardeverminderingen geboekt in 2024, noch in 2023.
We verwijzen verder naar de verklaring inzake deugdelijk bestuur eerder in dit jaarverslag.
Alle vorderingen en schulden betreffen kortetermijnvorderingen en -schulden die op de vervaldag worden voldaan.
Alle transacties betreffen gewone commerciële handelingen. Bij verkopen door de Groep aan deze verbonden
partijen wordt de gebruikelijke tarifering toegepast, zoals deze geldt ten aanzien van derden. Bij aankopen wordt de
gebruikelijke procedure toegepast wat betreft selectie van de leverancier en toegepaste prijzen.
TOELICHTING 33 - BELANGRIJKE GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM
Op 14 maart 2025 heeft de FSMA aangekondigd dat Koinon NV een vrijwillig en voorwaardelijk openbaar overnamebod
uitbrengt op alle aandelen in Roularta Media Group NV die niet reeds door haar of de met haar verbonden personen
worden gehouden. Het bod gebeurt in cash tegen een prijs van 15,50 EUR per aandeel.
Er hebben zich anders geen belangrijke gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan die de resultaten en de
financiële positie van de onderneming op belangrijke wijze beïnvloeden.
Statutaire jaarrekening
VERKORTE STATUTAIRE JAARREKENING
De volgende pagina’s zijn uittreksels uit de statutaire
jaarrekening van NV Roularta Media Group,
opgesteld overeenkomstig de Belgische
boekhoudkundige regels.
De waarderingsregels gebruikt voor de statutaire
jaarrekening verschillen aanzienlijk van de
waarderingsregels gebruikt voor de geconsolideerde
jaarrekening: de statutaire jaarrekening wordt
opgemaakt conform de Belgische wettelijke
bepalingen, terwijl de geconsolideerde jaarrekening
conform de IFRS Accounting Standards wordt
opgemaakt.
Alleen de geconsolideerde jaarrekening vervat in de
voorafgaande pagina’s geeft een getrouw beeld van
de financiële situatie en de prestaties van de groep in
zijn geheel.
Het verslag van de raad van bestuur in verband met
de statutaire jaarrekening aan de algemene
vergadering van aandeelhouders zal samen met de
jaarrekening van NV Roularta Media Group en het
verslag van de commissaris worden neergelegd bij de
Nationale Bank van België binnen de wettelijk
bepaalde termijn.
Deze documenten zijn op aanvraag verkrijgbaar bij de
afdeling Investor Relations van de vennootschap en
zijn beschikbaar op www.roularta.be.
De commissaris heeft een goedkeurende verklaring
zonder voorbehoud gegeven met betrekking tot de
statutaire jaarrekening van NV Roularta Media
Group.
UITTREKSEL UIT HET JAARVERSLAG VAN
D
E RAAD VAN BESTUUR
De jaarrekening zoals ze zal worden voorgelegd aan
de algemene vergadering van aandeelhouders van 20
mei 2025, werd door de raad van bestuur van 4 april
2025 goedgekeurd.
Resultaatbestemming
De te bestemmen winst van het boekjaar 2024
bedraagt 5.513.837 € tegenover een te bestemmen
winst van -1.423.593 € voor het boekjaar 2023.
Rekening houdend met de overgedragen winst van
het vorige boekjaar van 24.360 € bedraagt het te
bestemmen winstsaldo voor het boekjaar 2024
5.538.197 €.
De raad van bestuur stelt aan de algemene
vergadering voor om over het jaar 2024 geen
brutodividend uit te keren.
Resultaatverwerking
Wij stellen u voor aan het resultaat de volgende
bestemming te geven:
A. Te bestemmen winstsaldo 5.538.197
Bestaande uit:
te bestemmen winst
van het boekjaar 5.513.837
overgedragen winst van
het vorige boekjaar 24.360
B. Toevoeging aan het eigen vermogen
aan de wettelijke reserve 481.595
aan de overige reserves 5.000.000
C. Over te dragen resultaat 56.601
D. Uit te keren winst
Vergoeding van het kapitaal -
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
164 165
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
VERSLAG VAN
DE COMMISSARIS
VERSLAG VAN DE COMMISSARIS
OVER DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
VAN ROULARTA MEDIA GROUP NV
OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP
31 DECEMBER 2024
Besloten vennootschap
Société à responsabilité limitée
RPR Brussel
- RPM Bruxelles - BTW-TVA BE0446.334.711-IBAN N° BE71 2100 9059 0069
*handelend in naam van een vennootschap:/agissant au nom d'une société
A member firm of Ernst & Young Global Limited
EY Bedrijfsrevisoren
EY Réviseurs d’Entreprises
Pauline van Pottelsberghelaan 12
B - 9051 Gent
Tel: +32 (0) 9 242 51 11
ey.com
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Roularta
Media Group NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Roularta Media Group
NV (de “Vennootschap”) en haar dochterondernemingen (samen “de Groep”), brengen wij u verslag uit
in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde
staat van de financiële positie op 31 december 2024, de geconsolideerde winst-en verliesrekening, het
geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, de geconsolideerde
balans, het geconsolideerde kasstroomoverzicht en het geconsolideerde mutatieoverzicht van het eigen
vermogen van het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 en over de toelichting, met informatie van
materieel belang over de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving (alle stukken
gezamenlijk deGeconsolideerde Jaarrekening”) en omvat tevens ons verslag betreffende overige door
wet- en regelgeving gestelde eisen. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar.
Wij werden als commissaris benoemd door de algemene vergadering op 21 mei 2024, overeenkomstig
het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité en op voordracht
van de ondernemingsraad. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die zal
beraadslagen over de Geconsolideerde Jaarrekening afgesloten op 31 december 2026. We hebben de
wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep voor één boekjaar uitgevoerd.
Verslag over de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening
Oordeel zonder voorbehoud
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van
de Geconsolideerde Jaarrekening van Roularta
Media Group NV, die de geconsolideerde staat
van de financiële positie op 31 december 2024
omvat, alsook de geconsolideerde winst- en
verliesrekening, het geconsolideerde overzicht
van gerealiseerde en niet-gerealiseerde
resultaten, de geconsolideerde balans, het
geconsolideerde kasstroomoverzicht en het
geconsolideerde mutatieoverzicht van het eigen
vermogen over het boekjaar afgesloten op die
datum en de toelichting met inbegrip van de
materieel belang zijnde gehanteerde grondslagen
voor financiële verslaggeving, met een
geconsolideerd balanstotaal van € 353.007
duizend en waarvan de geconsolideerde
resultatenrekening afsluit met een winst van het
boekjaar van € 6.124 duizend.
Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde
Jaarrekening een getrouw beeld van het
geconsolideerde eigen vermogen en van de
geconsolideerde financiële positie van de Groep
op 31 december 2024, alsook van de
geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde
kasstromen voor het boekjaar dat op die datum is
afgesloten, in overeenstemming met de
International Financial Reporting Standards
(“IFRS”) zoals goedgekeurd door de Europese
Unie en met de in België van toepassing zijnde
wettelijke en reglementaire voorschriften.
Basis voor ons oordeel zonder voorbehoud
We hebben onze controle uitgevoerd in
overeenstemming met de International Standards
on Auditing (“ISA’s”) die van toepassing zijn in
België. Wij hebben bovendien de door
International Auditing and Assurance Standards
Board (“IAASB”) goedgekeurde ISA’s toegepast
die van toepassing zijn op huidige
afsluitingsdatum en nog niet goedgekeurd zijn op
nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden uit
hoofde van die standaarden zijn nader beschreven
in het gedeelte “Onze verantwoordelijkheden voor
de controle van de Geconsolideerde
Jaarrekeningvan ons verslag.
Verslag van de commissaris van 4 april 2025 over
de Geconsolideerde Jaarrekening van Roularta Media Group NV
over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg)
of Roularta Media Group NV as of and
for the year ended 31 december 2024 (continued)
2
Wij hebben alle deontologische vereisten die
relevant zijn voor de controle van de
Geconsolideerde Jaarrekening in België
nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking
tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de
aangestelden van de Vennootschap de voor onze
controle vereiste ophelderingen en inlichtingen
verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen
controle-informatie voldoende en geschikt is als
basis voor ons oordeel.
Overige aangelegenheid andere
commissaris
De Geconsolideerde jaarrekening van de Groep
voor het boekjaar afgesloten op
31 december 2023 werd door een andere
commissaris gecontroleerd die op 15 april 2024
een oordeel zonder voorbehoud over deze
Geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking
heeft gebracht.
Kernpunten van de controle
De kernpunten van onze controle betreffen die
aangelegenheden die volgens ons professioneel
oordeel het meest significant waren bij onze
controle van de Geconsolideerde Jaarrekening
van de huidige verslagperiode.
Deze aangelegenheden werden behandeld in de
context van onze controle van de Geconsolideerde
Jaarrekening als een geheel en bij het vormen van
ons oordeel hieromtrent en derhalve formuleren
wij geen afzonderlijk oordeel over deze
aangelegenheden.
Waardering van immateriële vaste activa met
een beperkte gebruiksduur
Beschrijving van het kernpunt
Zoals uiteengezet in Toelichting 14, 'Immateriële
activa', heeft de Groep op 31 december 2024
merken ten belope van € 66.300 duizend of
18,8% van de totale activa van de Groep,
waarvoor de Groep op overnamedatum de
verwachte gebruiksduur heeft bepaald op basis
van veronderstellingen, die worden beïnvloed
door verwachte toekomstige markt- of
economische omstandigheden. Per
31 december 2024 werden indicatoren voor
waardeverminderingen vastgesteld en werd een
toetsing op waardeverminderingen van merken
uitgevoerd.
Deze toetsing werd uitgevoerd voor elke
kasstroomgenererende eenheid of "CGU" (kleinste
groep van activa die grotendeels onafhankelijke
kasstromen genereren). Op 31 december 2024
werd een waardevermindering van 674 duizend
geboekt.
De Groep bepaalde de realiseerbare waarde van
een CGU op basis van de gebruikswaarde,
berekend met behulp van een verdisconteerde
kasstroommethode of “DCF”. Deze
waarderingsmethode is complex en vereist een
aanzienlijk oordeel bij het schatten van
kasstroomprognoses, die worden beïnvloed door
de verwachtingen van het management omtrent
toekomstige prestaties en omzetgroei, marge-
evolutie, de disconteringsvoet en de groeivoet op
lange termijn na de projectieperiode.
Ingevolge de aanwezigheid van belangrijke
veronderstellingen, de complexiteit van de
waarderingsmethodologie, inherente onzekerheid
met betrekking tot prognoses en
veronderstellingen die worden beïnvloed door
economische omstandigheden, beschouwen wij
deze beoordeling als een kernpunt van onze
controle.
Samenvatting van de uitgevoerde procedures
We hebben inzicht verkregen in de
waarderingsregels en in de procedures
die de Groep hanteert ter identificatie van
aanwijzingen voor waardevermindering
en in de boekhoudkundige schattingen
van de gebruiksduur van immateriële
activa;
Omwille van de lager dan verwachte
rentabiliteit, werden er aanwijzingen voor
waardevermindering van de immateriële
vaste activa, uitgezonderd goodwill,
vastgesteld van bepaalde CGU’s. De door
de Groep uitgevoerde waardering, om de
gebruikswaarde van deze activa te
bepalen en eventuele
waardevermindering te identificeren,
werd door ons kritisch beoordeeld;
Onze interne waarderingsspecialisten
hebben het waarderingsmodel en de
significante veronderstellingen die in het
waarderingsmodel worden gebruikt, de
methodologie en de rekenkundige
juistheid geanalyseerd en getest door
ondermeer kritische bevraging van het
management aangaande omzetgroei,
Verslag van de commissaris van 4 april 2025 over
de Geconsolideerde Jaarrekening van Roularta Media Group NV
over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg)
of Roularta Media Group NV as of and
for the year ended 31 december 2024 (continued)
3
verwachte marge-evoluties en
disconteringsvoet;
We analyseerden en testten de
sensitiviteit van de belangrijkste
veronderstellingen (disconteringsvoet
evenals de lange termijn groeivoet en
geraamde kasstromen) en de toelichting
ervan;
We verifieerden dat de geboekte
waardevermindering in overeenstemming
is met de door het management
berekende realiseerbare waarde;
De boekhoudkundige schattingen door het
management van de resterende
gebruiksduur van de immateriële activa,
goodwill uitgezonderd, evenals hun
analyse om de afschrijvingsduur van deze
activa eventueel te herzien, werd door
ons beoordeeld;
We beoordeelden de gepastheid van de
toelichting aangaande immateriële vaste
activa, goodwill uitgezonderd, in
overeenstemming met IAS 38.
Waardering van goodwill
Beschrijving van het kernpunt
Zoals uiteengezet in Toelichting 13, bedraagt de
goodwill op 31 december 2024 € 7.975 duizend,
ofwel 2,3% van de totale activa. De Groep heeft de
waardevermindering voor elke kasstroom
genererende eenheid of ‘CGU’ (kleinste groep van
activa die grotendeels onafhankelijke kasstromen
genereren) beoordeeld. Op 31 december 2024
werd een waardevermindering van
€ 1.877 duizend geboekt.
De Groep bepaalde de realiseerbare waarde van
een CGU op basis van de gebruikswaarde,
berekend met behulp van een verdisconteerde
kasstroom methode of “DCF”. Deze
waarderingsmethode is complex en vereist een
aanzienlijk oordeel bij het schatten van
kasstroomprognoses die worden beïnvloed door
de verwachtingen van het management omtrent
toekomstige prestaties en omzetgroei, marge-
evolutie, de disconteringsvoet en de groeivoet op
lange termijn na de projectieperiode.
Vanwege de aanwezigheid van belangrijke
veronderstellingen, de complexiteit van de
waarderingsmethodologie, inherente onzekerheid
met betrekking tot prognoses en
veronderstellingen die worden beïnvloed door
economische omstandigheden, beschouwen wij
deze beoordeling als een kernpunt van onze
controle.
Samenvatting van de uitgevoerde procedures
Onze interne waarderingsspecialisten
hebben het waarderingsmodel en de
significante veronderstellingen die in het
waarderingsmodel worden gebruikt, de
methodologie en de rekenkundige
juistheid geanalyseerd en getest;
We beoordeelden kritisch de belangrijkste
veronderstellingen van omzetgroei,
verwachte marge-evolutie, de
disconteringsvoet en de groeivoet op
lange termijn na de projectieperiode door
te vergelijken met de verwachtingen in
het media marktlandschap;
Wij hebben kritische vragen gesteld aan
het management dat betrokken is bij de
voorbereiding van het 5-jarenplan,
onderliggend aan het waarderingsmodel;
We analyseerden en testten de
sensitiviteitsanalyse die het management
heeft opgesteld om de impact te begrijpen
van redelijke veranderingen in de
belangrijkste veronderstellingen op de
beschikbare economische ruimte
(‘headroom’) voor de CGU en gingen na of
er aanwijzingen waren op enige
vooringenomenheid vanwege het
management bij de bepaling van deze
veronderstellingen;
We verifieerden dat de geboekte
waardevermindering in overeenstemming
is met de door het management
berekende realiseerbare waarde;
We evalueerden bijkomende aanwijzingen
voor waardevermindering door de notulen
van de bestuursorgaanvergaderingen door
te nemen en regelmatige gesprekken te
voeren met het management en het
auditcomité;
We beoordeelden de gepastheid van de
toelichting aangaande goodwill in de
Geconsolideerde Jaarrekening.
JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024
166 167
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
Verslag van de commissaris van 4 april 2025 over
de Geconsolideerde Jaarrekening van Roularta Media Group NV
over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg)
of Roularta Media Group NV as of and
for the year ended 31 december 2024 (continued)
5
het evalueren van de geschiktheid van de
gehanteerde grondslagen voor financiële
verslaggeving en het evalueren van de
redelijkheid van de door het bestuursorgaan
gemaakte schattingen en van de daarop
betrekking hebbende toelichtingen;
het concluderen van de aanvaardbaarheid van
de door het bestuursorgaan gehanteerde
continuïteitsveronderstelling, en op basis van
de verkregen controle-informatie,
concluderen of er een onzekerheid van
materieel belang bestaat met betrekking tot
gebeurtenissen of omstandigheden die
significante twijfel kunnen doen ontstaan over
de mogelijkheid van de Vennootschap en de
Groep om de continuïteit te handhaven. Als
we besluiten dat er sprake is van een
onzekerheid van materieel belang, zijn wij
ertoe gehouden om de aandacht in ons
commissarisverslag te vestigen op de daarop
betrekking hebbende toelichtingen in de
Geconsolideerde Jaarrekening of, indien deze
toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel
aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd
op de controle-informatie die verkregen is tot
op de datum van ons commissarisverslag.
Toekomstige gebeurtenissen of
omstandigheden kunnen er echter toe leiden
dat de continuïteit van de Vennootschap of
van de Groep niet langer gehandhaafd kan
worden;
het evalueren van de algehele presentatie,
structuur en inhoud van de Geconsolideerde
Jaarrekening, en of deze Geconsolideerde
Jaarrekening de onderliggende transacties en
gebeurtenissen weergeeft op een wijze die
leidt tot een getrouw beeld.
Wij communiceren met het auditcomité binnen het
bestuursorgaan, onder andere over de geplande
reikwijdte en timing van de controle en over de
significante controlebevindingen, waaronder
eventuele significante tekortkomingen in de
interne beheersing die we identificeren gedurende
onze controle.
Omdat we de eindverantwoordelijkheid voor ons
oordeel dragen, zijn we ook verantwoordelijk voor
het organiseren, het toezicht en het uitvoeren van
de controle van de dochterondernemingen van de
Groep. In die zin hebben wij de aard en omvang
van de controleprocedures voor deze entiteiten
van de Groep bepaald.
We verstrekken aan het auditcomité binnen het
bestuursorgaan een verklaring dat we de
relevante deontologische vereisten inzake
onafhankelijkheid naleven en we melden hierin
alle relaties en andere aangelegenheden die
redelijkerwijs onze onafhankelijkheid zouden
kunnen beïnvloeden, alsook, voor zover van
toepassing, de bijbehorende maatregelen die we
getroffen hebben om onze onafhankelijkheid te
waarborgen.
Aan de hand van de aangelegenheden die met het
auditcomité binnen het bestuursorgaan besproken
worden, bepalen we de aangelegenheden die het
meest significant waren bij de controle van de
Geconsolideerde Jaarrekening over de huidige
periode en die daarom de kernpunten van onze
controle uitmaken. We beschrijven deze
aangelegenheden in ons verslag, tenzij het
openbaar maken van deze aangelegenheden is
verboden door wet- of regelgeving.
Verslag betreffende de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen
Verantwoordelijkheden van het
bestuursorgaan
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het
opstellen en de inhoud van het jaarverslag over
de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere
informatie opgenomen in het jaarrapport.
Verantwoordelijkheden van de commissaris
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig
de Belgische bijkomende norm (Herzien) bij de in
België van toepassing zijnde ISAs, is het onze
verantwoordelijkheid om, in alle van materieel
belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de
Geconsolideerde Jaarrekening, de andere
informatie opgenomen in het jaarrapport te
verifiëren, alsook verslag over deze
aangelegenheden uit te brengen.
Verslag van de commissaris van 4 april 2025 over
de Geconsolideerde Jaarrekening van Roularta Media Group NV
over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg)
of Roularta Media Group NV as of and
for the year ended 31 december 2024 (continued)
4
Verantwoordelijkheden van het
bestuursorgaan voor het opstellen van de
Geconsolideerde Jaarrekening
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het
opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening
die een getrouw beeld geeft in overeenstemming
met IFRS en met de in België van toepassing
zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften,
alsook voor een systeem van interne beheersing
die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het
opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening
die geen afwijking van materieel belang bevat die
het gevolg is van fraude of van fouten.
In het kader van de opstelling van de
Geconsolideerde Jaarrekening is het
bestuursorgaan verantwoordelijk voor het
inschatten van de mogelijkheid van de
Vennootschap om haar continuïteit te handhaven,
het toelichten, indien van toepassing, van
aangelegenheden die met continuïteit verband
houden en het gebruiken van de
continuïteitsveronderstelling tenzij het
bestuursorgaan het voornemen heeft om de
Vennootschap te vereffenen of om de
bedrijfsactiviteiten stop te zetten of geen
realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze verantwoordelijkheden voor de
controle over de Geconsolideerde
Jaarrekening
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een
redelijke mate van zekerheid over de vraag of de
Geconsolideerde Jaarrekening als geheel geen
afwijking van materieel belang bevat die het
gevolg is van fraude of van fouten en het
uitbrengen van een commissarisverslag waarin
ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van
zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar
is geen garantie dat een controle die
overeenkomstig de ISAs is uitgevoerd altijd een
afwijking van materieel belang ontdekt wanneer
die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als
gevolg van fraude of fouten en worden als van
materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs
kan worden verwacht dat zij, individueel of
gezamenlijk, de economische beslissingen
genomen door gebruikers op basis van de
Geconsolideerde Jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het
wettelijk, reglementair en normatief kader dat
van toepassing is op de controle van de
Geconsolideerde Jaarrekening in België na. De
wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent
de toekomstige levensvatbaarheid van de
Vennootschap en van de Groep, noch omtrent de
efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het
bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de
Vennootschap en van de Groep ter hand heeft
genomen of zal nemen. Onze
verantwoordelijkheden inzake de door het
bestuursorgaan gehanteerde
continuïteitsveronderstelling staan hieronder
beschreven.
Als deel van een controle uitgevoerd
overeenkomstig de ISAs, passen wij professionele
oordeelsvorming toe en handhaven wij een
professioneel-kritische instelling gedurende de
controle. We voeren tevens de volgende
werkzaamheden uit:
het identificeren en inschatten van de risico’s
dat de Geconsolideerde Jaarrekening een
afwijking van materieel belang bevat die het
gevolg is van fraude of fouten, het bepalen en
uitvoeren van controlewerkzaamheden die op
deze risico’s inspelen en het verkrijgen van
controle-informatie die voldoende en geschikt
is als basis voor ons oordeel. Het risico van
het niet detecteren van een van materieel
belang zijnde afwijking is groter indien die
afwijking het gevolg is van fraude dan indien
zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude
sprake kan zijn van samenspanning, valsheid
in geschrifte, het opzettelijk nalaten om
transacties vast te leggen, het opzettelijk
verkeerd voorstellen van zaken of het
doorbreken van het systeem van interne
beheersing;
het verkrijgen van inzicht in het systeem van
interne beheersing dat relevant is voor de
controle, met als doel controlewerkzaam-
heden op te zetten die in de gegeven
omstandigheden geschikt zijn maar die niet
zijn gericht op het geven van een oordeel over
de effectiviteit van het systeem van interne
beheersing van de Vennootschap en van de
Groep;
Verslag van de commissaris van 4 april 2025 over
de Geconsolideerde Jaarrekening van Roularta Media Group NV
over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg)
of Roularta Media Group NV as of and
for the year ended 31 december 2024 (continued)
6
Aspecten betreffende het jaarverslag over
de Geconsolideerde Jaarrekening en andere
informatie opgenomen in het jaarrapport
Het jaarverslag over de Geconsolideerde
Jaarrekening bevat de geconsolideerde
duurzaamheidsinformatie die het voorwerp
uitmaakt van ons afzonderlijk verslag over de
beoordeling met een beperkte mate van zekerheid
hiervan. Deze sectie betreft niet de assurance
over de geconsolideerde duurzaamheids-
informatie opgenomen in het jaarverslag.
Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke
werkzaamheden op het jaarverslag over de
Geconsolideerde Jaarrekening, stemt dit
jaarverslag over de Geconsolideerde
Jaarrekening overeen met de Geconsolideerde
Jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, enerzijds,
en is dit jaarverslag over de Geconsolideerde
Jaarrekening opgesteld overeenkomstig artikel
3:32 van het Wetboek van vennootschappen en
verenigingen, anderzijds.
In de context van onze controle van de
Geconsolideerde Jaarrekening zijn wij tevens
verantwoordelijk voor het overwegen, op basis
van de kennis verkregen in de controle, of het
jaarverslag over de Geconsolideerde
Jaarrekening en de andere informatie opgenomen
in het jaarrapport, zijnde:
jaarverslag raad van bestuur
verklaring inzake deugdelijk bestuur
een afwijking van materieel belang bevatten,
hetzij informatie die onjuist vermeld is of
anderszins misleidend is. In het licht van de
werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd,
hebben wij geen afwijking van materieel belang te
melden.
Vermeldingen betreffende de
onafhankelijkheid
Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk
hebben geen opdrachten verricht die
onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van
de Geconsolideerde Jaarrekening en zijn in de
loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven
tegenover de Vennootschap.
De honoraria voor de bijkomende opdrachten die
verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de
Geconsolideerde Jaarrekening bedoeld in artikel
3:65 van het Wetboek van vennootschappen en
verenigingen werden correct vermeld en
uitgesplitst in de toelichting bij de
Geconsolideerde Jaarrekening.
Europees uniform elektronisch formaat
(“ESEF”)
Wij hebben, overeenkomstig de norm inzake de
controle van de overeenstemming van de
financiële overzichten met het Europees uniform
elektronisch formaat (hierna “ESEF”), de controle
uitgevoerd van de overeenstemming van het
ESEF-formaat met de technische
reguleringsnormen vastgelegd door de Europese
Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17
december 2018 (hierna: “Gedelegeerde
Verordening”).
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het
opstellen, in overeenstemming met de ESEF-
vereisten, van de geconsolideerde financiële
overzichten in de vorm van een elektronisch
bestand in ESEF-formaat (hierna “de digitale
geconsolideerde financiële overzichten”)
opgenomen in het jaarlijks financieel verslag
beschikbaar op het portaal van de FSMA
(https://www.fsma.be/nl/stori).
Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en
geschikte onderbouwende informatie te
verkrijgen om te concluderen dat het formaat en
de markeertaal van de digitale geconsolideerde
financiële overzichten in alle van materieel belang
zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten
krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Op basis van de door ons uitgevoerde
werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het
formaat en de markering van informatie in de
digitale geconsolideerde financiële overzichten
van Roularta Media Group NV per
31 december 2024 opgenomen in het jaarlijks
financieel verslag beschikbaar op het portaal van
de FSMA (https://www.fsma.be/nl/stori) in alle
van materieel belang zijnde opzichten in
overeenstemming zijn met de ESEF-vereisten
krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Verslag van de commissaris van 4 april 2025 over
de Geconsolideerde Jaarrekening van Roularta Media Group NV
over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg)
of Roularta Media Group NV as of and
for the year ended 31 december 2024 (continued)
7
Andere vermeldingen
Huidig verslag is consistent met onze
aanvullende verklaring aan het auditcomi
bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU)
nr. 537/2014.
Gent, 4 april 2025
EY Bedrijfsrevisoren BV
Commissaris
vertegenwoordigd door
Lieve Cornelis *
Partner
* Handelend in naam van een BV
25LC0062
Digitally signed by Lieve Cornelis
(Signature)
DN: cn=Lieve Cornelis
(Signature), c=BE
Date: 2025.04.04 14:25:36
+02'00'
Lieve Cornelis
(Signature)
ROULARTA
MEDIA GROUP
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2024
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2024
INHOUD
VOORWOORD .............................................................................................................................................. 172
1 SDG’s ............................................................................................................................................................. 176
2. TARGETS EN KPI’S (SDG EN CSRD)
OVERZICHT EN RESULTATEN ......................................................................................................... 178
3. RESULTATEN TARGETS EN KPI’S 2024:........................................................................................ 180
4. CSRD (CORPORATE SUSTAINABILITY
REPORTING DIRECTIVE) ................................................................................................................... 184
5. E = ENVIRONMENTAL ......................................................................................................................... 218
6. S = SOCIAL ................................................................................................................................................ 249
BESLUIT ........................................................................................................................................................ 274
ANNEX I TOPICS / SUBTOPICS / SUBSUBTOPICS ........................................................................ 275
ANNEX II REFERENTIE TABEL ........................................................................................................... 278
ANNEX III LIJST VAN DATAPUNTEN IN
DWARSDOORSNIJDENDE EN THEMATISCHE STANDAARDEN
DIE VOORTKOMEN UIT ANDERE EU-WETGEVING .................................................................... 281
ANNEX IV CAPEX ...................................................................................................................................... 253
ANNEX V OPEX ........................................................................................................................................... 257
ANNEX VI TURNOVER ............................................................................................................................. 261
DEFINTIES KPI’S ....................................................................................................................................... 265
ANNEX VII NUCLEAR AND FOSSIL GAS RELATED ACTIVITIES .......................................... 266
171
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
170
VOORWOORD
U leest het eerste CSRD-rapport van Roularta Media Group. Een lijvig verslag, dat we
met enige fierheid aan u voorstellen. Rapporteren over duurzaamheidsacties is voor
Roularta Media Group dan ook méér dan een verplicht nummertje. De roep om trans-
parantie biedt een unieke kans om de buitenwereld mee te nemen in de ambitieuze
weg die dit mediabedrijf al langer volgt. Om verantwoording af te leggen aan al onze
stakeholders, maar evengoed om hen te inspireren. Tegelijk ontstaat zo een duidelijk
kader dat de inspanningen helpt structureren en hiaten blootlegt. Want het kan en
moet altijd beter.
Roularta Media Group staat voor duurzaam en maatschappelijk verantwoord onder-
nemen. Het bedrijf zet al vele jaren actief in op allerlei facetten van duurzaamheid,
met initiatieven die op de voet te volgen waren via de dagelijkse berichtgeving én de
gepubliceerde duurzaamheidsrapporten. De wil om volkomen transparant een steen-
tje bij te dragen aan een betere wereld van morgen is dus niet nieuw, maar tillen we
nu naar een hoger niveau met dit CSRD-verslag. Dat verruimt de rapportering, biedt
zowel onszelf als de lezer een uitstekend beeld van het ESG-traject van Roularta
Media Group en maakt het mogelijk om jaar na jaar verbeteringen te monitoren.
Uiteraard kunnen we niet rond het feit dat de Corporate Sustainability Reporting
Directive (CSRD) beursgenoteerde bedrijven verplicht om over hun duurzaamheids-
inspanningen te rapporteren. We zijn verheugd dat we met dit document aan deze
belangrijke Europese eis voldoen.
De intrinsieke wens om transparant te verduurzamen blijkt niet alleen uit de CSRD
rapportering maar is ook nog steeds zichtbaar aanwezig in de Sustainable Develop-
ment Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties. Om gericht in actie te kunnen schieten
en om vanuit onze specifieke activiteiten de grootst mogelijke impact te realiseren,
besloten we vier van deze ontwikkelingsdoelen te prioriteren: kwaliteitsonderwijs (SDG
4), eerlijk werk en economische groei (SDG 8), verantwoorde consumptie en productie
(SDG 12) en klimaatactie (SDG 13). We nemen u graag mee doorheen de doelstellin-
gen waarmee we deze duurzaamheidsspeerpunten vormgeven en dag in dag uit het
verschil proberen te maken.
Veel leesplezier!
Xavier Bouckaert
CEO Roularta Media Group
Uw feedback is van harte welkom. Neem gerust contact op via
Xavier.Bouckaert@roularta.be
173
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
172
Dit eerste CSRD-rapport is voor Roularta Media Group allerminst een
eerste duurzaamheidsverslag. Dat publiceerde het voor het eerst in… 2006.
Het beste bewijs dat duurzaamheid in de genen van het mediabedrijf zit.
De grote versnelling kwam er echter in 2021 toen de SDG’s van de Verenig-
de Naties het vertrekpunt van concrete duurzaamheidsinitiatieven werden.
Een focus op vier SDG’s leidde tot een heldere strategie en tot initiatieven
die verder in dit rapport worden toegelicht.
IN HET KORT
1.DE SDG’S
Duurzame ontwikkeling is sinds jaar en dag
ingebed in de strategie, de bedrijfsvoering
en de cultuur van Roularta Media Group.
Ambities als ondernemerschap, creativiteit
en innovatie verenigen met kernwaarden
als toekomstgericht, doordacht en respect,
staat al lange tijd hoog op de agenda. En
ook op vlak van rapportering lieten de eer-
ste stappen niet lang op zich wachten, met
reeds in 2006 een eerste duurzaamheidsver-
slag.
In 2021 kwam het duurzaamheidstraject van
Roularta Media Group in een echte stroom-
versnelling terecht. Toen koos ze immers
resoluut voor een SDG-aanpak, een logische
stap die perfect aansloot en -sluit bij de slot-
zin van haar missie: “Roularta Media Group
wil een duurzame meerwaarde scheppen
voor al haar stakeholders en voor de hele
samenleving.”
Zo vond duurzaamheid ingang in de waar-
den van de Roularta Media Group, dat onder
het motto ‘One Team, One Family, One Pla-
net’ actief wil meebouwen aan een betere
wereld van morgen. Tegelijk zag het engage-
ment van de gehele organisatie zich vertaald
in het manifest ‘Roularta Cares’, en in de
oprichting van een Sustainability Commit-
tee (Susco). Dat staat in voor het intern en
extern bekendmaken en promoten van de
vier focus-SDG’s en voor het definiëren en
opvolgen van targets om de duurzaamheids-
ambities te concretiseren. Ook leidt het de
duurzaamheidsrapportering in goede banen.
1.1. VIER FOCUS-SDG’S
Uit het gekende rijtje ontwikkelingsdoelen
van de Verenigde Naties werden op basis van
een eerste materialiteitsoefening vier SDGs
geselecteerd. Dit zijn de duurzaamheids-
speerpunten van de Roularta Media Group.
Het zijn vier beloftes, vertaald in 22 tast- en
meetbare doelstellingen. Deze beloftes vor-
men de ideale leidraad om over de geleverde
inspanningen te rapporteren.
• SDG 4 - Kwaliteitsonderwijs
• SDG 8 - Eerlijk werk en economische groei
• SDG 12 - Verantwoorde consumptie
en productie
• SDG 13 - Klimaatactie
1.1.1. SDG 4 - KWALITEITSONDERWIJS
Verzeker gelijke toegang tot kwaliteitsvol
onderwijs en bevorder levenslang leren voor
iedereen.
Roularta Media Group bouwt mee aan
slimmere en bewustere generaties via
betrouwbare, relevante informatie en doel-
gerichte activiteiten die duurzaam gedrag
stimuleren. Daarbij ligt de focus op zowel
interne als externe stakeholders.
Elke medewerker geniet een persoonlijk
opleidingsplan en heeft keuze uit een hele
1. SDG’S
reeks opleidingsmogelijkheden rond allerlei
thema’s en vaardigheden. Zo zijn er de Rou-
larta Academy, de webinars met experts en
de workshops van de inhouse coach, maar
wordt ook het gebruik van e-learningplat-
formen gefaciliteerd.
De mediagroep gaat ook haar verantwoor-
delijkheid naar de lezer toe niet uit de weg,
met in de eerste plaats het engagement
van de Roularta-redacties om elk jaar min-
stens 2.000 artikels aan duurzame topics
te wijden. Daarnaast hebben events als de
Trends Impact Awards en de Masterclas-
ses Sustainable Communication als doel
externe stakeholders verder te informeren
over en bovenal te inspireren rond duur-
zaamheid.
1.1.2. SDG 8 - EERLIJK WERK EN
ECONOMISCHE GROEI
Bevorder aanhoudende, inclusieve en duur-
zame economische groei, volledige en
productieve tewerkstelling en waardig werk
voor iedereen.
Roularta Media Group streeft naar duur-
zame economische groei in een strategisch
wendbare en op innovatie gerichte organi-
satie. Het aantrekken van nieuw talent en
het stimuleren van medewerkers om zich
verder te ontwikkelen in een aangename,
familiale omgeving met aandacht voor
welzijn, continue opleiding en respect voor
elkaars eigenheid zijn daarbij prioritair.
Met talrijke initiatieven, zoals het
HAPPIE-engagement, het flexi-
bel verloningssysteem Bar HR en de
werkgroep Roulactief, timmert Rou-
larta Media Group dagelijks aan een
duurzame werkomgeving waarin
individuen en teams kunnen flo-
reren. Tegelijk neemt ze als actief
lid van meerdere vakverenigingen
een voortrekkersrol op in de media-
sector wat betreft duurzame groei.
1.1.3. SDG 12 - VERANTWOORDE
CONSUMPTIE EN PRODUCTIE
Verzeker duurzame consumptie- en
productiepatronen.
Roularta Media Group zet in op duur-
zame productie en consumptie, en
kiest voor partners die deze visie delen.
Om haar impact op het milieu tot een
absoluut minimum te beperken, inves-
teert Roularta Media Group continu in
het optimaliseren van de productie-
technieken en hun energie-efficiëntie.
De duurzame inkten in de drukkerij, de
papieren verpakkingen waarin meer en
meer titels in de bus vallen, de bijna
2.000 zonnepanelen op de gebouwen
in Roeselare en Brussel en de behaalde
energiecertificaten zijn in deze maar
enkele van de vele voorbeelden. Ver-
der wordt ook duurzame mobiliteit op
diverse manieren gepromoot.
1.1.4. SDG 13 - KLIMAATACTIE
Neem dringend actie om de klimaatverandering
en haar impact te bestrijden.
Roularta Media Group kiest resoluut voor een
duurzamer energie- en grondstoffenbeleid en
streeft naar een significant kleinere ecologische
voetafdruk, in het bijzonder CO2-neutraliteit in
2040.
Via een concreet stappenplan met korte termijn-
doelstellingen werkt Roularta Media Group aan
haar ambitie om CO2-neutraal te zijn in scopes
1 en 2 tegen 2040, maar met onder meer een
aankoopcharter voor leveranciers leeft tevens de
ambitie om de scope 3-uitstoot te helpen terug-
dringen. Als Green Deal-bedrijf zet Roularta Media
Group zich daarnaast actief in voor biodiversiteit,
zowel op de eigen sites als elders.
177
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
176
179
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
2. TARGETS
EN KPI’S
(SDG EN CSRD)
OVERZICHT EN
RESULTATEN
Overzicht van targets & KPIs gebruikt in ESG-rapportering
Overzicht van targets & KPIs gebruikt in ESG-rapportering
CSRD
REF
SDG ref Doel KPI
Target
geldig
vanaf
Scope Meetbaar
Resultaat
2024
E1 SDG 13 Klimaatneutraal
tegen 2050
Tegen 2030 dienen de scope 1-
en scope 2 emissies gedaald te
zijn tot 4.700 ton CO
2
-emissie.*
2024 Roularta
Media
Group
ton CO
2
-
emissies
5.521
E1 SDG 13 Klimaatneutraal
tegen 2050
Tegen 2030 dienen de scope
3 emissies gedaald te zijn tot
35.000 ton CO
2
-emissie.
2024 Roularta
Media
Group
ton CO
2
-
emissies
40.205
E1 SDG 13 Klimaatneutraal
tegen 2050
Tegen 2030 is het wagenpark
van RMG (bedrijfsvoertuigen)
voor 95% CO
2
-arm.
2024 Roularta
Media
Group
aantal wagens 55%
E1 SDG 12 Klimaatneutraal
tegen 2050
ISO 50001 elk jaar beter
scoren op het vlak van
energieperformantie.
2024 Roularta
Media
Group
EnPI (Energie
Performantie
Indicator) moet
elk jaar ‘hoger’
zijn; d.w.z. dat we
meer halen uit
eenzelfde eenheid
energie.
ok 118,2
E1 SDG 13 Klimaatneutraal
tegen 2050
De totale uitstoot van het wa-
genpark verminderen met 80%
tegen 2028 t.o.v. 2019 (2.512 ton).
2024 Roularta
Media
Group
ton CO
2
-
emissies
935
E1 SDG 13 Klimaatneutraal
tegen 2050
Verdubbeling aantal
zonnepanelen Roeselare
tegen eind 2025 t.o.v. 2020.
2024 Vestiging
Roeselare
telling On track
E2 SDG 12 Emissies solven-
ten beperking
De totale emissie t.o.v. inktverbruik
moet elk jaar minder zijn dan 2%
(of 50% minder dan de Vlarem III-
norm van 9 december 2024).
2024 Roularta
Media
Group
solventen-
boekhouding
ok 1,05%
E5 SDG 12
Verantwoorde
aankoop - cfr
verantwoord afval
Al het papier voor eigen werken
is PEFC- of FSC-
gecertificeerd.
2024 Roularta
Media
Group
certificaten ok
E5 SDG 12
Verantwoorde
aankoop - cfr
verantwoord afval
Alle inkten hebben het Blue
Angel-certificaat.
2024 Roularta
Media
Group
certificaten ok
E5 SDG 12
Verantwoorde
aankoop - cfr
verantwoord afval
Minstens 80% van het papier
wordt aangekocht bij leveran-
ciers die SBTi certified zijn.
2024 Roularta
Media
Group
Nazicht a.d.h.v.
omzet
leveranciers
>90%
E5 SDG 12
Verantwoorde
aankoop - cfr
verantwoord afval
Minstens 50% van alle inkt wordt
aangekocht bij leveranciers die
SBTi certified zijn.
2024 Roularta
Media
Group
Nazicht a.d.h.v.
omzet leveran-
ciers
ok
CSRD
REF
SDG ref Doel KPI
Target
geldig
vanaf
Scope Meetbaar
Resultaat
2024
S1 SDG 8 Diversiteit op de
werkvloer
Jaarlijks minstens 15 fun@work-sessies of -initiatieven
organiseren in Belgie en/of Nederland.
2024 Roularta
Media
Group
telling aantal sessies 19
S1 SDG 4 Aantrekken &
behouden van
werknemers
1 jaar na aanwerving nog 90% in dienst. 2 jaar na
aanwerving nog 80% in dienst. 3 jaar na aanwerving
nog 75% in dienst.
2024 Roularta
Media
Group
telling aantal
aanwervingen
en uit dienst
"2022*:83%
2023*:89%
2024: 96%"
S1 SDG 4 Aantrekken &
behouden van
werknemers
Nieuwe medewerkers in BE geven een
tevredenheidsscore van 90% m.b.t.
het onboardingproces.
2024 Roularta
Media
België
% medewerkers
tevreden/ zeer
tevreden.
87,50%
S1 SDG 4 Aantrekken &
behouden van
werknemers/
Diversiteit op de
werkvloer
De huidige medewerkers van RMG geven een
tevredenheidsscore van minstens 75%.
2024 Roularta
Media
Group
resultaat tevreden-
heidsenquête
75%
S1 SDG 8 Aantrekken &
behouden van
werknemers
Gemiddeld aantal uren opleiding per werknemer in BE over
een periode van 3 jaar minstens gelijk aan 18 uur.
2024 Roularta
Media
België
registratie uren 17u
S4 SDG 4 Onafhankelijke
journalistiek
Alle gegronde klachten van de Raad van
Journalistiek/Conseil Deontologique zullen worden voorzien
van de nodige publiciteit zoals voorzien door de
respectievelijke codes.
2024 Roularta
Media
Group
telling dagen vanaf
datum notificatie tot
aan datum oplossing
geen
gegronde
klachten
S4 SDG 4
Toegang tot
kwaliteitsvolle
informatie
Er zullen minimum 250 factchecks worden
gepubliceerd elk jaar.
2024 Roularta
Media
Group
telling aantal artikels 280
ES1 /
S4
SDG 4 Brainprint &
Community
building
2.000 positief activerende artikels per jaar met betrekking
tot allerlei diverse aspecten van duurzaamheid.
2024 Roularta
Media
België
telling aantal artikels 2.114
ES1 /
S4
SDG 4 Brainprint &
Community
building
Elk jaar minstens 200.000 deelnames aan
activaties die aanzetten tot een gedragsverandering in het
kader van de duurzaamheid.
2024 Roularta
Media
België
telling aantal
activaties
261.976
Value
chain
SDG 12 Duurzame
aankoop
Tegen 2023 verloopt 30% van de aankoopwaarde bij leveran-
ciers die het duurzaam aankoopcharter hebben ondertekend.
Tegen 2025 verloopt 50% van de aankoopwaarde bij leveran-
ciers die het duurzaam aankoopcharter hebben ondertekend.
2024 Roularta
Media
Group
Telling van verslagen
leveranciers afgezet
t.o.v. omzet
51,28%
* Scope 2-emissies berekend op basis van de locatiegebaseerde methode. *Nederland werd niet meegenomen in de berekening 2022/2023.
CSRD VERSLAG 2024
178
181
CSRD VERSLAG 2024
3.
RESULTATEN
TARGETS EN
KPI’S 2024
2021
80956
ton CO
2
- emissies
2024
40205
ton CO
2
- emissies
CO
2
-emissie laten
dalen
Tegen 2030 dienen de scope
3 emissies gedaald te zijn tot
35.000 ton CO
2
-emissie. #SDG 13
Wagenpark CO
2
-arm
maken
Tegen 2030 is het wagenpark van
RMG (bedrijfsvoertuigen) voor 95%
CO
2
-arm. #SDG 13
2023
1326
ton CO
2
- emissies
2022
1462
ton CO
2
- emissies
2024
935
ton CO
2
- emissies
Wagenpark CO
2
-arm maken
De totale uitstoot van het wagenpark verminderen met
80% tegen 2028 t.o.v. 2019 (2.512 ton). #SDG 13
Meer zonnepanelen
Verdubbeling aantal zonnepanelen
in vestiging Roeselare tegen eind
2025 t.o.v. 2020. #SDG 13
55%
ISO 50001
ISO 50001 elk jaar beter scoren op
het vlak van energieperformantie.
#SDG 12
2024
118,2
2022
109,9
2023
110,3
E1
Gecertificeerd papier
Al het papier voor eigen werken is
PEFC- of FSC- gecertificeerd. #SDG 12
Gecertificeerde inkten
Alle inkten hebben het Blue Angel-certificaat.
#SDG 12
SBTi gecertificeerd
papier
Minstens 80% van het papier
wordt aangekocht bij leveranciers
die SBTi certified zijn. #SDG 12
80%
>90%
E5E2
LUCHT-
KWALITEIT
KLIMAATVERANDERING
MATERIAALGEBRUIK &
CIRCULAIRE ECONOMIE
Emissie t.o.v. inktverbruik
De totale emissie t.o.v. inktverbruik moet elk jaar min-
der zijn dan 2% (of 50% minder dan de Vlarem III-norm
van 9 december 2024). #SDG 12
1,05%
Duurzame aankoop
Tegen 2023 verloopt 30% van de aankoop-
waarde bij leveranciers die het duurzaam
aankoopcharter hebben ondertekend. Tegen
2025 verloopt 50% van de aankoopwaarde bij
leveranciers die het duurzaam aankoopcharter
hebben ondertekend. #SDG 12
51%
5521
ton CO
2
- emissies
4700
ton CO
2
- emissies
2030
2024
CO
2
-emissie laten dalen
Tegen 2030 dienen de scope 1- en scope 2 emissies
gedaald te zijn tot 4.700 ton CO
2
-emissie.* #SDG 13
* Scope 2-emissies berekend op basis van de locatiegebaseerde methode.
SBTi gecertificeerd
inkten
Minstens 50% van alle inkt wordt
aangekocht bij leveranciers die
SBTi certified zijn. #SDG 12
CSRD VERSLAG 2024
180
183
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
EIGEN PERSONEEL
Fun@work-activiteiten
Jaarlijks minstens 15 fun@work-sessies of -initiatieven
organiseren in België en/of Nederland. #SDG 8
Retentie nieuwe
medewerkers
1 jaar na aanwerving minstens 90% in dienst.
2 jaar na aanwerving minstens 80% in dienst.
3 jaar na aanwerving minstens 75% in dienst.
#SDG 4
83% na 3 jaar
89% na 2 jaar
96% na 1 jaar
19
Tevredenheidsscore nieuwe medewerkers
Nieuwe medewerkers in België geven een tevredenheidsscore van 90%
m.b.t. het onboardingproces. #SDG 4
Tevredenheidsscore huidige medewerkers
De huidige medewerkers van RMG geven een tevredenheidsscore van min-
stens 75%. #SDG 4

Opleidingen medewerkers
Gemiddeld aantal uren opleiding per werknemer
in België over een periode van 3 jaar minstens
gelijk aan 18 uur. #SDG 8
87,5%
75%
17
CONSUMENTEN &
EINDGEBRUIKERS
Factchecks
Er zullen minimum 250 factchecks worden
gepubliceerd elk jaar. #SDG 4
Positief activerende artikels
2.000 positief activerende artikels per jaar met betrekking
tot allerlei diverse aspecten van duurzaamheid. #SDG 4
Duurzaamheidsactivaties
Elk jaar minstens 200.000 deelnames aan activaties die
aanzetten tot een gedragsverandering in het kader van de
duurzaamheid. #SDG 4
S1
S4
Onafhankelijke journalistiek
Alle gegronde klachten van de Raad van Journalistiek/Conseil Deontologi-
que zullen worden voorzien van de nodige publiciteit zoals voorzien door de
respectievelijke codes. #SDG 4

280
2114
261 976
CSRD VERSLAG 2024
182
185
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
4.1. INLEIDING
Met de komst van de Europese rapporte-
ringsverplichting rond duurzaamheid onder
de noemer CSRD (Corporate Sustainability
Reporting Directive), die de rapportering
structureert rond de begrippen ESG (Environ-
ment, Social en Governance), is het belangrijk
dat de juiste verbanden worden gelegd tus-
sen de reeds bestaande inspanningen en dat
waar nodig bijkomende inspanningen wor-
den geleverd om binnen het raamwerk van
de CSRD een aantal relevante duurzaam-
heidsdoelstellingen te realiseren.
De CSRD is vooral gericht op het rapporte-
ren van impacten, risico’s en opportuniteiten
rond duurzaamheid en een duurzame eco-
nomie. De CSRD is een rechtstreeks gevolg
van het klimaatakkoord van Parijs, dat niet
enkel gekend is voor de klimaatambitie ‘kli-
maatneutraal tegen 2050’ maar eigenlijk ook
als doelstelling heeft om de financiële stro-
men in overeenstemming te brengen met
een klimaatbestendige ontwikkeling. Met
andere woorden, naast de louter financiële
rapportering is het tevens de bedoeling om
een niet-financiële rapportering op te zetten
die onderliggend gelieerd is aan de financi-
ele stromen.
Het einddoel van deze regelgeving is een
grotere transparantie enerzijds en ander-
zijds vooral de vergelijkbaarheid tussen de
rapporten van verschillende organisaties. Op
die manier wil de EU ervoor zorgen dat het
voor de lezers gemakkelijker wordt om rap-
porten te vergelijken én wil het tegelijkertijd
verzekeren dat de rapporten terdege zijn.
Greenwashing vermijden, met andere woor-
den.
De CSRD zal uitgerold worden in verschil-
lende fases, afgestemd op de al dan niet
beursgenoteerde status, de omzet en het
aantal werknemers van een bedrijf.
Op basis van deze drie parameters zit Rou-
larta Media Group in de eerste golf en moet
het bedrijf dus voor het eerst voldoen aan de
CSRD voor het boekjaar 2024. Dat betekent
dat Roularta Media Group:
moet rapporteren over alle materiële
impact, risico’s en opportuniteiten, het
beleid en de doelstellingen met betrekking
tot de ESG-onderwerpen (E = Environ-
ment of klimaat, S = Social of sociale
punten, en G = Governance of bestuur);
een DMA (Double Materiality Assess-
ment of Dubbele Materialiteits Analyse)
moet uitvoeren om zowel de impact van
Roularta Media Group op de buitenwe-
reld als de (financiële) invloed van de
buitenwereld op Roularta Media Group te
identificeren;
bij de rapportering rekening moet houden
met de volledige ‘waardeketen’, dus niet
enkel met de eigen operaties maar ook
met de upstream- en downstreamkant
van de keten; en
4. CSRD
(CORPORATE
SUSTAINABILITY
REPORTING
DIRECTIVE)
het duurzaamheidsrapport moet laten
auditeren en valideren door een externe
auditor onder de noemer Limited Assu-
rance (of beperkte zekerheid).
Daarom startte Roularta Media Group
reeds in 2023 met de DMA. Deze diep-
gaande oefening heeft het bedrijf geholpen
om de relevante (materiële) ‘aspecten’ van
het totale duurzaamheidsverhaal in kaart
te brengen, niet alleen met betrekking tot
de eigen operaties maar voor de volledige
waardeketen.
Alle inspanningen die Roularta Media Group
in het verleden leverde in het kader van
duurzaamheid, vormen op zich een duur-
zame basis voor toekomstige initiatieven.
Roularta Media Group gelooft in duur-
zaamheid in al haar facetten en zal blijven
inspanningen leveren voor een betere toe-
komst en een betere wereld.
4.1.1. BELANGRIJKSTE HOOGTEPUNTEN 2024
• DMA-oefening werd geconcretiseerd en
gevalideerd door de commissaris
De structuur van dit verslag volgt voor
het eerst de voorschriften van de ESRS
(European Sustainability Reporting
Standards)
De vervanging van de ovens op de
machinepersen door de meer duurzame
Contiweb-ovens werd voltooid
De inspanningen m.b.t de elektrificatie
van het wagenpark werden aanzienlijk
opgeschroefd (zowel wat het aantal voer-
tuigen als het aantal laadpalen betreft)
De goedkeuring werd bekomen voor de
plaatsing van +- 3.500 extra zonnepane-
len
De daling van de CO
2
-uitstoot voor zowel
scope 1, 2 als 3 blijft op koers voor het
behalen van de langetermijndoelstellin-
gen
De beslissing werd genomen om te
onderzoeken of het SBTi-certificatietra-
ject in 2025 wordt opgestart
Roularta Media Group werd verkozen
tot 8ste meest aantrekkelijke werkgever
(Randstad)
4.1.2. DE TOEKOMST
In 2025 zal extra worden ingezet op het
onderzoek naar het SBTi-traject, wat per
definitie inhoudt dat de inspanningen
met betrekking tot de uitstoot van broei-
kasgassen nog meer in het licht zullen
komen
2025 wordt het jaar waarin nog meer
aandacht zal gaan naar de leveranciers
(vooral upstream maar ook downstream),
niet enkel voor het domein Environment
maar ook voor Social & Governance
2025 moet de bestendiging worden voor
het bedrijf als aantrekkelijke werkgever,
voor zowel de huidige als de toekomstige
werknemers
Alle infrastructuurwerken en innovatie-
projecten zullen steeds gebeuren met
het oog op betere prestaties op vlak
van duurzaamheid
• Tot slot zullen nieuwe procedures en
beleidslijnen worden opgesteld en
bestaande worden verfijnd met het
oog op een nog betere aansluiting op
de ESRS (bijvoorbeeld: een klimaat-
veerkracht en -scenario analyse)
4.2. CSRD EN DOUBLE
MATERIALITY
ASSESSMENT (DMA)
4.2.1. DMA: INLEIDING
De EFRAG (European Financial Reporting
Advisory Group) heeft een longlist uit-
gevaardigd van mogelijke onderwerpen
(‘topics’) die relevant zouden kunnen zijn
voor iedere onderneming, los van secto-
ren en producten. Via een zogenaamde
Double Materiality Assessment (DMA) is
het de bedoeling dat een bedrijf uit de lon-
glist de onderwerpen destilleert die voor
zijn business relevant zijn. De DMA houdt
in dat de business van het bedrijf onder
de loep genomen wordt vanuit twee per-
spectieven: op welke manier hebben de
activiteiten van de onderneming effect
op de buitenwereld, de inside-out (bv.
de CO
2
-uitstoot van de onderneming),
CSRD VERSLAG 2024
184
en omgekeerd? En wat is het effect van
duurzaamheidsonderwerpen in de buiten
-
wereld op de onderneming, de outside-in
(bv. schaarste van grondstoffen, klimaat
-
opwarming, natuurrampen, …)?
Roularta Media Group heeft een beroep
gedaan op een externe adviseur om zich
te laten begeleiden in een gestructu
-
reerde aanpak van haar Double Materiality
Assessment. Hieronder en op de volgende
pagina’s wordt een beschrijving gegeven
van het gevolgde proces en de resultaten
van deze oefening.
De kerngroep rond duurzaamheid was ver
-
antwoordelijk voor een groot deel van de
voorbereiding. Deze kerngroep wordt voor
-
gezeten door de CFO, die ook betrokken
was bij alle ‘financiële’ aspecten van de
DMA. Op regelmatige tijdstippen werden
specifieke werkgroepen georganiseerd met
interne experten om per bedrijfsstroom
verder input te geven en de juiste zaken in
vraag te stellen.
1
Vaste inrichting van Roularta Media Group NV
4.2.2. DE CSRD-SCOPE
Roularta Media Group bestaat uit verschillende legale entiteiten en een aantal bedrijven
waar ze een joint venture mee heeft:
Dubbele materialiteit
Financiële materialiteit Impact materialiteit
De impact van de wereld op mij
Milieu- en sociale impact op
het bedrijf
vb. schaarste grondstoffen, impact van klimaatverandering
Mijn impact op de wereld
De milieu- en sociale impact van
het bedrijf zijn activiteiten en zijn
waardeketen
vb. grondstofverbruik, broeikasgasemissies
Extern ExternBedrijf Bedrijf
NAAM VAN DE ONDERNEMING Locatie Deelnemingspercentage
2024
ROULARTA MEDIA GROUP NV Roeselare, België 100.00%
BELGIAN BUSINESS TELEVISION NV Brussel, België 100.00%
ROULARTA MEDIA NEDERLAND BV Baarn, Nederland 100.00%
ROULARTA MEDIA DEUTSCHLAND
1
Augsburg, Duitsland 100.00%
RMN MINDSTYLE BV Amsterdam, Nederland 100.00%
STUDIO APERI NEGOTIUM NV Roeselare, België 75.00%
2024
CTR MEDIA SA Brussel, België 50.00%
MEDIAFIN NV Brussel, België 50.00%
MOTOR.NL BV Amsterdam, Nederland 50.00%
PITE MEDIA BV Amsterdam, Nederland 50.00%
2024
PULSAR-IT BV Brussel, België 45.00%
IMMOVLAN BV Brussel, België 35.00%
YELLOWBRICK NV Schaarbeek, België 35.00%
In een eerste stap werd bepaald welke
legale entiteiten tot de scope van de
DMA-oefening behoren, en zo dus de
link vormen tussen duurzaamheidsrap-
portering en financiële rapportering.
Er werd beslist om volgende entiteiten
op te nemen in de CSRD-scope:
Roularta Media Group NV
Belgian Business Television NV
Roularta Media Nederland BV
RMN Mindstyle BV
Roularta Media Deutschland
Studio Aperi Negotium NV
Deze entiteiten werden volledig gecon-
solideerd in de resultaten van Roularta
Media Group op 31 december 2024. De
overige entiteiten, die financieel niet
volledig geconsolideerd worden, wer-
den als onderdeel van de waardeketen
beschouwd.
4.2.3. STAKEHOLDERS
In deze stap werden de verschil-
lende interne en externe stakeholders
geïdentificeerd en ingedeeld in twee
groepen:
Betrokken stakeholders: individuen
of groepen die positief of negatief
kunnen geïmpacteerd worden door
de activiteiten van Roularta Media
Group en/of de activiteiten gerela-
teerd aan de waardeketen
Gebruikers van communicatie met betrek-
king tot duurzaamheid binnen Roularta
Media Group: de lezers van het financi-
eel jaarverslag en duurzaamheidsverslag,
zoals banken en investeerders, vakbon-
den, academici, …
Per onderwerp werden de experten binnen de
onderneming geïdentificeerd om het proces te
kunnen verderzetten in werkgroepen.
4.2.4. STAKEHOLDER ENGAGEMENT PLAN
Na het identificeren van de stakeholders werd
beslist op welke manier ze zouden betrokken
worden bij de DMA-oefening. De belangrijkste
stakeholders hierbij zijn de interne stakehol-
ders. Het is ook niet zomaar dat de EFRAG
de meeste aandacht besteedt aan het ‘eigen
personeel’ (binnen het domein ‘sociaal’) en
aan de ‘uitstoot van broeikasgassen en ener-
gieverbruik’ door de organisatie (binnen het
domein ‘milieu’). Daarna volgen uiteraard de
andere belanghebbenden. Om het geheel
werkbaar te houden, werd beslist om eerst
de DMA-oefening te maken met behulp van
interne experten/stakeholders. Er werden
interviews uitgevoerd om input te verzame-
len over de waardeketen, eventuele risico’s,
opportuniteiten en impacten. Verder werden
de interne stakeholders betrokken bij de sco-
ring van de impacten. Uiteindelijk werden de
resultaten besproken en gevalideerd met de
vertegenwoordigers van de diverse externe
stakeholdersgroepen (klanten, papier- en
inktleveranciers, financiële instellingen en
transport & logistiek).
187
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
186
189
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
4.2.5. WAARDEKETEN
Upstream (= alle activiteiten die gebeuren
vóór de activiteiten van Roularta Media
Group zelf)
Eigen operations (= de activiteiten die gebeu
-
ren bij Roularta Media Group zelf)
Downstream (= alle activiteiten die gebeuren
na de activiteiten van Roularta Media Group)
Vaak wordt upstream omschreven als ‘leve-
ranciers’ en downstream als ‘klanten’ maar dit
strookt niet helemaal met de correcte defini-
ties. Roularta Media Group zal immers ook een
beroep doen op leveranciers om de goederen
bij de klanten te krijgen. In dat geval bevindt
die leverancier zich in het downstreamseg-
ment.
Binnen de segmenten upstream en downstream
bestaat er ook nog een opdeling in Tier 1 en
Tier 2+. Uit het schema kan duidelijk worden
afgeleid dat Tier 1 die zaken omvat met een
directe connectie met de eigen activiteiten van
Roularta Media Group, terwijl Tier 2+-zaken
zich minstens één stap verder bevinden.
Een eenvoudig voorbeeld ter illustratie:
Aan de upstream kant bevindt ‘inkt’ zich onder
Tier 1, want Roularta Media Group heeft inkt
nodig om te drukken. De grondstoffen om die
inkt te maken vallen onder Tier 2+.
Downstream staat ‘lezers’ onder zowel Tier
1 als Tier 2+. In het eerste geval (Tier 1) gaat
het om de lezers van de eigen Roularta Media
Group-titels, in het tweede (Tier 2+) om de
lezers van titels die Roularta Media Group
drukt voor ‘derden’ (denk bijvoor-
beeld aan The Economist).
4.2.6. IMPACT MATERIALITY
De CSRD vertrekt eigenlijk van het
ESG-model (Environment, Social,
Governance), waarbij het de bedoe
-
ling is om te rapporteren over zowel
‘overkoepelende’ aspecten van de
OVERKOEPELENDE STANDAARDEN
ESRS 1 ESRS 2
Algemene vereisten Algemene toelichtingen
THEMATISCHE STANDAARD
Klimaat Sociaal Governance
ESRS E1
Klimaatverandering
ESRS S1
Eigen personeel
ESRS G1
Zakelijk gedrag
ESRS E2
Verontreiniging
ESRS S2
Werknemers in de
waardeketen
ESRS E3
Water en mariene
hulpbronnen
ESRS S3
Getroffen
gemeenschappen
ESRS E4
Biodiversiteit en
ecosystemen
ESRS S4
Consumenten en
eindgebruikers
ESRS E5
Materiaalgebruik en
circulaire economie
ROULARTA MEDIA GROUP WAARDEKETEN
Indirecte operaties (upstream waardeketen) Eigen operaties Indirecte operaties (downstream waardeketen)
Niveau 2+ Niveau 1 Niveau 0 Niveau 1 Niveau 2+
Industrieën:
Papier producten
Chemicaliën
Petroleum producten
(Edele) metalen
Vervaardiging van
consumptiegoederen, textiel,
Autoconstructie
Glas producten
Vliegtuig- en cruise maat
-
schappijen
Landbouwproducten
Bouw van gebouwen, sche
-
pen,…
Gekochte goederen:
Papier en inkt
Machines en uitrusting
Verpakkingsmateriaal
Additieven en
reinigingsmiddelen
Gas, elektriciteit en water
Consumptiegoederen
Gebouwen
IT hardware en software
Studio uitrusting
Gekochte Diensten:
Aluminium platen
Machine onderhoud
HR (medewerkers)
Auto Leasing
Transport en Logistiek
Evenement locaties, meubilair
en decoratie
Reizen
Acts
Huur van gebouwen
Licenties
Roularta Media Group
5 belangrijke businessstromen:
Drukkerij, Uitgeverij,
Advertentieverkoop, Televisie,
Evenementen & Reizen
Klanten:
B2C: lezers (abonnees, losse
verkoop) kijkers, surfers,
luisteraars, deelnemers
B2B: Magazine, kranten en
folder drukklanten, adver
-
teerders,
evenement sponsors, evene-
mentgenodigden en gasten
Diensten:
Transport en
distributie van
magazines en kranten en
andere producten.
Klanten:
Klanten van externe
uitgevers B2B.
Klanten van externe drukkerij
klanten (magazine, kranten
en folders)
End-of-life proces:
Recyclage en verwerking
(papier, plastic, It
materiaal, machines, …)
Werknemers, wetgevende
instanties, investeerders,
beroepsverenigingen,
banken, Roularta Media
Group
Infrastructuur
Gelijkaardige bedrijven:
DPG Media
Berteslmann
Mediahuis
Mauri (Gruppo Editoriale)
Een cruciale oefening binnen de
DMA is het opstellen van de waar-
deketen van de organisatie, rekening
houdend met de voornaamste
‘bedrijfsstromen’. Elk van deze
bedrijfsstromen kan immers zowel
upstream als downstream een volle-
dig andere invulling krijgen.
4.2.5.1. PRIMAIRE BEDRIJFSSTROMEN
Roularta Media Group heeft daarom vijf primaire
bedrijfsstromen geïdentificeerd:
De drukkerij met de bijhorende drukkerijactivi-
teiten
De uitgeverij (de titels, de redacties, de lezers,
inclusief marketingacties)
Verkoop van advertenties (de ‘regie’)
• Evenementen en reizen (inclusief marketing-
acties) zoals bijvoorbeeld Knack reizen of
Trends Impact Awards
Televisie (focus op Kanaal Z)
4.2.5.2. DRIE SEGMENTEN
Voor elk van deze stromen worden drie segmenten
in overweging genomen:
organisatie als ‘specifieke’ aspecten van de
organisatie en de waardeketen.
De overkoepelende aspecten worden beschre-
ven in de ESRS 1 en ESRS 2 en de ‘specifieke’
aspecten worden gegroepeerd: vijf aspecten
die betrekking hebben op Klimaat, vier aspec-
ten die te maken hebben met Sociaal en één
aspect dat valt onder de noemer Governance.
CSRD VERSLAG 2024
188
Deze laatste aspecten worden echter ver-
der onderverdeeld in subaspecten en
sub-subaspecten. De volgende lijst, die
overigens gebruikt werd als basis voor de
materialiteitsoefening, kan geconsulteerd
worden onder Annex I.
De impactmaterialiteitoefening bestaat
erin een evaluatie te maken van de actuele
en potentiële impact van Roularta Media
Group t.o.v. het ESG-kader. Om de bedrij-
ven te begeleiden heeft de EFRAG bijgevolg
die lijst van aspecten, subaspecten en
sub-subaspecten opgesteld, maar dan wel
los van sectoren of producten. Het is dus
aan elk bedrijf om zelf te onderzoeken waar
en op welke manier het bedrijf en bij uitbrei-
ding de waardeketen (zowel upstream als
downstream) een mogelijke impact zouden
kunnen hebben. Die impact kan actueel of
potentieel zijn, en positief of negatief.
Aangezien de EFRAG geen rekening houdt
met sectoren noch producten en de lijst
bovendien slechts een leidraad is, moeten
de bedrijven ook nagaan of er nog andere
aspecten zijn die mogelijk een impact kun-
nen hebben en staat het bedrijven toe om
dus ook eigen ‘aspecten’ te rapporteren.
Dit worden entiteitspecifieke aspecten
genoemd.
Gezien haar specifieke impact op vlak van
duurzaamheid besloot Roularta Media
Group een aantal entiteitspecifieke aspec-
ten toe te voegen. Die worden verder in het
rapport meer in detail besproken.
4.2.7. IRO’S BEPALEN (IMPACTEN,
RISICO’S EN OPPORTUNITEITEN)
Vertrekkende van de lijst van mogelijk
relevante aspecten, aangevuld met
een aantal entiteitspecifieke aspecten,
werden binnen Roularta Media Group
werkgroepen gevormd voor elk van
de vijf bedrijfsstromen (zie beschrij-
ving waardeketen hiervoor). De taak
van elke werkgroep, met daarin de
interne experten per bedrijfsstroom,
bestond erin om voor hun respectieve
bedrijfsstroom de relevante aspecten,
subaspecten en sub-subaspecten te
evalueren (vandaar de naam assess-
ment) op vlak van de mogelijke
materiële impacten en van de moge-
lijke risico’s en opportuniteiten (IRO’s).
Deze ‘eerste’ bepaling bood de basis
om in een volgende stap over te gaan
tot een scoring van elk relevant aspect.
4.2.8. BEOORDELING
IMPACTMATERIALITEIT
Het tweede deel van de oefening
bestond er bijgevolg in om voor alle
weerhouden aspecten na te gaan in
welke mate ze ook relevant zijn.
Voor deze beoordeling werden ver-
schillende dimensies gehanteerd:
De schaal: als er een impact is, hoe
groot is die impact (bv. de impact
per persoon)?
De draagwijdte: wat is de draag-
wijdte van de impact (bv. het
aantal geïmpacteerde personen)?
• (On)omkeerbaarheid: hoe (on)omkeer-
baar is de impact? Deze dimensie is
enkel van toepassing voor negatieve
impacten.
Waarschijnlijkheid: hoe waarschijnlijk
is het dat een impact gaat voorvallen?
Deze dimensie is enkel van toepassing
voor potentiële impacten.
Voor elk van de dimensies werd een definitie
geformuleerd met daaraan gekoppeld een
score van 1 tot 5 (met bij de waarschijnlijk-
heid bv. score 5 voor een kans binnen het
jaar, score 4 voor een kans binnen de twee
jaar, score 3 voor een kans binnen de drie
à vijf jaar, score 2 voor een kans binnen vijf
à tien jaar en score 1 voor geen kans in de
eerste tien jaar).
Het gemiddelde van de score werd
berekend volgens onderstaande tabel
en wanneer het gemiddelde gelijk aan
of hoger dan 3,5 op 5 was, werd dat
aspect als materieel beschouwd. Nog-
maals, de oefening werd gedaan voor
de volledige waardeketen.
Ernst van de impact
Waarschijnlijkheid
van de impact
(in het geval van
een potentiële
impact)
Impactmaterialiteit
Schaal van de impact
Draagwijdte
van de impact
Onomkeerbaarheid
(in het geval van een
negatieve impact)
Hoe ernstig is de
negatieve impact op het
slachtoffer, de economie
of het milieu? Hoe gunstig
is de positieve impact?
Hoe wijdverspreid
zouden de effecten
zijn op de bevolking
en economieën van
de getroffen
ecosystemen?
Is het mogelijk om
de schade te
herstellen of te
compenseren?
Wat is de kans dat
de impact plaats-
vindt? Wanneer zal
de impact optreden?
Drempel voor materialiteit: 3,5
x x x =
191
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
190
4.2.9. FINANCIËLE MATERIALITEIT-
BEOORDELING
Na de impactmaterialiteit werd conform de
CSRD-voorschriften ook een financiële materi-
aliteit-beoordeling uitgevoerd. Bij deze oefening
werden opnieuw de verschillende aspecten geë-
valueerd, maar dan vanuit het oogpunt van de
financiële impact op de organisatie. In deze oefe-
ning ging het in de praktijk vooral over de risico’s
voor het bedrijf te wijten aan externe factoren.
Voor deze beoordeling werden twee specifieke
dimensies gehanteerd:
De kans
De omvang van de financiële impact, beoor-
deeld op basis van interne en externe informatie
Hierbij werd ook rekening gehouden met de ter-
mijn, zonder het in de scoring als een afzonderlijk
item te berekenen.
Omdat de risico’s in kwestie over alle bedrijfsstro-
men heen gelden, nam één interne werkgroep deze
oefening voor haar rekening. Om te vermijden dat
er als groep geredeneerd zou worden, maakten de
leden van de werkgroep de oefening individueel en
werden de resultaten daarna samengevoegd en
bediscussieerd.
De dimensie ‘kans’ werd gedefinieerd als procentu-
ele mogelijkheid (minder dan 10% = score 1, 10% tot
35% = score 2, 35% tot 65% = score 3, 65% tot 90%
= score 4 en meer dan 90% = score 5).
De dimensie ‘omvang’ heeft te maken met de
‘grootte’ van de financiële impact, die leidde tot
een cijfer van 1 tot 5.
Omdat er als premisse werd aange-
nomen dat het cijfer 5 enkel behaald
kon worden als één van de twee
dimensies ook effectief een score
5 had gekregen, werd de grens-
waarde voor de financiële impact
ook vastgelegd op 5. Dat (5 op 20)
lijkt misschien laag op zich, maar
Roularta Media Group heeft ervoor
gekozen om hierin geen ruimte te
laten voor speculatie of discussie.
4.2.10. CONSOLIDATIE VAN DE TWEE
BEOORDELINGEN EN VALIDATIE
Na het afwerken van beide beoor-
delingen werden impactmaterialiteit
en financiële materialiteit geconsoli-
deerd om tot één overzicht te komen
van aspecten die voor Roularta
Media Group relevant zijn om op te
volgen en over te rapporteren.
Geen evidente uitkomst, omdat je te
maken hebt met ten eerste aspec-
ten die enkel gelden voor de eigen
organisatie, ten tweede aspecten die
enkel gelden voor de waardeketen
(en dus niet voor de eigen organi-
satie), en ten derde aspecten die
gelden voor zowel de eigen organi-
satie als de waardeketen.
Eenmaal de geconsolideerde uit-
komst was vastgelegd, werd deze
besproken met een aantal externe
stakeholders (financiële partner,
papierleverancier, inktleverancier,
nationale advertentieklant, buitenlandse
advertentieklant, drukkerijklant, distributeur).
Zo was het mogelijk om na te gaan of er geen
fundamentele aspecten ontbraken en of het
eindresultaat in lijn lag met hoe deze externe
stakeholders Roularta Media Group percipi
-
eerden.
Na deze externe validatie volgde een interne
validatie via het management, het auditcomi
en de Raad van Bestuur.
Op basis van deze validaties kunnen we hier-
naast de finale uitkomst van de DMA publiceren.
De vetgedrukte aspecten hebben betrekking op
de eigen operaties, terwijl de schuingedrukte
aspecten de bredere waardeketen aangaan.
Gezien de complexiteit van de oefening en de
verschillende gehanteerde criteria is het niet
evident om de resultaten voor te stellen door
middel van een materialiteitsmatrix, die boven-
dien geen toegevoegde waarde zou bieden.
Rapportage-eis ESRS SBM-3 vraagt overigens
enkel dat Roularta Media Group de materiële
impacten, risico’s en kansen beschrijft.
Roularta Media Group beseft echter dat de
DMA-oefening hiermee niet afgerond is voor
de komende jaren. Hoewel dit model de huidige
situatie juist weergeeft, vallen evoluties niet uit
te sluiten in een snel veranderende wereld bin-
nen en buiten de mediagroep. Daarom zullen de
resultaten periodiek worden hertoetst aan de
realiteit van het moment, in principe om de vijf
jaar maar waar nodig sneller.
E1 Klimaatmitigatie
E1 Energie
E2 Luchtverontreiniging
E5 Afval
Watergebruik en mariene
hulpbronnen*
Watervervuiling*
Materiaalinstromen*
Verontreiniging van bodem*
Gevaarlijke chemicaliën*
Biodiversiteit en ecosystemen
S1 Diversiteit
S1 Aantrekken en behouden van
werknemers
S4 Toegang tot
kwaliteitsvolle informatie
S4 Onafhankelijke journalistiek &
verantwoorde content
S4 Privacy
Verantwoorde
marketingpraktijken*
Gezondheid & veiligheid*
ES1 Brainprint & Community
Building
ES2 Digitale innovatie en
IT-betrouwbaarheid
KLIMAAT SOCIAAL
ENTITEITSPECIFIEK
* Alleen materieel in de waardeketen
UIT DE DOOR ROULARTA MEDIA GROUP
UITGEVOERDE DUBBELE MATERIALITEITSOEFENING,
KWAMEN VOORLOPIG VOLGENDE MATERIËLE
TOPICS OP HET GEBIED VAN DUURZAAMHEID NAAR BOVEN:
193
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
192
195
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
4.2.11. PRIORITEITBEPALING VOOR DE
RAPPORTERING
Na het proces van de DMA en het bepalen van
de relevante datapunten voor de activiteiten
van Roularta Media Group werd ervoor geko-
zen om het verzamelen van de data met als
doel de huidige rapportering in drie fasen of
prioriteiten te laten verlopen.
In een eerste prioriteit ligt de focus op de ver-
plichte standaarden die ook door de CSRD als
de belangrijkste worden omschreven, namelijk
de ESRS 2 (de overkoepelende materie voor elk
bedrijf) aangevuld met de E1 (klimaat en ener-
gie) en de S1 (eigen personeel). De E1 en de S1
waren overigens de twee standaarden die in de
eerste draft van de EFRAG nog als ‘verplicht
voor iedereen’ werden aangeduid. Een verplich-
ting die achteraf is weggevallen (maar waarbij
het niet rapporteren van E1 wordt bemoeilijkt
doordat de redenen voor niet-rapportering
uitermate gegrond moeten zijn). Waar relevant
wordt de info aangevuld met entiteitspecifieke
informatie, net omdat Roularta Media Group
van oordeel is dat dit uitermate belangrijke
aspecten zijn van en voor haar business, zoals
ook blijkt uit de resultaten van de DMA.
De tweede prioriteit omvat de overige geïm-
pacteerde aspecten of aspecten met impact:
E2, E5 en S4, opnieuw aangevuld met entiteit-
specifieke informatie waar relevant.
Tot slot wordt nog even ingegaan op de
aspecten die eigen zijn aan de rest van de
waardeketen, op een eerder kwalitatieve dan
kwantitatieve manier.
Het vastleggen van deze prioriteiten heeft als
doel de juiste aandacht te besteden aan de
juiste zaken, en niet zomaar op dezelfde manier
en even gedetailleerd op alles in te gaan.
4.3. ESRS:
ALGEMENE
TOELICHTINGEN
4.3.1. GRONDSLAG VOOR HET OPSTELLEN
VAN INFORMATIE
4.3.1.1. BP 1: ALGEMENE GRONDSLAG
VOOR HET OPSTELLEN VAN DE
DUURZAAMHEIDSVERKLARING
Dit duurzaamheidsverslag is opgesteld op
dezelfde basis als de financiële geconsoli-
deerde rapportering. De bedrijven die deel
uitmaken van de groep en die meegenomen
worden onder de geconsolideerde financi-
ele rapportering, zijn dezelfde bedrijven in de
scope van de duurzaamheidsverklaring (zie
ook 4.2.2).
De DMA-oefening vertrok bij de vijf primaire
bedrijfsstromen van Roularta Media Group
(uitgeverij, drukkerij, internet & media, televisie
en evenementen en reizen). Bij aanvang wer-
den bijgevolg vijf waardeketens opgesteld, die
nadien samenkwamen in één geconsolideerde
waardeketen.
Binnen de geconsolideerde waardeketen wer-
den drie blokken geïdentificeerd:
De upstream-waardeketen omvat zowel
directe als indirecte leveranciers
De eigen operaties omvatten de
‘geconsolideerde kring’
De downstream-waardeketen
omvat leveranciers (bv. transport
& distributie) maar ook directe en
waar relevant indirecte klanten
(zowel B2B als B2C)
Bij de duurzaamheidsrapportering werd
geen gebruik gemaakt van de optie om
specifieke informatie-elementen die
intellectuele eigendom, knowhow of
het resultaat van innovatie zijn, weg te
laten.
Wel werden niet alle interne richtlijnen
en procedures gepubliceerd, omwille
van diverse redenen, waaronder pri-
vacy. In andere gevallen werd een korte
samenvatting van de relevante aspec-
ten weergegeven.
4.3.1.2. BP 2: SPECIFIEKE
OMSTANDIGHEDEN
4.3.1.2.1. TIJDSHORIZONTEN
De rapportageperiode voor het duur-
zaamheidsverslag is dezelfde als
voor de financiële rapportering. Waar
relevant werd een ‘basisjaar’ of ‘refe-
rentiejaar’ vermeld (bv. voor targets
m.b.t. de uitstoot van broeikasgassen
is 2021 het basisjaar).
De tijdspannes voor korte, middellange
of lange termijn worden al dan niet ver-
meld in functie van relevantie.
4.3.1.2.2. SCHATTINGEN
Dit duurzaamheidsverslag bevat enkele interpre-
taties en onzekerheden die inherent zijn aan het
rapportageproces:
Schattingen: De belangrijkste onzekerhe-
den situeren zich in zowel het upstream- als
het downstreamgedeelte van de waardeke-
ten met betrekking tot aspect E1, specifiek
bij de berekening van broeikasgasemissies.
Ondanks deze onzekerheden is de duurzaam-
heidsverklaring opgesteld en gepresenteerd
in overeenstemming met de vereisten van de
ESRS en de toepasselijke wetgeving
Aanvullende richtlijnen: Een uitgebreider
begrip van de vereisten wordt verwacht naar-
mate aanvullende implementatierichtlijnen of
Q&A-documenten beschikbaar komen
Toekomstige verfijningen: Schattingen zullen
mogelijk in toekomstige rapportageperiodes
worden aangescherpt naarmate relevantere
gegevens beschikbaar komen
Interne controle: De interne controlemecha-
nismen rondom duurzaamheidsrapportage
worden momenteel verder versterkt om de
kwaliteit en betrouwbaarheid van de gege-
vens te verbeteren
Vergelijkende gegevens: Naar verwachting
zal de beschikbaarheid van vergelijkende
gegevens na het eerste rapportagejaar de
bruikbaarheid en waarde van de informatie
vergroten
Materialiteitsbeoordeling: Het materialiteits-
beoordelingsproces zal naar verwachting
verder worden verfijnd in de komende jaren.
Voor de financiële materialiteitsbeoordeling is
een drempelwaarde gehanteerd op basis van
een percentage van de omzet
om de omvang van de financiële
impact te bepalen
Uitbreiding van informatie: Naar-
mate het aantal rapporterende
organisaties toeneemt en de rap-
portagepraktijken verder worden
ontwikkeld, kan uitgebreidere en
gedetailleerdere informatie over
de waardeketen worden opgeno-
men
4.3.1.2.3. WIJZIGINGEN IN DE
OPSTELLING OF DE PRESENTATIE
VAN DUURZAAMHEIDSINFORMATIE
Gezien dit duurzaamheidsverslag
het eerste verslag is conform de
CSRD-richtlijnen, is er geen wijziging
in de opstelling of presentatie van
de duurzaamheidsinformatie. Ech-
ter, in de voorbije jaren publiceerde
Roularta Media Group in het kader
van de toen geldende NFRD wel
degelijk informatie met betrekking
tot duurzaamheid. Deze informatie
omvatte eveneens een aantal tar-
gets, die niet gebaseerd waren op
de ESG-onderwerpen maar op het
SDG-model.
4.3.1.2.4. GEBRUIK VAN
INFASERINGSBEPALINGEN
Een onderwerp dat op heden ter dis-
cussie staat (o.a. in Nederland), is de
positie van de freelancers (of ZZP’ers
– zelfstandigen zonder personeel).
Ook in België maken mediabedrij
-
ven frequent gebruik van freelancemedewerkers.
In bepaalde gevallen zijn dit medewerkers die in
hoofdberoep journalist zijn maar voor verschil
-
lende bedrijven stukken schrijven. In andere
gevallen gaat het over mensen die in wezen een
ander beroep hebben maar heel sporadisch een
stukje schrijven voor een krant of een magazine.
In nog andere gevallen zijn het mensen die in bij
-
beroep lokaal nieuws verzamelen. En soms zijn
het mensen die tijdelijk iemand vervangen of op
dagbasis in de drukkerij prestaties leveren. Vol
-
gens de EFRAG zouden al deze categorieën van
medewerkers tot het ‘eigen personeel’ moeten
behoren, los van het feit of ze zelfstandig zijn, via
een interimkantoor of gespecialiseerd bedrijf aan
-
gesteld zijn of als jobstudent werken. Ook de mate
waarin ze prestaties leveren (fulltime gedurende
drie maanden, twee dagen per week, één artikel
per maand, …), is vreemd genoeg niet van tel.
We noteren echter dat ‘freelancer’ geen wettelijk
statuut is. De freelancer zal ofwel zelf ‘zelfstandig’
zijn en zelf factureren, ofwel zullen de prestaties
door iemand anders worden gefactureerd. Boven-
dien wordt meestal een beroep gedaan op een
freelancer omwille van een bepaalde expertise.
Daarnaast beschikt Roularta Media Group voor
freelancers niet over dezelfde gegevens als voor
haar eigen werknemers. Ze kan geen informatie
rapporteren die ze niet heeft.
Om die reden wordt in dit duurzaamheidsverslag
voor het boekjaar 2024 enkel rekening gehouden
met de categorie werknemers zoals bepaald in
sectie S1-6 (eigen werknemers met een arbeids-
overeenkomst) en maakt Roularta Media Group
CSRD VERSLAG 2024
194
197
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
gebruik van de infaseringsmoge-
lijkheid voor de werknemers zoals
bepaald in sectie 1-7. Dit is belangrijk
omdat S1 ‘eigen personeel’, subthema
‘diversiteit’ als materie uit de dubbele
materialiteitsoefening is gekomen.
Andere infaseringsclausules die
Roularta Media Group inroept in dit
verslag zijn:
• E1-9 (klimaat):
De onderneming kan de door ESRS
E1-9 voorgeschreven informatie weg-
laten voor het eerste jaar dat zij haar
duurzaamheidsverklaring opstelt. De
onderneming kan aan ESRS E1-9 vol-
doen door, voor de eerste drie jaar
dat zij haar duurzaamheidsverklaring
opstelt, alleen kwalitatieve informatie
te rapporteren indien het praktisch
niet haalbaar is om kwantitatieve
rapportage op te stellen.
• E2-6 (verontreiniging):
De onderneming kan de door ESRS
E2-6 voorgeschreven informatie
weglaten voor het eerste jaar dat
zij haar duurzaamheidsverklaring
opstelt. Afgezien van de door alinea
40(b) voorgeschreven informatie over
de operationele uitgaven en kapitaal-
uitgaven die in de rapportageperiode
hebben plaatsgevonden in samen-
hang met majeure incidenten en
deposities, kan de onderneming aan
ESRS E2-6 voldoen door, voor de eer-
ste drie jaar dat zij haar duurzaamheidsverklaring
opstelt, alleen kwalitatieve informatie te rappor-
teren.
• E5-6 (afval):
De onderneming kan de door ESRS E5-6 voor-
geschreven informatie weglaten voor het eerste
jaar dat zij haar duurzaamheidsverklaring opstelt.
De onderneming kan aan ESRS E5-6 voldoen
door, voor de eerste drie jaar dat zij haar duur-
zaamheidsverklaring opstelt, alleen kwalitatieve
informatie te rapporteren.
4.3.2. GOVERNANCE
4.3.2.1. GOV-1: DE ROL VAN DE BESTUURS-,
LEIDINGGEVENDE EN TOEZICHTHOUDENDE
ORGANEN
We verwijzen naar de verklaring inzake deugdelijk
bestuur in het jaarverslag.
4.3.2.2. GOV-2: INFORMATIE VERSCHAFT AAN
EN OMGANG MET DUURZAAMHEIDSTHEMA’S
DOOR BESTUURS-, LEIDINGGEVENDE EN
TOEZICHTHOUDENDE ORGANEN VAN DE
ONDERNEMING
De Raad van Bestuur en het auditcomité hebben,
onder andere, als taak om toezicht te houden op
de inspanningen en de vorderingen van Roularta
Media Group op vlak van duurzaamheid. In 2024
kwam daar ook nog expliciet de opvolging van het
CSRD-traject bij. Om dit traject te kunnen opvol-
gen, werd voor elke bijeenkomst van de Raad van
Bestuur en het auditcomité een stand van zaken
opgemaakt die werd besproken met de aanwezige
leden. De Raad van Bestuur volgt ook de risi-
co’s, impacten en opportuniteiten (IRO’s) op. De
betrokkenheid van de Raad van Bestuur en van
het management omtrent de IRO’s komt door-
heen het duurzaamheidsrapport verder aan bod.
Op de vergaderingen van het Management Team
(MT) is duurzaamheid een telkens terugkerend
onderwerp dat afhankelijk van de focus een of
ander thema belicht binnen het ESG-kader. Dat
kan gaan over het wagenpark, PV-installaties,
digitale innovatieprojecten, HR-aangelegenhe-
den, folie versus papier, nutsvoorzieningen, …
Daarnaast werden ook bijzondere overlegmomen-
ten ingepland voor respectievelijk het auditcomité
en de Raad van Bestuur. Voor het auditcomité
was dit op 24 juni 2024 en lag de focus vooral op
de DMA en het vervolg na de DMA. Voor de Raad
van Bestuur was dit op 25 oktober 2024 en lag
de focus vooral op de duurzaamheid in het alge-
meen, naast een paar specifieke onderwerpen
zoals de SBTi, impacten en risico’s, …
Voor een overzicht van de materiele impacten,
risico’s en kansen waarop de bestuurs-, leiding-
gevende en toezichthoudende organen ageren,
verwijzen we naar het hoofdstuk over DMA-ana-
lyse.
4.3.2.3. GOV-3: INTEGRATIE VAN
DUURZAAMHEIDSPRESTATIES IN
BELONINGSREGELINGEN
Voor 2025 wordt in de afspraken met het top
management met betrekking tot het variabel deel
van de verloning een materiële bijdrage tot het
bereiken van de duurzaamheidstargets opgeno-
men.
Dat impliceert dat er een gemeenschappelijke
verantwoordelijkheid is van het management
om de duurzaamheidstargets en KPI’s die
werden opgelijst in hoofdstuk 2 te behalen
maar dat deze individueel kan verschil-
len volgens de mate van impact van de
betrokken manager op de beoogde targets
en kpi’s.
Dit betekent ook dat de opvolging van de
stand van zaken ten opzichte van deze tar-
gets ook worden opgenomen op het niveau
van de management team meetings.
De beoordeling van het behalen van het
resultaat door het management zal gebeu-
ren door het Excom.
4.3.2.4. GOV-4: DUE
DILIGENCEVERKLARING
Omwille van praktische redenen wordt
het due diligence-proces opgedeeld in vijf
stappen:
4.3.2.4.1. RISICO-IDENTIFICATIE
ESG-risico’s die een mogelijke bedreiging
vormen voor zowel het bedrijf als zijn sta-
keholders. Roularta Media Group staat
voor deze risico’s continu in contact met
haar stakeholders. Denk bijvoorbeeld aan
privacy en GDPR, met in dat kader de inte-
gratie van een opt-in-systeem (waarbij
telkens de goedkeuring van de klant ver-
eist is).
4.3.2.4.2. INTEGRATIE VAN DUE
DILIGENCE IN POLICIES
Duurzaamheid is over de hele lijn een
belangrijk begrip bij Roularta Media Group,
zowel binnen de strategie als qua beheer,
management en uitvoering. De waarde ‘One
Team, One Family, One Planet’ kreeg niet
zomaar een centrale rol binnen de organisa
-
tie. Verder spreken de inspanningen die het
bedrijf de voorbije jaren op diverse aspecten
van duurzaamheid leverde voor zich. Denk
maar aan de installatie van zonnepanelen,
nieuwe ovens, paper wrap installaties, de
grote groene omgeving rond de site in Roese
-
lare, duurzame initiatieven voor het personeel
en zeker ook de verbintenis om duurzaamheid
te verkondigen en te promoten bij het brede
publiek (zie ook ‘Brainprint’ – entiteitspeci
-
fieke informatie bij hoofdstuk S3).
4.3.2.4.3. IMPACTEVALUATIE
Bij de uitvoering van operationele activitei-
ten houdt Roularta Media Group in de mate
van het mogelijke rekening met de impact
op de mens en de omgeving. Daarbij liggen
potentiële negatieve én potentiële positieve
effecten in de weegschaal.
4.3.2.4.3. VERMIJDEN EN BEPERKEN VAN
NEGATIEVE IMPACT
Op basis van de risicoanalyses en de impac-
tevaluatie ontwikkelt Roularta Media Group
procedures en actieplannen om potentiële
negatieve effecten te vermijden of te beper-
ken. Sommige procedures zijn het resultaat
van wettelijke normen en verplichtingen,
andere ontstaan uit eigen initiatief.
4.3.2.4.3. OPVOLGING EN EVALUATIE
Het spreekt voor zich dat opvolging en eva-
luatie op regelmatige tijdstippen cruciaal
CSRD VERSLAG 2024
196
is om de gemaakte progressie te meten en
te beoordelen. In dat licht is dit duurzaam-
heidsverslag op zich een waardevolle bron van
metrics voor alle aspecten die relevant zijn
binnen de beleidsvoering van Roularta Media
Group. Verder in dit verslag kan elke stakehol-
der zelf nagaan op welke manier de opvolging
gebeurt en in welke richting het bedrijf evolu-
eert.
4.3.2.5. GOV-5: RISICOBEHEERSING EN
INTERNE CONTROLES
Procesomschrijving tot stand komen rappor-
tering:
Het CSRD-team is gestart met de identifi-
catie van de data owners binnen Roularta
Media Group, waarbij de data gaps voor
de belangrijkste topics (E1 en S1) prioriteit
kregen
Het CSRD-team heeft diverse gesprekken
gevoerd met de data owners om inzicht
te krijgen in de datacaptatiesystemen en
-verzamelingsmethoden (automatisch of
manueel) die aangeboord moeten worden
voor het duurzaamheidsverslag. Verder
vond een eerste navraag naar de volledig-
heid van de data plaats
De interne controlemechanismen van de
belangrijkste datacaptatiesystemen (bv.
CO
2
-module) werden nagekeken en afge-
stemd op de CSRD-rapportagevereisten
Er werd een SharePoint opgezet, met per
topic toegang voor de data owners voor
het opladen van informatie
Via interne controles werden de data
nagekeken op vlak van volledigheid, nauw-
keurigheid en betrouwbaarheid
Het CSRD-team ging na met welke
frequentie de informatie aangeleverd
kan worden. Momenteel is dat voor de
meeste informatie eenmaal per jaar
Het CSRD-team identificeerde de vol-
gende belangrijke risico’s:
De data owners zijn wijdverspreid over
de volledige onderneming
Voor bepaalde informatie zijn er
zowel Belgische als Nederlandse data
owners
Er zijn diverse datacaptatiesystemen
in gebruik
• Aangezien dit het eerste jaar van de
CSRD-verplichting is, zijn de data
owners nog niet bekend met de dead-
lines voor het opleveren van informatie
Het CSRD-team tekende de volgende
strategie uit:
Data met een reëel risico op fouten
voornamelijk manuele data, zullen in
de toekomst meermaals per jaar wor-
den opgevraagd
Er zal een IT-oplossing die data centra-
liseert, met input door de data owners
en interne controles via de CSRD-ver-
antwoordelijke, worden opgezet. In
2024 vonden reeds gesprekken plaats
met verschillende leveranciers, maar
de knoop qua partnerkeuze werd nog
niet doorgehakt
Vanaf 2025 wordt een lijst bijgehouden
met verbeterpunten voor het duurzaam-
heidsverslag. Deze lijst zal worden gedeeld
met het management, waarna de Raad van
Bestuur op de hoogte wordt gebracht van
eventuele noodzakelijke acties.
4.3.3. STRATEGIE
4.3.3.1. SBM-1: STRATEGIE,
BUSINESSMODEL EN WAARDEKETEN
Roularta Media Group zet al meer dan twee
decennia in op duurzaam en eco-efficiënt
ondernemen, ambities die ingebed zijn in de
missie, visie en waarden van het bedrijf en de
slagzin ‘One Team, One Family, One Planet’.
De vooropgestelde duurzaamheidsdoelen
hebben raakvlakken met alle producten en
diensten die Roularta Media Group aanbiedt
en de markten die ze bedient.
Significante groepen producten
en/of diensten:
Publiciteit (SMA-sector*)
Abonnementen en losse verkoop
(TMC-sector*)
Drukwerk voor derden (TMC-sector*)
Line extensions (SST-sector*)
Significante groepen markten:
Lokale mediamarkt
• Magazinemarkt
Drukwerk voor derden, verkoop papier
• Krantenmarkt
Audiovisuele markt
De werknemers van Roularta Media Group zijn
verspreid over drie geografische gebieden,
met de grootste aantallen in Nederland en
België (zie ook hoofdstuk S1).
Land Aantal personeelsleden
België 1014
Nederland 254
Duitsland 8
1276
De doelstellingen die verband houden met
het klimaat zijn voornamelijk van toepas-
sing op de drukkerij van Roularta Media
Group. Deze objectieven impacteren de
lokale mediamarkt, de magazinemarkt, de
krantenmarkt en de markt van het drukwerk
voor derden. De duurzaamheidsdoelstel-
lingen uit het sociale luik raken dan weer
vooral de werknemers en de magazines.
Er werd ook een doelstelling neergepend die
zich specifiek richt op de leveranciers van
Roularta Media Group, met als concrete
actie daarbij de vraag om het aankoop-
charter te ondertekenen.
Meer informatie over de waardeketen is
te vinden in het hoofdstuk 4.2.5 over de
DMA-analyse.
4.3.3.2. SBM-2: BELANGEN EN
OPVATTINGEN VAN STAKEHOLDERS
Hoe interageert Roularta Media Group met
haar stakeholders?
De tabel op volgende pagina geeft een
overzicht van de verschillende categorieën
stakeholders, de manier waarop Roularta
Media Group met hen in dialoog gaat en
de beoogde doelstellingen. Het gaat om vijf
categorieën:
de klanten
de werknemers
de leveranciers
de aandeelhouders en de financiële en
wetgevende instanties
de buren en de omgeving
Het spreekt voor zich dat de manier van
interageren verschilt van categorie tot cate-
gorie, net als de ESG-aspecten die aan bod
komen.
Waar de ESRS 1 twee categorieën sta-
keholders onderscheidt (geïmpacteerde
stakeholders en zij die het duurzaamheids
-
verslag consulteren), is van die typologie
geen sprake in dit hoofdstuk. De veron-
derstelling leeft immers dat de meeste
stakeholders die impact kunnen ervaren
ook het duurzaamheidsverslag kunnen con
-
sulteren.
Afhankelijk van het belang van de impact
van (toepassing op) de stakeholder, worden
er ook leidinggevende organen betrokken in
de communicatie.
* SMA-sector of Marketing sector, TMC-sector of ‘Media- and Communication’ sector, SST-sector of ‘Sales and Trade’ sector.
199
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
198
Klanten
• Contact via verkopers
• Feedback klantendienst(en)
• Evenementen voor klanten
• Tevredenheidsenquêtes
• Ad hoc feedback en reacties
• Bedrijfsbezoeken
• Uitwisseling informatie i.v.m. DMA-uitkomst
Deze contacten dienen vooral om te peilen naar de verwach-
tingen van en de prioritaire aspecten voor de klanten.
De materiële topics van het duurzaamheidsverslag werden
gevalideerd door de key B2B-klanten.
Werknemers
• Reflectiegesprekken
• Evenementen en netwerking
• Duurzaamheidsinitiatieven
• Duurzaamheid-awards
• Enquêtes
• Informele one-to-one-gesprekken
Deze contacten dienen om te leren waar het bedrijf kan verbe-
teren, welke opleidingen ontbreken, welke initiatieven mogelijk
zijn, hoe groot de betrokkenheid is en hoe tevreden de mede-
werkers zijn. We verwijzen naar het hoofdstuk S1-2 voor meer
informatie.
Leveranciers
• Nauwe contacten met hun vertegenwoordigers
• Bedrijfsbezoeken aan belangrijke leveranciers
• Uitwisseling informatie i.v.m. DMA-uitkomst
Deze contacten dienen enerzijds om de samenwerking met de
leveranciers te optimaliseren en anderzijds om hen duidelijk te
maken wat de verwachtingen van Roularta zijn (bv. i.v.m. het
duurzaam aankoopcharter).
De materiële topics van het duurzaamheidsverslag werden
gevalideerd door de sleutelleveranciers.
Financiële
instellingen en
aandeelhouders
• Meetings met financiële instellingen
• Meetings met beursanalisten
• Jaarvergadering voor aandeelhouders
• Periodieke rapportering rond resultaten
• Uitwisseling informatie i.v.m. DMA-uitkomst
Deze contacten dienen om de betrokkenen te informeren maar
tegelijk ook een aantal duurzaamheidsaspecten (bv. rond
investeringen in duurzaamheidsinitiatieven) te duiden.
De materiële topics van het duurzaamheidsverslag werden
gevalideerd door een financiële instelling.
Buren en omgeving
• Bedrijfsbezoeken
• Overleg met buren
Deze contacten dienen enerzijds om te communiceren naar
de omgeving toe, zodat de buren op een duidelijke en directe
manier geïnformeerd zijn over de acties en de plannen, en
anderzijds om te luisteren naar de bezorgdheden van de buren,
zodat die kunnen worden meegenomen in de besluitvorming.
4.3.3.3. SBM-3: MATERIËLE RISICO’S,
IMPACTEN EN OPPORTUNITEITEN (IRO’S)
In overeenstemming met rapportage-eis
SBM 3 rapporteert Roularta Media Group
haar materiële impacten, risico’s en kansen
op basis van de materialiteitsanalyse.
De entiteitspecifieke onderwerpen worden
als volgt gerapporteerd:
Brainprint & Community Building: Zie S3
- getroffen gemeenschappen
Digitale innovatie en IT-betrouwbaarheid:
Zie S4 - consumenten en eindgebruikers
Governance werd niet materieel beschouwd
in de waardeketen omwille van:
het beperkt aantal landen waar Roularta
Media Group opereert;
directe leveranciers die voornamelijk
Europees zijn gelokaliseerd; en
het financieel risico op omkoping en
fraude dat werd ingeschat, maar de
materialiteitsdrempel niet overschreed.
Het onderwerp factchecking werd als enti-
teitspecifiek weerhouden en na interne
beraadslaging en overweging van input van
belanghebbenden opgenomen onder S4.
De lijst omvat de ESG-referentie, de IRO, de
tijdshorizont, de situering van de impact, het
risico of de kans in de waardeketen en de
omschrijving.
De omschrijving legt uit hoe de impact, de
kans of het risico een invloed heeft op mens
en maatschappij. De tijdshorizont vertelt
OVERZICHT VAN DE VERSCHILLENDE CATEGORIEËN STAKEHOLDERS
dan weer op welke tijdshorizont de
impact, het risico of de kans betrek-
king heeft. Is dat op korte termijn
(minder dan één jaar), middellange
termijn (twee à vijf jaar) en/of lange
termijn (vijf jaar of meer)?
Zoals uit de volgende tabel blijkt,
hebben alle aspecten qua tijdshori-
zon als redelijke verwachting zowel
de korte, de middellange als de lange
termijn. Op basis van de gekende
huidige situatie en informatie zullen
de impacten dus nog zeker vijf jaar
of langer actief zijn.
201
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
200
203
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
Aspect
IRO (Impact, Risico,
Opportuniteit)
Tijdshorizont Toelichting tijdshorizont Waardeketen Omschrijving
E1 klimaatmitigatie materieel negatief impact
korte , midden en
lange termijn
De impact is op vandaag concreet aanwezig en dit is ook niet iets wat op korte
termijn zal verdwijnen. Bovendien zijn we voor dit aspect in belangrijke mate afhan-
kelijk van ontwikkelingen bij onze partners zowel upstream als downstream.
volledige waardeketen
Het bedrijf heeft een aanzienlijk uitstoot aan broeikasgassen over de volledige waardeketen en is afhankelijk van een aantal inten-
sieve uitstoot sectoren vooral langs de upstream maar ook langs de downstream kant. Hoewel deze sectoren zelf ook belangrijk
inspanningen leveren om hun uitstoot te verminderen hebben ze nog steeds een materiële impact op de klimaatverandering. Het
bedrijf zelf doet eveneens belangrijke inspanningen om haar eigen uitstoot te verminderen maar ook dat is een proces dat loopt en
waarbij de eigen uitstoot nog steeds significant is voor de klimaatverandering.
E1 klimaatmitigatie opportuniteit
korte , midden en
lange termijn
Mogelijkheid tot financiele voordelen kunnen zich zowel op de korte, midden of
lange termijn voordoen. Momenteel wordt er in de wetgeving veel aandacht besteed
aan duurzaamheid, wat op de lange termijn waarschijnlijk nog steeds zo zal zijn.
volledige waardeketen Financiële voordelen voor de overheid: mogelijke subsidies voor koolstofarme gebouwen en apparatuur.
E1 klimaatmitigatie risico
korte , midden en
lange termijn
Momenteel is Roularta Media Group reeds bezig met investeringen in koolstofarme
technologiën en wagenparken. De eventuele prijsstijgingen kunnen zich zowel op de
korte termijn of de lange termijn voordoen.
volledige waardeketen
"• Hogere prijs van emissie-intensieve aangekochte producten en diensten (bv. vervoer, papier) door hogere en/of meer koolstofbe-
lastingen en minder impact van directe koolstofbelastingen voor Roularta Media Group.
• Investeringen in koolstofarme technologieën en wagenparken."
E1 energie materieel negatief impact
korte , midden en
lange termijn
Ook hier opteren we voor zowel de korte, de middellange en de lange tijdshorizont.
Op middellange termijn mikken we wel degelijk op een belangrijke vermindering van
de negatieve impact voor electriciteit maar er is terzelfdertijd geen vooruitzicht op
een volwaardig alternatief voor het gebruik van gas in de productie-omgeving.
eigen operatie /
upstream
Het bedrijf heeft vooral in haar productieketen nood aan materialen die veel energie vergen. Voor het maken van papier is veel
water nodig maar ook veel energie om pulp en papier te drogen. Ook de productieporcessen voor inkt en solventen is eveneens
energie-intensief. Het bedrijf zelf verbruikt ook heel wat energie binnen het drukkerij proces. De aandrijving van de persen en afwer-
kingsmachines, het gasverbruik van de droogovens en de koelinstallatie zijn enkele voorbeelden van processen die op vandaag een
belangrijk bron van energieverbruik uitmaken.
E1 energie opportuniteit
korte , midden en
lange termijn
Mogelijkheid tot financiele voordelen kunnen zich zowel op de korte, midden of
lange termijn voordoen.
eigen operatie /
upstream
Lagere bedrijfskosten dankzij verbeterde energie-efficiëntie.
E1 energie risico
korte , midden en
lange termijn
Momenteel is Roularta Media Group reeds bezig met investeringen in energie-effi-
ciëntere apparatuur. De eventuele risico's kunnen zich zowel op de korte termijn of
de lange termijn voordoen.
eigen operatie /
upstream
• Hogere energiekosten voor RMG.
• Kosten in verband met investeringen in energie-efficiëntere apparatuur.
• Operationele risico's zoals onderbrekingen in de toeleveringsketen.
• Financiële risico's in verband met aangekochte goederen en diensten (bv. prijsstijging van papier, hogere transportkosten, ...).
E2 luchtverontreiniging materieel negatief impact
korte , midden en
lange termijn
Aangezien dit aspect hoofdzakelijk gekoppeld is aan de productie zal dit uiteraard
de Belgische en Europese normen volgen.
eigen operatie /
upstream
Een ander gevolg van de materialen die nodig zijn, is de mogelijke luichtvervuiling door het vrijkomen van gevaarlijke stoffen bij de
productie van bijvoorbeeld aluminium platen, inkten en solventen. Bij het productieproces binnen het bedrijf zelf komen er eveneens
gevaarlijke stoffen vrij.
E2 watervervuiling materieel negatief impact
korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
upstream
Hierbij gaat het vooral om de papierindustrie. De papier- en pulpindustrie gebruikt nu eenmaal heel veel water met toegevoegde
chemicaliën bij de productie van pulp en papier. Denk bijvoorbeeld aan het proces om papier te 'bleken' met bleekmiddel. Bij het
lozen van het water kunnen dus schadelijke stoffen mee in het milieu komen.
E2 verontreiniging van
bodem
materieel negatief impact
korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
upstream
Bij de productie van inkten en solventen maar ook petroleumproducten kunnen giftige stoffen in de grond terechtkomen. Opnieuw
wordt hier vooral gekeken naar het upstream proces.
E2 gevaarlijke
chemicaliën
materieel negatief impact
korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
upstream
Hierbij verwijzen we opnieuw naar het gebruik van gevaarlijke stoffen, voornamelijk gebruikt voor de papierproductie maar eveneens
voor de inkten. Ook bij de productie van machines en toestellen worden vaak - zij het in mindere mate - giftige of gevaarlijke (bij)
producten gebruikt.
E2 water-, en/of
bodemverontreiniging &
gevaarlijke chemicaliën
risico
korte , midden en
lange termijn
Mogelijkheid tot financiele risico's kunnen zich zowel op de korte, midden of lange
termijn voordoen. Momenteel wordt er in de wetgeving veel aandacht besteed aan
duurzaamheid, wat op de lange termijn waarschijnlijk nog steeds zo zal zijn.
upstream
Extra kosten als gevolg van strengere wettelijke vereisten voor leveranciers die gedeeltelijk ten laste van RMG kunnen komen.
MATERIËLE ASPECTEN EN METRICS
CSRD VERSLAG 2024
202
205
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
Aspect
IRO (Impact, Risico,
Opportuniteit)
Tijdshorizont Toelichting tijdshorizont Waardeketen Omschrijving
E3 watergebruik en
marine bronnen
materieel negatief impact
korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
upstream
Het betreft hier vooral het gebruik van grote hoeveelheden water. Dit kan zowel zijn voor de aanmaak van bv staal voor de machine-
bouw maar opnieuw vooral bij de papierfabrikanten die grote hoeveelheden water nodig hebben in de 3 productiestadia (het maken
van de pulp, het processen van de pulp, het maken van het papier - of karton).
E3 watergebruik en
marine bronnen
risico
midden en lange
termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
upstream
• Waterstress en -schaarste in de toeleveringsketen kunnen de prijs van gekochte goederen verhogen.
• Waterstress en -schaarste in de toeleveringsketen kunnen verstoringen veroorzaken in de papierbevoorrading, met gevolgen voor
het productieproces en de inkomsten.
E4 biodiversiteit en
ecosystemen
materieel negatief impact
korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
upstream
Aangezien de drukkerij een groot volume aan papier nodig heeft wordt hierbij ook gekeken wat de mogelijke ecologische impact
hiervan is. Bij de DMA oefening werd dit aspect als materieel beschouwd omdat we het bruto risico bekijken los van de maatregelen
die de papierleveranciers nemen om dit risico te beperken en die verder in dit rapport aan bod komen.
E5 materiaalinstromen materieel negatief impact
korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
upstream
Upstream materieel negatief op basis van alle grondstoffen die nodig zijn voor de bedrijfsvoering en de industriële bedrijfsproces-
sen. We denken aan hout, aluminium, ijzererts, petroleumderivaten, … maar er is downstream een potentieel positieve impact voor
wat betreft het hout omwille van het feit dat een belangrijk deel van het papier gerecycleerd kan worden wat een positieve impact
kan hebben op het volume aan 'nieuw' papier.
E5 materiaalinstromen opportuniteit
korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de downstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
downstream
"Toepassing van circulaire economiepraktijken.
Downstream een opportuniteit voor wat betreft het hout omwille van het feit dat een belangrijk deel van het papier gerecycleerd
kan worden wat een positieve impact kan hebben op het volume aan 'nieuw' papier. "
E5 materiaalinstromen risico
korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
upstream Grondstoffenschaarste bij leveranciers kan leiden tot verstoringen in het productieproces en financiële verliezen.
E5 afval materieel negatief impact
korte, midden en
lange termijn
Dit aspect is in belangrijke mate gekoppeld aan de productie en het is vandaag niet
mogelijk om uitspraken te doen over de lange termijn en daarom hanteren we ook
hier het voorzichtigheidsprincipe.
eigen operatie
Het bedrijf heeft een aanzienlijk volume aan 'afval' waardoor dit aspect zeker als materieel dient te worden beschouwd. Opnieuw
er wordt uitgegaan van de bruto impact los van alle maatregelen die hierbij genomen worden en die verder in het rapport aan bod
komen.
E5 afval risico
korte, midden en
lange termijn
Dit aspect is in belangrijke mate gekoppeld aan de productie en het is vandaag niet
mogelijk om uitspraken te doen over de lange termijn en daarom hanteren we ook
hier het voorzichtigheidsprincipe.
eigen operatie
"• Onjuiste verwijdering van afvalproducten en verpakkingsmaterialen die leidt tot juridische sancties.
• Schade aan de merkreputatie van RMG als gevolg van controverses bij eigen bedrijven."
S1 diversiteit materieel positief impact
korte, midden en
lange termijn
Het is uiteraard de bedoeling dat dit aspect een positieve impact heeft en ook in de
toekomst zal blijven hebben.
eigen operatie
Gelijke rechten voor iedereen ongeacht gender, afkomst, religie, geaardheid, enz… draagt bij tot een verrijking van de eigen werkne-
mers. De juiste persoon voor de juiste job is cruciaal voor een onderneming waar respect voor iedereen centraal staat.
S1 aantrekken en
behouden van werkne-
mers
potentieel positieve
impact
korte, midden en
lange termijn
We hopen eigenlijk dat dit over korte tot middellange termijn gaat maar niemand
weet op dit ogenblik hoelang de 'war for talent' zal blijven duren. Bovendien zijn
er, gezien de snel toenemende vergrijzing van de bevolking, op vandaag ook geen
indicatoren die dit tegenspreken.
eigen operatie
De juiste medewerkers op de juiste plaats en de correcte appreciatie voor die medewerkers moet ervoor zorgen dat de medewerkers
zich goed voelt binnen het bedrijf.
S1 aantrekken en
behouden van werkne-
mers
risico
korte, midden en
lange termijn
We hopen eigenlijk dat dit over korte tot middellange termijn gaat maar niemand
weet op dit ogenblik hoelang de 'war for talent' zal blijven duren. Bovendien zijn
er, gezien de snel toenemende vergrijzing van de bevolking, op vandaag ook geen
indicatoren die dit tegenspreken.
eigen operatie
Het niet kunnen invullen van vacatures heeft een financiële impact door omzetverlies, omdat het aannemen, opleiden en compense-
ren van nieuwe medewerkers geld kost.
MATERIËLE ASPECTEN EN METRICS
CSRD VERSLAG 2024
204
207
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
Aspect
IRO (Impact, Risico,
Opportuniteit)
Tijdshorizont Toelichting tijdshorizont Waardeketen Omschrijving
S2 gezondheid en
veiligheid
materieel negatief
impact
korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om hier
gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en han-
teren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
upstream en
leveranciers
Over de waardeketen beschouwd, zijn er heel wat risico's m.b.t. gezondheid en veiligheid. Dit is het gevolg van enerzijds de productieom-
geving en de grondstoffen die daarvoor nodig zijn en anderzijds van het transport en de logistiek. Soms kan een nieuw proces of initiatief
tegelijk voordelen en nadelen bieden. Zo zal het recycleren van oud papier (stockeren, ophalen, verwerken, ...) op zich een potentieel posi-
tieve impact hebben op het gebruik van grondstoffen maar een extra risico opleveren voor de mensen die die taken uitvoeren.
S4 toegang tot kwali-
teitsvolle informatie
materieel positief impact
korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om hier
gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en han-
teren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
downstream
Het bedrijf streeft ernaar om kwalitatieve informatie naar buiten te brengen zodat elke stakeholder op basis van deze informatie de
juiste beslissingen kan nemen
S4 privacy
materieel negatief
impact
korte , midden en
lange termijn
De GDPR wetgeving enerzijds en de beveiliging van onze data anderzijds is niet iets wat
van korte of lange termijn is. Dat is een bezorgheid van nu maar ook van straks en later.
eigen operatie en
downstream
Het bedrijf beschikt over een groot volume aan informatie van personeelsleden en klanten. Deze informatie wordt met de grootste
zorgvuldigheid behandeld. Een incident op dit gebied zou ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor de privacy van de betrokkene(n).
S4 privacy risico
korte , midden en
lange termijn
Een datalek kan zich zowel op de korte, midden of lange termijn voordoen.
eigen operatie
Een datalek kan financiële gevolgen hebben in de vorm van schadevergoedingen die de hackers vragen, boetes, schadevergoedin-
gen, kosten om de gegevensbeveiliging te verbeteren, enz.
S4 onafhankelijke
journalistiek en verant-
woorde content
materiaal positief impact
korte , midden en
lange termijn
Aangezien dit een positief aspect betreft gaan we er graag van uit dat dit positief
effect nog heel lang zal blijven duren.
eigen operatie
Het bedrijf wil een positieve impact hebben op alle stakeholders en de maatschappij. Het verspreiden van verantwoorde content
d.m.v. onafhankelijke journalistiek is hierbij primoridaal. Items die hierbij aan bod komen zijn: onafhankelijkheid, vrij, pluralistisch,
ethisch, transparant, relevant, correct, respectvol, ...
S4 onafhankelijke
journalistiek en verant-
woorde content
opportuniteit
korte , midden en
lange termijn
Aangezien dit een positief aspect betreft gaan we er graag van uit dat dit positief
effect nog heel lang zal blijven duren.
eigen operatie
Inhoud is een van de belangrijkste onderwerpen in de tijdschriften- en krantensector waarmee lezers en adverteerders worden
geworven en behouden, het kan worden beschouwd als de belangrijkste motor van de omzet.
S4 verantwoorde mar-
ketingpraktijken
materieel negatief
impact
korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de downstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
downstream
De verantwoorde marketing als negatieve impact ligt downstream bij de klanten-adverteerders omwille van het feit dat zij wel
degelijk misleidende informatie kunnen verspreiden. Het bedrijf kan wel een aantal zaken controleren en superviseren maar vaak
ligt de inhoudelijke impact buiten het bereik van die controle.
S4 verantwoorde mar-
ketingpraktijken
opportuniteit
korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de downstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
downstream Klantenwerving en - behoud.
S4 verantwoorde mar-
ketingpraktijken
risico
korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de downstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
downstream
De financiële impact kan worden veroorzaakt door het verlies van klanten of een negatieve impact op een bepaald merk door het
verlies van het vertrouwen van de klant.
ES1 brainprint en com-
munity building
materiaal positief impact
korte , midden en
lange termijn
Een basisbetrachting van Roularta Media Group is duurzaamheid te promoten bij al haar
lezers, lezeressen, kijkers, surfers, luisteraars, enz... en dit zowel op korte als op lange termijn.
eigen operatie
Naast de brainprint is er ook het bouwen aan gemeenschappen en netwerken. Roularta Media Group creëert hiermee een omgeving
van sociale inclusie.
ES1 brainprint en com-
munity building
opportuniteit
korte , midden en
lange termijn
Aangezien dit een positief aspect betreft gaan we er graag van uit dat dit positief
effect nog heel lang zal blijven duren.
eigen operatie
Het opbouwen van netwerken en gemeenschappen kan een belangrijke financiële impact hebben omdat het kan leiden tot extra
omzet (nieuwe klanten door mond-tot-mondreclame, klanten die overstappen naar andere RMG-merken, betere voorwaarden van
leveranciers, enz.)
ES2 digitale innovatie
en IT betrouwbaarheid
risico
korte , midden en
lange termijn
Digitale innovatie is een begrip dat op vandaag heel actueel is en dat op middellange
termijn zeker ook een belangrijke impact zal hebben. We weten op vandaag niet wat
dit op lange termijn zal geven en daarom ook hier het voorzichtigheidsprincipe.
eigen operatie
Digitale media vormt een belangrijke afzetmarkt voor RMG. Gebrek aan digitale innovatie kan leiden tot inkomstenverlies omdat het
een belangrijk middel is om nieuwe lezers/kijkers aan te trekken.
ES2 digitale innovatie
en IT betrouwbaarheid
risico
korte , midden en
lange termijn
Digitale innovatie is een begrip dat op vandaag heel actueel is en dat op middellange
termijn zeker ook een belangrijke impact zal hebben. We weten op vandaag niet wat
dit op lange termijn zal geven en daarom ook hier het voorzichtigheidsprincipe.
eigen operatie
Grotere verstoringen van IT-systemen kunnen leiden tot inkomstenverlies in verband met reclame-inkomsten en verlies van vertrou-
wen bij klanten.
* Leveranciers zullen zich voornamelijk in het upstream-segment bevinden maar er zijn ook leveranciers in het downstream-segment.
MATERIËLE ASPECTEN EN METRICS
CSRD VERSLAG 2024
206
209
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
4.3.3.4. MDR-P: POLICIES MET BETREKKING TOT DE MATERIËLE TOPICS
Aspect Subaspect Policies Waardeketen
E1 Klimaatverandering Klimaatmitigatie Klimaatplan eigen operatie / waardeketen
E1 Klimaatverandering Energie Energieverklaring iso 50001 eigen operatie
E2 Verontreiniging Luchtverontreiniging Emissiebeleid / duurzaam aankoopcharter eigen operatie / waardeketen
E2 Verontreiniging Watervervuiling Duurzaam aankoopcharter waardeketen
E2 Verontreiniging Verontreiniging van bodem Duurzaam aankoopcharter waardeketen
E2 Verontreiniging Gevaarlijke chemicaliën Duurzaam aankoopcharter
waardeketen
E3 Water en marine
hulpbronnen
Watergebruik en marine bronnen Duurzaam aankoopcharter waardeketen
E4 Biodiversiteit en
ecosystemen
Biodiversiteit en ecosystemen Duurzaam aankoopcharter waardeketen
E5 Materiaalgebruik en
circulaire economie
Afval
3R: Reduce, Reuse & Recycle/ duurzaam
aankoopcharter
eigen operatie / waardeketen
S1 Eigen personeel Diversiteit Vertrouwenpersonen eigen operatie
S1 Eigen personeel Diversiteit Klokkenluidersprocedure eigen operatie
S1 Eigen personeel Diversiteit Beleid Happie principes
eigen operatie
S1 Eigen personeel Aantrekken en behouden van werknemers Beleid Happie principes eigen operatie
S2 Werknemers in de
waardeketen
Gezondheid en veiligheid Duurzaam aankoopcharter
waardeketen
Aspect Subaspect Policies Waardeketen
S3 Getroffen
gemeenschappen
ES1 brainprint en community building Roularta Cares Charter
eigen operatie
S4 Eindgebruikers
& Consumenten
Toegang tot kwaliteitvolle informatie Ethische code van journalistiek
eigen operatie
S4 Eindgebruikers
& Consumenten
Privacy Privacy policy eigen operatie / downstream
S4 Eindgebruikers
& Consumenten
Privacy Informatieveiligheidsbeleid eigen operatie
S4 Eindgebruikers
& Consumenten
Verantwoorde content en onafhankelijke
journalistiek
Ethische code van journalistiek
eigen operatie
S4 Eindgebruikers
& Consumenten
Verantwoorde content en onafhankelijke
journalistiek
Factcheck policy eigen operatie
S4 Eindgebruikers
& Consumenten
ES2 digitale innovatie en IT betrouwbaarheid Secure Development Lifecycle policy eigen operatie
S4 Eindgebruikers
& Consumenten
Verantwoorde marketingpraktijken Richtlijnen JEP downstream
CSRD VERSLAG 2024
208
211
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
4.3.3.5. MDR-T: OVERZICHT TARGETS EN KPI’S (ZIE HOOFDSTUK 2)
4.3.3.6. LINK TUSSEN MATERIËLE ASPECTEN EN METRICS
Aspect Subaspect Metrics Waardeketen
E1 Klimaatverandering Klimaatmitigatie Broeikasgas uitstoot in absolute waarde ton CO
2
-emissies + intensiteitswaarde
eigen operatie /
waardeketen
E1 Klimaatverandering Energie Totale elektriciteitsverbruik in MWh eigen operatie
E1 Klimaatverandering Energie Totaal gasverbruik in MWh
eigen operatie
E1 Klimaatverandering Energie Energie intensiteitsratio (gas+elek/omzet) eigen operatie
E1 Klimaatverandering Klimaatmitigatie CO
2
-emissie nieuwe wagens eigen operatie
E1 Klimaatverandering Klimaatmitigatie
Verhouding aantal voertuigen met elektrische aandrijving vs voertuigen
met verbrandingsmotor
eigen operatie
E1 Klimaatverandering Klimaatmitigatie
Onderverdeling emissies wagenpark emissies verbruikte diesel,
emissies verbruikte benzine, emissies EV
eigen operatie
E1 Klimaatverandering Klimaatmitigatie EUR investeringen die broeikasgassen naar beneden doet dalen eigen operatie
E1 Klimaatverandering Energie Investering aantal zonnepanelen eigen operatie
E2 Verontreiniging Luchtverontreiniging De totale emissie tov inktverbruik
eigen operatie
E2 Verontreiniging Luchtverontreiniging % leveranciers die het duurzaam aankoopcharter ondertekende waardeketen
E2 Verontreiniging Watervervuiling % leveranciers die het duurzaam aankoopcharter ondertekende
waardeketen
E2 Verontreiniging
Gevaarlijke chemicaliën/
Verontreiniging van bodem
% leveranciers die het duurzaam aankoopcharter ondertekende
waardeketen
E3 Water en marine
hulpbronnen
Watergebruik en marine
bronnen
% leveranciers die het duurzaam aankoopcharter ondertekende
waardeketen
E4 Biodiversiteit en
ecosystemen
Biodiversiteit en
ecosystemen
% leveranciers die het duurzaam aankoopcharter ondertekende
waardeketen
E5 Materiaalgebruik en
circulaire economie
Afval Certificaten PEFC of FSC voor papier eigen titels
eigen operatie
Aspect Subaspect Metrics Waardeketen
E5 Materiaalgebruik
en circulaire economie
Afval Certificaten Blue Angel voor inkt eigen operatie
E5 Materiaalgebruik
en circulaire economie
Afval % van papier aangekocht bij leveranciers die SBTi certified zijn eigen operatie
E5 Materiaalgebruik
en circulaire economie
Afval % van inkt aangekocht bij leveranciers die SBTi certified zijn eigen operatie
E5 Materiaalgebruik
en circulaire economie
Afval
Ton afval rechtstreeks & niet-rechtstreeks gerelateerd aan productieprocess
alsook % op totaliteit
eigen operatie
E5 Materiaalgebruik
en circulaire economie
Afval Ton gevaarlijk & niet gevaarlijk afval alsook % op totaliteit eigen operatie
E5 Materiaalgebruik
en circulaire economie
Afval Ton & % recycle eigen operatie
E5 Materiaalgebruik
en circulaire economie
Afval % gerecycleerd papier eigen operatie
E5 Materiaalgebruik
en circulaire economie
Afval % leveranciers die het duurzaam aankoopcharter ondertekende waardeketen
S1 Eigen personeel Diversiteit Gender leden RvB eigen operatie
S1 Eigen personeel Diversiteit Aantal fun@work sessies eigen operatie
S1 Eigen personeel
Aantrekken en behouden
van werknemers
Tevredenheidsscore over onboarding in BE eigen operatie
S1 Eigen personeel
Aantrekken en behouden
van werknemers
Aantal uren opleiding eigen operatie
S1 Eigen personeel
Diversiteit / Aantrekken en
behouden van werknemers
Aantal personeelsleden in dienst na aanwerving van 1,2 en 3 jaar eigen operatie
S1 Eigen personeel
Diversiteit / Aantrekken en
behouden van werknemers
Tevredenheidscore medewerkerstevredenheidsenquete eigen operatie
S1 Eigen personeel Diversiteit Aantal personeelsleden per gender eigen operatie
S1 Eigen personeel Diversiteit Aantal personeelsleden per land eigen operatie
CSRD VERSLAG 2024
210
213
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
Aspect Subaspect Metrics Waardeketen
S1 Eigen personeel Diversiteit Aantal personeelsleden naar contractduur eigen operatie
S1 Eigen personeel Diversiteit Personeelsverloop eigen operatie
S1 Eigen personeel Diversiteit Genderverdeling op niveau van hoger management
eigen operatie
S1 Eigen personeel Diversiteit Aantal personeelsleden per leeftijdsgroep eigen operatie
S1 Eigen personeel Diversiteit Aantal psychosociale interventies eigen operatie
S2 Werknemers in de
waardeketen
Gezondheid en veiligheid
% leveranciers die het duurzaam aankoopcharter
ondertekende
waardeketen
S4 Consumenten
& Eindgebruikers
Privacy Aantal niet-opgeloste klachten ouder dan 2 maand
eigen operatie /
downstream
S4 Consumenten
& Eindgebruikers
Toegang tot kwaliteitsvolle informatie /
Onafhankelijke journalistiek & verantwoorde content
Aantal gepubliceerde factchecks eigen operatie
S4 Consumenten
& Eindgebruikers
Toegang tot kwaliteitsvolle informatie /
Onafhankelijke journalistiek & verantwoorde content
Aantal niet-opgeloste klachten ouder dan 2 maand eigen operatie
S4 Consumenten
& Eindgebruikers
Verantwoorde marketingpraktijken Aantal niet-opgeloste klachten ouder dan 2 maand
downstream
S3 Getroffen
gemeenschappen
ES1 brainprint en community building
"Aantal duurzame artikels
Aantal activaties tot duurzaamheid"
eigen operatie
4.3.4. IMPACT, RISICO
EN KANSENMANAGEMENT
4.3.4.1. IRO-1: BESCHRIJVING VAN DE
PROCESSEN OM MATERIËLE IMPACTEN, RISICO’S
EN KANSEN IN KAART TE BRENGEN EN TE
ANALYSEREN
In 2023 werd beslist om een dubbele materia-
liteitsanalyse uit te voeren met het oog op het
identificeren en het catalogeren van de materiële
impacten, de risico’s en de kansen.
Een gedetailleerde beschrijving van dit proces is te
vinden in hoofdstuk 4.2.
Voor deze dubbele materialiteitsanalyse werden
diverse invalshoeken gehanteerd:
In de eerste plaats werd gebruikt gemaakt van
de lijst van alle ESG-aspecten die staan opge-
lijst in Appendix A van ESRS 1
Daarnaast werd ook rekening gehouden met de
risico’s die de voorbije jaren uit de risicoanaly-
ses van Roularta Media Group kwamen
Een belangrijk perspectief volgt uit het
SDG-traject (met meer specifiek de vier
focus-SDG’s, zie ook hoofdstuk 1) dat de voor-
bije jaren werd opgezet en evolueerde tot een
belangrijke graadmeter van de duurzaamheids-
inspanningen van Roularta Media Group
Op basis van deze invalshoeken, en na intensieve
besprekingen met interne experten en externe
stakeholders, werden aspecten geïdentificeerd
die als materieel kunnen worden beschouwd. De
materialiteit zelf werd overigens bepaald via een
scoremodel, om individuele willekeur te vermijden.
Voor zowel de impactmaterialiteit als de
financiële materialiteit werden drempels
bepaald om te garanderen dat de juiste
aandacht naar de juiste aspecten zou
gaan.
Significante wijzigingen werden op een
continue basis opgevolgd en geëvalu-
eerd om te bepalen of deze een materiële
impact hadden op de analyse van, of
op reeds geanalyseerde, impacts, risi-
co’s en kansen. Dit proces garandeerde
dat nieuwe risico’s, opportuniteiten en/
of impacten tijdig worden geïdentificeerd
en geïntegreerd in het bestaande kader,
zodat de analyse steeds up-to-date en
relevant blijft.
We verwijzen naar GOV-4 Due diligence-
verklaring voor meer informatie rond het
due diligence proces.
4.4. EU TAXONOMIE
In het Klimaatakkoord van Parijs afgeslo-
ten in 2015 beloofden 200 landen geza-
menlijk te streven naar de beëindiging van
de opwarming van de aarde.
De Europese Unie (EU) zet zich als doel om
uiterlijk in 2050 klimaatneutraal te zijn.
Om deze doelstelling te realiseren, intro-
duceerde de EU in maart 2018 het actie-
plan voor financiering van duurzame groei
als onderdeel van de Europese ‘Green
Deal’ voor vergroening van de Europese
eco nomie. Een cruciale stap bij het ver-
wezenlijken van deze doelen is de invoe-
ring van een uniform classificatiesysteem voor
duurzame economische activiteiten, hierna ‘EU -
taxonomie’ genoemd.
De EU -taxonomie 2020/852 beoordeelt de duur-
zaamheid van economische activiteiten op basis
van objectieve criteria. Deze criteria werden in een
raadplegingsproces door technische deskundigen
vastgesteld. Daarbij is overeenstemming bereikt
over zes milieudoelstellingen:
mitigatie van klimaatverandering;
aanpassing aan de klimaatverandering;
• duurzaam gebruik en bescherming van water en
mariene hulpbronnen;
overgang naar een circulaire economie;
voorkoming en bestrijding van verontreiniging;
bescherming en herstel van biodiversiteit en
eco systemen.
Om als duurzaam te worden beschouwd, moet een
economische activiteit een significante bijdrage
leveren aan deze klimaat /milieudoelstellingen en
mag zij geen ernstige afbreuk doen (GEAD) aan
andere doelstellingen. Bovendien moet aan een
aantal minimumgaranties worden voldaan.
Artikel 8, lid 2, van Verordening 2020/852 verplicht
ondernemingen informatie te rapporteren over het
aandeel van hun omzet, kapitaaluitgaven en ope-
rationele uitgaven (‘kritische prestatie indicatoren
– KPI’s) van hun activiteiten die verband houden
met activa of processen die verband houden met
ecolo gisch duurzame economische activiteiten.
Net zoals in voorgaande jaren, heeft Roularta in
2024 in lijn met de EU- taxonomieregelgeving
(meer bepaald de Gedelegeerde Verordening Kli-
maat 2021/2139, de Verordening van 27 juni 2023
[2023/2485] tot wijziging van de Gedelegeerde
CSRD VERSLAG 2024
212
215
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
Verordening Klimaat en Gedelegeerde Verordening
Milieu 2023/2486) haar activiteiten onder de loep
genomen en op basis van een screening van de
NACE -codes geoordeeld dat slechts een beperkt
deel van haar activiteiten en meer bepaald de ex-
ploitatie van haar businesszender Kanaal Z/Canal
Z geïdentificeerd kan worden als een activiteit die
in aanmerking komt voor de omzet KPI binnen de
taxonomie en meer bepaald als een economische
activiteit die substantieel kan bijdragen aan de
adaptatie aan klimaatverandering (= de tweede
milieudoelstelling).
Kanaal Z/Canal Z levert als unieke businesszender
in Vlaanderen, Wallonië en Brussel aan zijn kijkers
een aanbod van gespecialiseerd en gevarieerd
nieuws over business, economie en geld. Deze ac-
tiviteit met NACE -code 60 wordt onder Bijlage II,
punt 8.3 opgenomen in de Gedelegeerde Verorde-
ning 2021/2139 van de commissie van 4 juni 2021.
Voor het jaar 2024 worden in lijn met de verslag-
geving over voorgaande boekjaren volgende pres-
tatie-indicatoren inzake omzet, kapitaaluitgaven
(capex) en operationele uitgaven (opex) gerap-
porteerd. De voor taxonomie in aanmerking ko-
mende omzet is gelieerd aan de exploitatie van de
businesszender Kanaal Z/Canal Z.
De gedelegeerde taxonomieverordening van juli
2021 (Annex I 1.1.2) vermeldt drie categorieën van
capex- en opex-uitgaven voor de rapportering van
voor de taxonomie in aanmerking komende/afge-
stemde uitgaven:
(a) uitgaven met betrekking tot activiteiten die
rechtstreeks bijdragen aan het genereren van
omzet;
(b) het maakt deel uit van een plan om de op
de taxonomie afgestemde economische
activiteiten uit te breiden of om voor de
taxonomie in aanmerking komende eco-
nomische activiteiten af te stemmen op
de taxonomie (‘capex-plan’);
(c) het houdt verband met de output van
op de taxonomie afgestemde econo-
mische activiteiten en met individuele
maatregelen waarmee de doelactivitei-
ten koolstofarm kunnen worden of die
tot reducties van broeikas gasemissies
kunnen leiden.
In 2023 werden er geen specifieke noemens-
waardige capex /opex -uitgaven geïdentifi-
ceerd voor onze in aanmerking komende
activiteit ( Programmerings- en omroep-
activiteiten – categorie a), noch heeft de
Groep op vandaag formele capex-plannen
(categorie b).
Binnen Roularta werden er in 2023 enkel
voor taxonomie in aanmerking komende
capex- en opex-uitgaven geïdentificeerd
volgens categorie c, dewelke als volgt opge-
lijst kunnen worden:
• aankoop van elektrische wagens
(economische activiteit opgenomen onder
Annex I van de Klimaat Gedelegeerde Veror-
dening onder 6.5 vervoer met motorfietsen,
personenauto’s en lichte bedrijfsvoertuigen);
• uitgaven verricht in het kader van energie-
effi ciëntie (economische activiteit opgeno-
men onder Annex I van de Klimaat Gede-
legeerde Verordening onder 7.3 Installatie,
onderhoud en reparatie van energie-ef-
ficiënte uitrusting);
• installatie van elektrische oplaadsta-
tions voor elektrische wagens (eco-
nomische activiteit opge nomen onder
Annex I van de Klimaat Gedelegeerde
Verordening onder 7.4 Installatie, onder-
houd en reparatie van oplaadstations
voor elektrische voertuigen in gebouwen
(en parkeerplaatsen verbonden aan ge-
bouwen));
• aankoop en installatie van zonnepane-
len (eco nomische activiteit opgenomen
onder Annex I van de Klimaat Gedele-
geerde Verordening onder 7.6 Installatie,
onderhoud en reparatie van technolo-
gieën op het gebied van hernieuwbare
energie).
Deze investeringen (in capex en
opex) dragen alle bij aan de EU-
taxonomiedoelstelling inzake klimaatbe-
scherming.
De activiteiten van Kanaal Z/Canal Z be-
antwoorden op vandaag nog niet (volle-
dig) aan de technische screeningscriteria
opgelegd in de Gedelegeerde Verorde-
ning. Hierdoor komen per eind 2024 de
activiteiten van Kanaal Z/ Canal Z wel-
iswaar voor taxonomie in aanmerking,
maar zijn zij op vandaag nog niet op
taxonomie afgestemd. In het kader van
de CSRD richtlijn, wordt er door de Groep
een stappenplan uitgewerkt om in de
toekomst te gaan beantwoorden aan de
technische screeningscriteria.
Net zoals in 2023 hebben wij voor 2024
geen specifieke noemenswaardige capex /
opex uitgaven geïdentificeerd voor onze in
aanmerking komende activiteit (Program-
merings- en omroepactiviteiten – categorie
a), noch heeft de Groep op vandaag formele
capex plannen (categorie b).
We hebben voor 2024 enkel voor taxonomie in
aanmerking komende capex- en opex-uitga
-
ven geïdentificeerd volgens categorie c, de-
welke als volgt opgelijst kunnen worden:
• aankoop van elektrische wagens (economi
-
sche activiteit opgenomen onder Annex I van
de Klimaat Gedelegeerde Verordening onder
6.5 vervoer met motorfietsen, personenauto’s
en lichte bedrijfsvoertuigen);
• uitgaven verricht in het kader van energie-ef
-
ficiëntie (economische activiteit opgenomen
onder Annex I van de Klimaat Gedelegeerde
Verordening onder 7.3 Installatie, onderhoud
en reparatie van energie-efficiënte uitrusting);
• installatie van elektrische oplaadstations
voor elektrische wagens (economische ac
-
tiviteit opgenomen onder Annex I van de
Klimaat Gedelegeerde Verordening onder
7.4 Installatie, onderhoud en reparatie van
oplaadstations voor elektrische voertuigen
in gebouwen (en parkeerplaatsen verbonden
aan gebouwen)).
vergoeding betaald voor de huur van zon-
nepanelen, die geïnstalleerd werden op de
daken van de gebouwen gelegen te Roese-
lare en Brussel (economische activiteit op-
genomen onder Annex I van de Klimaat Ge-
delegeerde Verordening onder 7.6 Installatie,
onderhoud en reparatie van technologieën op
het gebied van hernieuwbare energie).
De daling van de KPI van de voor taxo-
nomie in aanmerking komende capex in
2024 is gevolg van de investering in 2023
in de aankoop van nieuwe state -of- the-
art eco- efficiënte droogovens voor de drie
Manroland -magazinepersen die in 2024
niet herhaald werd.
We hebben geen formele bevestiging
i.v.m. de mogelijke taxonomieafstemming
van deze output van onze leve ranciers,
noch van de individuele maatregelen. We
kunnen dus niet besluiten dat capex - en
opex -uitgaven op taxonomie afgestemd
zijn. Deze uitgaven worden dan ook in de
annexes vermelde tabellen* (opgesteld
volgens Bijlage II van de Gedelegeerde
Verordening 2021/2178 – templates voor
KPI’s niet- financiële ondernemingen)
opgenomen als uitgaven als zijnde ‘in aan-
merking komend, maar niet duurzaam.
Roularta zal in de loop van 2025 de nodige
acties ondernemen om ook voor de capex-
en opex -uitgaven waar mogelijk te zorgen
voor de nodige taxonomieafstemming.
Roularta zal de verdere ontwikkelingen
inzake de Europese wetgeving inzake
taxonomie verder strikt blijven monitoren
en evalueren.
KPI OMZET
*
TOTALE OMZET IN K EURO
2024 2023
320.307 323.526
2024: 0% I 2023: 0%
Op taxonomie afgestemde omzet
2024: 1,5% I 2023: 1,5%
Voor taxonomie in aanmerking komende omzet
2024: 98,5% I 2023: 98,5%
Niet voor taxonomie in aanmerking komende omzet
KPI CAPEX
*
TOTALE CAPEX IN K EURO
2024 2023
19.166 22.811
2024: 0% I 2023: 0%
Op taxonomie afgestemde capex
2024: 25,6% I 2023: 27,9%
Voor taxonomie in aanmerking komende capex
2024: 74,4% I 2023: 72,1%
Niet voor taxonomie in aanmerking komende capex
KPI OPEX
*
TOTALE OPEX IN K EURO
2024 2023
6.872 9.256
2024: 0% I 2023: 0%
Op taxonomie afgestemde opex
2024: 0,9% I 2023: 0,8%
Voor taxonomie in aanmerking komende opex
2024: 99,1% I 2023: 99,2%
Niet voor taxonomie in aanmerking komende opex
*Raadpleeg de bijlage achteraan voor de bijbehorende tabellen
en definities van de KPI's.
CSRD VERSLAG 2024
214
Een CSRD-rapport is klassiek opgebouwd volgens de bouwstenen
E = Environmental, S = Social en G = Governance.
Een structuur die ook Roularta Media Group volgt, al geven
we meteen mee dat vooral E en S zullen opvallen.
Niet omdat er geen aandacht is voor Governance, wel omdat dit niet
materieel werd beschouwd in de dubbele materialiteitsoefening.
ESG
219
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
5. E = ENVIRONMENTAL
5.1 TOELICHTING EN
RAPPORTERING M.B.T.
MILIEU E1 – KLIMAAT-
VERANDERING
In dit hoofdstuk komen voornamelijk de
diverse klimaatgerelateerde aspecten aan
bod. Aangezien deze aspecten in de ogen van
het publiek het nauwst aansluiten bij de term
‘duurzaamheid, verbaast het niet dat ze in
wat volgt veel aandacht krijgen.
5.1.1. GOV-3: INTEGRATIE VAN
DUURZAAMHEIDSPRESTATIES IN
BELONINGSREGELINGEN
In 2024 werden geen klimaatoverwegingen
meegenomen in de verloning van de leiding-
gevenden of bestuurders, noch in de vaste
vergoeding, noch in de variabele vergoeding.
Voor 2025 wordt in de afspraken met het top
management met betrekking tot het varia-
bel deel van de verloning een bijdrage tot het
bereiken van de duurzaamheidstargets opge-
nomen. (zie ook hoofdstuk 4.3.2.3)
5.1.2. E1-1: TRANSITIEPLAN VOOR
KLIMAATMITIGATIE
Roularta Media Group is een engagement
aangegaan in het kader van het Akkoord van
Parijs en het streven om de opwarming
van de aarde in te perken. Reeds in 2021
sprak ze haar ambities uit wat betreft
CO
2
-uitstoot: klimaatneutraal voor
scope 1- en scope 2-emissies tegen
2040 en voor scope 3-emissies tegen
2050.
Om die ambities om te zetten in
SMART-doelstellingen startte Roularta
Media Group met het meten van haar
CO
2
-voetafdruk. Daarvoor werd in eer-
ste instantie een samenwerking met
ClimateCalc opgezet, omdat al snel
duidelijk was dat de impact van de druk-
kerij-activiteiten in de breedste zin van
het woord (upstream en downstream)
een belangrijk deel zou uitmaken van
die oefening. Bovendien was (en is)
ClimateCalc dé referentie op vlak van
CO
2
-berekeningen binnen de drukkerij-
sector.
In tweede instantie was er nood aan een
tool om de geconsolideerde uitstoot te
bepalen. Tapio bleek het best te beant-
woorden aan de noden.
Op basis van de berekeningen van Cli-
mateCalc en Tapio en rekening houdend
met de uitgevoerde en geplande acties
om de CO
2
-uitstoot te verminderen,
werd een transitieplan opgesteld dat
Roularta Media Group effectief in staat
moet stellen om haar klimaatambities te
realiseren. Dit plan werd besproken met
en binnen het Sustainability Committee
(Susco) en werd tevens goedgekeurd.
Meer details omtrent de concrete
doelstellingen zijn te vinden in hoofd
-
stuk 5.1.7.
Ook werd beslist om in 2025 te
onderzoeken of het opportuun is om
in dit verhaal het SBTi-traject op te
starten.
Onderstaande decarbonisatiehef-
bomen werden geïdentificeerd:
5.1.2.1. SCOPES 1 EN 2
5.1.2.1.1. DRUKKERIJ-ACTIVITEITEN
Een belangrijke scope 1-activiteit
binnen de drukkerij-omgeving is
het ‘heatset’-drukken. Daarbij wor-
den de drukwerken gedroogd in met
gas gevoede ovens. In 2023 en 2024
werden de ovens van de vier maga-
zinedrukpersen vervangen door
nieuwe, zuinigere Contiweb-ovens,
wat een belangrijk effect heeft op
het volume aan gasverbruik, zonder
dit evenwel volledig te elimineren.
De verwachting was dat de impact
van deze investering ten volle zou
beginnen renderen in 2024 met een
aanzienlijke vermindering van het
gasverbruik. (zie ook verder bij de
bespreking van de scope 1 resulta-
ten onder hoofdstuk 5.1.9.1.1)
Op dit ogenblik is er nog geen zicht
op een bruikbaar alternatief voor
het gasverbruik, al biedt de piste van waterstofgas
mogelijk wel perspectieven. Qua broeikasgasuit-
stoot is dit een interessante piste (gezien het
restproduct water is), maar de vraagstukken
rond de aanlevering en de prijszetting zullen in de
toekomst uitmaken of dit effectief een haalbaar
alternatief is.
5.1.2.1.2. BUREELRUIMTE
Het verminderen van bureelruimte heeft een
rechtstreekse impact op het gasverbruik. De
verwarming wordt zoveel mogelijk ingevuld met
de warmte die vrijkomt tijdens het droogproces
van de magazinepersen, maar moet in bepaalde
omstandigheden worden aangevuld met extra
gasverwarming.
5.1.2.1.3. RENOVATIE
In 2024 ging Roularta Media Group verder met
de renovatie van de gebouwen, inclusief isolatie
en ledverlichting. Ook die ingrepen hadden een
rechtstreeks effect op het gas- en elektriciteits-
verbruik.
5.1.2.1.4. GROENE ELEKTRICITEIT
Tot op heden maakt Roularta Media Group geen
gebruik van groene elektriciteit. Energie-effi-
ciëntie is daarom het eerste focuspunt in het
energieplan, met het type energie op plaats twee.
De PV-installatie waarover Roularta Media Group
vandaag beschikt (228 KWp in BMC en 220 KWp
in Roeselare) is goed voor slechts een fractie van
het totale energieverbruik. Echter werd in 2024
een vergunning bekomen voor een uitbreiding
met 2.000 KWp in Roeselare. Deze investering
staat voorlopig on hold in afwachting van een
nieuw VEKA (Vlaams Energie- en klimaatagen-
schap) advies.
5.1.2.1.5. ELEKTRIFICATIE VAN HET
WAGENPARK
De elektrificatie van het wagenpark resulteert in
een toename aan scope 3-emissies, maar daar-
tegenover wordt een aanzienlijk positieve impact
op de scope 1-emissies verwacht.(zie ook ver-
der bij de bespreking van de scope 1 resultaten
onder hoofdstuk 5.1.9.1.1)
5.1.2.1.6. ENERGIE-EFFICIËNTIE
In 2019 haalde Roularta Media Group het ISO
50001-certificaat voor haar inspanningen
inzake energie-efficiëntie. Dit certificaat werd
tot op heden elk jaar opnieuw verlengd omdat
het bedrijf keer op keer voldeed aan de steeds
hogere eisen.
5.1.2.2. SCOPE 3
5.1.2.2.1. PAPIERLEVERANCIERS
De belangrijkste bron van upstream scope
3-uitstoot is terug te vinden bij de trouwe en
milieubewuste papierleveranciers. In 2024 is
papier nog steeds goed voor bijna 40% van de
totale CO
2
-uitstoot van Roularta Media Group.
Het goede nieuws is dat het overgrote deel van
het verbruikte papier afkomstig is van leve-
ranciers die onderworpen zijn aan de CSRD en
bovendien SBTi-gecertificeerd zijn. De garanties
dat deze partijen een gefundeerd plan hebben
om klimaatneutraal te worden tegen 2050, zijn
kortom aanwezig. Hun inspanningen zijn boven-
dien voelbaar (o.a. via een verbeterende EF).
CSRD VERSLAG 2024
218
221
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
5.1.2.2.2. MACHINEPARK
Een tweede hefboom is het machinepark. Het
moderniseren van het machinepark (nieuwe druk-
persen en ovens) heeft een positieve impact op
scopes 1 en 2 maar ook een tijdelijke negatieve
impact op scope 3. Het bouwen van deze machi-
nes ging immers gepaard met een uitstoot van
broeikasgassen, voornamelijk CO
2
.
5.1.2.2.3. TRANSPORT
Een derde niet onbelangrijke hefboom is het trans-
port van enerzijds de aangevoerde grondstoffen
naar de Roularta Media Group-sites en anderzijds
de afgewerkte producten naar de klanten.
5.1.2.2.4. WOON-WERKVERKEER
Het woon-werkverkeer van de eigen medewerkers
is een vierde punt in scope 3.
5.1.3. SBM-3:
MATERIËLE IMPACTEN, RISICO’S EN KANSEN EN
DE WISSELWERKING DAARVAN MET STRATEGIE
EN BUSINESSMODEL
De impact van Roularta Media Group op het kli-
maat werd als materieel en negatief beoordeeld,
voor de korte, de middellange en de lange termijn
en over alle scopes heen. Dat is te wijten aan het
gebruik van energie.
Verder in dit rapport wordt daar uitvoerig en gede-
tailleerd op ingegaan. Het volstaat op dit punt om
te melden dat de analyse de volgende belangrijke
categorieën opleverde:
Scope 1: stationaire verbranding (of de ver-
branding van gas) voor de droogovens van de
drukkerij (bijna 75%) en voor de verwarming
van de gebouwen
Scope 2: het verbruik van elektrici-
teit, waarvan meer dan 60% voor
de drukkerij en de rest voor de
burelen, de voertuigen, …
Scope 3: het gros van de totale uit-
stoot van broeikasgassen, en dan
vooral upstream, en meer bepaald
bij de papierleveranciers (de pro-
ductie en het transport van het
papier zijn goed voor meer dan
50% van het totaal en voor bijna
60% van de totale scope 3 uit-
stoot).
Het GHG Protocol verdeelt de scope
3-emissies in upstream en downstream
en classificeert ze volgens vijftien
categorieën. Niet elke categorie is rele-
vant voor Roularta Media Group, maar
het is zinvol om hier toch de belangrijk-
ste mee te geven:
o 3.1 - aankoop van goederen en
diensten (upstream): aankoop van
papier, inkt, bureelbenodigdheden,
marketinggoederen en diensten, ...
o 3.2 - kapitaalgoederen (upstream):
aankoop van de machines, …
o 3.3 - brandstoffen (niet in scope 1
en scope 2)
o 3.4 - transport en distributie
(upstream): transport van papier
voor drukkerij, …
o 3.5 - (productie)afval
o 3.6 - personenvervoer: zakenrei-
zen, professionele verplaatsingen,
o 3.7 - woon-werkverkeer: de uit-
stoot van broeikasgassen ten gevolge van
verplaatsingen van medewerkers van en naar
het werk
o 3.8 - geleasede activa (upstream)
o 3.9 - transport en distributie (downstream)
o 3.10 - verwerken of bewerken van verkochte
producten
o 3.11 - gebruik van verkochte producten
o 3.12 - end of life van verkochte producten
o 3.13 - geleasede activa (downstream)
o 3.14 - franchisehouders
o 3.15 - investeringen
5.1.3.1. RISICOS
Op basis van een eerste evaluatie werden een
aantal klimaatgerelateerde risico’s geïdentifi-
ceerd die mogelijk een materiële impact zouden
kunnen hebben op Roularta Media Group. De
belangrijkste risico’s waren/zijn:
Extreme weercondities (bv. langdurig aan-
houdende hitte en droogte of overvloedige
regen) die kunnen leiden tot disrupties in de
aanlevering, de productie en/of het transport
van goederen (voornamelijk grondstoffen)
maar tevens negatieve gevolgen inhouden
voor mens en materiaal (inclusief gebouwen)
• Het niet halen van de klimaattransitiedoel-
stellingen, met als resultaat een negatieve
impact op het imago van het bedrijf en
eventueel financiële gevolgen in de vorm
van extra taksen, bijkomende investeringen,
hogere intresten op kapitaal door negatieve
rating van banken, ...
In de DMA-oefening werd bij het luik ‘financi-
ele impact’ in belangrijke mate naar dit aspect
gekeken omdat elk negatief effect ook een
rechtstreeks financieel gevolg heeft of kan
hebben. Dat uit zich in meerdere vormen, van
potentieel omzetverlies tot extra, onvoorziene
en buitensporige kosten of investeringen.
Zoals gemeld in hoofdstuk 4.1.2 heeft Roularta
Media Group tot op heden nog geen concrete
veerkracht- en scenario analyse uitgevoerd
of laten uitvoeren maar dit is wel voorzien
in 2025. Dit neemt overigens niet weg dat
klimaatontwikkelingen en de potentiële bij-
horende risico’s voortdurend en nauwlettend
worden opgevolgd.
5.1.4. ESRS 2 IRO-1: BESCHRIJVING
VAN DE PROCESSEN OM MATERIËLE
KLIMAATIMPACTEN, -RISICO’S EN -KANSEN
IN KAART TE BRENGEN EN TE ANALYSEREN
Aansluitend op de initiële DMA (zie hoofdstuk
4.2) werd volgend proces gevolgd voor de
detectie van de materiële IRO’s:
1. Analyse van de broeikasgas-voetafdruk
van Roularta Media Group in haar geheel
en van de drukkerij-activiteiten in detail
2. Screening van de scope 3-emissiecatego-
rieën volgens het GHG-protocol
3. Inventaris van de scope 1-, scope 2- en
scope 3-emissies die als materieel worden
beschouwd
4. Verzamelen van informatie, zowel
upstream als downstream en via veel-
vuldige contacten met leveranciers en
klanten, om zo in kaart te brengen welke
mogelijke klimaatrisico’s en impacten zij
zien en welke antwoorden mogelijk zijn
5. Een continu proces van opvolging van
veranderende wetgeving en regelgeving,
zowel via interne kanalen als via
gespecialiseerde externe bedrij-
ven die Roularta Media Group
hierbij ondersteunen (bv. Antea)
Een overzicht van de meest rele-
vante IRO’s die geleid hebben tot de
identificatie van de materiële aspec-
ten kan geconsulteerd worden onder
hoofdstuk 4.3.3.3.
5.1.5. E1-2: BELEID TEN AANZIEN
VAN KLIMAATMITIGATIE
Roularta Media Group erkent haar
verantwoordelijkheid in de strijd
tegen de klimaatverandering en
focust daarbij op enerzijds haar
footprint’ maar anderzijds ook op
haar ‘brainprint’ (hoofdstuk 6.2).
Dat impliceert dat de inspannin
-
gen die Roularta Media Group wil
leveren ten aanzien van de klimaat
-
mitigatie zich niet enkel richten naar
concrete operationele acties maar
dat tegelijk er ook wordt gestreefd
naar het stimuleren van een gro
-
tere bewustwording zowel bij de
interne medewerkers als bij het
brede publiek en meer specifiek bij
de klanten.
Deze erkenning van de verantwoor
-
delijkheid blijkt reeds uit de missie
van Roularta Media Group waarbij
het aspect ‘duurzame meerwaarde’
een centrale rol speelt in de bedrijfs
-
voering:
Als multimediabedrijf creëert en verspreidt
Roularta Media Group kwaliteitsvolle, onaf-
hankelijke en relevante content voor het
brede publiek en voor specifieke doelgroe-
pen. Daaraan koppelt zij geavanceerde
marketing en reclameplatformen voor haar
partners. Roularta Media Group wil een
duurzame meerwaarde scheppen voor al
haar stakeholders en voor de hele samen-
leving.
Dit wordt nog versterkt binnen de organi-
satie door de ‘waarden’ van Roularta Media
Group waarbij de derde waarde expliciet
verwijst naar duurzaamheid:
Streef naar duurzame waarde,
vernieuwing en groei.
Voegen we daar nog aan toe dat Roularta
Media Group expliciet gekozen heeft voor
SDG 13 (Neem dringend actie om klimaat-
verandering en haar impact te bestrijden)
als één van de 4 duurzaamheidspeerpunten.
Dit klimaatbeleid uit zich, onder andere,
in de ambitie om CO
2
-neutraal te zijn voor
scope 1 en 2 tegen 2040 en voor scope 3
tegen 2050 waar een aantal concrete doel-
stellingen en targets tegenover staan.
Dit beleid uit zich daarnaast ook in diverse
initiatieven met betrekking tot duurzaam-
heid waaronder het energiebeheer en
CO
2
-beperking, duurzame productie, moni-
toring van afval en emissies, bewustwording
en opvolging, welzijn en diversiteit, enz…
CSRD VERSLAG 2024
220
Met dit beleid wil Roularta Media Group belang-
rijke stappen zetten naar een betere toekomst.
Daarbij wordt voortdurend gezocht naar innovatie,
oplossingen en verbeteringen intern maar tegelijk
ook samen met partners naar creatieve antwoor-
den op de duurzame uitdagingen die nog voor ons
liggen.
Om dit beleid in goede banen te leiden werd in
2021 reeds het Sustainability Committee (Susco)
opgericht onder leiding van de CEO. Initieel werd
dit comité opgericht om de praktische uitwerking
van de ambities en de doelstellingen te vertalen
naar targets en kpi’s en om deze ook te imple-
menteren en op te volgen. Het was snel duidelijk
dat het Susco een structureel onderdeel werd
van het beleid. Het Susco komt op vandaag nog
steeds om de twee maanden samen en bestaat
uit elf medewerkers uit verschillende afdelingen
en geledingen. Gezien de diversiteit van de topics,
inclusief de entiteitspecifieke items zoals de
brainprint, is het logisch dat in het Susco onder
andere de directeur HR, de directeur van de druk-
kerij en de uitgever van alle Belgische magazine
merken zetelen naast de COO en de CFO en naast
medewerkers uit de regie, marketing en corporate
communication.
Binnen het klimaatbeleid is sinds jaar en dag bij-
zondere aandacht voor het efficiënt gebruik en
verbruik van energie en is er bijgevolg ook een
specifieke energiebeleidsnota conform de ISO
50001-specificaties. De eindverantwoordelijkheid
voor deze nota ligt bij de CEO en de voorzitter van
de Raad van Bestuur die de nota ondertekenen
voor publicatie. Ook voor de ISO 50001 is er een
afzonderlijk comité met vijf leden onder voorzit-
terschap van de directeur van de
drukkerij die periodiek samenkomen
om te overleggen omtrent doelstellin-
gen, targets, opvolging, rapportering
en communicatie. Hoewel deze ISO
50001 energiebeleidsnota zich in de
eerste plaats richt op energie-effi-
ciëntie en niet op klimaatmitigatie,
moet gezegd worden dat het aspect
energie-efficiëntie meestal ook leidt
tot klimaatgunstige initiatieven.
Dat is bijvoorbeeld het geval bij de
geplaatste Contiweb-droogovens.
Deze droogovens zorgen namelijk
niet alleen voor een sterke verbe-
tering van de efficiëntie door een
sterke vermindering van het gasver-
bruik, maar hebben met dat verlaagd
volume gas tegelijk een positieve
impact op de scope 1-emissies.
De communicatie met de stakehol-
ders intern gebeurt via verschillende
platformen zoals het personeels
-
magazine “Happie” waar periodiek
gerapporteerd wordt over diverse
aspecten van de duurzaamheids
-
inspanningen én via de Roularta
Media Group “catch up” sessies onder
de vorm van webinars die geregeld
plaatsvinden over diverse onder
-
werpen waar de medewerkers ook
vragen kunnen stellen. Om iedereen
de gelegenheid te geven ook achteraf
nog een catch up sessie te volgen of
te herbekijken zijn deze ook allemaal
beschikbaar via het internet.
De communicatie met de stakeholders extern
gebeurt voornamelijk via persmededelingen en
artikels maar ook via persoonlijke contacten en
bedrijfsbezoeken.
Roularta Media Group zet reeds verschillende jaren
in op CO
2
-vermindering. Tot 2024 ontbrak evenwel
een uitgeschreven transitieplan. Dat werd in 2024
volledig uitgewerkt.
Daarnaast vraagt Roularta Media Group aan haar
leveranciers om het duurzaam aankoopcharter te
ondertekenen en wordt bij de aankoopprocedure
rekening gehouden met de inspanningen die de
leveranciers leveren om de ecologische voetafdruk
te verlagen. Dit sluit tevens aan bij de keuze om in
te zetten op SDG 12, waarbij Roularta Media Group
dus ook haar verwachtingen jegens leveranciers
concretiseert.
Ook is er sinds 2021 het engagement om in te zet-
ten op een vermindering van de CO
2
-uitstoot tegen
2040 voor scope 1 en scope 2 en tegen 2050 voor
scope 3. De reden voor deze opdeling tussen 2040
en 2050 schuilt in het feit dat de scope 3-uitstoot
zich volledig buiten de operationele activiteiten van
het bedrijf bevindt (enkel upstream en downstream).
Tot slot is er de ambitie van Roularta Media Group
om te onderzoeken in welke mate het opportuun is
om het SBTi-traject in 2025 op te starten.
5.1.6. E1-3: MAATREGELEN EN MIDDELEN
WAT BETREFT BELEID TEN AANZIEN VAN
KLIMAATVERANDERING
Om de finale ambities te realiseren, heeft Roularta
Media Group een aantal maatregelen voorzien.
1. Transitieplan
In 2024 werd er een klimaat- of transitieplan opge-
steld, het resultaat van overleg met en binnen het
Sustainable Committee (Susco). Dit transitieplan,
dat vorig jaar werd goedgekeurd, vormt de lei-
draad voor de klimaatinspanningen die nodig zijn
om de langetermijndoelstellingen te behalen.
Om de finale ambities te realiseren, heeft Roularta
Media Group een aantal maatregelen voorzien.
Om praktische redenen wordt er gewerkt met
termijndoelstellingen van telkens vijf jaar en zijn
de inspanningen nu vooral gericht op 2030. Met
de vele ontwikkelingen in deze snel veranderende
wereld in het achterhoofd, zal Roularta Media
Group dit plan jaarlijks herevalueren en waar
nodig bijsturen.
2. Scope 1-uitstoot
De voorbije jaren werden reeds inspanningen
geleverd om de uitstoot door gasverbranding van
de droogovens met meer dan 40% te reduceren.
De investering in de nieuwe droogovens alleen
is goed voor een verbetering van meer dan 25%.
Hoewel het voor ‘heatset-drukkerijen om een sec-
torgebonden uitdaging gaat, blijft het echter de
ambitie om deze uitstoot volledig te neutraliseren.
Een klimaatvriendelijk alternatief vinden en toe-
passen lijkt daarbij het aangewezen pad. Daarom
worden de technologische evoluties, waaronder
de verdere ontwikkeling en het gebruik van water-
stofgas, nauwlettend gevolgd.
3. Scope 2-uitstoot
Hierbij gaat het om de uitstoot als gevolg van de
aangekochte elektriciteit. Op dat vlak kan een
grote stap worden gezet via een
belangrijke uitbreiding van het zon-
nepanelenpark, van 448 KWp naar
2.448 KWp binnen een periode van
twee jaar. Die extra 2.000 KWp zou
moeten leiden tot een verhoging van
het aandeel van de PV-installatie in
het elektriciteitsverbruik landen tot
ongeveer 11% à 12%.
Een belangrijke voorwaarde hierbij
is dat er ook effectief een aanpas-
sing komt aan de wetgeving omtrent
de verplichting tot het plaatsen van
zonnepanelen waarbij het niet langer
verplicht zou zijn om de zonnepane-
len op het dak te plaatsen. Hoewel de
Vlaamse regering deze (en andere)
versoepelingen reeds heeft aange-
kondigd, moeten de wijzigingen nog
officieel worden opgenomen. In de
komende maanden wordt verwacht
dat de Vlaamse minister van Wonen,
Energie en Klimaat, Toerisme en
Jeugd, deze intenties zal vertalen in
een ontwerpbesluit om dit door te
kunnen voeren in het Energiebesluit.
Pas daarna zal de Vlaamse Rege-
ring dit definitief kunnen goedkeuren
en kan er gekeken worden naar de
praktische uitvoering van de instal-
latie.
Daarnaast wordt ook verder geke-
ken naar het vergroenen van de
aangeleverde elektriciteit, via de
ontwikkelingen bij de energieleve-
ranciers maar ook door nog over de mogelijkheid
te beschikken om ten gepaste tijde volledig over
te schakelen op groene stroom.
4. Scope 3-uitstoot
In scope 3 speelt vooral de uitstoot van de leveran-
ciers, met in de eerste plaats die van de drukkerij.
Daarnaast zijn nog een aantal specifieke scope
3-categorieën van tel, zoals woon-werkverkeer
en downstream-transport.
Voor de leveranciers van papier en inkt wer-
den geen extra maatregelen voorzien naast het
ondertekenen van het duurzaam aankoopcharter.
Niet alle grote papier- en inktleveranciers heb-
ben dat ondertekend, maar deze bedrijven zijn
natuurlijk allemaal CSRD-plichtig én SBTi-ge-
certificeerd. Dat is en blijft de beste garantie om
de scope 3-doelstellingen na te streven.
223
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
222
225
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
5. Het transitieplan in de organisatie
Het potentieel succes van het transitieplan is in
grote mate afhankelijk van de haalbaarheid van
de doelstellingen. Het is daarom belangrijk dat
binnen de organisatie over alle activiteiten heen
de klimaatdoelstellingen een belangrijke plaats
in nemen. Niet alleen wordt het aspect duur-
zaamheid expliciet meegenomen in de missie van
Roularta Media Group of verwijst één van de vijf
waarden van het bedrijf naar duurzaamheid maar
het onderwerp ‘klimaat’ wordt op alle mogelijke
manieren kenbaar en zichtbaar gemaakt van
in de ‘happie’ (het bedrijfsrestaurant) tot in de
drukkerij. Weliswaar onder de noemer ‘SDG 13:
klimaatactie’. Met webinars, artikels in het per-
soneelsmagazine, met posters en affiches, met
intensieve communicatie zet Roularta Media
Group alles op alles om al haar medewerkers te
sensibiliseren en te enthousiasmeren voor minder
CO
2
-uitstoot.
6. Veerkracht en scenario analyse
Zoals reeds gemeld voorziet Roularta Media
Group in 2025 een veerkracht- en scenario ana-
lyse oefening met het oog op het in kaart brengen
van potentiële bijkomende risico’s en hoe deze
uitdagingen aan te pakken. Een niet onbelang-
rijke ‘waarde’ die Roularta Media Group hanteert
is: “Beschouw elke uitdaging als een opportuni-
teit. Dit impliceert dat het bedrijf er van uitgaat
dat elke uitdaging ook opportuniteiten biedt en
daarom ook deze oefening ten gronde wil doen.
In de eerste plaats zal moeten opgelijst worden
waar binnen de organisatie de risico gevoelige
‘gebieden’ zich bevinden.
- Infrastructuur (drukkerij / IT )
- Producten en diensten (print /
digitaal / audiovisueel)
- Klanten en consumenten (ver-
wachtingspatronen)
- Regelgeving
- …
Elk van deze ‘gebieden’ moet ver-
volgens afgetoetst worden tegen
fysieke risico’s zoals bijvoorbeeld:
- Sterk veranderende weersom-
standigheden met potentieel
nefaste gevolgen (hittegolven,
stormen, overstromingen die
kunnen leiden tot)
- Grondstoffen en energie voor-
zieningen (beschikbaarheid,
transport)
- …
Maar ook tegen andere risico’s zoals
bijvoorbeeld veranderingen in de
markt, gedrag van de klanten, evo-
luties bij leveranciers, …
En dan moeten voor elke ‘combinatie’
scenario’s van gradaties opgesteld
worden zodat er een matrix ontstaat
die Roularta Media Group in staat
moet stellen na te gaan welke maat-
regelen in welke situatie kunnen
genomen worden teneinde de veer-
kracht te verhogen.
Dit zal opnieuw in samenspraak
moeten gebeuren met interne en
externe stakeholders.
Het eindresultaat is idealiter een stappenplan
met mogelijks bijkomende KPI’s en targets en
nieuwe ideeën maar wellicht ook met een aan-
tal openstaande ‘risico’s’ waar geen pasklaar (en
haalbaar) antwoord voor is.
Tot op heden is Roularta Media Group er altijd in
geslaagd om voldoende veerkrachtig te zijn en
werden reeds heel veel scenario’s overwonnen.
Denk maar aan Covid-19 en alle bijhorende uitda-
gingen maar deze klimaat veerkracht en scenario
analyse zal zeker een belangrijke toegevoegde
waarde bieden voor het succesvol behalen van de
klimaatdoelstellingen.
7. SBTi
Zoals reeds aangegeven zal Roularta Media Group
in 2025 onderzoeken of het SBTi-certificerings-
traject een interessante piste kan zijn. Roularta
Media Group staat erop in deze een goed gedocu-
menteerde en vastberaden keuze te maken.
Naast deze specifieke acties heeft Roularta
Media Group nog een aantal andere maatrege-
len getroffen met het oog op klimaatmitigatie.
Deze focussen in de eerste plaats op de opera-
tionele continuïteit van de business. Dat gebeurt
vanuit een IT-standpunt, omdat veel operationele
processen afhankelijk zijn van de beschikbaar-
heid van IT-systemen. In dat licht moeten een
reeks preventieve en correctieve maatregelen
de impact van extreme klimaatschommelingen
(bv. hittegolven of overvloedige regenval) op de
systemen voorkomen en beperken. Het gaat dan
om maatregelen als koeling, ontdubbeling, cloud-
oplossingen en pompen onder de verhoogde
vloeren. Verder kan ook de mogelijkheid om een
groot aantal medewerkers te laten thuiswerken,
in eerste instantie ingegeven door de ambitie
om voldoende aandacht te besteden aan ieders
werkomstandigheden, bijdragen aan het waar-
borgen van de continuïteit in de context van een
klimaatramp.
Tot slot zijn er de decarbonisatiehefbomen (zie
ook hoofdstuk 5.1.2), die heel specifiek gericht
zijn op het aspect van decarbonisatie, die de
nood aan klimaatadaptatie uiteraard kan inper-
ken.
5.1.6.1. CONCRETE MAATREGELEN
De belangrijkste concrete maatregelen die in dit
verband werden getroffen in 2024, zijn de vol
-
gende:
Ingebruikname van de nieuwe droogovens
om het gasverbruik te verminderen (scope
1). De totale CAPEX-investeringswaarde
bedroeg 4.651 k euro, waarvan het grootste
gedeelte in 2023 werd geïnvesteerd (Toe-
lichting 15 in de jaarrekening - Machines). In
2024 is er nog 376 k euro geïnvesteerd voor
de nieuwe droogovens en 84 k euro voor de
warmtewisselaars
Maatregelen in de gebouwen om gas- en
elektriciteitsverbruik te verminderen (scope
1 en scope 2): efficiëntere verlichting en iso-
lering (CAPEX-investeringswaarde van 378 k
euro) en het afsluiten van niet-noodzakelijke
ruimtes mogelijk dankzij een doorgedreven
flexwerk
Verdere elektrificatie van het wagenpark
(reeds meer dan 50% van alle bedrijfsvoer-
tuigen is volledige EV) voor een bedrag van
2.692 k euro
• Optimale energie-efficiëntie
die de ISO 50001-certificering
bestendigt
Inzetten op papier en inkt
van leveranciers die SBTi-ge-
certificeerd zijn om de scope
3-uitstoot te verminderen
De leveranciers aanmanen om
het duurzaam aankoopcharter
te ondertekenen
Bijzondere aandacht voor alles
wat transport aanbelangt,
inclusief verplaatsingen van
freelancers
Minder plastic verpakking
en meer paper wrap, een
materiaal afkomstig uit een
hernieuwbare bron en met een
veel lagere milieubelasting qua
afval. De totale CAPEX-inves-
teringswaarde van paper wrap
installatie bedraagt 1100 k euro
over 2024 (Toelichting 15 in de
jaarrekening - Machines)
De bedragen van de voor 2025
geplande investeringen zijn goed
-
gekeurd door de Raad van Bestuur.
Roularta Media Group kan bijgevolg
garanderen dat er geen budgettaire
problemen in het verschiet liggen.
De belangrijkste CAPEX bedragen
situeren zich (op basis van de info
beschikbaar in december 2024) op
het vlak van verdere elektrificatie van
het wagenpark en bijkomende zonne
-
panelen (gebudgetteerd op 1.207 k euro)
OPEX bedragen zijn niet van toepassing.
Er zijn evenmin significante CAPEX noch signi
-
ficante OPEX voor de onder de EU taxonomie in
achtneembare activiteiten (met name Kanaal Z)
5.1.6.2. CARBON CREDITS OF
EMISSIERECHTEN?
En wat met carbon credits of emissierechten?
Roularta Media Group kiest er vandaag bewust
voor om geen carbon credits te kopen op de
spotmarkt. In 2024 opteerde het bedrijf voor een
groen verduurzaamheidsproject in Senegal, met
een bijdrage aan Ligna Verde. Dat is een interna-
tionale NGO, opgericht in 2008 en gecertifieerd
door de Verenigde Naties onder de noemer van
UNCCD of het Verdrag van de Verenigde Naties
ter bestrijding van woestijnvorming. Ligna Verde
heeft als doel zoveel mogelijk woestijnvorming
tegen te gaan in Afrikaanse landen door bomen
aan te planten. Zo verbetert de organisatie de
toekomst van de lokale volkeren. Tegelijk zorgen
de bomen voor een gezondere biodiversiteit, een
betere landbouw en extra opname van CO
2
.
Aangezien de nieuwe bomen de eerste jaren
geen CO
2
zullen stockeren, neemt Roularta Media
Group ze nog niet mee in de berekening van de
‘compensatie’.
Dit betekent geenszins dat Roularta Media Group
zich geen rekenschap geeft van het feit dat
het bereiken van een 0-emissie in de praktijk
niet mogelijk is omwille van de locked-in broei-
kasgasemissies. Elke investering in nieuwe en
duurzamere machines, gebouwen en materialen
CSRD VERSLAG 2024
224
227
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
zorgt er immers voor dat de nieuwe aankoop moet
leiden naar een verbetering van de CO
2
-uitstoot
maar tegelijk is het voorwerp van de aankoop zelf
tot stand gekomen met een CO
2
-uitstoot. Wanneer
Roularta Media Group investeert in nieuwere en
duurzamere droogovens bvb dan zullen die droog-
ovens zelf ook geleid hebben tot CO
2
-emissies die
we niet kunnen negeren. Om die reden is de duur
van de operationele levensduur van belangrijke
activa een significant element in de overweging
voor de evaluatie van de locked-in broeikasgas-
sen.
Op basis van de meest significante emissies
onderscheiden we op vandaag vooral de druk-
persen en afwerkingsmachines van de drukkerij
(gezien hun lange levensduur) en het wagenpark
omwille van de omvang van het aantal wagens.
Deze 3 vormen de belangrijkste activa voor de
‘schatting’ van de scope 1 en scope 2 locked-in
broeikasgassen.
Dit blijft evenwel een schatting en geen bere-
kening. Deze schatting gebeurt op basis van de
vastgestelde evoluties van de voorbije 4 jaar (2021
– 2024) en de vooruitzichten voor de komende 5
jaar (2025-2029). Er zijn op heden geen belang-
rijke wijzigingen gepland in de scope 1 en scope 2
activa behalve een verdere vergroening van het
wagenpark.
Daarnaast wordt ook een inschatting gemaakt
voor de scope 3-emissies voor direct gebruik van
de verkochte producten. Ook hier wordt uitge-
gaan van de voorbije evolutie en de prognose voor
de toekomst. En ook hier zijn er op heden geen
belangrijke wijzigingen gepland.
De locked-in emissies voor scope
1 en scope 2 worden, zoals reeds
gesteld in grote mate bepaald door
enerzijds het gasverbruik - waar tot
op heden geen volwaardig alter-
natief voor bestaat - en anderzijds
het elektriciteitsverbruik – waar wel
nog opportuniteiten zijn naar meer
groene stroom.
De verwachting is dan ook dat
vooral in de periode 2030 – 2040 zal
worden gekeken naar bijkomende
of alternatieve maatregelen om de
ambitie van 2040 te kunnen reali-
seren.
Volledigheidshalve vermelden we
hier ook dat Roularta Media Group
vooralsnog geen gebruik maakt van
de methode van de internal carbon
pricing. Deze methode bestaat erin
dat het bedrijf de kost van de eigen
CO
2
-uitstoot in kaart zou brengen.
Consultatie van gespecialiseerde
literatuur leert dat er nogal wat
verschillen en bijhorende ondui-
delijkheid is omtrent de bepaling
van de internal carbon price. Het
zou enerzijds handig zijn indien er
algemene geldende internal carbon
pricings zouden worden vastgelegd
per sector/activiteit maar anderzijds
dient het gegeven ook een concrete
toegevoegde waarde te hebben.
Roularta Media Group kiest er tot
op heden voor om vanuit de eigen
context na te gaan op welke plaat-
sen en op welke manier de grootste toegevoegde
waarde schuilt op het vlak van duurzame ontwik-
keling. Op die manier wil Roularta Media Group
vermijden dat een investering of actie louter en
alleen zou gebaseerd zijn op een internal carbon
pricing en onvoldoende rekening zou houden met
andere aspecten van duurzame ontwikkeling.
5.1.7. E1-4: DOELEN INZAKE KLIMAATMITIGATIE
Om de klimaatmitigatie effectief om te zetten in
resultaten heeft Roularta Media Group naast het
klimaattransitieplan ook een aantal doelen en
subdoelen geformuleerd.
5.1.7.1. DOELEN
De hoofddoelen werden reeds in 2021 uitgete-
kend onder de vorm van ‘ambities’ voor de lange
termijn en werden intussen verfijnd met tussen-
doelen voor 2030. De langetermijnambities luiden
als volgt:
- Roularta Media Group wil CO
2
-neutraal zijn
tegen 2040 voor scope 1 en scope 2
- Roularta Media Group wil CO
2
-neutraal zijn
tegen 2050 voor scope 3
Zoals eerder aangehaald, focust Roularta Media
Group op de korte termijn op 2030, en dat met de
volgende verfijnde tussendoelen:
- Roularta Media Group wil de scope 1- en
scope 2-uitstoot tegen 2030 verminderen met
40% t.o.v. basisjaar 2021
- Roularta Media Group wil de scope 3-uitstoot
tegen 2030 verminderen met minstens 50%
t.o.v. basisjaar 2021
2021 is het basisjaar omdat dit tegelijk het eerste
jaar was waarin Roularta Media Group de CO
2
-uit-
stoot in kaart bracht volgens het
Green House Gas protocol en met
behulp van gespecialiseerde soft-
ware (ClimateCalc en Tapio).
De lange termijn ambities werden
initieel afgesproken tijdens een
2-daagse duurzaamheidsworkshop
op 10 en 11 september 2021 door het
voltallige management team van
Roularta Media Group. Heel snel
daarna werd het Susco opgericht
en werd voor elk van de SDG’s een
werkgroep opgericht, bijgevolg dus
ook een werkgroep die de targets
moest vastleggen voor SDG 13 die
verwijst naar klimaat en dus ook
naar CO
2
-vermindering.
Heel snel (tegen eind september
2021) werden een beperkt aantal
mogelijke werkgebieden naar voor
geschoven:
Opvolging energiegebruik
Opvolging mobiliteit
Opvolging footprint
Betere organisatie van trans-
port
Targets vertrekkend vanaf de
nulmeting voor de komende
jaren
Toen werden ook reeds de eerste
aanzetten voor ‘targets’ geformu-
leerd zoals bijvoorbeeld minstens
50% van het wagenpark elektrisch
tegen 2030.
Op basis daarvan werd in de daaropvolgende
maanden en jaren door het Susco verder gewerkt,
initieel enkel vertrekkende van de 4 SDG’s en de
basistargets maar met de komst van de CSRD
dus ook vertrekkende van de dubbele materiali-
teit analyse en de aspecten die dienen verbeterd,
opgevolgd en gerapporteerd te worden.
Het is nog steeds het huidig Susco dat de targets
vastlegt en opvolgt maar op basis van bevraging
en feedback van alle betrokken interne stakehol-
ders. Zo is ‘wagenparkbeheer’ geen lid van het
Susco maar wel een betrokken stakeholder als het
gaat over vergroening van het wagenpark.
Het proces om de targets te bepalen is dan ook
om te evalueren waar Roularta Media Group
zich bevindt op een bepaald ogenblik (de ‘actu-
ele’ toestand) en dan na te gaan op basis van
beschikbare informatie, kennis en expertise wat
de mogelijkheden zijn naar de toekomst toe.
Voor de scope 3 is het belangrijk dat er een con-
tact is met die leveranciers die verantwoordelijk
zijn voor een materieel aandeel in de scope 3
uitstoot. Periodiek contact zorgt ervoor dat er
voeling is met hun richting. Dit wordt vergemak-
kelijkt door het feit dat de belangrijkste scope 3
‘bronnen’ ook belangrijke leveranciers zijn.
Op basis van al deze info wordt dan binnen het
Susco beslist of targets aanvaardbaar zijn of niet,
hoe ze moeten worden geformuleerd, enz…
Het is dan ook niet ondenkbaar dat targets tus-
sentijds een wijziging in de formulering krijgen.
Bijvoorbeeld: initieel werd er gesproken over ‘elek-
trificatie’ van het wagenpark maar vanaf 2025
spreken we over CO
2
arm maken van het wagen-
park omdat we steeds meer signalen opvangen
dat er, naast elektrificatie, wellicht binnen
afzienbare tijd misschien andere oplossingen
zullen beschikbaar zijn zoals ‘waterstofgas
motoren’. Wat niet weg neemt dat we in de rest
van dit verslag nog steeds de term ‘elektrifica-
tie’ gebruiken wanneer het ook specifiek over
elektrificatie gaat.
5.1.7.2. SUBDOELEN
Een aantal onderliggende doelen moeten hel-
pen om de hoofddoelen te bereiken. Zo is er
bijvoorbeeld het streven om tegen 2030 het
eigen wagenpark 95% CO
2
-arm te maken. Er
wordt bewust gemikt op 95% en niet op 100%
om de doelstelling ambitieus maar tegelijk ook
realistisch te houden.
De inspanningen gericht op scope 1 situeren
zich vandaag vooral in het wagenpark. Daar-
naast blijft Roularta Media Group uitkijken naar
een alternatief voor het gasverbruik (zie eer-
der).
De inspanningen gericht op scope 2 bestaan
enerzijds uit maatregelen die bijdragen aan
het continue streven naar energie-efficiëntie
(bv. ledverlichting, automatische schake-
laars, thuiswerk, flexburelen) en anderzijds uit
maatregelen tot vergroening van de gebruikte
elektriciteit (bv. bijkomende zonnepanelen)
en de mogelijkheid om over te schakelen op
100% groene energie. In de komende jaren zul-
len zeker nieuwe opportuniteiten naar boven
komen die zullen helpen om de vermindering
van scope 1- en scope 2-uitstoot te realiseren.
CSRD VERSLAG 2024
226
229
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
Voor scope 3 ligt de focus vooral op de
categorieën met de grootste impact,
zoals de aankoop van goederen en dien-
sten (3.1.), de aankoop van machines
(3.2.) en upstream transport en distri-
butie (3.4.). Andere prioriteiten zijn de
verplaatsingen van freelancers (3.7.),
downstream transport en distributie
(3.9.) en de end-of-life van de produc-
ten (3.12.).
Bij het bepalen van de target voor scope
3 werd ook voor 2025 geen onderscheid
gemaakt tussen de upstream en de
downstream categorieën. Dat heeft
2 redenen: ten eerste blijkt dat het
overgrote deel van de scope 3 uitstoot
voornamelijk toe te wijzen is aan de
upstream kant (zie ook tabel onder 5.1.9.
E1-6: Bruto scope 1-, 2-, 3-emissies en
totale broeikasgasemissies) en ten
tweede omdat er op heden (nog) onvol-
doende concrete en uniforme data en
informatie beschikbaar is met betrek-
king tot de impact van de digitalisering
op de scope 3 downstream categorie 11
(gebruik van de verkochte goederen).
Zoals hieronder ook aangehaald kan en
wil Roularta Media Group zich dan ook
niet vastpinnen op een verdeling binnen
de scope 3 target voor de 2030 target.
(zie ook hieronder 5.1.7.3. Digitalisering)
Het Susco evalueert ook jaarlijks het
klimaattransitieplan en mocht blijken
dat vooropgestelde tussendoelen ver-
sneld worden behaald dan zal het Susco
nieuwe tussendoelen vooropstellen.
5.1.7.3. DIGITALISERING
Roularta Media Group beseft dat het fenomeen
digitalisering in de toekomst een niet onbelangrijke
emissieverschuiving kan teweegbrengen binnen
de waardeketen. Daarom is het belangrijk om
ieder jaar opnieuw te kijken naar de snel verande-
rende omgeving en de marktevolutie. Waar in een
printgeoriënteerde markt voornamelijk een scope
3-emissie plaatsvindt aan upstream-zijde (bij
papier- en inktleveranciers), zal een eerder digitaal
georiënteerde markt een verschuiving zien naar de
downstream-kant (bij de gebruiker/lezer/surfer).
Niettemin biedt elk scenario bijho-
rende risico’s en opportuniteiten.
Vandaar dat Roularta Media Group
het voorzichtigheidsprincipe toepast
en zich niet wil vastpinnen op lange
termijn acties. Ze opteert voor een
pragmatische en tegelijk flexibele
aanpak die moet toelaten in te spe-
len op evoluties die de mediasector
(verder) beïnvloeden. Daar wordt
dan ook transparant over gecommu-
niceerd.
De details van de inspanningen in scope
3 komen verderop in het document aan
bod. Nu al belangrijk zijn de volgende
punten:
De vooropgestelde daling van scope
1 is voornamelijk het gevolg van
efficiënt gasverbruik en het ver-
der onderzoeken van de markt om
na te gaan in welke mate het gas-
verbruik nog verder kan dalen. Ook
de verdere ‘verduurzaming’ van het
wagenpark wordt hier meegenomen.
De verwachting is bovendien dat het
gasverbruik nog verder zal dalen,
zijn het in mindere mate omwille van
het effect van de droogovens die
nu 100% in gebruik zijn dan wel als
gevolg van efficiënter gebruik van
de machines en ook van de verdere
vergroening van het wagenpark. (zie
ook hoofdstuk 5.1.9.1.1 met grafieken
en cijfers met betrekking tot huidige
situatie vergroening wagenpark)
De vooropgestelde daling van scope
2 tegen 2030 houdt (nog) geen reke-
ning met een eventuele volledige
overstap naar groene elektriciteit
• De daling van scope 3 heeft op dit
ogenblik een aanzienlijke voor-
sprong op het streefdoel, maar
gezien de afhankelijkheid van een
beperkt aantal, weliswaar belang-
rijke, leveranciers speelt ook hier het
voorzichtigheidsprincipe waarbij de
evolutie nauwlettend jaar-na-jaar
wordt opgevolgd
Deze cijfers zijn louter een weerspiegeling
van de meting van de CO
2
-emissie op basis
van de ingevoerde data en houden in geen
enkel geval rekening met de evolutie van die
data zelf. Zo gaat een gehalveerde emis-
siebron (bv. de helft minder papier) meteen
gepaard met een gedaalde emissie, maar
vertelt die zonder referentiekader niets over
de geleverde inspanningen. Dat kader komt
in de tabellen die volgen tot uiting in de
vorm van een ‘intensiteitswaarde
5.1.8. E1-5: ENERGIEVERBRUIK EN
ENERGIEMIX
In het kader van de ISO 50001-certificering
onderscheidt Roularta Media Group twee
belangrijke energiestromen binnen het ener-
giemanagementsysteem, met name gas en
elektriciteit.
5.1.8.1. ENERGIEVERBRUIK
Het spreekt voor zich dat het overgrote deel van
het energieverbruik zich situeert op de site in
Roeselare, en meer specifiek in de drukkerij.
De energieverbruiken worden geregistreerd
door middel van wekelijkse deelmetingen, wat
al gebeurt sinds 2006. Deze energieverbrui-
ken worden binnen ISO 50001 toegewezen aan
vijftien verschillende processen, om zo een
maximale opvolging te garanderen.
Voor elk van deze processen wordt bovendien
een Energie Prestatie Indicator (EPI) geformu-
leerd die het referentieverbruik, het efficiënt
verbruik, bepaalt. De werkelijke verbruiken wor-
den getoetst aan deze referentie-EPI om na
te gaan of en waarom het verbruik
hoger of lager ligt dan verwacht.
Net als bij elk productieproces zijn er
uiteraard heel wat factoren die een
impact hebben op het verbruik, dat
niet altijd lineair verloopt en in die zin
vergelijkbaar is met het elektriciteits-
verbruik thuis. Zo is het algemeen
geweten dat een halvering van het
aantal bewoners niet per se leidt tot
een halvering van het elektriciteits-
of gasverbruik.
Een aantal invloedfactoren op het
verbruik van elektriciteit en gas in de
drukkerij zijn bijvoorbeeld:
- de baanbreedte van het papier
- de papiersoort
- de inktdikte (voor het drogen)
- het aantal opstarten
(of de oplage van een drukwerk)
- de buitentemperatuur
- onderhoudsperiodes
- bezetting van de persen
- …
Afgezien van de site Roeselare valt
Roularta Media Group niet onder ISO
50001. De CSRD-scope blijft evenwel
van tel. Voor de kantoren in België
maar buiten Roeselare en de kantoren
in Nederland wordt het verbruik van
gas en elektriciteit gecontroleerd aan
de hand van de facturen. Voor Duits
-
land wordt een extrapolering gedaan
op basis van het verbruik in de Neder
-
landse kantoren en het aantal FTE’s.
5.1.7.4. BEKNOPT OVERZICHT DOELSTELLINGEN SCOPE 1, 2 EN 3 TEGEN 2030
In tabelvorm:
Kort overzicht doelstellingen 2030 tov basisjaar 2021 en realiteit 2024
2021 2024 target 2030
scope 1+2 (t CO
2
eq) 8273,84 5521,604 4700
scope 3( t CO
2
eq) 80956,19 40205,259 35000
Totaal 89230,03 45726,863 39700
In grafiekvorm:
0
2000
4000
6000
8000
10000
0
20000
40000
60000
80000
100000
2021 2024
target 2030
2021 2024
target 2030
scope 1+2 (t CO
2
eq) scope 3 (t CO
2
eq)
0
2000
4000
6000
8000
10000
0
20000
40000
60000
80000
100000
2021 2024
target 2030
2021 2024
ta
rget 2030
scope 1+2 (t CO
2
eq) scope 3 (t CO
2
eq)
* Scope 2-emissies berekend op basis van de locatiegebaseerde methode.
CSRD VERSLAG 2024
228
5.1.8.2. ENERGIEMIX
De energiemix van Roularta Media Group is eigenlijk vrij eenvoudig: vooral aardgas en grijze
elektriciteit en een klein volume aan eigen opgewekte energie via de installaties van zonnepanelen.
De netwerk elektriciteit in België wordt volledig geleverd door Luminus.
Het gaat om grijze stroom die bestaat uit elektriciteit van gascentrales (49.17%)
en elektriciteit van kerncentrales (50.83%).
Hoe ziet dan de energiemix er iets meer in detail uit?
OVERZICHT VAN HET ENERGIEVERBRUIK
Energieverbruik & energiemix 2023 2024
1 Brandstofverbruik uit kolen en kolenproducten (MWh) 0,00 0,00
2 Brandstofverbruik uit ruwe olie en petroleumproducten (MWh) 5.259,76 3.691,00
3 Brandstofverbruik uit aardgas (MWh) 13.586,78 9.916,42
4 Brandstofverbruik uit andere fossiele bronnen (MWh) 0,00 0,00
5 Verbruik van ingekochte of verworven elektriciteit, warmte stoom en koeling uit fossiele bronnen (MWh) 7.545,74 6.762,15
6 Totaal verbruik energie uit fossiele bronnen (MWh) (berekend als de som van lijnen 1 t/m 5) 26.392,28 20.369,57
Aandeel energie uit fossiele bronnen in totaal energieverbruik (%) 76,0% 73,1%
7 Verbruik uit nucleaire bronnen (MWh) 7.800,49 6.990,44
Aandeel energie uit nucleaire bronnen in totaal energieverbruik (%) 22,5% 25,1%
8 Brandstofverbruik uit hernieuwbare bronnen met inbegrip van biomassa (biogas, waterstof uit hernieuw
-
bare bronnen, enz..) (MWh)
0,00 0,00
9 Verbruik van ingekochte of verworven elektriciteit, warmte, stoom en koeling uit hernieuwbare bronnen
(MWh)
0,00 25,00
10 Verbruik van zelfopgewekte hernieuwbare energie uit andere bronnen dan brandstof (non-fuel) (MWh) 541,21 476,57
11 Totaal verbruik hernieuwbare energie (MWh) (berekend als de som van lijnen 8 t/m 10) 541,21 501,57
Aandeel hernieuwbare bronnen in totale energieverbruik (%) 1,6% 1,8%
Totaal energieverbruik (MWh) (berekend als de som van lijnen 6, 7 en 11) 34.733,98 27.861,58
We voegen hier volledigheidshalve aan toe dat
Roularta Media Group geen hernieuwbare energie
opwekt die wordt verkocht.
Omdat de drukkerij-activiteit voor de CSRD als een
sector met grote klimaat impact wordt beschouwd
geven we hier nog volgende informatie mee:
2023 2024
Totaal energieverbruik van de
drukkerij-activiteiten (MWh
)
21.148,05
16.729,49
Energie intensiteit grote klimaat
impact activiteiten volgens omzet
(MWh drukkerij/omzet drukkerij*)
291,09 264,33
*voor details met betrekking tot de omzet van de drukkerij-activiteiten
verwijzen we naar toelichting 3 – gesegmenteerde informatie.
We zien dus dat de energie intensiteit waarbij het
volume aan verbruikte energie wordt afgezet tegen
de omzet voor de drukkerij-activiteit gedaald (of ver-
beterd) is met 9,19%.
5.1.9. E1-6: BRUTO SCOPE 1-, 2-, 3-EMISSIES EN
TOTALE BROEIKASGASEMISSIES
Voor de berekening van de broeikasgasemissies
maakt Roularta Media Group gebruik van twee tools,
ClimateCalc en Tapio:
ClimateCalc, een specifieke tool voor de drukkerij-
wereld.
ClimateCalc is een berekeningstool gespecialiseerd
in het verschaffen van informatie over de volle-
dige footprint van print- en verpakkingsproducten.
ClimateCalc volgt daarvoor diverse
internationale standaarden en richtlij-
nen, zoals onder meer het ‘Greenhouse
Gas Protocol’.
Als nichetool is ClimateCalc in staat
om de meest accurate emissiefacto-
ren (EF’s) te gebruiken en zo de meeste
accurate informatie te verschaffen. Zo
berekent ClimateCalc de precieze EF
voor het papier op basis van leveran-
cier, type, hoeveelheid, fabriek, enz..
of neemt ze integraal de EF van de
leverancier zelf over zoals bijvoorbeeld
voor de inkten van Sun Chemical.
Roularta Printing is een gecertificeerd
gebruiker van ClimateCalc. Dat houdt
in dat Roularta Media Group gemach-
tigd is om ClimateCalc te gebruiken
om klanten te informeren over de eigen
footprint op basis van de verschafte
informatie. ClimateCalc auditeert
bovendien jaarlijks het gebruik van
de tool en de data die Roularta Media
Group aanwendt.
Tapio, een algemene Belgische tool .
Tapio neemt veel data van ClimateCalc
over, maar verwerkt daarnaast alle
andere informatie met betrekking tot
Roularta Media Group. Op die manier
komt de tool tot een totaaloverzicht
van de footprint van de organisatie.
Alle CO
2
-cijfers in dit duurzaamheids-
rapport zijn afkomstig uit deze tool.
231
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
230
233
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
Ook Tapio volgt het ‘Greenhouse Gas
Protocol’ als raamwerk voor het in kaart
brengen, berekenen en beheren van de
broeikasgas emissies.
Tapio gebruikt verschillende databases
voor wat betreft de EF’s (emissiefactoren)
waaronder ADEME, CO
2
emissiefactoren,
AWAC en UK Defra maar maakt daar-
naast ook gebruik van ‘specifieke’ EF’s
zoals de emissiefactor van de MIVB of
de SNCF maar ook de specifieke emis-
siefactoren van ClimateCalc voor papier
en inkt. Op die manier kunnen we stellen
dat de CO
2
-uitstoot niet enkel berekend
wordt op basis van eerder ‘algemene’
emissiefactoren maar dat waar mogelijk
ook rekening wordt gehouden met heel
gerichte en accurate emissiefactoren. Dit
met als doel om de CO
2
-uitstoot zo cor-
rect mogelijk te kunnen berekenen.
Aangezien de drukkerij-activiteit een
belangrijke impact heeft op de totaliteit
en we bovendien gebruiken maken van
een specifieke tool en specifieke emis-
siefactoren kunnen we besluiten dat
de berekeningen van de emissies voor
50,50% gebaseerd zijn op primaire data.
Voor scope 1 en 2 zijn de berekeningen
voor België (drukkerij-activiteiten en
burelen) en Nederland (burelen) in hoofd-
zaak gebaseerd op de reële data. De
aannames beperken zich voor deze sites
tot het gasverbruik van het kantoor in
Sint-Denijs-Westrem en het partiële ener-
gieverbruik van het kantoor in Brugge.
Voor de veel kleinere Duitse burelen
werd geen specifieke data opgevraagd
en werd zowel voor scope 1 als voor
scope 2 steeds gewerkt met aanname
op basis van FTE ten opzichte van de
burelen Nederland.
Voor scope 3 zijn berekeningen voor
België (drukkerij-activiteiten en bure-
len) en Nederland (burelen) eveneens
in hoofdzaak gebaseerd op de reële
data. De aannames beperken zich
voor deze sites tot categorie 3.6 ‘zake-
lijke reizen’ voor Nederland waarbij
een extrapolatie wordt gemaakt van
de data van de Belgische burelen op
basis van de FTE ratio. Ook bij catego-
rie 3.7 ‘woon-werkverkeer’ wordt een
aanname gemaakt voor de burelen
‘België’ waarbij wordt uitgegaan van 2
dagen thuiswerk voor de medewerkers
die full time werken en 1 dag thuiswerk
voor de medewerkers die 4/5 werken.
Daarnaast werd ook voor scope 3 voor
de Duitse burelen niet gewerkt met
specifieke data maar met een aan-
name op basis van FTE ten opzichte
van de burelen Nederland.
Voor die categorieën waar geen andere
data van de leveranciers voorhanden
was of geen andere data toepasbaar
was, werd de ‘uitgave’ methode toe-
gepast. 22% van de totale scope 3
CO
2
-uitstoot werd op die manier bere-
kend.
OVERZICHT VAN DE BRUTO BROEIKASGASEMISSIES
Overzicht van de totale broeikasgasemissies uitgesplitst volgens scope 2021 2023 2024 % vorig jaar
aandeel in
totaal 2024
target 2030
Scope 1 broeikasgasemissies
Bruto scope 1-emissies (ton CO
2
-eq) 5244,3 4155,7 2947,7 -29% 6,45% 2400
Percentage scope1-emissies van gereglementeerd
emissiehandelssystemen (%)
0,0 0,0 0,0
Scope 2 broeikasgasemissies
Bruto locatiegebaseerde scope 2-emissies (ton CO
2
-eq) 3029,6 2940,8 2573,9 -12% 5,63% 2300
Bruto marktgebaseerde scope 2-emissies (ton CO
2
-eq) 2128,5
Scope 1 + Scope 2 emissies (locatiegebaseerd) (ton CO
2
-eq) 8273,8 7096,5 5521,6 -22% 12,08% 4700
Scope 3 broeikasgasemissies
Totaal bruto indirecte (scope3) emissies (ton CO
2
-eq) 80956,2 51296,0 40205,3 -22% 87,92% 35000
1 Aankoop goederen en diensten 62024,0 35591,3 26434,0 -26% 57,81%
2 Kapitaalgoederen 4591,2 4796,6 2222,8 -54% 4,86%
3 Brandstoffen en energie gerelateerde activiteiten
(niet inbegrepen in scope 1 of scope 2)
1538,8 1298,8 941,1 -28% 2,06%
4 Transport en distributie upstream 7774,0 5399,0 6143,0 14% 13,43%
5 Verwerking productieafval 405,1 379,3 735,8 94% 1,61%
6 Zakelijke reizen 5,7 36,1
44,2 22% 0,10%
7 Woon-werkverkeer 790,9 730,5 757,6 4% 1,66%
8 Upstream geleasede activa 388,2 430,2 462,4 7% 1,01%
9 Transport en distributie downstream 1352,5 991,2 889,3 -10% 1,94%
10 Bewerken van verkochte producten
11 Gebruik van verkochte producten 457,7 470,2 543,3 16% 1,19%
12 Einde leven van verkochte producten 1628,2 1172,6 1031,7 -12% 2,26%
13 Downstream geleasede activa
14 Franchisehouders
15 Investeringen
Totale broeikasgasemissies (locatiegebaseerd)(ton
CO
2
-eq
) 89230,0 58392,5 45726,9 -22% 100,00% 39700
Totale broeikasgasemissies (marktgebaseerd)(ton
CO
2
-eq
) 45281,4
CSRD VERSLAG 2024
232
235
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
Merk op dat de scope van deze berekening dezelfde is als de scope van de
targets.
Verder volgt een bespreking van de evolutie van de opgenomen scopes en
categorieën.
De scope 2-verbruiken voor België zijn zowel locatie-gebaseerd als markt-ge-
baseerd op basis van het gegeven dat er met één gekende leverancier wordt
gewerkt. De EF voor het netwerk stroomverbruik volgens de markt-gebaseerde
methode is bijgevolg gebaseerd op de informatie van die leverancier. Voor
Nederland en Duitsland is de scope-2 berekening enkel locatie-gebaseerd.
Tabel met locatie-gebaseerde intensiteitsratio’s:
Broeikasgasintensiteit volgens omzet* (locatiegebaseerd)
2023
2024 % verbetering
Scope 1 12,84 9,20 28,36%
Scope 2 9,09 8,04 11,60%
Scope 3 158,55 125,52 20,83%
totaal 180,49 142,76 20,90%
*voor details met betrekking tot de omzet verwijzen we naar toelichting 4 – omzet.
De intensiteitswaarde is een belangrijke parameter voor de evaluatie van de gele-
verde inspanningen.
De intensiteitswaarde geeft een beeld van de mate waarin de intensiteit van de
emissies evolueert. De regel is dat de intensiteitswaarde elk jaar moet dalen, omdat
er niet enkel gekeken wordt naar de totale uitstoot maar naar de totale uitstoot
afgezet tegen de omzet van de activiteit. Een daling in absolute waarde geeft dus
op zich niet altijd een correct beeld van de geleverde inspanningen, integendeel…
Dat enkel gekeken wordt naar de omzet, kan een onderwerp van discussie zijn. Omzet
kan tenslotte sterk beïnvloed worden door externe factoren, los van de
CO
2
-uitstoot.
Desalniettemin is het vandaag de enige
sleutel die de CSRD naar voor schuift.
5.1.9.1. ANALYSE VAN
DE VERSCHILLENDE SCOPES
5.1.9.1.1. SCOPE 1-UITSTOOT
Nieuwe droogovens
In 2023 en 2024 investeerde Rou-
larta Media Group 4.651 k euro in
nieuwe droogovens van Contiweb. Deze
droogovens hebben een ingebouwde
naverbrander die mee zorgt voor een
gasverbruik dat 25% lager ligt dan bij de
vervangen, conventionele droogovens.
Aangezien deze nieuwe droogovens pas
in de loop van 2023 (en begin 2024) ope-
rationeel werden, valt het rendement
ervan (minder gas- en ook wat minder
elektriciteitsverbruik) maar sinds 2024
integraal waar te nemen.
En dat heeft meteen een positieve
impact op het Scope 1 uitstoot, niet
alleen voor de drukkerij maar voor de
ganse groep.
De scope 1-uitstoot daalde van
5.244,25 ton
CO
2
eq. in basisjaar 2021
naar 2.947,70 ton
CO
2
eq. in 2024,
een daling met bijna 45% die mede
te danken is aan het resultaat van 2
belangrijke acties: de investering in
nieuwe droogovens voor het drukpro
-
ces en de vergroening (elektrificatie)
van het wagenpark.
Bij de investering van de droogovens werd berekend dat deze binnen de
drukkerij- activiteiten zouden leiden tot een vermindering van het gasver-
bruik met 25% en bijgevolg ook een daling van de CO
2
-uitstoot met 14%.
Waar in 2023 slechts een gedeeltelijke impact van de investeringen werd
gezien, kwam dit in 2024 overduidelijk naar voor: het gasverbruik binnen de
drukkerij daalde tov van 2023 met niet minder dan 19% (rekening houdend
met het activiteitsvolume)
Voor wat betreft de vergroening van het wagenpark verwijzen we naar de
2 onderstaande grafieken.
De eerste grafiek geeft een overzicht van de evolutie van de CO
2
-uitstoot
van de nieuwe wagens in België 2024. De vaststelling dat er in 2024 nog
altijd een, weliswaar heel lage, emissie gerapporteerd wordt is het gevolg
van het feit dat er in 2024 nog één laattijdige levering was van één voer-
tuig met benzine. Alle andere nieuwe wagens in België in 2024 waren
100% elektrische voertuigen.
Evolutie CO
2
-uitstoot 'nieuwe wagens' in dat jaar.
in gram CO
2
per kilometer
81
59
24
1,13
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
2021 2022 2023 2024
De tweede grafiek geeft een verdeling van het volledig wagenpark (meer
dan 450 wagens en niet enkel België) volgens type wagen op het einde
van 2024.
verdeling wagenpark 'Group' eind 2024
volgens brandstof
23,91%
17,83%
3,04%
55,22%
elektrisch
hybrid
diesel
benzine
De versnelde inzet op de vergroening van het wagenpark waar-
bij in eerste instantie werd gemikt op een vermindering van de
emissies van het wagenpark met 50% tegen 2030 is meer dan
‘op schema’ aangezien de scope 1-emissies van de ‘mobiele ver-
branding’ reeds met om en bij de 40% gedaald zijn tov 2021.
De emissies van het wagenpark daalden in 2023 tov 2021 met
4,6% maar in 2024 bedroeg de daling tov 2021 reeds 25,65%.
De verwachting is dat deze tendens zich in de komende jaren
verder zal zetten omwille van enerzijds het feit dat de meeste
elektrische wagens in de loop van 2024 werden ingezet en dus
nog niet over een volledig jaar hebben gerendeerd en anderzijds
het feit dat ook in 2025 de investeringen in het wagenpark ver-
der worden gezet (zie hoofdstuk 5.1.6.1)
CSRD VERSLAG 2024
234
5.1.9.1.2. SCOPE 2-UITSTOOT
De scope 2-uitstoot daalde eveneens
in 2024 tov 2021 van 3.029,59 ton CO
2
eq. naar 2.573,91 ton CO
2
eq. Deze
daling is bijlange niet zo spectacu-
lair als deze van de scope 1 maar in
vergelijking met het totaalvolume aan
CO
2
-emissies blijft de scope 2-uit-
stoot al bij al beperkt. Bovendien
gaat slechts één item schuil achter
deze uitstoot, namelijk het verbruik
van elektriciteit. Aangezien er vóór
2020 al heel wat ingrijpende elektrici-
teitsbesparende maatregelen werden
getroffen en de ISO 50001-norm
volledig focust op een efficiënt ener-
gieverbruik, verbaast het niet dat het
bij een geringe uitstootdaling blijft.
Ook wanneer we 2024 vergelijken met
2023 is er nog een daling waar te
nemen maar binnen de scope 2 stel-
len we vast dat er dalingen zijn in het
verbruik van het algemeen gebruik
van elektriciteit zowel in de produc-
tie-omgeving als in de kantoren. Dit is
vooral het gevolg van de inspanningen
die geleverd werden in het kader van
de ISO 50001 certificering. Het cen-
traal uitgangspunt van het ISO 50001
certificaat is immers om de energie-
performantie elk jaar naar een hoger
niveau te tillen.
Maar we zien tegelijk een niet
onbelangrijke stijging van het elektri-
citeitsverbruik bij het wagenpark. Niet
onlogisch wanneer we weten uit de scope
1 bespreking dat er grote investeringen
gedaan werden in de elektrificatie van het
wagenpark.
Aangezien het de bedoeling is om ook in
de toekomst de scope 2-emissies verder
te doen dalen, ook met een toename aan
elektrische voertuigen, worden ook extra
inspanningen voorzien zoals het bijplaatsen
van 2.000 KWp aan zonnepanelen (zie ook
hoofdstuk 5.1.6.1). Die plannen werden goed-
gekeurd en zullen normaliter in de komende
jaren worden gerealiseerd. Intussen werken
de leveranciers op hun beurt aan vergroe-
ning, en houdt Roularta Media Group een
vrijwillige overstap naar groene elektriciteit
achter de hand.
Merk op dat de scope 2-uitstoot voor de
vestiging in Duitsland niet berekend werd op
reële verbruiken maar op de FTE-ratio van
de kantoormedewerkers in België.
5.1.9.1.3. SCOPE 3-UITSTOOT
De scope 3-uitstoot is veruit de meest
belangrijke vorm van uitstoot. En bovendien
is de uitstootdaling hier ook nog iets beter
dan voor de scope 1: van 80.956 ton CO
2
eq.
in 2021 naar 40.205 ton CO
2
eq. in 2024, een
verbetering van meer dan 50%. Het grootste
aandeel van deze emissies valt te situeren
bij de upstream-leveranciers.
De scope 3-uitstoot wordt in grote mate
bepaald door de waardeketen en meer spe-
cifiek de leveranciers.
Hieronder bespreken we meer in detail de 15 cate-
gorieën van de scope 3 emissies. We kunnen deze
grosso modo opdelen in volgende groepen:
- De categorieën met betrekking tot de eigen
activiteiten of waar het bedrijf toch een rol in
kan spelen zijn 3.6 en 3.7.
- De categorieën met betrekking tot de upstream
activiteiten (die ook het zwaarst doorwegen in
het geheel van de scope 3 emissies) zijn: 3.1,
3.2, 3.3, 3.4, 3.5 en 3.8
- De categorieën met betrekking tot de
downstream activiteiten zijn de overige cate-
gorieën: 3.9, 3.10, 3.11, 3.12, 3.13, 3.14 en 3.15.
5.1.9.1.4. 3.1-UITSTOOT: AANKOOP GOEDEREN
EN DIENSTEN
De belangrijkste categorie met het grootste
aandeel is de 3.1-uitstoot. Deze categorie is ver-
antwoordelijk voor meer dan 65% van de totale
scope 3-uitstoot. Deze categorie is ook in grote
mate gebaseerd op de informatie van Climate-
Calc, een tool die alle data over papier, inkt en
aluminium drukplaten omvat. Ook wordt voor
dit onderdeel gebruikgemaakt van de speci-
fieke emissiefactoren (EF’s) die voortvloeien uit
de bijzondere inspanningen van de leveranciers.
Voorbeelden daarvan zijn de EF’s voor papier
(afhankelijk van de leverancier en de fabriek) en
inkt.
We noteren voor 2024 een belangrijke daling van
deze categorie. Dat is het gevolg van enerzijds het
activiteitsvolume van de drukkerij maar ook, en
vooral, van de inspanningen die de papierleveran-
ciers jaar-na-jaar leveren om hun CO
2
-uitstoot te
verminderen in combinatie met de keuze van de
fabriek die het papier levert.
Binnen de scope 3 is ‘papier’ immers verantwoordelijk voor
bijna 45% van de emissies.
Bovendien noteren we dat alle papierleveranciers van
2024 CSRD-plichtig zijn, en dat de vijf grootste leveran-
ciers ook SBTi-gecertificeerd zijn. En bijna 68% van de
scope 3.1-emissie is exclusief toe te wijzen aan het papier.
5.1.9.1.5. 3.2-UITSTOOT: KAPITAALGOEDEREN
De uitstoot in categorie 3.2 is het gevolg van investeringen
waarvan de meeste met het oog op het verlagen van de
CO
2
-uitstoot. Denk bijvoorbeeld aan de nieuwe elektrische
bedrijfswagens, maar ook en vooral aan de investering van
4.651 k euro in de nieuwe droogovens.
Waar de 3.2-emissies van 2023 licht hoger lagen dan die
van 2021 zien we in 2024 een toch wel spectaculaire daling.
Deze daling is quasi integraal toe te schrijven aan de
daling van de emissiefactor voor de machines en, welis-
waar in veel mindere mate, de daling van de emissiefactor
voor IT materiaal.
Tapio gebruikt een afschrijvingsmethode op levensduur
voor de investeringen en de uitstoot. De uitstoot wordt in
de tijd verspreid, wat Roularta Media Group meteen toe-
laat om de verschillende jaren met elkaar te vergelijken.
Deze methode wordt reeds gebruikt sinds 2021 en laat toe
om een consistente evaluatie van de evoluties te maken
over de jaren heen. Om echter volledig in lijn te liggen met
het Greenhouse Gas Protocol zal de aanpak wijzigen vanaf
2025.
We noteren dat, behalve voor het wagenpark, waarvoor de
exacte informatie werd gebruikt, de uitstoot van de kapi-
taalgoederen in Duitsland gebaseerd is op de ratio van de
kantoormedewerkers in België.
5.1.9.1.6. 3.3-UITSTOOT: BRANDSTOFFEN EN ENERGIE
GERELATEERDE ACTIVITEITEN
Scope 3.3-emissies komen voort uit het verbruik van brand-
stoffen die niet in scope 1 en scope 2 werd opgenomen, ofwel
de uitstoot die gepaard gaat met het fabriceren en het trans-
porteren van brandstoffen (upstream). Voor de berekening van
deze emissies gebruikt Tapio voornamelijk de ADEME-emis-
siefactoren. Waar de daling tussen 2021 en 2023 nog relatief
beperkt was, toont 2024 een belangrijkere daling die samen-
hangt met de daling in scope 1.
De daling van scope 3.3-emissies heeft immers in de eerste
plaats te maken met het dalend verbruik van diesel en ben-
zine, en in de tweede plaats met de (dankzij renovatie- en
isolatie-inspanningen) meer efficiënte verwarmingsinstalla-
ties en ten slotte ook met het meer efficiënt gebruik van de
gebouwen op zich.
5.1.9.1.7. 3.4-UITSTOOT: TRANSPORT EN DISTRIBUTIE
UPSTREAM
Het upstream transport wordt eveneens volledig door Clima-
teCalc berekend en dat op basis van het volume aangeleverde
grondstoffen. Ook hier is papier de belangrijkste factor. De cij-
fers evolueerden tot vorig jaar in de goede richting maar voor
2024 zien we plots een niet onbelangrijke stijging. De uitstoot
stijgt van 5.399 ton CO
2
eq. in 2023 naar 6.143 ton CO
2
eq. in
2024. De twee belangrijkste redenen voor deze stijging (met
bijna 14%) zijn:
- Een correctie door Ecoinvest in de EF voor het transport op
basis van nieuwe en geüpdate informatie waarbij Ecoin-
vest verwijst naar het feit dat er werd rekening gehouden
met bijkomende aspecten zoals methaan affakkelen en
diffuse emissies van de brandstof.
- Een verhoging van het aantal kilometers omdat het papier
van andere fabrieken afkomstig is (ook al betreft het
dezelfde ‘leverancier’).
237
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
236
Vooral die laatste reden ‘verhoging van het
aantal kilometers’ is een niet onbelangrijk
gegeven want het feit dat het papier afkom-
stig is van andere fabrieken heeft er mee toe
geleid dat de emissies voor het papier zelf
(zie hiervoor voor de bespreking van scope
3.1) in belangrijke mate gedaald is.
5.1.9.1.8. 3.5-UITSTOOT: VERWERKING
PRODUCTIEAFVAL
Scope 3.5 is een categorie die vooral betrek-
king heeft op de drukkerij activiteiten. In
tegenstelling tot het volume aan afval (zie
hoofdstuk 5.3.5) waarbij het accent vooral
ligt bij het volume aan papierafval, zien
wij bij de CO
2
-uitstoot toch een niet-on-
belangrijke impact van de verwerking van
de andere afvalstoffen binnen de drukke-
rij-activiteit maar evenzeer van de burelen.
We stellen vast dat het volume ‘papier’ een
aandeel van meer dan 99% vertegenwoor-
digt van het ‘vast afval’ maar bij de totale
emissies (van zowel vast afval als afvalwa-
ter) heeft het papier slechts een aandeel van
37,3 %. Dit is niet verwonderlijk wanneer in
overweging wordt genomen dat het recycle-
ren en opnieuw in productie brengen van het
papier veel minder emissies tot gevolg heeft
dan bijvoorbeeld het recycleren en verwer-
ken van plastic afval, gemengd huishoudelijk
afval, hout en metaal of gevaarlijke produc-
ten zoals solventen. We kunnen besluiten
dat het volume afval in grote mate wordt
bepaald door papier en water maar dat de
emissies van afval in belangrijke mate ook
toe te schrijven zijn aan bijvoorbeeld verpak-
kingsmateriaal.
5.1.9.1.8. 3.6-UITSTOOT: ZAKELIJKE
REIZEN
Hoewel het hier om amper 0.11% gaat
van het totaal van de scope3-emissies
stellen we in 2024 toch een stijging vast
in vergelijking met 2023 van 22,25%. De
reden hiervoor is dat er enerzijds in de
voorbije jaren extra inspanningen wer-
den geleverd om de zakelijke reizen te
identificeren en te registreren en ander-
zijds omwille van een paar specifieke
reizen in het kader van klantenrelaties,
product placement en redactionele
inhoud. Voorts is de aanwezigheid op
een beurs of congres soms toch wel
aangewezen omwille van inhoudelijke of
commerciële redenen.
5.1.9.1.10. 3.7-UITSTOOT: WOON-
WERKVERKEER
Scope 3.7 is op zich een interessante
categorie. In theorie behoort deze cate-
gorie eveneens tot het upstream-kanaal,
maar de specifieke aard ervan vraagt
om een afzonderlijke behandeling. Om
deze uitstoot naar waarde te schatten,
is het belangrijk om enerzijds rekening
te houden met het aantal werknemers
en anderzijds met de geleverde inspan-
ningen.
We stellen immers vast dat er een kleine
verhoging is van de uitstoot van 2024
ten opzichte van 2023 (met 3,71%) maar
deze is integraal toe te wijzen aan het
feit dat de informatie met betrekking tot
woon-werkverkeer in 2024 meer gede-
tailleerd werd verwerkt dan in 2023.
5.1.9.1.12 3.8-UITSTOOT: UPSTREAM
GELEASEDE ACTIVA
Bij de upstream geleasede activa zien
we jaar-na-jaar een gestage toename.
Op zich is dat niet verwonderlijk en een
belangrijk deel van de locked-in emissies
zullen zich ook daar situeren. Het zijn hier
vooral de ‘geleasede elektrische auto’s’
die verantwoordelijk zijn voor de jaarlijkse
groei. In 2024 werd die groei deels opge-
vangen door de sterke verbetering van de
EF voor de machines (zie ook hiervoor bij
de categorie kapitaalgoederen). We ver-
wachten dan ook dat dit ook nog volgend
jaar zal stijgen als gevolg van de nog uit
te voeren investeringen.
5.1.9.1.11 3.9-UITSTOOT: TRANSPORT EN
DISTRIBUTIE DOWNSTREAM
Downstreamtransport bestaat uit ener-
zijds vervoeren van de (print)producten
en anderzijds het transport van pakjes
naar de klanten. De daling is hier ener-
zijds het gevolg van het activiteitsvolume
voor wat betreft het papier maar ook
de inspanningen van de transporteurs
spelen hierbij een rol. Zo is Bpost die de
magazines levert aan de abonnees en
die ook een groot aantal pakjes uitlevert
SBTi-gecertificeerd en hebben ze zich de
laatste jaren ingezet op vlak van elektrifi-
catie van voertuigen.
5.1.9.1.13 3.10-UITSTOOT: BEWERKEN
VAN VERKOCHTE PRODUCTEN
Deze categorie is niet relevant voor
Roularta Media Group.
5.1.9.1.14 3.11-UITSTOOT: GEBRUIK VAN
VERKOCHTE PRODUCTEN
Zoals reeds besproken in hoofdstuk 5.1.7.3 ‘Digi-
talisering’ kunnen we niet ontkennen dat een
verdere digitalisering resulteert in een hoger
volume aan pageviews. We denken hierbij vooral
aan het stijgend succes van de ‘Mijn Magazines
formule.
Deze ‘elektronische’ consultatie leidt eveneens
tot een stijging in de CO
2
-uitstoot.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de CO
2
-uit-
stoot van 2024 gestegen is met 15,53% tov 2023.
Ook hier heeft een verbetering van de emissie
factor de stijging enigszins getemperd.
5.1.9.1.15. 3.12-UITSTOOT: EINDELEVEN
PRODUCTEN OF DIENSTEN
Hier gaat het over de CO
2
-uitstoot van de eind-
fase van een product, met opnieuw vooral papier.
Zoals bij de meeste scope 3-categorieën ver-
trekt de berekening bij de volgende assumptie
of formule: aangekocht volume papier - verlies
papier bij productie = papierafzet in de markt
(eigen magazines + extern drukwerk). Door dan
aan te nemen dat 90% van het papier gerecy-
cleerd wordt, verschijnt de slotsom.
5.1.9.1.16. 3.13-UITSTOOT: DOWNSTREAM
GELEASEDE ACTIVA
Deze categorie is niet relevant voor Roularta
Media Group.
5.1.9.1.17. 3.14-UITSTOOT:
FRANCHISEHOUDERS
Deze categorie is niet relevant voor Roularta
Media Group.
5.1.9.1.15. 3.15-UITSTOOT:
INVESTERINGEN
Deze categorie wordt niet meege-
nomen in de rapportering wegens
niet materieel.
Theoretisch zouden de emissies
van Mediafin als volgt moeten
gerapporteerd worden:
- De scope 1 & 2 emissies van
Mediafin procentueel bij de
scope 1 & 2 emissies van
Roularta Media Group maar
aangezien de omzet van
Mediafin slechts voor onge-
veer 1% van de totale Roularta
Media Group meetelt, wordt dit
als niet materieel beschouwd.
- In dat geval zou het aandeel
emissies (scope 1 & 2) moeten
gerapporteerd worden onder
scope 3 categorie 15.
Er mag echter redelijkerwijs ver-
wacht worden dat de verhouding
scope1 & 2 emissies versus scope 3
emissies voor Mediafin in dezelfde
lijn zullen liggen van de verhou-
ding van de scope 1 & 2 emissies
van Roularta Media Group namelijk
12% tov 88%. Dat impliceert dat
50% van de scope 1 & 2 emissies
van Mediafin evenmin materieel zal
zijn binnen de scope 3 van Roularta
Media Group. En bijgevolg worden
binnen de scope 3 categorie 15
geen emissies van Mediafin gerap-
porteerd.
239
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
238
5.2 TOELICHTING EN
RAPPORTERING M.B.T. E2
LUCHTVERONTREINIGING
Dit hoofdstuk behandelt het onderwerp luchtver-
ontreiniging, en dan specifiek luchtemissies en
hoe Roularta Media Group daarmee omgaat.
5.2.1. E2 IRO-1
Tijdens de DMA-oefening werden de risico’s van
Roularta Media Group geëvalueerd in functie van
duurzaamheid. Op basis van de scoring werd het
gebruik van solventen in het drukproces (meer
concreet: in de drukinkten) als een materieel
risico ingeschat. Bij het drogen van de inkt komen
solventen vrij die, indien ze niet correct worden
verwerkt, een risico kunnen vormen voor de omge-
ving. Precies daarom is het topic luchtvervuiling
voor Roularta Media Group materieel, ook al heeft
het enkel en alleen betrekking op het gebruik van
solventen in de drukkerij. Wel is het enkel van toe-
passing in het luik van het productieproces en niet
voor andere processen, afdelingen of diensten.
Als gevolg hiervan is de directeur van de drukkerij
ook ineens verantwoordelijk voor het beleid inzake
luchtverontreiniging.
5.2.1.1. DRUKPROCES
Roularta Media Group beschikt over een off-
set-rotatiedrukkerij met heatset-rotatiepersen die
onder andere magazines, brochures, commercieel
drukwerk en kranten drukken. Tijdens het drukken
gaat het papier door vier drukunits (met even-
veel kleuren, namelijk zwart, blauw of cyaan, rood
of magenta en geel) en aluminium drukplaten.
De materialen in dat proces zijn heatset-inkt en
water.
Onmiddellijk na het bedrukken van het papier
wordt de inkt gedroogd in droogovens die werken
op aardgas. Bij dat droogproces op hoge tempe-
ratuur komen vluchtige organische stoffen (VOS)
vrij, vooral minerale oliën uit de inkten maar ook
andere stoffen afkomstig uit de additieven en de
wasmiddelen die eigen zijn aan dit drukprocédé.
Om de schadelijke uitstoot van deze vrijkomende
dampen aan te pakken, worden deze dampen
‘naverbrand. Tot enkele jaren terug gebeurde dat
in een centrale naverbrandingsinstallatie, die zo
louter gezuiverde afvalgassen kon emitteren via
één schoorsteen. In november 2020 werd echter
een nieuwe pers met een geïntegreerde naver-
brander, die de vrijgekomen dampen in de machine
zelf naverbrandt, in gebruik genomen. De voorde-
len zijn legio: door de solventhoudende dampen
als brandstof te gebruiken, is er minder gas nodig,
en de solventen hoeven niet langer afgevoerd
te worden naar een centrale naverbrander die
bovendien met reeds afgekoelde dampen aan de
slag moest. Wel telt elke oven nu een schoorsteen.
Naast de geleide uitstoot (de uitstoot die bv. via
een schoorsteen naar buiten wordt geleid) is er ook
sprake van diffuse uitstoot, uitstoot door verdam-
ping in de ruimte. (toelichting m.b.t. de berekening
van de diffuse emissies staat onder 5.2.2.2)
Roularta Media Group berekende dat 40% van de
diffuse uitstoot mee verbrand wordt door middel
van de luchtaanzuiging van de droogovens.
Het resultaat is een significante
daling van het gasverbruik én een
vermindering van de CO
2
-uitstoot
van dat gasverbruik. Een cruciale
voorwaarde daarbij is dat de luchte-
missie van de nieuwe pers de vorige
luchtemissie niet mocht overvleu-
gelen, maar dat bleek allerminst
het geval. Daarom werd beslist om
de droogovens van de drie andere
persen eveneens te vervangen door
exemplaren met een geïntegreerde
naverbrander. Dit gebeurde in de
loop van 2023, met ingebruiknames
op de volgende momenten:
Pers 1 op 1 augustus 2023
Pers 2 op 19 december 2023
Pers 3 op 9 december 2023
Gezien de data van ingebruikname is
het niet abnormaal dat de positieve
impact op het gasverbruik pas volle-
dig duidelijk werd in 2024.
5.2.2. E2-1: BELEID TEN AANZIEN
VAN VERONTREINIGING
Het uitwerken van het emissiebeleid
binnen de productie- en kantoorom-
geving van Roularta Media Group
is zo pragmatisch mogelijk aan-
gepakt om wettelijke conformiteit
te garanderen en tevens een duur-
zame impact te realiseren. In eerste
instantie vond een grondige inventa-
risatie en analyse van de mogelijke
emissiebronnen plaats, in overleg
met interne en externe betrokkenen.
Bovendien is er op regelmatige basis een over-
leg met het overkoepelend wijkcomité van de vier
betrokken wijken. In principe gebeurt dit jaarlijks
of volgens noodzaak. Tijdens een wijkoverleg is
ook de stad Roeselare vertegenwoordigd.
Daarnaast is er ook tussentijds overleg wanneer
nodig met de contactpersonen.
Emissies kunnen tijdens het overleg ook aan bod
komen maar vormden tot op heden nooit een pro-
bleem.
5.2.2.1. WETGEVING
Industriële bedrijven moeten voldoen aan regi-
onale en nationale milieuwetgeving én aan
internationale afspraken zoals de EU-richtlijnen
voor luchtkwaliteit. De implementatie van een
goed beleid vergt dan ook preventieve maatrege-
len om emissies aan de bron te minimaliseren.
Voegen we hieraan toe dat die normering zelf ook
steeds strenger wordt.
5.2.2.2. MONITORING EN RAPPORTAGE
Daarnaast moet het beleid worden ondersteund
door een monitoring- en rapportagesysteem.
Regelmatige metingen van emissies maken opvol-
ging mogelijk, zodat kan worden bijgestuurd waar
nodig. Door deze cijfers te communiceren, kiest
Roularta Media Group voor een transparant en
geloofwaardig beleid. Op gebied van luchtemis-
sies zijn er enerzijds de geregelde metingen en
analyses op de geleide emissiepunten en ander-
zijds een onderbouwde berekening van de diffuse
emissie. Beide zaken staan uitvoerig omschreven
in de solventenboekhouding.
241
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
240
243
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
Deze berekening van de diffuse
emissie is gebaseerd op de resulta-
ten van een studie, uitgevoerd door
het VITO i.s.m. Sitmae Consultancy,
in opdracht van Aminal, Afdeling
Algemeen Milieubeleid: ‘Solventricht-
lijn en de Grafische sector. In deze
studie wordt o.a. een opzet van een
solventboekhouding voor de sector
van de heatsetrotatie voorgesteld.
Deze is onder meer gebaseerd op
‘sectorkengetallen’ om verdamping
e.d. in te schatten. Deze kengetallen
worden geacht representatief te zijn
voor de sector.
Volgens de wettelijke bepalingen
vanuit Vlarem zijn de geleide emis-
siemetingen voor de naverbranders
jaarlijks tenzij het resultaat hoger ligt
dan 50% van de norm want dan moet
het halfjaarlijks.
De relevante diffuse emissies zijn
de niet afgevangen emissies van
vochtwateradditieven en van de rei-
nigingsmiddelen. De hoeveelheden
worden berekend aan de hand van
de gebruikte hoeveelheden vochtwa-
teradditieven en reinigingsmiddelen.
Daarvan wordt berekend hoeveel
solvent aanwezig is en hoeveel van
deze aanwezige solvent wordt afge-
voerd als afval. Van de hoeveelheid
die overblijft wordt berekend hoeveel
er werd afgevoerd naar de naver-
branding (op basis van ventilatie
luchtgroepen enerzijds en afzuig aan de machine
anderzijds). Wat overblijft – en dus niet eindigt als
afval of terechtkomt in de naverbrander – is de
diffuse uitstoot.
Merk op dat de metingen in de eerste plaats die-
nen als leidraad voor mogelijke aanpassingen en
verbeteringen.
Stel dat er zich een technisch probleem voordoet
dat zou kunnen leiden tot verhoogde emissies dan
treden andere maatregelen in actie. Stel dat een
naverbranderinstallatie zou uitvallen, dan valt de
betrokken pers ook uit. Op vandaag is dat voor
de magazinepersen één op één (elke pers heeft
een onafhankelijke oven) maar tot vóór de oven-
switch vielen de 3 persen uit bij een probleem met
de grote naverbrander. Het beleid en de aanpak
voor dergelijke incidenten is altijd en nog steeds
klaar en duidelijk dat er geen on-naverbrande uit-
stoot mag zijn. De goede verstandhouding met de
buren en de zorg voor het milieu zijn daarvoor veel
te belangrijk.
Deze technische ingreep waarbij de persen auto-
matisch uitvallen draagt er uiteraard toe bij dat
er geen incidenten meer zijn waarbij mogelijks
on-naverbrande lucht naar buiten zou kunnen
ontsnappen.
5.2.2.3. BEWUSTWORDING
Maar ook bewustwording speelt een belangrijke
rol. Training van personeel en gerichte informatie-
campagnes vergroten het inzicht in de voordelen
van emissiereductie en de praktische stappen die
nodig zijn om die te realiseren, wat ook het interne
draagvlak voor het beleid versterkt.
5.2.2.4. DUURZAAMHEIDSDOELEN
Tot slot is het essentieel om het emissiebeleid
te integreren in de bredere duurzaamheidsdoe
-
len. Eén van de Sustainable Development Goals
(SDG’s) die Roularta Media Group sinds een
aantal jaren nastreeft en monitort, is SDG 13
(klimaatactie). Het bedrijf kiest hierbij resoluut
voor een duurzamer energie- en grondstof
-
fenbeleid en streeft zo naar een significant
kleinere ecologische voetafdruk, in het bijzonder
CO
2
-neutraliteit in 2040 voor scope 1 en scope
2.
5.2.2.5. INTEGRALE AANPAK
Een doordacht emissiebeleid binnen een indus-
triële omgeving vereist een integrale aanpak,
waarbij technische oplossingen, regelgeving en
sociale betrokkenheid hand in hand gaan. Door
continu te evalueren en bij te sturen, blijft het
beleid effectief en toekomstbestendig.
Inzake wettelijke conformiteit verwijzen we naar
een aantal aangiftes en rapporteringen:
IMJV (integraal milieujaarverslag, jaarlijks
in te sturen naar de bevoegde Vlaamse
overheid): voor de site Roeselare zijn er
rubrieken rond emissiewaarden (voor lucht
en water), afvalstoffengegevens, de water-
balans en het energieverbruik
Opstellen van een solventenboekhouding
(jaarlijks, t.b.v. Vlaamse overheid)
In het jaarverslag van de milieucoördinator
worden alle zaken samengebracht en samen-
gevat. Dit verplicht document wordt jaarlijks
doorgenomen in het Comité voor Preventie en
Bescherming op het Werk (CPBW) tijdens de
overlegmeeting van april.
5.2.3. E2-2: MAATREGELEN
EN MIDDELEN WAT BETREFT
VERONTREINIGING
Zoals reeds aangehaald vergt
de implementatie van een goed
beleid preventieve maatregelen
om emissies aan de bron te mini-
maliseren. Een niet onbelangrijke
maatregel is een efficiënter gebruik
van grondstoffen. In het kader van
luchtemissies spreken we dan vooral
over een efficiënt gebruik van de
heatset-inkt. Zo kan je je bijvoor-
beeld afvragen of het drukken van
‘zwart’ het gevolg is van een menge-
ling van de vier kleuren of enkel van
het gebruik van ‘zwarte’ inkt.
Naast een efficiënt gebruik van de
grondstoffen zijn er ook de nood-
zakelijke beheersmaatregelen zoals
filters en rookgasreiniging. Door te
investeren in nieuwe technologieën,
kan de emissie vaak ook structureel
verminderen en zo zorgen voor een
positief effect op het milieu én kos-
tenbesparingen opleveren op lange
termijn. Een voorbeeld hiervan is de
stelselmatige vernieuwing van de
naverbranders door betere installa-
ties.
5.2.4. E2-3: DOELEN WAT BETREFT
VERONTREINIGING
Qua concrete doelstellingen op
vlak van emissies vertrekt Roularta
Media Group bij het gegeven dat de
materiële risico’s zich situeren binnen het druk-
kerijgebeuren en bij de vele wettelijke normen.
De onderneming heeft haar doelstellingen rond
emissies dan ook geformuleerd in functie van
de emissies zelf en niet gericht op de stoffen
die kunnen leiden tot die emissies. Deze doelen
zijn jaarlijks terugkerende doelen en zijn bijge
-
volg niet gericht op het bereiken van een target
tegen een bepaalde tijd. Roularta Media Group
vertrekt van het gegeven dat elk jaar opnieuw
dient gestreefd te worden naar het best moge
-
lijke resultaat op het vlak van emissies. Er is
bijgevolg ook geen bijzonder actieplan geba
-
seerd op het bereiken van een termijndoel in de
toekomst. Het actieplan is gericht op de actu
-
ele dagdagelijkse opvolging van de emissies.
Daarbij wordt voortdurend gekeken welke
potentieel betere technische oplossingen
voorhanden zijn of welke duurzamere alter
-
natieven kunnen worden gerealiseerd. Een
mooi voorbeeld hiervan is het elimineren
van isopropylalcohol (IPA). In het vochtwater
bevinden zich meestal stoffen die de opper
-
vlaktespanning beïnvloeden, zoals IPA en
andere additieven. Deze vochtadditieven zor
-
gen ervoor dat de flinterdunne waterfilm in
het vochtwerk en op de drukplaat intact blijft,
ondanks de hoge omwentelingssnelheid en
druk. In het jaar 2021 (nadat er in de context
van de COVID-19-pandemie heel veel vraag
was naar IPA) slaagde Roularta Media Group
erin het gebruik van IPA als vochtwateradditief
volledig uit te schakelen. Omdat er ondertus
-
sen ook een nog betere en fijnere afstelling op
de machines mogelijk is, was het niet nodig om
ter vervanging een ander product te gebruiken.
CSRD VERSLAG 2024
242
245
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
Roularta Media Group kijkt in dit verband naar
zowel de Europese als de Belgische en vooral
Vlaamse wetgeving en baseert haar doelstel-
lingen op het inktverbruik. Het inktverbruik is
tenslotte de basis voor alle andere vluchtige
organische stoffen (VOS), zoals vochtwateraddi-
tieven en reinigingsmiddelen. In deze is het niet
onbelangrijk om op te merken dat niet alle sol-
ventenverdampen’ en sommige solventen, die
gewoon worden afgevoerd en nabehandeld (zie
ook hoofdstuk E5), dus niet worden meegenomen
in deze doelstelling.
Het is vooral Vlarem II (en sinds 9 december 2024
Vlarem III) dat aan de basis ligt van een aantal
meetverplichtingen. Het zijn deze metingen die
worden getoetst aan de wettelijke emissiegrens-
waarden.
5.2.4.1. EMISSIEGRENSWAARDEN
De emissiegrenswaarde die Roularta Media
Group tot op heden als doelstelling vooropstelt,
is de verhouding tussen de totale emissiegrens-
waarde en het inktverbruik uitgedrukt in een
percentage. Niet enkel de geleide of de diffuse
emissie wordt in rekening genomen maar de
totale emissie en dat ten opzichte van het inkt-
verbruik. Ongeacht of het inktverbruik zelf stijgt
of daalt, moet altijd aan de emissiegrenswaarde
worden voldaan.
Deze verhouding mocht tot 8 december 2024 niet
hoger liggen dan 10%. Sinds 9 december 2024
is 4% het plafond, een spectaculaire normver-
strenging met in één klap meer dan 60%. Toch
heeft Roularta Media Group als doel minstens
50% beter te doen dan de norm, ofwel 5% vóór 9
december en amper 2% sindsdien.
Om het resultaat te berekenen
worden de geleide emissies en de
diffuse emissies opgeteld en dat
resultaat wordt dan gedeeld door
het totale inktverbruik.
We stellen vast dat het resultaat
voor 2024 gelijk is aan 1,05%. Dat
is nog steeds ruim onder de onder-
tussen geldende Vlarem III norm
van 4% en we behalen ook de
doelstelling om het minstens 50%
beter te doen dan de norm.
Merk op dat het resultaat van
2023 eveneens 1.05% bedroeg.
We kunnen daaruit afleiden dat
dit een zeer accurate indicator/
doelstelling is want ze kijkt niet
naar de absolute cijfers maar naar
de verhouding tussen 2 relevante
parameters. Met name enerzijds
de emissies en anderzijds het inkt-
verbruik.
5.2.5. E2-4: VERONTREINIGING
VAN LUCHT, WATER EN BODEM
De metingen gebeuren door de
interne dienst en worden bezorgd
aan een extern bedrijf dat instaat
voor het opstellen van de rappor-
teringen.
De metingen bestaan voornamelijk
uit het bijhouden van de gebruikte
volumes van producten. Deze wor-
den jaar na jaar bijgehouden.
De belangrijkste productgroepen die worden bij-
gehouden zijn:
Inkten
Reinigingsmiddelen
Vochtwateradditieven
Het aandeel van de reinigingsmiddelen bedraagt
zo’n 10% van dat van de inkten, de vochtwaterad-
ditieven landen verhoudingsgewijs op 2,5%.
Zoals reeds aangehaald, verdampt niet alles.
Waar dat bij inkten en vochtwateradditieven wel
het geval is, verdampt slechts een derde van reini-
gingsmiddelen. De overige twee derde bestaat uit
vervuild solvent dat wordt opgehaald of vermengd
zit met andere afvalstoffen, zoals poetsdoeken,
die eveneens worden opgehaald voor verdere ver-
werking.
Enkel vluchtige substanties (geleid of diffuus) val-
len onder de noemer ‘luchtemissie’. Opgevangen
solvent niet. Hetzelfde geldt voor andere produc-
ten die een solventrest bevatten (bv. poetsdoeken).
Omdat er voor deze stoffen en producten evenmin
sprake is van een afzonderlijke berekening, komen
ze niet aan bod in de solventboekhouding.
Water- en bodemverontreiniging zijn niet relevant
voor Roularta Media Group en dus geen punt van
discussie in dit rapport.
5.3. TOELICHTING EN
RAPPORTERING M.B.T. E5
MATERIAALGEBRUIK, EEN
CIRCULAIRE ECONOMIE
EN AFVALSTROMEN
In dit hoofdstuk worden het materiaalgebruik, de
circulaire economie en in het bijzonder de afval-
stromen besproken.
5.3.1. E2 IRO-1
Tijdens de DMA-oefening werden de risico’s van
Roularta Media Group geëvalueerd in functie van
duurzaamheid. Op basis van de scoring werd het
gegeven afval in het drukproces en meer specifiek
papierafval als een materieel gegeven beschouwd.
Op zich is dat niet verwonderlijk, aangezien bij
het drukproces van magazines, hoe efficiënt dat
ook verloopt, steeds een volume aan papier verlo-
ren gaat en rechtstreeks in de papierafvalstroom
terechtkomt.
5.3.1.1. BRONNEN VAN PAPIERAFVAL
De volgende bronnen van papierafval zijn van tel:
Het verlies van papier bij het voorbereiden van
de papierbobijn aan de drukpers
De papierrollen worden bij de fabrikant ingepakt
in een verstevigde beschermende verpakking. De
medewerker die de papierrollen voorbereidt (de
‘bobineur’), heeft een speciaal mes waarmee de
verpakking verwijdert kan worden zonder te veel
van het echte drukpapier te beschadigen. Deson-
danks gaat er altijd een klein aandeel
papier verloren.
Drukinschiet of opstartverlies
bij het opstarten van de drukop-
dracht
Bij elke nieuwe drukopdracht moet
de drukpers opnieuw op kleur komen,
waardoor de eerste exemplaren nooit
van voldoende hoge kwaliteit zijn.
Het komt er in deze fase op aan om
zo snel mogelijk de optimale kwali-
teit te bereiken. Snelheid is werkelijk
cruciaal omdat de drukpers zelf ook
steeds sneller gaat draaien.
Snijafval bij de afwerking
Bij het afwerken van een magazine
worden de katernen verzameld in
één magazine, dat dan nog langs
drie zijden netjes ‘gesneden’ wordt.
Snijafval is het gevolg en eveneens
een belangrijke oorzaak van papier-
verlies.
Het verlies door drukinschiet en snij-
afval wordt bepaald door een aantal
parameters, waaronder:
- De keuze van het papierformaat
en de technische mogelijkheden
van de drukpers
- De grootte van de oplage (het
aantal exemplaren)
- De kwaliteit van het papier
(kwaliteitsvol papier = minder
papierbreuk = minder heropstart
= minder papierverlies)
- Het gebruik van technologie, zoals het inline
kleurmeetsysteem dat de kleur op de pers
automatisch meet en er meteen gedrukt kan
worden
- Onvoldoende bobijnrest
Uitzonderlijk gaat er ook papier verloren op het
einde van het drukproces, wanneer wordt vastge-
steld dat de rest die nog op de bobijn overblijft
niet opnieuw ingezet kan worden.
Meestal wordt de bobijn opnieuw gestockeerd in
het papiermagazijn en later hergebruikt. Bij heel
specifieke papiersoorten die op vraag van een
klant werden ingezet, blijft de bobijn toch nog een
tijd in stock, vooraleer deze te verkopen (in het
slechtste geval als papierafval).
5.3.1.2. DRIE GROEPEN AFVAL
Papier is echter niet de enige vorm van afval. Dit
hoofdstuk behandelt het totale volume aan afval,
dat uiteenvalt in drie groepen:
Het afval dat rechtstreeks het gevolg is van
het drukproces (bv. papier, inktafval, ontwikkel
-
vloeistof, oplosmiddelen, verpakkingen, ... )
Het afval dat niet rechtstreeks het gevolg is van
het drukproces en waarvan de hoeveelheid dus
niet automatisch samenhangt met het volume
drukwerk of drukorders (bv. ijzerafval van de
oude droogovens, hout, batterijen, kabels, …)
Het afval van de burelen, inclusief het ‘een
-
malig afval’ ten gevolge van bijvoorbeeld een
verhuis van een kantoor of een afdeling of een
vernietiging van documenten na hun wettelijke
bewaartermijn. (bv. papier, gemengd stedelijk
afval of voedingsafval en verpakkingsmateri
-
aal.)
CSRD VERSLAG 2024
244
247
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
Roularta Media Group stelt alles in het werk om
het volume aan afval zoveel mogelijk te beperken.
Zo zijn overal in de drukkerij bordjes zichtbaar
met daarop het opschrift: papier is een kostbare
grondstof. Bij afvalbeheer is het tenslotte cruci-
aal dat medewerkers dagelijks herinnerd worden
aan de doelstellingen van het bedrijf.
5.3.2. E5-1: BELEID TEN AANZIEN VAN
MATERIAALGEBRUIK EN CIRCULAIRE
ECONOMIE
Roularta Media Group hanteert het 3R-uit-
gangspunt: Reduce (verminderen), Reuse
(hergebruiken) en Recycle (recycleren). Een
beleid dat al vele jaren duidelijk tot uiting komt
binnen verschillende geledingen van het bedrijf.
Niet alleen in de drukkerij is dat beleid belang-
rijk maar ook in de kantooromgeving wordt dit
beleid uitgerold. Zo is het aantal kantoorprinters
gedaald, zijn de plastic bekers vervangen door
stenen koffiekoppen, kennen de verwarming en
koeling een optimale afstelling, kwamen er led-
lampen in de plaats van gloeilampen, enz.
Omdat het afvalbeleid in dit opzicht ook veel
breder is dan enkel de drukkerij ligt de eind-
verantwoordelijkheid hiervoor bij het Susco
waardoor er voldoende aandacht is voor alle
interne stakeholders.
5.3.3. E5-2: BELEID EN MIDDELEN INZAKE
MATERIAALGEBRUIK EN CIRCULAIRE
ECONOMIE
Op vlak van materiaalgebruik en de circulaire
economie is het credo wellicht: geen beleid
zonder middelen. Niet voor niets kopte de
persmededeling van 17 september 2024:
“Roularta Printing investeert dit
najaar in een extra energie-efficiënte
installatie om magazines in duur-
zame papieren wikkels te verpakken.
Met deze investering anticipeert de
drukkerij van Roularta Media Group
op de uitfasering van plastic verpak-
king en verstevigt ze haar positie als
innovatieve, duurzame drukpartner
voor binnen- en buitenlandse medi-
atitels.”
Daarmee werd verwezen naar
een gespecialiseerd systeem voor
het verpakken van magazines in
papieren wikkels met een aanschaf-
fingswaarde van 1,5 miljoen euro
(Toelichting 15 in de jaarrekening–
Machines).
Een bijzonder traject heeft te maken
met de aluminium drukplaten. Rou
-
larta Media Group koopt deze
drukplaten niet aan maar betaalt de
leverancier voor het gebruik ervan.
Op die manier voert het bedrijf ze niet
af als afval en is het de leverancier
die bij een levering ook de oude pla
-
ten terug meeneemt voor recyclage.
De fabricage van de platen valt wel
onder E1 in scope 3, omdat Roularta
Media Group dezelfde platen niet her
-
gebruikt maar er nieuwe ontvangt.
Ook de warmterecuperatie bij de
droogovens van de magazineper-
sen is een voorbeeld van circulariteit
waarbij zowel reduce (minder gas) als reuse
(hergebruik warmte) aan bod komen. Om de
warmte niet zomaar verloren te laten gaan,
wordt ze ingezet voor het verwarmen van de
burelen in Roeselare. De warmtewisselaars die
nodig zijn om dat mogelijk te maken, werden
geïnstalleerd bij het plaatsen van de nieuwe
droogovens met geïntegreerde naverbranders.
Het product met de grootste impact in het
kader van “recycle, blijft echter het papier
zelf. Al het papier dat Roularta Media Group
gebruikt voor de eigen titels is FSC- en/of
PEFC-gecertificeerd en bovendien 100% recy-
cleerbaar.
En dan is er ook het bannen van plastic en
het verduurzamen van de verpakking door
het gebruik van paper wrap, wat een bespa-
ring oplevert van 30 kilometer plastic folie
per 100.000 exemplaren. Hierbij beseft Rou-
larta Media Group wel dat de medaille ook een
keerzijde heeft en dat het produceren van het
papier voor dit type verpakking in bepaalde
omstandigheden meer CO
2
-uitstoot veroor-
zaakt. Tegelijk is Roularta Media Group ervan
overtuigd dat het precies in het kader van
E5 absoluut noodzakelijk is om zoveel moge-
lijk plastic te vermijden. Het is dus zaak om
een evenwicht te vinden tussen enerzijds de
CO
2
-uitstoot voor de productie van de verpak-
king en anderzijds de milieu-impact op vlak
van afval en downstream-vervuiling.
Waar Roularta Media Group al in 2022 en 2023
de eerste stappen ondernam wat de vervan-
ging van plastic betreft, zette deze trend zich
in 2024 door met titels als Libelle en Trends.
Intussen zijn ook een aantal belangrijke nati-
onale en internationale klanten, zoals The
Economist, overgestapt op de papieren vari-
ant.
Een laatste maar daarom niet minder
belangrijk item is natuurlijk geheel van geno-
men maatregelen van de voorbije jaren in het
kader van het optimaliseren van de afvalver-
zameling, -stockage en -ophaling. In dat licht
stelde Roularta Media Group een overzicht op
van alle afvalstromen, recipiënten, afhaal-
plaatsen en vereist intern transport, om zo
een afval- en actieplan voor de organisatie
van een efficiënt afvalpark te bekomen. Dit
alles heeft de voorbije jaren geleid tot:
Afvaleilanden in de productieomgeving,
met onder meer vaste plaatsen voor hou-
ders en signalisatieborden met duidelijke
kleurencodes
PMD- en papierverzamelpunten, ook in
de kantooromgeving
Andere recipiënttypes voor specifieke
afvalstromen
Een perscontainer met kipinrichting en
geschikte rolcontainers
Extra containers in het afvalpark
Een overdekte opstelling voor KGA en
andere kleiner afval (bv. lampen, lege
bidons, …)
Een ruime, veilige wisselplaats voor
containers en een geluidsberm die de
lawaaihinder inperkt
Automatisatie afvoer van de inschiet van
drukpersen via een ondergrondse trans-
portband
5.3.4. E5-3: DOELEN WAT BETREFT
MATERIAALGEBRUIK EN CIRCULAIRE
ECONOMIE
De doelstellingen inzake materiaalgebruik en
de circulaire economie focussen enerzijds op
de wetgeving en anderzijds op de aard en het
gebruik van de grondstoffen.
Wat betreft het voldoen aan de geldende wetge-
ving gaat het om de wettelijke voorschriften rond
het gebruik, maar ook om de regels met betrek-
king tot de rapportering over dat gebruik en het
bijhorende afvalbeheer.
De voornaamste wetgeving omtrent afval zit ver-
vat in het Besluit van de Vlaamse Regering van
17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams
reglement betreffende het duurzaam beheer van
materiaalkringlopen en afvalstoffen (Vlarema).
In vb. artikel 4.3.2. staan de 29 afvalstromen
vermeld die bedrijfsmatig selectief moeten inge-
zameld worden.
Maar daarnaast zijn er ook een aantal verplichte
aangiftes zoals:
IMJV (integraal milieujaarverslag), jaarlijks
tegen 15 maart in te dienen bij de bevoegde
Vlaamse overheid
Aangifte van de afvalwaterparameters
(debiet en vuillast) in functie van de jaarlijkse
heffing, in te dienen bij VMM
Aangifte van verpakkingsafval van de secun-
daire en tertiaire verpakkingen bij IVcie (via
Val-I-Pac): - Preventieplan Verpakking t.b.v.
IVcie, via sectorfederatie Febelgra. 3-jaren-
plan met jaarlijkse evaluatie door Febelgra/
Fedustria.
Bijhouden van afvalstoffenregister met
de gegevens van alle afvalophalers en
-verwerkers
Bijhouden van register van periodiek
onderhoud of vereiste EDTC-controles
op basis van milieuvoorschriften (bv.
tweejaarlijkse controle op de kathodi-
sche bescherming van ondergrondse
afvaltanks)
Al deze verplichtingen vormen een eerste
drijfveer om gericht een aantal zaken
bij te houden of uit te voeren wat afval-
stoffen betreft.
Wat betreft de doelstellingen rond de aard
en het gebruik van de grondstoffen
werden een aantal specifieke targets
bepaald (zie ook hoofdstuk 2):
Al het papier voor eigen activiteiten
moet PEFC- of FSC-gecertificeerd zijn
Al de inkt moet Blue Angel-gecertifi-
ceerd zijn
Minstens 80% van het papier moet
worden aangekocht bij leveranciers die
SBTi-gecertificeerd zijn
Minstens 50% van de inkt moet wor-
den aangekocht bij leveranciers die
SBTi-gecertificeerd zijn
De resultaten van bovenstaande doelstel-
lingen zijn te vinden onder hoofdstuk 3
“Resultaten targets en KPI’s 2024.
Op het vlak van recycleerbaarheid werden
tot op heden geen concrete targets bepaald
maar uit de cijfers die in het hoofdstuk
hierna worden besproken blijkt dat meer
CSRD VERSLAG 2024
246
249
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
dan 95% van de materiaaluitstromen gerecycleerd
wordt.
Bovendien noteren we dat het ‘gevaarlijk’ afval
beperkt is tot minder dan 1% van het totaal.
Wanneer we vergelijken met de voorgaande jaren
dan is dat eigenlijk een constante.
Tot slot ligt de focus qua afvalbeheer minder op
niet-gevaarlijke materialen, omdat die gepaard
gaan met niet-gevaarlijk afval maar vooral op
gevaarlijk afval en de mogelijke impact daarvan
op het milieu. Het is ook niet verwonderlijk dat
binnen de scope 3.5. ’uitstoot als gevolg van de
verwerking productieafval’ het grootste aandeel in
emissies niet afkomstig is van papier maar wel van
de andere soorten afval.(zie hoofdstuk 5.1.9.1.8)
5.3.5. E5-5: MATERIAALUITSTROMEN
Hiernaast de tabel met het overzicht afval uit eigen
operaties uitgedrukt in ton.
Voor de berekening van de hoeveelheid werd
gebruik gemaakt van de concrete data van de
ophalingen door de diverse leveranciers met uit-
zondering van het kantoor Sint-Denijs-Westrem
(Kortrijksesteenweg 104) waarbij gebruik werd
gemaakt van een proportionele berekening ver-
trekkend van het volume afval van de kantoren van
BMC (Raketstraat 40, Haren) en met uitzondering
van het afval voor de Duitse burelen waar geen
specifiek data werd gebruikt maar werd gewerkt
met een aanname op basis van FTE ten opzichte
van Roularta Media Nederland (om geen vertekend
beeld te krijgen ten gevolge van de drukkerij-acti-
viteiten)
6. S = SOCIAL
6.1. TOELICHTING EN RAP-
PORTERING M.B.T. SOCIALE
AANGELEGENHEDEN: S1 -
EIGEN PERSONEEL
In dit hoofdstuk komen de sociale aspecten van het
ESG-model aan bod. Dat luik kent vier onderdelen:
S1: het eigen personeel
• S2: het personeel in de waardeketen (voorna-
melijk de leveranciers)
S3: de maatschappij in het algemeen (vooral
groepen, culturen en gemeenschappen)
S4: consumenten en eindgebruikers, een groep
die bij Roularta Media Group uiteenvalt in
B2B-klanten (opdrachtgevers, adverteerders,
) en B2C-klanten (lezers, surfers, kijkers, luis-
teraars, …)
De DMA situeerde de aandachtspunten voor Rou-
larta Media Groep vooral onder de onderdelen S1 en
S4, met een bijkomend entiteitspecifiek item voor S3.
6.1.1. SBM-3: MATERIËLE IMPACTEN, RISICO’S EN
KANSEN EN DE WISSELWERKING MET STRATEGIE
EN BUSINESSMODEL
Uit de dubbele materialiteitsanalyse bleek dat de
thema’s ‘diversiteit’ en ‘het aantrekken en behouden
van werknemers’ materieel zijn voor het volledige
personeelsbestand van Roularta Media Group, en
dus niet louter voor bepaalde (minderheids)groepen
of specifieke activiteiten binnen de organisatie.
Het vaste personeelsbestand van Roularta
Media Group telt per 31 december 2024 1268
mensen over België en Nederland. Daarnaast
doet Roularta Media Group een beroep op
freelancejournalisten, -grafici en -fotografen
voor het aanleveren van kwalitatieve content
in België en Nederland.
6.1.1.1. IMPACT TRANSITIEPLANNEN
De verwachting op heden is dat de transi-
tieplannen gericht op het verminderen van
negatieve milieueffecten, het vergroenen van
activiteiten en het realiseren van klimaatneu-
traliteit (E1) geen materiële gevolgen zullen
hebben voor het eigen personeel.
6.1.1.2. INCLUSIEF PERSONEELSBELEID
Roularta Media Group hanteert een inclu-
sief personeelsbeleid met als doel talentvolle
medewerkers
1
aan te trekken en aan boord te
houden. De onderneming is ervan overtuigd
dat een representatief personeelsbestand
haar het beste wapent tegen de uitdagin-
gen van een zeer competitieve mediawereld.
Tegelijk krijgt het principe van diversiteit
op zich veel aandacht, waarbij het tevens
streeft naar een efficiënte samenwerking in
een context van persoonlijke verschillen. Die
basisfilosofie speelt niet alleen een rol bij de
instroom van nieuwe medewerkers, maar ook
bij de verdere doorstroom, groei en ontwikke-
ling van de huidige personeelsleden. Roularta
Media Group weet dat een divers en inclusief
personeelsbeleid leidt tot meer motivatie,
betere performantie en duurzame vooruit-
gang.
Wanneer we de materiaaluitstroom
van Roularta Media Group een beetje
meer in detail bekijken volgens de drie
groepen afval die we beschreven in
hoofdstuk 5.3.1.2 hierboven en de cij-
fers van de tabel ‘vertalen’ naar die drie
groepen dan kunnen we de volumes als
volgt opdelen:
Uitstroom rechtstreeks gelieerd aan
drukkerij-productie volume: meer
dan 94%
Uitstroom drukkerij-activiteit maar
onafhankelijk van productie: iets
meer dan 2%
Uitstroom burelen: minder dan 5%
Wanneer we kijken naar het soort afval,
dan vallen eigenlijk maar twee cijfers op:
In de eerste plaats papier dat goed
is voor meer dan 95% van het
niet-gevaarlijk en recycleerbaar
afval. Voor de oorzaak van dit grote
volume aan papierafval: zie hoofd-
stuk 5.3.1.1 hierboven.
En in de tweede plaats het ‘gevaarlijk
afval’ dat slechts 0,73% vertegen-
woordigt van het totaal afvalvolume.
We kunnen bijgevolg besluiten dat Rou-
larta Media Group, omwille van de aard
van haar drukkerij-activiteiten een niet
onbelangrijke hoeveelheid ‘afval’ gene-
reert maar bij nader inzien bestaat dit
hoofdzakelijk uit papier (zie ook hiervoor
hoofdstuk 5.3.1.1 ‘bronnen van papieraf-
val’) en bovendien wordt meer dan 95%
van dat afval gerecycleerd.
OVERZICHT UIT EIGEN OPERATIES
HOEVEELHEDEN IN TON
Gevaarlijk afval toegeleid naar verwijdering 59,56
voor verbranding
13,97
voor stort
0,00
voor andere behandeling
45,58
Gevaarlijk afval dat werd omgeleid van verwijdering 7,04
voor voorbereiding hergebruik
0,22
voor recycling
6,82
voor andere nuttige toepassing(en)
0,00
Niet-gevaarlijk afval toegeleid naar verwijdering 364,58
voor verbranding
100,17
voor stort
1,58
voor andere behandeling
262,83
Niet-gevaarlijk afval dat werd omgeleid van verwijdering 8630,94
voor voorbereiding hergebruik
3,48
voor recycling
8627,46
voor andere nuttige toepassing(en)
0,00
Totale hoeveelheid niet-gerecycleerd afval
427,84
Percentage niet-gerecycleerd afval
4,72
Totale hoeveelheid gerecycleerd afval
8634,28
Totale hoeveelheid gevaarlijk afval
66,60
Totale hoeveelheid radioactief afval
0,00
Totale hoeveelheid niet-gevaarlijk afval
8995,52
Algemeen totaal
9062,12
1
Onder medewerkers worden verstaan: personen met een arbeidscontract, stagiairs, uitzendkrachten en freelancers.
CSRD VERSLAG 2024
248
In het kader van de huidige ‘war for talent’ is
het essentieel dat Roularta Media Group zich
onderscheidt als een aantrekkelijke werkgever.
Het aantrekken en behouden van talentvolle
werknemers is cruciaal voor het mediabedrijf
en dat om verschillende redenen.
Allereerst zorgt een sterk en getalenteerd team
voor de creatie van hoogwaardige journalis-
tieke producten en mediaproducten, wat de
concurrentiepositie versterkt en groei en inno-
vatie mogelijk maakt. Talentvolle medewerkers
brengen nieuwe ideeën en perspectieven aan
die essentieel zijn om de strategische wend-
baarheid en capaciteit om in te spelen op
veranderende marktomstandigheden en tech-
nologische ontwikkelingen te garanderen.
Daarnaast draagt een hoge retentiegraad bij
tot een stabiele en productieve werkomge-
ving. Het terugdringen van personeelsverloop
helpt om de kosten van werving en training
van nieuwe medewerkers te minimaliseren. Dit
stelt Roularta Media Group in staat om meer
te investeren in de ontwikkeling en het welzijn
van de huidige medewerkers, wat hun betrok-
kenheid en tevredenheid verder vergroot.
Een betrokken en tevreden team leidt tot een
hogere productiviteit, betere samenwerking en
uiteindelijk betere resultaten voor het bedrijf.
Het aantrekken en behouden van talentvolle
werknemers is dus niet alleen een operationele
noodzaak, maar ook een strategische prio-
riteit die bijdraagt aan de groei, innovatie en
duurzaamheid van het mediabedrijf. Het biedt
Roularta Media Group de kans om haar doelen
te bereiken en haar missie te vervullen, terwijl ze
een positieve impact heeft op haar medewerkers
en de bredere gemeenschap.
6.1.2. S1-1: BELEID TEN AANZIEN VAN EIGEN
PERSONEEL
Roularta Media Group hecht veel belang aan het
waarborgen van de rechten en het welzijn van
haar medewerkers. Ze erkent de fundamentele
mensenrechten zoals vastgelegd in de UN Guiding
Principles on Business and Human Rights (UNGP’s),
in de Verklaring van de Internationale Arbeidsor-
ganisatie (IAO) inzake fundamentele principes en
rechten op het werk, en in de OESO-richtlijnen
voor Multinationale Ondernemingen.
6.1.2.1. BASISAFSPRAKEN
Deze principes vormen de basis van het beleid en
de bedrijfsvoering van Roularta Media Group. De
basisafspraken zijn opgenomen in het arbeids-
reglement, alsook voor België in een globaal
preventieplan en voor Nederland in een risi-
co-inventarisatie. Een belangrijk onderdeel zijn
de beleidslijnen met betrekking tot de klokken-
luidersprocedure, conform de Europese richtlijn
2019/1937 en aangevuld met het beleid rond ver-
trouwenspersonen. De verantwoordelijkheid voor
de uitvoering van dit beleid ligt bij het executive
management committee bestaande uit de CEO, de
COO, de voorzitter, de directeur Human resources
en de CFO. Dit beleid geldt voor alle medewerkers
2
.
6.1.2.2. KLOKKENLUIDERSPROCEDURE EN
VERTROUWENSPERSONEN
Bij Roularta Media Group wordt de klokken-
luidersprocedure en het systeem met vertrou-
wenspersonen, die vaste medewerkers van de
organisatie zijn, gezien als cruciale instrumenten
voor het waarborgen van een veilige
en respectvolle werkomgeving waarin
medewerkers zich gesteund voelen
om problemen of misstanden te mel
-
den.
Zo onderstreept Roularta Media
Group haar toewijding aan het res-
pecteren en het beschermen van de
mensenrechten van al haar mede-
werkers en haar streven naar een
inclusieve en rechtvaardige werk-
cultuur. Deze aanpak draagt dan ook
direct bij aan de essentiële pijlers
van het mensenrechtenbeleid:
6.1.2.2.1. EERBIEDIGING
VAN MENSENRECHTEN EN
ARBEIDSRECHTEN
De klokkenluidersprocedure biedt
medewerkers een vertrouwelijk en
toegankelijk kanaal om zorgen te
uiten over mogelijke schendingen
van mensen- of arbeidsrechten.
Vertrouwenspersonen spelen hierbij
een sleutelrol door te luisteren, te
ondersteunen en passende vervolg-
stappen te coördineren, wat zorgt
voor een directe bescherming en
handhaving van de rechten van alle
medewerkers.
6.1.2.2.2. BETROKKENHEID VAN
MEDEWERKERS
Door vertrouwenspersonen uit het
eigen personeelsbestand aan te
stellen, versterkt Roularta Media
Group de verbinding met haar mede-
werkers. Deze vertrouwenspersonen
fungeren als laagdrempelige con-
tactpunten die een brug slaan tussen
het personeel en het management.
Dit bevordert de dialoog en geeft
medewerkers een actieve stem in het
verbeteren van arbeidsomstandig-
heden en mensenrechtenpraktijken.
6.1.2.2.3. HERSTELMAATREGELEN
VOOR MENSENRECHTENIMPACT
De combinatie van een goed func-
tionerende klokkenluidersprocedure
en de inzet van vertrouwensperso-
nen maakt het mogelijk om snel te
reageren op mogelijke schendin-
gen van mensenrechten binnen de
organisatie. Door gerichte acties te
ondernemen en herstelprocessen
te faciliteren, waarborgt Roularta
Media Group dat eventuele nega-
tieve impact op medewerkers tijdig
wordt aangepakt en waar nodig her-
steld.
6.1.2.3. DISCRIMINATIEBELEID
Naast het klokkenluidersbeleid
beschikt Roularta Media Group over
een specifiek beleid om discrimi-
natie (met inbegrip van intimidatie)
uit te bannen en gelijke kansen te
stimuleren. Het HR-departement is
verantwoordelijk voor de onderteke-
ning van het ‘duurzaamheid Happie
engagement’ door elke werknemer.
Hierbij verklaart de werknemer
om mee te bouwen aan een betere
wereld voor morgen, onder het motto ‘One Team,
One Family, One Planet. De werknemer erkent zich
te gedragen volgens de HAPPIE-principes, waar-
bij elke letter staat voor een uniek aspect van de
bedrijfscultuur. De letter A bestrijdt discriminatie
in de breedste zin van het woord: ras en etnische
afkomst, huidskleur, gender, seksuele geaardheid,
genderidentiteit, beperking, leeftijd, religie, poli-
tieke overtuiging, nationale afkomst of sociale
afkomst, of andere vormen van discriminatie die
onder Uniewet- en -regelgeving en nationale wet-
geving vallen.
6.1.2.4. AANTREKKELIJKE WERKGEVER
Roularta Media Group profileert zich als een aan-
trekkelijke werkgever via een breed scala aan
initiatieven: Roularta Media Group Ambassadeurs,
een zorgvuldig uitgewerkt onboarding-proces,
Fun@Work-activiteiten, Roularta Media Group
Academies en de HAPPIE-principes gericht op
zinvolle bijdragen, respect, vertrouwen, initiatief
en innovatie. Door deze elementen centraal te
stellen in zijn personeelsbeleid, slaagt het bedrijf
erin niet alleen toptalent aan te trekken, maar ook
een werkomgeving te creëren waarin medewer-
kers zich thuis voelen en optimaal kunnen groeien
binnen de organisatie. Dit engagement zag zich
vertaald in een mooie erkenning: in 2024 werd
Roularta Media Group door Randstad Research
uitgeroepen tot meest aantrekkelijke werkgever
van West-Vlaanderen en behaalde het de 8ste
plaats in Vlaanderen.
Belangrijk om weten is dat er vandaag geen
sluitende uniformiteit is tussen de procedures
en beleidslijnen in België en in Nederland. De
voornaamste oorzaak schuilt in de aanwezige
2
Onder medewerkers worden verstaan: personen met een arbeidscontract, stagiairs, uitzendkrachten en freelancers.
251
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
250
253
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
cultuurverschillen (en uiteraard in de wettelijke
verschillen en in het feit dat een aantal beleidslij-
nen ook de goedkeuring van de ondernemingsraad
vergen, geen evidentie in het licht van die cul-
tuurverschillen). Het is dus perfect mogelijk dat
de afspraken omtrent thuiswerk in België funda-
menteel verschillen van de afspraken rond hybride
werken in Nederland. Hoe dan ook bestaan zowel
in België als in de Nederland de nodige procedures
om te waarborgen dat het welzijn van het eigen
personeel centraal staat.
6.1.2.5. INTRANET
De procedures en beleidslijnen worden via de
intranetpagina en in verschillende talen beschik-
baar gesteld aan de medewerkers. Ook worden
ze op de hoogte gebracht van deze beleidslijnen
door middel van diverse trainings- en communi-
catie-initiatieven.
6.1.3. S1-2: PROCESSEN OM
MET EIGEN PERSONEEL EN
WERKNEMERSVERTEGENWOORDIGERS TE
OVERLEGGEN OVER IMPACTEN
De open en transparante bedrijfscultuur van
Roularta Media Group bevordert een sterke betrok-
kenheid van haar medewerkers. Daarbij is plaats
voor zowel informele als formele communicatie,
met in het informele luik frequente één-op-één-
gesprekken tussen managers en medewerkers,
teamvergaderingen en andere overlegmomenten.
Op formeel vlak verzamelt het HR-departement
op gestructureerde wijze feedback, via de jaar-
lijkse medewerkerstevredenheidsenquête, een
specifieke enquête over het onboarding-proces
en een suggestiebox waarin medewerkers vrijuit
uiteenlopende onderwerpen kunnen aankaarten.
Deze mix van open communicatie en
regelmatige feedback stelt Roularta
Media Group in staat om voortdu-
rend in te spelen op de behoeften en
ideeën van haar medewerkers en de
werkomgeving te optimaliseren. De
verantwoordelijkheid voor deze over-
legvormen berust bij de directeur
Human resources.
Elke derde donderdag van de maand
voorziet Roularta Media Group een
Catch-Up. In deze webinar krijgt de
medewerker een stand van zaken over
lopende projecten en kan de mede-
werker hier ook vragen over stellen.
De processen omtrent loopbaan-
ontwikkeling bevorderen check-ins
tussen managers en medewerkers. Er
worden jaarlijks reflectiegesprekken
georganiseerd, met daarin aandacht
voor de groei, prestaties en toekomst
van de medewerkers. Tot slot overlegt
Roularta Media Group maandelijks
met de ondernemingsraden.
6.1.4. S1-3: PROCESSEN VOOR
HERSTEL VAN NEGATIEVE
IMPACTEN EN KANALEN VOOR
EIGEN PERSONEEL OM ZORGEN
KENBAAR TE MAKEN
Roularta Media Group zet zich in
voor waardig werk, zoals beschre-
ven in SDG 8, en creëert een veilige
werkomgeving waarin medewerkers
zich gehoord en gesteund voelen.
Medewerkers kunnen eventuele zorgen anoniem
melden via de klokkenluidersprocedure, waarbij
interne vertrouwenspersonen (die zijn gebonden
door confidentialiteit) een belangrijke rol spelen
om de drempel tot melden te verlagen. De interne
vertrouwenspersonen bekleden geen manage-
mentfunctie, wat bijdraagt aan de toegankelijkheid
voor medewerkers.
6.1.4.1. WAT IS KLOKKENLUIDEN?
De definitie van klokkenluiden luidt als volgt: “Het
bekendmaken door huidige of voormalige mede-
werkers van illegale, immorele of niet-legitieme
praktijken in een werkgerelateerde context die
onder de controle vallen van hun werkgever of
opdrachtgever.”
6.1.4.2. ONDERSTEUNING VOOR
KLOKKENLUIDERS
Roularta Media Group erkent de waarde van klok-
kenluiders. Hun meldingen stellen het bedrijf in
staat om wangedrag actief op te sporen, te onder-
zoeken en maatregelen te nemen om dergelijke
praktijken in de toekomst te voorkomen. Zon-
der deze meldingen zou dergelijk gedrag mogelijk
onopgemerkt blijven.
6.1.4.3. MELDKANALEN
Het bedrijf moedigt medewerkers aan om wan-
gedrag in eerste instantie te melden via de
gebruikelijke hiërarchische kanalen, zoals hun
directe leidinggevende of opdrachtgever. Als dit
geen optie is, kunnen medewerkers terecht bij
interne vertrouwenspersonen of de preventieadvi-
seur psychosociaal welzijn (PAPS).
Ook meldingen via externe kanalen zijn mogelijk.
6.1.4.4. BESCHERMING VAN
VERTROUWELIJKHEID
De identiteit van de klokkenluider en van de in de
melding via een intern kanaal vernoemde betrok-
ken (derde) partijen zal te allen tijde worden
beschermd en vertrouwelijk worden gehouden.
6.1.4.5. RAPPORTERING EN OPVOLGING
De interne meldkanalen rapporteren minimaal
eenmaal per jaar geanonimiseerd aan de pre-
ventiedienst. Deze rapportages omvatten een
overzicht van de ontvangen meldingen, het
onderzoek ervan en de genomen acties, zonder de
identiteit van de betrokkenen prijs te geven. Alle
meldingen, zowel formeel als informeel, worden
opgenomen in het jaarverslag van de preven-
tiedienst, inclusief de daaropvolgende acties.
De meldingen in Nederland, afkomstig van een
externe vertrouwenspersoon, worden jaarlijks
geanonimiseerd opgenomen in de rapportage aan
de organisatie.
Dit beleid is geïntegreerd in het arbeidsreglement.
Door ondertekening van het reglement verklaren
de werknemers van Roularta Media Group op de
hoogte te zijn van deze richtlijnen.
6.1.5. S1-4: ACTEREN OP MATERIËLE
IMPACTEN OP EIGEN PERSONEEL,
EN BENADERINGEN OM WAT EIGEN
PERSONEEL BETREFT MATERIËLE
RISICO’S TE BEHEERSEN EN MATERIËLE
KANSEN TE BENUTTEN, EN DE
EFFECTIVITEIT VAN DIE MAATREGELEN
6.1.5.1. DIVERSITEIT
Roularta Media Group zet zich actief in voor een
inclusieve en diverse werkomge-
ving, waar alle medewerkers gelijke
kansen krijgen om te groeien en te
excelleren. Een inspirerend voorbeeld
hiervan is Sidney Taverne, die met
trots het motto ‘Girl Power bij Rou-
larta Printing’ belichaamt. Op amper
19-jarige leeftijd maakt ze al deel uit
van het vaste team aan de Lithoman
72. Studeren deed Sidney aan het VTI
in Brugge, waarna ze afzwaaide in
de richting Print Media. Haar verhaal
illustreert het potentieel en de ambi-
tie die Roularta Media Group graag
ondersteunt: een jonge talentvolle
vrouw die schittert aan de Roese-
laarse drukpers.
Om diversiteit en inclusie verder te
bevorderen, organiseert Roularta
Media Group regelmatig fun@
work-evenementen. Een voorbeeld is
‘Een avondje met #Straffemadam-
men’, een evenement op Internationale
Vrouwendag gericht op vrouwen
binnen de organisatie. Met dit soort
acties blijft Roularta Media Group
niet alleen streven naar een diverse
werkvloer, maar ook naar een cultuur
waarin iedereen zich gewaardeerd en
betrokken voelt.
De inspanningen worden meetbaar
gemaakt via concrete doelstellingen,
zoals het organiseren van een mini-
mum aantal fun@work-sessies (zie
ook hoofdstuk S1-5).
Met het oog op 2025 engageert Roularta Media
Group zich om de reeds geboekte vooruitgang
verder te versterken. Het bedrijf blijft zich actief
richten op het bevorderen van een diverse en
inclusieve werkomgeving, waarin iedereen gelijke
kansen krijgt om bij te dragen en te groeien.
6.1.5.2. AANTREKKEN EN BEHOUDEN VAN
WERKNEMERS
De organisatie volgt een uitdagend innovatie-
traject (zie ook onderwerp Digitale innovatie) en
wil haar positie als marktleider in het magazine-
landschap blijven verzekeren. Daarom wordt sterk
ingezet op digitalisering, innovatie en nieuwe ver-
dienmodellen. Het aantrekken van nieuw talent
en het stimuleren van medewerkers om zich ver-
der te ontwikkelen in een aangename, familiale
omgeving met aandacht voor welzijn, continue
opleiding en respect voor elkaars eigenheid, zijn
daarbij prioritair.
Om nieuw talent te vinden, lanceerde Roularta
Media group in 2024 de employer branding-cam-
pagne ‘Ready to create media with impact? Press
to switch!, met de focus op jonge, digitale profielen
die houden van een uitdaging. Hun – voornamelijk
digitale – skills zijn broodnodig om samen met de
IT-, data- en marketingteams te bouwen aan het
medialandschap van morgen.
Een doordachte en goed uitgewerkte aanwer-
vingsprocedure is cruciaal voor het aantrekken
van talent. Klemtonen daarin zijn rekening houden
met de volledige candidate journey, de betrok-
kenheid van de desbetreffende business unit en
een professionele aanpak. Het onboarding-pro-
ces wordt jaarlijks geëvalueerd en waar nodig
CSRD VERSLAG 2024
252
255
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
bijgestuurd op basis van een tevreden-
heidsenquête. De tevredenheidsscore
hiervan wordt gemonitord als een spe-
cifieke doelstelling (S1-5).
In 2024 werd een nieuw opleidings-
initiatief geïntroduceerd, waarbij elke
bediende recht heeft op drie dagen
training. Dat biedt meer kansen voor
persoonlijke en professionele groei
en geeft medewerkers de kans hun
vaardigheden verder te ontwikkelen.
Het aantal uren training geldt daar-
bij als een nauwkeurig op te volgen
doelstelling. Aansluitend is ook het
Erasmus-traject een uniek initiatief
dat bijdraagt tot individuele groei en
ontwikkeling. Hierbij krijgen de mede-
werkers de kans om een dagje mee te
draaien op een andere afdeling.
Roularta Media Group investeert op
continue basis in nieuwe faciliteiten voor
haar medewerkers. Zo werd in oktober
2024 de nieuwe bar Jos in BMC offici-
eel geopend. Dit is een multifunctioneel
restaurant waar zowel eigen medewer-
kers als bezoekers van ’s morgens tot
’s avonds welkom zijn. Ingericht met
een sanitair blok, een magazinedisplay,
hoge tafels, ronde tafels en terrastafels,
een projectiescherm, microgolfovens,
een koffiebar en waterdispenser, is het
de plek bij uitstek om te connecteren. In
samenwerking met Food&I kunnen de
medewerkers er bovendien rekenen op
een eigen chef, die elke dag een dag-
schotel op tafel tovert.
Om de impact van al deze acties te meten,
wordt het aantal aanwervingen en de
uitstroom jaarlijks geregistreerd en geana-
lyseerd.
Met het oog op de toekomst blijft de orga-
nisatie investeren in het ontwikkelen van de
talenten en vaardigheden van haar mede-
werkers, zodat zij zich kunnen ontplooien
en optimaal bijdragen aan het succes van
de organisatie.
6.1.6. S1-5: DOELEN WAT BETREFT HET
BEHEERSEN VAN MATERIËLE NEGATIEVE
IMPACTEN, HET BEVORDEREN
VAN POSITIEVE IMPACTEN EN HET
BEHEERSEN VAN MATERIËLE RISICO’S EN
KANSEN
Jaarlijks stelt het Sustainability Committee
(Susco) concrete doelen vast om Rou-
larta Media Group verder te laten groeien
als duurzaam bedrijf. Dit comité bestaat
uit elf gemotiveerde medewerkers, waar-
onder managers, leden van het Executive
Management Committee, freelancers en
personen met een arbeidscontract. Hier-
door wordt een diverse groep binnen het
bedrijf vertegenwoordigd. Niet het volledige
personeelsbestand is direct betrokken bij
het formuleren van de targets. Het comité
komt om de twee maanden samen. Tijdens
deze bijeenkomsten worden duurzaam-
heidstargets geformuleerd, geëvalueerd en
bijgesteld, afhankelijk van de prestaties van
het bedrijf. Waar nodig worden verbeterin-
gen voorgesteld om de duurzame ambities
van de organisatie te versterken.
Voor 2024 zijn de volgende duurzaamheids-
targets vastgesteld:
6.1.6.1. DIVERSITEIT
Over de hele organisatie vinden jaarlijks min-
stens vijftien verschillende fun@work-sessies
plaats.
De fun@work-initiatieven ondersteunen een
werkomgeving waarin samenwerking, diver-
siteit en inclusie centraal staan. De sessies
zijn gericht op het versterken van de team-
geest en het welzijn van medewerkers, wat
bijdraagt aan een positieve werkervaring en
een sfeer van onderlinge ondersteuning en
motivatie.
Deze doelstelling wordt jaarlijks geëvalueerd
en zal over de jaren heen dezelfde blijven.
Zie hoofdstuk 3 “Resultaten targets en KPI’s
2024” voor de resultaten.
6.1.6.2. AANTREKKEN EN BEHOUDEN VAN
WERKNEMERS
Nieuwe medewerkers in België geven het
onboarding-proces een tevredenheids-
score van 90%
3
Een positief onboarding-proces zorgt ervoor
dat nieuwe medewerkers zich welkom en
onderdeel van het team voelen, ongeacht hun
achtergrond. Dat sluit enerzijds aan bij het
streven van Roularta Media Group om een
inclusieve werkplek te creëren, waar diversiteit
wordt gevierd en discriminatie en pestgedrag
actief worden bestreden, en anderzijds bij het
streven naar werknemersretentie.
Deze doelstelling wordt jaarlijks geëvalueerd
en zal over de jaren heen dezelfde blijven. Zie
hoofdstuk 3 “Resultaten targets en KPI’s 2024”
voor de resultaten.
Vanaf 2025 zal deze target worden uitgebreid
naar Nederland.
Per vaste werknemer in België bedraagt de
opleidingsduur over een periode van drie
jaar gemiddeld 18 uur.
Door in de professionele ontwikkeling van mede-
werkers te investeren, toont Roularta Media
Group haar ambitie om ieders vaardigheden
en kennis voortdurend te verbeteren. Zo gaat
de werktevredenheid erop vooruit en worden
medewerkers gemotiveerd om langer aan boord
te blijven. Groeikansen gaan dan ook hand in
hand met positieve werkervaringen en creëren
een gevoel van waardering en steun.
Tegelijk is dit beleid een krachtig argument bij
het aantrekken van nieuw talent, van mensen
die op zoek zijn naar een werkgever die hun
groei en loopbaanontwikkeling serieus neemt.
Zie hoofdstuk 3 “Resultaten targets en KPI’s
2024” voor de resultaten. 2022 geldt daarin als
basisjaar. Vanaf 2025 zal de target worden uit-
gebreid naar Nederland.
6.1.6.3. OVERKOEPELENDE TARGETS
Eén jaar na aanwerving is 90% van de vaste
werknemers nog in dienst, twee jaar na
aanwerving 80% en drie jaar na aanwerving
75%.
Deze doelstelling sluit naadloos aan bij het stre-
ven naar het behouden van werknemers.
3
Onder medewerkers worden verstaan: personen met een arbeidscontract, stagiairs, uitzendkrachten en freelancers.
Deze doelstelling wordt jaarlijks geë-
valueerd en zal over de jaren heen
dezelfde blijven. Zie hoofdstuk 3
“Resultaten targets en KPI’s 2024” voor
de resultaten.
De minimumscore van de jaarlijkse
medewerkerstevredenheidsen-
quête bedraagt 75%.
Deze minimumdoelstelling is gebaseerd
op de gemiddelde werknemerste-
vredenheidsscore in België (volgens
onderzoek van SECUREX). Door deze
maatstaf te hanteren, kan de organi-
satie objectief vaststellen of ze op het
juiste niveau presteert.
De medewerkerstevredenheids-
enquête wordt verstuurd naar
alle medewerkers binnen Rou-
larta Media Group. De vragenlijst,
met ook specifieke vragen over de
HAPPIE-principes, biedt waardevolle
inzichten over hoe medewerkers hun
werkomgeving ervaren en helpt bij het
meten van de impact van het beleid en
de initiatieven op vlak van diversiteit en
inclusie.
De koppeling van de enquête met de
HAPPIE-principes zorgt ervoor dat
de resultaten direct aansluiten bij de
kernwaarden van de organisatie en het
beleid. Zo is het een waardevol instru-
ment om de effectiviteit van genomen
acties te evalueren en waar nodig ver-
beteringen door te voeren.
CSRD VERSLAG 2024
254
257
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
Deze doelstelling wordt jaarlijks geëvalueerd
en zal over de jaren heen dezelfde blijven. Zie
hoofdstuk 3 “Resultaten targets en KPI’s 2024”
voor de resultaten. 73% heeft de enquête inge-
vuld.
6.1.7. S1-6: KENMERKEN VAN
DE WERKNEMERS VAN DE
ONDERNEMING
6.1.7.1. METHODOLOGIE EN ASSUMPTIES
Tenzij anders vermeld, worden alle gegevens
in dit verslag gerapporteerd in functie van het
aantal personeelsleden (= headcount) per 31
december 2024. De data hebben uitsluitend
betrekking op werknemers met een arbeids-
overeenkomst bij Roularta Media Group (zie ook
hoofdstuk 4.3.1.2.4 van de algemene toelichtin-
gen). Activiteiten die in 2024 zijn afgestoten,
worden niet meegenomen in de rapportage.
De verdeling van werknemers per land of regio
is gebaseerd op de juridische entiteiten die hen
tewerkstellen. Het gender van een werknemer
komt voort uit de zelf en via de identiteitskaart
verstrekte informatie. De noemer van de bere-
kening van het personeelsverloop is het totale
personeelsbestand op 31 december 2024.
Bij de rapportage van werknemerskenmerken
zijn geen schattingen toegepast.
Vergelijkende cijfers worden niet gerappor-
teerd, aangezien 2024 het eerste jaar is waarin
Roularta Media Group rapporteert onder de
CSRD-richtlijnen.
6.1.7.2. WERKNEMERSKENMERKEN
Aantal personeelsleden volgens gender
Gender Aantal personeelsleden
Man 648
Vrouw 620
Overig * 0
Niet gerapporteerd 0
Werknemers (totaal) 1268
*Gender zoals opgegeven door de werknemers zelf
Aantal personeelsleden per land
Land Aantal personeelsleden
België 1014
Nederland 254
Aantal personeelsleden volgens contractduur
Vrouw
Man Overig * Niet gerapporteerd Totaal
Contract van onbepaalde duur (aantal personeelsleden)
589 629 0 0 1218
Contract van bepaalde duur (aantal personeelsleden)
31 19 0 0 50
*Gender zoals opgegeven door de werknemers zelf
Personeelsverloop
2024
Personeelsleden die het bedrijf hebben verlaten
(exclusief afgestoten activiteiten)
% totaal personeelsverloop
147
12%
In de geconsolideerde jaarrekening is het aantal FTE’s te
vinden. Omdat de afgestoten activiteiten daar wel deel
uitmaken van de berekening en een FTE hoe dan ook niet
hetzelfde is als een personeelslid (= headcount), is dat aan-
tal niet één op één vergelijkbaar met de hierboven vermelde
cijfers.
6.1.8. S1-9: DIVERSITEITSMAATSTAVEN
6.1.8.1. METHODOLOGIE EN ASSUMPTIES
Tenzij anders vermeld, worden alle gegevens in dit verslag
gerapporteerd in functie van het aantal personeelsle-
den (= headcount) per 31 december 2024. De data hebben
uitsluitend betrekking op werknemers met een arbeids-
overeenkomst bij Roularta Media Group (zie ook hoofdstuk
4.3.1.2.4 van de algemene toelichtingen). Activiteiten die in
2024 zijn afgestoten, worden niet meegenomen in de rap-
portage. Het gender van een werknemer komt voort uit de
zelf en via de identiteitskaart verstrekte informatie.
Het ‘hoger management’ omvat alle leden van het manage-
mentteam, dat één niveau lager opereert dan het Executive
Management Committee (zie hoofdstuk S1-1 voor de leden
van het Executive Management Committee). In deze cijfers
zijn zowel medewerkers met een arbeidsovereenkomst als
zelfstandigen opgenomen.
Vergelijkende cijfers worden niet gerapporteerd, aangezien
2024 het eerste jaar is waarin Roularta Media Group rappor-
teert onder de CSRD-richtlijnen.
Genderverdeling op niveau van hoger management
Gender
Aantal
medewerkers
hoger manage-
ment in aantal
Aantal
medewerkers
hoger manage-
ment in %
Man 10 77%
Vrouw 3 23%
Overig * 0 0%
Niet gerapporteerd 0 0%
Medewerkers (totaal) 13 100%
*Gender zoals opgegeven door de werknemers zelf
Aantal personeelsleden per leeftijdsgroep
Leeftijd Aantal personeelsleden
< 30 jaar 96
30-50 jaar 578
> 50 jaar 594
Werknemers (totaal) 1268
6.1.9. S1-17: INCIDENTEN, KLACHTEN EN
ERNSTIGE IMPACTEN OP HET GEBIED VAN
MENSENRECHTEN
6.1.9.1. METHODOLOGIE EN ASSUMPTIES
De data worden gerapporteerd over de periode van 1 januari
tot en met 31 december. Afgestoten activiteiten maken geen
deel uit van de rapportage.
Om de anonimiteit te garanderen, worden geen gegevens
bijgehouden over de soorten interventies. Daardoor is het
niet mogelijk om een opdeling te maken tussen interventies
CSRD VERSLAG 2024
256
gelinkt aan discriminatie en andere interven-
ties.
Er wordt een onderscheid gemaakt tus-
sen formele en informele interventies. Een
formele interventie houdt in dat er een
externe vertrouwenspersoon, preventiead-
viseur psychosociaal welzijn (PAPS) of een
andere externe expert wordt ingeschakeld
om de melding aan te pakken. Bij een infor-
mele interventie wordt de melding intern
opgelost, zonder de tussenkomst van een
externe specialist. In dit geval beoordeelt
de interne vertrouwenspersoon dat het niet
noodzakkelijk is om externe hulp in te scha-
kelen. Voor Nederland is er geen informatie
beschikbaar over informele interventies,
enkel over formele interventies.
2024
Informele interventies 7
Formele interventies 1
Totale interventies 8
Er waren in 2024 geen schadevergoedin-
gen noch geldboetes naar aanleiding van
een melding. Tegelijk kan geconcludeerd
worden dat er geen incidenten waren die te
maken hadden met mensenrechten of het
niet naleven van de UN Guiding Principles
on Business and Human Rights (UNGP’s), de
Verklaring van de Internationale Arbeidsor-
ganisatie inzake fundamentele principes en
rechten op het werk of de OESO-richtlijnen
voor Multinationale Ondernemingen.
6.2. TOELICHTING EN
RAPPORTERING
M.B.T SOCIALE
AANGELEGENHEDEN:
S3- GETROFFEN
GEMEENSCHAPPEN
Uit de dubbele materialiteitsanalyse (DMA) bleek
dat de binnen de ESRS voorziene thema’s rond
het sociale luik ‘getroffen gemeenschappen’ niet
relevant zijn voor Roularta Media Group. Op basis
van de IRO’s kwam voor het luik S3 echter wel
een relevant entiteitspecifiek aspect boven water,
dat volgens de CSRD-regelgeving als bijkomende
informatie moet worden gerapporteerd.
6.2.1. AANVULLENDE ENTITEITSPECIFIEKE
INFORMATIE: BRAINPRINT EN COMMUNITY
BUILDING
Naast de materiële topics binnen de scope van de
ESRS-standaarden werden naar aanleiding van de
materialiteitsanalyse en de risicoanalyse nog twee
specifieke onderwerpen als materieel gescoord:
brainprint & community building en digitale inno-
vatie & IT-betrouwbaarheid. Uitermate belangrijke
topics, die dan ook nauw samenhangen met de
kern van het bedrijf.
‘Brainprint & community building’ past inhoudelijk
het best onder ‘S3 getroffen gemeenschappen’.
De naam van dat luik is, gezien de negatieve con-
notatie van het woord ‘getroffen’, een ongelukkige
vertaling van ‘affected communities’. Omdat de
DMA hierbij wees op een entiteitspe-
cifiek aspect met een positieve impact
op klanten en de maatschappij, is de
noemer ‘betrokken gemeenschappen
meer op zijn plaats. De gemeenschap
actiever betrekken bij diverse elemen-
ten van duurzaamheid om op die manier
ook aan community building te doen, is
tenslotte de essentie van de beoogde
brainprint.
6.2.2. IRO
Bijzonder is dat ‘Brainprint & commu-
nity building’ zowel scoort op impact als
op risico en opportuniteit.
6.2.2.1. IMPACT
Het gaat hierbij om de mate waarin
Roularta Media Group op vlak van duur
-
zaamheid een maatschappelijke impact
realiseert.
Een brainprint is voor alle duidelijkheid
niet hetzelfde als het verschaffen van
toegang tot kwaliteitsinformatie aan
de eindgebruiker. Het betreft eerder
een afgeleide van footprint en gaat dus
over het leveren van een bijdrage aan
verduurzaming door anderen erover te
informeren. Eerder dan te focussen op
de eigen operationele activiteiten en hoe
die de duurzaamheidsambities kracht
bijzetten, ligt de nadruk op het actief
promoten van duurzaamheid. In dat
kader nemen mediabedrijven een unieke
positie in, een rol waarmee Roularta
Media Group echt het verschil wil maken.
6.2.2.2. RISICO
Een voornaam onderdeel van een DMA-oefe-
ning is de evaluatie van de (financiële) impact
van de buitenwereld op Roularta Media Group.
Daarbij kwam snel aan het licht dat de finan-
ciële impact van de lezers een grote invloed
heeft op zowel de uitgaven als de inhoudelijke
output van het bedrijf.
Inhoudelijk is het belangrijk dat Roularta
Media Group haar onafhankelijkheid niet
opgeeft in communicatie over bepaalde duur-
zaamheidsinitiatieven. Het is niet de bedoeling
dat het bedrijf als een klankbord van ideolo-
gisch geïnspireerde partijen en groeperingen
fungeert. De evenwichtsoefening moet telkens
gemaakt worden om uit te komen bij commu-
nicatie die een bevordering van het algemeen
belang beoogt.
6.2.2.3. OPPORTUNITEIT
In lijn met haar kernwaarden staat Roularta
Media Group erop elke uitdaging als een
opportuniteit aan te grijpen. Aangezien duur-
zaamheid een van dé uitdagingen bij uitstek is,
geldt de brainprint als een unieke opportuniteit
om het verschil te maken. Klanten proberen
te betrekken in het streven naar een betere
wereld, is dus zowel een risico als een kans.
6.2.3 BELEID
Gezien haar unieke positie als mediabedrijf
besloot Roularta Media Group de brainprint in
2021 expliciet naar voren te schuiven als een
van de belangrijkste speerpunten van haar
duurzaamheidsbeleid. “Roularta Media Group
bouwt mee aan slimmere en bewustere gene-
raties via betrouwbare, relevante informatie
en doelgerichte activiteiten die duurzaam
gedrag stimuleren.”
Naast dat motto is er het Roularta Media
Group Charter, dat de brainprint en het
engagement van het bedrijf en al zijn mede-
werkers hierin concretiseert naast topics als
duurzame productie en klimaatneutraliteit.
De verantwoordelijkheid voor de implemen-
tatie en opvolging van dit beleid berust bij
het Sustainability Committee (Susco).
Roularta Media Group was een van de eer-
ste mediabedrijven die dit begrip lanceerde
als krijtlijn van het duurzaamheidsver-
haal. Het is bemoedigend om te zien dat
andere media intussen ook op deze kar zijn
gesprongen, zoals blijkt uit een artikel van
We Media (‘Media voor een betere wereld:
de stappen in 2023’).
6.2.4 ACTIES
Bij duurzaamheid denken we spontaan aan
het milieu en ook uitgevers besteden hier
heel wat aandacht aan. In navolging van
het ‘Brainprint-initiatief van Roularta Media
Group duiken ook in andere landen initiatie-
ven op waarbij uitgevers hun lezers willen
aanmoedigen duurzamer te handelen. Het
Zwitserse Blick gaat hier allicht het verst in.
Zij lanceerden Improve, een online platform
met enkel nieuws over duurzaamheid. Nati-
onal Geographic promoot net als heel wat
andere titels een duurzame levensstijl, meer
bepaald bij hun jongste lezers, die van Nati-
onal Geographic Little Kids.
259
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
258
261
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
Verder werd Roularta Media Group hier op 6 juni
2024 voor gelauwerd met een AMMA-award in de
categorie Media Sustainability. De jury prees daarbij
haar voortrekkersrol op vlak van duurzame innova-
tie en de inzet om partners en mediaconsumenten
te sensibiliseren en te activeren rond duurzaamheid
via initiatieven als Maai Mei Niet, Brooddoosnodig
en de Trends Impact Awards.
Die sensibilisering stopt overigens niet bij de lezers.
Ook adverteerders worden betrokken via seminaries
en nieuwe formules die hen toegevoegde waarde
bieden. Denk maar aan de papierwikkels, die nieuwe
advertentiemogelijkheden met zich meebrengen.
In samenwerking met AP Hogeschool organiseert
Roularta Media Group voorts jaarlijks de Mas-
terclasses Sustainable Communication, gericht
op allerlei organisaties en professionals en met
het oog op de gezamenlijke ambitie om aan duur-
zaamheidssensibilisering en -activatie te doen via
een brainprint. Roularta Media Group kan hiervoor
rekenen op een bereik van 3,8 miljoen mediaconsu-
menten (bron: CIM 2023).
De beoogde brainprint gaat hand in hand met com-
munity building. Hoewel het daarbij eerder om het
deelnemen dan om de uitkomst draait, is het resul-
taat vaak een veel grotere impact. Dat komt omdat
onder het motto ‘vele kleintjes maken een groot’ een
gevoel van samenhorigheid ontstaat rond een geza-
menlijk doel.
6.2.4. DOELSTELLINGEN EN TARGETS
De doelstelling is meebouwen aan een betere wereld
van morgen. Daarbij leeft het engagement om vol-
gens het DNA van elke titel een wezenlijke bijdrage
te leveren via de publicaties en de lezer zo
te inspireren om mee een stapje richting
een meer duurzame toekomst te zetten.
De targets zijn:
Elk jaar over alle titels heen minstens
2.000 artikels publiceren die een
aspect van duurzaamheid belichten.
Zie hoofdstuk 3 “Resultaten targets
en KPI’s 2024” voor de resultaten
Elk jaar minsten 200.000 lezers aan-
zetten om deel te nemen aan een
actie binnen een ESG-topic (bv. Maai
Mei Niet). Zie hoofdstuk 3 “Resultaten
targets en KPI’s 2024” voor de resul-
taten.
6.3. TOELICHTING
EN RAPPORTER-
ING M.B.T. SOCIALE
AANGELEGENHEDEN:
S4- KLANTEN EN EIN-
DGEBRUIKERS
6.3.1. SBM-3: MATERIËLE IMPACTEN,
RISICO’S EN KANSEN EN DE
WISSELWERKING MET STRATEGIE EN
BUSINESSMODEL
Consumenten en eindgebruikers zijn de
personen die gebruikmaken van de pro-
ducten of de diensten van Roularta Media
Group. Deze ruime doelgroep valt uiteen
in B2B-klanten (zoals opdrachtgevers
en adverteerders) en B2C-klanten (zoals
lezers, surfers, kijkers en luisteraars).
6.3.1.1. KWALITATIEVE EN
VERANTWOORDE CONTENT
Roularta Media Group streeft ernaar
kwalitatieve informatie te delen die alle
stakeholders in staat stelt om op basis
van betrouwbare gegevens weloverwogen
beslissingen te nemen. Het doel is een
positieve impact hebben op zowel de sta-
keholders als de samenleving.
Het verspreiden van verantwoorde con-
tent door middel van onafhankelijke
journalistiek is essentieel. Onafhanke
-
lijke, vrije en pluralistische media spelen
een cruciale rol in het verstrekken van
betrouwbaar nieuws. Ze bevorderen een
robuust openbaar debat en creëren mee
goed geïnformeerde burgers. Met objec
-
tieve berichtgeving draagt Roularta
Media Group bij aan de educatie en de
betrokkenheid van het publiek bij maat
-
schappelijke en politieke vraagstukken.
Roularta Media Group reflecteert voort-
durend over de gevolgen van haar
contentcreatie en -distributie om de rech-
ten en de belangen van mediagebruikers,
klanten en derden te beschermen. Ze
vermijdt het verspreiden van schadelijke
content die kwetsbare groepen, zoals min-
derjarigen of minderheden, zou kunnen
schaden.
6.3.1.2. PRIVACY
Als mediabedrijf beschikt Roularta Media
Group over een grote hoeveelheid informa-
tie van medewerkers, B2B-klanten en lezers.
Deze data worden met de grootst mogelijke
zorgvuldigheid behandeld. De privacy van
de betrokkenen is een belangrijk goed.
Vertrouwen is een essentiële pijler in de
relatie tussen Roularta Media Group en
haar consumenten of eindgebruikers. Een
ondermijning van dit vertrouwen, bijvoor-
beeld door een datalek of schending van
journalistieke principes, kan dan ook leiden
tot aanzienlijke reputatieschade. Zelfs de
perceptie van een integriteitsschending kan
er al voor zorgen dat mensen afhaken, met
directe gevolgen voor de omzet en de markt-
positie van het bedrijf. In een sector waar
geloofwaardigheid en betrouwbaarheid
cruciaal zijn, is het waarborgen van deze
waarden niet alleen een verantwoordelijk-
heid, maar ook een strategische noodzaak.
6.3.2. S4-1: BELEID TEN AANZIEN
VAN CONSUMENTEN EN
EINDGEBRUIKERS
6.3.2.1. PRIVACY
Roularta Media Group bevordert een cultuur
waarin de privacyrechten van individuen
centraal staan. In lijn met de General Data
Protection Regulation (GDPR) respecteert
ze deze rechten door zorgvuldig om te gaan
met de persoonsgegevens die haar wor-
den toevertrouwd. Hiervoor heeft Roularta
Media Group beleidslijnen en procedures
ontwikkeld, waaronder een uitgebreid
privacybeleid waarin ook het surf- en
cookiebeleid is opgenomen.
Het beleid dekt de verwerking van
persoonsgegevens van allerlei groe-
pen betrokkenen, zoals klanten,
bezoekers van websites, gebruikers
van digitale toepassingen, deelne-
mers aan evenementen en acties,
en leveranciers. De belangrijkste
doelstellingen zijn de bescherming
van persoonsgegevens en het waar-
borgen van de rechten op inzage,
correctie en verwijdering.
In 2024 kwam er een herzien privacy-
beleid voor het personeel. Dat schept
duidelijkheid rond het zorgvuldig
omgaan met persoonsgegevens bin-
nen de eigen organisatie. De Data
Protection Officer (DPO) is verant-
woordelijk voor de naleving en de
implementatie van deze beleidslijnen.
Daarnaast werd ook het informa-
tieveiligheidsbeleid herbekeken. Dat
beschrijft de organisatorische en
technische maatregelen die Roularta
Media Group treft om persoonsgege-
vens optimaal te beschermen. Naast
het naleven van privacyregels richt
het beleid zich op het beveiligen van
waardevolle gegevens tegen onbe-
doelde openbaarmaking, diefstal of
verlies. Die klemtonen dragen tege-
lijk bij aan de continuïteit van de
bedrijfsprocessen en stelt Roularta Media Group in staat
om te allen tijde een betrouwbare en veilige dienstverle-
ning te voorzien. Het IT-departement is verantwoordelijk
voor de naleving en de implementatie van het informa-
tieveiligheidsbeleid. In 2025 komt er een volledig nieuw
informatieveiligheidsbeleid, afgestemd op de normen
van ISO 27001.
Roularta Media Group staat erop de privacy en de fun-
damentele rechten van consumenten en eindgebruikers
in elke stap van de dienstverlening te waarborgen. Het
beleid is ontworpen om risico’s te identificeren en te
beperken en waar nodig herstellende maatregelen te
voorzien. In de loop van 2024 waren er geen gevallen van
een niet-naleving van de UN Guiding Principles on Busi-
ness and Human Rights (UNGP’s), de Verklaring van de
Internationale Arbeidsorganisatie inzake fundamentele
principes en rechten op het werk of de OESO-richtlijnen
voor Multinationale Ondernemingen die consumenten
en/of eindgebruikers betreffen. In 2024 kreeg Roularta
Media Group slechts één vraag vanuit de Eerstelijns-
dienst van de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA),
waarop prompt en uitvoerig geantwoord werd. Het ging
om een informatieve vraag gelinkt aan een klacht tegen
een ander bedrijf.
6.3.2.2. KWALITATIEVE INHOUD EN JOURNALISTIEKE
INTEGRITEIT
Het leveren van kwalitatief hoogwaardige en accurate
inhoud staat centraal in de missie van Roularta Media
Group. Met een sterke focus op contentverantwoorde-
lijkheid en onafhankelijke journalistiek bouwt Roularta
Media Group verder aan haar reputatie van betrouwbare
informatiebron.
Cruciaal daarin zijn de ethische richtlijnen van de Raad
voor de Journalistiek. Die zijn opgenomen in de Code
CSRD VERSLAG 2024
260
263
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
van de Raad voor de Journalistiek en waar-
borgen contentverantwoordelijkheid en
onafhankelijke journalistiek.
• Contentverantwoordelijkheid verwijst
naar de verplichting om ervoor te zorgen
dat de publicaties (print, online, uitzen-
dingen) nauwkeurig, eerlijk en ethisch
zijn en geen schade veroorzaken.
Onafhankelijke journalistiek is journalis-
tiek die vrij is van (ongepaste) invloed of
controle door externe partijen, inclusief
overheden, bedrijven, politieke partijen
of andere machtige entiteiten.
Deze richtlijnen worden door de hele orga-
nisatie gedragen, wat haar journalistieke
integriteit versterkt. De hoofdredacteurs
binnen de organisatie zien daar ook nauw-
gezet op toe. Dit blijkt ook uit het feit dat
er in 2024 geen gegronde klachten binnen-
kwamen via de Raad voor de Journalistiek
of de Conseil Déontologique.
6.3.2.2.1. DE WERKING VAN DE RAAD
VOOR DE JOURNALISTIEK EN DE CONSEIL
DÉONTOLOGIQUE
De Raad voor de Journalistiek behandelt
klachten tegen de Vlaamse/Nederlandse
media. Met de Conseil Déontologique
bestaat er ook een Waalse tegenhanger.
Een klacht moet verband houden met een
inbreuk door een journalist of media tegen de
code van het orgaan. Na ontvangst brengt
de secretaris-generaal van het orgaan het
medium in kwestie en de betrokken journa-
list(en) op de hoogte van de klacht. Daarna start
een schriftelijke procedure waarbij de verweer-
der en de klager hun standpunten uiteenzetten.
Na de schriftelijke procedure volgt een hoorzit-
ting voor een door het orgaan samengestelde
commissie. Die beslist op basis van de uiteenge-
zette schriftelijke argumentatie en de hoorzitting
of er effectief sprake is van een inbreuk. De
commissie bereidt een ontwerpbeslissing voor,
die daarna aan de volledige Raad voor de Jour-
nalistiek wordt voorgelegd. De beslissing of het
al dan niet om een gegronde klacht ging, wordt
uitvoerig gemotiveerd en daarna op de website
van de Raad voor de Journalistiek gepubliceerd.
Het medium in kwestie krijgt de vraag om een
samenwerking van de beslissing te publiceren.
Vaak zijn klachten niet gegrond. De motivering
kan onder meer betrekking hebben op onder-
staande zaken.
Vrijheid van meningsuiting: een geuitte
mening in een journalistiek format dat geen
feitenverslag is
Relevantie voor het publiek: privacygevoelige
berichtgeving met evenwel een groot maat-
schappelijk belang
Feiten die al publiek waren
Correct en transparant bronnengebruik
6.3.2.2.2. EEN ANTWOORD OP MIS- EN
DESINFORMATIE
In een tijdsgewricht waarin mis- en desinforma-
tie wijdverspreid zijn, biedt Roularta Media Group
een concreet antwoord via de factcheck-ru-
briek van Knack. Deze wekelijkse rubriek werkt
volgens de Code of Principles van het Internati-
onal Fact-Checking Network (IFCN). Sinds
februari 2024 is Knack ook een erkend lid
van het European Fact-Checking Stan-
dards Network (EFCSN). Dat opereert
onafhankelijk van IFCN, maar onderhoudt
wel nauwe contacten met dat netwerk en
vertegenwoordigt factcheckers daarnaast
in gesprekken met Europese overheden
en technologiebedrijven over beleid tegen
desinformatie. De Europese normen van
EFCSN zijn zelfs nóg scherper dan die van
IFCN. Zo blijft Knack, en bij uitbreiding
Roularta Media Group, een pionier in het
leveren van betrouwbare informatie en het
bestrijden van desinformatie, zowel in Bel-
gië als daarbuiten. De hoofredacteur van
Knack is verantwoordelijk voor de naleving
en de implementatie van deze beleidslij-
nen.
6.3.3. S4-2: PROCESSEN
OM MET CONSUMENTEN
EN EINDGEBRUIKERS TE
OVERLEGGEN OVER IMPACTEN
6.3.3.1. PRIVACY
Roularta Media Group hanteert een trans-
parante aanpak om eindgebruikers te
informeren over haar privacybeleid. Dit
gebeurt via diverse kanalen, waaronder
de verwerkingsovereenkomsten en priva-
cyverklaringen op de websites.
In het privacybeleid komt helder aan bod
welke persoonlijke gegevens worden ver-
zameld, gebruikt en eventueel gedeeld.
Daarnaast voorziet Roularta Media Group
duidelijke informatie over de rechten van
eindgebruikers en de keuzes die ze hebben
met betrekking tot het delen van hun gege-
vens.
De privacyverklaringen van Roularta Media
Group zijn niet alleen bedoeld om dui-
delijkheid te verschaffen, maar ook om
eindgebruikers de kans te geven vragen te
stellen en hun privacyrechten uit te oefe-
nen. Een link naar het privacybeleid is te
vinden op elke webpagina en in de apps.
Via de My Account-omgeving van Mijn
Magazines kunnen eindgebruikers hun
privacyvoorkeuren beheren. Voor speci-
fieke verzoeken, zoals inzage, correctie,
verwijdering of bezwaar, is een aanvraag
per e-mail nodig. Roularta Media Group
heeft een Data Protection Officer (DPO)
aangesteld die verantwoordelijk is voor de
behandeling van dergelijke aanvragen. Elke
aanvraag wordt binnen de dertig dagen
beantwoord.
6.3.3.2. TOEGANG TOT KWALITEITSVOLLE
INFORMATIE
Naast transparantie rond privacy garan-
deert Roularta Media Group een ruime
toegang tot informatie en kennis. Via haar
website en sociale mediakanalen blijft de
organisatie ook actief en toegankelijk voor
een breed publiek. Het beheer en de coördi-
natie van deze communicatiekanalen vallen
hoofdzakelijk onder de verantwoordelijkheid
van de afdeling corporate communication.
De Roularta Media Group Academy-webinars
zijn niet enkel gericht op het eigen personeel,
maar ook beschikbaar voor externe stake-
holders. Daarmee breidt de organisatie haar
kennisdeling verder uit. Ook worden regelma-
tig persberichten gepubliceerd.
Om feedback te verzamelen, zijn diverse
kanalen ingericht, zoals een FAQ-sectie, chat-
bots, e-mail en telefonische ondersteuning.
Voor het eigen personeel zijn er bovendien
aanvullende mechanismen om feedback te
geven en te ontvangen. Die worden uitvoerig
toegelicht in hoofdstuk S1 van dit verslag.
Roularta Media Group zet haar transparante
aanpak ook door in haar factchecking-pro-
cessen. Hoewel factcheckers streven naar
nauwkeurigheid, kunnen ook zij fouten
maken. Knack hanteert in dat licht het prin-
cipe dat fouten ruiterlijk worden erkend en zo
snel mogelijk en transparant worden gecor-
rigeerd.
Klachten, complimenten, opmerkingen en
vragen kunnen per e-mail worden meege-
deeld. De auteur van de factcheck leest en
behandelt elk bericht in overleg met de deel-
en hoofdredactie. Indien nodig wordt contact
opgenomen met de inzender.
CSRD VERSLAG 2024
262
6.3.4. S4-3: PROCESSEN VOOR
HERSTEL VAN NEGATIEVE IMPACTEN
EN KANALEN VOOR CONSUMENTEN
EN EINDGEBRUIKERS OM ZORGEN
KENBAAR TE MAKEN
6.3.4.1. PRIVACY
Roularta Media Group treft passende tech-
nische en organisatorische maatregelen om
privacygerelateerde risico’s effectief te behe-
ren en te minimaliseren. Die hebben onder
andere betrekking op het beveiligen van
persoonsgegevens en het vermijden van data-
lekken.
Door jaarlijkse risicoanalyses uit te voeren
voor de gehele organisatie en maandelijkse
rond bekende kwetsbaarheden, worden risico’s
geïdentificeerd, geëvalueerd en geprioriteerd.
De effectiviteit van de getroffen maatregelen
wordt continu gemonitord.
Organisatierisico’s zijn te vinden in een dyna-
misch, regelmatig bijgewerkt document.
Bekende kwetsbaarheden worden automatisch
geregistreerd en bijgewerkt in het cloudbeveili-
gingsdashboard.
6.3.4.1.1. INCIDENTBEHEER EN HERSTEL
Wanneer vermoedens ontstaan van inhou-
delijke incidenten die de vertrouwelijkheid of
de integriteit van persoonsgegevens kunnen
schaden, stelt de IT-afdeling een dossier op
om de daadwerkelijke feiten te onderzoeken.
Tijdens dit onderzoek kunnen meteen tijdelijke
voorzorgsmaatregelen worden genomen om
verdere onregelmatigheden te voorkomen.
Afhankelijk van de aard en de oorzaak van een
incident wordt de verantwoordelijke voor per-
soneelsbeleid, klanten en leveranciers of lezers
geïnformeerd. Die kan indien nodig een vervolg-
procedure opstarten met verdere stappen en/
of tuchtmaatregelen, waarbij de eindgebruikers
worden geïnformeerd conform de wettelijke, regle-
mentaire en contractuele vereisten.
Om bedrijfsprocessen en gegevens optimaal te
beschermen, heeft Roularta Media Group een
herstel- en continuïteitsplan ontwikkeld voor alle
centraal beheerde, kritieke toepassingen en data.
Dit plan waarborgt de bedrijfscontinuïteit bij inci-
denten en zorgt ervoor dat de impact minimaal is.
Met deze integrale aanpak streeft de groep naar
een veilige en betrouwbare omgeving voor zowel
gegevensbeheer als bedrijfsvoering.
De onderneming beoordeelt of consumenten en
eindgebruikers voldoende bekend zijn met en ver-
trouwen hebben in de beschikbare structuren en
processen om hun zorgen of behoeften kenbaar
te maken en oplossingen te verkrijgen. Aangezien
er via deze kanalen daadwerkelijk aanvragen en
meldingen binnenlopen (en doorlopend beant-
woord worden), lijkt dat absoluut het geval. Verder
wijzen cookiebanners en dergelijke de eindgebrui-
ker regelmatig op privacygerelateerde kwesties
en is aanvullende informatie vlot toegankelijk via
de bedrijfswebsite.
Hoewel de onderneming geen formeel beleid heeft
voor de bescherming tegen represailles bij het
gebruik van de meldingskanalen, wordt bij pri-
vacygerelateerde meldingen strikt toegezien op
anonimiteit en vertrouwelijkheid. Bovendien ligt
het behandelen van deze meldingen
in handen van ervaren medewerkers
die zijn aangeduid om zorgvuldig en
discreet om te springen met dit soort
kwesties. Er is kortom sprake van een
veilige omgeving waarin mensen hun
zorgen kunnen delen zonder angst
voor nadelige consequenties.
6.3.4.2. TOEGANG TOT
KWALITEITSVOLLE INFORMATIE
Binnen Roularta Media Group
bestaan er diverse procedures om
meldingen van eindgebruikers op te
volgen. Een concreet voorbeeld is te
vinden in de rubriek Factcheck, waar
specifieke richtlijnen zijn opgesteld
voor het verwerken van correcties.
Wanneer aangevoerde argumenten
of nieuwe informatie de aanpassing
van een eerder gepubliceerde fact-
check vereisen, wordt de tekst online
bijgewerkt. Bij grote fouten gebeurt
dat op een zichtbare wijze, met een
toelichting onderaan het artikel
die uitlegt wat er mis is gegaan en
waarom de correctie noodzakelijk is.
Als de factcheck ook in een papie-
ren magazine verschenen is, wordt
een rechtzetting gepubliceerd in de
daarvoor bestemde rubriek in het
eerstvolgende nummer. Bovendien
kent de website van Knack een over-
zicht van substantieel gecorrigeerde
factchecks.
In de periode van mei 2022 tot november 2023
werden drie factchecks substantieel aangepast.
Sinds november 2023 staat de teller op nul.
6.3.5. S4-4: ACTEREN OP MATERIËLE
IMPACTEN OP CONSUMENTEN EN/OF
EINDGEBRUIKERS EN BENADERINGEN
OM MET BETREKKING TOT
CONSUMENTEN EN EINDGEBRUIKERS
MATERIËLE RISICO’S TE BEHEERSEN
EN MATERIËLE KANSEN TE BENUTTEN,
EN DE EFFECTIVITEIT VAN DIE
MAATREGELEN
6.3.5.1. PRIVACY
In 2024 richtte Roularta Media Group een Privacy
Board op, een belangrijke stap om de naleving
van privacyregels te kunnen waarborgen, risico’s
effectiever te beheersen en herstelprocessen te
faciliteren. De Privacy Board speelt een centrale
rol in het evalueren en het opvolgen van het pri-
vacybeleid binnen de organisatie, fungeert als een
beslissingsorgaan en initieert verdere initiatieven
en acties ter ondersteuning van de privacydoel-
stellingen. De Board rapporteert hierover aan het
auditcomité.
De Privacy Board komt minstens drie keer per
jaar samen, en vaker indien nodig, bijvoorbeeld
bij gemelde privacy-incidenten of -risico’s. Hij is
samengesteld uit vertegenwoordigers met speci-
fieke rollen en verantwoordelijkheden:
Chief Operational Officer (COO): coördinatie
en rapportage aan de CEO
Data Protection Officer (DPO): monitoring,
escalatie en expertise
CISO-team: beveiliging en expertise
Business Representatives: evalu-
atie en implementatie van beleid
Legal: juridische toetsing en
advies
Daarnaast geeft de externe Data
Protection Officer aangesteld voor
Roularta Media Group België en
Nederland tweewekelijks zijn beden-
kingen door. Dat alle beleidslijnen
met betrekking tot GDPR en privacy
in 2024 geharmoniseerd en gecen-
traliseerd werden, heeft zowel de
consistentie als de toegankelijkheid
van deze informatie aanzienlijk ver-
beterd.
In 2024 werd eveneens een nieuwe
‘Mail-, internet- en social media
policy’ ontwikkeld. Deze richtlijnen
bevorderen een veilige en efficiënte
omgang met digitale communicatie-
platformen.
Voor 2025 leeft de ambitie om een
externe consultant in te schakelen om
een informatiebeveiligingsbeleid uit te
tekenen volgens de normen van ISO
27001.
Om het bewustzijn van haar mede-
werkers rond privacy te bevorderen,
wil Roularta Media Group ook blijven
investeren in trainings- en bewust-
makingsprogrammas. Om op dat vlak
gestructureerd en meetbaar te wer-
ken, wordt voor 2025 gezocht naar
een e-learningtool. Deze initiatieven
265
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
264
267
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
onderstrepen de toewijding van de organisatie om
een sterk privacybeheer en een veilige gegevens-
omgeving te garanderen.
6.3.5.2. TOEGANG TOT KWALITEITSVOLLE
INFORMATIE
Factchecking speelt een belangrijke rol in het
corrigeren van onjuist weergegeven feiten en het
faciliteren van herstel in situaties waar sprake is
van niet-kwaliteitsvolle informatie. Door informa-
tie te verifiëren, kunnen misverstanden en valse
beweringen worden rechtgezet, wat essenti-
eel is voor het herstellen van vertrouwen en het
waarborgen van de waarheid. Als onjuiste infor-
matie een substantiële invloed heeft gehad, staat
factchecking er bovendien voor in de negatieve
gevolgen van verkeerde informatie tot een mini-
mum te beperken.
De wijze waarop het factcheckonderzoek is uitge-
voerd, wordt helder weergegeven in de factcheck,
zodat lezers het gehele proces kunnen volgen en
begrijpen hoe en waarom de conclusie is getrok-
ken. Deze transparantie waarborgt de effectiviteit
van de factcheck, aangezien lezers de moge-
lijkheid hebben om hun eigen bevindingen te
verifiëren of verder onderzoek te doen. Op deze
manier kan de lezer zelf beoordelen of de conclu-
sie correct is, en wordt de betrouwbaarheid van de
informatie versterkt door de optie voor feedback
en herbeoordeling.
Het aantal gepubliceerde factchecks wordt
maandelijks gemonitord door het toegewijde
Factcheck-team van Knack. In 2022 werden 285
factchecks gepubliceerd, in 2023 waren het er 272
en in 2024 landde de teller op 280 stuks.
6.3.6. S4-5: DOELEN WAT
BETREFT HET BEHEERSEN
VAN MATERIËLE NEGATIEVE
IMPACTEN, HET BEVORDEREN
VAN POSITIEVE IMPACTEN
EN HET BEHEERSEN VAN
MATERIËLE RISICO’S EN
KANSEN
6.3.6.1. PRIVACY
In november 2024 realiseerde Roularta
Media Group met succes de oprichting
van een Privacy Board, een belangrijke
mijlpaal met het oog op de strategische
doelstellingen rond privacybeheer. Gezien
het prille karakter van dit initiatief liggen
er nog geen specifieke targets vast. Wel
biedt de Privacy Board een solide basis
om toekomstgerichte doelen te formule-
ren.
In 2025 wordt het objectief gelanceerd
om alle gegronde privacygerelateerde
klachten binnen de twee maanden te
laten behandelen door de Privacy Board.
Die zal zich ook richten op het monitoren,
identificeren en definiëren van opportu-
niteiten om de privacyprocessen en het
privacybeleid te verbeteren. Deze aanpak
versterkt de organisatie en ondersteunt
een continue optimalisatie.
6.3.6.2. TOEGANG TOT
KWALITEITSVOLLE INFORMATIE
6.3.6.2.1 FACTCHECKS
Het publiceren van factchecks draagt bij
aan de missie van Roularta Media Group
om kwaliteitsvolle, onafhankelijke en rele-
vante content te publiceren en is daarom
een goede indicator van het streven naar
journalistieke integriteit en betrouwbaar-
heid. Sinds 2024 ligt het minimumaantal
gepubliceerde factchecks vast in een
target (zie ook hoofdstuk 3 “Resultaten
targets en KPI’s 2024” voor de resultaten).
De target van 250 factchecks is vastge-
steld op basis van historische data en
representatieve prestaties uit voorgaande
jaren. Bij het vaststellen van de target zijn
de eindgebruikers of consumenten niet
betrokken. Deze doelstelling wordt jaar-
lijks geëvalueerd en zal over de jaren heen
dezelfde blijven.
Factchecks spelen een cruciale rol in
het bestrijden van desinformatie en het
versterken van het vertrouwen van het
publiek in de content van Roularta Media
Group. Ze onderstrepen het engagement
van de organisatie om waarheidsgetrouwe
informatie te leveren en complexe onder-
werpen op een transparante manier te
belichten.
Door een concrete doelstelling te koppelen
aan het aantal gepubliceerde factchecks,
wordt niet alleen de zichtbaarheid van
dit werk vergroot, maar ook consistent
bijgedragen aan het waarborgen van de
inhoudelijke kwaliteit van publicaties.
Bovendien vormt de target een stimulans
om onjuiste of misleidende informatie
proactief te signaleren, wat de positie van
Roularta Media Group als betrouwbare bron
voor nieuws en informatie alleen maar verder
versterkt.
6.3.6.2.2 ONAFHANKELIJKE JOURNALISTIEK
In 2024 werd het objectief gelanceerd dat alle
gegronde klachten van de Raad van Journa-
listiek/Conseil Déontologique zullen worden
voorzien van de nodige publiciteit zoals voor-
zien door de respectievelijke codes. Bij het
vaststellen van de target zijn de eindgebruikers
of consumenten niet betrokken.
6.3.7. AANVULLENDE ENTITEITSPECIFIEKE
INFORMATIE: DIGITALE INNOVATIE EN
IT-BETROUWBAARHEID
Naast de materiële topics binnen de scope van
de ESRS-standaarden werden naar aanleiding
van de materialiteitsanalyse en de risicoana-
lyse nog twee specifieke onderwerpen als
materieel gescoord: brainprint & community
building en digitale innovatie & IT-betrouw-
baarheid. Uitermate belangrijke topics, die dan
ook nauw samenhangen met de kern van het
bedrijf.
In lijn met de CSRD-richtlijnen worden deze
topics toegevoegd aan de bestaande lijst
ESG-onderwerpen. ‘Digitale innovatie en IT-be-
trouwbaarheid’ past inhoudelijk het best onder
‘S4 consumenten en eindgebruikers’.
6.3.7.1. SBM-3: MATERIËLE IMPACTEN,
RISICO’S EN KANSEN EN DE WISSELWERKING
MET STRATEGIE EN BUSINESSMODEL
Roularta Media Group is ervan overtuigd dat
digitale innovatie cruciaal is in een steeds
sneller veranderende, moderne en digi-
tale samenleving. Tegelijk erkent het
bedrijf het blijvende belang van de tra-
ditionele printmedia, die nog steeds een
waardevolle en substantiële rol spe-
len binnen de activiteiten van Roularta
Media Group. Waar de focus in het ver-
leden voornamelijk op print lag, heeft
Roularta Media Group een duidelijke
strategie ontwikkeld die beide pijlers
– digitaal en print – integreert in een
complementair beleid.
6.3.7.1.1. DIGITALE INNOVATIE ALS
MOTOR VAN VOORUITGANG
Om succesvol te blijven in het digitale
tijdperk, is het aan Roularta Media
Group om zich flexibel, innovatief en
proactief aan te passen aan technolo-
gische ontwikkelingen en veranderende
publieksvoorkeuren. Digitale innovatie is
een essentiële motor om relevant te blij-
ven en nieuwe kansen te benutten.
Digitalisering blijft aanzienlijke verande-
ringen teweegbrengen in de voorkeuren
van klanten en hun interesse in pro-
ducten. Daarom blijft Roularta Media
Group investeren in het ontwikkelen
van nieuwe toepassingen, diensten
en platformen die aansluiten bij deze
evoluerende behoeften. Uitblijvende
innovatie brengt dan ook het risico
met zich mee dat concurrenten terrein
winnen, wat kan resulteren in een afne-
mende klantenbasis en een negatieve
impact op de financiële resultaten.
Of het nu gaat om de ontwikkeling van digi-
tale platformen, het gebruik van geavanceerde
data-analysetools of het creëren van nieuwe
vormen van content via nieuwe technologieën,
Roularta Media Group plaatst digitale innovatie
centraal in haar strategie. Intern mikt het bedrijf
ermee op een hogere productiviteit, meer efficiën-
tie en een versterkte en robuuste bedrijfsvoering.
6.3.7.1.2. DE UITDAGINGEN VAN EEN DIGITALE
WERELD
De verschuiving naar een meer digitale focus
brengt ook nieuwe risico’s met zich mee. IT-onder-
brekingen kunnen verregaande gevolgen hebben,
van operationele verstoringen en financiële verlie-
zen tot aanzienlijke reputatieschade. Het spreekt
vanzelf dat het beheren en het beveiligen van de
systemen die al de digitale processen en informa-
tiestromen ondersteunen, een topprioriteit is.
6.3.7.2 BELEID DIGITALE INNOVATIE EN
IT-BETROUWBAARHEID
6.3.7.2.1. DIGITALE INNOVATIE
Digitale innovatie is een breed begrip en mani-
festeert zich op verschillende niveaus van de
organisatie. Zo wordt er gewerkt aan een multi-
mediale strategie waarin de Mijn Magazines-app
een centrale rol speelt. Deze aanpak is niet alleen
gericht op de buitenwereld, maar vormt tegelijk
de basis van het interne beleid. Hij wordt breed
omarmd binnen de organisatie en verder versterkt
via gerichte communicatie. Het integreren van een
multimediale strategie in alle lagen van de orga-
nisatie zorgt voor een consistente en efficiënte
manier van werken, bijvoorbeeld door de installatie
van multimediale redacties.
CSRD VERSLAG 2024
266
269
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
Digitale innovatie komt tevens tot uiting in de
nieuwe digitale oplossingen waar de mede-
werkers van Roularta Media Group gebruik
van maken. Aan de hand van technologie gaat
zowel de productiviteit als de veiligheid van de
medewerkers erop vooruit.
6.3.7.2.2. IT-BETROUWBAARHEID
Het ontwikkelen van de websites en de appli-
caties van Roularta Media Group gebeurt
intern maar ook door externe partijen. Daarbij
is het streven een verschuiving naar externe
partners, die meer flexibel met schaalvergro-
ting om kunnen en bovendien steeds op de
hoogte zijn van de laatste nieuwe technolo-
gieën.
Het uitbouwen van deze websites en apps
verloopt in functie van de relevante interna-
tionale veiligheidsstandaarden, die ook intern
neergeschreven staan.
6.3.7.3. PROCESSEN VOOR HERSTEL VAN
NEGATIEVE IMPACTEN
6.3.7.3.1. DIGITALE INNOVATIE
Via interne communicatiekanalen zoals webi-
nars, mailings en het Happie Magazine deelt
Roularta Media Group haar visie op digita-
lisering met alle medewerkers. Het bedrijf
onderstreept zo het belang van gezamenlijke
inspanningen om de multimediale strategie
succesvol te realiseren. Bovendien worden
teams actief gestimuleerd om bij te dragen
aan de verdere digitalisering van producten
en diensten, waarbij innovatie en samenwer-
king centraal staan.
6.3.7.3.2. IT-BETROUWBAARHEID
Al de websites en applicaties staan gere-
gistreerd op een platform dat ethische
hackers toelaat om kwetsbaarheden op
te sporen. Op die manier merkt Roularta
Media Group nieuwe kwetsbaarheden
zeer snel op en blijft de beveiliging van
haar websites continu op hoog niveau.
Firewalls zorgen er dan weer voor dat
aanvallen automatisch gedetecteerd en
geblokkeerd worden. Aanvullend is spe-
cifieke DDOS-beveiliging (Distributed
Denial Of Service) actief.
6.3.7.4. AGEREN OP DE MATERIËLE
IMPACTEN VAN DIGITALE INNOVATIE
EN IT-BETROUWBAARHEID
Roularta Media Group streeft ernaar
haar lezers een uitstekende digitale
ervaring te bieden. In 2024 lag de focus
op de verdere ontwikkeling van de digi-
tale Mijn Magazines-app, waarmee
gebruikers eenvoudig toegang krijgen
tot een uitgebreid portfolio van dertig
magazines. De app bevat exclusieve
content, zoals video’s en podcasts, en
stelt gebruikers in staat een persoon-
lijke leesfeed te creëren. In april 2024
werd op basis van samenwerking over
de landsgrenzen heen een nieuwe versie
gelanceerd, met een volledig vernieuwde
lay-out en tal van verbeteringen qua
gebruikservaring (UX). Denk bijvoorbeeld
aan geoptimaliseerde flipbooks, dyna-
mische brandfeeds en de mogelijkheid
om artikels direct op te slaan. De klant-
ervaring gaat erop vooruit, en tegelijk kent de
digitale omzet een duurzame groei.
Ook intern werden grote stappen gezet met het
oog op een multimediale werkwijze, waaronder
de oprichting van multimediale redacties op
basis van de nieuwe software WoodWing. De
voordelen van deze ambitieuze en gezamenlijk
gerealiseerde transformatie zijn legio: cen-
tralisatie van content, integratie van print en
digitaal, meer flexibiliteit in workflows, …
Enkele voorbeelden van de vele inspanningen
doorheen de organisatie:
Sassy Soeki deed in oktober 2024 haar
intrede bij Flair, waar ze als beginnende
content creator een internship kreeg op de
online redactie van het blad
Wat zo speciaal is aan Sassy? Ze is een vir-
tuele influencer. Sassy is computergegeneerd
en tot leven gebracht met 3D-modellering,
animatie en AI. Je kan haar volgen via haar
persoonlijke kanalen op TikTok en Instagram (@
sassy_soeki).
Continue monitoring van websites en
applicaties via scoring van het beveiligings-
niveau
Afhankelijk van de scoring worden de beveili-
gingsniveaus bijgesteld.
Employer branding-campagne om nieuwe
digitale profielen aan te werven (zie ook
hoofdstuk S1)
Andere innovaties die reeds hoog op de
agenda stonden en waarin verder geïnves-
teerd zal worden, zijn de volgende:
het geautomatiseerd uitgeven naar
verschillende digitale kanalen en
het doeltreffend inzetten van AI
ter ondersteuning van het publish-
ing-proces en van een efficiënt edi-
toriaal proces voor nieuwsbrieven,
campagnes en mailings.
6.3.7.5. DOELEN WAT BETREFT
HET BEHEERSEN VAN MATERIËLE
NEGATIEVE IMPACTEN, HET BEVOR-
DEREN VAN POSITIEVE IMPACTEN
EN HET BEHEERSEN VAN MATERI-
ELE RISICO’S EN KANSEN
Voor 2025 blijft de multimediale
aanpak een van de focuspunten. De
volgende fase van het WoodWing- of
publishing 2.0-project richt zich op
de uitrol van de advertentieopmaak,
gevolgd door de krantenredacties
in Roeselare. Dat gaat gepaard
met nieuwe functionaliteiten, zoals
het beheer van meerdere edities
bij kranten en de integratie van
verschillende advertentieboekings-
systemen.
Nog een doelstelling in 2025 is de
harmonisatie en de uniformisering
tussen België en Nederland. Er zal
worden ingezet op het stimuleren
van kennisdeling en samenwerking
over de redacties heen. Digitale
opleidingsprogramma’s moeten
eventuele kennisnoden op vlak van
data wegnemen.
7. WAARDEKETEN
Uit de DMA-oefening (zie ook hoofdstuk DMA)
bleek dat heel wat topics niet enkel materieel zijn
voor de eigen organisatie, maar ook voor externe
bedrijven die tot de waardeketen van Roularta
Media Group behoren. Het gaat daarbij veeleer
om de upstreamkant van het verhaal (dat wat
voorafgaat aan de eigen operaties) en minder
om downstream-activiteiten (dat wat na de eigen
operaties komt).
De CSRD-regels leggen vast dat Roularta Media
Group ook over de waardeketen moet rapporteren.
Volgende aspecten blijken relevant:
klimaatmitigatie (upstream: vooral papier en
machines; downstream: transport)
energie (vooral voor papier aan upstream-
kant)
marine- en watergebruik (voor aanmaak pulp
bij papierfabrieken)
watervervuiling (na watergebruik voor papier-
productie in papierfabrieken)
grondstoffen (hout voor papier)
luchtvervuiling (voornamelijk in de transport-
sector)
afval (uit toeleveringssectoren en downstream
aan het einde van de levenscyclus van con-
sumptiegoederen)
gevaarlijke chemicaliën (productie papier en
inkt)
• biodiversiteit en ecosystemen (papier als
belangrijkste inkoopproduct)
gezondheid en veiligheid van werknemers (in
productieomgeving papier- en inktfabrikan-
ten)
CSRD VERSLAG 2024
268
271
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
privacy (downstream : vooral distributeurs
en agentschappen)
verantwoorde marketingpraktijken (van
klanten/adverteerders aan downstream-
kant, waar Roularta Media Group geen
inhoudelijke controle over heeft)
Voor deze resultaten uit de DMA stelt de CSRD:
Bij het in kaart brengen en beoordelen van de
impacten, risico’s en kansen binnen de waarde-
keten van de onderneming om de materialiteit
ervan te bepalen, kijkt de onderneming vooral
naar sectoren waar deze impacten, risico’s en
kansen zich, gelet op de aard van de activitei-
ten, zakelijke relaties, geografische dimensies
of andere betrokken factoren, naar verwachting
zullen voordoen.
De vaakst voorkomende sectoren uit de opsom-
ming zijn:
1. de papierfabrikanten
2. de inktfabrikanten
3. de machinebouwers
4. de transporteurs
5. de adverteerders (downstream)
De waardeketen werd reeds integraal meegeno-
men in de E1-rapportering. Ze maakt tenslotte
per definitie deel uit van de oefening omdat Rou-
larta Media Group ook moet berichten over de
scope 3-uitstoot, die zich grotendeels upstream
situeert. Toch kan het geen kwaad om nogmaals
te benadrukken dat de belangrijkste leveran-
ciers en transportpartners SBTi-gecertificeerd
zijn en Roularta Media Group de toekomst dus
met een gerust gemoed tegemoet gaat.
Wat de overige impacten betreft, zullen ook
de grotere partijen de komende jaren aan de
CSRD richtlijnen moeten voldoen. Aangezien
CSRD voor elke betrokkene een nieuw gege
-
ven is en de ene organisatie er al wat verder in
staat dan de andere, is er de periode van drie
jaar om gefundeerde informatie te delen omtrent
de waardeketen. Hoe dan ook is Roularta Media
Group niet verplicht om informatie te publiceren
over elke individuele speler per betrokken sector.
Niettemin worden in wat volgt een aantal voor
-
beelden meegegeven die inzicht bieden in de
potentiële impacten, risicos en opportuniteiten.
7.4.1. WATERGEBRUIK EN WATERVERVUILING
Papierleveranciers zijn zich zeer bewust van hun
afhankelijkheid van water en werken heel wat
innovatieve acties uit om hun kostbare hulp-
grondstof te beschermen.
Eén van de grotere papierleveranciers van
Roularta Media Group streeft de doelstelling na
om zijn volume aan afvalwater tegen 2030 met
30% te verminderen (t.o.v. 2008). Een andere
papierfabrikant heeft dan weer een vooruitstre-
vende waterzuiveringsinstallatie op zijn site in
Lanaken, die veel beter scoort dan wat de hui-
dige wetgeving vereist.
Voorts gaat ook de belangrijkste inktleveran-
cier geen uitdaging uit de weg wat watergebruik
betreft. Deze speler focust met name op een
inperking van het waterverbruik.
7.4.2. HOUT
In Europa komen er op dit moment meer bomen
bij dan er gekapt worden. Een goede zaak, want
bomen en bossen zijn om tal van rede-
nen cruciaal. Ze nemen CO
2
op en zijn
belangrijk voor de biodiversiteit, de
ecosystemen én de gezondheid van
alle burgers. De ambitie van de Euro-
pese Unie: tegen 2030 drie miljard extra
bomen planten.
Toch vertelt dat niet het volledige ver-
haal. In 2023 werd in Bolivia, Brazilië en
Congo een enorme hoeveelheid regen-
woud gekapt, goed voor de oppervlakte
van Zwitserland. En ook bij ons staat de
berichtgeving over de meer dan één mil-
joen aangeplante bomen gewoon naast
die over het voetbalveld aan bos dat
elke dag verdwijnt. Het probleem: ter-
wijl de aangeplante bossen bestaan uit
jonge, kleine boompjes, worden de oude
bossen, met grote bomen die tot hon-
derd keer meer CO
2
opnemen, gekapt.
Rest de vraag: hoe zit dat nu met de
papierleveranciers van Roularta Media
Group?
Eerst en vooral is het belangrijk om
te weten dat tropisch hardhout niet
geschikt is voor de papierindustrie. De
meest gebruikte houtsoort voor papier
is de fijnspar (vurenhout), een soort
die weinig andere doeleinden kent en
bijvoorbeeld niet verwerkt wordt in meu-
bels. Het gaat om een lichte houtsoort,
die vooral in de Scandinavische landen
voorkomt. Ze kan eenvoudig heraange-
plant worden en groeit zeer snel.
Een tweede, nog belangrijkere factor is recy-
clage. In Europa wordt ongeveer 70% van het
papier gerecycleerd, in Nederland zelfs 87%.
7.4.3. LUCHTVERVUILING
De luchtvervuiling in de waardeketen staat
vooral op het conto van de transportsector. De
grootste transportpartner van Roularta Media
Group, beperkt de luchtvervuiling actief tot
een absoluut minimum. Dat doet het enerzijds
door het aantal pakjesautomaten uit te brei-
den en anderzijds door sterk in te zetten op
Ecozones. Die hebben drie kenmerken:
Alle pakjes emissievrij leveren
Binnen Ecozones verlopen alle verplaatsingen
met emissievrije voertuigen, zoals elektrische
wagens en (cargo)fietsen.
Een dicht netwerk van Afhaalpunten en
Pakjesautomaten
Ecozones hebben een grote concentratie aan
Afhaalpunten en Pakjesautomaten. In de
stadscentra van grote steden kan elke con-
sument binnen een straal van 400 m terecht
in een Afhaalpunt of bij een Pakjesautomaat.
In kleinere steden en gemeenten bedraagt de
maximale afstand 1,2 km van de woonplaats.
Meer slagkracht voor lokale handelaars
Door bestellingen klaar te zetten in Pakjes-
automaten in de buurt, kunnen klanten hun
aankopen ook buiten de openingsuren afha-
len.
7.4.4. AFVAL
Uit de DMA-analyse blijkt het afval in de
waardeketen op te delen in twee groepen:
Afval van toeleveranciers (vooral uit de
productiesector)
De grootste leverancier in de productiesector,
de papierleverancier, heeft het doel om tegen
2030 geen afval meer te verwerken dat wordt
gestort of verbrand zonder energieterugwin-
ning. De resultaten van 2023 wijzen op 87%
teruggewonnen of gerecycleerd afval.
Het duurzaamheidsrapport van de grootste
inktleverancier beschrijft een nieuw target: een
daling van de afvalintensiteit met 10% tegen
2030 (t.o.v. 2019). Momenteel ligt de afvalinten-
siteit nog op een licht hoger peil.
Afval van de eindconsument (de lezer)
Hier zijn uiteraard geen externe publicaties rond
beschikbaar. Roularta Media Group probeert
echter via andere kanalen een positieve impact
te genereren op de afvalverwerking. Zo werd
gedurende 2024 geïnvesteerd in een nieuwe
machine om papierwikkels (en dus niet langer
plastic) aan te brengen als verpakking (zie ook
E5). Ook zijn er natuurlijk de doelstellingen rond
de brainprint en de wil om de consument alert
te maken voor het begrip duurzaamheid, inclu-
sief aspecten als duurzame afvalverwerking.
7.4.5. GEVAARLIJKE CHEMICALIËN
De verordening inzake de registratie en de
beoordeling van en de autorisatie en de beper-
kingen ten aanzien van chemische stoffen
(REACH) is de belangrijkste EU-wet gericht op
het beschermen van de menselijke gezondheid
en het milieu tegen de risico’s die chemische
stoffen met zich mee kunnen brengen. REACH
bepaalt dat chemische stoffen die bij
een bedrijf voorkomen in een volume
van meer dan één ton per jaar, moe-
ten worden geregistreerd bij ECHA. In
dit proces moeten bedrijven de risico’s
identificeren die verbonden zijn aan de
stoffen die ze verwerken en aangeven
hoe ze deze beheren. Deze verplichting
geldt voor zowel stoffen als mengsels.
De grotere papierleveranciers van
Roularta Media Group hebben een
REACH-verklaring gepubliceerd,
waarin staat dat het beantwoordt aan
alle REACH- en UK REACH-voorschrif-
ten. Ook haar inktleverancier voldoet
aan de vereisten van REACH en publi-
ceert regelmatig nieuwsbriefupdates
rond de toepasselijke wetgeving en
regels. Deze spelers minimaliseren
het gebruik van gevaarlijke chemica-
liën, vervangen componenten door
alternatieven met een hoger bio-her-
nieuwbaar koolstofgehalte en zorgen
ervoor dat nationale en wereldwijde
chemische inventarissen worden
nageleefd.
7.4.6. BIODIVERSITEIT EN
ECOSYSTEMEN
Het materiële risico in verband met
biodiversiteit en ecosystemen schuilt
in eerste instantie in ontbossing.
Een risico dat Roularta Media Group
beperkt door voor eigen publicaties
uitsluitend FSC- of PEFC-gecertifi-
ceerd papier in te kopen.
CSRD VERSLAG 2024
270
273
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
De belangrijkste papierleverancier van Rou-
larta Media Group sprak in 2018 de duidelijke
doelstelling uit om een netto-positieve impact
op de biodiversiteit (NPI) te bereiken. In dat
opzicht vinden op continue basis acties plaats,
zoals de bescherming van alle waardevolle
habitats in de eigen bossen en het registre-
ren van nieuwe diersoorten in de bosgebieden.
Het bedrijf meet en controleert vooruitgang
aan de hand van een aantal geselecteerde
biodiversiteitsindicatoren. Die brengen ver-
anderingen in de bosstructuur aan het licht
en wijzen uit dat de acties een positief effect
hebben.
7.4.7. GEZONDHEID EN VEILIGHEID BIJ DE
WERKNEMERS IN DE WAARDEKETEN
Gezondheid en veiligheid zijn materieel voor
de productiesectoren waarmee Roularta
Media Group samenwerkt, met die van papier
en inkt als voornaamste.
Een van de belangrijkste papierleveranciers
van Roularta Media Group geeft aan dat er
duidelijke beleidslijnen zijn opgesteld om de
veiligheid en gezondheid van de werknemers
te vrijwaren. Het bedrijf moedigt iedereen
aan om afwijkingen, positieve veiligheidsob-
servaties en bijna-ongevallen te rapporteren.
Daarnaast voert het ook systematische gevar-
enidentificaties en risicobeoordelingen uit, om
zo inzicht te krijgen in de mogelijke risico’s.
De resultaten daarvan worden in een online
veiligheidstool gedeeld, met als doel toekom-
stige incidenten te helpen voorkomen. Nieuwe
werknemers en aannemers krijgen een alge-
mene veiligheidsinstructie en gedetailleerde
veiligheidstraining in functie van de
specifieke risico’s op hun werkplek.
Verder geldt er de duidelijke doelstelling
van nul fatale of ernstige ongevallen.
Het aantal registreerbare verwondin-
gen wordt jaarlijks gepubliceerd. Het
geringe aantal incidenten bewijst dat
de veiligheid en de gezondheid van de
werknemers centraal staan.
De veiligheid en gezondheid van
medewerkers staat eveneens hoog op
de agenda van de inktleverancier van
Roularta Media Group. Zo heeft deze
partij in 2024 een nieuwe veiligheids-
doelstelling ontwikkeld: het aantal te
registreren incidenten met vijf procent
verlagen ten opzichte van het gemid-
delde van de voorgaande drie jaar.
De introductie van een intern milieu,
-gezondheids- en veiligheidsmanage-
mentsysteem maakt het opstellen van
een beleid en procedures om de wet na
te leven mogelijk. Het bedrijf deelt ook
incidenten en geleerde lessen en biedt
best practices rond belangrijke taken
of activiteiten. De incident rate is de
afgelopen jaren gezakt onder één, wat
betekent dat de inspanningen rende-
ren.
De transportleverancier tot slot ver-
meldt op de corporate website dat de
veiligheid en de gezondheid van de
werknemers op de eerste plaats staat.
De daling van de incident rate met
44% zet die ambitie kracht bij.
7.4.8. PRIVACY IN DE WAARDEKETEN
Privacy is van groot belang voor de downstream
sectoren waarmee Roularta Media Group
samenwerkt, vooral voor de distributeurs en
agentschappen. De belangrijkste distribu-
teurs en agentschappen van de organisatie
beschikken allemaal over een privacybeleid dat
openbaar wordt gedeeld op hun corporate web-
sites.
7.4.9. VERANTWOORDE
MARKETINGPRAKTIJKEN
Marketingpraktijken worden beoordeeld
aan de hand van de richtlijnen van de recla-
me-ethiek, gebaseerd op de relevante
wetgeving en ondersteund door de Jury voor
Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) of
de Reclame Code Commissie. De JEP is een
onafhankelijk zelfregulerend orgaan van de
Belgische reclamesector dat streeft naar eer-
lijke, waarheidsgetrouwe en maatschappelijk
verantwoorde reclame. Dit orgaan ontvangt
klachten over reclame-uitingen en beoordeelt
deze via een onafhankelijk samengestelde jury
en op basis van wetgeving en zelfregulerende
codes. De Reclame Code Commissie (RCC) is
het Nederlandse equivalent hiervan.
Binnen Roularta Media Group worden adverten-
ties van adverteerders onder de loep genomen
door de backoffice om mogelijk onverant-
woorde marketingpraktijken te identificeren.
Bij twijfel of een advertentie voldoet aan de
richtlijnen van de reclame-ethiek, wordt advies
ingewonnen bij de Legal-verantwoordelijke van
de groep. In 2024 ontving Roularta Media Group
geen klachten van de JEP/RCC.
7.4.10. BELEIDSLIJNEN, PROCESSEN
EN ACTIES DIE DE ORGANISATIE
HEEFT OPGEZET T.O.V. HAAR
WAARDEKETEN (UPSTREAM)
Roularta Media Group verzoekt
leveranciers om haar duurzaam aan-
koopcharter te ondertekenen. Dit
charter is gebaseerd op de principes
van de Verenigde Naties, de 17 Sus-
tainable Development Goals (SDG’s).
Het charter benadrukt de verwach-
tingen van Roularta Media Group ten
opzichte van haar leveranciers:
Kwaliteit en service met betrek-
king tot de geleverde goederen en
diensten
Naleving van alle toepasselijke
wetten en normen, zowel bij pro-
ductie als bij installatiewerken
Interne afspraken en procedures
ter voorkoming van fraude en kin-
derarbeid
Respect voor de eigen werkne-
mers (en indien van toepassing
ook voor die van leveranciers) qua
verloning, gezondheid, werkre-
gime, diversiteit en leeftijd
Respect voor de planeet door in te
zetten op een duurzame produc-
tie en door maatregelen te treffen
om de klimaatopwarming tegen te
gaan
Veiligheid en opleiding voor de
werknemers, met bijzondere aan-
dacht voor alle aspecten van
duurzaamheid
De opmaak en jaarlijkse opvolging van een
doelstellinggedreven duurzaamheidsplan
In de loop van 2024 werkte de aankoopdienst
verder aan het laten ondertekenen van het aan-
koopcharter door zoveel mogelijk leveranciers.
De ondertekende charters worden per leveran-
cier bewaard, en daarnaast wordt het aantal
ondertekende charters bijgehouden en afgezet
ten opzichte van de omzet van Roularta Media
Group. Dit dient als hulpmiddel om de effectivi-
teit van het initiatief te monitoren. In 2024 heeft
51,28% van de leveranciers het aankoopchar-
ter reeds ondertekend. Verder werden er geen
meldingen van niet-naleving van de afspraken
gerapporteerd aan Roularta Media Group.
Naast het controleren van de online publicaties
op de corporate websites en het laten onderte-
kenen van het duurzaam aankoopcharter, heeft
het CSRD-team het afgelopen jaar gesprekken
gevoerd met vertegenwoordigers van de belang-
rijkste leveranciers. Deze gesprekken leverden
waardevolle inzichten op over de materiële risi-
co’s die relevant zijn voor deze ondernemingen.
Ook bleek dat de leveranciers van Roularta
Media Group actief trachten deze risico’s te
beheersen door middel van beleidslijnen, risico-
management, procesmonitoring en het stellen
van doelen.
7.4.11. TARGETS DIE ROULARTA MEDIA GROUP
OPZET T.O.V. HAAR WAARDEKETEN (UPSTREAM)
De afgelopen jaren heeft Roularta Media Group
tal van initiatieven ondernomen om duurzame
consumptie- en productiepatronen te waar-
borgen. In lijn met deze ambitie zijn diverse
doelstellingen vastgelegd, waaronder het gebruik
van gecertificeerd papier, duurzame inkt en een
minimumpercentage aan ondertekende duurzaam-
heidscharters.
Een overzicht van de huidige doelstellingen en de
behaalde resultaten is te vinden in hoofdstuk 3
“Resultaten targets en KPI’s 2024.
CSRD VERSLAG 2024
272
275
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
ANNEX I
TOPICS /
SUBTOPICS /
SUBSUB-
TOPICS
BESLUIT
Tot zover dit eerste duurzaamheidsverslag in het kader van de
CSRD-regelgeving en de ESRS-standaarden en op basis van de
EFRAG-datapunten.
Hoewel het omwille van de vele vereisten een vrij uitgebreid verslag is
geworden, is het niet volledig. Tegelijk zullen in de komende jaren een
aantal infaseringsclausules niet meer aan de orde zijn. Zo is er de spe-
cifieke positie van de freelancer in het ondernemingslandschap en
dan vooral in de media. Het is maar de vraag wanneer een freelancer
effectief structureel deel uitmaakt van een groep mensen die op een
georganiseerde manier de bedrijfsdoelstellingen nastreven. Heeft dat te
maken met de aard, duurtijd of regelmaat van de uitgeoefende taak of
met de aanwezigheid op de werkvloer? Een uitdaging van de komende
periode. Net als die andere infaseringsclausule, rond de link tussen de
duurzaamheidsaspecten en de financiële aspecten die eraan verbonden
zijn.
Voorts is het belangrijk om met het oog op de toekomst enkele opvol-
gingspunten te formuleren. Dan gaat het met name om het opvolgen van
de vooropgestelde targets, zoals die van het klimaattransitieplan, maar
ook om verschuivingen binnen de bedrijfsactiviteiten. Zo moet de toe-
komst uitwijzen hoe de digitale impact op de CO
2
-uitstoot zal evolueren.
De allicht grootste uitdaging – niet op vlak van duurzaamheid maar qua
rapportering – is tot slot de waardeketen. De infaseringsperiode van
drie jaar neemt immers niet weg dat het inwinnen van informatie bij
alle betrokken partijen (upstream en downstream) een nieuw gegeven
uitmaakt. In dat licht valt vandaag op dat die opdracht het grootste strui-
kelblok vormt binnen het SBTi-traject, en de voornaamste reden van het
afhaken van bedrijven wat scope 3 betreft. Gelukkig situeren de meeste
grote leveranciers zich in het aan de CSRD-richtlijnen onderworpen
Europa en zijn de grootste scope 3-bedrijven reeds SBTi-gecertificeerd.
Intussen bouwt Roularta Media Group gestaag verder aan een duur-
zame toekomst voor haar klanten en haar medewerkers, onder het motto
‘One Team, One Family, One Planet’.
THEMATISCHE
ERS
Duurzaamheidsthema’s behandeld in thematische ESRS
Thematisch Sub-thematisch Sub-sub-thematisch
ESRS E1 Klimaat-
verandering
• Klimaatadaptatie
• Klimaatmitigatie
• Energie
ESRS E2 Verontreiniging • Luchtverontreiniging
• Waterverontreiniging
• Bodemverontreiniging
• Verontreiniging levende
organismen en voedselbronnen
• Zorgwekkende stoffen
• Zeer zorgwekkende stoffen
• Microplastics
ESRS E3 Water en
mariene
hulpbronnen
• Water
• Mariene hulpbronnen
• Waterverbruik
• Wateronttrekking
• Waterlozing
• Waterlozing in oceanen
• Ontginning en gebruik
mariene hulpbronnen
ESRS E4 Biodiversiteit en
ecosystemen
• Directe drukfactoren
biodiversiteitsverlies
• Klimaatverandering
• Verandering in gebruik land,
zoet water en zee
• Directe exploitatie
• Invasieve exoten
• Verontreiniging
• Overig
• Impact op toestand soorten Voorbeelden:
• Populatiegrootte soort
• Mondiaal risico uitsterven soort
• Impact op omvang en toestand
ecosystemen
• Voorbeelden:
• Landdegradatie
• Verwoestijning
• Bodemafdekking
• Impacts op en afhankelijkheden
van ecosysteemdiensten
ESRS E5 Circulaire
economie
• Materiaalinstromen,
incl. materiaalgebruik
• Materiaaluitstromen m.b.t.
producten en diensten
• Afval(stoffen)
CSRD VERSLAG 2024
274
277
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
THEMATISCHE
ERS
Duurzaamheidsthema’s behandeld in thematische ESRS
Thematisch Sub-thematisch Sub-sub-thematisch
ESRS S1 Eigen personeel • Arbeidsvoorwaarden • Baanzekerheid
• Werktijden
• Leefbaar loon
• Sociale dialoog
• Vrijheid van vereniging, het bestaan van ondernemingsraden, en de
informatie-, consultatie- en participatierechten van werknemers
• Collectieve onderhandelingen, incl. caodekkingsgraad werknemers
• Werk-privébalans
• Veiligheid en gezondheid
• Gelijke behandeling en gelijke kansen voor
iedereen
• Gendergelijkheid en gelijke beloning bij gelijkwaardig werk
• Opleiding en ontwikkeling vaardigheden
• Werkgelegenheid voor en inclusie van mensen met een beperking
• Maatregelen tegen geweld en intimidatie op de werkvloer
• Diversiteit
• Andere arbeidsrechten • Kinderarbeid
• Gedwongen arbeid
• Adequate huisvesting
• Privacy
ESRS S2 Werknemers
in de
waardeketen
• Arbeidsvoorwaarden • Baanzekerheid
• Werktijden
• Leefbaar loon
• Sociale dialoog
• Vrijheid van vereniging, incl. bestaan ondernemingsraden
• Collectieve onderhandelingen
• Werk-privébalans
• Veiligheid en gezondheid
• Gelijke behandeling en gelijke kansen voor
iedereen
• Gendergelijkheid en gelijke beloning bij gelijkwaardig werk
• Opleiding en ontwikkeling vaardigheden
• Werkgelegenheid voor en inclusie van mensen met een beperking
• Maatregelen tegen geweld en intimidatie op de werkvloer
• Diversiteit
• Andere arbeidsrechten • Kinderarbeid
• Gedwongen arbeid
• Adequate huisvesting
• Privacy
THEMATISCHE
ERS
Duurzaamheidsthema’s behandeld in thematische ESRS
Thematisch Sub-thematisch Sub-sub-thematisch
ESRS S3 Getroffen
gemeenschappen
• Economische, sociale en culturele rechten van
gemeenschappen
• Adequate huisvesting
• Voldoende te eten
• Schoon water en sanitair
• Impact op gronden
• Impact op veiligheid
• Burger- en politieke rechten van
gemeenschappen
• Vrijheid van meningsuiting
• Vrijheid van vergadering
• Impacts op verdedigers mensenrechten
• Rechten inheemse volken • Vrijwillige, voorafgaande en geïnformeerde instemming
• Zelfbeschikking
• Culturele rechten
ESRS S4 Consumenten en
eindgebruikers
Impact op informatie voor consumenten en/of
eindgebruikers
• Vrijwillige, voorafgaande en geïnformeerde instemming
• Zelfbeschikking
• Culturele rechten
• Persoonlijke veiligheid consumenten en/of
eindgebruikers
• Veiligheid en gezondheid
• Veiligheid van een persoon
• Bescherming kinderen
• Sociale inclusie consumenten en/of
eindgebruikers
• Non-discriminatie
• Toegang tot producten en diensten
• Maatschappelijk verantwoorde marketingpraktijken
ESRS G1 Zakelijk gedrag • Bedrijfscultuur
• Bescherming klokkenluiders
• Dierenwelzijn
• Verhouding met de politiek en lobbyactiviteiten
• Beheer relaties met leveranciers,
incl. betalingspraktijken
• Corruptie en omkoping • Preventie en opsporing, incl. opleiding
• Incidenten
CSRD VERSLAG 2024
276
279
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
ANNEX II
REFERENTIE
TABEL
SECTIE ESRS Standaard Rapportage-eisen Pagina
Algemene
toelichtingen
Algemene
toelichtingen (ESRS 2)
BP-1 Algemene grondslag voor het opstellen
van de duurzaamheidsverklaring
p. 194
BP-2 Specifieke omstandigheden p. 194
GOV-1 De rol van de bestuurs-, leidinggevende en
toezichthoudende organen
p. 196
GOV-2 Informatie verschaft aan en omgang met duurzaam-
heidsthema’s door bestuurs-, leidinggevende wen
toezichthoudende organen van de onderneming
p. 196
GOV-3 Integratie van duurzaamheidsprestaties
in beloningsregelingen
p. 197
GOV-4 Due diligenceverklaring p. 197
GOV-5 Risicobeheersing en interne controles p. 198
SBM-1 Strategie, businessmodel en waardeketen p. 198
SBM-2 Belangen en opvattingen van stakeholders p. 199
SBM-3 Materiële risico’s, impacten en opportuniteiten (IRO’s) p. 201
IRO-1
Beschrijving van de processen om materiële impacten,
risico’s en kansen in kaart te brengen en te analyseren
p. 213
IRO-2 Rapportage-eisen in ESRS opgenomen in de
duurzaamheidsverklaring van de onderneming
P. 278
MDR-P Policies met betrekking tot de materiële topics p. 208
MDR-T Overzicht targets en KPI’s p. 210
Klimaatgerelateer-
de toelichtingen
Klimaatverandering
(ESRS E1)
GOV-3 Integratie van duurzaamheidsprestaties in
beloningsregelingen
p. 218
E1-1 Transitieplan voor klimaatmitigatie p. 218
SBM-3 Materiële impacten, risico’s en kansen en de wissel-
werking daarvan met strategie en businessmodel
p. 220
IRO-1 Beschrijving van de processen om materiële
klimaatimpacten, -risico’s en -kansen in kaart
te brengen en te analyseren
p. 221
E1-2 Beleid ten aanzien van klimaatmitigatie p. 221
E1-3 Maatregelen en middelen wat betreft beleid
ten aanzien van klimaatverandering
p. 222
E1-4 Doelen inzake klimaatmitigatie p. 226
E1-5 Energieverbruik en energiemix p. 229
E1-6 Bruto scope 1-, 2-, 3-emissies en totale
broeikasgasemissies
p. 231
SECTIE ESRS Standaard Rapportage-eisen Pagina
Klimaatgerelateerde
toelichtingen
Verontreiniging (ESRS E2) IRO-1 Beschrijving van de processen om materiële impacten,
risico’s en kansen in kaart te brengen en te analyseren
p. 240
E2-1 Beleid ten aanzien van verontreiniging p. 241
E2-2 Maatregelen en middelen wat betreft verontreiniging p. 243
E2-3 Doelen wat betreft verontreiniging p. 243
E2-4 Verontreiniging van lucht, water en bodem p. 244
Water en mariene hulpbronnen
(ESRS E3)
Niet materieel voor Roularta Media Group in eigen operatie.
Toelichting in het hoofdstuk van de waardeketen
p. 270
Biodiversiteit en ecosystemen
(ESRS E4)
Niet materieel voor Roularta Media Group in eigen operatie.
Toelichting in het hoofdstuk van de waardeketen
p. 271
Materiaalgebruik en circulaire
economie (ESRS E5)
IRO-1 Beschrijving van de processen om materiële impacten, risicos en kansen
in kaart te brengen en te analyseren
p. 245
E5-1 Beleid ten aanzien van materiaalgebruik en circulaire economie p. 246
E5-2 Beleid en middelen inzake materiaalgebruik en circulaire economie p. 246
E5-3 Doelen wat betreft materiaalgebruik en circulaire economie p. 247
E5-5 Materiaaluitstromen p. 248
Sociaalgerelateerde
toelichtingen
Eigen personeel (ESRS S1) SBM-3 Materiële impacten, risico’s en kansen en de wisselwerking met strategie
en businessmodel
p. 249
S1-1 Beleid ten aanzien van eigen personeel p. 250
S1-2 Processen om met eigen personeel en werknemersvertegenwoordigers
te overleggen over impacten
p. 252
S1-3 Processen voor herstel van negatieve impacten en kanalen voor eigen
personeel om zorgen kenbaar te maken
p. 252
S1-4 Acteren op materiële impacten op eigen personeel, en benaderingen om
wat eigen personeel betreft materiële risicos te beheersen en materiële
kansen te benutten, en de effectiviteit van die maatregelen
p. 253
S1-5 Doelen wat betreft het beheersen van materiële negatieve impacten,
het bevorderen van positieve impacten en het beheersen van materiële
risico’s en kansen
p. 254
S1-6 Kenmerken van de werknemers van de onderneming p. 256
S1-9 Diversiteitsmaatstaven p. 257
S1-17 Incidenten, klachten en ernstige impacten op het gebied van
mensenrechten
p. 257
Werknemers in de waardeketen
(ESRS S2)
Niet materieel voor Roularta Media Group in eigen operatie.
Toelichting in het hoofdstuk van de waardeketen
p. 272
CSRD VERSLAG 2024
278
281
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
SECTIE ESRS Standaard Rapportage-eisen Pagina
Sociaalgerelateerde
toelichtingen
Getroffen Gemeenschappen
(ESRS S3)
Niet materieel. Aanvullende entiteitspecifieke informatie is te
vinden onder deze standaard: Brainprint en community building
p. 258
Consumenten en Eindgebruikers
(ESRS S4)
SBM-3 Materiële impacten, risico’s en kansen en de wisselwerking met strategie
en businessmodel
p. 260
S4-1 Beleid ten aanzien van consumenten en eindgebruikers p. 261
S4-2 Processen om met consumenten en eindgebruikers te overleggen over
impacten
p. 263
S4-3 Processen voor herstel van negatieve impacten en kanalen voor
consumenten en eindgebruikers om zorgen kenbaar te maken
p. 264
S4-4 Acteren op materiële impacten op consumenten en/of eindgebruikers
en benaderingen om met betrekking tot consumenten en eindgebruikers
materiële risico’s te beheersen en materiële kansen te benutten, en de
effectiviteit van die maatregelen
p. 265
S4-5 Doelen wat betreft het beheersen van materiële negatieve impacten, het
bevorderen van positieve impacten en het beheersen van materiële risicos
en kansen
p. 266
Aanvullende entiteitspecifieke informatie: digitale innovatie en
IT-betrouwbaarheid
p. 267
Bestuurgerelateerde
toelichtingen
Zakelijk gedrag (ESRS G1) Niet materieel.
LIJST VAN
DATAPUNTEN IN
DWARSDOOR
SNIJDENDE EN
THEMATISCHE
STANDAARDEN DIE
VOORTKOMEN UIT
ANDERE EU-
WETGEVING
ANNEX III
RAPPORTAGE-EIS Datapunt
SFDR
referentie
Pijler 3
referentie
Referentie
benchmark
verorde-
ning
Referentie
EU-
Klimaat-
wet
Pagina
ESRS 2 GOV-1 Genderdiversi-
teit raad van bestuur
alinea 21(d) x x p. 112
ESRS 2 GOV-1 Percentage
onafhankelijke bestuurders
alinea 21(e) x p. 104
ESRS 2 GOV-4 Due-diligence-
verklaring
alinea 30 x p. 197
ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid
bij activiteiten m.b.t. activitei-
ten fossiele brandstoffen
alinea 30 x x Niet van
toepassing
ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid
bij activiteiten m.b.t. chemi-
sche productie
alinea 40
(d) ii
x x x Niet van
toepassing
ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid
bij activiteiten m.b.t. contro-
versiële wapens
alinea 40
(d) iii
x x Niet van
toepassing
ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid
bij activiteiten m.b.t. teelt en
productie tabak
alinea 40
(d) iv
x Niet van
toepassing
ESRS E1-1 Transitieplan om
tegen 2050 klimaatneutraliteit te
bereiken
alinea 14 x p. 218
ESRS E1-1 Ondernemingen uitge-
sloten van op Overeenkomst van
Parijs afgestemde benchmarks
alinea 16 (g) x x p.218
ESRS E1-4 Doelen BKG-
emissiereductie
alinea 34 x x x p. 226
In de onderstaande tabel zijn alle datapunten opgenomen die voortvloeien uit andere EU-wetgeving zoals
vermeld in bijlage B van ESRS 2, waarbij is aangegeven waar de datapunten in het verslag te vinden zijn
en welke datapunten als ‘niet materieel’ zijn beoordeeld.
CSRD VERSLAG 2024
280
283
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
RAPPORTAGE-EIS Datapunt
SFDR
referentie
Pijler 3
referentie
Referentie
benchmark
verordening
Referentie
EU-
Klimaat-
wet
Pagina
ESRS E1-5 Totale energieverbruik uit hernieuwbare
bronnen, uitgesplitst naar bronnen (alleen sectoren
met grote klimaatimpact)
alinea 38 x p. 229
ESRS E1-5 Energieverbruik en energiemix alinea 37 x p. 229
ESRS E1-5 Energie-intensiteit
activiteiten in sectoren met grote klimaatimpact
alinea 40-43 x p. 229
ESRS E1-6 Bruto scope 1-, 2-, 3-
emissies en totale BKG-emissies
alinea 44 x x x p. 231
ESRS E1-6 Intensiteit bruto-BKG- emissies alinea 53-55 x x x p. 231
ESRS E1-7 BKG-verwijderingen en carbon credits alinea 56 x Niet van toepassing voor RMG
ESRS E1-9 Blootstelling benchmarkportefeuille aan
fysieke klimaatrisicos
alinea 66 x Ingefaseerd – Niet in verslag
ESRS E1-9 Uitsplitsing geldbedragen in acuut en
chronisch fysiek risico
alinea 66 (a) x Ingefaseerd – Niet in verslag
ESRS E1-9 Locatie significante activa die materieel
fysiek risico lopen
alinea 66 (c) x Ingefaseerd – Niet in verslag
ESRS E1-9 Uitsplitsing boekwaarde vastgoedactiva
naar energie- efficiëntieklasse
alinea 67 (c) x Ingefaseerd – Niet in verslag
ESRS E1-9 Mate blootstelling portefeuille aan
klimaatkansen
alinea 69 x Ingefaseerd – Niet in verslag
ESRS E2-4 Hoeveelheid emissies naar lucht, water en
bodem van elke verontreinigende stof in bijlage II bij
E- PRTR- verordening (Europees register uitstoot
en overbrenging verontreinigende stoffen)
alinea 28 x p. 244
ESRS E3-1 Water en mariene
hulpbronnen
alinea 9 x Niet materieel
ESRS E3-1 Specifiek beleid alinea 13 x Niet materieel
ESRS E3-1 Duurzame oceanen
en zeeën
alinea 14 x Niet materieel
RAPPORTAGE-EIS Datapunt
SFDR
referentie
Pijler 3
referentie
Referentie
benchmark
verordening
Referentie
EU-
Klimaat-
wet
Pagina
ESRS E3-4 Totale hoeveelheid
gerecycled en hergebruikt water
alinea 29 x Niet materieel
ESRS E3-4 Totale hoeveelheid gerecycled
en hergebruikt water
alinea 16 (a)i x Niet materieel
ESRS 2 – IRO-1 – E4 alinea 6 (b) x Niet materieel
ESRS 2 – IRO-1 – E4 alinea 16 (c) x Niet materieel
ESRS 2 – IRO-1 – E4 alinea 24 (b) x Niet materieel
ESRS E4-2 Praktijken of beleid duurzaam beheer
bodem / duurzame landbouw
alinea 4 (c) x Niet materieel
ESRS E4-2 Praktijken of beleid duurzaam beheer
oceanen / zee
alinea 24 (d) x Niet materieel
ESRS E4-2 Beleid tegen ontbossing alinea 37 (d) x Niet materieel
ESRS E5-5 Niet-gerecycled afval alinea 39 x p. 248
ESRS E5-5 Gevaarlijk afval en radioactief afval alinea 14 (f) x Niet materieel/
niet van toepassing
ESRS 2 – SBM3 – S1 Risico incidenten gedwongen
arbeid
alinea 14 (g) x p. 248
ESRS 2 – SBM3 – S1 Risico incidenten
kinderarbeid
alinea 20 x
Niet materieel
ESRS S1-1 Toezeggingen op gebied van
mensenrechtenbeleid
alinea 20 x p. 250
ESRS S1-1 Due-diligencebeleid rond kwesties aan
de orde in fundamentele verdragen 1 t/m 8 van
Internationale Arbeidsorganisatie
alinea 21 x p. 250
ESRS S1-1 Procedures en maatregelen
ter voorkoming van mensenhandel
alinea 22 x p. 250
CSRD VERSLAG 2024
282
RAPPORTAGE-EIS Datapunt
SFDR
referentie
Pijler 3
referentie
Referentie
benchmark
verordening
Referentie
EU-
Klimaat-
wet
Pagina
ESRS S1-1 Beleid of beheersystem ter
voorkoming van arbeidsongevallen
alinea 23 x p. 250
ESRS S1-3 Klachtenregelingen alinea 32 (c) x p. 252
ESRS S1-14 Aantal sterfgevallen en aantal
en aandeel arbeidsongevallen
alinea 88 (b) en (c) x x Niet materieel
ESRS S1-14 Aantal verzuimdagen als gevolg
van letsel, ongevallen, dodelijke ongevallen of
ziekte
alinea 88 (e) x Niet materieel
ESRS S1-16 Niet-gecorrigeerde loonkloof
man-vrouw
alinea 97 (a) x x Niet materieel
ESRS S1-16 Ratio buitensporige beloning CEO alinea 97 (b) x Niet materieel
ESRS S1-17 Gevallen van discriminatie alinea 103 (a) x p. 257
ESRS S1-17 Niet-nakoming UNGP’s on Busi-
ness and Human Rights en OESO-richtlijnen
alinea 104 (a) x x p. 257
ESR S2 – SBM3 – S2 Aanzienlijk risico kinder-
arbeid of gedwongen arbeid in waardeketen
alinea 11 (b) x Niet materieel
ESRS S2-1 Toezeggingen op gebied van
Mensenrechtenbeleid
alinea 17 x Niet materieel
ESRS S2-1 Beleid ten aanzien van werknemers
in waardeketen
alinea 18 x Niet materieel
ESRS S2-1 Niet-nakoming UNGP’s on Business
and Human Rights en OESO-richtlijnen
alinea 19 x x Niet materieel
ESRS S2-1 Due-diligencebeleid rond kwesties aan
de orde in fundamentele verdragen 1 t/m 8 van
Internationale Arbeidsorganisatie
alinea 19 x Niet materieel
ESRS S2-4 Mensenrechten- problemen
en - incidenten m.b.t. upstream- en
downstream- waardeketen
alinea 36 x Niet materieel
RAPPORTAGE-EIS Datapunt
SFDR
referentie
Pijler 3
referentie
Referentie
benchmark
verordening
Referentie
EU-
Klimaat-
wet
Pagina
ESRS S3-1 Toezeggingen op gebied van
mensenrechten- beleid
alinea 16 x Niet materieel
ESRS S3-1 Niet-nakoming UNGP’s on
Business and Human Rights, ILO-beginselen en/of
OESO-richtlijnen
alinea 17 x x Niet materieel
ESRS S3-4 Mensenrechtenproblemen
en -incidenten
alinea 36 x Niet materieel
ESRS S4-1 Beleid ten aanzien van consumenten
en eindgebruikers
alinea 16 x p. 261
ESRS S4-1 Niet-nakoming UNGP’s on Business and
Human Rights en OESO-richtlijnen
alinea 17 x x p. 261
ESRS S4-4 Mensenrechten- problemen
en -incidenten
alinea 35 x Niet van toepassing
ESRS G1-1 VN-Verdrag tegen corruptie alinea 10 (b) x Niet materieel
ESRS G1-1 Bescherming klokkenluiders alinea 10 (d) x Niet materieel
ESRS G1-4 Geldboeten voor overtredingen
wetgeving tegen corruptie en omkoping
alinea 24 (a) x x Niet materieel
ESRS G1-4 Normen bestrijding corruptie
en omkoping
alinea 24 (b) x Niet materieel
285
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
284
Financial year N 2024 Substantial Contribution Criteria DNSH criteria (‘Does Not Significantly Harm’)(h)
Economic Activities (1)
Code
(a)(2)
CapEx (3)
Proportion
of CapEx,
year N (4)
Climate
Change
Mitigation (5)
Climate
Change
Adaptation (6)
Water (7) Pollution (8)
Circular
Economy (9)
Biodiversity
(10)
Climate
Change
mitigation
(11)
Climate
Change
Adaptation
(12)
Water (13)
Pollution
(14)
Circular
Economy
(15)
Biodiversity
(16)
Minimum
Safe
-
guards
(17)
Proportion
of Taxonomy
aligned (A.1) or
eligible (A.2.)
CapEx, year
N-1 (18)
Category
enabling
activity
(19)
Category
transitional
activity (20)
Tex t
Currency %
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y/N Y/ N Y/N Y/N Y/ N Y/N Y/N % E T
A. Taxonomy-eligible activities
A.1 Environmentally sustainable activities (Taxonomy-aligned)
ACTIVITY 1 0,0 0% %
ACTIVITY 1 (d)
% %
ACTIVITY 2
% %
CapEx of environmentally sustainable activities (Taxonomy-aligned)
(A.1)
% % % % % % % %
Of which Enabling
% % % % % % % % E
Of which Transitional
% % % T
A.2 Taxonomy-Eligible but not environmentally sustainable activities
(not Taxonomy-aligned activities) (g)
EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f)
CapEx of Taxonomy-eligible but not environmentally sustainable
activities (not taxonomy-aligned activities) (A.2)
% % % % % % % %
Manufacture of low-carbon technologies for transportation
6.5 2,7 14%
Installation, maintenance, and repair of energy-efficient equipment
7. 3 2,1 11%
Installation, maintenance, and repair of electric vehicle charging
staions in buildings (and parkings lots attached to buildings)
7. 4 0,1 1%
A. CapEx of Taxonomy eligible activities (A1+A2) 4,9 26% % % % % % %
B. Taxonomy-non-eligible activities
CapEx of Taxonomy non-eligible activities
14,3 74%
TOTAL
19,2 100%
ANNEX IV
CAPEX
287
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
286
(a) The Code constitutes the abbreviation of the relevant objective to which the economic activity is eligible to make a substantial contribution, as well as
the Section number of the activity in the relevant Annex covering the objective, i.e.:
- Climate Change Mitigation: CCM
- Climate Change Adaptation: CCA
- Water and Marine Resources: WTR
- Circular Economy: CE
- Pollution Prevention and Control: PPC
- Biodiversity and ecosystems: BIO
For example, the Activity “Afforestation” would have the Code: CCM 1.1
Where activities are eligible to make a substantial contribution to more than one objective, the codes for all objectives should be indicated.
For example, if the operator reports that the activity “Construction of new buildings” makes a substantial contribution to climate change mitigation and cir-
cular economy, the code would be: CCM 7.1. / CE 3.1.
The same codes should be used in Sections A.1. and A.2 of this template.
(b) Y - Yes, Taxonomy-eligible and Taxonomy-aligned activity with the relevant environmental objective
N - No, Taxonomy-eligible but not Taxonomy-aligned activity with the relevant environmental objective
N/EL - not eligible, Taxonomy non-eligible activity for the relevant environmental objective
(c) Where an economic activity contributes substantially to multiple environmental objectives, non-financial undertakings shall indicate, in bold, the most
relevant environmental objective for the purpose of computing the KPIs of financial undertakings while avoiding double counting. In their respective KPIs,
where the use of proceeds from the financing is not known, financial undertakings shall compute the financing of economic activities contributing to mul-
tiple environmental objectives under the most relevant environmental objective that is reported in bold in this template by non-financial undertakings. An
environmental objective may only be reported in bold once in one row to avoid double counting of economic activities in the KPIs of financial undertakings.
This shall not apply to the computation of Taxonomy-alignment of economic activities for financial products defined in point (12) of Article 2 of regulation
(EU) 2019/2088. Non-financial undertakings shall also report the extent of eligibility and alignment per environmental objective, that includes alignment with
each of environmental objectives for activities contributing substantially to several objectives, by using the template below
(d) The same activity may align with only one or more environmental objectives for which it is eligible.
(e) The same activity may be eligible and not aligned with the relevant environmental objectives.
(f) EL - Taxonomy eligible activity for the relevant objective
N/EL - Taxonomy non-eligible activity for the relevant objective
(g) Activities shall be reported in Section A.2 of this template only if they are not aligning to any environmental objective for which they are eligible. Activities
that align to at least one environmental objective shall be reported in Section A.1 of this template.
(h) For an activity to be reported in Section A.1 all DNSH criteria and minimum safeguards shall be met. For activities listed under A2, columns (5) to (17) may
be filled in on a voluntary basis by non-financial undertakings. Non-financial undertakings may indicate the substantial contribution and DNSH criteria that
they meet or do not meet in Section A.2 by using: (a) for substantial contribution - Y/N and N/EL codes instead of EL and N/EL and (b) for DNSH - Y/N codes.
289
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
288
Financial year N 2024 Substantial Contribution Criteria DNSH criteria (‘Does Not Significantly Harm’)(h)
Economic Activities (1)
Code
(a)(2)
OpEx (3)
Proportion
of OpEx,
year N (4)
Climate
Change
Mitigation (5)
Climate
Change
Adaptation (6)
Water (7) Pollution (8)
Circular
Economy (9)
Biodiversity
(10)
Climate
Change
mitigation
(11)
Climate
Change
Adaptation
(12)
Water (13)
Pollution
(14)
Circular
Economy
(15)
Biodiversity
(16)
Minimum
Safe
-
guards
(17)
Proportion
of Taxonomy
aligned (A.1) or
eligible (A.2.)
OpEx, year N-1
(18)
Category
enabling
activity
(19)
Category
transitional
activity (20)
Tex t
Currency %
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y/N Y/ N Y/N Y/N Y/ N Y/N Y/N % E T
A. Taxonomy-eligible activities
A.1 Environmentally sustainable activities (Taxonomy-aligned)
ACTIVITY 1 0,0 0% %
ACTIVITY 1 (d)
% %
ACTIVITY 2
% %
OpEx of environmentally sustainable activities (Taxonomy-alig
-
ned) (A.1)
% % % % % % % %
Of which Enabling
% % % % % % % % E
Of which Transitional
% % % T
A.2 Taxonomy-Eligible but not environmentally sustainable acti
-
vities (not Taxonomy-aligned activities) (g)
EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f)
OpEx of Taxonomy-eligible but not environmentally sustainable
activities (not taxonomy-aligned activities) (A.2)
% % % % % % % %
Installation, maintenance, and repair of renewable energy
technologies
7. 6 0,1 0,9%
A. OpEx of Taxonomy eligible activities (A1+A2) 0,1 0,9% % % % % % %
B. Taxonomy-non-eligible activities
OpEx of Taxonomy non-eligible activities
6,8 99,1%
TOTAL
6,9 100%
ANNEX V
OPEX
291
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
290
(a) The Code constitutes the abbreviation of the relevant objective to which the economic activity is eligible to make a substantial contribution, as well as
the Section number of the activity in the relevant Annex covering the objective, i.e.:
- Climate Change Mitigation: CCM
- Climate Change Adaptation: CCA
- Water and Marine Resources: WTR
- Circular Economy: CE
- Pollution Prevention and Control: PPC
- Biodiversity and ecosystems: BIO
For example, the Activity “Afforestation” would have the Code: CCM 1.1
Where activities are eligible to make a substantial contribution to more than one objective, the codes for all objectives should be indicated.
For example, if the operator reports that the activity “Construction of new buildings” makes a substantial contribution to climate change mitigation and cir-
cular economy, the code would be: CCM 7.1. / CE 3.1.
The same codes should be used in Sections A.1. and A.2 of this template.
(b) Y - Yes, Taxonomy-eligible and Taxonomy-aligned activity with the relevant environmental objective
N - No, Taxonomy-eligible but not Taxonomy-aligned activity with the relevant environmental objective
N/EL - not eligible, Taxonomy non-eligible activity for the relevant environmental objective
(c) Where an economic activity contributes substantially to multiple environmental objectives, non-financial undertakings shall indicate, in bold, the most
relevant environmental objective for the purpose of computing the KPIs of financial undertakings while avoiding double counting. In their respective KPIs,
where the use of proceeds from the financing is not known, financial undertakings shall compute the financing of economic activities contributing to mul-
tiple environmental objectives under the most relevant environmental objective that is reported in bold in this template by non-financial undertakings. An
environmental objective may only be reported in bold once in one row to avoid double counting of economic activities in the KPIs of financial undertakings.
This shall not apply to the computation of Taxonomy-alignment of economic activities for financial products defined in point (12) of Article 2 of regulation
(EU) 2019/2088. Non-financial undertakings shall also report the extent of eligibility and alignment per environmental objective, that includes alignment with
each of environmental objectives for activities contributing substantially to several objectives, by using the template below
(d) The same activity may align with only one or more environmental objectives for which it is eligible.
(e) The same activity may be eligible and not aligned with the relevant environmental objectives.
(f) EL - Taxonomy eligible activity for the relevant objective
N/EL - Taxonomy non-eligible activity for the relevant objective
(g) Activities shall be reported in Section A.2 of this template only if they are not aligning to any environmental objective for which they are eligible. Activities
that align to at least one environmental objective shall be reported in Section A.1 of this template.
(h) For an activity to be reported in Section A.1 all DNSH criteria and minimum safeguards shall be met. For activities listed under A2, columns (5) to (17) may
be filled in on a voluntary basis by non-financial undertakings. Non-financial undertakings may indicate the substantial contribution and DNSH criteria that
they meet or do not meet in Section A.2 by using: (a) for substantial contribution - Y/N and N/EL codes instead of EL and N/EL and (b) for DNSH - Y/N codes.
293
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
292
ANNEX VI
TURNOVER
Financial year N 2024 Substantial Contribution Criteria DNSH criteria (‘Does Not Significantly Harm’)(h)
Economic Activities (1)
Code
(a)(2)
Turnover (3)
Proportion
of Turnover,
year N (4)
Climate
Change
Mitigation (5)
Climate
Change
Adaptation (6)
Water (7) Pollution (8)
Circular
Economy (9)
Biodiversity
(10)
Climate
Change
mitigation
(11)
Climate
Change
Adaptation
(12)
Water (13)
Pollution
(14)
Circular
Economy
(15)
Biodiversity
(16)
Minimum
Safe
-
guards
(17)
Proportion
of Taxonomy
aligned (A.1) or
eligible (A.2.)
turnover, year
N-1 (18)
Category
enabling
activity
(19)
Category
transitional
activity (20)
Tex t
Currency %
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y/N Y/ N Y/N Y/N Y/ N Y/N Y/N % E T
A. Taxonomy-eligible activities
A.1 Environmentally sustainable activities (Taxonomy-aligned)
ACTIVITY 1 0,0 0% %
ACTIVITY 1 (d)
% %
ACTIVITY 2
% %
Turnover of environmentally sustainable activities (Taxono
-
my-aligned) (A.1)
% % % % % % % %
Of which Enabling
% % % % % % % % E
Of which Transitional
% % % T
A.2 Taxonomy-Eligible but not environmentally sustainable acti
-
vities (not Taxonomy-aligned activities) (g)
EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f)
Turnover of Taxonomy-eligible but not environmentally sustaina
-
ble activities (not taxonomy-aligned activities) (A.2)
% % % % % % %
Programming & broadcasting activities
8.3 4,7 1% % % % % % % %
A. Turnover of Taxonomy eligible activities (A1+A2) 4,7 1% % % % % % %
B. Taxonomy-non-eligible activities
Turnover of Taxonomy non-eligible activities
315,6 99%
TOTAL
320,3 100%
295
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
294
(a) The Code constitutes the abbreviation of the relevant objective to which the economic activity is eligible to make a substantial contribution, as well as
the Section number of the activity in the relevant Annex covering the objective, i.e.:
- Climate Change Mitigation: CCM
- Climate Change Adaptation: CCA
- Water and Marine Resources: WTR
- Circular Economy: CE
- Pollution Prevention and Control: PPC
- Biodiversity and ecosystems: BIO
For example, the Activity “Afforestation” would have the Code: CCM 1.1
Where activities are eligible to make a substantial contribution to more than one objective, the codes for all objectives should be indicated.
For example, if the operator reports that the activity “Construction of new buildings” makes a substantial contribution to climate change mitigation and cir-
cular economy, the code would be: CCM 7.1. / CE 3.1.
The same codes should be used in Sections A.1. and A.2 of this template.
(b) Y - Yes, Taxonomy-eligible and Taxonomy-aligned activity with the relevant environmental objective
N - No, Taxonomy-eligible but not Taxonomy-aligned activity with the relevant environmental objective
N/EL - not eligible, Taxonomy non-eligible activity for the relevant environmental objective
(c) Where an economic activity contributes substantially to multiple environmental objectives, non-financial undertakings shall indicate, in bold, the most
relevant environmental objective for the purpose of computing the KPIs of financial undertakings while avoiding double counting. In their respective KPIs,
where the use of proceeds from the financing is not known, financial undertakings shall compute the financing of economic activities contributing to mul-
tiple environmental objectives under the most relevant environmental objective that is reported in bold in this template by non-financial undertakings. An
environmental objective may only be reported in bold once in one row to avoid double counting of economic activities in the KPIs of financial undertakings.
This shall not apply to the computation of Taxonomy-alignment of economic activities for financial products defined in point (12) of Article 2 of regulation
(EU) 2019/2088. Non-financial undertakings shall also report the extent of eligibility and alignment per environmental objective, that includes alignment with
each of environmental objectives for activities contributing substantially to several objectives, by using the template below
(d) The same activity may align with only one or more environmental objectives for which it is eligible.
(e) The same activity may be eligible and not aligned with the relevant environmental objectives.
(f) EL - Taxonomy eligible activity for the relevant objective
N/EL - Taxonomy non-eligible activity for the relevant objective
(g) Activities shall be reported in Section A.2 of this template only if they are not aligning to any environmental objective for which they are eligible. Activities
that align to at least one environmental objective shall be reported in Section A.1 of this template.
(h) For an activity to be reported in Section A.1 all DNSH criteria and minimum safeguards shall be met. For activities listed under A2, columns (5) to (17) may
be filled in on a voluntary basis by non-financial undertakings. Non-financial undertakings may indicate the substantial contribution and DNSH criteria that
they meet or do not meet in Section A.2 by using: (a) for substantial contribution - Y/N and N/EL codes instead of EL and N/EL and (b) for DNSH - Y/N codes.
297
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
296
Row Nuclear energy related activities
1.
The undertaking carries out, funds or has exposures to research, deve-
lopment, demonstration and deployment of innovative electricity genera-
tion facilities that produce energy from nuclear processes with minimal
waste from the fuel cycle.
NO
2.
The undertaking carries out, funds or has exposures to construction
and safe operation of new nuclear installations to produce electricity or
process heat, including for the purposes of district heating or industrial
processes such as hydrogen production, as well as their safety upgrades,
using best available technologies.
NO
3.
The undertaking carries out, funds or has exposures to safe operation
of existing nuclear installations that produce electricity or process heat,
including for the purposes of district heating or industrial processes
such as hydrogen production from nuclear energy, as well as their safety
upgrades.
NO
Fossil gas related activities
4.
The undertaking carries out, funds or has exposures to construction
or operation of electricity generation facilities that produce electricity
using fossil gaseous fuels.
NO
5.
The undertaking carries out, funds or has exposures to construction, re-
furbishment, and operation of combined heat/cool and power generation
facilities using fossil gaseous fuels.
NO
6.
The undertaking carries out, funds or has exposures to construction,
refurbishment and operation of heat generation facilities that produce
heat/cool using fossil gaseous fuels.
NO
Voor de berekening van de KPIs inzake omzet, capex en opex werden voor zowel de
rapportering over 2023 als 2024 volgende definities gehanteerd. De taxonomie data
is gebaseerd op IFRS.
KPI ‘omzet’: het aandeel van de economische activiteiten die voor taxonomie in
aanmerking komen in onze totale omzet is berekend als het deel van de omzet gege-
nereerd door economische activiteiten die voor de taxonomie in aanmerking komen
(teller) gedeeld door de geconsolideerde omzet (noemer). De noemer sluit aan met
de omzet die in onze geconsolideerde jaarrekening werd gerapporteerd (Toelichting
geconsolideerd jaarverslag 4).
Kapitaaluitgaven (capex) KPI: het aandeel van de kapitaaluitgaven dat betrekking
heeft op activa of processen die verband houden met voor taxonomie in aanmerking
komende economische activiteiten is berekend als het deel van de kapitaaluit-
gaven dat betrekking heeft op activa of processen die verband houden met voor
de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten (teller) gedeeld
door de toevoegingen aan materiële en immateriële activa, met inbegrip van de
toevoegingen die voortvloeien uit bedrijfscombinaties, zoals gerapporteerd in de
geconsolideerde jaarrekening (Toelichtingen geconsolideerd jaarverslag 14 en 15).
Operationele uitgaven (opex) KPI: het aandeel van de operationele uitgaven dat
betrekking heeft op activa of processen die verband houden met de voor taxonomie
in aanmerking komende activiteiten is berekend als het deel van de operationele uit-
gaven dat betrekking heeft op activa of processen die verband houden met de voor
taxonomie in aanmerking komende activiteiten gedeeld door de geconsolideerde
operationele uitgaven als volgt gedefinieerd: de som van niet-gekapitaliseerde kos-
ten voor onderzoek & ontwikkeling, leaseovereenkomsten (voor zover ze niet in de
kapitaaluitgaven werden opgenomen), en voor onderhoud en reparatie en andere
directe kosten die verband houden met het dagelijkse onderhoud van materiële
vaste activa.
DEFINITIES
KPI’S
ANNEX
VII
NUCLEAR AND
FOSSIL GAS
RELATED
ACTIVITIES
299
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
CSRD VERSLAG 2024
298
301
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
VERSLAG VAN DE
COMMISSARIS
DUURZAAMHEIDS-
INFORMATIE
Besloten vennootschap
Société à responsabilité limitée.
RPR Brussel RPM Bruxelles T.V.A. - B.T.W. BE 0446.334.711 IBAN N° BE71 2100 9059 0069
*handelend in naam van een vennootschap/agissant au nom d’une société
A member firm of Ernst & Young Global Limited
EY Bedrijfsrevisoren
EY Réviseurs d’Entreprises
Pauline van Pottelsberghelaan 12
B - 9051 Gent
Tel: +32 (0) 9 242 51 11
ey.com
Verslag van de commissaris met een beperkte mate van zekerheid over
de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van Roularta Media Group
Aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders,
In het kader van de wettelijke assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid met
betrekking tot de duurzaamheidsinformatie van Roularta Media Group (de “Vennootschap” of “de
Groep”), leggen wij u ons verslag over deze opdracht voor.
Wij werden benoemd door de algemene vergadering van 21 mei 2024, overeenkomstig het voorstel
van het bestuursorgaan van Roularta Media Group voor het uitvoeren van een assuranceopdracht
met een beperkte mate van zekerheid over de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van de
Vennootschap, opgenomen in het Sustainability Statement van het jaarverslag 2024 (hierna
de “duurzaamheidsinformatie”).
Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de
jaarrekening afgesloten op 31 December 2026. Wij hebben onze assuranceopdracht over de
duurzaamheidsinformatie van Roularta Media Group uitgevoerd gedurende één boekjaa r.
Conclusie met een beperkte mate van
zekerheid
Wij hebben een assuranceopdracht met een
beperkte mate van zekerheid met betrekking tot
de duurzaamheidsinformatie van de
Vennootschap uitgevoerd.
Op basis van de uitgevoerde werkzaamheden en
de verkregen assuranceinformatie is niets onder
onze aandacht gekomen dat ons ertoe aanzet
van mening te zijn dat de
duurzaamheidsinformatie van de Vennootschap,
in alle van materieel belang zijnde opzichten:
niet is opgesteld in overeenstemming met
de vereisten bedoeld in artikel 3:6/3 van
het Wetboek van vennootschappen en
verenigingen, met inbegrip van de
overeenstemming met de toepasbare
Europese standaarden voor
duurzaamheidsinformatie (de European
Sustainability Reporting Standards
(ESRS’s));
niet in overeenstemming is met het door de
Vennootschap uitgevoerde proces (“het
Proces”) om de op grond van de ESRS’s
openbaar gemaakte
duurzaamheidsinformatie vast te stellen,
zoals uiteengezet in de sectie CSRD en
Double Materiality Assessment (DMA)
de vereisten niet naleeft van artikel 8 van
Verordening (EU) 2020/852 (de
“Taxonomieverordening”) betreffende de
openbaarmaking van de informatie
opgenomen in de sectie EU Taxonomie
binnen de milieu-informatie van het
Sustainabiity Statement;
Basis voor de conclusie
Wij hebben onze assuranceopdracht met een
beperkte mate van zekerheid uitgevoerd
overeenkomstig ISAE 3000 (Herzien),
Assuranceopdrachten anders dan opdrachten
tot controle of beoordeling van historische
financiële informatie (“ISAE 3000 (Herzien)”),
zoals in België van toepassing.
Onze verantwoordelijkheden op grond van deze
standaard zijn uitvoeriger beschreven in de
sectie van ons verslag Verantwoordelijkheden
van de commissaris betreffende de
assuranceopdracht met een beperkte mate van
zekerheid met betrekking tot de
duurzaamheidsinformatie.
Besloten vennootschap
Société à responsabilité limitée.
RPR Brussel RPM Bruxelles T.V.A. - B.T.W. BE 0446.334.711 IBAN N° BE71 2100 9059 0069
*handelend in naam van een vennootschap/agissant au nom d’une société
A member firm of Ernst & Young Global Limited
EY Bedrijfsrevisoren
EY Réviseurs d’Entreprises
Pauline van Pottelsberghelaan 12
B - 9051 Gent
Tel: +32 (0) 9 242 51 11
ey.com
Verslag van de commissaris met een beperkte mate van zekerheid over
de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van Roularta Media Group
Aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders,
In het kader van de wettelijke assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid met
betrekking tot de duurzaamheidsinformatie van Roularta Media Group (de “Vennootschap” of “de
Groep”), leggen wij u ons verslag over deze opdracht voor.
Wij werden benoemd door de algemene vergadering van 21 mei 2024, overeenkomstig het voorstel
van het bestuursorgaan van Roularta Media Group voor het uitvoeren van een assuranceopdracht
met een beperkte mate van zekerheid over de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van de
Vennootschap, opgenomen in het Sustainability Statement van het jaarverslag 2024 (hierna
de “duurzaamheidsinformatie”).
Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de
jaarrekening afgesloten op 31 December 2026. Wij hebben onze assuranceopdracht over de
duurzaamheidsinformatie van Roularta Media Group uitgevoerd gedurende één boekjaa r.
Conclusie met een beperkte mate van
zekerheid
Wij hebben een assuranceopdracht met een
beperkte mate van zekerheid met betrekking tot
de duurzaamheidsinformatie van de
Vennootschap uitgevoerd.
Op basis van de uitgevoerde werkzaamheden en
de verkregen assuranceinformatie is niets onder
onze aandacht gekomen dat ons ertoe aanzet
van mening te zijn dat de
duurzaamheidsinformatie van de Vennootschap,
in alle van materieel belang zijnde opzichten:
niet is opgesteld in overeenstemming met
de vereisten bedoeld in artikel 3:6/3 van
het Wetboek van vennootschappen en
verenigingen, met inbegrip van de
overeenstemming met de toepasbare
Europese standaarden voor
duurzaamheidsinformatie (de European
Sustainability Reporting Standards
(ESRS’s));
niet in overeenstemming is met het door de
Vennootschap uitgevoerde proces (“het
Proces”) om de op grond van de ESRS’s
openbaar gemaakte
duurzaamheidsinformatie vast te stellen,
zoals uiteengezet in de sectie CSRD en
Double Materiality Assessment (DMA)
de vereisten niet naleeft van artikel 8 van
Verordening (EU) 2020/852 (de
“Taxonomieverordening”) betreffende de
openbaarmaking van de informatie
opgenomen in de sectie EU Taxonomie
binnen de milieu-informatie van het
Sustainabiity Statement;
Basis voor de conclusie
Wij hebben onze assuranceopdracht met een
beperkte mate van zekerheid uitgevoerd
overeenkomstig ISAE 3000 (Herzien),
Assuranceopdrachten anders dan opdrachten
tot controle of beoordeling van historische
financiële informatie (“ISAE 3000 (Herzien)”),
zoals in België van toepassing.
Onze verantwoordelijkheden op grond van deze
standaard zijn uitvoeriger beschreven in de
sectie van ons verslag Verantwoordelijkheden
van de commissaris betreffende de
assuranceopdracht met een beperkte mate van
zekerheid met betrekking tot de
duurzaamheidsinformatie.
Verslag van de Commissaris met een beperkte mate van zekerheid
over de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie
van Roularta Media Group voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg)
2
Wij hebben alle deontologische vereisten die
relevant zijn voor de assuranceopdracht van de
duurzaamheidsinformatie in België nageleefd,
met inbegrip van deze met betrekking tot de
onafhankelijkheid.
Wij passen de internationale standaard voor
kwaliteitsmanagement 1 (ISQM 1) toe, die
vereist dat het kantoor een
kwaliteitsmanagementsysteem opzet,
implementeert en in werking stelt, inclusief
beleidslijnen of procedures met betrekking tot
de naleving van ethische vereisten,
professionele normen en toepasselijke wettelijke
en regelgevende vereisten.
We hebben van het bestuursorgaan en van de
aangestelden van de Vennootschap de voor
onze assuranceopdracht met een beperkte mate
van zekerheid vereiste ophelderingen en
inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen
assuranceinformatie voldoende en geschikt is
als basis voor onze conclusie.
Overige aangelegenheid
De reikwijdte van onze werkzaamheden is
beperkt tot de assuranceopdracht met een
beperkte mate van zekerheid over de
duurzaamheidsinformatie van de Vennootschap
met betrekking tot de huidige
rapporteringsperiode. Onze assuranceopdracht
met een beperkte mate van zekerheid strekt
zich niet uit tot informatie met betrekking tot de
vergelijkende cijfers.
Verantwoordelijkheden van het
bestuursorgaan betreffende het opstellen
van de duurzaamheidsinformatie
Het bestuursorgaan van de Vennootschap is
verantwoordelijk voor het opzetten en
implementeren van een Proces en voor het
toelichten van dit Proces in de sectie CSRD en
Double Materiality Assessment (DMA) van de
duurzaamheidsinformatie.
Deze verantwoordelijkheid omvat:
het begrijpen van de context waarin de
activiteiten en zakelijke betrekkingen van de
Vennootschap plaatsvinden en het
ontwikkelen van inzicht in haar betrokken
belanghebbenden;
het identificeren van de feitelijke en
potentiële effecten (zowel negatieve als
positieve) in verband met
duurzaamheidskwesties, alsook van risico’s
en opportuniteiten die de financiële positie,
de financiële prestaties, de kasstromen, de
toegang tot financiering of de
kapitaalkosten van de Vennootschap op
korte, middellange of lange termijn
beïnvloeden of waarvan redelijkerwijs zou
kunnen worden verwacht dat zij hierop een
invloed zullen hebben;
het beoordelen van de materialiteit van de
vastgestelde effecten, risico’s en
opportuniteiten in verband met
duurzaamheidskwesties door passende
drempelwaarden te selecteren en toe te
passen; en
het maken van veronderstellingen en
schattingen die onder de gegeven
omstandigheden redelijk zijn.
Het bestuursorgaan van de Vennootschap is ook
verantwoordelijk voor het opstellen van de
duurzaamheidsinformatie, die de door het
Proces vastgestelde informatie bevat,
in overeenstemming met de vereisten
bedoeld in artikel 3:6/3 van het Wetboek
van vennootschappen en verenigingen, met
inbegrip van de toepasbare ESRS’s; en
met naleving van de vereisten in artikel 8
van Verordening (EU) 2020/852 (de
“Taxonomieverordening”) betreffende de
openbaarmaking van informatie opgenomen
in de sectie EU Taxonomie” binnen de
milieu-informatie van het Sustainabiity
Statement.
VERSLAG VAN DE COMMISSARIS MET EEN
BEPERKTE MATE VAN ZEKERHEID OVER
DE GECONSOLIDEERDE DUURZAAMHEIDSINFORMATIE
VAN ROULARTA MEDIA GROUP
CSRD VERSLAG 2024
300
303
IM
WE
CREATE
MEDIA
WITH
PACT
CSRD VERSLAG 2024
Verslag van de Commissaris met een beperkte mate van zekerheid
over de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie
van Roularta Media Group voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg)
5
het interviewen van management en
betrokken medewerkers die
verantwoordelijk zijn voor het
consolideren en het uitvoeren van
interne beheersingsmaatregelen met
betrekking tot de
duurzaamheidsinformatie; en
wanneer dit passend wordt geacht, het
bekomen van onderbouwende
documentatie voor de betreffende
verslaggevingsprocessen
Geëvalueerd of de informatie zoals
vastgesteld door het Proces is opgenomen
in de duurzaamheidsinformatie;
Geëvalueerd of de structuur en het
opstellen van de duurzaamheidsinformatie
overeenstemt met de ESRS’s;
Om inlichtingen verzocht bij relevant
personeel en cijferanalyses uitgevoerd op
geselecteerde informatie in de
duurzaamheidsinformatie;
Gegevensgerichte
assurancewerkzaamheden uitgevoerd op
basis van een steekproef op geselecteerde
informatie in de duurzaamheidsinformatie;
Assuranceinformatie verkregen over de
methoden voor het ontwikkelen van
schattingen en toekomstgerichte
informatie; geëvalueerd zoals beschreven in
de sectie “verantwoordelijkheden van de
commissaris betreffende de
assuranceopdracht met een beperkte mate
van zekerheid met betrekking tot de
duurzaamheidsinformatie”;
Inzicht verworven in het proces voor het
vaststellen van economische activiteiten die
voor de taxonomie in aanmerking komen en
op de taxonomie afgestemd zijn en de
overeenkomstige toelichtingen in de
duurzaamheidsinformatie;
Andere werkzaamheden uitgevoerd met
betrekking tot de EU-taxonomie
toelichtingen;
De input voor de omzet, de
kapitaaluitgaven, en de operationele
uitgaven afgestemd met de onderliggende
financiële informatie van de Vennootschap.
Vermeldingen betreffende de
onafhankelijkheid
Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk
hebben geen opdrachten die onverenigbaar zijn
met de assuranceopdracht met een beperkte
mate van zekerheid verricht, en ons
bedrijfsrevisorenkantoor is in de loop van ons
mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de
Vennootschap.
Gent, 4 april 2025
EY Bedrijfsrevisoren BV
Commissaris
vertegenwoordigd door
Lieve Cornelis*
Partner
* Handelend in naam van een BV
25LC0061
Digitally signed by Lieve Cornelis
(Signature)
DN: cn=Lieve Cornelis
(Signature), c=BE
Date: 2025.04.04 11:52:44
+02'00'
Lieve Cornelis
(Signature)
Verslag van de Commissaris met een beperkte mate van zekerheid
over de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie
van Roularta Media Group voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg)
4
Het opzetten en uitvoeren van
werkzaamheden om te evalueren of het
Proces in overeenstemming is met de
beschrijving van het Proces door de
Vennootschap, zoals toegelicht in de sectie
CSRD en Double Materiality Assessment
(DMA).
Onze overige verantwoordelijkheden ten
aanzien van de duurzaamheidsinformatie
omvatten:
Het verwerven van inzicht in de
beheersingsomgeving van de
Vennootschap, en in de relevante processen
en informatiesystemen voor het opstellen
van de duurzaamheidsinformatie, maar
zonder de opzet van de specifieke
controleactiviteiten te beoordelen,
onderbouwende informatie over hun
implementatie te verkrijgen of de effectieve
werking van de opgezette interne
beheersingsmaatregelen te toetsen;
Het identificeren van de gebieden waar van
materieel belang zijnde afwijkingen
waarschijnlijk zullen optreden in de
duurzaamheidsinformatie, of deze nu het
gevolg zijn van fraude of van fouten; en
Het opzetten en uitvoeren van
werkzaamheden die inspelen op gebieden
waar afwijkingen van materieel belang in de
duurzaamheidsinformatie zich waarschijnlijk
zullen voordoen. Het risico van het niet
detecteren van een van materieel belang
zijnde afwijking is groter indien die afwijking
het gevolg is van fraude dan indien zij het
gevolg is van fouten, omdat bij fraude
sprake kan zijn van samenspanning,
valsheid in geschrifte, het opzettelijk
nalaten transacties vast te leggen, het
opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken
of het doorbreken van de interne
beheersing.
Samenvatting van de uitgevoerde
werkzaamheden
Een assuranceopdracht met een beperkte mate
van zekerheid omvat het uitvoeren van
werkzaamheden om assuranceinformatie te
verkrijgen over de duurzaamheidsinformatie.
De werkzaamheden die bij een opdracht met een
beperkte mate van zekerheid zijn uitgevoerd,
zijn verschillend in aard en timing en geringer
van omvang dan voor opdrachten tot het
verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid.
Daardoor ligt het niveau van zekerheid dat is
verkregen bij een opdracht met een beperkte
mate van zekerheid aanzienlijk lager dan
wanneer een opdracht met een redelijke mate
van zekerheid is uitgevoerd.
De aard, timing en omvang van geselecteerde
werkzaamheden zijn afhankelijk van
professionele oordeelsvorming, waaronder de
vaststelling van gebieden waar afwijkingen van
materieel belang in de
duurzaamheidsinformatie, als gevolg van fraude
of van fouten, zich waarschijnlijk zullen
voordoen.
Bij het uitvoeren van onze assuranceopdracht
met een beperkte mate van zekerheid, met
betrekking tot het Proces, hebben wij:
Inzicht verworven in het Proces door:
het verzoeken om inlichtingen teneinde
inzicht te verwerven in de bronnen van
informatie gebruikt door het
management (bijv. betrokkenheid van
belanghebbenden, bedrijfsplannen en
strategiedocumenten), alsook het
beoordelen van de interne
documentatie van de Vennootschap van
haar Proces; en
Geëvalueerd of de assuranceinformatie
verkregen uit onze werkzaamheden over
het door de Vennootschap
geïmplementeerde Proces in
overeenstemming was met de beschrijving
van het Proces zoals uiteengezet in de
sectie CSRD en Double Materiality
Assessment (DMA).
Bij het uitvoeren van onze assuranceopdracht
met een beperkte mate van zekerheid, met
betrekking tot de duurzaamheidsinformatie,
hebben wij:
Inzicht verworven in de
verslaggevingsprocessen van de
Vennootschap die relevant zijn voor het
opstellen van haar
duurzaamheidsinformatie door:
Verslag van de Commissaris met een beperkte mate van zekerheid
over de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie
van Roularta Media Group voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg)
3
Deze verantwoordelijkheid omvat:
het opzetten, implementeren en in stand
houden van dergelijke interne
beheersingsmaatregelen die het
bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het
opstellen van duurzaamheidsinformatie die
geen afwijkingen van materieel belang, als
gevolg van fraude of van fouten, bevat; en
het kiezen en toepassen van geschikte
methoden voor
duurzaamheidsverslaggeving, en het maken
van veronderstellingen en schattingen die
onder de gegeven omstandigheden redelijk
zijn.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het
toezicht op het
duurzaamheidsverslaggevingsproces van de
Vennootschap.
Inherente beperkingen bij het opstellen
van de duurzaamheidsinformatie
Bij het rapporteren van toekomstgerichte
informatie in overeenstemming met de ESRS’s,
wordt van het bestuursorgaan van de
Vennootschap vereist dat het de
toekomstgerichte informatie opstelt op basis
van toegelichte veronderstellingen over
gebeurtenissen die zich in de toekomst kunnen
voordoen en mogelijke toekomstige
maatregelen van de Vennootschap. De
werkelijke uitkomsten zullen naar alle
waarschijnlijkheid afwijken van de
veronderstellingen, aangezien de
veronderstelde gebeurtenissen zich veelal niet
zullen voordoen zoals verwacht en de afwijking
daarvan van materieel belang kan zijn.
Verantwoordelijkheden van de
commissaris betreffende de
assuranceopdracht met een beperkte
mate van zekerheid met betrekking tot
de duurzaamheidsinformatie
Het is onze verantwoordelijkheid om de
assuranceopdracht te plannen en uit te voeren
met het oog op het verkrijgen van een beperkte
mate van zekerheid over de vraag of de
duurzaamheidsinformatie geen afwijkingen van
materieel belang,
als gevolg van fraude of van fouten, bevat, en
het uitbrengen van een assuranceverslag met
een beperkte mate van zekerheid waarin onze
conclusie is opgenomen. Afwijkingen kunnen
zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en
worden als van materieel belang beschouwd
indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat
zij, individueel of gezamenlijk, de beslissingen
genomen door gebruikers op basis van de
duurzaamheidsinformatie, beïnvloeden.
Als deel van een assuranceopdracht met een
beperkte mate van zekerheid overeenkomstig
ISAE 3000 (Herzien), zoals in België van
toepassing, passen wij professionele
oordeelsvorming toe en handhaven wij een
professioneel-kritische instelling gedurende de
opdracht. De uitgevoerde werkzaamheden in
een opdracht met het oog op het verkrijgen van
een beperkte mate van zekerheid, waarvoor wij
verwijzen naar de sectie “Samenvatting van de
uitgevoerde werkzaamheden” zijn minder
uitgebreid dan in het geval van een opdracht
met het oog op het verkrijgen van een redelijke
mate van zekerheid. We brengen dan ook geen
oordeel met een redelijke mate van zekerheid
tot uitdrukking als deel van deze opdracht.
Aangezien de toekomstgerichte informatie in de
duurzaamheidsinformatie en de
veronderstellingen waarop deze is gebaseerd,
betrekking hebben op de toekomst, kunnen deze
worden beïnvloed door gebeurtenissen die zich
mogelijks voordoen en/of door mogelijke acties
van de Vennootschap. De werkelijke uitkomsten
zullen naar alle waarschijnlijkheid afwijken van
de veronderstellingen, aangezien de
veronderstelde gebeurtenissen zich veelal niet
zullen voordoen zoals verwacht en de afwijking
daarvan van materieel belang kan zijn. Onze
conclusie biedt daarom geen garantie dat de
gerapporteerde werkelijke uitkomsten zullen
overeenkomen met diegenen opgenomen in de
toekomstgerichte informatie in de
duurzaamheidsinformatie.
Onze verantwoordelijkheden ten aanzien van de
duurzaamheidsinformatie, met betrekking tot
het Proces, omvatten:
Het verwerven van inzicht in het Proces,
maar niet met het oog op het verstrekken
van een conclusie over de effectiviteit van
het Proces, met inbegrip van de uitkomst
van het Proces; en;
CSRD VERSLAG 2024
302
VESTIGINGEN
BELGIË EN NEDERLAND
ACTIEVE LANDEN
HOOFDZETEL
ROULARTA MEDIA GROUP
Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare
BRUSSELS MEDIA CENTRE
Redactie en Reclameregie, Raketstraat 50, 1130 Brussel
MEDIAFIN
(UITGEVER DE TIJD/L’ECHO)
Tour & Taxis, Havenlaan 86C bus 309, 1000 Brussel
ROULARTA MEDIA NEDERLAND BV
Vestiging Amsterdam: Spaklerweg 53, 1114 AE Amsterdam
Vestiging Hoog-Keppel: Jonker Emilweg 9, 6997 CB Hoog-Keppel
FINANCIËLE KALENDER
Jaarvergadering 2024 I dinsdag 20 mei 2025
Halfjaarresultaten 2025 I vrijdag 22 augustus 2025
Jaarresultaten 2025 I vrijdag 13 maart 2026
Jaarvergadering 2025 I dinsdag 19 mei 2026
INVESTOR RELATIONS
Rik De Nolf
Telefoon I +32 51 26 61 11
E-mail I rik.de.nolf@roularta.be
Website I www.roularta.be
NV Roularta Media Group, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare,
BTW BE 0434.278.896, RPR Gent, afdeling Kortrijk
vestigingen
kalender
JAARVERSLAG 2024
305
JAARVERSLAG 2024
304
roularta.be | roularta.nl